Form No. 3353–682 Rev A Toro Line Painter 1200 Modelnr. 42004 – 260000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.
Waarschuwing Vóór het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motoroliepeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . De brandstoftank vullen met benzine . . . . . . . . . Bandenspanning controleren . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningsorganen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motor afzetten . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding Gevaar duidt op een zeer gevaarlijke situatie die ernstig letsel of de dood tot gevolg zal hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Algemene veiligheidsregels – Probeer de machine niet te starten als er benzine is gemorst. Verwijder de machine van de plek waar is gemorst, en voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de benzinedampen volledig zijn verdwenen. Als u de hierna beschreven veiligheidsinstructies niet opvolgt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. – Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks en -containers. Instructie • Lees deze handleiding aandachtig door.
• Om brandgevaar te voorkomen moet de motor, de geluiddemper en de brandstofopslagplaats vrij zijn van gras, bladeren en overtollig smeervet. • Start de motor volgens de instructies. • U mag een machine nooit optillen of dragen terwijl de motor loopt. • Vervang versleten of beschadigde onderdelen. • Zet de motor af en maakt de bougiekabel los: – voordat u verstoppingen verwijdert; • Wees extra voorzichtig als u met benzine omgaat; benzinedampen zijn explosief.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93–7814 1. Risico om gegrepen te worden, riem—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 108–0326 108–0233 1. 2. 3. 4. 5. 6. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Risico van brand – Zet de motor af alvorens te tanken. Rijsnelheidshendel 7.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Algemene specificaties Motor Kawasaki, 6 pk (4,5 kW), 180 cc, luchtfilter met twee elementen. 3,8 liter brandstoftank. Transaxle Geschakelde aandrijving, drie snelheden, met neutraalstand en achteruit. Wielen Vóór: 25,4 x 8,9 cm, luchtbanden: Achter: 34,3 x 12,7 cm, luchtbanden. Bandenspanning 83–103 kPa (12–15 psi) achterbanden en 124–138 kPa (18–20 psi) voorzwenkwiel.
Afmetingen Lengte (inclusief handgrepen) 162,6 cm Breedte (buiten de wielen) (inclusief spuitkop) 73,7 cm 91,4 cm Hoogte 116,8 cm Wielbasis 55,9 cm Gewicht (leeg) 108,9 kg Optionele apparatuur Handbuis Modelnr. 42047 Drukmeter Onderdeelnr. 107–0572 Urenteller Onderdeelnr. 107–0571 Spuitmond – Twin Jet, 6508 Onderdeelnr. 108–0130 Spuitmond – Twin Jet, 6506 Onderdeelnr. 108–0132 Spuitmond – Twin Jet, 8008 Onderdeelnr. 108–0131 *Kap, spuitmond met één ventilator Onderdeelnr.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden uitgevoerd. Sommige onderdelen kunnen al in de fabriek zijn gemonteerd.
Montage van de handgreep en de schakelstang 5. Steek het bovenste uiteinde van de schakelstang in het gat in de verbinding voor het schakelmechanisme (Fig. 4). Zet het uiteinde van de schakelstang vast aan de verbinding met de ring en de R-pen die u eerder hebt verwijderd. 1. Verwijder de R-pen, de ring en de kabelklemband waarmee de schakelstang voor verzending is vastgezet (Fig. 2). Bewaar de R-pen en de ring voor de montage van de schakelstang. 2.
Montage van de spuitboom Montage van de lijngeleider 1. Schuif de spuitboom op de bevestigingsbuis en zet deze vast met de bevestigingspen (Fig. 6). De spuitboom kan op beide kanten van de machine worden gemonteerd en naar voren en naar achteren worden gedraaid. Steek de lijngeleider (Fig. 8) in de buis en draai de stelknoppen vast. 2 2 1 1 Figuur 6 1. Spuitboom Figuur 8 1. Lijngeleider 1 Figuur 7 1. Montagepen 11 2.
