Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken.
U3C6D1D0.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM INLEIDING DAU10113 Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de YQ50/YQ50L profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw YQ50/YQ50L.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10132 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAUM2150 YQ50/YQ50L HANDLEIDING ©2008 door MBK INDUSTRIE 1e Uitgave, juli 2008 Alle rechten voorbehouden Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van MBK INDUSTRIE is uitdrukkelijk verboden. Gedrukt in Nederland.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1 Andere aandachtspunten voor veilig rijden ..................................1-5 BESCHRIJVING ................................2-1 Aanzicht linkerzijde..........................2-1 Aanzicht rechterzijde .......................2-2 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN .............................3-1 Contactslot/stuurslot .......................3-1 Controle- en waarschuwingslampjes ...............
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM INHOUDSOPGAVE SPECIFICATIES ................................8-1 GEBRUIKERSINFORMATIE..............9-1 Identificatienummers ......................
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE DAUT1012 1 Wees een verantwoordelijke eigenaar Als eigenaar van de machine bent u verantwoordelijk voor de veilige en juiste bediening ervan. Scooters zijn tweewielige voertuigen. Voor een veilig gebruik zijn de toepassing van de juiste rijtechnieken en de ervaring van de bestuurder van belang. Elke bestuurder moet bekend zijn met de volgende vereisten alvorens met deze scooter te gaan rijden.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE snelheid aan of gaan onvoldoende schuinliggen voor de rijsnelheid, waardoor ze wijd uit de bocht komen. • Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de wegcondities en het verkeer toestaan. • Geef altijd richting aan voordat u afslaat of van rijstrook wisselt. Zorg dat andere weggebruikers u kunnen zien. ● De zithouding van de bestuurder en de passagier is belangrijk voor een goede besturing.
U3C6D1D0.book Page 3 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE ● Laat de motor niet draaien in slecht ge- 1 ventileerde of deels afgesloten ruimtes zoals schuren of garages. ● Laat de motor niet buiten draaien op plaatsen waar de uitlaatgassen in een gebouw kunnen worden getrokken via openingen zoals ramen en deuren.
U3C6D1D0.book Page 4 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE van uw machine wijzigen kan het risico op ernstig letsel of overlijden van uzelf of anderen vergroten. U bent verantwoordelijk voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen aan de machine. Volg bij de montage van accessoires de onderstaande richtlijnen en die vermeld onder het kopje “Beladen”. ● Monteer nooit accessoires en vervoer nooit bagage als deze een nadelige invloed hebben op de prestaties van uw scooter.
U3C6D1D0.book Page 5 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU10372 Andere aandachtspunten voor veilig rijden 1 ● Geef duidelijk richting aan wanneer u een bocht neemt. ● Op een nat wegdek kan remmen ui- ● ● ● ● terst lastig zijn. Vermijd te hard remmen, de scooter zou kunnen slippen. Bedien de remmen rustig wanneer u op een nat wegdek wilt stoppen. Minder snelheid bij het naderen van een bocht of een afslag. Trek langzaam op nadat u de bocht hebt genomen.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM BESCHRIJVING DAU10410 Aanzicht linkerzijde 1 2 3 4 2 9 8 5 7 6 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM BESCHRIJVING DAU10420 Aanzicht rechterzijde 1 2 3 4 2 6 5 1. 2. 3. 4. 5. 6.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10460 DAU10661 OFF “ ” Alle elektrische systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitgenomen. Contactslot/stuurslot Om het stuur te ontgrendelen Druk de sleutel in en draai deze dan naar “ ”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt. PE N DWA10061 O WAARSCHUWING PUSH Draai nooit de sleutel naar “ ” of “ ” terwijl de machine rijdt.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU11003 Controle- en waarschuwingslampjes TEMP 3 1 2 3 ZAUM0254 1. Controlelampje richtingaanwijzers “ 2. Controlelampje grootlicht “ ” 3. Waarschuwingslampje olieniveau “ ” ” DAU11020 Controlelampje richtingaanwijzers “ ” Dit controlelampje knippert terwijl de schakelaar voor richtingaanwijzers naar de linker- of rechterstand is gedrukt.
U3C6D1D0.book Page 3 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● Als de motor oververhit raakt, staan op pagina 6-24 nadere instructies vermeld. DAUT1821 Snelheidsmeterunit DAU11851 Toerenteller (indien aanwezig) 1 2 1 3 2 ZAUM0801 ZAUM0292 1. Snelheidsmeter 2. Kilometerteller 1. Toerenteller 2. Rode zone toerenteller De snelheidsmeterunit is voorzien van een snelheidsmeter en een kilometerteller. De snelheidsmeter toont de actuele rijsnelheid.
