Gebruikershandleiding L50/L50D/S50/S50D/S50t/ S50Dt/P50/P50t
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1 Voorschriften ......................................................................................... 1-2 Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................... 1-8 Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit ......................................... 1-8 ENERGY STAR®-programma .............................................................
Geheugenmedia .................................................................................. 4-34 Extern beeldscherm ............................................................................ 4-38 Beveiligingsslot ................................................................................... 4-41 Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-42 Geluidssysteem en videomodus .......................................................
Hoofdstuk 1 TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid met betrekking tot TOSHIBA-computers. Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken Copyright ©2013 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA.
Handelsmerken Intel, Intel SpeedStep, het logo van de Intel-antidiefstaltechnologie, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation. Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het Bluetooth®-woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Toshiba Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen: Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv. Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten aan. Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur. Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B mogen op deze apparatuur worden aangesloten.
EU-verklaring van overeenstemming Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GMBH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-teg.com.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen zijn onder andere: storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid; storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
De volgende informatie is alleen van toepassing voor lidstaten van de EU: Afvalverwerking van producten Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum. De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13 augustus 2005.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig. REACH - Verklaring van overeenstemming De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
2. 3. 4. 5. 6. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij de herdistributie worden vermeld. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze software worden vermeld, moet de volgende kennisgeving worden weergegeven: 'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit. (http://www.
Oorspronkelijke SSLeay-licentie ---------------------------------/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) Alle rechten voorbehouden. Dit pakket is een SSL-implementatie geschreven door Eric Young (eay@cryptsoft.com). De implementatie is geschreven conform de SSL van Netscape. Deze bibliotheek is gratis voor commercieel en niet-commercieel gebruik, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDEN AFGEWEZEN.
ENERGY STAR®-programma Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, hieraan voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing. TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STARprogramma van de Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center. Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling. Probeer de kast niet te openen.
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken. Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren. Letsel door verhitting Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden.
De computer verplaatsen Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken. Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst. Schakel de computer uit (afsluiten). Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer te verplaatsen. Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel. Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Hoofdstuk 2 Aan de slag Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan. Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd. Controlelijst van apparatuur Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Klikken met de rechtermuisknop Klik eenmaal op de rechter touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de rechtermuisknop. Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger staan (alleen voor modellen met een aanraakscherm). Dubbelklikken Tik tweemaal op het touchpad of klik tweemaal op de linker touchpadbesturingsknop. Klik tweemaal met de linkermuisknop. Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen voor modellen met een aanraakscherm).
De netadapter aansluiten Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om aan de slag te gaan, omdat de accu eerst moet worden opgeladen voordat u het apparaat hiermee van stroom kunt voorzien. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen. Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig oppervlak. Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies. 1.
Het beeldscherm openen Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak. Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is. Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen 1 1. Beeldscherm De vormgeving van het product verschilt per model. Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm). Het apparaat inschakelen In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet. Het aan/ uit-lampje geeft de status aan.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden door wanneer deze worden weergegeven. Het apparaat uitschakelen U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand. Afsluitmodus Wanneer u het apparaat uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven. 1. 2. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
Druk tegelijk op CTRL, ALT en DEL (eenmaal) om het menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw starten onder Opties voor afsluiten. Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald. Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer. Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via Energiebeheer.
Sluimerstand De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand. Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen.
1. 2. 3. 4. Klik op Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Als ik op de aan/ uit-knop druk en Als ik het scherm sluit. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Hoofdstuk 3 Rondleiding In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt. Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over niet-toepasselijke pictogrammen. Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het oppervlak te voorkomen.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer aanstaat. Als u de computer echter in de slaapstand zet, knippert dit lampje wit. Lampje voor draadloze communicatie Het lampje voor draadloze communicatie brandt oranje wanneer de functies voor Bluetooth of draadloos LAN zijn ingeschakeld. Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). Sommige modellen zijn uitgerust met Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg Basisbeginselen voor meer informatie. Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer 1 2 3 4 5 1. Hoofdtelefoonaansluiting 2. Microfoonaansluiting 3. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 4. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 6 7 8 5. HDMI-uit-poort 6. Poort voor externe RGB-monitor 7. Luchtopeningen 8. Sleuf beveiligingsslot De vormgeving van het product verschilt per model. Hoofdtelefoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Poort voor externe RGB-monitor Dit is een 15-pins analoge RGB-poort. Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort voor externe RGB-monitor voor informatie over de pintoewijzing van de poort voor een externe RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe RGB-monitor op de computer aansluiten. Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de processor voorkomen.
