Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM DAU46091 Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij de machine te blijven als deze wordt verkocht.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM INLEIDING DAU10114 Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de NS50F profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw NS50F.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10134 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAUM2152 NS50F HANDLEIDING ©2013 door MBK INDUSTRIE 1e uitgave, mei 2013 Alle rechten voorbehouden Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van MBK INDUSTRIE is uitdrukkelijk verboden. Gedrukt in Nederland.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE.............. 1-1 Andere aandachtspunten voor veilig rijden .................................. 1-5 BESCHRIJVING ................................ 2-1 Aanzicht linkerzijde......................... 2-1 Aanzicht rechterzijde ...................... 2-2 Bedieningen en instrumenten......... 2-3 WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN .............................. 3-1 Contactslot/stuurslot......................
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM INHOUDSOPGAVE Storingzoekschema’s ....................6-31 VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER ....................................7-1 Matkleur, let op ...............................7-1 Verzorging .......................................7-1 Stalling.............................................7-3 SPECIFICATIES.................................8-1 GEBRUIKERSINFORMATIE..............9-1 Identificatienummers .......................
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VEILIGHEIDSINFORMATIE DAUT1019 1 Wees een verantwoordelijke eigenaar Als eigenaar van de machine bent u verantwoordelijk voor de veilige en juiste bediening ervan. Scooters zijn tweewielige voertuigen. Voor een veilig gebruik zijn de toepassing van de juiste rijtechnieken en de ervaring van de bestuurder van belang. Elke bestuurder moet bekend zijn met de volgende vereisten alvorens met deze scooter te gaan rijden.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VEILIGHEIDSINFORMATIE • Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met uw beperkingen helpt u ongelukken voorkomen. • We raden aan om het scooterrijden te oefenen op plekken waar geen verkeer is, totdat u grondig bekend bent met de scooter en zijn bediening. Ongelukken worden vaak veroorzaakt door een fout van de scooterbestuurder.
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos, smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het koolmonoxideniveau kan zeer snel oplopen, waardoor u het bewustzijn kunt verliezen en uzelf niet meer kunt redden. In afgesloten of slecht geventileerde ruimtes kunnen dodelijke hoeveelheden koolmonoxide dagenlang blijven hangen.
U1GBD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VEILIGHEIDSINFORMATIE soires die niet door Yamaha zijn verkocht of wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn aangeraden niet goedkeuren of aanbevelen, zelfs niet als deze zijn verkocht en geenstalleerd door een Yamaha dealer.
U1GBD0D0.book Page 5 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 Zorg dat het voorwiel recht naar voren wijst op de aanhanger of de laadvloer en zet het wiel vast in een goot om beweging te voorkomen. Zet de scooter vast met spanbanden of andere geschikte banden aan stevige delen van de scooter, zoals het frame of de bovenste voorvorkklem (en niet aan, bijvoorbeeld, het stuur, de richtingaanwijzers of onderdelen die kunnen afbreken).
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM BESCHRIJVING DAU10411 Aanzicht linkerzijde 1 3 4 2 5 2 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM BESCHRIJVING DAU10421 Aanzicht rechterzijde 1 2 3 4 2 9 8 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 6 5 9.
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM BESCHRIJVING DAU10431 Bedieningen en instrumenten 1 2 4 3 5 6 2 1. 2. 3. 4. 5. 6.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU10462 DAU47792 (uit) Alle elektrische systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitgenomen. Contactslot/stuurslot DWA15351 WAARSCHUWING Draai de sleutel onder het rijden nooit naar “ ” of “ ”. Hierdoor worden de elektrische systemen uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden tot verlies van de controle of een ongeval.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU49394 Controle- en waarschuwingslampjes 2 3 OIL CHAN GE 1 4 ZAUM1062 1. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ” 2. Controlelampje grootlicht “ ” 3. Controlelampje richtingaanwijzers “ 4. Waarschuwingslampje brandstofniveau “ ” 5.
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Als het waarschuwingslampje niet oplicht wanneer u de sleutel naar “ ” draait, of als het waarschuwingslampje blijft branden, laat het elektrisch circuit dan controleren door een Yamaha-dealer. DAUM3130 Multifunctioneel display 5 6 Alle LCD-segmenten en waarschuwingslampjes lichten op en doven dan weer.
