Inhoud De Fantom-G Live gebruiken.................. 5 De eerste stappen in het gebruik van de Fantom-G Live .................................................6 Op het keyboard uitvoeren.......................................................9 Een enkele klank (Patch) selecteren en afspelen ..........................................................10 Twee of meer klanken tegelijkertijd spelen (Layer/Split) ...............................................11 Een set klanken voor een Live uitvoering creëren .....
Deze snelle start is op de Fantom-G6, de Fantom-G7 en de Fantom-G8 van toepassing. De handleiding gebruikt de term ‘Fantom-G’ om deze drie modellen aan te geven. De toelichtingen in deze handleiding bevatten illustraties, die afbeelden, wat eigenlijk op het beeldscherm zou moeten worden weergegeven.
De Fantom-G Live gebruiken
De eerste stappen in het gebruik van de Fantom-G Live Wat is een Patch? Een Patch is een standaard klank op de Fantom-G. Deze correspondeert met een individueel instrument, zoals een piano, orgel of gitaar. Wat is een Single modus? Wanneer u de Fantom-G voor de eerste keer bespeelt, adviseren wij u, dat u deze in Single modus gebruikt. Dit is de eenvoudigste en meest standaard modus, waarin de Fantom-G kan worden gebruikt, alsof u deze als een piano of orgel bespeelt. fig.
De eerste stappen in het gebruik van de Fantom-G Live Wat is studio modus? Studio modus zult u gebruiken om een Song te creëren. Deze heeft zestien onderdelen en u kunt aan elk onderdeel een Patch toekennen om zestien verschillende klanken tegelijkertijd te benutten. U kunt het mixer beeldscherm gebruiken om de Song te mengen door het niveau en Pan instellingen, etc, voor elk onderdeel aan te passen.
De eerste stappen in het gebruik van de Fantom-G Live Gemaakte instellingen opslaan Wanneer u een originele Patch heeft gecreëerd, moet u deze als een gebruiker Patch opslaan als u deze later weer wilt gebruiken. Dit heet ‘Writing’. De procedure om een originele Patch in het geheugen weg te schrijven wordt hieronder getoond. Als u een andere Patch selecteert, voordat u de originele Patch wegschrijft, zullen deze door u gemaakte veranderingen verloren gaan.
Op het keyboard uitvoeren
Een enkele klank (Patch) selecteren en afspelen Hier wordt getoond, hoe u een enkele categorie klanken kunt bezichtigen (zoals alleen de piano Patches of alleen de orgel Patches) en één ervan kunt selecteren. Een klank selecteren (Single modus) 1. Druk op de [SINGLE] knop. fig.0-01 2. Druk op [F1 (Patch List)] om toegang tot het Patch lijst scherm te krijgen. fig.0-03 3.
Twee of meer klanken tegelijkertijd spelen (Layer/Split) U kunt twee of meer Patches tegelijkertijd spelen, bijvoorbeeld een piano en bel, die tegelijk klinken, wanneer u een toets indrukt. Dit wordt een Layer genoemd. U kunt ook verschillende klanken in het linker en rechter gebied van het toetsenbord spelen. U zou bijvoorbeeld een bas klank met uw linkerhand kunnen spelen, terwijl u een piano klank met uw rechterhand speelt. Dit wordt een Split genoemd.
Twee of meer klanken tegelijkertijd spelen (Layer/Split) De Live set initialiseren 1. Druk in het Live Play (Layer/Split) scherm op [F2 (Utility)] en druk vervolgens op [F6 (Initialize)]. 2. Gebruik 3. Druk op [F8 (Select)]. Een bevestigingsbericht verschijnt. 4. Druk op [F7 (OK)] om initialisatie uit te voeren. 5. Druk op [F8 (Exit)] om naar het vorige scherm terug te keren. / om ‘Default’ te kiezen. De toetsenbord schakelaar voor onderdelen 1 en 2 inschakelen 1.
Twee of meer klanken tegelijkertijd spelen (Layer/Split) Het toonhoogte bereik specificeren In het Live Play (Layer/Split) scherm kunnen we het toonhoogte bereik voor elk onderdeel specificeren. 1. In het Live Play (Layer/Split) scherm gebruikt u de cursor knoppen om de cursor naar de ‘Lower’ instelling van onderdeel 2 te verplaatsen. 2. Specificeer het toonhoogte bereik. Draai de VALUE draaischijf om de waarde te specificeren. fig.
Een set klanken voor een Live uitvoering creëren U kunt een lijst van de Patches, Live sets, studio sets en Songs, die u regelmatig gebruikt, creëren en deze in de volgorde plaatsen, waarin deze tijdens uw Live show zullen worden gebruikt, zodat de klanken, die u nodig heeft, meteen geselecteerd kunnen worden. Deze toepassing wordt de Favorite functie genoemd. U zou, bijvoorbeeld, een lijst kunnen creëren met de klanken, die u voor de eerste Live uitvoering gaat gebruiken.
Op de Pads uitvoeren
Grondbeginselen van een Pad U kunt samples, ritmes of frases spelen door op de Fantom-G Pads te slaan of u kunt ze als zestien schakelaars gebruiken om de verschillende parameters uit/in te schakelen. De Pads kunnen in één of zestien modi functioneren. Druk op [PAD MODE] om tussen de Pad modus te wisselen. 1. Druk op [PAD MODE]. [PAD MODE] gaat knipperen, waarna de huidig geselecteerde Pad modus (Pad [1]-[16]) gaat knipperen. 2. Druk op een Pad [1]-[16]. De Pad modus wordt omgeschakeld.
De Pads gebruiken om ritme klanken te spelen De Pads zijn ideaal om ritme klanken te spelen. U kunt de dynamiek van de klank variëren door de kracht van de slagen op de Pads te veranderen. 1. Druk op [PAD MODE], en druk vervolgens op Pad [2] (RHYTHM). 2. Wanneer u op een Pad [1]-[16] drukt, hoort u een ritme klank. Klanken selecteren 1. Druk op [PAD SETTING]. 2. Gebruik de cursor knoppen om ‘Bank’ of ‘nummer/naam’ te selecteren en gebruik de VALUE draaischijf om een ritme set te kiezen.
De Pads gebruiken om ritme klanken te spelen De Pad gevoeligheid naar wens aanpassen U kunt de manier, waarop de slagkracht van het Pad met het volume correspondeert, aanpassen. Druk op [PAD SETTING] ➝ [F1] (System) om toegang tot het instelling scherm te krijgen, en stel ‘Pad Sens’ naar wens in. Waarde LIGHT Pad reactie Zelfs lichte slagen kunnen met gemak hoge volume produceren. MEDIUM HEAVY Tussen LIGHT en HEAVY gevoeligheid. Krachtige slagen zijn nodig om hoge volume te produceren.
De Pads gebruiken om gesamplde klanken te spelen Klanken (samples), die door samplen tot stand zijn gekomen, kunnen snel en makkelijk vanaf de Pads worden gespeeld. U kunt korte ‘Shots’ (slagen) samplen en deze als percussie instrumenten spelen. U kunt ook hele frases samplen en deze met een enkele druk op de knop afspelen. 1. Druk op [PAD MODE] en druk vervolgens op Pad [1] (SAMPLE PAD). 2. Druk op een Pad [1]-[16] om de sample af te spelen. De samples selecteren 1. Druk op [PAD SETTING]. 2.
De Pads gebruiken om gesamplde klanken te spelen Klanken (samples) van de computer importeren De Fantom-G kan WAV/AIFF formaat audio bestanden van de computer importeren en deze als samples afspelen. Hier zullen we uitleggen, hoe u audio bestanden via een USB geheugen (apart verkrijgbaar) kunt importeren. Zelfs als u geen USB geheugen heeft, kunt u audio bestanden naar de Fantom-G’s interne geheugen kopiëren. WAV AIFF 1. Maak het audio bestand (WAV/AIFF formaat) gereed op de computer. 2.
De Pads gebruiken om Sequenced frases te spelen (RPS) U kunt de Pads gebruiken om zelf gecreëerde Sequenced frases te spelen. Dit wordt de RPS (Realtime Phrase Sequence) functie genoemd. Door bijvoorbeeld gewoonweg te specificeren, dat Pad nummer 2 frase nummer 0005 zal spelen, kunt u op die Pad drukken om de toegewezen frase te spelen. 1. Druk op [PAD MODE] en druk vervolgens op Pad [5] (RPS). 2. Wanneer u op een Pad [1]-[16] drukt, zal de aan dat Pad toegewezen frase afspelen. Een frase selecteren 1.
De Pads gebruiken om Sequenced frases te spelen (RPS) De Pads gebruiken om in sequencer opgenomen frases te spelen 1. Gebruik de sequencer om een frase op te nemen. ➝ Gebruikershandleiding ‘In een frase opnemen’ (p. 220). 2.Sla de frase op. ➝ Gebruikershandleiding ‘Een frase opslaan (Save)’ (p. 216). 3.Selecteer de frases, die door elk Pad wordt gespeeld. ➝ Deze handleiding ‘Een frase selecteren’ (p. 21). De frase afspeel tempo specificeren 1. Druk op [TEMPO]. Het Tempo venster verschijnt. 2.
Een Song creëren
Wat is een sequencer? Met de sequencer kunt u een Song te creëren door uw uitvoering op het keyboard of Pads op te nemen of door audio bronnen, zoals een microfoon of gitaar, die op de Fantom-G’s ingang jacks zijn aangesloten, op te nemen en vervolgens de Song af te spelen. MIDI en Audio De Fantom-G sequencer kan MIDI en audio opnemen. MIDI (frases) MIDI slaat de keyboard en Pad uitvoering als uitvoeringsdata op. Elke sequence opgenomen MIDI data wordt een ‘frase’ genoemd. U kunt maximaal 2.
Wat is een sequencer? Terminologie Song Op de Fantom-G refereert: ‘Song’ naar een compositie, die u met gebruik van de sequencer heeft gecreëerd en omvat de uitvoeringsdata en de geluid generator instellingen samen opgeslagen. Dit betekent, dat een Song alle materiaal voor deze compositie bevat. Wanneer u de compositie klaar heeft, moet u de Song opslaan.
De apparatuur in orde maken Om de Fantom-G’s audio opname vermogen tot het uiterste te benutten, moet u het geheugen uitbreiden. Door expansie DIMM geheugen te plaatsen, zult u de duur van audio opname kunnen verlengen. USB geheugen stelt u in staat om de belangrijke data, die u heeft opgenomen, op te slaan. DIMM geheugen (apart verkrijgbaar) De audio, die u vanaf een gitaar of microfoon op de Fantom-G opneemt, wordt in dit DIMM geheugen als audio data (samples) opgenomen.
Procedure voor het creëren van een Song De algemene procedure om een Song te creëren, wordt hieronder getoond. Deze handleiding zal het proces in deze volgorde behandelen. 1. Een lege Song in de Song lijst selecteren (p.28) 2. De klanken, die u voor opname gaat gebruiken, in de studio set selecteren (p. 28) 3. De maatsoort van de Song specificeren (p. 30) 4. Het tempo van de Song specificeren (p. 30) 5. (Als u MIDI gebruikt om een Song te creëren) Realtime opname uitvoeren (p. 31) 6.
Voorbereidingen voor Song productie Hier wordt beschreven, hoe u de sequencer en geluid generator voorbereidt om een Song te creëren. Een lege Song in de Song lijst selecteren Wanneer de Fantom-G opstart, zal deze Song 001 van de Song lijst inladen en bij de fabrieksinstellingen bevat Song nummer 001 een demo Song. Als u een nieuwe Song creëert, selecteer een lege Song van de Song lijst. 1. Druk op [SONG]. Het Song Play scherm verschijnt. 2. Druk op [F1 (Song List)]. Het Song lijst scherm verschijnt.
Voorbereidingen voor Song productie 3. Draai de VALUE draaischijf of gebruik [DEC] [INC] om ‘PRST 007: Rock Studio Set’ te kiezen. Nadat u een studio set heeft geselecteerd, druk op [F8 (Select)] om uw keuze te bevestigen. ‘PRST 007: Rock Studio Set’ is een studio set, die bij voorbaat al geschikte klanken en effect instellingen heeft om een rock Song te maken. Patches selecteren (klanken) 1. Selecteer een piano klank voor onderdeel 1.
Voorbereidingen voor Song productie De maatsoort specificeren Wanneer u een nieuwe Song opneemt, moet u de maatsoort specificeren. Echter, nadat u Song Clear heeft uitgevoerd of de stroom heeft aangezet, zal de maatsoort altijd op 4/4 worden ingesteld. U hoeft dit alleen te veranderen als de nieuwe Song een andere maatsoort gebruikt. In dit voorbeeld gaan we ervan uit, dat u een 4/4 Song opneemt, zodat we deze instelling niet veranderen.
MIDI gebruiken voor opname (recording) van het ritme in Realtime Nu gaan we MIDI gebruiken om een opname in Realtime van het ritme onderdeel te maken. De Pads gebruiken om het ritme op te slaan De Pads zijn een geschikte manier om een percussie instrument uitvoering op te nemen. Opname in Realtime is een methode, waarbij nauwkeurig wordt opgenomen, hoe u bij de uitvoering de Pads aanslaat. De Pad modus op RHYTHM instellen 1. Druk op [PAD MODE] en druk vervolgens op pad [2] (RHYTHM). 2.
MIDI gebruiken voor opname (recording) van het ritme in Realtime Een opname Track selecteren Vervolgens gaat u de MIDI Track, waarop u opneemt, selecteren en specificeer de maat, waarmee de opname gestart wordt. U kunt op elke Track 1–128, die als ‘MIDI’ wordt aangegeven, opnemen. Het is niet perse nodig om op Track 10 op te nemen, omdat u onderdeel 10 van het geluid generator onderdeel bespeelt. Laten we in dit voorbeeld op Track 1 opnemen. 1. Druk op [SONG]. Het Song Play scherm verschijnt. 2.
MIDI gebruiken voor opname (recording) van het ritme in Realtime Opnemen (Recording) 1. Druk op de [REC] knop om in de opname Stand-by te komen. De [REC] indicator gaat knipperen en het Realtime Rec Standby venster verschijnt. 2. Gebruik de cursor knoppen om de cursor naar elke parameter te verplaatsen en draai de VALUE draaischijf of gebruik [INC] [DEC] om de instellingen te maken.
MIDI gebruiken voor opname (recording) van het ritme in Realtime 9. Er verschijnt een venster met de vraag om de opname te bevestigen. Als u de opname wenst te behouden, druk dan op [F7 (OK)]. Om te annuleren, drukt u op [F8 (CANCEL)]. Als u maar een kleine vergissing heeft gemaakt, corrigeer dan alleen de frase U kunt gedetailleerde wijzigingen aan de frase, die u heeft opgenomen, aanbrengen. Dit proces wordt Phrase Editing (frase wijzigen) genoemd.
De bas en piano als MIDI voor opname (recording) in Realtime Nu dat we de ritmepartij hebben opgenomen, zullen we de andere onderdelen opnemen. Het proces is hetzelfde als wanneer u het ritme opneemt. Het enige verschil is, dat we het toetsenbord in plaats van de Pads gebruiken. Selecteer een onderdeel in het Studio Play scherm, selecteer een Track in het Song Play scherm en neem vervolgens op. De bas opnemen Selecteer in het Studio Play scherm het bas onderdeel 1. Druk op [STUDIO]. 2.
Audio bestanden vanaf de computer importeren De Fantom-G kan audio bestanden (WAV of AIFF formaat) van de computer importeren en deze als samples gebruiken. U kunt ook een Song creëren door simpelweg deze samples in een audio Track te plaatsen. Audio bestanden van de computer importeren Audio bestanden kunnen in de Fantom-G worden geïmporteerd. Voor de procedure, zie ‘Klanken (samples) van de computer importeren’ (p. 20 van deze handleiding).
Audio bestanden vanaf de computer importeren Samples in een audio Track plaatsen 1. Druk tweemaal op [SONG] om toegang tot het Song Edit scherm te krijgen. Elke keer, dat u op [SONG] drukt, wisselt u tussen het Song Play scherm en Song Edit scherm. 2. Gebruik / om de audio Track, waarin u een sample wilt plaatsen, te selecteren. U kunt samples in elke Track 1–14, die AUDIO aangeeft, plaatsen. Selecteer voor dit voorbeeld de Track, aangegeven als ‘AUDIO 1’. 3.
Klanken van een microfoon of gitaar opnemen Hier wordt uitgelegd, hoe u van een microfoon of gitaar, die op de Fantom-G is aangesloten, kunt opnemen. De apparatuur aansluiten Sluit de microfoon, gitaar of draagbare audio speler, zoals hieronder aangegeven, aan: De Fantom-G verschaft een gebalanceerde (XLR/TRS) type aansluiting, die wordt aangesloten, zoals in de illustratie wordt aangegeven. Controleer de bedrading van het apparaat, voordat u deze aansluit.
Klanken van een microfoon of gitaar opnemen De Track, waarop audio wordt opgenomen, selecteren Selecteer de audio Track, waarop u wilt opnemen en specificeer de maat, waarmee de opname start. U kunt op elke Track 1–24, die ‘AUDIO’ aangeeft, opnemen. Laten we voor dit voorbeeld op audio Track 2 opnemen. 1. Druk op [SONG]. Het Song Play scherm verschijnt. 2. Draai de VALUE draaischijf of gebruik / om een audio Track te selecteren.
Klanken van een microfoon of gitaar opnemen Audio opnemen 1. Druk de [REC] knop om in de opname Stand-by modus te komen. De [REC] indicator gaat knipperen en het Audio Rec Standby venster verschijnt. U kunt effecten, zoals equalizer of compressor, op de audio invoer toepassen. Om instellingen te maken, druk op [F7 (Input Setting)] en vervolgens op [F7 (Input Effect)] om toegang tot het INPUT EFFECT scherm te krijgen.
Song Edit gebruiken om samples of frases te arrangeren U kunt de Song wijzigen door samples en frases te verplaatsen. 1. Druk tweemaal op [SONG] om toegang tot het Song Edit te krijgen. Elke keer, dat u op de [SONG] knop drukt, zal u tussen het Song Play scherm en Song Edit scherm wisselen. Een sample/frase verplaatsen U kunt de locatie, waarop een sample/frase afspeelt veranderen of deze naar een andere Track verplaatsen.
De totale balans aanpassen Wanneer u met opname klaar bent, zal u de balans tussen de verschillende onderdelen willen aanpassen. Het proces van de totale klank aanpassen en de onderdelen, die u wilt benadrukken, helder maken, wordt ‘mixen’ genoemd. Druk op [STUDIO] om toegang tot het Studio Play scherm (mixer) te krijgen en pas de verschillende instellingen aan.
Mastering Mastering is de laatste fase van de Song productie, waarin u een compressor en equalizer kunt toepassen om de laatste hand aan de Song te leggen. Als de voltooide Song kracht mist of als de klank anders klinkt, wanneer deze in een andere omgeving wordt gespeeld, moet u aandacht aan het Mastering proces besteden. Mastering gebruiken om de Song te voltooien 1. Druk op [EFFECTS (ROUTING)] om toegang tot het effecten scherm te krijgen. 2. Druk op [F7 (Mastering)]. 3.
De Song opslaan De Song, die u heeft gecreëerd, zal verdwijnen als u de stroom uitschakelt. Sla deze als volgt op: Frases individueel op te slaan ➝ ‘Een frase opslaan (Save)’ (p. 216 van de gebruikershandleiding). Samples individueel op te slaan ➝ ‘Een sample opslaan (Save)’ (p. 274 van de gebruikershandleiding). 1. In het Song Play of Song Edit scherm druk op [WRITE]. Het Write scherm verschijnt. 2. Gebruik / om ‘Song’ te selecteren en druk vervolgens op [F8 (OK)]. Het Song Name venster verschijnt. 3.
Een CD van de voltooide Song maken De Fantom-G verschaft een ‘Resampling’ functie, die alle audio Tracks en MIDI Tracks in de Song in één sample rendert. De samples, die door deze Resample functie zijn gecreëerd, kunnen als .WAV bestanden naar de computer worden gekopieerd en op CD worden gezet. De inhoud van alle Tracks naar een enkele sample Resamplen Hier wordt uitgelegd, hoe alle audio Tracks en MIDI Tracks in een enkele sample worden gecombineerd.
Een CD van de voltooide Song maken De opnieuw gesamplde sample naar de computer kopiëren, en een CD creëren Na het Resamplen kunt u de resulterende sample naar de computer kopiëren. De sample is een .WAV bestand, zodat u hiermee een CD kunt te maken. 0001.WAV (Song) CD 1. Controleer het nummer van de sample, dat u door het resamplen heeft gecreëerd (In dit voorbeeld gaan we van 0001 uit). 2.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken. CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE REDUCEREN.
Fantom-G6/G7/G8 Gebruikershandleiding 201b Voordat u dit apparaat gebruikt, leest u eerst de secties getiteld: ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p.2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p.7). In deze secties vindt u belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat de Fantom-G te bieden heeft.
USING THE UNIT OP SAFELY HET APPARAAT EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en WAARSCHUWING VOORZICHTIG VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING 012a 012a • Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. • Plaats geen objecten met vloeistof (zoals bloemenvazen) op het apparaat. Vermijd tevens het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen enz. in de buurt van het apparaat. Gemorste vloeistof dient direct met een droge, zachte doek weggeveegd te worden. .........................................
VOORZICHTIG 118a110a • Wanneer u onweer in de omgeving verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact. .......................................................................................................... 115a • Installeer alleen de gespecificeerde uitbreidingskaart(en) (ARX serie, DIMM). Verwijder alleen de gespecificeerde schroeven (p.304, p.308). ..........................................................................................................
