Form No. 3398-986 Rev A TimeCutter® SW 4200 of SW 5000 zitmaaier Modelnr.: 74675—Serienr.: 316000001 en hoger Modelnr.: 74680—Serienr.: 316000001 en hoger g027698 Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. 1 Bruto paardenkracht De bruto en netto pk van deze motor is door de motorfabrikant in laboratoriumomstandigheden gemeten volgens standaard J1940 van de Society of Automotive Engineers (SAE). Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheids-, emissie- en gebruiksvoorschriften, zal de motor van dit type maaiers in de praktijk veel minder koppel hebben.
Inhoud Maaidek horizontaal stellen......................................44 Maaidek verwijderen ...............................................46 Het maaidek monteren............................................47 Grasgeleider vervangen ...........................................47 Onderhoud drijfriem van maaidek ................................48 Riemen controleren ................................................48 Drijfriem van maaidek vervangen .............................48 Reiniging ...................
Veiligheid Voor ingebruikname • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013. Onjuist gebruik of onderhoud van deze maaier kan letsel tot gevolg hebben. Houd u aan deze veiligheidsinstructies om het risico op letsel te verminderen. • Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op veilig gebruik. Als u zich echter niet houdt aan de volgende instructies kan dit lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik de machine niet terwijl de grasgeleider omhoog • • • • • • • • • • • • Neem een machine eerst van de vrachtwagen of staat, verwijderd is of aangepast is, tenzij u een grasvanger gebruikt. Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de motor en laat de motor niet te snel draaien.
Maaien op hellingen • Gebruik oprijplaten over de volledige breedte om de machine op een aanhangwagen of in een vrachtwagen te laden. Wees voorzichtig op hellingen en hellingbanen. Als u zich onveilig voelt op een helling, maai deze dan niet. • Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, enz. uit het maaigebied. • Kijk uit voor gaten, groeven of bulten. • Maak de machine stevig vast met spanbanden, kettingen, kabels of touwen.
Model 74680 • Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen en verwijder deze nooit van de machine. Controleer regelmatig of ze goed werken. Doe nooit iets wat de functie van een veiligheidsvoorziening belemmert of wat ervoor zorgt dat een veiligheidsvoorziening minder bescherming biedt. Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 93 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA).
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7009 1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
112-9840 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Verwijder het sleuteltje uit het contact en lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Maaihoogte 120-5470 Modellen van 127 cm 1. Maaihoogte 120-5469 Modellen van 107 cm 121-2989 1. Maaihoogte 1. Omloophendel, hendel in duwstand 10 2.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Raadpleeg de gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen.
131-4036 1. De maximale sleepbelasting op de trekhaak is 36 kg. 2. Lees de Gebruikershandleiding. 131-3665 Modellen van 107 cm 1. Mesrotatie 3. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Achteruit 132-6863 131-3954 Modellen van 127 cm 1. AAN 2. UIT 132-0872 1. De machine kan 3. Handen of voeten kunnen voorwerpen uitwerpen worden gesneden – Blijf uit – Houd omstanders uit de de buurt van bewegende buurt van de machine. onderdelen. 2. De maaier kan voorwerpen 4.
2-0870 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 3. Risico op lichamelijk letsel – laat niemand meerijden. Kijk achter u als u achteruit maait. 5. Oprijplaat kan kantelen – gebruik geen dubbele oprijplaten bij het laden op een aanhanger. Gebruik een enkele oprijplaat die breed genoeg is voor de machine en die een hellingshoek heeft van minder dan 15 graden. Rij achteruit de oprijplaat op en rij vooruit de oprijplaat af. 2. Handen kunnen worden gesneden, mes.
121-0772 Modellen van 107 cm 1. Snel 2. Continu snelheidsregeling 4. Choke 5. Aftakas, aftakasschakelaar 3.
121-0773 Modellen van 127 cm 1. Snel 2. Continu snelheidsregeling 4. Choke 5. Aftakas, aftakasschakelaar 3.
Algemeen overzicht van de machine 6 7 5 3 8 4 2 Figuur 6 1 1. Waarschuwingslampje werken-in-achteruit 2. KeyChoice-sleutel (blauw in kleur) 9 Contactschakelaar 10 De contactschakelaar heeft drie standen: Uit, Lopen en Start. Als u het contactsleuteltje naar Start draait en loslaat, zal het zelf naar Lopen terugkeren.
omhoog beweegt (naar u toe), wordt het maaidek opgetild van de grond, en als u de hendel naar beneden beweegt (weg van u), wordt het maaidek neergelaten. De maaihoogte mag uitsluitend worden ingesteld als de machine stilstaat (Figuur 14). Gebruiksaanwijzing KeyChoice®-schakelaar Brandstof bijvullen Als deze schakelaar ingeschakeld is, kunt u in achteruit maaien. Om deze te activeren, zet u de schakelaar aan en laat u hem los wanneer de aftakas ingeschakeld is.
Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven die methanol of ethanol bevatten. GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
Een nieuwe machine inrijden Een nieuwe motor heeft tijd nodig om vol vermogen te ontwikkelen. Maaidekken en aandrijfsystemen hebben meer wrijving als zij nieuw zijn, waardoor de motor extra wordt belast. Houd er rekening mee dat een nieuwe machine een inrijperiode van 40 tot 50 bedrijfsuren nodig heeft om vol vermogen te ontwikkelen voor de beste prestaties. Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening.
Werking van het veiligheidssysteem 8. Ga terug op de stoel zitten en schakel de parkeerrem uit door de SmartPark-schakelaar naar UIT te duwen. De motor moet blijven lopen. WAARSCHUWING 9. Sta opnieuw op uit de stoel. De rem moet automatisch ingeschakeld worden en de motor blijft draaien. Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. 10.
Motor starten Bediening van de maaimessen Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet langer dan 5 seconden in werking. Als u de startmotor langer dan 5 seconden in werking stelt, kan deze worden beschadigd. Als de motor niet wil starten, moet u 10 seconden wachten voordat u de startmotor opnieuw in werking stelt. Met de messchakelaar schakelt u de aandrijving naar de maaimessen in of uit.
Met de machine rijden 4. Om langzamer te rijden, laat u het tractiepedaal opkomen. Deze machine heeft eigenschappen van zowel een tractor als een zero-turn machine. Net als een tractor heeft de machine een pedaal waarmee zowel de voorwaartse als achterwaartse beweging en de snelheid worden bepaald, en een stuurwiel waarmee u de richting en de draaicirkel bepaalt.
Bestuurdersstoel instellen 1. Steek het KeyChoice-sleuteltje in de KeyChoiceschakelaar (Figuur 6). A 2. Schakel de aftakas in. B 3. Draai het KeyChoice-sleuteltje rechtsom tot het niet verder kan en laat het terugkeren. Opmerking: Er gaat een rood lampje branden op het bedieningspaneel om u eraan te herinneren dat de veiligheid uitgeschakeld is. 4. Voer de maaiwerkzaamheden uit. 5. Verwijder na het maaien het KeyChoice-sleuteltje (Figuur 6).
Antiscalpeerrollen afstellen 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Alleen maaidekken van 107 cm 3. Stel de antiscalpeerrollen (Figuur 18) in zodat deze zo goed mogelijk overeenkomen met de ingestelde maaihoogte. Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling de hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen.
Zijuitworp gebruiken 3 Alleen maaidekken van 107 cm Het maaidek en de maaimessen die worden geleverd met deze machine zijn ontworpen om optimale mulch- en zijuitworpprestaties te leveren. Uitworpafsluiter verwijderen om uitwerpkanaal te gebruiken 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 1 2 2.
1 2 3 G005667 Figuur 21 1. Draaistang 3. De aanwezige dunne moer (3/8 inch) 2. Keerplaat (oorspronkelijk geleverd met de machine) 8. Draai de bevestiging vast met een torsie van 7-9 N·m. 9. Laat de grasgeleider over de uitwerpopening zakken Belangrijk: Het maaidek moet zijn uitgerust met een scharnierende grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert als de machine in de zijuitworpmodus staat. Figuur 22 1. Afvoerafsluiter 3. Bout (1/4 x 2-1/2 inch) 2.
4. Verwijder de 2 knoppen en de klemringen waarmee de rechterplaat is bevestigd aan het maaidek (Figuur 23). WAARSCHUWING Het maaidek kan voorwerpen uitwerpen uit niet-afgedichte openingen, waardoor u en anderen letsel kunnen oplopen. • Gebruik het maaidek nooit zonder dat alle openingen in de maaikast zijn afgedicht met bouten en moeren. • Zorg ervoor dat er bouten en moeren zijn gemonteerd in de montageopeningen als de mulchplaat is verwijderd. Figuur 23 1. Knop 7.
Rechterplaat monteren voor mulching 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 2. Zorg ervoor dat de parkeerrem ingeschakeld is, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Verwijder de keerplaat van het maaidek (Figuur 25). Figuur 26 4. Verwijder het rechtermes van de maaier, zie Maaimessen verwijderen (bladz. 43) 5.
WAARSCHUWING 1 Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. • Gebruik één oprijplaat die de volle breedte van de machine beslaat. Gebruik geen afzonderlijke hellingbanen voor elke kant van de machine.