U1GBD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN Vergeet niet de sleutel naar “ ” te draaien voordat u de “RESET/SELECT”-toets gebruikt. Alleen voor Groot-Brittannië: Om te wisselen tussen de kilometer- en mijlenweergave van de snelheidsmeter en kilometerteller/ritteller houdt u de “RESET/SELECT”-toets ten minste acht seconden ingedrukt met het contactslot op “ ”. De klok op tijd zetten: 1.
U1GBD0D0.book Page 5 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN OIL CHAN GE telkens na 3000 km (1800 mi) branden, om zo aan te geven dat het tijd is om de motorolie te verversen. (Zie pagina 6-10.) OIL CHAN GE RESET/ SELECT RESET/ SELECT RESET/ SELECT 3 ZAUM1066 ZAUM0915 Om een ritteller terug te stellen, selecteert u deze door op de “RESET/SELECT”-toets te drukken, deze los te laten en daarna de toets ten minste drie seconden ingedrukt te houden.
U1GBD0D0.book Page 6 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU1234E DAU12401 Dimlichtschakelaar “ / ” Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht en op “ ” voor dimlicht. Stuurschakelaars OIL CHAN GE Links DAU12461 Richtingaanwijzerschakelaar “ / ” Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar rechts aan te geven. Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar links aan te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand.
U1GBD0D0.book Page 7 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAU12902 Voorremhendel DAU12952 Achterremhendel 1 DAUM3261 Tankdop 1 3 1 ZAUM0791 ZAUM1068 ZAUM0085 1. Voorremhendel 1. Achterremhendel 1. Tankdop De voorremhendel bevindt zich aan de rechterzijde van het stuur. Trek deze hendel naar de gasgreep toe om de voorrem te bekrachtigen. De achterremhendel bevindt zich aan de linkerzijde van het stuur.
U1GBD0D0.book Page 8 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN terechtkomt, was deze dan af met water en zeep. Als u benzine op uw kleding morst, trek dan andere kleding aan. DAU13222 Brandstof 1 Controleer of er voldoende brandstof in de brandstoftank aanwezig is. 2 DWA10882 WAARSCHUWING Benzine en benzinedampen zijn zeer brandbaar. Volg de onderstaande instructies om brand en ontploffing te voorkomen en het letselrisico tijdens het tanken te verlagen. 1.
U1GBD0D0.book Page 9 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN 3 loodvrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskosten beperkt. Gasohol Er bestaan twee typen gasohol: gasohol met ethanol en gasohol met methanol. Gasohol met ethanol kan worden gebruikt, mits het ethanolgehalte niet hoger is dan 10% (E10).
U1GBD0D0.book Page 10 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAUM3140 Kickstarter DAUM2831 Zadels 1 1 2 3 ZAUM0943 1. Openen. ZAUM1069 1. Kickstartpedaal Als de motor na indrukken van de startknop niet wil starten, probeer dan m.b.v. de kickstarter te starten. Trap om de motor te starten het kickstartpedaal licht omlaag totdat de tandwielen aangrijpen en trap het pedaal dan soepel maar krachtig omlaag. ZAUM0926 1. Duozadel 2.
U1GBD0D0.book Page 11 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN DAUM2801 Opbergcompartiment 1 1 1 3 ZAUM1070 1. Duozadel ZAUM0925 1. Bestuurderszadel ZAUM0927 Sluiten van het duozadel 1. Klap het duozadel omlaag en druk het vervolgens aan om het te vergrendelen. 2. Neem de sleutel uit het contactslot als de scooter onbeheerd wordt achtergelaten. Sluiten van het bestuurderszadel 1. Klap het bestuurderszadel omlaag. 2. Sluit het duozadel. 1.