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Stroomvoorziening: • Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan, dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN • Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.) • Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ..................................... 4 BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............................................................................... 7 Inhoud .........................................................................................................................9 01: introductie (Overzicht en basisbediening) ......... 19 Hoofdkenmerken......................................................................................................
Inhoud 02: Geluidsgenerator, Sectie 1 (Geluiden spelen) .... 45 Spelen in de Single Mode........................................................................................ 46 Over het Single Play scherm ............................................................................................................................................... 46 Het Single Play scherm weergeven .....................................................................................................................
Inhoud 03: Geluidsgenerator, Sectie 1 (geluiden besturen) . 71 Het geluid in Realtime wijzigen .............................................................................. 72 Uw hand over de D Beam bewegen om het geluid te wijzigen (D Beam Controller)................................................ 72 Instellingen voor de D Beam controller maken .................................................................................................
Inhoud Het volume aanpassen (TVA/TVA Env).......................................................................................................... 124 Uitvoer instellingen (Output) ............................................................................................................................. 125 Effecten voor een ritmeset instellen (PFX)........................................................................................................ 125 Een Sample Set creëren ........................
Inhoud 05: Pads (de Pads gebruiken) .............................. 187 De Pads gebruiken................................................................................................. 188 Algemene handelingen voor Pads ................................................................................................................................... 188 De Pad Mode veranderen (PAD MODE)..........................................................................................................
Inhoud 06: Sequencer (een song creëren) ......................... 203 Een song afspelen ................................................................................................. 204 Drie manieren om af te spelen............................................................................................................................ 204 Een song afspelen (Song Play) .....................................................................................................................................
Inhoud Songs bewerken .................................................................................................... 232 Drie manieren om te bewerken .......................................................................................................................... 232 Een song bewerken (Song Edit)........................................................................................................................................ 232 Het Song Edit scherm openen ..............................
Inhoud 07: Sampler ......................................................... 257 Sampling ................................................................................................................. 258 Externe invoer in/uitschakelen ........................................................................................................................................ 258 Instellingen voor de bron invoer maken (Input Setting) ............................................................................
Inhoud 08: Verscheidene instellingen (menu en systeem) . 279 Menu referentie ...................................................................................................... 280 Menu’s.................................................................................................................................................................................. 280 Aan project gerelateerde instellingen (Project) ..........................................................................................
Inhoud 09: Appendix....................................................... 307 De uitbreidingskaart installeren ........................................................................... 308 Waarschuwingen bij het installeren van een uitbreidingskaart .................................................................................. 308 Hoe een uitbreidingskaart wordt geïnstalleerd .............................................................................................................
01: introductie (Overzicht en basisbediening) In dit hoofdstuk worden de panelen van de Fantom-G uitgelegd, wordt een overzicht van het instrument gegeven, en wordt de basisbediening uitgelegd. • Hoofdkenmerken.......................................................... p.20 • Paneelbeschrijvingen .................................................... p.22 • Aansluitingen maken .................................................... p.25 • Overzicht van de Fantom-G........................................... p.
Hoofdkenmerken Geluidskwaliteit van een hogere klasse De Fantom-G heeft een nieuwe geluidsmotor die altijd een Patch multi-effect (PFX) voor elk geluid (Patch) biedt, zodat u overvloedige geluiden kunt creëren op een manier, die tot nu toe niet mogelijk was. Daarnaast zijn er twee flexibele multi-effect (MFX) processors.
Hoofdkenmerken Skip Back Sampling functie V-LINK De V-LINK functie opent een hele nieuwe wereld aan expressie voor uw uitvoeringen vanwege de manier waarop muziek en Door een uitvoering ononderbroken op de Fantom-G op te nemen, zorgt deze functie ervoor dat u een ingegeven visuele beelden gesynchroniseerd kunnen worden. De regelaars improvisatie retroactief op elk moment kunt opnemen.
Paneelbeschrijvingen Voorpaneel 1 8 2 3 5 6 4 7 9 12 10 15 11 13 14 16 17 1 D BEAM Hier kan de D Beam functie aan en uitgezet worden. Hiermee kunnen diverse effecten op het geluid worden toegepast door uw hand boven de sensor te bewegen. → (p.72). [PAD TRIGGER] Hiermee kan de D Beam controller gebruikt worden om de Pads te bespelen, als alternatief voor het handmatig aanslaan van de Pads. → (p. 73). [SOLO SYNTH] Hiermee kan de D Beam controller als een mono synthesizer gebruikt worden. → (p.
Paneelbeschrijvingen [PLAY] VALUE draaiknop te draaien, kan de waarde in grotere stappen gewijzigd worden. [CURSOR] knoppen Dit speelt de song af. → (p.204). Dit knippert in de maat van het tempo en de maatsoort. → (p.293). Deze verplaatsen de cursor omhoog/omlaag/links/rechts. [STOP] Dit laat u naar het vorige scherm terugkeren of sluit een geopend venster. In sommige schermen heft dit de functie die op dat moment wordt uitgevoerd op. Dit stopt het afspelen.
Paneelbeschrijvingen Achterpaneel 1 2 3 4 1 POWER ON schakelaar Druk hierop om de stroom aan en uit te zetten. → (p.28). 2 AC ingang Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan. 3 USB 5 6 7 8 9 Dit is tevens op gebruik van half-pedaal technieken instelbaar. Nadat een optionele pedaalschakelaar (DP series, enz.) is aangesloten, kunt u met gebruik van het pedaal nog nauwkeuriger muziek met pianogeluiden spelen.
Aansluitingen maken Omdat de Fantom-G geen versterker of luidsprekers heeft, moet u deze op geluidsapparatuur zoals een toetsenbord versterker, monitor luidsprekersysteem of stereo installatie aansluiten of een koptelefoon gebruiken om geluid te kunnen horen. Voordat u iets aansluit, moet alle stroom van alle apparatuur zijn uitgeschakeld. 2. Sluit het ene eind van de bijgeleverde netsnoer op de Fantom-G aan, en steek het andere eind in een stopcontact. 3.
Aansluitingen maken Een USB muis aansluiten (apart verkrijgbaar) Als u een in de winkel verkrijgbare USB muis op de USB MOUSE aansluiting op het achterpaneel van de Fantom-G aansluit, zal een muis cursor in het scherm worden getoond, en kunt u de muis gebruiken.
Aansluitingen maken De Fantom-G op een standaard plaatsen Overzicht * Pas op, dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het opzetten van de standaard. Voor Fantom-G6/G7 gebruikers Als u de Fantom-G6/G7 op een standaard wilt plaatsen, gebruikt u de Roland KS-18Z. Plaats het instrument als volgt op de standaard. fig.02-001.e Geluid 1 1 KS-18Z Stel dit bij, zodat de hoogte niet meer dan 1 meter is (stel de standaard bij, tot een niveau dat niet hoger is dan het vierde niveau vanaf de onderkant).
De stroom aanzetten Nadat alle aansluitingen gemaakt zijn (p.25) zet u de stroom van de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten kunnen storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten ontstaan. fig.bender.e 1.
De demosongs beluisteren De Fantom-G heeft een demosong die tijdens het opstarten geladen wordt. 1. Druk op Play. De demosong wordt afgespeeld. Geluid 1 1 Geluid 1 2 2. Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt privé gebruik is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving. Overzicht Hier leest u, hoe de demo afgespeeld kan worden. Druk op [STOP] om het afspelen van de demosong te stoppen. .
Verscheidene uitvoeringsopties Velocity/Aftertouch De sterkte, waarmee u het toetsenbord bespeelt of de ‘Velocity’, waarmee u speelt, kan invloed hebben op het volume of timbre van het geluid. Aftertouch – neerwaartse druk die op een toets wordt toegepast nadat een noot is gespeeld – kan het geluid ook beïnvloeden. Voor details over de instelling, zie p.288. fig.
Verscheidene uitvoeringsopties Hold pedaal Voor details over de instelling, zie p.287. Overzicht Als een optionele pedaalschakelaar (DP serie) op de PEDAL HOLD jack op het achterpaneel is aangesloten, kunt u de pedaalschakelaar indrukken om te maken dat noten doorklinken of ‘vastgehouden’ worden, ook nadat de toetsen zijn losgelaten. fig.
Overzicht van de Fantom-G Hoe de Fantom-G is gestructureerd Verschillende geluidseenheden Tijdens het gebruik van de Fantom-G zult u verscheidene geluidseenheden tegenkomen. Hier wordt een eenvoudige uitleg van deze eenheden gegeven. Basis structuur In zijn algemeenheid bestaat de Fantom-G uit een controller sectie, Tone geluidsgenerator sectie, sequencer sectie en sampler sectie. Een Tone is de kleinste geluidseenheid binnen de Fantom-G. U kunt fig.04-001.j de Tone zelf echter niet spelen.
Overzicht van de Fantom-G Single / Live / Studio modes Overzicht Een ritme Tone (percussie instrument geluid) heeft geen LFO. De Fantom-G kan in de volgende drie modes werken. Patch Single mode met een individueel instrument zoals ‘piano’, ‘orgel’ of ‘gitaar’. Een Patch kan uit maximaal vier Tones bestaan. De Structure 1&2 en 3&4 Single mode is wanneer u een individuele Patch (of ritme set of parameters (p.92) bepalen op welke manier de vier Tones gecombineerd worden.
Overzicht van de Fantom-G den gebruikt. Als u in Live mode (multi) of Studio mode speelt, telt u fig.04-005.j de polyfonie van elk Part om de totale polyfonie van alle Parts te Studio set verkrijgen. Part 16 * Als u een Realtime time stretch gebruikt, wordt tweemaal zoveel polyfonie gebruikt.
Overzicht van de Fantom-G Tijdelijk gebied Als u de Fantom aanzet of een project laadt, wordt de project data in een geheugengebied genaamd het ‘tijdelijk gebied’ geplaatst. Fantom-G USB storage Internal memory (50 MB) Computer Project Wanneer een Patch of song wordt bewerkt, wijzigt u de data in dit tijdelijk gebied. Deze bewerkingen zullen verloren gaan als de stroom wordt uitgezet.
Overzicht van de Fantom-G Uitbreidingskaarten (ARX serie, apart verkrijgbaar) Over de sequencer Maximaal twee uitbreidingskaarten (ARX serie, apart verkrijgbaar) kunnen in de Fantom-G geïnstalleerd worden. Een uitbreidingskaart bevat een geluidsgenerator, en zal zowel het aantal beschikbare geluiden als de polyfonie uitbreiden. Details over het installeren van uitbreidingskaarten vindt u bij ‘De uitbreidingskaart installeren’ (p.304, p.306).
Overzicht van de Fantom-G Een track is een gebied, waarin uitvoeringsdata opgenomen kan worden. Tempo track De tempo track neemt tempo veranderingen voor de song op. Gebruik deze als u wilt dat het tempo tijdens de song verandert. Als het tempo vanaf het begin tot het eind van de song hetzelfde blijft, kan de tempo track genegeerd worden. Als u een song op de Fantom-G opneemt, wordt het tempo dat u ten Er zijn vierentwintig tracks voor het opnemen van geluid.
Overzicht van de Fantom-G Over de sampling sectie De sampling sectie ‘samples’ (d.w.z. neemt op) geluidsinvoer van een externe bron, zoals een geluidsapparaat of microfoon. Deze gesamplede geluiden kunnen als een patch of ritme set worden gespeeld. Ook kunnen WAV/AIFF formaat bestanden geïmporteerd en op dezelfde manier gebruikt worden. Samples Een ‘Sample’ verwijst naar een golfvorm (Wave), geproduceerd door samplen op de Fantom-G.
Basisbediening van de Fantom-G De Fantom-G biedt drie geluidsgenerator modes: Single, Live, en Studio. U kunt overschakelen naar de geluidsgenerator mode die het beste past bij de manier waarop u de Fantom-G gebruikt. Live mode Deze mode is voor het combineren van meerdere geluiden (Patches, ritme sets, Sample sets), zodat deze tijdens een live uitvoering gespeeld kunnen worden.
Basisbediening van de Fantom-G Hoe de functie knoppen werken De acht knoppen [F1]-[F8] onder in het scherm (de functie knopen) worden gebruikt voor het uitvoeren van verscheidene functies. Hun functie hangt af van het scherm dat op dat moment wordt weergegeven. De huidige functies van deze knoppen worden onder in het scherm getoond. fig.04-017 De cursor verplaatsen Een enkel scherm of venster kan meerdere onderdelen (parameters) bevatten, die ingesteld of geselecteerd kunnen worden.
Basisbediening van de Fantom-G Overzicht Een waarde bewerken Om een waarde te bewerken kunt u de VALUE draaiknop of [INC] [DEC] gebruiken. In alle schermen van de Fantom-G verplaatst u de oplichtende Geluid 1 1 cursor naar de waarde die u wilt bewerken. Vervolgens bewerkt u de waarde. Het Pad voor numerieke invoer gebruiken Draai de VALUE draaiknop naar rechts om de waarde te verhogen Als u op de [NUMERIC] Pad knop drukt, zullen de Pads als nume- of naar links om deze te verlagen.
Basisbediening van de Fantom-G Cijfers Tijdens het toewijzen van een naam aan een songbestand kunnen spaties, kleine letters of bepaalde symbolen (\ / : , ; * ? ” < > |) niet gebruikt worden. Een muis gebruiken om tekens in te voeren Als u een USB-muis gebruikt, kunt u met gebruik van een virtueel toetsenbord tekens invoeren. 1. Klik de muis op het toetsenbord icoon dat in het naam invoerscherm wordt getoond. Het virtuele toetsenbord verschijnt.
Basisbediening van de Fantom-G Basis Pad handelingen Details over het gebruik van de Pads vindt u bij ‘De Pads gebruiken’(p.188). Druk op [PAD SETTING] en het instelling/informatiescherm van de op dat moment geselecteerde Pad mode verschijnt. Om terug te gaan naar waar De Pads hebben zestien modes. Druk op [PAD MODE] om naar de u was, drukt u nogmaals op [PAD SETTING], zodat zijn Pad mode over te schakelen. verlichting uitdooft. 1.
Basisbediening van de Fantom-G Shortcut Menu Door de [DISPLAY] knop in te drukken kunt u direct naar de belangrijkste schermen springen. 1. Druk op [DISPLAY]. Het Shortcut menu verschijnt. Het Shortcut menu kan ook geopend worden door met de USB muis op het shortcut icoon te klikken. 2. Druk op or om het scherm te selecteren waarnaar u wilt springen, en druk dan op [F8 (Select)]. Indien u besluit te annuleren, drukt u op [F7 (Cancel)].
02: Geluidsgenerator, sectie 1 (geluiden spelen) In dit hoofdstuk worden de drie modes, waarin de geluidsgenerator van de FantomG kan werken, uitgelegd. • Single Mode .............................................................. p. 46 • Live Mode .................................................................. p. 58 • Studio Mode .............................................................. p.
Spelen in de Single Mode In de Single mode worden het toetsenbord en de Pads gebruikt om een individueel geluid (Patch/ritme set/Sample set) te spelen. Functies in het Single Play scherm fig.05-005.e 1 Over het Single Play scherm 2 3 4 6 5 Het Single Play scherm weergeven 7 8 Voor toegang tot het Single Play scherm gebruikt u de volgende pro9 cedure. 1. Druk op [SINGLE].. 10 Nummer Uitleg Geeft de huidige geluidsgenerator mode weer. Pag. p. 150 3 Geeft de aan/uit status van elk effect aan.
Spelen in de Single Mode 1. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. fig.05-001.e Patch-type Patch-bank Overzicht Een Patch selecteren Patch-categorie De Fantom-0G heeft vier Patch banken: User, Preset, User Sample en GM. USER Geluid1 Dit is de bank binnen de Fantom-G die herschreven kan worden. Patches die u creëert kunnen in deze bank worden opgeslagen. U kunt 512 Patches opslaan. PRST (Preset) Dit is de bank binnen de Fantom-G die niet herschreven kan worden.
Spelen in de Single Mode Patches op categorie selecteren (Patch Finder) De Fantom-G voorziet in een ‘Patch Search’ functie (Patch Finder), waarmee u een type (categorie) Patch kunt specificeren, zodat de gewenste Patch snel te vinden is. In totaal zijn er 38 categorieën. 1. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. fig.05-001.e Patch-type Patch-bank Patch-categorie Patch-nummer / Patch-naam * Zorg, dat het Patch type op ‘Patch’ is ingesteld.
Spelen in de Single Mode Een lijst met Patches kan weergegeven worden, en een Patch kan uit die lijst geselecteerd worden. 1. Patches beluisteren (Phrase Preview) Met de Fantom-G kunt u Patches van tevoren beluisteren, door naar Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. een frase te luisteren die past bij elk type Patch. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. 2. Druk op [F1 (Patch List)] om naar het Patch List scherm te gaan. Geluid1 1.
Spelen in de Single Mode De Tones die zullen klinken selecteren Omdat een Patch een combinatie van maximaal vier Tones is, kunt u ongewenste (Tones vanuit de vier) uitzetten, en alleen het geluid van een specifieke Tone verkrijgen. 1. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. 2. Druk op [F8 (Tone SW/Sel)]. Het Tone Switch/Select venster verschijnt.
Spelen in de Single Mode De Single mode heft de volgende drie Parts: Part 1 Keyboard 8 Sample Pad Rhythm Pad Met de Fantom-G kunt u de parameters toewijzen die beïnvloed worden als de 1-4 knoppen, 1-8 schuifregelaars, S1/S2 schakelaars, D Beam, Pitch Bend of modulatie hendel worden bediend. Op die manier kan het geluid, door de controllers te bedienen, op verschillende manieren gewijzigd worden. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan.. 2. Druk op [F4 (Control)]. Geluid2 1.
Spelen in de Single Mode Percussie instrumenten spelen (Rhythm Set) 1. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. In de Single mode kunt u percussie instrumenten vanaf het toetsenbord spelen door een ritme set te selecteren. fig.05-023.efig.05-023.e Patch type Ritme set bank De Pads kunnen ook gebruikt worden om een ritme set te spelen. → p.192.
Spelen in de Single Mode Overzicht Een Sample Set spelen In de Single mode kunt u een Sample set selecteren en de Samples vanaf het toetsenbord spelen. De Pads kunnen ook gebruikt worden om een Sample set te Geluid1 spelen. → p.191 Pad Mode (Sample Pad) Geluid2 Geluid3 Sample Set-nummer Een Sample set selecteren 1. Druk op [SINGLE] om naar het Single Play scherm te gaan. Pad fig.05-023.e Sequencer Patch type Sampler Sample set nummer Zorg, dat het Patch type op ‘Sample’ is ingesteld.
Een lijst met veelgebruikte geluiden creëren (Favorite) U kunt een lijst met geluiden maken die u vaak tijdens een live uit- 4. voering gebruikt, en deze geluiden direct oproepen. Elk type geluid kan geregistreerd worden: Patches, ritme sets, Sample sets, live sets, Het geluid kan in elk van de zestien stappen geregistreerd worden. Het is handig om de geluiden te registreren in de volgorde waarin ze in de song of tijdens een live uitvoering studio sets of songs.
Een lijst met veelgebruikte geluiden creëren (Favorite) 1. In het Favorite scherm drukt u op [F5 (Dynamic Pad)]. De Pads worden op de Favorite mode ingesteld. • Nu kunt u Pads [1]-[16] indrukken om het geluid elke Pad is geregistreerd. Hier ziet u, hoe het volume (Favorite Level) voor elke stap wordt gespecificeerd. Gebruik dit om het volume van elk geluid in de live uitvoering aan te passen. 1.
Een lijst met veelgebruikte geluiden creëren (Favorite) 3. Druk op of om ‘Remove Bank’ te selecteren, en druk dan op [F8 (Select)]. Als u alle registraties uit bank 1 heeft verwijderd, zal ‘Remove Bank 1’ in het scherm worden getoond. Alle gegevens worden verwijderd.. Een tekstbestand importeren (Import Text) U kunt een tekstbestand op de computer creëren, en dit in de Fantom-G importeren, zodat dit in het Favorite scherm wordt weergegeven. Een song registreren (Set Song) 1.
Een lijst met veelgebruikte geluiden creëren (Favorite) Overzicht Een tekstbestand verwijderen (Remove Text) Hier ziet u, hoe een tekstbestand dat u heeft geïmporteerd verwijderd wordt. Ga naar het Favorite Edit-scherm en druk op [F1 Bank ] of [F2 Bank ], om de bank waarvan de tekst verwijderd moet worden te selecteren. 2. Druk op [F6 (Util Menu)]. Geluid1 1. Het Favorite Utility Menu venster verschijnt. 3. Geluid2 Druk op of om ‘Remove Text’ te selecteren, en druk dan op [F8 (Select)].
Spelen in de Live Mode Live mode is ontworpen voor live uitvoeringen. Hier kunt u maximaal acht Patches (of ritme sets of Sample sets) tegelijkertijd spelen. U kunt bijvoorbeeld een pianogeluid stapelen (p.62) met strijkers of geluiden verspreid over het toetsenbord splitsen (p.62), zodat de rechterhand een pianogeluid speelt, terwijl de linkerhand een basgeluid speelt.
Spelen in de Live Mode Overzicht Functies in het Live Play (Layer/Split) scherm fig.08-002.j 1 2 3 4 6 5 8 9 14 10 11 13 Page Geeft de huidige geluidsgenerator mode aan. p. 39 p. 150 3 Geeft de aan/uit status van elk effect aan. PFX Patch multi-effect MFX1 Multi-effect 1 MFX2 Multi-effect 2 IFX Input effect CHO Chorus REV Reverb MAS Mastering effect Geeft de huidige locatie van de song aan, en de status van de sequencer. 4 De Menu/Exit/Shortcut knoppen voor de USB muis. p.
