Form No. 3373-746 Rev A Pro Force bladblazer Modelnr.: 44542—Serienr.: 312000110 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. IC: 3575A-PFB1 Het gebruik is onderworpen aan de volgende voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet interferentie accepteren, waaronder interferentie die ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Inhoud Inleiding....................................................................... 2 Veiligheid ..................................................................... 4 Veilige bediening .................................................. 4 Veiligheids- en instructiestickers ........................... 6 Montage ...................................................................... 8 1 De accu verwijderen, vullen en opladen .............. 9 2 Accu monteren ................................................
Veiligheid • Houd alle omstanders uit de buurt van het werkgebied. • Laat alle veiligheidsafschermingen en veiligheidsvoorzieningen op hun plaats. Als veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen of stickers in slechte staat verkeren, onleesbaar zijn of beschadigd raken, moet u deze herstellen of vervangen, voordat u de machine gaat gebruiken. Draai ook losse moeren, bouten of schroeven vast zodat veilig met de machine kan worden gewerkt.
• • • • • • – Werk uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. – Let op kuilen of andere verborgen gevaren. – Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten of andere gevaarlijke punten. – Verminder uw snelheid als u een scherpe bocht maakt of draait op een helling. – Vermijd plotseling starten en stoppen. – Voordat u achteruitrijdt, moet u achterom kijken om er zeker van te zijn dat er zich niemand achter de machine bevindt.
• Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers. als werktuigen worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd. • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. De garantie kan komen te vervallen Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan.
119–6165 1. Motor - Afzetten 2. Motor - Lopen 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
2. Maak de band los waarmee de accu is bevestigd op de accubak (Figuur 3). 1 De accu verwijderen, vullen en opladen Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Accuzuur (niet meegeleverd) Procedure 1. Als de accu niet is gevuld of gebruiksklaar is gemaakt met accuzuur, moet u accuzuur met een soortelijk gewicht van 1.260 kopen bij een plaatselijke accuhandelaar. Figuur 3 GEVAAR 1. Bevestigingsband van accu 2.
Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over andere delen van de machine. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging veroorzaken. WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de pluggenruimer, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken.
4. Smeer vaseline op de accupolen en de bevestigingen om corrosie te voorkomen. 4 5. Plaats het accudeksel en zet dit vast met de band. De bladblazer op het sleepvoertuig aansluiten 3 Benodigde onderdelen voor deze stap: Montage van de trekhaak aan de bladblazer 1 Koppelpen 1 Gaffel Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Bladblazer Procedure 1 Trekhaak 1. Koppel het sleepvoertuig aan de blazer. 2 Bout (3/8 x 3 inch) 2 Flensmoer (3/8 inch) 2.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Motor – Afzetten Druk op de Motor-afzetten knop om de motor te stoppen (Figuur 9). Figuur 8 1. Koppelpen 3. Gaffel 2. Haak van trekvoertuig Figuur 9 1. Afvoerrichting, rechts 4. Afvoerrichting, links 2. Motor – Afzetten 3. Gas – snel 5. Gas – LANGZAAM 6. Motor – Starten Motor – Starten Druk na het voltooien van de startprocedure op de Motor-Starten knop om de motor te starten (Figuur 9). Zie Het starten van de motor voor de startprocedure.
naar de stand Aan. Om de motor af te zetten, draait u het sleuteltje linksom naar de stand Uit. Gebruiksaanwijzing Chokehendel Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Zet om een koude motor te starten de chokeschakelaar (Figuur 10) in de stand Aan. Brandstof bijvullen Gebruik loodvrije, normale benzine voor auto's (octaangetal minimaal 85). Er kan gelode normale benzine worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
3. Draai de contactsleutel naar de stand Start en daarna snel naar de stand Aan. Dat activeert de ontvanger (Figuur 13). Opmerking: Als het contact lange tijd in de stand Aan heeft gestaan, zet het sleuteltje dan eerst naar de stand Uit voordat u probeert te starten. 4. Gebruik op de afstandsbediening de volgende volgorde voor het starten van de motor: Opmerking: Het gebruik van deze volgorde voorkomt dat de motor per ongeluk wordt gestart. Figuur 12 • Druk op de knop Start.