U1GBD0D0.book Page 12 Monday, July 15, 2013 2:21 PM WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN er geen etenswaren of voorwerpen in die slecht tegen warmte kunnen of die ontvlambaar zijn. Stop natte voorwerpen in een plastic zak alvorens deze in het opbergcompartiment mee te nemen om te voorkomen dat het vocht zich door het opbergcompartiment verspreidt.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN DAU15598 Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding. DWA11152 WAARSCHUWING Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN ITEM CONTROLES PAGINA Achterrem • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. • Vervang indien nodig. • Controleer het vloeistofniveau in het reservoir. • Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15952 DAUM3150 DAUM3161 Starten van een koude motor Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door om u vertrouwd te maken met alle bedieningselementen. Als u de werking van een functie of bedieningselement niet begrijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uitleg.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 3. Start de motor door de startknop in te drukken terwijl de voor- of achterrem wordt bekrachtigd. Als de motor niet wil starten, laat dan de startknop los, wacht een paar seconden en probeer het dan opnieuw. Iedere startpoging moet zo kort mogelijk duren om de accu te sparen. Laat de startmotor nooit langer dan 5 seconden achtereen draaien. Probeer de kickstarter als de motor niet via de startmotor wil aanslaan.
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16794 Remmen Voor DAU16821 Tips voor een zuinig brandstofverbruik DWA10301 WAARSCHUWING 5 Vermijd hard en abrupt remmen (met name wanneer u naar één kant overhelt). De scooter zou namelijk kunnen slippen of omvallen. Spoorwegovergangen, tramrails, ijzeren platen gebruikt in de wegenbouw en putdeksels worden in natte toestand zeer glad.
U1GBD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 2:21 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16831 Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur van het motorblok is de tijd tussen 0 en 1000 km (600 mi). Lees daarom de volgende informatie aandachtig door. Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi) niet te zwaar worden belast. De verschillende onderdelen van de motor slijten op elkaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17245 DWA15123 DAU17303 WAARSCHUWING 6 Door periodiek inspecties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft. De eigenaar/bestuurder van de machine is verplicht de optimale veiligheid te waarborgen. Op de volgende pagina’s wordt de belangrijkste informatie met betrekking tot inspecties, afstellingen en smeerbeurten gegeven.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU46872 OPMERKING De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht. Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU1771A Algemeen smeer- en onderhoudsschema NR. ITEM 1 * Luchtfilterelement 2 Aftapslang luchtfilter 3 * Accu 4 * Voorrem CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND 1000 km (600 mi) • Vervangen. • Reinigen. √ • Controleer het vloeistofniveau en de soortelijke massa. • Controleer of de ontluchtingsslang correct is geplaatst.
U1GBD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND 6000 km (3500 mi) 12000 km (7000 mi) 18000 km (10500 mi) 24000 km (14000 mi) JAARLIJKSE CONTROLE 9 * Banden • Controleer op slijtage en beschadigingen. • Vervang indien nodig. • Controleer de bandspanning. • Corrigeer indien nodig. √ √ √ √ √ 10 * Wiellagers • Controleer op speling of beschadigingen. √ √ √ √ √ √ √ √ NR.
U1GBD0D0.book Page 5 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT • Verversen. (Zie pagina 3-2.) 18 Motorolie 1000 km (600 mi) √ 6000 km (3500 mi) • Reinigen. 20 * Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage. 6 Versnellingsbakolie √ √ √ • Verversen. √ √ • Vervangen. • Controleer de werking.
U1GBD0D0.book Page 6 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM2071 OPMERKING Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt. Hydraulisch remsysteem • Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij. • Ververs de remvloeistof elke twee jaar. • De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U1GBD0D0.book Page 7 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18742 1 Verwijderen en aanbrengen van het stroomlijn- en framepaneel Bij het uitvoeren van sommige in dit hoofdstuk beschreven onderhoudswerkzaamheden moeten het afgebeelde stroomlijnpaneel en framepaneel worden verwijderd. Neem deze paragraaf telkens door wanneer het stroomlijn- of framepaneel moet worden verwijderd of aangebracht. 6 1 ZAUM0271 ZAUM1072 1. Schroef 1. Schroef 2.
U1GBD0D0.book Page 8 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM3251 De bougie controleren De bougie is een belangrijk motoronderdeel dat gemakkelijk te controleren is. Door hitte en aanslag slijten bougies op de lange duur. Daarom moeten bougies worden verwijderd en gecontroleerd volgens het periodieke onderhouds- en smeerschema. Bovendien kan aan het uiterlijk van de bougie de conditie van de motor worden afgelezen. De bougie verwijderen 1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-7.