Spelen in de Live Mode Een Live Set selecteren Live sets uit de lijst selecteren De Fantom-G heft twee live set banken: de User bank en de Preset Een lijst met live sets kan weergegeven worden, en uit deze lijst kan banken. een live set geselecteerd worden. USER 1. Druk op [LIVE]. Dit is de bank binnen de Fantom-G die herschreven kan worden. 2. Druk op [F5 (LiveSet List)]. Live Sets die u creëert kunnen in deze bank opgeslagen worden. U kunt 512 live sets opslaan.
Spelen in de Live Mode Als u de Pads indrukt, zult u het Part horen waarvoor de Pad schakelaar is aangezet. Overzicht en druk op [INC] om de Pad schakelaar van het Part dat u via de Pads wilt spelen aan te zetten. fig.08-007_50 Patch Type blijft indrukken, zal het scherm naar beneden ‘scrol- len’, zodat u Parts van uitbreidingskaarten (indien een uitbreidingskaart is geïnstalleerd) of externe MIDI uitvoer Parts kunt selecteren. Zorg, dat het Patch type op ‘SAMPLE of ‘RHYTHM’ is ingesteld.
Spelen in de Live Mode Geluiden combineren en samen spelen (Layer) In de live mode kunt u de geluiden spelen van alle Parts, waarvan de keyboardschakelaar aan staat. Wanneer de Parts gecombineerd worden, zullen vettere geluiden geproduceerd worden. Verschillende geluiden in verschillende gebieden van het toetsenbord spelen (Split) In de Live mode kunt u wel 56 verschillende Patches verdeeld over het toetsenbord (split) spelen.
Spelen in de Live Mode U kunt van Part-groep veranderen door [SHIFT] ingedrukt te houden en op In het Live Set Part Mixer scherm kunt u het niveau en de effect-instellingen van elk Part aanpassen, alsof u een mengpaneel gebruikt. De Part instellingen bewerken Geluid1 voor elk Part worden ingesteld. Druk op [LIVE].. Gebruik [F6 ] om tussen Mixer 1 / 2 af te wisselen. 1. Gebruik [CURSOR] om de cursor naar de parameter die u wilt bewerken te verplaatsen. 2.
Spelen in de Live Mode *1 Parts waarvan de Recording Switch uit is, zullen niet in de geluidstracks van de sequencer worden opgenomen. (Deze worden ook niet gesampled). U kunt dit uitzetten voor een Part dat u wilt horen, maar niet als geluid (audio) opnemen. Normaalgesproken laat u dit aan staan. Effecten worden niet toegepast op een Part waarvan de Recording Switch uit is.
Spelen in de Live Mode Overzicht Uitvoeren met de Arpeggio Voor details over het gebruik van de Arpeggio, zie ‘Arpeggio’s spelen’ (p.78). Geluid1 Uitvoeren met de Realtime Controllers en D Beam Controller Geluid2 Voor details over de instelling kijkt u bij ‘De parameter die door de Realtime Controllers of D Beam Controller wordt bestuurd selecteren (Control Setting)’ (p.142).
Spelen in de Studio Mode De Studio Mode gebruikt u wanneer u een song opneemt. Hier vindt u zestien Parts, en aan al deze Parts kunt u een Patch (of ritme set of Sample set) toewijzen, zodat zestien verschillende geluiden gelijktijdig gebruikt kunnen worden. U kunt het Mixer scherm gebruiken om het niveau en de pan van de zestien Parts aan te passen. Het Studio Play scherm weergeven In het Studio Play scherm kunt u het niveau en de effectinstellingen van elk Part aanpassen, alsof u een mengpaneel gebruikt.
Spelen in de Studio Mode U kunt van Part-groep veranderen door [SHIFT] ingedrukt te houden en op 2 4 8 6 De Fantom-G heeft twee studio set banken, de User bank en de Preset banken. USER Dit is de bank binnen de Fantom-G die herschreven kan worden. 7 Studio sets die u creëert kunnen in deze bank opgeslagen worden. 128 studio sets kunnen opgeslagen worden. Dit is de bank binnen de Fantom-G die niet herschreven kan worden. U kunt echter de instellingen van de op dat moment geselecteerde 2 4 pag.
Spelen in de Studio Mode Studio sets uit de lijst selecteren Een lijst met studio sets kan weergegeven worden, en u kunt uit deze Het Studio Play scherm gebruiken lijst een studio set selecteren. 1. Druk op [STUDIO]. Als u de instellingen van een Studio Set wijzigt, wordt in het Studio Play scherm aangegeven. Instellingen die u wijzigt zijn tijdelijk, en zullen verloren gaan als u de stroom uitzet, van geluidsgenerator mode verandert of een ander geluid selecteert.
Spelen in de Studio Mode ‘De weergegeven Part groep veranderen’ (p.67). Gebruik [F6 ] om tussen Mixer 1 / 2 af te wisselen. Hier wordt uitgelegd, hoe het Part dat u vanaf het toetsenbord wilt spelen geselecteerd wordt. Elk Part heeft een instelling genaamd de ‘Keyboardschakelaar’, die bepaalt of dat Part zal klinken in respons Mixer1/2 op het toetsenbord. Als dit voor alle Parts is uitgezet, zal het huidige Mixer1 Mixer2 2. Druk op [F6 3.
Spelen in de Studio Mode Uitvoeren met de Arpeggio Voor details over het gebruik van de Arpeggio, zie ‘Arpeggio’s spelen’ (p.78). Uitvoeren met de Realtime Controllers en D Beam Controller Voor details over de instelling kijkt u bij ‘De parameter die door de Realtime Controllers of D Beam Controller wordt bestuurd selecteren (Control Setting)’ (p.142). Effecten instellen Voor details met betrekking tot effectinstellingen kijkt u op de pagina’s die hieronder worden aangegeven.
03: Geluidsgenerator, Sectie 2 (geluiden besturen) In dit hoofdstuk worden de Realtime controllers, de arpeggiator, en de Chord Memory functie uitgelegd. • Real Time Controller .................................................... p. 72 • Arpeggio’s................................................................. p. 78 • Chord Memory ........................................................... p.
Het geluid in Realtime wijzigen U kunt de D Beam controller, Realtime controllers, toewijsbare schakelaars of een pedaal gebruiken om een geluid te wijzigen, terwijl u speelt. Als Live mode geselecteerd is wordt de D Beam controller aan/ uit instelling opgeslagen voor elke live set, als onderdeel van de Live Set instellingen. Zo ook in de Studio mode, waar deze Hier worden de procedure en instellingen voor het gebruik van instelling als onderdeel van de studio set wordt opgeslagen.
Het geluid in Realtime wijzigen 3. Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op [F7 (Sys Write)]. Druk op [EXIT] om het Solo Synth venster te sluiten. Pad Trigger (aan Pad gerelateerde instellingen) Instellingen voor de Solo Synth worden als systeeminstellingen opgeslagen. In dit scherm wordt de naam van de parameter, die door de alternatief voor het fysiek indrukken van de Pads zelf. cursor is geselecteerd, in het ‘ 2.
Het geluid in Realtime wijzigen LFO Osc 1 Pitch Depth Cutoff Specificeert de diepte waarmee de LFO de OSC 1 Pitch zal module- Selecteert de frequentie waarop het filter effect begint te krijgen op ren. de frequentie componenten van de golfvorm. Waarde: -63 - +63 Waarde: 0-127. LFO Osc 2 Pitch Depth Resonance Specificeert de diepte waarmee de LFO de OSC 2 Pitch zal module- Benadrukt het gedeelte van het geluid in de regio van de cutoff fre- ren. quentie, geeft het geluid karakter.
Het geluid in Realtime wijzigen Assignable 2. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen, en draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] om de instelling te maken. 3. Druk op [EXIT] om het venster te sluiten. Type (Assignable Type) Knoppen, schuifregelaars of S1/S2 knoppen gebruiken om het geluid te wijzigen (Realtime Controller) U kunt de knoppen, schuifregelaars en [S1] [S2] knoppen gebruiken om het geluid in Realtime te wijzigen. 1.
Het geluid in Realtime wijzigen Realtime Controller instellingen veranderen Knop 1-4 instellingen 1. Houd [SHIFT] ingedrukt en draai aan één van de knoppen. Het Knob scherm verschijnt. 2. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen, en draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] om deze in te stellen. 3. Om de instellingen op te slaan drukt u op [F7 (Sys Write)]. Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren. Schuifregelaar 1-8 instellingen 1.
Het geluid in Realtime wijzigen S1/S2 Switch instellingen Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [S1] [S2]. Het Switch scherm verschijnt. 2. Om de instellingen op te slaan drukt u op [F7 (Sys Write)]. Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren. U kunt het geluid wijzigen door een pedaal in te drukken, dat op de PEDAL CONTROL 1, 2 jacks op het achterpaneel is aangesloten.
Arpeggio’s spelen Over Arpeggio 2. Met de Arpeggio functie van de Fantom-G kunt u arpeggio’s automatisch produceren, door simpelweg een aantal toetsen ingedrukt te houden, en een corresponderend arpeggio zal automatisch gespeeld worden. * Arpeggio’s spelen Druk op de VALUE draaiknop of [INC] [DEC] om de tempowaarde (5.00-300.00) in te stellen of stel de waarde in door een aantal keren in hetzelfde ritme (Tap Tempo) op [F6 (Tap Tempo)] te drukken.
Arpeggio’s spelen ficeerd. Waarde: , Het aantal variaties verschilt, afhankelijk van de arpeggio stijl. Keyboard Velocity (Arpeggio Keyboard Velocity) Motif (Arpeggio Motif) Specificeert het volume van noten die u spelt. Stelt de volgorde waarin de noten van het akkoord zullen klinken in. Waarde Ingedrukte noten zullen klinken, beginnend van laag naar hoog. DOWN: Ingedrukte noten zullen klinken, van hoog naar laag.
De Chord Memory functie gebruiken (Chord Memory) Over de Chord Memory functie Spelen met de Chord Memory functie Chord memory is een functie waarmee akkoorden, gebaseerd op een voorgeprogrammeerde Akkoord vormen gespeeld kunnen worden, door slechts één toets op het toetsenbord in te drukken. De Fantom- Gebruik ‘Arpeggio Part Number’ (p.146) om de Parts te specificeren die gebruik zullen maken van de Chord Memory functie. De Arpeggio functie (p.
De Chord Memory functie gebruiken (Chord Memory) Uw eigen akkoordvormen creëren Overzicht Een akkoord laten spelen in de volgorde van de samenstellende noten (Rolled Chord) De geprepareerde interne akkoordvormen, die de samenstelling Dit maakt dat de noten binnen een akkoord achtereenvolgend klinken, in plaats van tegelijkertijd. Omdat de afspeelsnelheid zal veranderen volgens de sterkte waarmee u op het toetsenbord speelt, kunt bespelen van een gitaar te creëren. 1.
De Chord Memory functie gebruiken (Chord Memory) De door u gecreëerde akkoordvormen opslaan De akkoordvormen die u creëert zijn tijdelijk. Deze worden verwijderd op het moment dat u de stroom uitzet of een andere Stijl selecteert. Als u een akkoordvorm die u heeft gemaakt wilt behouden, slaat u deze in het User geheugen van de Fantom-G op. 1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [CHORD MEMORY]. Controleer of de geselecteerde akkoordvorm opgeslagen moet worden. 2. Druk op [F7 (Write)].
04: Geluidsgenerator, sectie 3 (geluiden creëren) In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe geluiden, zoals Patches, live sets, en effecten, gecreëerd worden. • Patch .......................................................................... p.84 • Ritme set ................................................................... p.112 • Sample set ................................................................ p.126 • Live set/Studio set ...................................................... p.
Een Patch creëren Met de Fantom-G heeft u totale controle over een grote variëteit aan instellingen. Elk onderdeel, dat ingesteld kan worden, wordt een parameter genoemd. Als u de waarde van parameters verandert, doet u iets dat ‘bewerken’ wordt genoemd. In dit hoofdstuk worden de procedures die gebruikt worden voor het creëren van Patches, en de functies van de Patch parameters uitgelegd.
Een Patch creëren 3. 9. Als u de door u aangebrachte veranderingen wilt behouden, drukt u op [QWRITE] om de Save handeling (p.88) uit te voeren. Indien u veranderingen niet wilt opslaan, drukt u op [EXIT]. Als u naar het Single Play scherm terugkeert zonder op te slaan, wordt het Details van elke parameter vindt u op de volgende pagina’s.. Pagina Parameter naam Pagina Pitch Envelope TVF TVF Envelope p. 97 Structure Type p. 92 p. 98 p. 100 LFO1/2 Step LFO p. 103 p. 104 TVA Envelope p.
Een Patch creëren 3. Alle parameters van een Patch bewerken (Patch Pro Edit) De parameters zijn in verschillende bewerkingsgroepen ondergebracht. Druk op [F1 (UP)] of [F2 (Down)] om de tab van de bewerkingsgroep, die de te bewerken parameter bevat, te selecteren. In het Patch Pro Edit scherm kunnen alle parameters van een Patch bewerkt worden. Zie ‘Functies van Patch parameters’ (p.89) voor de functies 1. van alle parameters. Selecteer de Patch waarvan u de instellingen wilt bewerken (p.47).
Een Patch creëren ‘Initialiseren’ betekent het terugzetten van de instellingen van het op dat moment geselecteerde geluid naar een standaard serie waarden. geselecteerde Patch. Deze handeling kopieert de instellingen van een gewenste Patch naar de huidig geselecteerde Patch. U kunt deze optie gebruiken om het bewerkingsproces sneller en gemakkelijker te maken. 1. Selecteer hetgeen u wilt kopiëren en de Patch die als kopieerbestemming fungeert (p.47). 2. Druk op [PATCH]. 3. Druk op [F4 (Util Menu)].
Een Patch creëren Waarschuwing bij selectie van een golfvorm De geluiden van de Fantom-G zijn gebaseerd op ingewikkelde PCM golfvormen, en als u probeert instellingen te maken die botsen met het type van de originele golfvorm, zullen de resultaten niet zijn zoals u verwacht. De interne golfvormen van de Fantom-G vallen onder de volgende twee banken. One-shot: Deze golfvormen bevatten geluiden met korte decays. Een one-shot golfvorm neemt de initiële stijging en daling van het geluid op.
Een Patch creëren 6. Door [F6 (Compare)] in te drukken kunt u de Patch die als opslagbestemming fungeert controleren (Compare functie). 7. Functies van de Patch parameters In deze sectie worden de functies die verschillende Patch parameters hebben uitgelegd, alsmede samenstelling van deze parameters. Druk op [F8 (Write)]. In een bericht wordt om bevestiging gevraagd. met gebruik van gespecificeerde MIDI berichten (Matrix Control).
Een Patch creëren Patch Priority Stretch Tune Depth Dit bepaalt hoe de noten behandeld worden als de maximale polyfo- Met deze instelling kunt u ‘stretched tuning’ op de Patch toepassen. nie wordt overschreden (128 stemmen).
Een Patch creëren Resonance Offset (resonantie verschuiving) Golfvormen wijzigen (Wave) hoogte, terwijl de relatieve verschillen tussen de resonantiewaardes, die voor elke Tone met de Resonance parameter zijn ingesteld (p.98). Wave Group Bereik: -63-+63 Selecteert de groep voor de golfvorm die de basis van de Tone * Resonantie: benadrukt de boventonen in de regio van de cutoff frequentie, geeft het geluid karakter.
Een Patch creëren Wave Gain FXM Color Stelt de gain (versterking) van de golfvorm in. De waarde verandert Specificeert hoe FXM frequentie modulatie toegepast zal worden. in stappen van 6 dB (decibel), een toename van 6 dB verdubbelt de versterking (gain) van de golfvorm. Hogere instellingen resulteren in een meer korrelig geluid, terwijl lagere instellingen een meer metaalachtig geluid produceren.
Een Patch creëren fig.06-017 fig.06-021 TONE 1 (3) WG TVA TYPE 8 TVF R: Ring Modulator TONE 1 (3) WG TONE 2 (4) WG TVF TVA R B TONE 2 (4) Overzicht B: Booster TYPE 4 WG TVF TVA TVF TVA Dit type stuurt de gefilterde Tone 1 (3) en Tone 2 (4) door een ring bineert vervolgens de twee filters. De TVA van Tone 1 (of 3) regelt de volumebalans tussen de twee Tones en past het booster niveau aan.
Een Patch creëren Booster 1&2, 3&4 (Booster Gain 1&2, 3&4) Wanneer een Structure Type van TYPE 3 of TYPE 4 is geselecteerd, Ring Modulator kunt u de diepte van de booster aanpassen. De booster verhoogt het ingangssignaal, om het geluid te vervormen. Dit creëert het distor- Een ring modulator vermenigvuldigt de golfvorm van twee tion (vervorming) effect dat vaak gebruikt wordt voor elektrische gitaren. Hogere instellingen produceren meer vervorming.
Een Patch creëren Velocity Range Lower Dit bepaalt wat er met het niveau van de Tone gebeurt als een noot, Dit stelt de laagste Velocity in, waarop de Tone zal klinken. Maak die hoger is dan de gespecificeerde toetsenbord reeks van de Tone, wordt gespeeld. deze instellingen als u verschillende Tones wilt laten klinken, in respons op noten die op verschillende sterktes worden gespeeld. Hogere instellingen produceren een meer geleidelijke verandering in Waarde: 1-UPPER volume.
Een Patch creëren De toonhoogte wijzigen (Pitch/ Pitch Env) Wave Pitch Key Follow Dit specificeert de hoeveelheid verandering in toonhoogte die optreedt als u een toets een octaaf hoger speelt (d.w.z: 12 toetsen omhoog op het toetsenbord). Pitch Als u wilt, dat de toonhoogte één octaaf hoger wordt, zoals op een Tone Coarse Tune ★ toonhoogte twee octaven stijgt, zet u dit op ‘200’.
Een Patch creëren gespeelde noot toegepast. Waarde: -63– +63 Pitch Env Time 4 Velocity Sens Gebruik deze parameter dal u wilt dat de snelheid waarmee de toets wordt losgelaten (Key Release snelheid) de Time 4 waarde van de Pitch Envelope beïnvloedt.
Een Patch creëren De helderheid van een geluid met een filter wijzigen (TVF/TVF Env) Cutoff Frequency ★ Selecteert de frequentie waarop het filter een effect op de frequentie componenten van de golfvorm begint te krijgen. Waarde: 0-127 TVF Als ‘LPF/LPF2/LPF3’ voor de Filter Type parameter is geselecteerd, Filter Type reduceren lagere cutoff frequentie instellingen de hoge boventonen van een Tone, voor een ronder, warmer geluid. Met hogere instellin- Selecteert het type filter.
Een Patch creëren Resonance Velocity Sens Gebruik deze parameter als u wilt dat de cutoff frequentie verandert Hiermee kan de toetsenbord Velocity de hoeveelheid resonantie wij- volgens de toets die wordt ingedrukt. Gerelateerd aan de cutoff frequentie op de C4 toets (middelste C) maken positieve (+) instellingen zigen. Als u wilt, dat sterk gespeelde noten een sterker resonantie effect hebben, stelt u deze parameter op positieve (+) instellingen in.
Een Patch creëren TVF ENV (TVF Envelope) Het volume aanpassen (TVA/TVA Env) TVF Env Depth Specificeert de diepte van de TVF envelope. Hogere instellingen zor- TVA gen dat de TVF envelope meer verandering produceert. Negatieve () instellingen keren de vorm van de envelope om. Tone Level ★ Waarde: -63-+63 Stelt het volume van de Tone in. Deze instelling is voornamelijk TVF Env Time Key Follow bruikbaar voor het aanpassen van de volumebalans tussen Tones.
Een Patch creëren Tone Pan Key Follow Bias maakt dat het volume door de toetsenbord positie wordt beïn- Gebruik deze parameter als u wilt dat de toets positie de panning vloed. Dit is bruikbaar voor het veranderen van het volume middels de toetsenbord positie (toonhoogte), als akoestische instrumenten beïnvloedt. Positieve (+) instellingen maken dat noten hoger dan C4 (middelste C) toenemend verder naar rechts worden gepanned, en geselecteerd zijn.
Een Patch creëren TVA Env Time 4 Velocity Sens De parameter die gebruikt wordt als de release snelheid de Time 4 waarde van de TVA envelope moet besturen. Als u wilt, dat Time 4 sneller wordt bij snel losgelaten noten, stelt u deze parameter op een positieve (+) waarde in. Als u wilt, dat deze langzamer wordt, zet u dit op een negatieve (-) waarde. Output Specificeert hoe het directe geluid van elke Tone uitgevoerd zal worden.
Een Patch creëren Waarde: 0-127 Waveform (LFO1/LFO2 Waveform) Offset (LFO1/LFO2 Offset) Selecteert de golfvorm van de LFO. Verhoogt of verlaagt de LFO golfvorm, gerelateerd aan de centrale Waarde waarde (toonhoogte of cutoff frequentie). Positieve (+) instellingen verplaatsen de golfvorm, zodat er geen modulatie van de centrale Sinusgolf TRI: Driehoeksgolf SAW-U: Zaagtandgolf waarde opwaarts zal plaatsvinden.
Een Patch creëren Fade Mode (LFO1/LFO2 Fade Mode) Pan Depth (LFO1/LFO2 Pan Depth) [_S] Specificeert hoe de LFO toegepast zal worden. Specificeert hoe diep de LFO de pan zal beïnvloeden. Waarde: ON <, ON >, OFF <, OFF > Waarde: -63-+63 Nadat u ‘Hoe de LFO wordt toegepast’ (p.104) heeft gelezen, Positieve (+) en negatieve (-) instellingen voor de Depth para- verandert u de instelling totdat het gewenste effect is bereikt.
Een Patch creëren Fade Time: de tijd waarbinnen de LFO amplitude het maxi- ● De LFO direct toepassen als de toets wordt ingedrukt, en het effect dan geleidelijk laten afnemen fig.06-044.e Hoog (meer) Delaytijd ON > Delay Time: de tijd dat de LFO zal doorgaan, nadat het toet- MONO: alleen de laatst gespeelde noot klinkt POLY: worden. Twee of meer noten kunnen gelijktijdig gespeeld Legato Switch senbord is bespeeld.