Vóór het gebruik 6. Lees het oliepeil af van de peilstok (Fig. 10). Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 2 Motoroliepeil controleren 3 De machine wordt geleverd met olie in het carter. Het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat en nadat de motor voor de eerste keer is gestart. 1 Figuur 10 Olie-inhoud Met oliefilter 0,84 liter Zonder oliefilter 0,65 liter 1. Peilstok 2. Vol 3.
Gebruik regelmatig een brandstofstabilisator/conditioner tijdens gebruik en stalling. Een stabilisator/conditioner houdt tijdens het gebruik de motor schoon en voorkomt dat er tijdens de stalling harsachtige afzettingen in de motor worden gevormd. Gevaar In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Gebruiksaanwijzing Tractiehendel Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Om de tractieaandrijving in te schakelen, moet u de hendel naar voren tegen de rechterhandgreep duwen (Fig. 12). Om de tractie uit te schakelen, moet u de hendel vrijzetten. Bedieningsorganen Beweeg de hendel langzaam, om de snelheid geleidelijk te verhogen. Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Knop van drukregelaar Startkoord Hiermee regelt u de druk van de verf bij de spuitmond (Fig. 13). Draai de contramoer los waarmee de knop is vastgezet. Draai de knop naar binnen of naar buiten totdat u het gewenste spuitpatroon heeft verkregen. De druk wordt hoger als de knop rechtsom wordt gedraaid, en lager als de knop linksom wordt gedraaid. Draai de contramoer vast om de afstelling te borgen. Raadpleeg het hoofdstuk Instelling van de druk in deze handleiding voor de correcte drukinstellingen.
Motor starten De snelheidshendel gebruiken 1. Controleer of de bougiekabel is aangesloten op de bougie (Fig. 17). De machine heeft 3 snelheden in de Vooruit. 1 is langzaam, 2 is medium (belijnen) en 3 is snel (transport) (Fig. 12). R is de Achteruit. 1 2 1 Figuur 17 Figuur 18 1. Bougiekabel 1. Snelheidshendel 2. Parkeerrem 2. Stel de parkeerrem in werking (Fig. 18). 1. Zet de snelheidshendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking (Fig. 18). 3.
Spuittank vullen 5. Giet de gewenste hoeveelheid van de gemengde verf door de zeef in de tank. Verwijder de verfzeef niet. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 6. Plaats het tankdeksel terug. 2. Schakel de motor uit, zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bedieningspositie te verlaten.
Beschrijving van spuitmond 4. Draai de schroef los waarmee de buis van de spuitmond is bevestigd aan de arm van de spuitboom (Fig. 22). TJ60–8006 EVS Spuitmond Spuit Doorstroom Patroon serie hoek hoeveelheid 2 Kleur Code optie Figuur 24 3 1 Spuithoek 65_ Spuitmond 10 cm + lijnbreedte 80_ Spuitmond Doorstroomhoeveelheid Figuur 22 1. Spuitmond 2. Schroef van buis van spuitmond 5–10 cm lijnbreedte 3.
De spuitdruk instellen De spuitdruk moet soms worden ingesteld als de spuitmonden worden verwisseld, de mengverhouding wordt gewijzigd, een ander verfmerk wordt gebruikt of als de temperatuur aanzienlijk verandert. Door de spuitdruk te verhogen, zal de hoeveelheid en de snelheid van de verf die uit de spuitmond komt, worden verhoogd. 1. Schakel de spuitmond in en draai de knop van de drukregelaar linksom totdat de spuitbreedte en de uniformiteit verminderen. 1 2.
Schoonwatertank vullen Het spuitsysteem reinigen Met water in de schoonwatertank wordt het systeem gespoeld. De tank heeft een inhoud van 7,6 liter. Reiniging van de machine: 1. Controleer of de snelheidshendel in de neutraalstand staat en de parkeerrem in werking is gesteld. 1 1 Figuur 27 1. Schoonwatertank Figuur 28 1. Tankzeef Het spoelsysteem gebruiken 2. Verwijder de zeef van de verftank (Fig. 28) en reinig deze met water.