U3C6D1D0.book Page 4 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12140 Brandstofniveaumeter DAU12347 Links 1/2 E F 1 DAU12460 Richtingaanwijzerschakelaar “ / ” Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar rechts aan te geven. Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar links aan te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in de middenstand.
U3C6D1D0.book Page 5 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12900 Voorremhendel DAU12950 Achterremhendel 1 DAUM2081 Tankdop 1 1 3 ZAUM0084 ZAUM0085 ZAUM0262 1. Voorremhendel 1. Achterremhendel 1. Tankdop De voorremhendel bevindt zich aan de rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar het stuur toe om de voorrem te bekrachtigen. De achterremhendel bevindt zich aan de linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
U3C6D1D0.book Page 6 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13212 OPMERKING Brandstof De tankdop kan alleen worden aangebracht met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct aangebracht en vergrendeld is. Controleer of er voldoende brandstof in de brandstoftank aanwezig is. DWA11141 3 WAARSCHUWING Controleer voor u gaat rijden of de tankdop correct is aangebracht.
U3C6D1D0.book Page 7 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN terechtkomt, was deze dan af met water en zeep. Als u benzine op uw kleding morst, trek dan andere kleding aan. DAU41272 Voorgeschreven brandstof: Uitsluitend loodvrije superbenzine Inhoud brandstoftank: 7.0 L (1.85 US gal, 1.54 Imp.gal) Gasohol (voor Canada) Er bestaan twee typen gasohol: gasohol met ethanol en gasohol met methanol.
U3C6D1D0.book Page 8 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DCA10701 LET OP Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij gebruik van loodhoudende benzine zal onherstelbare schade worden toegebracht aan de uitlaatkatalysator. DAUM2500 2-takt injectiesmering 1 3 2 ZAUM0263 1. Opbergcompartiment B 2. Olietankdop Controleer of er voldoende 2-takt injectiesmering aanwezig is in het oliereservoir. Voeg, indien nodig, als volgt de aanbevolen 2-takt injectiesmering toe. 1.
U3C6D1D0.book Page 9 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAUS1050 Kickstarter DAU14160 OPMERKING Rijderzadel 1 Openen van het rijderzadel 1. Zet de scooter op de middenbok. 2. Steek de sleutel in het contactslot en draai hem dan linksom. Controleer of het zadel stevig is vergrendeld alvorens te gaan rijden. OPMERKING Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait. 3. Klap het rijderzadel omhoog. ZAUM0146 1.
U3C6D1D0.book Page 10 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAUM2530 Opbergcompartimenten Deze machine is voorzien van twee opbergcompartimenten. Opbergcompartiment A 1 3 DCA10080 LET OP ZAUM0265 1. Opbergcompartiment A Opbergcompartiment A bevindt zich onder het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-9.) DWA10961 ● Laat uw scooter niet onbeheerd achter met het zadel open. Let op het volgende bij het gebruik van het opbergcompartiment.
U3C6D1D0.book Page 11 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU14832 Schokdemperunit afstellen (indien aanwezig) Afstelling veervoorspanning: Minimum (zacht): (b) Standaard: in het midden Maximum (hard): (a) 1 2 (a) Zet de gewenste inkeping in de stelring tegenover de positie-indicator op de schokdemper. (b) DWA10221 1. Stelring veervoorspanning 2. Positie-indicator Deze schokdemper is uitgerust met een stelring voor veervoorspanning.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN DAU15596 Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding. DWA11151 WAARSCHUWING Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ITEM CONTROLES PAGINA Achterrem • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. • Vervang indien nodig. • Controleer het vloeistofniveau in het reservoir. • Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15951 voor- of achterrem is bekrachtigd. LET OP: Trek voor een maximale levensduur van de motor nooit hard op als de motor koud is! [DCA11041] DAU16562 Starten van een koude motor 5 1. Draai de sleutel naar “ ” en vervolgens naar “ ” zodra het waarschuwingslampje olieniveau gaat branden.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16761 Wegrijden DAU16780 Sneller en langzamer rijden DAU16793 Remmen DWA10300 OPMERKING WAARSCHUWING Laat de motor warmdraaien voordat u wegrijdt. (b) 1. Houd met uw linkerhand de achterremhendel ingedrukt, houd met uw rechterhand de rechterhandgreep vast en duw de scooter van de middenbok af. (a) ZAUM0199 De rijsnelheid wordt geregeld door de gasgreep open of dicht te draaien.