Een Patch creëren Portamento Switch Portamento Start Specificeert of het Portamento effect toegepast zal worden (ON) of Wanneer een andere toets wordt ingedrukt tijdens een verandering niet (OFF). in toonhoogte die door portamento wordt geproduceerd, zal een nieuwe verandering in toonhoogte beginnen. Deze instelling specifi- Waarde: OFF, ON ceert de toonhoogte waarop de verandering zal beginnen. Waarde Portamento PITCH: Portamento is een effect dat de toonhoogte van de eerst fig.06-048.
Een Patch creëren OFF-N: In plaats van gespeeld te worden, terwijl de toets wordt ingedrukt, begint de Tone te spelen wanneer de tijdsperiode die in de Delay Time parameter is Tone Delay Mode gespecificeerd verstreken is nadat de toets is losgela- Selecteert het type Tone delay. ten. Dit is effectief in situaties waarbij ruis van gitaren en andere instrumenten wordt gesimuleerd. Waarde Overzicht Diverse instellingen (Misc) fig.06-053.
Een Patch creëren Tone Delay Time Tone Receive Pan Mode Specificeert de tijd vanaf het moment dat de toets wordt ingedrukt Specificeer voor elke Tone hoe pan berichten ontvangen zullen wor- (of als de Delay Mode parameter op ‘OFF-N’ of ‘OFF-D’ is ingesteld, de tijd vanaf het moment dat de toets wordt losgelaten), totdat de den. Tone hoorbaar wordt. CONT: Als Pan berichten worden ontvangen zal de stereo- K-ON: De pan van de Tone wordt alleen veranderd als de volgende noot wordt gespeeld.
Een Patch creëren TVF ENV: TVF envelope TVA ENV: TVA envelope Velocity en Key Follow corresponderen met Note berichten. Matrix Control Hoewel er geen MIDI berichten voor LFO 1 via TVA Envelope MIDI apparaat wilt veranderen, zouden System Exclusive berichten – MIDI berichten die exclusief voor de Fantom-G zijn zijn, kunnen deze als Matrix Control gebruikt worden. In dit geval kunnen de Tone instellingen in realtime veranderd wor- ontworpen – verzonden moeten worden.
Een Patch creëren ● De manier waarop effecten worden toegepast veranderen OUTPUT LEVEL: ● TVF ENV A-TIME: CHORUS SEND: verandert de hoeveelheid chorus. verandert de Env Time 2 en Env Time 3 parameters van de TVF enve- REVERB SEND: verandert de hoeveelheid reverb. lope. TVF ENV D-TIME: TVF ENV R-TIME: LFO toepassen om geluiden te moduleren LFO1/LFO2 PITCH DEPTH: verandert de vibrato diepte. LFO1/LFO2 TVF DEPTH: verandert de wah diepte. LFO1/LFO2 TVA DEPTH: verandert de tremolo diepte.
Een Patch creëren Control Sens 1-4 (Matrix Control Sens 1-4) past in. Als u de geselecteerde parameter in een positieve (+) richting van de huidige instelling wilt wijzigen – bijv. een hogere waarde, naar rechts of sneller, enz. – selecteert u een positieve (+) waarde. Om de geselecteerde parameter in een negatieve (-) richting van de huidige instelling wilt wijzigen – bijv. een lagere waarde, naar links Druk op de [F5 (PFX)] knop om naar het PFX (Patch Multi-effect) bewerkingsscherm te gaan (p.157).
Een ritmeset creëren Met de Fantom-G heeft u volledige controle over een brede reeks instellingen. Elk onderdeel dat ingesteld kan worden, staat bekend als een parameter. Als u de waarde van parameters verandert, doet Een ritmeset snel bewerken (Patch Zoom Edit) u wat doorgaans bewerken wordt genoemd. In dit hoofdstuk worden de procedures voor het creëren van ritmesets, en de functies van de ritmeset parameters uitgelegd.
Een ritmeset creëren 3. 9. Als u de door u gemaakte veranderingen wilt opslaan, drukt u op [WRITE] om de Save handeling uit te voeren (p.116). Als u de veranderingen niet wilt behouden, drukt u op [EXIT] om naar het Single Play scherm terug te keren. Als u zonder op te slaan naar het Single Play scherm terugkeert, Details van elke parameter vindt u op de volgende pagina’s. Pagina Pitch Envelope p. 121 TVF TVF Envelope p. 122 p. 124 TVA Envelope p.
Een ritmeset creëren Alle parameters bewerken (Patch Pro Edit) 3. In het Patch Pro Edit scherm kunnen alle parameters van een Patch Zie ‘Functies van ritmeset parameters’(p.117) voor de worden bewerkt. 1. functies van elke parameter. • Selecteer de ritmeset, waarvan u de instellingen wilt bewerken (p.52). Om het te bewerken Part te veranderen Druk op [F7 (Part Select)]. 4. Gebruik of om de cursor naar de parameter die u wilt wijzigen te verplaatsen. 5.
Een ritmeset creëren Rhythm Tone instellingen kopiëren (Rhythm Tone Copy) Deze handeling kopieert de instellingen van elke gewenste ritmeset ‘Initialiseren’ betekent de instellingen van het op dat moment gese- naar de op dat moment geselecteerde ritmeset. U kunt deze functie lecteerde geluid terugzetten in een standaard set waardes of de fabrieksinstellingen. gebruiken om het bewerkingsproces sneller en gemakkelijker te maken. geselecteerde geluid.
Een ritmeset creëren Door u gecreëerde ritmesets opslaan (Write) Waarschuwing bij selectie van een golfvorm De geluiden van de Fantom-G zijn gebaseerd op ingewikkelde PCM golfvormen, en als u probeert instellingen te maken die botsen met het type van de originele golfvorm, zullen de resultaten niet zijn zoals u verwacht. De interne golfvormen van de Fantom-G vallen onder de volgende twee banken. One-shot: Deze golfvormen bevatten geluiden met korte decays.
Een ritmeset creëren 5. Door [F6 (Compare)] in te drukken, kan de ritmeset van de 6. Functies van de ritmeset parameters opslagbestemming gecontroleerd worden (Compare functie). In deze sectie worden de functies van de verschillende ritmeset parameters uitgelegd, alsmede samenstelling van deze Druk op [F8 (Write)]. parameters. In een bericht wordt om bevestiging gevraagd. ( Zet de Fantom-G nooit uit, terwijl data wordt opgeslagen. 7.
Een ritmeset creëren Rhythm Tone Name U kunt aan de Rhythm Tone een naam van maximaal twaalf tekens Tone Receive Expression (Rhythm Tone Receive Expression Switch) toewijzen. Specificeer voor elke Rhythm Tone of MIDI Expressie berichten ont- Door [ENTER] in te drukken kunt u de Rhythm Tone een naam geven. vangen zullen worden (ON) of niet (OFF). Waarde: spatie, A-Z, a-z, 0-9, ! '' # $ % & ‘( ) * + , - .
Een ritmeset creëren Wave Number L (Mono) Wave Number R Dit selecteert de Waves waaruit de Rhythm Tone bestaat. Samen met Met Rhythm Tones worden geluid gecreëerd door maximaal vier Waves te combineren (acht bij stereo). het Wave nummer verschijnt de Wave naam in het onderste gedeelte van het scherm. Overzicht Golfvormen wijzigen (Wave) In de mono mode wordt alleen de linkerkant (L) gespecificeerd. In stereo wordt de rechterkant (R) ook gespecificeerd.
Een ritmeset creëren ritme set worden met de Rhythm Level parameter ingesteld (p.117). FXM FXM (Frequency Cross Modulation) gebruikt een Wave Pan gespecificeerde golfvorm om frequentie modulatie op de huidig geselecteerde golfvorm toe te passen, waardoor complexe Dit specificeert de pan van de golfvorm. ‘L64’ is uiterst links, ‘0’is boventonen worden gecreëerd. Dit is bruikbaar voor het creëren van dramatische geluiden of geluidseffecten. midden, en ‘63R’ is uiterst rechts.
Een ritmeset creëren Pitch Env (Pitch Envelope) Waarde: LOWER-127 Upper onder de Lower in te stellen, zal de andere waarde automatisch op dezelfde instelling worden gezet. Pitch Env Depth Past het effect van de Pitch Envelope aan. Hogere instellingen maken dat de Pitch Envelope meer verandering produceert. Negatieve (-) instellingen keren de vorm van de envelope om.
Een ritmeset creëren Pitch Env Level 0–4 Specificeer de Pitch envelope niveaus (Level 0 – Level4). Dit bepaalt hoeveel de toonhoogte op elk punt verandert van de referentie toonhoogte (de waarde die met Coarse Tune of Fine Tune in het Pitch De helderheid van een geluid met een filter wijzigen (TVF/TVF Env) scherm is ingesteld). TVF Positieve (+) instellingen maken dat de toonhoogte hoger wordt dan Filter Type de standaard toonhoogte, en negatieve (-) instellingen maken dat deze lager wordt.
Een ritmeset creëren Selecteert de frequentie waarop het filter een effect op de frequentie Gebruik deze parameter als de cutoff frequentie die toegepast zal componenten van de golfvorm begint te krijgen. Waarde: 0-127 worden als resultaat van veranderingen in de speeldynamiek wordt veranderd. Als u wilt, dat sterk gespeelde noten de cutoff frequentie Als ‘LPF/LPF2/LPF3’ voor de Filter Type parameter is geselecteerd, hoger maken, zet u deze parameter op positieve (+) instellingen.
Een ritmeset creëren TVF Env Het volume aanpassen (TVA/TVA Env) TVF Env Depth Specificeert de diepte van de TVF envelope. Hogere instellingen TVA maken dat de TVF envelope meer verandering produceert. Negatieve (-) instellingen keren de vorm van de envelope om. Tone Level (Rhythm Tone Level) Waarde: -63-+63 voor het aanpassen van de volumebalans tussen Rhythm Tones. TVF Env Time 1-4 (TVF Envelope Time 1-4) Waarde: 0-127 Stelt het volume van de Rhythm Tone in.
Een ritmeset creëren TVA Env Level 1–3 Deze instelling maakt dat de panning tussen links en rechts Specificeer de TVA envelope niveaus (Level 1 – Level3). Deze instel- afwisselt, elke keer dat een toets wordt ingedrukt. Hogere instellingen reduceren een grotere hoeveelheid verandering.
Een Sample Set creëren Met de Fantom-G heeft u volledige controle over een brede reeks 3. instellingen. Elk onderdeel dat ingesteld kan worden, staat bekend als een parameter. Als u de waarde van parameters verandert, doet u wat doorgaans bewerken wordt genoemd. In dit hoofdstuk wor- Details van elke parameter vindt u op de volgende pagina’s: den de procedures die gebruikt worden bij het creëren van Sample sets, en de functies van de Sample set parameters uitgelegd.
Een Sample Set creëren Gebruik of om de cursor naar de parameter die u wilt wijzigen te verplaatsen. 5. Draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] om een waarde in te stellen. 6. Herhaal stappen 3-5 om elke parameter die u wilt bewerken in te stellen. 7. Als u de door u gemaakte veranderingen wilt opslaan, drukt u op [WRITE] om de Save handeling uit te voeren (p.128). Als u de veranderingen niet wilt behouden, drukt u op [EXIT] om naar het Single Play scherm terug te keren.
Een Sample Set creëren Door u gecreëerde Sample sets opslaan (Write) 7. Druk op [F8 (Write)]. In een bericht wordt om bevestiging gevraagd. Zet de Fantom-G nooit uit, terwijl data wordt opgeslagen. Veranderingen die in geluidsinstellingen worden aangebracht zijn tijdelijk, en zullen verloren gaan als u de stroom uitzet of een ander geluid selecteert. Om het gewijzigde geluid te behouden, moet dit in de User bank worden opgeslagen.
Een Sample Set creëren In deze sectie worden de functies van de verschillende Sample set Direction Specificeert de richting waarin de Sample zal spelen. Waarde: FWD: speel voorwaarts REV: speel achterwaarts parameters uitgelegd, alsmede samenstelling van deze parameters. Trigger Mode het corresponderende nummer gebruiken om de waarde in te stellen indrukt. fig.
Een Sample Set creëren Golfvormen wijzigen (Wave) De toonhoogte wijzigen (Pitch) Sample Number L (Mono) Sample Number R Tone Coarse Tune (Sample Tone Coarse Tune) Dit selecteert de Samples waaruit de Sample Tone bestaat. Samen Waarde: -48– +48 met het Sample nummer verschijnt de Sample naam in het onderste gedeelte van het scherm. Tone Fine Tune (Sample Tone Fine Tune) In de mono mode wordt alleen de linkerkant (L) gespecificeerd.
Een Sample Set creëren Tone Level (Sample Tone Level) Stelt het volume van de Sample Tone in. Gebruik deze parameter voor het aanpassen van de volumebalans tussen Sample Tones. Uitvoer instellingen (Output) Overzicht Het volume aanpassen (Amp) Tone Output Level Specificeert het signaalniveau van elke Tone. Waarde: 0-127 Tone Chorus Send Level Tone Pan (Sample Tone pan) Specificeert het Niveau van het signaal dat voor elke Tone naar de Stelt de pan van de Sample Tone in.
Een Live/Studio Set creëren Met de Fantom-G heeft u volledige controle over een brede reeks instellingen. Elk onderdeel dat ingesteld kan worden, staat bekend als een parameter. Als u de waarde van parameters verandert, doet u wat doorgaans bewerken wordt genoemd. In dit hoofdstuk worden de procedures die gebruikt worden bij het creëren van Live/ Studio sets, en de functies van de Live/Studio set parameters NAME Live Set Name Studio Set Name Specificeert de naam van de Live/Studio set.
Een Live/Studio Set creëren 4. U kunt de Part instellingen in de vorm van een lijst bekijken. Dit In dit scherm wordt de naam van de parameter die met de wordt het ‘Part View’ scherm genoemd. In dit scherm kunt u een lijst bekijken, waarin instellingen voor alle Parts tegelijk worden cursor wordt geselecteerd in het ‘ getoond, zoals de Patch die aan elk Part is toegewezen, en zijn 1. Druk op [LIVE] of [STUDIO]. 2. Druk op [F3 (Part View)]. Het Part View scherm verschijnt. fig.
Een Live/Studio Set creëren Level/Pan (Als de Part Group Internal/EXP1/EXP2 is) Receive Switch Specificeer voor elk Part of MIDI berichten ontvangen zullen worden (ON) of niet (OFF). Patch Type Als dit op ‘OFF’ staat, zal het Part niet reageren. Normaalgesproken laat u dit op ‘ON’ staan, maar u kunt dit uitzetten (OFF) als u wilt Stelt de toewijzing van een Patch (Patch), ritmeset (Rhythm) of dat een bepaald Part tijdens het afspelen van een song niet gespeeld Sample set (Sample) aan de Parts in.
Een Live/Studio Set creëren Key Range (Toonhoogte bereik) Keyboard Switch Specificeert voor elk Part of de keyboard controller sectie al dan niet Als u wilt, dat een Bank Select nummer MSB (controllernummer 0) met de interne geluidsgenerator is verbonden. ook verzonden wordt als u van Live/Studio set verandert, specificeert u voor elk Part de waarde die u wilt verzenden (0-127). Als u Normaalgesproken laat u dit uitgeschakeld. U kunt dit aanzetten als u geluiden wilt stapelen.
Een Live/Studio Set creëren Part Velocity Sens Offset Dit verandert het volume en de cutoff frequentie van elk Part, vol- Als u instellingen heeft gemaakt zodat geluiden apart naar de gens de Velocity waarmee de toetsen worden ingedrukt. Als u wilt, dat sterk gespeelde noten het volume of de cutoff frequentie verho- INDIVIDUAL 1 jack en INDIVIDUAL 2 jack worden gestuurd, maar er op dat moment geen plug in de INDIVIDUAL 2 jack is gen, stelt u deze parameter op positieve (+) instellingen in.
Een Live/Studio Set creëren Part Reverb Send Level wordt gestuurd. Waarde: 0-127 * Externe Parts hebben dit onderdeel niet. Pitch Part Octave Shift Past de toonhoogte van het geluid van het Part aan, omhoog of omlaag in eenheden van een octaaf (+/- 3 octaven). Waarde: -3-+3 Stelt het niveau van het signaal dat naar ‘EFX 1 (Effect) 1’ wordt Past de toonhoogte van het geluid van het Part aan, in stappen van gestuurd in, voor elk Part van de uitbreidingskaart.
Een Live/Studio Set creëren Part Pitch Bend Range Specificeert de hoeveelheid verandering in toonhoogte in halve Scale Tune (deel stemming) tonen (2 octaven), die zal optreden als de Pitch Bend hendel wordt bewogen. De hoeveelheid verandering als de hendel wordt gekan- Part Scale Tune C–B teld is voor de linker en rechterkanten op dezelfde waarde ingesteld. Maak scale-tune instellingen voor elk Part. Als u de Pitch Bend Range instelling van de Patch die aan het Part is toegewezen (p.
Een Live/Studio Set creëren Offset Part Vibrato Rate Part Cutoff Offset Past de vibrato snelheid van elk Part aan (de snelheid waarmee de Past de cutoff frequentie van de Patch, ritmeset of Sample set, die toonhoogte wordt gemoduleerd). De toonhoogte zal sneller gemoduleerd worden met hoge instellingen, en langzamer met lage instellin- aan een Part is toegewezen, aan. Waarde: -64-+63 Waarde: -64-+63 Patches hebben ook een Cutoff Offset instelling (p.90).
Een Live/Studio Set creëren Part Release Time Offset Past de TVA / TVF Envelope Release tijd van de aan een Part toegewezen Patch, ritmeset of Sample set aan. Waarde: -64-+63 Mono/Poly/Legato Part Mono/Poly Zet deze parameter op ‘MONO’ als de aan het Part toegewezen Patches hebben ook een Release Time Offset instelling (p.91). De Patch mono gespeeld moet worden of op ‘POLY’ als de Patch polyfoon gespeeld moet worden.
Een Live/Studio Set creëren Part Voice Reserve Deze instelling specificeert het aantal stemmen dat voor elk Part gereserveerd zal worden wanneer meer dan 128 stemmen gelijktijdig gespeeld worden. De instellingen van alle Parts kunnen niet hoger dan 64 worden ingesteld. Het resterende aantal beschikbare stemmen wordt bij (rest=) weergegeven.
Een Live/Studio Set creëren Phase Lock (Phase Lock Switch) De parameter selecteren die door de Realtime Controllers of D Beam controller wordt bestuurd (Control Setting) Stel Phase Lock op ‘ON’ in als u wilt dat onregelmatigheden in de timing van Parts die op hetzelfde MIDI kanaal worden gespeeld onderdrukt worden. Als de Phase Lock op ‘ON’ staat, worden Parts op hetzelfde MIDI kanaal in een status geplaatst waarin hun timing overeenkomt, zodat deze gelijktijdig gespeeld kunnen worden.
Een Live/Studio Set creëren D Beam: SOLO SYNTH De D Beam controller kan gebruikt worden om te functioneren op D Beam Switch een manier die lijkt op een mono synth. Specificeert de bedieningsmode van de D Beam controller. Instellingen voor de Solo Synth worden in de Waarde: OFF: worden om de Pads te laten klinken, als alternatief voor het indrukken van de Pads. In het scherm wordt de naam van de parameter, die met de Hiermee kan de D Beam controller als een mono synthesizer gebruikt worden.
Een Live/Studio Set creëren OSC 1/2 Coarse Tune Cutoff Past de toonhoogte van het geluid van de Tone in stappen van halve Selecteert de frequentie waarop het filter een effect op de frequentie tonen omhoog of omlaag aan (+/- 4 octaven). componenten van de golfvorm begint te krijgen.
Een Live/Studio Set creëren D Beam: ASSIGNABLE te wijzen, kunnen verschillende effecten in Realtime op het geluid worden toegepast. Knob Knob Assign 1–4 Specificeert de functies die door de knoppen bestuurd zullen wor- Overzicht Door een verscheidenheid aan functies aan de D Beam controller toe den. Waarde Studio set individueel als onderdeel van de Live/Studio set instellingen opgeslagen.
Een Live/Studio Set creëren Switch S1/S2 Chord Memory Switch S1/S2 Assign Chord Switch Specificeert de functies die met de [S1]- en [S2]-schakelaars bestuurd Zet de Chord Memory functie (p.80) aan/uit. zullen worden.
Een Live/Studio Set creëren Controller Switch aan/uit instellingen kunnen voor elk Part veranderd worden. De F-toetsen kunnen gebruikt worden om de weergegeven Part F-toets F3 Internal F4 EXP 1 F5 EXP 2 F6 External Wanneer Patches in de Live/Studio Mode worden gebruikt, worden sommige instellingen, zoals de effectinstellingen, door de Live/Studio Set instellingen beïnvloed.
Een Live/Studio Set creëren Live/Studio Set instellingen initialiseren (Init) Een door u gecreëerde Live/ Studio Set opslaan (Write) ‘Initialiseren’ betekent de instellingen van het huidig geselecteerde De instellingen die u bewerkt zijn tijdelijk, en zullen verloren gaan als u de stroom uitzet, van geluidsgenerator mode verandert of een geluid op een standaard set waardes terugzetten. ander geluid selecteert.
Een Live/Studio Set creëren 5. Wanneer de naam is ingevoerd, drukt u op [F8 (OK)]. 6. Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC] [DEC] om het Live/Studio Set nummer te selecteren. 7. Druk op [F8 (Write)]. Overzicht Een scherm verschijnt, waarin de Live/Studio Set, die als opslagbestemming dient, geselecteerd kan worden. Geluid1 In een bericht wordt om bevestiging gevraagd. Zet de Fantom-G nooit uit, terwijl data wordt opgeslagen. 8. Druk op [F7 (OK)] om de opslag handeling uit te voeren.