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer 1 2 1 3 1 2 1 3 1. Luchtopeningen 3. Gaatje voor gedwongen afsluiten 2. Sleuf voor geheugenmodule De vormgeving van het product verschilt per model. Sleuf voor geheugenmodule In deze sleuven kunt u een extra geheugenmodule plaatsen, vervangen en verwijderen. De grootte van de geheugenmodules is afhankelijk van het model. De daadwerkelijke hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Verwijder het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met een zachte doek. Gaatje voor gedwongen afsluiten Steek een dun voorwerp, zoals een naald, in dit gaatje om de computer af te sluiten wanneer het systeem is vastgelopen. Voorkant met geopend beeldscherm In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-6 De voorkant van de computer met geopend beeldscherm 3 1 4 5 2 9 7 6 10 9 7 15 11 13 8 12 14 3 1 4 5 2 9 7 6 10 9 7 15 11 13 8 12 14 1. Antennes voor draadloze communicatie (niet zichtbaar)* 2. Microfoon 3. Webcamlampje 4. Webcam 5. Microfoon 6. Beeldscherm 7. Beeldschermscharnieren 9. Luidsprekers 10. Aan/uit-knop 11. Touchpad 12. Touchpadbesturingsknop 13. Touchpadbesturingsknop 14. Aan/uit-lampje voor touchpad 15.
Antennes voor draad- Sommige computers in deze serie worden loze communicatie geleverd met een antenne voor draadloos LAN/ Bluetooth. Wettelijke voetnoot (draadloos LAN) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over draadloos LAN. Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor uw toepassing importeren en opnemen. Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor meer informatie. Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam wordt gebruikt.
Beeldschermscharnieren Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand zetten. Toetsenbord Het toetsenbord van de computer bevat tekentoetsen, besturingstoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden van een volledig toetsenbord. Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor meer informatie.
Detectiegebied voor NFC (Near Field Communication) NFC (Near Field Communication) maakt direct interactie mogelijk tussen personen en voorwerpen in de buurt van de computer. Met NFC kunnen snel ad-hoc verbindingen worden gemaakt tussen pc's of tussen een pc en een apparaat via een eenvoudige fysieke aanraking zonder dat beide vooraf moeten worden gekoppeld.
Hard Disk Drive (vaste schijf) De capaciteit van de vaste schijf is afhankelijk van het model. Als u wilt controleren welk type vaste schijf uw model bevat, opent u PC-diagnoseprogramma door te klikken op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning en herstel -> PCdiagnoseprogramma. Houd er rekening mee dat een deel van de ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Beeldschermcontroller De beeldschermcontroller zet softwareopdrachten om in hardware-opdrachten die bepaalde elementen op het scherm in- of uitschakelen. De schermcontroller bestuurt tevens de videomodus en bepaalt de schermresolutie en het maximum aantal kleuren dat tegelijk op het beeldscherm kan worden weergegeven op basis van industriestandaards. Software die voor een bepaalde videomodus is geschreven, kan worden gebruikt op elke computer die deze modus ondersteunt.
Wanneer u bepaalde videoafspeelprogramma's gebruikt om videobestanden af te spelen, kunt u de grafische processor van uw voorkeur op het tabblad 'Program Settings' (Programma-instellingen) niet wijzigen in een andere optie dan 'Integrated Graphics' (Geïntegreerde grafische kaart). U opent het tabblad 'Program Settings' door te klikken op 'NVIDIA Control Panel' -> 'Manage 3D settings' (3D-instellingen beheren) -> 'Program Settings'.
In het regelpaneel Intel® HD Graphics: 1. 2. 3. Klik op Power (Voeding) en selecteer On battery (Op accu). Klik op Off (Uit) onder Display Power Saving Technology (Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen). Klik op Toepassen.. Als u deze functie onder de bovengenoemde voorwaarden wilt inschakelen, klikt u op On (aan) onder Display Power Saving Technology. In het regelpaneel Intel® Graphics and Media: 1. 2. 3. 4. Klik op Power (Voeding).
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden Stroomvoorzieningsomstandigheden De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden, bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en wat het ladingsniveau van de accu is. Het lampje in de volgende tabel is het DC IN-/acculampje.
Knipperend oranje De energiestatus van de accu is laag, de netadapter moet worden aangesloten om de accu op te laden. Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu wordt opgeladen. Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu volledig is opgeladen. Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit. Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet en gaat het DC IN-/acculampje uit.
Hoofdstuk 4 Basisbeginselen In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen. Het touchscreen gebruiken Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen. Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen. Tikken Tik eenvoudig met uw vinger op het touchscreen om te werken met items op het scherm.
Tikken Tik eenvoudig met uw vinger op het touchpad om te werken met items op het scherm. (Vergelijkbar met klikken met de linkermuisknop) Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee zoomt u zichtbaar in of uit. Schuiven met twee vingers Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of horizontaal vanaf elke positie op het touchpad. Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster bedienen.
Afbeelding 4-1 Toetslampjes 2 1 1. CAPS LOCK-lampje 2. NUM LOCK-lampje CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen. NUM LOCK Wanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken om cijfers in te voeren. Functietoets De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het toetsenbord. De geprogrammeerde functies kunnen worden uitgevoerd in een van de volgende twee modi.
Speciale functiemodus Standaard F1F12-modus Functie F3 FN + F3 Hiermee verhoogt u stapsgewijs de helderheid van het computerscherm. F4 FN + F4 Wijzigt het actieve beeldscherm. Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van het interne beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het externe scherm. F5 FN + F5 Schakelt het touchpad in of uit. F6 FN + F6 Hiermee spoelt u het medium achteruit. F7 FN + F7 Hiermee speelt u media af of pauzeert u de weergave.