U3C6D1D0.book Page 3 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16820 Tips voor een zuinig brandstofverbruik ZAUM0269 5 Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om het brandstofverbruik te verlagen: ● Voer het motortoerental tijdens accelereren niet te hoog op. ● Voer het toerental niet te hoog op terwijl de motor onbelast draait.
U3C6D1D0.book Page 4 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 1000 km (600 mi) en verder Laat de motor niet langdurig volgas draaien. Varieer het toerental zo nu en dan. LET OP: Na 1000 km (600 mi) moet de eindoverbrengingsolie worden ververst. [DCAM1071] DCA10270 LET OP Als tijdens de inrijperiode motorschade optreedt, vraag dan direct een Yamaha dealer de machine te controleren. DAU17213 Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem dan de sleutel uit het contactslot.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17281 DWA15121 WAARSCHUWING 6 Door periodiek inspecties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft. De eigenaar/bestuurder van de machine is verplicht de optimale veiligheid te waarborgen. Op de volgende pagina’s wordt de belangrijkste informatie met betrekking tot inspecties, afstellingen en smeerbeurten gegeven.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17715 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht. ● Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).
U3C6D1D0.book Page 3 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND NR. ITEM 7 * Remslangen CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1000 km (600 mi) • Controleer op scheurtjes en beschadigingen. 6000 km (3500 mi) 12000 km (7000 mi) 18000 km (10500 mi) 24000 km (14000 mi) JAARLIJKSE CONTROLE √ √ √ √ √ • Vervangen. Elke 4 jaar 8 * Wielen • Controleer de speling en controleer op beschadigingen. √ √ √ √ 9 * Banden • Controleer op slijtage en beschadigingen.
U3C6D1D0.book Page 4 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND NR. ITEM 17 * Schokdemperunit CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1000 km (600 mi) • Controleer op een correcte werking en olielekkage. 18 * Carburateur • Stel het stationair toerental af. √ 19 * Autolube pomp • Controleer de werking. • Ontlucht indien nodig. √ 20 * Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage.
U3C6D1D0.book Page 5 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM2070 OPMERKING ● Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt. ● Hydraulisch remsysteem • Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij. • Ververs de remvloeistof elke twee jaar. • De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U3C6D1D0.book Page 6 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18740 Verwijderen en aanbrengen van de stroomlijn- en framepanelen 2 1 1 1 2 ZAUM0271 ZAUM0272 1. Schroef ZAUM0270 1. Stroomlijnpaneel A 2. Paneel A Bij het uitvoeren van sommige onderhoudswerkzaamheden beschreven in dit hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde stroomlijn- en framepanelen worden verwijderd.
U3C6D1D0.book Page 7 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU19622 Bougie controleren 6 De bougie is een belangrijk motoronderdeel dat periodiek moet worden gecontroleerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer. Omdat bougies door verhitting en neerslag altijd langzaam slijten, moet de bougie worden verwijderd en gecontroleerd op de tijden genoemd in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U3C6D1D0.book Page 8 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU20064 Eindoverbrengingsolie Het eindoverbrengingshuis moet voor elke rit worden gecontroleerd op olielekkage. In geval van lekkage dient u de scooter door een Yamaha dealer te laten nakijken en repareren. Bovendien dient de eindoverbrengingsolie als volgt te worden ververst op de tijdstippen vermeld in het periodieke onderhouds- en smeerschema. 1.
U3C6D1D0.book Page 9 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN mogelijk door koelvloeistof, anders is het systeem niet beschermd tegen vorst en corrosie. Als er water aan de koelvloeistof is toegevoegd, laat dan een Yamaha dealer zo snel mogelijk het antivriesgehalte van de koelvloeistof controleren om te voorkomen dat de effectiviteit van de koelvloeistof afneemt. [DCA10472] DAU20070 Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau worden gecontroleerd.
U3C6D1D0.book Page 10 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Laat de koelvloeistof verversen door een Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Probeer nooit om de radiatorvuldop te verwijderen als de motor warm is. [DWA10381] om met het schuimmateriaal en verdraai of wring het niet om beschadiging te voorkomen. [DCA10511] DAUM1642 Luchtfilterelement reinigen Het luchtfilterelement moet worden gereinigd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U3C6D1D0.book Page 11 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21300 OPMERKING Afstellen van de carburateur Het luchtfilterelement moet nat zijn maar mag niet druipen. De carburateur vormt een belangrijk onderdeel van de motor en moet zeer precies worden afgesteld. Laat daarom alle carburateurafstellingen over aan een Yamaha dealer die over de benodigde vakkennis en ervaring beschikt. Aanbevolen olie: Olie voor schuimrubberen luchtfilters 6 4.