Wanneer u een gazon voor de eerste keer maait Onderkant van het maaidek schoonhouden Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig worden weggemaaid. In het algemeen kan het best de voorheen gebruikte maaihoogte worden gekozen. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat maaien, kunt u het best in twee keer maaien om een goed maairesultaat te verkrijgen. Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van het maaidek.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • Motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • • • • Na elk gebruik Controleer het motoroliepeil. Luchtinlaatrooster reinigen. Maaimessen controleren. Controleer de grasgeleider op schade. • De voorkant van de machine controleren en reinigen. • Maaikast reinigen.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De voorkant van de machine omhoog brengen Als de voorkant van de machine omhoog moet worden gebracht, gebruik dan de rand helemaal vooraan, zoals getoond in Figuur 30. De stoel omhoog zetten Belangrijk: Gebruik alleen de voorste rand van de machine als kriksteunpunt om schade aan het stuurmechanisme te voorkomen. Zorg ervoor dat de parkeerrem ingeschakeld is en til de stoel naar voren.
Smering Onderhoud motor De lagers smeren Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Smeer alle smeerpunten. Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden. Type vet: nr. 2 vet op lithiumbasis 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. De elementen verwijderen 2.
Motorolie verversen Type olie:Reinigingsolie (API onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ of SL) Carterinhoud: 2,0 liter Viscositeit: zie onderstaande tabel. g027802 SAE 30 Figuur 34 SAE 5W -30, 10W -30 SYNTHETIC 5W -20, 5W -30, 10W -30 Het schuimelement een onderhoudsbeurt geven Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren/Maandelijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Het schuimelement reinigen (vaker in stoffige, vuile omstandigheden).
A Motorolie verversen en oliefilter vervangen B Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren/Na de eerste maand (houd hierbij de kortste periode aan)—Motorolie verversen. C F D G Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Motorolie verversen (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). E Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Oliefilter vervangen. (vaker in stoffige, vuile omstandigheden).
4. Tap de motorolie af. 5. Vervang het motoroliefilter (Figuur 38). A B C D E F g027799 A B C 3/4 g027477 D E Figuur 38 Opmerking: Controleer of de pakking van het oliefilter contact maakt met de motor en draai de filter nog 3/4 slag extra vast. 6. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 39).
A B A B g027478 C E D Figuur 40 Opmerking: Door de diepe uitsparing rond de bougie is doorblazen met perslucht gewoonlijk de meest effectieve manier om de holte te reinigen. De bougie is heel goed bereikbaar als de ventilatorbehuizing wordt verwijderd voor reinigingswerkzaamheden. F Bougie controleren Belangrijk: Bougie(s) nooit schoonmaken.
Onderhoud brandstofsysteem B A GEVAAR C 25-30 N-m 18.5-22.1 ft-lb In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. D • Verricht onderhoudswerkzaamheden in verband met het brandstofsysteem als de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen.
Onderhoud elektrisch systeem Accu opladen g027939 Accu verwijderen A WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. B • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
3 6 2 5 3. Bevestig de minkabel aan de minpool (-) van de accu met de bevestigingen die u eerder hebt verwijderd. 1 4. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de pluspool (rood) van de accu. 7 5. Zet de accu vast met de bevestigingsband (Figuur 44). 6. Zet de stoel omlaag. Onderhoud van de zekeringen 4 De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Voor de zekeringen is geen onderhoud nodig.
Onderhoud aandrijfsysteem Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Bandenspanning controleren. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het ventiel (Figuur 47). De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd. Figuur 48 1. Verbindingsarm aan de bedieningsmodule van de elektrische rem 2.
Onderhoud van het maaimachine Onderhoud van de maaimessen Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe en uitgebalanceerde maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten. Figuur 49 Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn.
3. Meet de afstand tussen het uiteinde van het mes en de vlakke ondergrond (Figuur 51). 1 1 G014973 3 2 G014973 3 Figuur 53 2 1. Mes aan andere zijde, in meetstand Figuur 51 2. Vlakke ondergrond 3. Tweede gemeten afstand tussen mes en oppervlak (B) 1. Mes, in meetstand 2. Vlakke ondergrond A. Indien het verschil groter is dan 3 mm, vervang dan het mes door een nieuw mes; zie Maaimessen verwijderen (bladz. 43) en Maaimessen monteren (bladz. 44). 3.
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. 2. Monteer de klemring (holle kant naar het mes toe) en de mesbout (Figuur 54). 3. Draai de mesbout vast met 47 tot 88 N·m. Maaidek horizontaal stellen Controleer of het maaidek horizontaal staat telkens wanneer u de maaier installeert of wanneer u een ongelijke maaiplek in uw gras ziet. G027833 Figuur 54 1. Vleugel van het mes 3. Klemring 2. Mes 4.