Flash Cards Dankzij Flash Cards kunt u de functietoetsen gemakkelijk herkennen en gebruiken. Gewoonlijk zijn de Flash Cards niet zichtbaar. U activeert en gebruikt de Flash Cards door de volgende stappen uit te voeren: Standaard F1-F12-modus 1. Druk op de FN-toets en houd de toets ingedrukt. 2. Flash Cards worden standaard bovenaan op het scherm weergegeven. Druk op de functietoets of klik op de kaart van de gewenste functie. 3. De geselecteerde kaart met beschikbare opties wordt weergegeven.
ASCII-tekens genereren Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke ASCII-codes. 1. 2. 3. Houd de ALT-toets ingedrukt. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de numerieke toetsen. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm. Optische stations Er is mogelijk een DVD Super Multi-station, Blu-ray™-combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation (BDXL™) in de computer geïnstalleerd.
Schijfstations voor optische media gebruiken Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van programma's op een optische schijf. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Gebruik de DVD-afspeeltoepassing als u DVD-video's wilt bekijken. Voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van schijven raadpleegt u het gedeelte Schijven beschrijven. Voer de volgende stappen uit om schijven te laden: 1. 2.
3. Leg de schijf met het opschrift omhoog in de schijflade. Afbeelding 4-3 Een schijf plaatsen 1 1. Laserlens Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de computer de schijflade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat de schijf plat ligt. Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste uitlijning te voorkomen.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig opentrekt. 2. 3. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals worden beschreven. Blu-ray™-discs Een BD-R, BD-R DL, BD-R TL of BD-R QL kan slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd. Een BD-RE, BD-RE DL of BD-RE TL kan meer dan eenmaal worden beschreven. Schijven beschrijven De schrijfsoftware TOSHIBA Disc Creator wordt bij deze computer meegeleverd. Dit hulpprogramma kan worden gebruikt om gegevens te schrijven.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende winstderving of bedrijfsschade. Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten.
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of versie 1.2 Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 2x-, 4x- en 6x-speed media) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 2x-, 4x- en 6x-speed media) DVD+RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media) DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station): DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2 Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media) Hitachi Maxell, Ltd.
Vermijd de volgende handelingen: Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem. Gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik van een muis of touchpad of het sluiten/openen van het beeldscherm. Een communicatietoepassing starten. Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken of trillingen. Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals een geheugenkaart, USB-apparaat, externe monitor of een optisch digitaal apparaat.
U kunt de inhoud van een CD-ROM, CD-R of CD-RW niet naar een DVD-R, DVD-R DL of DVD-RW kopiëren met de functie 'Schijfbackup' van TOSHIBA Disc Creator. U kunt de inhoud van een CD-ROM, CD-R of CD-RW niet naar een , DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW kopiëren met de functie 'Schijfbackup' van TOSHIBA Disc Creator. U kunt de inhoud van een DVD-ROM, video-DVD, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW niet naar een CD-R of CD-RW kopiëren met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc Creator.
2. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de volgende twee stappen uit te voeren: Klik op de knop Opname-instellingen ( ) voor schrijven op de hoofdwerkbalk in de modus Gegevens-CD/DVD. 3. 4. 5. Selecteer Instellingen voor elke modus -> Gegevens-CD/DVD in het menu Instellingen. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking. Klik op OK.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave verstoren. Als u een video afspeelt op de accu, stelt u Energiebeheer in op 'Balans'. De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met TOSHIBA VIDEO PLAYER. De computer wordt niet automatisch in de sluimerstand, slaapstand of afsluitmodus gezet.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd. Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd. TOSHIBA VIDEO PLAYER starten Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten. 1. 2. Plaats een DVD-video in het optische station terwijl het besturingssysteem wordt uitgevoerd. Wanneer een DVD-video in het DVD-station wordt geplaatst (voor modellen met een DVD-station), kan TOSHIBA VIDEO PLAYER automatisch starten.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt. Aangezien de weergave van Blu-ray Discs™ werkt op basis van programma's die in de inhoud zijn ingebouwd, kunnen de werkwijze, schermen, geluidseffecten, pictogrammen en andere functies per schijf verschillen. Raadpleeg voor meer informatie over deze items de instructies bij de inhoud of neem rechtstreeks contact op met de fabrikant van de inhoud.
Dit product kan geen HD DVD-schijven afspelen. Voor HD-weergave zijn Blu-ray™-discs met high-definition inhoud vereist. Deze software kan alleen MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die zijn gemaakt met de toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op dezelfde computer. De weergave werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt. TOSHIBA Blu-ray Disc Player starten Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA Blu-ray Disc Player te starten.