4. Steek de mengleiding aan de binnenkant van de tank in de aftapklep, zoals wordt getoond in Figuur 30. 8. Beweeg de belijningshendel en vergrendel deze in de geopende stand. Hierdoor zal de spuitmond onafgebroken worden gespoeld. 9. Spoel de verftank met schoon water. Blijf de tank met water vullen totdat er schoon water uit de spuitmond komt. Opmerking: Als het spoelsysteem is gebruikt, moet u de hendel om te spoelen/belijnen 15 seconden op Spoelen zetten of totdat er schoon water uit de spuitmond komt.
De Line Painter vervoeren Vervoer van de machine: • Stel de parkeerrem in werking en blokkeer de wielen. • Zet de bevestigingspunten van de machine vast (Fig. 33 & 34) aan de aanhanger of vrachtwagen met riemen, kettingen, kabels of touwen. 1 1 Figuur 33 1. Achterste bevestigingspunten 1 Figuur 34 1.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Vóór elk gebruik Onderhoudsprocedure • Motoroliepeil controleren. 5 bedrijfsuren • Bevestigingen van motor controleren. Vastdraaien als deze los zitten. 25 bedrijfsuren • Schuimelement van luchtfilter reinigen. 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen (zonder het oliefilter).
Motoroliepeil controleren 3. Draai de schroef los waarmee het luchtfilterdeksel vastzit (Fig. 37). Voordat u de machine gaat gebruiken, moet u eerst controleren of het oliepeil tussen de Bijvullen- en Vol-markeringen op de peilstok staat (Fig. 35). Als de olie lager staat dan Add (bijvullen), moet u olie bijvullen. Zie Motoroliepeil controleren. 4. Verwijder het luchtfilterdeksel en maak dit grondig schoon (Fig. 37). 3 2 1 3 2 Figuur 37 1 1. Schroef 2. Deksel Figuur 35 1. Peilstok 2. Vol 3.
Motorolie verversen Oliefilter vervangen Ververs de olie na de eerste 8 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren of elk seizoen (vaker in stoffige of vuile omstandigheden). Vervang het oliefilter (Fig. 39) om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1. Laat de motor eerst lopen zodat de motorolie wordt opgewarmd. 1. Laat de motor eerst lopen zodat de olie wordt opgewarmd. Opmerking: Warme olie is vloeibaarder en voert vervuilingen beter mee.
Benzine aftappen uit de brandstoftank en Brandstoffilter reinigen 5. Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm (Fig. 41). 1 Het brandstoffilter (filterzeef) bevindt zich aan de binnenkant van de benzinetank. Reinig het brandstoffilter om de 100 bedrijfsuren. m-110 Figuur 41 1. Zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld. 1. 0,76 mm Belangrijk U mag uitsluitend benzine aftappen als de motor koud is. 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 6. Plaats de bougie en de pakkingafdichting. 3.
Stalling Waarschuwing Om de machine klaar te maken voor de stalling buiten het seizoen moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie het hoofdstuk Onderhoud in de handleiding. Benzine kan bij langdurige opslag verdampen en de benzinedampen kunnen ontploffen als zij in contact komen met een open vuur. • Bewaar benzine niet voor langere tijd.
Problemen, oorzaak en remedie Uw machine is ontworpen en gefabriceerd voor een probleemloze werking. Controleer zorgvuldig de volgende onderdelen en artikelen en zie het hoofdstuk Onderhoud van de handleiding voor meer informatie. Indien een probleem zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Probleem Mogelijke oorzaken Remedie 1. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 1. Brandstoftank aftappen en/of vullen met verse benzine.
Schema spuitsysteem 29
Aantekeningen 30
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem Garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem voor gebruik in de staat Californië Uw rechten en verplichtingen uit hoofde van de garantie Inleiding De California Air Resources Board en The Toro® Company willen u graag een nadere toelichting op de garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem op machines en voertuigen met bouwjaar 2006 geven.