1 2 G009682 3 3 2 4 4 Figuur 57 Maaidekken met 2 messen 1. Maaimessen evenwijdig 3. Buitenste snijranden 2. Vleugel van het mes 4. Meet vanaf het uiteinde van het mes tot ht platte oppervlak hier. Figuur 59 1. Ophangbeugel 2. Borgmoer aan de zijkant G005278 2 9. Controleer de instellingen in de breedterichting opnieuw. Herhaal deze stappen totdat de juiste metingen worden verkregen. 3 3 1 10.
2 1 G009658 2 3 Figuur 60 Maaidekken met 2 messen 1. Messen in lengterichting 1 2. Meet vanaf het uiteinde van het mes tot ht platte oppervlak hier. 2 G014634 Figuur 62 3 1. Stelstang 3. Borgmoer 2. Stelblok 2 7. Om de voorkant van het maaidek hoger te zetten, draait u de stelmoer vaster. 1 G009659 2 8. Om de voorkant van het maaidek lager te zetten, draait u de stelmoer losser. 3 9.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere montage. Het maaidek monteren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 2. Zorg ervoor dat de parkeerrem ingeschakeld is, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3 3. Schuif het maaidek onder de machine. 1 2 4. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand. 5.
3 Onderhoud drijfriem van maaidek 4 5 6 Riemen controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Alle riemen op slijtage en scheurtjes controleren. 2 Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde riemen. 7 1 Drijfriem van maaidek vervangen G005192 Figuur 65 1. Maaidek 2. Grasgeleider 5. Veer 6. Moer (3/8 inch) 3. Grasgeleider beugel 7.
8. Gebruik een veerverwijderaar en plaats de spanpoelieveer terug op de maaidekhaak om spanning op de spanpoelie en de riem te zetten (Figuur 66 en Figuur 67). 2 5 9. Draai de 2 onderste bouten vast waarmee de afdekking van het maaidek is bevestigd aan het maaidek. Zie De afdekking van het maaidek losmaken (bladz. 32). 1 3 4 10. Monteer de kappen van de poelies. 3 4 G014930 6 Figuur 66 Maaidekken met 2 messen 1. Spanpoelie 4. Veer 2. Drijfriem van maaidek 5. Motorpoelie 3. Buitenste poelie 6.
Reiniging Onder de voorkant van de machine reinigen Onderhoudsinterval: Na elk gebruik—De voorkant van de machine controleren en reinigen. Verwijder vuil onder de voorkant van de machine met perslucht of handmatig met een borstel (Figuur 68). Opmerking: Gebruik geen water om de voorkant van de machine te reinigen, omdat vuil hierdoor kan gaan aankoeken. Figuur 69 1. Wasaansluiting 3. O-ring 2. Slang 4. Snelkoppeling 4. Zet het maaidek in de laagste maaistand. 5.
Stalling Belangrijk: Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 30 dagen bewaren. Reiniging en stalling 12. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand daarvan, zie Bougie controleren (bladz. 37). Nadat de bougie(s) uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie in de bougie-opening. Gebruik de startmotor om de motor te laten draaien en zo de olie over de cilinderwand te verspreiden. Monteer de bougie(s). De bougiekabel niet op de bougie(s) drukken.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De brandstoftank is ingedeukt of de machine raakt regelmatig zonder brandstof. 1. Het papierelement van het luchtfilter is verstopt. 1. Reinig het papierelement. De motor raakt oververhit. 1. De motor is te zwaar belast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Het oliepeil in het carter is te laag. 3. De koelribben en luchtkanalen onder de ventilatorbehuizing van de motor zijn verstopt. 4. Het luchtfilter is vuil. 2.
Probleem De machine drijft niet aan. De machine trilt abnormaal. Mogelijke oorzaak 1. De omloopkleppen zijn open. 1. Sluit de sleepkleppen. 2. De tractieriemen zijn versleten, los of stuk. 3. De tractieriemen zitten niet op de poelies. 4. De transmissie is uitgevallen. 2. Neem contact op met een erkende servicedealer. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De bevestigingsbouten van de motor zitten los. 1.
Schema's Installatieschema (Rev.
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Telefoonnummer: Dealer: Land: Agrolanc Kft Asian American Industrial (AAI) B-Ray Corporation Brisa Goods LLC Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co. Fat Dragon Femco S.A. FIVEMANS New-Tech Co., Ltd ForGarder OU G.Y.K. Company Ltd.
TimeCutter en TITANmaaiers Toro Garantie Beperkte garantie (zie garantieperiodes onder) Gedekte voorwaarden en producten 3.