De functie voor 3D-weergave ondersteunt de volgende resoluties: 1920x1080, 24 Hz en 1280x720, 60 Hz. Wijzig de schermresolutie in een van de bovenstaande resoluties voordat u de 3D-weergavefunctie gebruikt. Belangrijke veiligheidsinformatie over de 3D-functie Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of een onaangenaam gevoel krijgt. Kijk geen 3D-videobeelden als u last krijgt van stuiptrekkingen, een lichtgevoeligheidsreactie of hartklachten.
TOSHIBA VIDEO PLAYER is bedoeld om DVD-video-, DVD-VR- en videobestanden af te spelen en om 2D-homevideos's weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud die niet door de gebruiker is gemaakt, is mogelijk toestemming van derden nodig indien de inhoud wordt beschermd door het auteursrecht. TOSHIBA hecht veel waarde aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom benadrukt TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een manier die dergelijke rechten schendt.
Alleen de video-indelingen Side-by-Side en Interleave 3D worden ondersteund voor weergave van 3D-video-inhoud. Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA Blu-ray Disc Player De 3D-weergavefunctie kan 3D-video-inhoud en 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u hebt gemaakt (DVD of videobestand) afspelen in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De speler is bedoeld om DVD-video, DVD-VR en videobestanden af te spelen en om 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u zelf hebt gemaakt weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud die niet door de gebruiker is gemaakt, kan directe of indirecte toestemming van derden zijn vereist, indien dergelijke inhoud wordt beschermd door het auteursrecht, tenzij anders is toegestaan volgend de toepasselijke wetten. TOSHIBA hecht veel waarde aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten.
Ga recht voor het scherm zitten wanneer u 3D-videobeelden kijkt. Neem tussendoor regelmatig pauze. Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of ouder zijn. Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet beperken. Deze software biedt geen kinderslot voor 3D-videoweergave.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies. De RTC-batterij van de computer is een lithium-ion batterij en dient uitsluitend door uw dealer of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Opmerkingen over het opladen van de accu In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen: De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 35°C op te laden. De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele minuten aangesloten; hierna begint het opladen.
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt van het volgende: Processorsnelheid Helderheid van scherm Slaapstand Sluimerstand Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld Tijd waarna de vaste schijf wordt uitgeschakeld Hoe vaak en hoe lang u de vaste schijf en externe stations, zoals het optische station, gebruikt. Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accueenheid minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4. 4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN/Accu-lampje moet oranje branden om aan te geven dat de accu-eenheid wordt opgeladen.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken. Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger. De LAN-kabel aansluiten Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen: Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt. Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert of vasthoudt. Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een geheugenmodule installeert of verwijdert. Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door TOSHIBA. U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de volgende omstandigheden: a. De computer is ingeschakeld. b.
5. 6. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op. Afbeelding 4-6 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen 2 1 1. Schroef 2. Afdekplaatje geheugenmodule De vormgeving van het product verschilt per model.
7. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn met de geheugensleuf en plaats de voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt. Afbeelding 4-7 De geheugenmodule plaatsen 1 2 3 1 2 3 1. Inkeping 2. Sleuf B 3. Sleuf A De vormgeving van het product verschilt per model. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen.
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het met de schroef. Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit. Afbeelding 4-8 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen 1 2 1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef De vormgeving van het product verschilt per model. 9. Draai de computer om. 10. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan.
8. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer. Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules eerder aanraakt, kunt u zich branden. Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants). Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het logo van een SD-geheugenkaart is ( ). Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ). Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ). De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB. Formattering van geheugenmedia Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens. Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie. De schrijfbeveiliging Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging. SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXCgeheugenkaart) Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen. Geheugenmedia plaatsen De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media.
Geheugenmedia verwijderen De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te verwijderen: 1. 2. 3. 4. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk. Selecteer geheugenmedia. Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar voren komt. Pak de kaart vast en verwijder deze uit de sleuf.
Afbeelding 4-12 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGBmonitor 1 1. Poort voor externe RGB-monitor 2 2. RGB-kabel De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt. 2. Zet de externe monitor aan. Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Afbeelding 4-13 De HDMI-uit-poort aansluiten 1 1. HDMI-uit-poort 2 2. HDMI-kabel In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten of loskoppelen: Het systeem wordt opgestart. Het systeem wordt afgesloten. Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort, moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI. Wanneer u de HDMI-kabel loskoppelt en weer aansluit, dient u minstens 5 seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel weer aansluit.
Terwijl er communicatie plaatsvindt. HD-formaat selecteren Voer de onderstaande stappen uit om de weergavemodus te selecteren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Klik op Start -> Configuratiescherm. Klik op Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen. Klik op Beeldscherm. Klik op Beeldscherminstellingen wijzigen. Klik op Geavanceerde instellingen. Klik op Alle modi weergeven. Selecteer een van de volgende modi bij Alle modi weergeven.
Afbeelding 4-14 Beveiligingsslot 2 1 1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot Optionele TOSHIBA-accessoires U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-leverancier: Geheugenkit DDR3/DDR3L-1600/1866-geheugenmodules kunnen gemakkelijk in de computer worden geïnstalleerd.