U1GBD0D0.book Page 9 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Voorgeschreven bougie: NGK/CR7E De bougie monteren 1. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand indien nodig af volgens de specificatie. 1 6 ZAUM0037 1. Elektrodenafstand Elektrodenafstand: 0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in) 2. Reinig het oppervlak van de bougiepakking en het pasvlak en verwijder eventueel vuil uit de schroefdraad van de bougie. 3.
U1GBD0D0.book Page 10 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM3170 Motorolie en olie-aanzuigzeef Vóór iedere rit moet het motorolieniveau worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de olie-aanzuigzeef worden gereinigd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. 3.
U1GBD0D0.book Page 11 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Aanhaalmoment: Olieaftapplug A: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf) Olieaftapplug B: 32 Nm (3.2 m·kgf, 23 ft·lbf) 8. Vul bij met de voorgeschreven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie, breng dan de olievuldop aan en zet deze vast. 1. 2. 3. 4. 6 Olieaftapplug B Aanzuigzeef Drukveer O-ring 4. Reinig de olie-aanzuigzeef in oplosmiddel, controleer hem op schade en vervang indien nodig. 5.
U1GBD0D0.book Page 12 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 2. Laat de toets los. De indicator olieverversing zal nu uitgaan. DAUT1562 Eindoverbrengingsolie Het eindoverbrengingshuis moet voor elke rit worden gecontroleerd op olielekkage. In geval van lekkage dient u de scooter door een Yamaha dealer te laten nakijken en repareren. Bovendien dient de eindoverbrengingsolie als volgt te worden ververst op de tijdstippen vermeld in het periodieke onderhouds- en smeerschema. 1.
U1GBD0D0.book Page 13 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 7. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lekkage naar de oorzaak. DAU20071 Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau worden gecontroleerd. Ook moet de koelvloeistof worden ververst volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. DAUM3180 Controleren van het koelvloeistofniveau 1.
U1GBD0D0.book Page 14 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN zo snel mogelijk door koelvloeistof, anders is het systeem niet beschermd tegen vorst en corrosie. Als er water aan de koelvloeistof is toegevoegd, laat dan een Yamaha dealer zo snel mogelijk het antivriesgehalte van de koelvloeistof controleren om te voorkomen dat de effectiviteit van de koelvloeistof afneemt.
U1GBD0D0.book Page 15 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 3. Breng een nieuw luchtfilterelement aan in het luchtfilterhuis zoals getoond. LET OP: Zorg ervoor dat het filterelement goed aanligt in het luchtfilterhuis. Laat de motor nooit draaien met het luchtfilterelement uitgenomen, hierdoor kunnen de zuiger(s) en/of cilinder(s) overmatig versleten raken. [DCA10482] 4. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen. 6 Reinigen van de luchtfilteraftapslang 1.
U1GBD0D0.book Page 16 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21877 Banden Banden zijn het enige contact tussen de machine en het wegdek. Veiligheid onder alle rijomstandigheden hangt af van een relatief klein contactoppervlak met het wegdek. Het is daarom essentieel om de banden te allen tijde in een goede conditie te houden en deze op tijd te vervangen door de voorgeschreven banden.
U1GBD0D0.book Page 17 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Minimale bandprofieldiepte (voor en achter): 1.6 mm (0.06 in) OPMERKING De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is voor diverse landen verschillend. Neem altijd de lokale voorschriften in acht. 6 Bandeninformatie Dit model is uitgerust met tubeless banden. Banden verouderen, zelfs als ze niet of slechts sporadisch zijn gebruikt.
U1GBD0D0.book Page 18 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU21963 Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven wielen op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw voertuig. Voor elke rit moeten de velgranden worden gecontroleerd op scheurtjes, verbuiging, kromheid of andere schade. Laat in geval van schade het wiel door een Yamaha dealer vervangen. Probeer het wiel nooit zelf te repareren, hoe klein de reparatie ook is.
U1GBD0D0.book Page 19 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU22393 Controleren van voor- en achterremblokken DAU22501 Remblokken achterrem De remblokken in de voor- en achterrem moeten worden gecontroleerd op slijtage volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. DAU22582 Controleren van remvloeistofniveau 1 Controleer alvorens te gaan rijden of de remvloeistof boven de merkstreep voor minimumniveau staat.