Effecten toevoegen In deze sectie worden de procedures en instellingen voor het toepassen van effecten in elke mode uitgelegd. Voor details over de ingebouwde effecten van de Fantom-G kijkt u bij ‘Over de interne effecten’ (p.36). Effecten aan en uitzetten De ingebouwde effecten van de Fantom-G kunnen aan en uitgezet worden.
Effecten toevoegen U kunt de Pads gebruiken om elk effect direct aan en uit te zetten. De procedure vindt u op de volgende pagina’s. Effecten toepassen in Single Mode In de Single mode kunt u Patch FX (PFX), chorus, en reverb gebruiken. Deze effecten werken volgens de effectinstellingen van de Patch, ritmeset of Sample set die aan het keyboard Part is toegewe- Overzicht De Pads gebruiken om effecten aan/ uit te zetten zen.
Effecten toevoegen 6 PFX Sw 1 Signaalstroom diagram en parameters Zet het Patch multi-effect (PFX) aan/uit. Waarde: ON, OFF fig.22-005 7 PFX Type (Patch Multi-Effects Type) Gebruik deze parameter om uit de 76 beschikbare Patch multi6 8 5 2 1 11 12 13 16 7 effecten te kiezen. Details over Patch multi-effect parameters vindt u bij ‘MFX/PFX Parameter’ (p.161).
Effecten toevoegen Waarde: 0-127 Specificeert voor elk Part hoe het directe geluid wordt uitgevoerd. Waarde: A, B: uitvoer naar de OUTPUT A (MIX) jack of OUTPUT B 1-4: Uitvoer naar de INDIVIDUAL 1-4 jacks in mono, zonder door de multi-effecten te gaan. wordt gestuurd als Chorus Output Select op ‘MAIN’ of ‘M + R’ is ingesteld. Waarde A: uitvoer naar de OUTPUT A (MIX) jacks in stereo. B: uitvoer naar de OUTPUT B jacks in stereo.
Effecten toevoegen Effecten toepassen in de Studio Mode Signaalstroom diagram en parameters fig.22-007 In de Studio Mode kunnen twee multi-effecten (MFX1, MFX2), één chorus, en één reverb gebruikt worden. 17 Deze effecten werken volgens de effectinstellingen van de Studio Set.
Effecten toevoegen effecten te kiezen. Details over Patch multi-effect parameters Waarde: 0 (tot)-76 8 PFX Output Level (Patch Multi-Effects Output Level) Past het volume van het geluid dat door de Patch multi-effecten Waarde: 0-127 Specificeert voor elk Part hoe het directe geluid wordt uitgevoerd. Dit is alleen beschikbaar als Part MFX Select op DRY is ingesteld. Waarde: A, B: uitvoer naar de OUTPUT A (MIX) jack of OUTPUT B jack in stereo, zonder door de multi-effecten te gaan.
Effecten toevoegen 23 9 MFX Output Assign (Multi-Effects Output Assign) Past de uitvoerbestemming van het geluid dat door de multieffecten is gegaan aan. Waarde A: uitvoer naar de OUITPUT A (MIC) jacks in stereo. B: uitvoer naar de OUTPUT B jacks in stereo. Als de Mix/Parallel parameter op ‘MIX’ staat, worden alle geluiden in stereo via de OUTPUT A (MIX) jacks uitgevoerd (p.294). 29 Reverb Sw Schakelt de reverb in/uit.
Effecten toevoegen PFX Control Source 1–4 (Multi-Effects Control Source 1–4) Stelt het MIDI bericht in, dat gebruikt wordt om de multi-effect para- fig.22-008_50 meter met de multi-effect control te veranderen. Overzicht Patch Multi-Effect instellingen maken (PFX) Waarde OFF: Multi-effect control wordt niet gebruikt.
Effecten toevoegen Sens 1–4 (Multi-Effects Control Sensitivity 1–4) Stelt de hoeveelheid van het multi-effect control effect dat wordt toegepast in. Om de huidig geselecteerde waarde te laten toenemen (om hogere waardes te verkrijgen, naar rechts te bewegen, snelheden toe te laten nemen, enz.), selecteert u een positieve waarde. Om de hui- Multi-effect instellingen maken (MFX1-2) fig.
Effecten toevoegen Reverb instellingen maken (Reverb) fig.22-011_50 Overzicht Chorus instellingen maken (Chorus) fig.22-012_50 Geluid1 Voor details over deze instellingen, zie ‘Effectinstellingen maken’ (p.151). maken’ (p.151). Type (Reverb Type) Selecteert chorus of delay. Voor details over de chorus parameters, zie ‘Chorus Parameters’(p.184). Selecteert het type reverb. Voor details over de reverb parameters, zie ‘Reverb Parameters’(p.185).
Effecten toevoegen Mastering Effect Dit is een stereo compressor (limiter), die op de uiteindelijke uitvoer van de Fantom-G wordt toegepast. Deze heeft onafhankelijke hoog, midden en laag reeksen. Onafhankelijk voor de hoge frequentie, middenfrequentie en lage frequentie regio’s, comprimeert dit elk geluid dat het gespecificeerde niveau overschrijdt, en maakt op die manier het volume consistenter.
Effectenlijst De MFX (multi-effecten) hebben 78 verschillende types effecten (PFX: 76 types). Sommige effecten bestaan uit twee of meer verschillende, in serie geschakelde effecten. Parameters met een kruis ‘#’ kunnen bestuurd worden met gebruik van een specifieke controller (twee instellingsonderdelen zullen met p. 162 p. 162 p. 162 p. 162 p. 163 p. 163 p. 163 p. 164 p. 164 p. 164 p. 164 p. 165 p. 165 p. 165 p. 165 p. 166 p. 166 p. 166 p. 166 p. 167 p. 167 p. 167 CHORUS (12 types) p. 168 p. 168 p.
Effectenlijst 01: EQUALIZER 03: ISOLATOR Dit is een vier-bands stereo equalizer (laag, mid-laag x 2, hoog). Dit is een equalizer die het volume sterk afkapt, zodat een speciaal fig.MFX-01 effect aan het geluid toegevoegd kan worden door het volume in verschillende reeksen af te kappen. L in 4-Band EQ L out fig.MFX-03 R in 4-Band EQ Parameter Waarde Omschrijving Low Freq Low Gain # Mid1 Freq 200, 400 Hz -15– +15 dB 200–8000 Hz Mid1 Gain Mid1 Q -15– +15 dB 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.
Effectenlijst 06: STEP FILTER Dit is een filter met een extreem scherpe helling. De cutoff frequentie Dit is een filter, waarvan de cutoff frequentie in stappen gemodu- kan cyclisch gevarieerd worden. leerd kan worden. fig.MFX-05 L in Super Filter L out Super Filter R out U kunt het patroon, waarmee de cutoff frequentie zal veranderen specificeren. Overzicht 05: SUPER FILTER fig.
Effectenlijst 08: AUTO WAH 10: SPEAKER SIMULATOR Bestuurt een filter op cyclische wijze om een cyclische verandering in timbre te creëren. Simuleert het luidspreker type en microfoon instellingen die gebruikt worden om het luidsprekergeluid op te nemen. fig.MFX-08 fig.
Effectenlijst 13: MULTI STAGE PHASER Waarde Omschrijving Mode 4-STAGE, 8STAGE, 12-STAGE 0–127 Aantal fases in de Phaser Manual # Rate # Depth Polarity Mix # 0–127 Low Gain High Gain Level -15– +15 dB -15– +15 dB 0–127 12: STEP PHASER L in L out Multi Stage Phaser 2-Band EQ Mix R in Pan L Pan R R out Resonance Parameter Waarde Omschrijving Mode Aantal phaser fases. Manual # 4-STAGE, 8STAGE, 12-STAGE, 16STAGE, 20-STAGE, 24-STAGE 0–127 Rate # Depth Resonance # Mix # 0.05–10.
Effectenlijst fig.MFX-15 L in Ring Mod R in Ring Mod 2-Band EQ 2-Band EQ L out Waarde Omschrijving Mod Wave TRI, SQR, SIN, SAW1, SAW2 Modulatie golf TRI: driehoeksgolf SQR: vierkante golf SIN: sinusgolf SAW1/2: zaagtand golf R out Parameter Waarde Omschrijving Frequency # 0–127 Sens # 0–127 Polarity UP, DOWN Low Gain High Gain Balance # -15– +15 dB -15– +15 dB D100:0W– D0:100W 0–127 Past de frequentie waarop modulatie wordt toegepast aan.
Effectenlijst Range Omschrijving Input Sync Sw OFF, ON Input Sync Threshold Level 0–127 Specificeert of een ingevoerde noot maakt dat de sequens opnieuw vanaf de eerste stap van de sequens begint (ON) of niet (OFF) Volume waarop een ingevoerde noot gedetecteerd wordt Uitgangsvolume 0–127 Door opeenvolgende afkappingen op het geluid toe te passen, verandert een conventioneel geluid in een geluid dat als een achtergrond frase gespeeld lijkt te worden.
Effectenlijst Parameter Waarde Omschrijving Spread 0–10 Stelt het stereobeeld van de roterende luidspreker in. Hoe hoger de waarde wordt ingesteld, hoe breder het geluid wordt gespreid. Gain van de lage reeks. Gain van de hoge reeks Uitgangsniveau Low Gain High Gain Level # -15– +15 dB -15– +15 dB 0–127 23: CHORUS Dit is een stereo chorus. Er is in een filter voorzien, zodat het timbre van het chorusgeluid aangepast kan worden.
Effectenlijst 26: HEXA-CHORUS transparant chorus effect. Gebruikt een zesfase chorus (zes lagen aan chorus geluid) om het geluid rijker te maken en een ruimtelijke spreiding te bewerkstelligen. Balance D L in fig.MFX-26 L in L out Balance D Balance W Hexa Chorus Space D Balance W Space D Balance W R in R out Omschrijving Pre Delay 0.0–100.0 ms Rate # Depth Pre Delay Deviation Depth Deviation 0.05–10.
Effectenlijst 30: 3D FLANGER Parameter Waarde Omschrijving Phase 0–180 deg Feedback # -98– +98 % Step Rate # 0.10–20.00 Hz, note Output Mode SPEAKER, PHONES Low Gain High Gain Balance # -15– +15 dB -15– +15 dB D100:0W–D0:100W Level 0–127 Ruimtelijke spreiding van het geluid Past de proportie van het flanger geluid dat in het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen keren de fase om.
Effectenlijst 34: 2BAND STEP FLANGER Een flanger waarmee een effect onafhankelijk op de lage frequentie Een step flanger waarmee een effect onafhankelijk op de lage fre- en hoge frequentiereeksen toegepast kan worden. quentie en hoge frequentiereeksen toegepast kan worden. fig.MFX-33 fig.
Effectenlijst 35: OVERDRIVE fig.MFX-38 L in Creëert een vervorming die lijkt op dat wat door vacuüm buizenver- Distortion sterkers wordt geproduceerd. fig.MFX-35 L out Amp Simulator Pan L 2-Band EQ Pan R R in L in R out L out Over drive Amp Simulator 2-Band EQ R in Pan L Pan R R out 39: GUITAR AMP SIMULATOR Dit is een effect dat het geluid van een gitaarversterker simuleert. fig.
Effectenlijst Type Behuizing BUILT-IN 1 BUILT-IN 2 BUILT-IN 3 12 x 2 dynamisch 12 x 2 dynamisch 12 x 2 condensator 12 x 2 condensator 12 x 2 condensator 12 x 2 condensator 12 x 2 12 x 2 12 x 4 12 x 4 12 x 4 condensator condensator condensator condensator condensator Grote double stack Grote triple stack 12 x 4 12 x 4 condensator condensator L in Gate L out R in Gate R out Waarde Omschrijving Threshold # 0–127 Mode GATE, DUCK Attack 0–127 40: COMPRESSOR Hold 0–127 Trekt
Effectenlijst Parameter Waarde Omschrijving Feedback # -98– +98 % Past de hoeveelheid van het delaygeluid dat naar het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve instellingen (-) keren de fase om. Past de frequentie aan waarboven geluid, dat naar het effect wordt teruggevoerd, wordt uitgefilterd. Als u geen hoge frequenties wilt uitfilteren zet u deze parameter op BYPASS. Gain van de lage frequentiereeks. Gain van de hoge frequentiereeks.
Effectenlijst fig.MFX-48b Omschrijving Feedback Mode NORMAL, CROSS Feedback # -98– +98 % HF Damp 200–8000 Hz, BYPASS Selecteert de manier waarop delaygeluid in het effect wordt teruggevoerd (zie de bovenstaande figuren) Past de hoeveelheid delaygeluid dat in het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve instellingen (-) keren de fase om. Past de frequentie waarboven geluid dat naar het effect wordt teruggevoerd uitgefilterd wordt.
Effectenlijst fig.MFX-50 L in Feedback Rev 2-Band EQ L out 2-Band EQ R out Parameter Waarde Omschrijving Shuffle Rate # 0–100 % Acceleration 0–15 Feedback # -98– +98 % HF Damp 200–8000 Hz, BYPASS Pan A/B Level A/B Low Gain High Gain Balance # 0–127 0–127 -15– +15 dB -15– +15 dB D100:0W– D0:100W 0–127 Past de ratio (als een percentage) van de tijd aan, die verstrijkt voordat Delay B klinkt, relatief aan de tijd die verstrijkt voordat Delay A klinkt.
Effectenlijst 53: TIME CTRL DELAY den. fig.MFX-53 Waarde Omschrijving Low Gain High Gain Balance # -15– +15 dB -15– +15 dB D100:0W– D0:100W 0–127 Gain van de lage frequentiereeks Gain van de hoge frequentiereeks Volumebalans tussen het directe geluid (W) en het delaygeluid (W). Uitgangsniveau Level L in 2-Band EQ Time Ctrl Delay L out 55: TAPE ECHO Pan L Dit simuleert de band echo sectie van een Roland RE-201 Space Echo. Pan R R in fig.
Effectenlijst 58: LOFI RADIO Parameter Waarde Omschrijving LoFi Type 1–9 Degradeert de geluidskwaliteit. De geluidskwaliteit wordt minder als deze waarde wordt verhoogd. Type filter OFF: er wordt geen filter gebruikt LPF: kapt de frequentiereeks boven de Cutoff af HPF: kapt de frequentiereeks onder de Cutoff af. Middenfrequentie van het filter.
Effectenlijst fig.MFX-62 Waarde Omschrijving Signal Distortion Frequency Range 0–127 Diepte van vervorming 0–127 Diepte van lange cyclus rotatie onregelmatigheid. Diepte van korte cyclus rotatie onregelmatigheid. Diepte van oneindige cyclus rotatie onregelmatigheid. Diepte van algehele rotatie onregelmatigheid.
Effectenlijst Parameter Range Omschrijving Parameter Waarde Omschrijving Fine -100– +100 cent Flanger Feedback # -98– +98 % Delay Time 0–1300 ms, note Pitch shift aanpassing voor alle stappen (eenheden van 2 cent). Delaytijd vanaf het originele geluid totdat het in toonhoogte verschoven geluid hoorbaar is. Proportie van het in toonhoogte verschoven geluid dat naar de invoer wordt teruggevoerd (negatieve waardes keren de fase om). Hoeveelheid boost/cut voor de lage frequentiereeks.
Effectenlijst fig.MFX-70 Omschrijving 0–127 Flanger Pre Delay 0.0–100.0 ms Flanger Rate # Flanger Depth Flanger Feedback # 0.05–10.00 Hz, note 0–127 -98– +98 % Flanger Balance # D100:0W–D0:100W Level 0–127 Niveau van de boventonen die door de enhancer gegenereerd worden. Past de delaytijd vanaf het directe geluid totdat het flanger geluid hoorbaar is aan. Modulatie frequentie. Modulatie diepte. Past de proportie van het flanger geluid dat in het effect wordt teruggevoerd aan.
Effectenlijst Parameter Waarde Omschrijving Chorus Pre Delay 0.0–100.0 ms Chorus Rate # Chorus Depth Chorus Balance # 0.05–10.00 Hz, note 0–127 D100:0W–D0:100W Delay Time 0–2600 ms, note Delay Feedback # -98– +98 % Past de delaytijd vanaf het begin van het directe geluid, totdat het chorus geluid hoorbaar is aan.
Effectenlijst Hoeveelheid octaaf verschuiving voor de sympathische resonantie. Hoeveelheid toonhoogte verschuiving voor de sympathische resonantie. Fase waarop de sympathische resonantie gegenereerd wordt. Frequentie waarop de lage reeks van de sympathische resonantie wordt afgekapt. Hoeveelheid afzwakking waarmee de lage reeks van de sympathische resonantie wordt afgekapt. (100% is geen effect) Frequentie waarop de hoge reeks van de sympathische resonantie wordt afgekapt.
Effectenlijst Bij het gebruik van 3D effecten Over de STEP RESET functie De volgende 3D effecten maken gebruik van RSS (Roland 06: STEP FILTER Sound Space) technologie, om een ruimtelijkheid te creëren die niet door delay, reverb, chorus enz. geproduceerd kan worden.
Effectenlijst Value OFF, LPF, HPF Cutoff Freq Phase 200–8000 Hz 0–180˚ Omschrijving Type filter OFF: er wordt geen filter gebruikt LPF: kapt de frequentiereeks boven de Cutoff Freq af HPF: kapt de frequentiereeks onder de Cutoff Freq af. Basisfrequentie van het filter. Ruimtelijke spreiding van het geluid.
Effectenlijst Parameter Value Hi Damp 1000–10000 Hz Freq Omschrijving Past de frequentie waarboven de hoge frequentie-inhoud van het reverb geluid gereduceerd of ‘gedempt’ zal worden aan. High 1–100 % Past de hoeveelheid demping, toegepast op Damp de frequentiereeks die met HF Damp is geselecteerd, aan. Op ‘100%’ingesteld is er geen reductie van de hoge frequentie-inhoud van de reverb.
05: Pads (de Pads gebruiken) In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe de Pads worden gebruikt.
De Pads gebruiken Algemene handelingen voor Pads De Pads als numerieke toetsen gebruiken (NUMERIC) De Pad Mode veranderen (PAD MODE) Als u de Pad [NUMERIC] knop indrukt zodat deze oplicht, zullen de Pads zich als numerieke toetsen gedragen. U kunt de Pads van de Fantom-G aanslaan om Samples, ritmes of frases te spelen of deze kunnen las zestien schakelaars gebruikt worden, waarmee verscheidene parameters aan/uit worden gezet. De Pads kunnen in één van zestien modes opereren.
De Pads gebruiken Met de Roll functie kunt u een geluid herhaaldelijk laten spelen (alsof een drum roffel wordt gespeeld), zolang het Pad ingedrukt wordt gehouden. 1. Pad modes van bank te veranderen.. Padnummer 9 13 Pad mode BOOKMARK Aantal banken 8 Part SELECT 4 (INT/EXP1/EXP2/EXT) 14 15 Part MUTE USER GROUP 3 (INT/EXP1/EXP2) 4 16 FAVORITE 16 Houd [ROLL] ingedrukt en druk op een Pad (1-16). * U kunt de Pad [ROLL] (BANK) knop gebruiken om in de volgende 1.
De Pads gebruiken De Pad instellingen bewerken (PAD SETTING) Druk op [PAD SETTING] om naar het Pad settings/information scherm te gaan. 1. 2. Gemeenschappelijke systemen voor alle Pads bewerken (System Settings) In het Pad Setting scherm drukt u op [F1 (System)] om naar het systeeminstellingen scherm te gaan, waar algemene instellingen voor alle Pads bewerkt kunnen worden. Hier kunnen de volgende parameters bewerkt worden. Druk op [PAD SETTING]. Het Pad Setting scherm verschijnt.
De Pads gebruiken Level (Sample Tone Level) Stelt het volume van de Sample in. Dit wordt hoofdzakelijk gebruikt om de volumebalans tussen Samples bij te stellen. Pan (Sample Tone Pan) Stelt de panning van de Sample Tone in. ‘L64’ is uiterst links, ‘0’is midden, en ‘63R’ is uiterst rechts. tien Samples die aan de Pads zijn toegewezen worden gezamenlijk Waarde: L64-0-63R een ‘Sample set’ genoemd). 1. Druk op [PAD MODE], en dan op Pad [1] (SAMPLE PAD). 2.
De Pads gebruiken 2 RHYTHM (De Pads gebruiken om een ritmeset te spelen) In deze Pad mode kan een ritmeset gespeeld worden door de Pads aan te slaan. Pad Velocity Specificeert de sterkte van het geluid dat geproduceerd wordt als u een Pad aanslaat. Als dit op ‘SYSTEM’ staat, wordt de systeeminstelling van ‘Pad Velocity’ (p.288) gebruikt. Als dit op een waarde van ‘1-127’ wordt ingesteld, zal die Velocity waarde gebruikt worden om de geluidsgenerator te spelen.
De Pads gebruiken In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om akkoordvormen voor de Chord Memory functie (p.80) te veranderen. Druk op [PAD MODE], en dan op Pad [3] (CHORD MEMORY). 2. Druk op Pad [1]-[16] om te schakelen tussen verschillende akkoordvormen van de Chord Memory functie (p.80). • Pads die geselecteerd kunnen worden zijn verlicht. U kunt op [PAD SETTING] drukken om de volgende instellingen te bewerken. Number / Name (Chord Memory set nummer) 2.