1. 2. 3. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen. Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Basverbetering voor rijke lage frequenties Heldere hoge frequenties voor heldere details U opent het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma's -> DTS, Inc -> DTS Sound. Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http:// patents.dts.com. Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited. Videomodus De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster Schermresolutie.
Hoofdstuk 5 Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van bepaalde hulpprogramma's toegelicht. Hulpprogramma's en toepassingen In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's start. Raadpleeg indien van toepassing de online handleiding, de Helpbestanden of het bestand Leesmij.
Wanneer het systeem opstart in de modus Snel starten, gelden er enkele beperkingen voor de instellingen in BIOS Setup. Als u BIOS Setup wilt gebruiken, gebruik dan de modus Snel starten niet. Voer BIOS Setup uit nadat u Windows hebt afgesloten. Sluit alle actieve programma's voordat u de modus Snel starten gebruikt. Als u opstartverificatie (eenmalige aanmelding) hebt ingesteld op een model met vingerafdrukverificatie, is bij het aanmelden opnieuw een vingerafdruk (of wachtwoord) vereist.
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecostand'. In deze stand worden de prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de energiebesparing meetbaar. TOSHIBA eco Utility helpt het energieverbruik van de computer regelen. Verschillende soorten informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke mate u bijdraagt aan het milieu.
TOSHIBA-hulpprogramma Slaapstand Met dit hulpprogramma kunt u de volgende functies in- of uitschakelen: Slaapstand en laden: bij aansluiting op een USB -poort kunnen apparaten zoals digitale audiospelers worden opgeladen, zelfs als de computer stand-by of in de slaapstand of de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
TOSHIBA PC Health Monitor De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert diverse systeemfuncties, zoals stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling, en informeert u over belangrijke systeemomstandigheden. Deze toepassing herkent het serienummer van het systeem en van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke activiteiten bij met betrekking tot het gebruik ervan. Start het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning en herstel -> PC Health Monitor.
Systeem automatisch Met deze functie wordt het systeem automatisch in slaapstand/ in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of sluimerstand *1 hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer. Wachtwoord voor opstarten Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
De functie USBactivering Deze functie herstelt de computer uit de slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten die op de USB-poorten zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is aangesloten op een USB-poort, wordt de computer geactiveerd als u met een muisknop klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
De poort met het pictogram ( ) biedt de functie Slaapstand en laden. U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of draagbare digitale muziekspelers. De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USBspecificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
Slaapstand en muziek U kunt de luidspreker van uw computer gebruiken voor een draagbaar audio-apparaat, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld. De microfoonaansluiting met het pictogram ( Slaapstand en muziek.
Instellingen voor de stroomvoorzieningsmodus Uw pc biedt diverse oplaadmodi, zodat veel verschillende USB-apparaten worden ondersteund door de functie Slaapstand en laden. Automatische modus (standaard) is geschikt voor een groot aantal digitale audiospelers. U kunt echter alleen zeker weten welke modus geschikt is voor uw USBapparaat door het uit te proberen.
Niet geregistreerd Het wachtwoord wijzigen of verwijderen (standaardinstelling). Geregistreerd Het wachtwoord selecteren. Er verschijnt een venster waarin u het wachtwoord kunt instellen. U voert als volgt een gebruikerswachtwoord in: 1. Selecteer Geregistreerd om de volgende melding weer te geven: Wachtwoord invoeren: 2. 3. Voer een wachtwoord in. De tekenreeks die u invoert, wordt weergegeven als een reeks sterretjes. Klik op OK.
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen. Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven. De computer starten met een wachtwoord Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om de computer op te starten: Voer het wachtwoord handmatig in. Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de sluimertand of de opstartmodus. U hebt het niet nodig in de slaapstand en bij opnieuw starten.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster TOSHIBA HWSetup te sluiten. Sommige opties worden grijs weergegeven, zodat u de status ervan kunt controleren. Het venster TOSHIBA HWSetup kan de volgende tabbladen bevatten: Algemeen: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen Wachtwoord: hier kunt u het gebruikerswachtwoord voor opstarten instellen of wijzigen.
diverse apparaten). De opgeslagen gegevens nemen een klein deel van de totale ruimte van de vaste schijf in beslag, circa 10 MB of minder per jaar. Deze informatie wordt gebruikt om de systeemstatus te bepalen en een bericht over het effect hiervan op de prestaties van uw TOSHIBA-computer te tonen. De informatie kan ook worden gebruikt om een diagnose van problemen te stellen indien de computer onderhoud vereist door Toshiba of een door Toshiba erkende servicedienst.
Er wordt een bericht weergegeven als er wijzigingen worden gedetecteerd die de werking van het programma kunnen verstoren. Volg de aanwijzingen in het bericht op. De vasteschijfbeveiliging gebruiken Sommige modellen bevatten een functie die de kans op beschadiging van de vaste schijf verkleint. Via een ingebouwde sensor in de computer detecteert de vasteschijfbeveiliging trillingen, schokken en dergelijke en plaatst vervolgens automatisch de kop van de vaste schijf in de veilige stand.