U3C6D1D0.book Page 12 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21872 Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven banden op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw voertuig. Bandenspanning ZAUM0053 De bandenspanning moet voor elke rit worden gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
U3C6D1D0.book Page 13 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Minimale bandprofieldiepte (voor en achter): 1.6 mm (0.06 in) OPMERKING De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is voor diverse landen verschillend. Neem altijd de lokale voorschriften in acht. Bandeninformatie Dit model is uitgerust met tubeless banden. Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder vermelde banden voor dit model goedgekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
U3C6D1D0.book Page 14 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM2061 Vrije slag van voor- en achterremhendel controleren de remhendel regelmatig en laat indien nodig een Yamaha dealer het remsysteem controleren. DWA10641 WAARSCHUWING 1 Als de vrije slag van de remhendel niet normaal is, wijst dat op een serieus defect in het remsysteem. Laat het remsysteem vóór gebruik van het voertuig nakijken of repareren door een Yamaha dealer.
U3C6D1D0.book Page 15 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU22500 Remblokken achterrem DAU22580 Controleren van remvloeistofniveau 1 1 1 6 Controleer elk achterremblok op schade en meet de remvoeringsdikte. Als een remblok beschadigd is of als de remvoeringsdikte minder is dan 2 mm (0.08 in), vraag dan een Yamaha dealer de remblokken als set te vervangen. stofniveau moet het bovenvlak van het remvloeistofreservoir horizontaal staan.
U3C6D1D0.book Page 16 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Yamaha dealer om een inspectie als het remvloeistofniveau plotseling sterk is gedaald. DAUM1360 Verversen van remvloeistof Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof te verversen volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeeren onderhoudsschema. Laat bovendien de remslang eens in de vier jaar vervangen, of zodra deze lek is of beschadigd blijkt.
U3C6D1D0.book Page 17 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23172 Smeren van voor- en achterremhendels DAU23192 Middenbok controleren en smeren 1 ZAUM0061 6 De scharnierpunten van de voor- en achterremhendels moeten worden gesmeerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Aanbevolen smeermiddel: Siliconenvet ZAUM0455 1.
U3C6D1D0.book Page 18 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23272 DAU45511 Voorvork controleren Stuursysteem controleren De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt worden gecontroleerd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zijn.
U3C6D1D0.book Page 19 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23290 Controleren van wiellagers DAUM1403 Accu De voor- en achterwiellagers moeten worden gecontroleerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Als de wielnaaf speling vertoont of het wiel niet soepel draait, vraag dan een Yamaha dealer de wiellagers te controleren. 3. Controleer het elektrolytniveau in de accu. 1 UPPER LOWER + 2 ZAUM0106 1.
U3C6D1D0.book Page 20 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DWA10760 WAARSCHUWING ● Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om- dat het zwavelzuur bevat, een stof die ernstige brandwonden veroorzaakt. Vermijd contact met de huid, ogen of kleding en bescherm uw ogen altijd bij werkzaamheden nabij accu’s. Voer als volgt EERSTE HULP uit als er lichamelijk contact is geweest met elektrolyt. • UITWENDIG: Spoel overvloedig met water.
U3C6D1D0.book Page 21 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 3. Draai de contactsleutel naar “ ” en schakel de elektrische circuits in om te zien of de apparatuur werkt. 4. Als de zekering direct opnieuw doorbrandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren. DAUM2111 Koplampgloeilamp vervangen Vervang de koplampgloeilamp als volgt als deze is doorgebrand. DCA10670 LET OP Het is aan te bevelen dit werk uit te laten voeren door een Yamaha dealer. 1.
U3C6D1D0.book Page 22 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU24133 Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen 1. Verwijder de lamplens van het remlicht/achterlicht door de schroeven los te draaien. ZAUM0284 2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draaien. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fitting, druk deze in en draai rechtsom tot hij stuit. 4. Monteer de lamplens door de schroeven aan te brengen.
U3C6D1D0.book Page 23 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU25881 Problemen oplossen 6 Yamaha scooters ondergaan een grondige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, maar tijdens gebruik kunnen toch storingen optreden. Problemen in de brandstof-, compressie- of ontstekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van slecht starten of een afname in motorvermogen.