3 1 G014059 2 Figuur 14 1. Afvoerrichting, rechts 3. Verstelbare afvoeropening 2. Afvoerrichting, links Figuur 13 1. Contactschakelaar 2. Chokeknop Tips voor bediening en gebruik 3. Urenteller WAARSCHUWING De uitgeblazen lucht heeft een aanzienlijke kracht en waardoor u letsel kunt oplopen of wegglijden. • Blijf uit de buurt van de afvoeropening als de machine in bedrijf is. • Houd omstanders uit de buurt van de afvoeropening als de machine in bedrijf is.
• Let goed op, verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt. Kijk achterom en naar links en naar rechts voordat u van richting verandert. afgezet. Deze kunnen heet zijn en brandwonden veroorzaken. Belangrijk: Zet de afvoer omhoog voordat u de blazer vervoert. Als de afvoer tijdens het vervoer omlaag blijft staan, kan deze in contact komen met de grond en kan schade aan de afvoer ontstaan. • Let op de richting van de afvoer van de machine en laat deze naar niemand wijzen.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de conditie en de spanning van de riem. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren Bij elk gebruik of dagelijks • Motoroliepeil controleren. • Motorscherm en oliekoeler reinigen • Controleren van de afvoerklem. Om de 25 bedrijfsuren • Reinig het filterelement en controleer het papieren element op beschadiging.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van instrumenten controleren Brandstofpeil controleren. Motoroliepeil controleren. De koelribben van de motor controleren. Luchtfilter controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. Controleren op lekkages. De bandenspanning controleren. Controleer het draaimoment van de afvoerbevestigingsklem.
Onderhoud van het luchtfilter Reinigen van het schuimfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Reinig het filterelement en controleer het papieren element op beschadiging. Belangrijk: Vervang het schuimelement als het gescheurd of versleten is. 1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep. Veeg het als het schoon is grondig af. Om de 100 bedrijfsuren—Het papieren luchtfilterelement vervangen. 2.
2. Plaats de luchtreiniger op het onderstuk van de luchtreiniger (Figuur 15). Opmerking: Controleer regelmatig of het filter van de purgeerlijn vuil is. Vervang het filter als het vuil is. 3. Monteer het accudeksel en zet dit goed vast met de dekselmoer (Figuur 15). Draai de moer vast met een torsie van 10,7 Nm. 1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 4.
5. Peilstok helemaal in de vulbuis schuiven, niet vastdraaien in de buis (Figuur 21). 6. Trek de peilstok uit en controleer het oliepeil op het metalen deel. Als het oliepeil te laag is, moet u langzaam net genoeg olie in de vulbuis gieten totdat het peil de VOL-markering bereikt. Belangrijk: Niet te veel olie bijvullen en dan de motor laten draaien. Dat kan leiden tot beschadiging van de motor. Olie verversen Figuur 20 Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1.
Motoroliefilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 3. Aard de draad aan het chassis. De draad bevestigen aan een van de bevestigers van de startmotor is een goede aarding. Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 4. Druk terwijl u de draad aan het chassis aardt een van de koppen op de afstandsbediening in en houd deze ingedrukt. 1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen. 5.
Bougies monteren naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. 1. Monteer de bougies en de metalen ring. Controleer of de elektrodenafstand correct is. 2. Haal de bougies aan met 24 tot 30 Nm. 3. Sluit de bougiekabels aan op de bougies (Figuur 25). Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de brandstofslang monteren. Figuur 25 1. Centrale elektrode met isolator 1.
Onderhoud van de brandstoftank GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Figuur 28 1. Motorscherm 2. Oliekoeler • Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen. Controleren van de afvoerklem.
1 2 3 1 5 4 Figuur 31 1. Zekering Zekeringdraad Een zekeringdraad maakt deel uit van de bedrading van de machine. Het is een grijze draad onder de in-line zekering. G015845 Figuur 30 1. Montagebouten 2. Poelie 3. Gat voor momentsleutel 4. Momentsleutel op montagebeugel poelie (22,6 tot 26,0 Nm) Afvalverwijdering 5. Riem Motorolie, olie en afstandsbedieningbatterijen zijn milieuvervuilers. Verwijder deze stoffen volgens de plaatselijke voorschriften. 2.
A. Voeg een stabilizer/conditioner op aardoliebasis toe aan de brandstof in de tank. Volg de mengvoorschriften van de fabrikant van de stabilizer op. Gebruik geen stabilizer op alcoholbasis (ethanol of methanol). Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als het met verse benzine wordt vermengd en altijd wordt gebruikt. B. Laat de motor vijf minuten lopen om de stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem te verspreiden. C.
Schema's Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 29
Opmerkingen: 30
Opmerkingen: 31
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.