Hulpprogramma's -> Vasteschijfbeveiliging. U kunt dit venster ook openen via het pictogram op de taakbalk of via het Configuratiescherm. Vasteschijfbeveiliging U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging in- of uitschakelen Deze functie werkt niet terwijl de computer wordt opgestart, in de slaapstand of de sluimerstand staat, overgaat naar de sluimerstand, wordt geactiveerd uit de sluimerstand of is uitgeschakeld. Stel de computer niet bloot aan trillingen of schokken terwijl deze functie is uitgeschakeld.
Deze functie kan op sommige modellen veel processorkracht en geheugen vereisen. De computer kan traag worden als u probeert andere toepassingen uit te voeren terwijl de 3D-viewer wordt weergegeven. De computer kan beschadigen als deze hard wordt geschud of wordt blootgesteld aan andere sterke schokken. Details U opent het venster Details door te klikken op de knop Details instellen in het venster Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging.
Ga hierbij als volgt te werk. Volg de aanwijzingen op het scherm. 1. 2. 3. 4. Zet de computer uit. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt. Het menu Geavanceerde opstartopties wordt weergegeven. Gebruik de pijltoetsen om Uw computer herstellen te selecteren en druk op Enter. Volg de aanwijzingen op het scherm. Raadpleeg de handleiding van Windows® voor meer informatie over systeembackups (met inbegrip van de backupfunctie voor systeemkopie).
Onthoud dat sommige van de schijfmedia mogelijk niet compatibel zijn met het optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt. Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren. 2. 3. 4. 5. Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem Windows op de gebruikelijke manier is opgestart vanaf de vaste schijf.
Als u al een herstelschijf hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie herstellen. Als u geen herstelschijf hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met de ondersteuning van TOSHIBA. De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het herstelschijfstation Een deel van de totale vasteschijfruimte is geconfigureerd als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen in geval van problemen.
Hoofdstuk 6 Problemen oplossen TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken, maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is. Het is raadzaam dat alle gebruikers kennis nemen van dit hoofdstuk omdat als zij weten wat er fout kan gaan, er bepaalde problemen kunnen worden vermeden.
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten veroorzaken. Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren op losse pinnen. Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn.
Software De problemen worden wellicht door uw software of schijfje veroorzaakt. Als u een softwarepakket niet kunt laden, is het medium of het programma misschien beschadigd. Probeer in dat geval een andere kopie van de software te laden. Als tijdens het gebruik van een softwarepakket een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een gedeelte over probleemoplossing of een samenvatting van foutberichten.
2. 3. 4. Klik op de tab Toepassingen. Als een programma niet meer reageert, wordt 'reageert niet' weergegeven achter de naam in de lijst. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Taak beëindigen. Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen doorwerken. Zo niet, ga dan verder met de volgende stap. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam te selecteren en op Taak beëindigen te klikken. Nadat u alle programma's hebt gesloten, zou u verdere moeten kunnen werken.
Uitschakelen bij oververhitting Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle nietopgeslagen gegevens verloren. Probleem Procedure De computer wordt automatisch uitgeschakeld. Laat de computer uitstaan totdat deze de kamertemperatuur heeft bereikt.
Probleem Procedure De accu wordt niet opgeladen terwijl de netadapter is aangesloten. Als de accu helemaal ontladen is, begint het oplaadproces niet meteen. Wacht in dat geval enkele minuten voordat u het weer probeert. Wordt de accu nog steeds niet opgeladen, dan controleert u of het stopcontact stroom levert door er een ander apparaat op aan te sluiten.
Probleem Procedure De tekens worden niet correct weergegeven op het scherm. Raadpleeg de documentatie bij de software om te controleren of deze het toetsenbord niet opnieuw indeelt ('opnieuw indelen' wil zeggen dat de betekenis van de toetsen door de software wordt veranderd of opnieuw wordt toegewezen). Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt gebruiken, neemt u contact op met de Toshibaondersteuning.
Probleem Procedure Computer werkt traag. De bestanden op de vaste schijf zijn mogelijk gefragmenteerd. In dat geval moet u het hulpprogramma Schijfdefragmentatie uitvoeren om de toestand van de bestanden en de schijf te controleren. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem of de online Help voor informatie over het uitvoeren en gebruiken van Schijfdefragmentatie. Als niets helpt, formatteert u de vaste schijf opnieuw en daarna laadt u het besturingssysteem en alle andere bestanden en gegevens.
Probleem Procedure U kunt niet schrijven naar een geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart uit de computer om te controleren of deze niet schrijfbeveiligd is. U kunt een bestand niet lezen. Controleer of het benodigde bestand echt op de geheugenkaart staat die in de computer is geplaatst. Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning. Aanwijsapparaat Als u een USB-muis gebruikt, raadpleegt u het gedeelte USB-muis en de documentatie bij de muis.