U1GBD0D0.book Page 20 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Gebruik uitsluitend de aanbevolen remvloeistof, anders kunnen de rubberafdichtingen beschadigd raken met lekkage tot gevolg. Vul bij met hetzelfde type remvloeistof. Toevoeging van een ander type remvloeistof dan DOT 4 kan resulteren in een schadelijke chemische reactie. Pas op en zorg dat tijdens bijvullen geen water het remvloeistofreservoir kan binnendringen.
U1GBD0D0.book Page 21 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM1361 6 DAU23098 Remvloeistof verversen Kabels controleren en smeren Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof te verversen volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeeren onderhoudsschema. Laat bovendien de remslang eens in de vier jaar vervangen, of zodra deze lek of beschadigd is.
U1GBD0D0.book Page 22 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23173 Smeren van voor- en achterremhendels Aanbevolen smeermiddel: Siliconenvet DAU23193 Middenbok controleren en smeren Voorremhendel 1 ZAUM0455 1. Middenbok ZAUM1094 De werking van de middenbok moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en de scharnierpunten en de metaal-opmetaal contactvlakken moeten indien nodig worden gesmeerd.
U1GBD0D0.book Page 23 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Aanbevolen smeermiddel: Lithiumvet DAU23273 Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt worden gecontroleerd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Om de conditie te controleren Controleer de binnenste vorkbuizen op krassen, beschadigingen en overmatige olielekkage. ZAUM0932 DCA10591 6 Om de werking te controleren 1.
U1GBD0D0.book Page 24 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU45512 Stuursysteem controleren DAU23292 Controleren van wiellagers DAUM3280 Accu Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zijn. De werking van het stuursysteem moet als volgt worden gecontroleerd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Zet de machine op de middenbok.
U1GBD0D0.book Page 25 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 2. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-7.) 3. Controleer het elektrolytniveau in de accu. 1 UPPER LOWER + 2 ZAUM0106 1. Merkstreep maximumniveau 2. Merkstreep minimumniveau 6 OPMERKING Het elektrolytniveau moet tussen de merkstrepen voor minimum- en maximumniveau staan. 4. Als de elektrolyt bij of beneden de merkstreep voor minimumniveau staat, vul dan gedistilleerd water bij tot de merkstreep voor maximumniveau.
U1GBD0D0.book Page 26 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN gekneld is. LET OP: Als het ontluchtingsslangetje zo wordt geplaatst dat het frame wordt blootgesteld aan elektrolyt of gas uit de accu, kan externe en structurele schade aan het frame ontstaan. [DCA10602] DAUM3270 De zekering vervangen deren en plaatsen van de hoofdzekering het contactslot drie keer van “ ” naar “ ” met tussenpozen van drie seconden om het stationairregelsysteem te initialiseren.
U1GBD0D0.book Page 27 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUS1403 Koplampgloeilamp vervangen Vervang de koplampgloeilamp als volgt als deze is doorgebrand. DCA10651 LET OP 6 Pas op en zorg dat de volgende onderdelen niet worden beschadigd: Koplampgloeilamp Raak het glas van de koplampgloeilamp niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan de doorzichtigheid van het glas, de lichtintensiteit en de levensduur nadelig worden beïnvloed.
U1GBD0D0.book Page 28 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 10. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te stellen. DAU24134 Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen 1. Verwijder de lamplens van het remlicht/achterlicht door de schroeven los te draaien. DAU24205 Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtingaanwijzer door de schroeven te verwijderen. ZAUM0938 ZAUM0937 2.
U1GBD0D0.book Page 29 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fitting, druk deze in en draai rechtsom tot hij stuit. 4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de schroef niet te vast, hierdoor kan de lens breken. [DCA11192] DAU45465 DAU24331 Kentekenverlichting Als de kentekenverlichting niet gaat branden, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch circuit te testen of vervang de gloeilamp.
U1GBD0D0.book Page 30 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU25882 Problemen oplossen 1. Parkeerlichtgloeilamp 5. Steek een nieuwe gloeilamp in de fitting. 6. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te drukken. 7. Breng het stroomlijnpaneel aan. Yamaha scooters ondergaan een grondige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, maar tijdens gebruik kunnen toch storingen optreden.