De Pads gebruiken 5 RPS (De Pads gebruiken om frases te spelen) In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om frases te triggeren die door de RPS (Realtime Phrase Sequencer) functie Het tempo voor het afspelen van frases specificeren Het Phrase afspeeltempo is hetzelfde als het afspeeltempo van de song. gegenereerd worden. 1. Druk op [TEMPO]. Bijvoorbeeld, complexe frasen die tijdens een live uitvoering handmatig zeer moeilijk te spelen zijn, kunnen aan de Pads worden 2.
De Pads gebruiken Play Mode Overzicht Specificeert hoe de frase gespeeld zal worden. Waarde LOOP1: De frase wordt herhaaldelijk gespeeld, terwijl de pad ingedrukt wordt gehouden. LOOP2: De frase wordt herhaaldelijk gespeeld. Om het ONCE: Geluid1 afspelen te stoppen, drukt u op de stop trigger pad of drukt u nogmaals op dezelfde pad. De frase wordt slechts één keer gespeeld. Mute Group Deze functie voorkomt dat frases uit dezelfde mute groep gelijktijdig worden gespeeld.
De Pads gebruiken 6 RHTYHM PTN (De Pads gebruiken om ritmepatronen te spelen) In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om frases (Phrase0001-Phrase2000) die door de Rhythm Pattern functie De Pad instellingen bewerken U kunt op [PAD SETTING] drukken om de volgende instellingen te bewerken. gegenereerd worden te spelen. Vanuit de fabriek zijn zestien frases (ritmepatronen) aan de Pads toegewezen.
De Pads gebruiken 8 TRACK MUTE (De Pads gebruiken om tracks tijdelijk stil te maken) In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om de vier Tones aan en uit te zetten of om de huidige Tone te selecteren. In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om maximaal 1. Druk op [PAD MODE], en druk dan op Pad [6] (TONE SEL/ SW). 1. 2. Druk op Pads [1]-[14] om Tones 1-4 aan/uit te zetten. 3. Druk op Pads [5]-[8] om Tones 1-4 te selecteren.
De Pads gebruiken 9 BOOKMARK (De Pads gebruiken om veelgebruikte schermen op te roepen) 10 MIDI TX SW (De Pads gebruiken om externe MIDI zendkanalen (1-16) aan/uit te zetten) In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om veelgebruikte schermen te registreren en op te roepen. Als u In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om externe MIDI zendkanalen (1-16) aan en uit te zetten.
De Pads gebruiken In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om de effecten (behalve het Patch multi-effect) aan/uit te zetten. In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om het Patch multi-effect van elk Part (1-16) individueel aan of uit te zetten. 1. 1. Druk op [PAD MODE], en druk dan op Pad [11] (EFFECT SW). • Als Pads [1]-[6] worden ingedrukt, zullen de volgende effecten aan/uit worden gezet..
De Pads gebruiken 13 Part SELECT (De Pads gebruiken om Parts te selecteren) 14 Part MUTE (De Pads gebruiken om Parts tijdelijk stil te maken) (Mute) In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om Parts (1-16) en banken (INT/EXP1/EXP2/EXT) te selecteren. In deze Pad mode kunnen de Pads gebruikt worden om Parts (1-16) en banken (INT/EXP1/EXP2) tijdelijk stil te maken (Mute). 1. 1. Druk op [PAD MODE], en druk dan op Pad [13] (Part SELECT). • Druk op een Pad om het huidige Part te selecteren.
De Pads gebruiken U kunt veel gebruikte geluiden als een User groep opslaan. Met deze Pad mode kunt u deze geluiden onmiddellijk selecteren door een Een geluid in een User groep registreren Druk op [PAD SETTING]. 1. Het User Group scherm verschijnt. Ga verder met stap 4 van ‘Een geluid in het User Group scherm registreren’ hieronder. Pad in te drukken.
De Pads gebruiken 16 FAVORITE (De Pads gebruiken om favoriete instellingen te registreren/ op te roepen) Een geluid in een User groep registreren 1. Druk op [PAD SETTING]. Het Favorite scherm (p.54) verschijnt. U kunt een lijst met geluiden (instellingen) creëren die u vaak tijdens een live uitvoering gebruikt, en deze onmiddellijk oproepen.
06: Sequencer (een song creëren) In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe de sequencer wordt gebruikt songs af te spelen, op te nemen, en te bewerken. • Een song afspelen..................................................... p.204 • MIDI opnemen.......................................................... p.217 • Geluid opnemen ....................................................... p.228 • Songs bewerken ....................................................... p.232 • Een song opslaan .............................
Een song afspelen In deze sectie wordt uitgelegd, hoe de sequencer van de Fantom-G gebruikt kan worden om een song af te spelen. We adviseren u de geluidsgenerator mode op Studio Mode te zetten wanneer een song gecreëerd of afgespeeld wordt. Een song afspelen (Song Play) Hier wordt uitgelegd, hoe een Fantom-G song wordt afgespeeld. Een song laden (Song List) Hier ziet u, hoe u naar de Song List gaat, en een song uit het project kunt laden. Als een song geladen wordt, bevindt het tijdelijke gebied (p.
Een song afspelen 2. Druk op [PLAY] om de song af te spelen. Hier ziet u, hoe de song, die in het Song Play scherm (p.204) is geladen, afgespeeld wordt. 1. Het afspelen stopt automatisch als de song eindigt. Als u voor het eind van de song wilt stoppen, drukt u op [STOP]. Druk op [SONG]. Geluid 1 Handelingen in het Song Play scherm fig.08-002.j Het Song Play scherm verschijnt. fig.
Een song afspelen Een klank (Part of Patch) kiezen in het Song-scherm In het Song Play/Song Edit-scherm kunt u een part of patch selecteren door op [PATCH] te drukken. 1. Vooruitspoelen of terugspoelen tijdens het afspelen Niet alleen wanneer de song is gestopt, maar ook tijdens het afspelen kunt u in een song vooruitspoelen, terugspoelen of springen. Voer de volgende acties uit. Druk in het Song Play/Song Edit-scherm op [PATCH]. Het Part Select-venster verschijnt.
Een song afspelen 5. Druk op [DEC] om de ‘MUTE’ instelling te selecteren. veranderen. Wanneer een song wordt afgespeeld, wordt het tempo door de data in de tempo y=track bepaald, maar het tempo van de algehele song → ‘8 TRACK MUTE (De Pads gebruiken om tracks tijdelijk kan ook tijdens het afspelen worden bijgesteld. Deze aanpassing stil te maken)’ (p.197). wordt het ‘afspeeltempo’ genoemd.
Een song afspelen Een song herhaaldelijk afspelen (Loop) Markeringen in een song plaatsen (Marker) De song kan herhaaldelijk worden afgespeeld, volgens de door u Maximaal zestien markeringen kunnen op eenheden van één maat in aangegeven loop punten. een song worden geplaatst. Dit maakt songbewerking gemakkelijker, omdat de structuur van de song duidelijker te zien is of om snel Voor een frase kunnen geen Loop punten worden gespecificeerd. 1. Druk op [SONG]. naar de locatie van de markering te gaan.
Een song afspelen De volgorde van de track weergave veranderen 5. Hier ziet u, hoe de zoom ratio van de track weergave verandert kan worden, en hoe de volgorde waarin de tracks worden getoond ver- Door aan de VALUE knop te draaien of [INC] [DEC] te gebruiken om de waarde in het ‘Track Order’ veld te veranderen, kan de volgorde waarin de huidig geselecteerde track wordt weergegeven veranderd worden. Overzicht De Track Display Zoom en Display Order veranderen (Zoom/Track Order) anderd kan worden. 2.
Een song afspelen De uitvoerbestemming van een track specificeren (Output Assign) Hier ziet u, hoe de uitvoerbestemming van elke track gespecificeerd kan worden. 1. Een song bestand verwijderen (Song Delete) Hier ziet u, hoe een songbestand uit het project verwijderd wordt. 1. Druk op [SONG]. Druk op [SONG]. Het Song Play scherm verschijnt. Het Song Play scherm verschijnt. 2. Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik / om de track waarvoor u een uitvoerbestemming wilt toewijzen te selecteren. 3.
Een song afspelen Overzicht De op dat moment geopende song wissen (Song Clear) Hier ziet u, hoe de song, die op dat moment in het Song Play scherm is geopend, gewist wordt. Gebruik deze functie als u een nieuwe song wilt opnemen. Het feitelijke songbestand dat in het project is opgeslagen wordt Geluid 1 hierdoor niet verwijderd. Indien een song die u bewerkt geopend is, moet deze opgeslagen worden voordat u verder gaat (p.254). 1. Druk op [SONG]. Geluid 2 Het Song Play scherm verschijnt.
Een song afspelen Een standaard MIDI bestand afspelen (SMF) Standaard MIDI bestand (SMF) data van de computer kan naar de Fantom-G gekopieerd worden om te beluisteren of in een song of frase te importeren. Een standaard MIDI (SMF) bestand spelen (SMF List) U kunt naar de SMF lijst gaan, en een standaard MIDI bestand (SMF) beluisteren, dat volgens de beschrijving van ‘Een standaard MIDI bestand (SMF) van de computer naar de Fantom-G kopiëren’ (p.212) is gekopieerd.
Een song afspelen U kunt naar de SMF lijst gaan, en een standaard MIDI bestand (SMF) uit het project in een frase importeren. Het geïmporteerde SMF kan vervolgens als een frase gebruikt worden. Druk op [SONG]. U kunt naar de SMF lijst gaan, en een standaard MIDI bestand (SMF) uit het project in een song importeren. Het geïmporteerde SMF kan vervolgens als een Fantom-G song gebruikt worden. 1. Druk op [SONG]. Het Song Play scherm verschijnt. Het Song Play scherm verschijnt. 2. 3.
Een song afspelen Frases spelen (MIDI Phrase) Een frase laden (Load) Zo wordt een frase uit het project in het geheugen geladen. Frases die zich binnen een Fantom-G project bevinden, kunnen vanuit een lijst beluisterd worden. 1. Druk op [SONG]. Een frase beluisteren (MIDI Phrase List) Hier ziet u, hoe u naar de Phrase List gaat en een frase uit het project kunt beluisteren. 1. Druk op [SONG]. Het Song Play scherm verschijnt. 2. Druk op [F3 (Phrase List)]. Het MIDI Phrase List scherm verschijnt.
Een song afspelen Een frase dupliceren (Duplicate) Met deze handeling wordt een frase uit het project, samen met zijn Deze handeling dupliceert een frase naar een leeg nummer in de lijst. U kunt dit gebruiken om variaties te creëren, door een bestaande bestand, geheel verwijderd. frase te wijzigen. 1. Druk op [SONG]. Geluid 1 Wanneer die frase door een song binnen het project wordt gebruikt, zal het gedeelte van de song dat door die frase in beslag wordt genomen niet langer te horen zijn. 1.
Een song afspelen Een frase opslaan (Save) Alle frases opslaan (Save All) Deze handeling slaat alle frases uit de frase lijst in het project op. Deze handeling slaat de geselecteerde frase in het project op. Een frase die u opneemt of bewerkt is tijdelijk, en zal verloren gaan als u de stroom uitzet. Om te frase te behouden, moet deze opgeslagen worden. 1. 1. Druk op [SONG]. 2. Druk op [F3 (Phrase List)]. Druk op [SONG]. Het MIDI Phrase List scherm verschijnt. 2.
MIDI opnemen In deze sectie wordt uitgelegd, hoe de sequencer van de Fantom-G Frases en songs Een ‘frase’ is een stukje opgenomen MIDI data. U kunt een song simpelweg creëren door frases in de MIDI tracks van een song te Undo-functie Deze functie annuleert de volgende edit-/opname-handelingen, en keert terug naar de oorspronkelijke toestand. • Phrase modify (p. 239) • Microscope (p. 250) • Phrase recording (realtime/step) (p.
MIDI opnemen In een song opnemen Werkschema Als een nieuwe song wordt opgenomen, is het werkschema als volgt: Een geluid voor de opname selecteren Voordat u een song opneemt, selecteert u Studio Mode en kiest u het geluid dat voor de opname gebruikt zal worden. 1. Selecteer het geluid, dat u voor de opname wilt gebruiken. De sequencer van de Fantom-G kan uw uitvoering opnemen, 2. Wis de song die zich in het tijdelijke gebied bevindt. wilt opnemen.
MIDI opnemen Een MIDI track en de RecordingStart maat selecteren Als u een nieuwe song opneemt,begint u met het specificeren van de Zo wordt de MIDI track waarop u gaat opnemen, en de opname start maatsoort. maat gespecificeerd. Als u echter net de Song Clear handeling heeft uitgevoerd of de stroom heeft aangezet, is de maatsoort altijd op 4/4 ingesteld, zodat U kunt opnemen op alle tracks 1-128 waarbij ‘MIDI’ wordt aangegeven. andere maatsoort heeft. 1. Druk op [SONG]. 2.
MIDI opnemen In een frase opnemen Het tempo specificeren Opname werkschema Zo wordt het tempo, waarmee de frase opgenomen zal worden, Wanneer een nieuwe frase wordt opgenomen, is het werkschema als gespecificeerd. volgt: Tempo of maatsoort instellingen kunnen niet in een frase 1. Selecteer het geluid, dat u voor de opname wilt gebruiken. worden opgeslagen. Frases worden altijd op het tempo van de song afgespeeld. Het tempo dat u hier aangeeft is een tijdelijke tempo instelling voor de opname. 2.
MIDI opnemen Overzicht De op te nemen frase selecteren Ga naar de MIDI Phrase lijst en selecteer de frase die u wilt opnemen. Opname handelingen kunnen ook in het Phrase Edit scherm 1. Geluid 1 (p.238) worden uitgevoerd. Druk op [SONG]. Geluid 2 Het Song Play scherm verschijnt. 2. Druk op [F3 (Phrase List)]. Het MIDI Phrase List scherm verschijnt. Geluid 3 Pad 3. Draai aan de VALUE knop of gebruik [INC] [DEC] of / om de frase die u wilt opnemen te selecteren.
MIDI opnemen De uitvoering opnemen, precies zoals deze gespeeld wordt (Realtime Recording) Basisprocedure voor Realtime Recording 1. Zorg, dat de passende voorbereidingen voor opnemen zijn gemaakt, zoals beschreven in ‘In een song opnemen’ (p.218) of ‘In een frase opnemen’ (p.220). 2. Druk op [REC]. Realtime Recording is de opnamemethode, waarbij hetgeen u op het toetsenbord speelt en de controller handelingen precies zoals u deze uitvoert worden opgenomen.
MIDI opnemen WAIT NOTE: Als alternatief voor het indrukken van [PLAY] slaan of het Hold pedaal indrukken om de ingevoegd, en evenmin toegevoegd aan de phrase list; ze wordt verwijderd. opname te laten beginnen. Tempo Rec Switch U kunt een Undo uitvoeren op de opname (p. 217). Overzicht kunt u op het toetsenbord spelen, een Pad aan- Als u annuleert, wordt de opgenomen frase niet in de song Specificeert of tempo veranderingen worden opgenomen (ON) of niet worden opgenomen (OFF).
MIDI opnemen Shuffle Quantize zal tijdens de opname worden SHUFFLE: toegepast. Gebruik dit als u het ritme een ‘shuffle’ of ‘swing’ karakter wilt geven. Shuffle quantizatie met Rate = 75% De sequencer data selecteren die opgenomen zal worden (Recording Select) Wanneer u Realtime Recording gebruikt, zal alle sequencer data normaalgesproken worden opgenomen. Indien u een specifiek type data niet wilt opnemen, kunt u deze Recording Select instelling op ‘OFF’ instellen.
MIDI opnemen Realtime Erase is een functie die ongewenste data tijdens Realtime Recording wist. Dit is in het bijzonder handig tijdens Loop Recording, aangezien u hiermee data kunt wissen zonder de opname te stoppen. Geluiden of frases beluisteren tijdens de opname (Rehearsal Functie) Met de Rehearsal functie kunt u de opname tijdelijk uitstellen, tijdens Realtime Recording. Dit is gemakkelijk als u de frase die u daarna gaat opnemen wilt oefenen. Geluid 1 1. Begin met Realtime Recording (p.222).
MIDI opnemen Data per stap invoeren (Step Recording) 5. Druk op [F8 (Start)] or [PLAY]. De [REC] indicator zal knipperen, en het Step Rec (Note) scherm verschijnt. Met Step Recording kunnen noten en rusten één voor één worden opgenomen, alsof u deze in een notenbalk zou noteren. Step Record kan niet rechtsreeks in een song plaatsvinden. U kunt Step Recording gebruiken om een frase op te nemen. Noten en rusten invoeren 1. 2.
MIDI opnemen Step Back • Tie Annuleer de eerder ingevoerde noot. De relatie tussen Note Value Length en Gate tijd Verleng de tijdsduur van de eerder ingevoerde noot met de huidige instelling. • Rest Voert een rust in. Zet eerst de Note Type parameter op een • wordt hieronder getoond. Omdat de sequencer van de FantomG een TPQN (Ticks Per Quarter Note, ofwel resolutie) van 480 gebruikt, is een gate tijd van een kwartnoot 480 tikken.
Geluid opnemen In deze sectie wordt uitgelegd, hoe de sequencer van de Fantom-G gebruikt wordt om geluid op te nemen. Over de geluidsopname tijd De Fantom-G heeft 32 MB ingebouwd geheugen, waarmee ongeveer zes minuten mono geluid of ongeveer drie minuten stereo geluid opgenomen kan worden. Als u langer dan dit wilt In een song opnemen Voor het opnemen in een song is het werkschema als volgt: 1. Selecteer een geluidstrack en de opname startlocatie (p.229).
Geluid opnemen Overzicht Een geluidstrack en de opname startlocatie selecteren Hier ziet u, hoe een geluidstrack voor opname wordt geselecteerd, en de opname start maat wordt gespecificeerd. Alle tracks 1-24 waarbij ‘AUDIO’ wordt weergegeven kunnen opgenomen worden. Geluid 1 1. Druk op [SONG]. 2. Geluid 2 Het Song Play scherm verschijnt. Draai aan de VALUE knop of gebruik / om de geluidstrack waarop u wilt opnemen te selecteren. Selecteer een track waarbij ‘AUDIO’ wordt weergegeven.
Geluid opnemen indicator oplichten. In dit geval draait u de LEVEL knop lager, totdat Geluidsopname Hier wordt uitgelegd, hoe geluidsinvoer van een geluidsapparaat, microfoon of CD in een geluidstrack wordt opgenomen. de PEAK indicator niet meer oplicht. * Als het opnameniveau te hoog is, zal de niveaumeter in het scherm * Als een extern apparaat op de DIGITAL AUDIO IN is aangesloten, en u de kabel loshaalt of het externe apparaat uitschakelt, kan er ruis ‘CLIP’ aangeven.
Geluid opnemen Input Select Overzicht Audio Rec Standby parameters Selecteert de invoerbron. Waarde Hier worden de Realtime Rec Standby parameters uitgelegd. DIGITAL IN: DIGITAL AUDIO IN jack Audio Rec Mode (Geluidsopname mode) LINE IN L/R: INPUT jacks L / R (stereo) LINE IN L: INPUT jack L (mono) Specificeert hoe de opname zal plaatsvinden. Terwijl de interne geluidsgenerator normaal SOLO: wordt gespeeld, wordt alleen het geluid van de externe invoer opgenomen.
Songs bewerken In deze sectie wordt uitgelegd, hoe songs bewerkt kunnen worden. fig.17-001 Drie manieren om te bewerken Een song bewerken (p.232) In het Song Play scherm en Song Edit scherm kan de gehele song bewerkt worden. Hier kunnen instellingen voor elke track worden gemaakt, en de frases en Samples opnieuw gearrangeerd worden. De tracks van een song bevatten de Samples of frases zelf niet, maar bevatten slechts informatie die zegt ‘op dit punt, speel Sample (of frase) nummer zus en zo’.
Songs bewerken Zo wordt de op dat moment geselecteerde Sample of frase naar een andere track of locatie verplaatst. Een Sample/frase op een gespecificeerde locatie invoeren (Insert) Hier ziet u, hoe een Sample/frase op de door u aangegeven locatie Overzicht Een Sample/frase verplaatsen (Move) wordt ingevoerd. Ga naar het Song Edit scherm (p.232). 2. Gebruik [CURSOR] om de Sample/frase die u wilt verplaatsen te selecteren.
Songs bewerken Een Sample/frase uit een track verwijderen (Delete) Zo wordt de geselecteerde Sample/frase uit de track verwijderd. Een Sample/frase bewerken (Edit) Zo wordt de op dat moment geselecteerde Sample/frase bewerkt. Als een Sample is geselecteerd: het Sample Edit scherm verschijnt. Als een frase is geselecteerd: het Phrase Edit scherm verschijnt. 1. Ga naar het Song Edit scherm (p.232). 2. Gebruik [CURSOR] om de Sample/frase die u wilt verwijderen te selecteren. 1.
Songs bewerken De Track Display Zoom en Display Order veranderen (Zoom/Track Order) (Zoom/Track Order)’ (p.209) U kunt een track van een naam voorzien. 1. Ga naar het Song Edit scherm (p.232). 2. Gebruik / selecteren. 3. Druk op [F7 (Song Util)]. om de track die u een naam wil geven, te Geluid 1 ‘De Track Display Zoom en Display Order veranderen Een track een naam geven (Track Name) Het Song Edit Utility Menu scherm verschijnt. 4.
Songs bewerken 8. Druk op [F8 (Execute)] om de tempo verandering in te voeren. 9. De ingevoerde tempo verandering heeft de standaard tempo waarde, dus stel de waarde naar wens bij. De maatsoort tijdens de song veranderen (beat Track) Als u wilt, dat de maatsoort tijdens de song verandert, voegt u nieuwe beat change data in de beat track in. De song wordt vlak na Voor details over het bewerken van de tempo track, zie ‘Individuele onderdelen van sequencer data bewerken (Microscope)’ (p.250).