Probleem Procedure De schermaanwijzer Probeer in dit geval eerst om de snelheid te wordt te snel of te wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing. traag verplaatst 1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Muis. 2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het tabblad Aanwijzeropties. 3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens in en klik op OK. Het touchpad is te gevoelig of niet gevoelig genoeg.
Probleem Procedure De schermaanwijzer Probeer in dit geval eerst om de snelheid te wordt te snel of te wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing. traag verplaatst 1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Muis. 2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het tabblad Aanwijzeropties. 3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens in en klik op OK. U kunt de schermaanwijzer niet normaal verplaatsen.
Probleem Procedure Ik kan de functie De functie Slaapstand en laden is mogelijk Slaapstand en laden uitgeschakeld. niet gebruiken Schakel de functie Slaapstand en laden in via TOSHIBA HWSetup. Als het externe apparaat dat op de compatibele poort is aangesloten, te veel stroom trekt, kan de toevoer van USB-stroom (5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt. Als dit gebeurt, koppelt u een extern apparaat los als meerdere externe apparaten zijn aangesloten.
Probleem Procedure De functie 'USBAls de functie 'Slaapstand en laden' is activering' werkt niet. ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet voor poorten die de functie 'Slaapstand en laden' ondersteunen. Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de functie 'USB-slaapstand en laden' of schakel deze functie uit. Geluidssysteem Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het audio-apparaat. Probleem Procedure Geen geluid hoorbaar.
Probleem Procedure Het scherm blijft leeg. Stel het contrast en de helderheid op de externe monitor bij. Druk op de functietoets om de beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet alleen op het interne beeldscherm is ingesteld. Controleer of de externe monitor is aangesloten.
Draadloos LAN Probleem Procedure Kan geen toegang krijgen tot draadloos LAN Controleer of de functie voor draadloze communicatie van de computer is ingeschakeld. Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met de LAN-beheerder. Bluetooth Probleem Procedure Kan geen toegang Controleer of de functie voor draadloze krijgen tot Bluetooth- communicatie van de computer is ingeschakeld. apparaat.
Technische ondersteuning van TOSHIBA Als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen en vermoedt dat het te maken heeft met de hardware, leest u het bijgevoegde garantieboekje of gaat u naar de TOSHIBA-website voor technische ondersteuning: http://pcsupport.toshiba.eu.
Hoofdstuk 7 Aanhangsel Specificaties Dit gedeelte geeft een overzicht van de technische kenmerken van de computer. Gewicht en afmetingen Bij de onderstaande fysieke afmetingen zijn uitstekende delen niet inbegrepen. De fysieke afmetingen hangen af van het gekochte model. Grootte Circa 377,5 (b) x 244 (d) x 23,45~30,30/23,45~30,30 (h) millimeter (uitstekende delen niet inbegrepen).
Pintoewijzing van poort voor externe RGB-monitor 5 1 15 11 10 6 Pin Signaalnaam Beschrijving I/O 1 CRV Rood videosignaal O 2 CGV Groen videosignaal O 3 CBV Blauw videosignaal O 4 Gereserveerd Gereserveerd 5 GND Aarde 6 GND Aarde 7 GND Aarde 8 GND Aarde 9 +5 V Stroomvoorziening 10 GND Aarde 11 Gereserveerd Gereserveerd 12 SDA Gegevenssignaal I/O 13 HSYNC Signaal voor horizontale synchronisatie O 14 VSYNC Signaal voor verticale synchronisatie O 15 SCL
Stroomsterkte: Minimaal 2,5 ampère Certificeringsinstanties China: CQC VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA Nee.
Australië Europa Goedgekeurd door AS Goedgekeurd door de desbetreffende instantie Canada China Goedgekeurd door CSA Goedgekeurd door CCC Informatie voor draadloze apparaten Onderlinge samenwerking tussen draadloze producten Het draadloze LAN is compatibel met LAN-systemen met de Direct Sequence Spread Spectrum (DSSS)/Orthogonal Frequency Division Multiplexing (OFDM) radiotechnologie en voldoet aan de volgende normen: De IEEE 802.
Ga naar http://www.pc.support.global.toshiba.com als u vragen hebt over het gebruik van de draadloos LAN- of Bluetooth-kaart van TOSHIBA. In Europa gaat u naar http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/ bluetooth.htm Draadloze apparaten en uw gezondheid Net als andere radioapparaten stralen draadloze producten hoogfrequente (HF) elektromagnetische energie uit.
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van personen bij wie mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies van uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een draadloze functie.
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz, is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze communicatie.
Radioverbindingen U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten buiten het gezichtsveld van elkaar liggen. RFI-vereisten Dit apparaat werkt in het frequentiebereik 5,15 tot 5.25 GHz en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt.
Europa Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 2400,0-2483,5 MHz in Europa Frankrijk: Gebruik buitenshuis is beperkt tot 10 m W.e.i.r.p. binnen de band van 2454-2483,5 MHz Gebruik voor militaire radioplaatsbepaling. De afgelopen jaren is er voortdurend aan gewerkt om de 2,4 GHz-band aan te passen voor de huidige versoepelde regelgeving. Volledige implementatie staat gepland voor 2012.