U1GBD0D0.book Page 31 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAUM3290 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor 1. Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. Er is voldoende brandstof aanwezig. Controleer de accu. Er is geen brandstof aanwezig. Vul brandstof bij. De motor start niet. Controleer de accu. 2. Accu De motor draait snel rond. De accu is in orde. De motor draait langzaam rond.
U1GBD0D0.book Page 32 Monday, July 15, 2013 2:21 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Oververhitte motor DWAT1041 WAARSCHUWING Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER DAU37834 Matkleur, let op DCA15193 LET OP Sommige modellen zijn uitgerust met matkleurige onderdelen. Raadpleeg een Yamaha dealer voor advies over wat voor producten gebruikt moeten worden om het voertuig te reinigen. Het gebruik van een borsteltje, chemische producten of reinigingsmiddelen tijdens het reinigen van deze onderdelen kan het oppervlak bekrassen of beschadigen.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER Gebruik geen bijtende chemische reinigingsmiddelen op kunststof delen. Vermijd het gebruik van doeken of sponzen die in contact zijn geweest met bijtende of schurende reinigingsmiddelen, oplosmiddelen of thinner, brandstof (benzine), roestverwijderingsmiddelen of corrosieremmers, remvloeistof, antivries of elektrolyt.
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 7 2. Gebruik een chroompolish om verchroomde, aluminium en roestvrijstalen delen te doen glanzen, ook het uitlaatsysteem. (Zelfs thermische verkleuringen op roestvrijstalen uitlaatsystemen kunnen door oppoetsen worden verwijderd.) 3. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel aan te brengen op alle metalen delen, ook op verchroomde en vernikkelde componenten, om zo corrosie te voorkomen. 4.
U1GBD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 2:21 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 2. Vul de brandstoftank en voeg een stabilisatoradditief (indien verkrijgbaar) toe om roestvorming in de tank en achteruitgang van de brandstof te voorkomen. 3. Voer de volgende stappen uit om de cilinder, de zuigerveren etc. te beschermen tegen corrosie. a. Verwijder de bougiedop en de bougie. b. Giet een theelepel motorolie in het bougiegat. c.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM SPECIFICATIES Afmetingen: Totale lengte: 1876 mm (73.9 in) Totale breedte: 706 mm (27.8 in) Totale hoogte: 1154 mm (45.4 in) Zadelhoogte: 817 mm (32.2 in) Wielbasis: 1274 mm (50.2 in) Grondspeling: 118 mm (4.65 in) Kleinste draaicirkel: 2000 mm (78.7 in) Gewicht: Rijklaar gewicht: 97 kg (214 lb) Motor: 8 Type motor: Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC Cilinderopstelling: 1-cilinder Slagvolume: 49 cm³ Boring × slag: 38.0 × 43.5 mm (1.50 × 1.
U1GBD0D0.book Page 2 Monday, July 15, 2013 2:21 PM SPECIFICATIES Chassis: Type frame: Underbone Spoorhoek: 27.00 graad Naspoor: 172 mm (6.
U1GBD0D0.book Page 3 Monday, July 15, 2013 2:21 PM SPECIFICATIES Koplamp: Type gloeilamp: Halogeenlamp Gloeilampen voltage, wattage × aantal: 8 Koplamp: 12 V, 35.0 W/35.0 W × 1 Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 1 Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2 Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2 Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 1 (CHE) Kentekenverlichting: 12 V, 5.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU48613 Identificatienummers Noteer het voertuigidentificatienummer en de gegevens op de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze gegevens heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen. DAU26411 Voertuigidentificatienummer DAUM2811 Modelinformatiesticker 1 1 VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: ZAUM1077 ZAUM0287 MODELINFORMATIESTICKER: 1.
U1GBD0D0.book Page 1 Monday, July 15, 2013 2:21 PM INDEX A Aandachtspunten voor veilig rijden ........1-5 Accu......................................................6-24 B Banden .................................................6-16 Bougie, controleren ................................6-8 Brandstof ................................................3-8 Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ....................................................5-3 C Claxonschakelaar ...................................
U1GBD0D0.
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing MBK Industrie Z.I. de Rouvroy 02100 Saint Quentin PRINTED IN THE NETHERLANDS 2013.