Songs bewerken In het Song Play/Song Edit-scherm kunt u Track-handelingen uitvoeren zoals Insert (een lege maat invoegen), Delete (ongewenste maten verwijderen) of Copy (maten kopiëren). Bijvoorbeeld, als u een frase met een lengte van 10 maten hebt toegewezen aan maat 1, en u gebruikt dan de functie “Track Edit Delete” (ongewenste maten verwijderen) om de maten 2–3 te verwijderen, dan wordt er niets uit de inhoud van de frase verwijderd. Als u binnen de frase iets wil verwijderen, gebruik 1.
Songs bewerken Een frase bewerken (Phrase Edit) 4. Druk op [F4 (edit)]. Het Phrase Edit scherm verschijnt. Als een bepaalde frase door meerdere songs in een project wordt gebruikt, heeft het bewerken van die frase consequenties voor de inhoud van al die songs. Als u een frase die in andere songs wordt gebruikt gaat bewerken, is het een goed idee om de frase van tevoren te dupliceren. → ‘Een frase dupliceren (Duplicate)’ (p.215).
Songs bewerken Phrase Modify Menu Zo wordt de op dat moment bewerkte frase gespeeld. 1. Ga naar het Phrase Edit scherm (p.238). 1. Ga naar het Phrase Edit scherm (p.238). 2. 2. Druk op [PLAY] of [F7 (Play)]. Druk op [F3 (Modify)]. Het Phrase Modify Menu scherm verschijnt. Overzicht Een frase spelen (Play) fig.19-008_50 Geluid 1 Geluid 2 De huidig bewerkte frase wissen (Clear) Hier ziet u, hoe de huidig bewerkte frase gewist wordt.
Songs bewerken Quantize Type Indien u besluit te annuleren, drukt u op [F7 (Cancel)]. Specificeert de quantizatie reeks. Waarde U kiunt de edit-handeling ongedaan maken met Undo (p. 217). Grid Quantize wordt op de opname toegepast. GRID: Omdat de noten aan de timing van de gespecifi- De timing van een frase recht maken (Quantize) ceerde nootwaarde worden aangepast, kunt u dit gebruiken als u de drums of bas (bijvoorbeeld) in het juiste ritme wilt laten spelen. In het hoofdstuk ‘MIDI opnemen’ (p.
Songs bewerken Deze parameter wordt gebruikt wanneer Shuffle Quantize is Reggae (pushing beats, large dynamics) Reggae (pushing beats, light swing) 036 Reggae (pushing beats, heavy swing) 037 038 039 Pops (small dynamics) Pops (large dynamics) Pops (light swing) 040 041 Pops (heavy swing) Pops (dragging beats, small dynamics) 042 Pops (dragging beats, large dynamics) 043 044 Pops (dragging beats, light swing) Pops (dragging beats, heavy swing) Waarde: 0-100% 045 046 Pops (pushing beats, small
Songs bewerken Ongewenste uitvoeringsdata wissen (Erase) Deze functie wist alle sequencer data binnen het gespecificeerde gebied. Omdat de gewiste data door rusten wordt vervangen, blijven de oorspronkelijke maten bestaan. Voor details over de instellingen, zie ‘Phrase Modify Menu’ (p.239). Range Min, Range Max Wanneer de Status parameter op ‘NOTE’, ‘P.AFT’, ‘C.C’ of ‘PROG’ is ingesteld, specificeert u de reeks.
Songs bewerken Deze functie verwijdert een specifiek gebied aan sequencer data, en verplaatst de daarop volgende data om de leegte op te vullen. Als resultaat wordt de maatlengte verkort met het aantal verwijderde Copy Times maten. gekopieerd zal worden. Specificeert het aantal keren dat de data naar de kopieerbestemming Geluid 1 Status Voor details over de instellingen, zie ‘Phrase Modify Menu’ Selecteert het type data dat gekopieerd wordt. (p.239).
Songs bewerken Een lege maat invoegen (Insert) Deze functie voegt een lege maat in, op een gespecificeerde positie binnen de frase. Bias Specificeert de hoeveelheid transpositie in halve tonen. Stel een ‘+’(positieve) waarde in om de toonhoogte te verhogen of een ‘-` (negatieve) waarde om de toonhoogte te verlagen. Indien u niet wilt transponeren, zet u dit op ‘0’. Waarde: -127– +127 Voor details over de instellingen, zie ‘Phrase Modify Menu’ (p.239).
Songs bewerken Deze functie wijzigt de speelsterkte (Velocity) van een gespecificeerd gebied noten. Range Min, Range Max Specificeert de reeks nootnummers waarvan de Velocity gewijzigd zal worden. Als u de Velocity van noten in de reeks C3 tot C4 wilt wijzigen, zet u ‘Range Min’ op ‘C3’, en ‘Range Max’ op ‘C4’. De toetsenreeks kan ook gespecificeerd worden door toetsen op het Overzicht De Velocity veranderen (Change Velocity) toetsenbord in te drukken.
Songs bewerken Het MIDI kanaal veranderen (Change Channel) Met deze functie kan het MIDI kanaal van een gesp0ecificeerd gebied aan sequencer data naar een ander MIDI kanaal worden overgebracht. Voor details over de instellingen, zie ‘Phrase Modify Menu’ (p.239). Zet Scr Channel op het MIDI kanaal, dat u wilt veranderen, en zet Dst Channel op het MIDI kanaal, waarin het veranderd zal worden.
Songs bewerken Deze functie wijzigt de tijdsduur (tijd vanaf note-on tot note-off) van noten binnen een gespecificeerd gebied. Afhankelijk van de instelling kan staccato of tenuto ook gecreëerd worden. Range Min, Range Max Specificeert de reeks nootnummers waarvan de tijdsduur gewijzigd zal worden. Als u de tijdsduur van noten in de reeks C3 tot C4 wilt wijzigen, zet u ‘Range Min’ op ‘C3’, en ‘Range Max’ op ‘C4’.
Songs bewerken Uitvoeringsdata naar voren en achteren verschuiven (Shift Clock) Status Selecteert het type data dat in tijd verschoven zal worden. Waarde Deze functie verschuift de timing van sequencer data terug of verder ALL in tijd, binnen een gespecificeerd gebied in stappen van 1 tik. Lichte verschuivingen in timing kunnen de uitvoering sneller of langzamer NOTE maken.
Songs bewerken Doorlopend variabele controllers zoals aftertouch, Pitch Bend en Range Min, Range Max Wanneer de Status parameter op ‘P.AFT’ of ‘C.C’ is ingesteld, kunt u de reeks data specificeren. Zet ‘Range Min’ op de laagste waarde van de reeks, en ‘Range Max’ op de hoogste waarde van de reeks. expressie hebben de neiging onverwacht grote hoeveelheden data te produceren wanneer deze gebruikt worden.
Songs bewerken Individuele onderdelen van sequencer data bewerken (Microscope) 4. Met Microscope kunt u individuele onderdelen van sequencer data Druk op [F7 (Channel)] om het Part te selecteren waarvan u de uitvoeringsdata wilt bekijken of bewerken. Kies ‘ALL’ als u uitvoeringsdata van alle MIDI kanalen wilt bekijken. Kanaal: ALL, 1-16 Part Groep: ALL, INT, EXP1, EXP2, EXT die in een frase is opgenomen bewerken, zoals MIDI berichten.
Songs bewerken 1. 2. Gebruik of om de cursor naar de locatie van het System Exclusive bericht dat u wilt bewerken te verplaatsen. Frases kunnen de volgende acht types sequencer data opnemen. De Druk op daarnaast getoond. . 4. Druk op of om de cursor naar de data die u wilt bewerken te verplaatsen. Draai aan de VALUE knop of druk op [INC] [DEC] om de waarde te bewerken. cursor naar die locatie, en druk op [F3 (Insert)]. Een waarde van ‘00’ zal ingevoegd worden. Verander dit in de gewenste waarde.
Songs bewerken Sequencer data bekijken (View) Omdat een frase een grote hoeveelheid sequencer data bevat, kan het beeld rommelig, en moeilijk te lezen worden. Dit is de reden dat u het type sequencer data die in het scherm getoond zal worden op de Sequencer data invoegen (Create) U kunt nieuwe sequencer data in een gewenste locatie van een frase voegen. Fantom-G kunt specificeren.
Songs bewerken Een individueel sequencer data onderdeel kan naar een andere locatie worden verplaatst. Sequencer data kopiëren (Copy) Sequencer data kan naar de gewenste locatie gekopieerd worden. Dit is handig als u dezelfde sequencer data op meerdere locaties wilt gebruiken. Data die in de tempo track (p.236) of beat track (p.237) is opgenomen, kan ook op dezelfde manier gewist worden. De tempo verandering aan het begin van de tempo track of de opgenomen, kan op dezelfde manier gekopieerd worden.
Een song opslaan (Song Save) Een song die u opneemt, wordt aanvankelijk in het tijdelijke gebied geplaatst. De song in het tijdelijke gebied zal verloren gaan als u de stroom uitzet of een andere song laadt. Om de song te behouden, Een song opslaan (Save) moet deze in het project worden opgeslagen. Om frases individueel op te slaan Wat de opgeslagen song data bevat → ‘Een frase opslaan (Save)’ (p.216).
Een song opslaan (Song Save) Hier ziet u, hoe de uitvoering van alle geluidstracks en MIDI tracks Een opnieuw gesamplede Sample naar de computer kopiëren om een CD of MP3 te creëren Een Sample die door opnieuw samplen (Resample) is gecreëerd, kan naar een computer worden gekopieerd. De Sample wordt een WAV bestand, dat gebruikt kan worden om een CD of MP3 op de Nadat een Sample op deze manier is gecreëerd, kunt u deze op de computer of een ander apparaat als een complete song opslaan.
Een song opslaan (Song Save) Opslaan als SMF-bestand (Save As SMF) Hieronder wordt uitgelegd hoe u een ingeladen song (temporary song) of MIDI-frase opslaat als SMF-bestand. 1. Druk in het Song Play/Song Edit-scherm op [F7 (Song Util)], kies “Save As SMF” uit het menu dat verschijnt en druk op [F8 (Select)]. Het Save As SMF-scherm verschijnt.
07: Sampler In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe geluiden worden gesampled en Samples worden bewerkt. • Sampling .................................................................. p.258 • Een Sample bewerken ................................................ p.
Sampling Met de Fantom-G kunnen geluidsbronnen, zoals een gebeurt, sluit u het externe apparaat opnieuw op juiste wijze aan of zet geluidsapparaat of CD, gesampled worden. u de [MIX IN] schakelaar van de Fantom-G uit. In deze sectie wordt de Sample procedure, en wat de parameters doen uitgelegd. 2. 3. Druk op selecteren. 4. Draai aan de VALUE knop of druk op [INC] [DEC] om de waarde in te stellen.
Sampling • Input Effect Switch effectprocessor wordt gestuurd (Input Effect) Waarde: OFF, ON • Input Effect Type Input Effect Setup instellingen 1. Selecteert het type effect dat op de externe invoerbron wordt toegepast. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MIX IN]. Het Input Effect Setup scherm verschijnt. fig.
Sampling Mode Solo sampling: [F5 (Solo)] Sampleprocedure 1. Uitleg Terwijl de interne geluidsgenerator normaal wordt gespeeld, sampled u alleen het geluid van de externe invoer. Druk op [SAMPLING] om naar het Sampling Menu scherm te gaan. * Behalve het Input Effect kunnen er geen andere effecten op het externe invoergeluid worden toegepast. fig.14-004 Solo with effects sampling: [F6 (Solo with FX)] fig.
Sampling woord ‘CLIP’ in de niveaumeter in het scherm verschijnen. Waarde Blijf samplen totdat [STOP] wordt * Door gebruik van een aansluitkabel die een weerstand bevat kan het ingedrukt. geluidsniveau te laag zijn. Gebruik een aansluitkabel zonder BEAT: Stop samplen na het gespecificeerde aantal beats op het huidige tempo. weerstand. TIME: Sample de gespecificeerde tijdslengte. • Sampling Length * 7.
Sampling Een Sample tijdens samplen verdelen 1. Tijdens het samplen drukt u op [F8 (Divide)]. De Sample wordt verdeeld op het punt, waarop u op de knop drukte, en het daarop volgende materiaal wordt als Sample van het volgende nummer gesampled. * Eerder in tijd samplen (Skip Back Sampling) Skip Back Sampling is een functie, waarmee iets dat vlak voor dat punt werd gespeeld gesampled kan worden, zelfs als u toen niet opnam.
Een Sample bewerken te beluisteren. In deze sectie wordt uitgelegd, hoe een Sample die u gesampled/ Bewerking wordt in het Sample geheugen uitgevoerd, een geheugen speciaal voor Samples. * Dit kan niet uitgevoerd worden als meer dan één Sample geselecteerd is. Het Sample Edit scherm verschijnt (p.266). De Sample lijst toont de huidige status van de Samples Sample naam Selecteer een Sample uit de lijst. Geeft de naam van de Sample aan.
Een Sample bewerken Een Sample laden (Load) Een Sample wissen (Unload) Zo wordt een Sample uit het project in het Sample geheugen Deze handeling wist de Sample uit het Sample geheugen. geladen. Het Sample bestand zelf, dat in het project is opgeslagen, zal niet 1. verwijderd worden. Druk op [SAMPLE]. 1. Druk op [SAMPLE]. Sample Edit scherm verschijnt. 2. Het Sample Edit scherm verschijnt. Druk op [F1 (Sample List)]. Het Sample List scherm verschijnt. 2. fig.
Een Sample bewerken Deze handeling verwijdert de Sample die in het project is opgeslagen volledig, samen met zijn bestand. 1. Een geluidsbestand (WAV/AIFF) van de computer importeren Overzicht Een Sample verwijderen (Delete) Geluidsbestanden (WAV/AIFF) van de computer kunnen als Samples in het geheugen geïmporteerd worden. Druk op [SAMPLE]. Het Sample Edit scherm verschijnt. 2. Geluid 2 Druk op [F1 (Sample List)]. Het Sample List scherm verschijnt.
Een Sample bewerken Het Sample Edit scherm weergeven (Sample Edit) 1. Paramater Uitleg pag. Sample Gain Pas de gain van de Sample aan. p. 268 De golfvorm weergave vergroten/ verkleinen (Zoom) Druk op [SAMPLE]. Het Sample Edit scherm verschijnt. fig.14-007_50 Hier ziet u, hoe de vergroting van de Sample weergave veranderd wordt. 1. In het Sample Edit scherm drukt u op [F6 (Zoom)]. Het Zoom venster verschijnt. 2. Gebruik [CURSOR] om de vergroting van het scherm te veranderen.
Een Sample bewerken Nadat de start en eindpunten zijn gespecificeerd, kunt u Truncate (p.269) uitvoeren, om ongewenste porties aan het begin en eind van de Sample te verwijderen. Het deel van de uiteindelijke Sample kan gespecificeerd worden. Overzicht De Start/Eindpunten van de Sample instellen De regio waarbinnen herhaaldelijk afgespeeld wordt (loop) kan ook Over de beat 1. Samples bevatten beat data.
Een Sample bewerken Instellingen voor de Sample maken (Sample parameters) REV-ONE (Reverse One-shot): De Sample wordt slechts één keer van het eindpunt tot het startpunt in omgekeerde richting afgespeeld. fig.15-008 Hier kunnen verscheidene instellingen voor de Sample gemaakt Start P. Loop Start P. End P. worden. 1. Selecteer de Sample die u wilt bewerken (p.263). 2. Druk op [SAMPLE] om naar het Sample Edit scherm te gaan, en druk op [F2 (Param)]. • Loop Tune fig.
Een Sample bewerken * Door [F7 (Reset Grid)] in te drukken, kan het Sample Grid opnieuw 5. Druk op [EXIT] als u klaar bent. In sommige gevallen verbetert de geluidskwaliteit als de hoge frequentiereeks van een belangrijke Sample omhooggeduwd wordt. De hoge frequentiereeks van de Sample kan ook benadrukt worden 1. Ga naar het Sample Parameter-scherm. frequentiereeks te verzwakken. 2. Druk op [F5 (BPM Calc)] om het BPM Calc-venster te openen. 1.
Een Sample bewerken Het volume van een Sample maximaliseren (Normalize) Deze handeling verhoogt het niveau van de gehele Sample zoveel mogelijk, zonder dat het maximale niveau wordt overschreden. In sommige gevallen zal het volume van een frase die u opnieuw Amp Deze handeling past een envelope (tijdvariërende verandering) op het volume van de Sample toe. Het volume van de gehele Sample kan ook aangepast worden. 1. Druk op [SAMPLE] om naar het Sample Edit scherm te gaan. 2. Druk op [F3 (Modify)].
Een Sample bewerken Overzicht Een Sample uitrekken of comprimeren (Time Stretch) Met deze handeling wordt de Sample uitgerekt of kleiner gemaakt, om de lengte of het tempo te wijzigen. De Sample kan uitgerekt of verkleind worden volgens een factor van de helft, tot het dubbele Druk op [SAMPLE] om naar het Sample Edit scherm te gaan. 2. Druk op [F3 (Modify)]. Het Sample Modify Menu scherm verschijnt. 3. Druk op of om ‘Time Stretch’ te selecteren, en druk dan op [F8 (Select)].
Een Sample bewerken Een Sample in noten verdelen (Chop) De chop functie verdeelt een Sample golfvorm in aparte noten. * De Create Set functie maakt het creëren van een Sample set uit de 10. Om de onderverdeling uit te voeren, drukt u op [F7 (OK)]. Om te annuleren, drukt u op [F8 (EXIT)]. * Als u de Chop handeling uitvoert, zal een bericht verschijnen, waarin gevraagd wordt of u Create Sample Set wilt uitvoeren. 11. Indien u Create Sample Set wilt uitvoeren, drukt u op [F8 (Execute)].
Een Sample bewerken 11. Om de verdeling uit te voeren, drukt u op [F8 (Execute)]. * Als u Auto Chop uitvoert, zal een bericht vragen of u Create Hier ziet u, hoe de punten waarop de Sample verdeeld moet worden automatisch gespecificeerd kunnen worden, waarna de Sample verdeeld wordt. Druk op [SAMPLE] om naar het Sample Edit scherm te gaan. 2. Druk op [F3 (Modify)]. Sample Set wilt uitvoeren. 12. Indien u Create Sample Set wilt uitvoeren, drukt u op [F8 (Execute)].
Een Sample bewerken Een Sample opslaan (save) Zo wordt de geselecteerde Sample in het project opgeslagen. Een nieuw geladen Sample, alsmede de veranderingen die u in de instellingen van een Sample heeft aangebracht, zullen verloren gaan als de stroom wordt uitgezet. Om dit soort data te behouden, moet Alle Samples opslaan (Save All) Zo worden alle Samples uit de Sample lijst in het project opgeslagen. 1. Druk op [SAMPLE]. 2. Druk op [F1 (Sample List)]. deze als volgt worden opgeslagen. 1.
Multisample Een “multisample” is een van verschillende samples die toegewezen zijn aan de toetsen van het klavier. Eén multisample kan tot 128 samples verdelen over het klavier. U kunt 128 multisamples opslaan in het user-geheugen. * Overview Een multisample maken Om een multisample te kunnen horen, moet u hem toewijzen aan een patch. fig.msamj.
Multisample Een multisample bewerken Het Multisample Edit-scherm fig.msam2j.eps Multisample Edit-scherm 1 Als u [SHIFT] ingedrukt houdt 3 2 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 14. Herstelt een multisample in de laatst bewaarde toestand (p. 277). 1. Toont informatie over de patch. 2. Toont de naam van de multisample. 3. Duidt aan of de multisample al dan niet bewerkt is. 4. Toont informatie over de huidige noot. 5. Duidt de oorspronkelijke toets van de sample aan. 17.
Multisample 1. Een sample van een toets kopiëren naar een andere toets (Copy) Sla een klaviertoets aan om de bijhorende sample te selecteren voor bewerking. U kunt de sample die aan een bepaalde noot is toegewezen, kopiëren U kunt een regio selecteren door twee toetsen aan te slaan. naar een andere noot op het klavier. 1. of [INC][DEC] gebruiken. Hou in dat geval [SHIFT] ingedrukt om om een regio van noten te selecteren.
Multisample De knoppen hebben de volgende functies. All noten wissen (Erase All) • VALUE-wiel, [INC][DEC] De originele toonaard wijzigen van de sample die toegewezen is aan de huidige noot. Ga als volgt te werk om alle noten te wissen. • [F7 (Preview)] 1. Hou in het Multisample Edit-scherm [SHIFT] ingedrukt en druk op [F2 (Erase All)]. U wordt gevraagd om te bevestigen. 2. Druk op [F7 (OK)]. Om te annuleren, drukt u op [F8 (CANCEL)].
08: Verscheidene instellingen (menu en systeem) In dit hoofdstuk worden de menu- en systeeminstellingen uitgelegd. • Menu referentie ......................................................... p.280 • Systeeminstellingen .................................................... p.290 • V-LINK ...................................................................... p.
Menu referentie Menu’s De menu’s bevatten verscheidene functies die u wellicht gemakkelijk zult vinden bij het gebruik van de Fantom-G. Druk op [MENU] om naar het menu te gaan, selecteer de gewenste functie, en voer deze uit. Aan project gerelateerde instellingen (Project) Hier ziet u, hoe een project uit het interne geheugen of USB geheugen in het tijdelijke gebied van de Fantom-G wordt geladen of hoe het project vanuit het tijdelijke gebied van de Fantom-G wordt opgeslagen.