Russische Federatie: Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen toegestaan binnenshuis, in afgesloten industriële gebieden en opslagplaatsen en aan boord van vliegtuigen. 1. 2. Gebruik is toegestaan voor lokale netwerken voor servicecommunicatie tussen luchtvaartpersoneel aanboord van een vliegtuig op het vliegveld en tijdens alle vluchtstadia. Gebruik is toegestaan voor openbare draadloze lokale netwerken aan boord van een vliegtuig tijdens de vlucht op een hoogte van meer dan 3000 m.
Russische Federatie: Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen toegestaan binnenshuis, in afgesloten industriële gebieden en opslagplaatsen en aan boord van vliegtuigen. 1. 2. Gebruik is toegestaan voor lokale netwerken voor servicecommunicatie tussen luchtvaartpersoneel aanboord van een vliegtuig op het vliegveld en tijdens alle vluchtstadia. Gebruik is toegestaan voor openbare draadloze lokale netwerken aan boord van een vliegtuig tijdens de vlucht op een hoogte van meer dan 3000 m.
Het uitgestraalde uitgangsvermogen van het draadloze apparaat ligt ruimschoots onder de FCC-limieten voor blootstelling aan HF-straling. Niettemin dient het draadloze apparaat zodanig te worden gebruikt dat fysiek contact tijdens normaal gebruik tot een minimum beperkt blijft. In een normale gebruiksconfiguratie mag de afstand tussen de antenne en de gebruiker niet minder dan 20 cm zijn. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de computer voor meer informatie over de locatie van de antenne.
tussen 2.400 en 2.483,5 MHz voor tweedegeneratiesystemen voor gegevenscommunicatie met laag vermogen zoals deze apparatuur. 1.
1. 2. 3. 4. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz. FH: Deze apparatuur gebruikt FH-SS-modulatie. 1: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 10 m. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van 2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is onmogelijk de bandbreedte van identificatiesystemen voor mobiele objecten te omzeilen. 4. Over de JEITA Draadloos LAN op 5 GHz ondersteunt het kanaal W52/W53/W56.
Als u deze apparatuur gebruikt in landen/regio's die niet in de onderstaande tabel staan, neemt u contact op met de ondersteuning van TOSHIBA.
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies; gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte van meer dan 1000 meter boven zeeniveau); gebruik van de computer bij temperaturen tussen 5°C en 30°C of hoge dan 25°C op grote hoogte. (Deze temperatuurlimieten zijn niet precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke computermodel. Raadpleeg uw computerdocumentatie of de TOSHIBA-website op www.pcsupport.toshiba.com voor meer informatie.
Dit is correct aangezien het besturingssysteem gewoonlijk de beschikbare hoeveelheid geheugen weergeeft in plaats van de hoeveelheid fysiek geheugen (RAM) die in de computer is ingebouwd. Diverse systeemcomponenten (zoals de GPU van de grafische kaart en PCI-apparaten zoals draadloos LAN) vereisen hun eigen geheugenruimte. Aangezien een 32-bits besturingssysteem niet meer dan 4 GB geheugen kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het fysieke geheugen.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar als het apparaat op netvoeding wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer computer op accuenergie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm te vergroten. GPU (Graphics Processing Unit) De prestaties van de Graphics Processing Unit (GPU) hangen af van het productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen voor energiebeheer en de gebruikte functies.
Index A C Aanwijsapparaat touchpad 3-10 Accu capaciteit controleren 4-26 energiebesparingsmodus 5-6 gebruiksduur verlengen 4-27 typen 4-24 Controlelijst van apparatuur 2-1 D DC IN lampje 3-1 DC IN-/acculampje 3-16 Documentatielijst 2-1 Acculampje 3-16 Draadloze communicatie 7-5 ASCII-tekens 4-6 Dubbel aanwijsapparaat touchpad 6-9 B Batterij Real Time Clock 4-24 RTC-batterij 3-12 Beeldscherm automatisch uitschakelen 5-5 openen 2-5 scharnieren 3-10 scherm 3-9 E Externe monitor problemen 6-13 G Geheu
H P HDMI-uit-poort 3-4 Problemen accu 6-5 controlelijst voor hardware en systeem 6-4 dubbel aanwijsapparaat 6-9 externe monitor 6-13 geheugenkaart 6-8 geluidssysteem 6-13 Intern beeldscherm 6-7 netvoeding 6-5 probleem analyseren 6-2 Real Time Clock 6-6 toetsenbord 6-6 TOSHIBAondersteuning 6-15 touchpad 6-9 uitschakelen bij oververhitting 6-5 USB-apparaat 6-11 USB-muis 6-10 vaste schijf 6-7, 6-8 voeding 6-4 Herstelmedia 5-19, 5-20 Herstelschijfstation 5-20 HWSetup openen 5-12 venster 5-12 L LAN aansluite
T W Toetsenbord functietoetsen 4-3 Functietoetsen F1...