U3C6D1D0.
U3C6D1D0.book Page 25 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Oververhitte motor DWA10400 WAARSCHUWING ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER DAU26093 Verzorging De open constructie van een scooter maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan roestvorming en corrosie optreden, ook al zijn hoogwaardige componenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een scooter is dit echter nadelig voor de algehele aanblik.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER sporen achterblijven op de kuipruit. Als de kuipruit krasjes vertoont, breng dan na wassen een hoogwaardige polish voor gebruik op kunststof aan. Na normaal gebruik Verwijder vuil met warm water, een mild reinigingsmiddel en een zachte, schone spons en spoel dan grondig met schoon water. Gebruik een tandenborstel of flessenborstel voor moeilijk bereikbare plekken.
U3C6D1D0.book Page 3 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER ● Vermijd het gebruik van schurende poetsmiddelen, deze tasten de lak aan. OPMERKING ● Vraag een Yamaha dealer om advies over de te gebruiken producten. ● Door wassen, regenachtig weer of een vochtig klimaat kan de koplamplens beslagen raken. Inschakelen van de koplamp gedurende een korte periode zal helpen bij de verwijdering van het vocht.
U3C6D1D0.book Page 4 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER motor om schade of letsel door vonkvorming te voorkomen. [DWA10951] 5. 6. 7. 7 8. e. Haal de bougiedop los van de bougie en breng dan de bougie en de bougiedop weer aan. Smeer alle bedieningskabels en scharnierpunten van alle hendels en pedalen en van de zijstandaard/middenbok. Controleer de bandspanning en corrigeer deze indien nodig en breng dan de scooter omhoog zodat beide wielen los van de grond zijn.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM SPECIFICATIES Afmetingen: Totale lengte: 1818 mm (71.6 in) Totale breedte: 719 mm (28.3 in) Totale hoogte: 1170 mm (46.1 in) Zadelhoogte: 828 mm (32.6 in) Wielbasis: 1256 mm (49.4 in) Grondspeling: 148 mm (5.83 in) Kleinste draaicirkel: 1800 mm (70.9 in) Gewicht: Incl. olie en brandstof: 97.0 kg (214 lb) Motor: Type motor: Vloeistofgekoeld, 2-takt Cilinderopstelling: 1-cilinder, vooroverhellend Slagvolume: 49.0 cm³ Boring × slag: 40.0 × 39.2 mm (1.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM SPECIFICATIES Fabrikant/model: MICHELIN / PILOT SPORT Fabrikant/model: PIRELLI / EVO21 Achterband: Type: Tubeless Maat: 140/60-13 57L (MICHELIN), 53P (PIRELLI) Fabrikant/model: MICHELIN / PILOT SPORT Fabrikant/model: PIRELLI / EVO22 Belading: Maximale belasting: 180 kg (397 lb) (Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage en accessoires) Bandenspanning (gemeten aan koude banden): 8 Gewichtsverdeling: 0–90 kg (0–198 lb) Voor: 150 kPa (1.
U3C6D1D0.book Page 3 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM SPECIFICATIES Controlelampje richtingaanwijzers: 12 V, 1.7 W × 1 Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur: 12 V, 1.7 W × 1 Zekeringen: Hoofdzekering: 7.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU26351 Identificatienummers DAU26381 Sleutelnummer Noteer het sleutelnummer, het voertuigidentificatienummer en de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze nummers heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw machine is gestolen. SLEUTELIDENTIFICATIE NUMMER: 1 1 ZAUM0070 VOERTUIGIDENTIFICATIE NUMMER: DAU26410 Voertuigidentificatienummer ZAUM0287 1. Sleutelnummer 1.
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM GEBRUIKERSINFORMATIE DAUM2540 Modelinformatiesticker 1 ZAUM0295 1. Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is aan de onderzijde van het bestuurderszadel bevestigd. (Zie pagina 3-9.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze informatie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
U3C6D1D0.book Page 1 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM INDEX A Aandachtspunten voor veilig rijden ......... 1-5 Accu ...................................................... 6-19 B Banden.................................................. 6-12 Bougie, controleren................................. 6-7 Brandstof................................................. 3-6 Brandstofniveaumeter............................. 3-4 Brandstofverbruik, tips voor een zuinig... 5-3 C Carburateur,afstellen ........................
U3C6D1D0.
YAMAHA MOTOR CO., LTD. PRINTED IN THE NETHERLANDS 2008.