Menu referentie Deze handeling slaat het project uit het tijdelijke gebied in het Save As Project Deze handeling slaat het project uit het tijdelijke gebied onder een andere naam in het interne geheugen of USB geheugen op. 1. Druk op [MENU] om naar het Menu scherm te gaan. 1. Druk op [MENU] om naar het Menu scherm te gaan. 2. Gebruik het VALUE-wiel of [CURSOR] om ‘Project’ te kiezen, en druk dan op [ENTER]. 2. Gebruik het VALUE-wiel of [CURSOR] om ‘Project’ te kiezen, en druk dan op [ENTER].
Menu referentie Create Project Deze handeling creëert een nieuw project in het USB geheugen. Backup Project Deze handeling maakt een reservekopie van een project uit het interne geheugen in het USB geheugen (slechts één). 1. Druk op [MENU] om naar het Menu scherm te gaan. 2. Gebruik het VALUE-wiel of [CURSOR] om ‘Project’ te kiezen, en druk dan op [ENTER]. 1. Druk op [MENU] om naar het Menu scherm te gaan. 2. Gebruik het VALUE-wiel of [CURSOR] om ‘Project’ te kiezen, en druk dan op [ENTER].
Menu referentie Door deze handeling uit te voeren kan een project, dat eerder met gebruik van Backup Project in het USB geheugen werd opgeslagen, opnieuw in het interne geheugen worden geplaatst. System Settings (system) ‘System Settings (Instellingen algemeen voor alle modes)’ (p.290). Geluid 1 Als een backup wordt teruggezet, wordt het interne geheugen overschreven.
Menu referentie Reset to Default Factory Settings (Factory Reset) Hiermee wordt alle data in de Fantom-G in de fabrieksinstellingen teruggezet. (Factory Reset) Format USB Memory Hiermee wordt het USB geheugen, dat op de USB MEMORY op het achterpaneel is aangesloten, geformatteerd (geïnitialiseerd). Indien het formaat van het USB geheugen iets anders dan FAT is, zal dit niet door de Fantom-G herkend worden. (De FantomG kan het dan ook niet formatteren).
Menu referentie Door de Fantom-G via een USB kabel met de computer te verbinden, kunnen bestanden uit het interne geheugen of USB geheugen naar en van de harddisk of andere media op de computer worden Wanneer de Fantom-G op de computer is aangesloten, kan het gebied op de Fantom-G waarmee een verbinding wordt gemaakt geselecteerd worden. Dit zal het interne User gebied of het USB geheugen zijn.
Menu referentie Waarschuwingen met betrekking tot mappen en bestanden De volgende punten zijn belangrijk als de Fantom-G via USB met een computer is verbonden: • Gebruik de computer niet om mappen binnen de Fantom-G te verplaatsen of verwijderen. • Gebruik de computer niet om het User geheugen of USB geheugen van de Fantom-G te formatteren of optimaliseren of voor het uitvoeren van handelingen als Scan Disk. • De Fantom-G kan alleen bestandsnamen verwerken die uit enkelbyte alfanumerieke tekens bestaan.
Menu referentie ‘Geluidsbestanden importeren (Import Audio)’ (p.289). Geluid 1 Een standaard MIDI-bestand (SMF) van de computer naar de Fantom-G kopiëren Import Audio Zo wordt een standaard MIDI-bestand van de computer naar de Fantom-G gekopieerd. Op de computer prepareert u het standaard MIDI-bestand (.MID) dat u wilt kopiëren. 2. Gebruik de USB Storage-functie (p.281) om het standaard MIDI-bestand (.MID) naar de volgende map in het interne geheugen of USB-geheugen van de Fantom-G te kopiëren.
Menu referentie Een Bitmap bestand als achtergrond in het scherm gebruiken (Import BMP) Via USB geheugen (of intern geheugen) kan een bitmap bestand (Windows BMP formaat, 24 bit, 800 x 480 pixels) als achtergrond voor de Fantom-G worden gebruikt. 1. Op de computer prepareert u het bitmap bestand (Windows BMP formaat, 24 bit, 800 x 480 pixels) dat u als achtergrond wilt gebruiken. 2.
Menu referentie Overzicht Geluidsbestanden importeren (Import Audio) Zo wordt een geluidsbestand (WAV/AIFF) geïmporteerd. 2. Met gebruik van de USB Storage functie kopieert u het geluid naar de ‘IMPORT’ map van het USB geheugen of het interne geheugen van de Fantom-G. 3. Druk op [MENU]. 4. Draai aan de VALUE knop om ‘Import Audio’ te selecteren, en druk dan op [ENTER]. 5. Druk op [F1 (Internal)] of [F2 (USB Memory)] om het importbrongebied te selecteren.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Instellingen die op de gehele omgeving van de Fantom-G van 6. invloed zijn, zoals stemmingen en ontvangst van MIDI-berichten, worden systeemfuncties genoemd. In deze sectie wordt uitgelegd Herhaal stappen 3-5 om elke Systeem parameter die u wilt bewerken in te stellen. 7. Om gewijzigde instellingen op te slaan, drukt u op [F7 (Sys Write)]., en voert u de Write handeling uit.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) In deze sectie wordt uitgelegd wat de verschillende Systeem PROG UP: geselecteerd worden. PROG DOWN: De User groep Patch van het volgende nummer of de volgende bank wordt geselecteerd. USER GROUP DOWN: De User groep Patch van het vorige nummer of de vorige bank wordt geselecteerd. FAVORITE UP: De favoriete Patch/live set/studio set van het volgende nummer of de volgende bank Pedal/D Beam zal geselecteerd worden.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Keyboard Dynamic Pad Keyboard Velocity Pad Assign Source Specificeert de Velocity waarde die verzonden zal worden als u op Specificeert of veranderingen in Pad mode de Pad Mode instellingen het toetsenbord speelt. Als de werkelijke toetsenbord Velocity verzonden moet worden, zet u dit op ‘REAL’. Als u wilt, dat een van het systeem of de live set of studio set (TEMP) zullen volgen.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Slider Assign Select Specificeert of de werking van schuifregelaars 1-8 automatisch zal veranderen volgens het scherm (SCREEN) of vastgezet zal worden op de Slider 1-8 Assign instellingen (FIX) Knob Slider mode Specificeert of de positie van de knop of schuifregelaar, wanneer deze wordt verplaatst, direct als control data (DIRECT) wordt uitgestuurd of dat control data alleen wordt uitgevoerd nadat de Waarde: DIRECT, CATCH Slider Assign Source
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Magic Control Switch S1/S2 Magic Control is een functie die de rol van knop 4 en schuifregelaar Switch S1/S2 Assign Source 8 automatisch volgens het scherm verandert. In het Patch List scherm (p.49) selecteert knop 4 de categorie, en scrollt schuifregelaar Specificeert of de S1/S2 schakelaars de systeeminstellingen zullen 8 door de lijst. volgen (SYS) of de instellingen van de live set/studio set zullen volgen (TEMP).
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) MMC Mode Wanneer de Fantom-G met een harddisk recorder gesynchroniseerd Sync Mode wordt, zoals één uit de Roland VS serie, specificeert u welk synchronisatiesignaal de Fantom-G sequencer zal gebruiken. Specificeer het synchronisatie bericht dat de sequencer van de Waarde Fantom-G voor handeling zal gebruiken. MASTER: Waarde De Fantom-G is de meester (hoofdbron).
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) apparaat in eenheden van een frame (beeld). Types MTC De types MTC die door de Fantom-G geselecteerd kunnen worden, vindt u hieronder. Selecteer dezelfde frame rate als die voor het externe apparaat is ingesteld. Wanneer geen video apparaat wordt gebruikt, kan elke frame rate geselecteerd worden, zolang de frame rates op beide apparaten die gesynchroniseerd worden hetzelfde zijn. 30: Dit is 30 beelden per seconde, non-drop formaat.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Klank Metronome Mode Local Switch Specificeert wanneer de metronoom zal klinken. De Local switch bepaalt of de interne geluidsgenerator van de * Als [F7 (Click)] in het Tempo venster, dat verschijnt als u op [TEMPO] drukt, rood verlicht is, zal de metronoom altijd klinken. zal niet klinken. PLAY-ONLY: klinkt alleen tijdens afspelen. REC-ONLY: de metronoom klinkt alleen tijdens het opnemen.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) MIX:Stel dit in voor de algehele uitvoer van alle geluiden, die via de OUTPUT (MIX) jacks worden uitgestuurd. Om het uiteindelijke geluid dat uitgestuurd wordt te controleren, stelt u dit op MIX Hoe kan ik het volume aanpassen? in. MASTER LEVEL past het volume van zowel de OUTPUT A jacks als de DIGITAL AUDIO OUT jack aan.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) berichten verzonden zullen worden (ON) of niet (OFF). Waarde: OFF, ON Soft Through (Soft Through Switch) Als u System Exclusive berichten wilt verzenden of ontvangen, stelt Thru functie verzend alle berichten die via de MIDI IN zijn u deze parameter zo in, dat deze met het Device ID nummer van het andere MIDI apparaat overeenkomt. ontvangen opnieuw naar de MIDI OUT, zonder deze op enige wijze te wijzigen.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) USB Equal Temperament USB-MIDI Thru Sw (USB-MIDI Thru Switch) Deze stemming verdeelt het octaaf in 12 gelijke delen, en is de Deze schakelaar specificeert of MIDI berichten die via de USB meest gebruikte stemmethode die in Westerse muziek wordt gebruikt.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Preview 1–4 Note Number Preview Mode parameter op ‘SINGLE’ of ‘CHORD’ is ingesteld. Waarde: C-1 – G9 Screen Saver Overzicht Specificeer de toonhoogte van de vier noten die zullen klinken als de Screen Saver Type Selecteert het type schermbeveiliging. Waarde: 1-16 Als ‘PHRASE’ voor de Preview Mode parameter is geselecteerd, hebben deze instelling geen effect.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Trigger Level Volumeniveau waarop sampling zal beginnen als Auto Trig op ON staat. 0 is de minimale instelling. Systeem Informatie (Info) Zo kan de systeem informatie bekeken worden. Waarde: 0-7 1. Druk op [MENU] om naar het menu te gaan. Gap Time 2. Gebruik het VALUE-wiel of [CURSOR] om ‘System’ te kiezen, en druk dan op [ENTER]. Wanneer er een stille regio is, langer dan de gespecificeerde tijd, zal 3. Druk op [F4 (Info)].
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) 7. Druk op [F1 (Internal)] of [F2 (USB Memory)] om het import bron gebied te selecteren (intern geheugen of USB geheugen). 8. Druk op of selecteren. 9. Druk op [F8 (select)]. De achtergrond afbeelding in het scherm kan veranderd worden. Via USB geheugen (of intern geheugen) kunt u uw eigen foto of andere afbeeldingen als achtergrond gebruiken. Druk op [MENU] om naar het menu te gaan. 2.
Systeeminstellingen (instellingen die voor alle modes gelden) Aan weergave gerelateerde instellingen (Appearance) Hier kunnen aan weergave gerelateerde instellingen gemaakt worden. Op de Fantom-G kan scherm transparantie aan/uitgezet worden, en kan de mate van transparantie gespecificeerd worden. 1. Druk op [MENU] om naar het menu te gaan. 2. Draai aan het VALUE-wiel om ‘System’ te selecteren, en druk dan op [ENTER]. 3. Druk op [F6 (Appearance)]. Het Appearance scherm verschijnt.
Over V-LINK 1. Aan de linkerkant van het paneel drukt u op [V-LINK], zodat de indicator oplicht. De V-LINK instelling is nu ingeschakeld. In deze staat kan de Fantom-G bediend worden om beelden met de uitvoering te synchroniseren. U kunt de Fantom-G bijvoorbeeld samen met het motion dive .tokyo Geluid 1 V-LINK ( ) is een functie, waarmee muziek en beelden samen uitgevoerd kunnen worden.
Over V-LINK V-LINK Parameters Note Tx Ch MIDI kanaal dat clips/paletten verandert, en de overvloeitijd regelt. Waarde: 1-16 Clip 1 Note No. Pads 1-16 corresponderen met clips (of paletten). We raden aan de [PAD SETTING] in te drukken om naar het Pad instellingsscherm te gaan, en op ‘Note’ in te stellen met gebruik van Quick setup (p.192) en Clip1 Note No. Op dezelfde waarde als de ‘Pad Base Note’ instelling te zetten.
09: Appendix • De uitbreidingskaart installeren.................................... p.308 • Het DIMM geheugen uitbreiden ................................... p.310 • Probleemoplossing ..................................................... p.312 • Storingsmeldingen...................................................... p.318 • Over MIDI................................................................. p.319 • Specificaties .............................................................. p.
De uitbreidingskaart installeren Maximaal twee uitbreidingskaarten (ARX serie, apart verkrijgbaar) kunnen in de Fantom-G geïnstalleerd worden. Waarschuwingen bij het installeren van een uitbreidingskaart • Om schade aan interne componenten te voorkomen, welke door statische elektriciteit veroorzaakt kan worden, neemt u het volgende in acht als u de kaart gaat plaatsen.
De uitbreidingskaart installeren * Gebruik geen overmatige kracht bij het installeren van een uitbrei- 5. 3. Trek de uitbreidingskaart uit de opening, door stap 3 van het installatieproces omgekeerd uit te voeren. 4. Maak het deksel vast, door stap 2 van het installatieproces omgekeerd uit te voeren. Druk stevig naar binnen, totdat de tabs op het instrument in de gaten van de uitbreidingskaart klikken. Geluid 1 De nieuw geïnstalleerde uitbreidingskaart configureren Overzicht dingskaart.
Het DIMM geheugen uitbreiden De Fantom-G wordt met 32 MB geheugen geleverd, waarin geluidssamples geladen kunnen worden. Echter, in sommige gevallen is 32 MB aan geheugen onvoldoende voor het laden van grote hoeveelhe- • Gebruik geen overmatige kracht voor het installeren van een uitbreidingskaart. Als deze bij de eerste poging niet goed past, verwijdert u de kaart, en probeert u het opnieuw. den data. In dat geval kan een apart verkrijgbaar geheugen (DIMM) toegevoegd worden.
Het DIMM geheugen uitbreiden 3. fig.31-006 Overzicht Druk de witte klemmen aan beide kanten van de houder naar buiten, zodat deze zich in neerwaartse positie bevinden. fig.31-003 4. fig.31-004 Controleren of het geheugen correct is geïnstalleerd 1. Zet de stroom aan, volgens de beschrijving van ‘de stroom aanzetten’ (p.28). 2. Druk op [MENU] om het Menu venster te openen. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op [ENTER]. 5. Druk op [F4 (Info)]. 6.
Probleemoplossing Wanneer de Fantom-G niet naar verwachting functioneert, controleert u eerst de volgende punten. Indien hiermee het probleem niet is opgelost, raadpleegt u een handelaar of een Roland service Centrum. * Wanneer een bericht tijdens een handeling in het scherm wordt weergegeven, raadpleegt u Storingsmeldingen (p.318) Problemen met betrekking op de gehele Fantom-G De stroom gaat niet aan. (p.304, p.306).
Probleemoplossing • Controleer de Scale Tune instelling. Zelfs als ik de Pan van een Patch geheel op één kant instel, is er Het geluid wordt onderbroken. nog steeds geluid via het andere kanaal te horen. Geluiden worden onderbroken als meer dan 128 stemmen De interne effecten van de Fantom-G zijn stereo, dus als u effec- gelijktijdig worden gebruikt. • Reduceer het aantal Tones dat u gebruikt.
Probleemoplossing Problemen met betrekking tot effecten Effecten worden niet toegepast Multi-effect 43: TAP DELAY of een andere delaytijd waarde is op de noot ingesteld, en als het tempo wordt verlaagd, verandert de delaytijd dan niet boven een bepaalde lengte? Dit soort Delay tijd instellingen hebben een hoge limiet, dus als de hoge limiet van een waarde die op de noot is ingesteld wordt Controleer de volgende punten.
Probleemoplossing volgens de arpeggio en D Beam controller instellingen die voor Het kan zijn dat een Bank Select in de song data die niet door de Fantom-G is gespecificeerd in de song werd aangetroffen. Er wordt geen geluid gespeeld als de Tone groep niet door de Problemen met betrekking tot de sequencer Fantom-G met Bank Select MSB/LSB is toegewezen.
Probleemoplossing • Is er een Program Change op het punt waar de uitvoering van de song traag is? Verander de positie van de Program Change. Als Program Changes in een song worden gevoegd, neemt de verwerkingstijd voor het veranderen van Patches toe, hetgeen kan veroorzaken dat de uitvoering trager wordt. • Is er een System Exclusive bericht op het punt waar de song uitvoering trager wordt? Verplaats de locatie van de data.
Probleemoplossing • Is er een condensator microfoon aangesloten? ding nodig. Problemen met betrekking tot USB geheugen Zet de MIC/GUITAR schakelaar op ‘PHANTOM ON” (p.24). • Kan de MIC/GUITAR schakelaar op ‘GUITAR’ zijn ingesteld? Zet de INPUT gain selectie schakelaar op ‘PHANTOM ON’ of USB geheugen wordt niet gedetecteerd. Overzicht Als u een condensator microfoon gebruikt, heeft u fantoomvoe- De bestanden worden niet getoond. ‘PHANTOM OFF’ (p.24). Controleer de volgende punten.
Storingsmeldingen Wanneer een onjuiste handeling wordt uitgevoerd of als verwerking niet volgens uw specificaties kan worden uitgevoerd, zal een storingsmelding verschijnen. Raadpleeg de uitleg van de storingsmelding die verschijnt, en neem passende maatregelen. Bericht Betekenis Actie Empty Sample! Empty Song! Selecteer een Sample die data bevat. Selecteer een song die data bevat. File Name Duplicate De Sample bevat geen data. De song is niet opgenomen, en kan daarom niet afgespeeld worden.
Over MIDI MIDI (Musical Instruments Digital Interface) is een standaard fig.33-004.e Zender A MIDI apparaten die uitgerust zijn met MIDI aansluitingen via een MIDI kabel te verbinden, kunt u meerdere instrumenten via één Zender B toetsenbord bespelen, meerdere MIDI instrumenten in ensemble spelen, de instellingen zo programmeren dat deze automatisch Zender C De TV is ingesteld op het kanaal van de gekozen zender.
(Sound Generator Section) Model Fantom-G6/G7/G8 MIDI Implementatiekaart Verzonden Functie...
(Sequencer Section) MIDI Implementatiekaart Model Fantom-G6/G7/G8 Herkend Basic Channel Default Changed All channel X All channel 1–16 Mode Default Messages Altered X X X X Opmerkingen Overzicht Verzonden Functie... Versie : 1.00 There is no specific basic channel.
Specificaties Sampling sectie Fantom-G6/G7/G8 Synthesizer toetsenbord (in overeenstemming met General MIDI 2 Data formaat systeem) 16-bit lineair (bestandstype: .WAV/ .AIFF) Toetsenbord [G6] 61 toetsen (met Velocity en kanaal aftertouch) [G7] 76 toetsen (met Velocity en kanaal aftertouch) [G8] 88 toetsen (Progressive Hammer Action II mechanisme, als ivoor aanvoelde toetsen, en kanaal aftertouch) Geluidsgenerator sectie Maximale polyfonie 128 stemmen (gedeeld met de sampling sectie) Parts 44.
Specificaties Chord memory Gewicht Chord memory sets 128 [G6] 14.5 Kg [G7] 16.6 Kg [G8] 33.6 Kg Overzicht 128 Accessoires Beeldscherm Gebruikershandleiding Snelle start gids LCD (kleur) Geluiden lijst Geluid 1 Grafisch type, 8.
Index A AC ingang (stroomaansluiting).............................................................24 Accent rate (Arpeggio Accent Rate) ......................................................................79 Aftertouch Sens (Aftertouch Sensitivity)...........................................292 Afwisselende pan diepte..............................................................101, 125 AIFF.........................................................................................................
Index (D Beam gevoeligheid) .....................................................................291 D Beam schakelaar ................................................................................143 D Beam: ASSIGNABLE ........................................................................145 D Beam: PAD TRIGGER ......................................................................143 D Beam: SOLO SYNTH ........................................................................143 Data niet gevonden .....
Index Keyboard Range Upper..........................................................................94 Keyboard Range Upper (Part Keyboard range Upper)..........................................................135 Keyboard schakelaar.................................................................61, 69, 135 Keyboard Velocity.................................................................................292 Keyboard Velocity (Arpeggio Keyboard Velocity) .....................................................
Index Mono/Poly.............................................................................................105 Monofoon .................................................................................................50 Motif.............................................................................................................. (Arpeggio motief)................................................................................79 MP3 ......................................................................
Index Patch Bank..............................................................................................134 Patch Categorie........................................................................................89 Patch Coarse Tune...................................................................................90 Patch Finder .............................................................................................48 Patch Fine Tune ...............................................................
Index Rec Start Point........................................................................................223 Rec Start Point (Opname startpunt) ..........................................................................231 Receive Bank select (Receive Bank Select schakelaar) ............141, 299 Receive Bender (Receive Pitch Bend schakelaar)......................................................141 Receive Channel Pressure (Receive Channel Pressure schakelaar)..........................................
Index Skip Back Time ......................................................................................302 SKIPBACK................................................................................................23 Slider 1-8 Assign......................................................................76, 145, 293 Slider 1-8 instellingen .............................................................................76 Slider 8 Assign .........................................................................
Index (Tone Receive Hold schakelaar)......................................................108 Tone Receive Pan Mode .......................................................................108 Tone Receive Pan Mode (Rhythm Tone Receive Pan Mode) .................................................118 Tone Redamper schakelaar..................................................................108 Tone Reverb zendniveau .............................................125, 131, 152, 154 TONE SEL/SW......................
Index W Wallpaper (Achtergrond).....................................................................303 WAV........................................................................................................289 Wave (golf) ...............................................................................91, 119, 130 Wave Alternate Pan schakelaar ..........................................................120 Wave Coarse Tune ................................................................................
Index 333
Voor EU-landen Dit product voldoet aan de vereisten van de Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC Voor EU-landen