Form No. 3441-734 Rev A 51 cm graszaaimachine Modelnr.: 23512—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Inleiding Deze machine wordt gebruikt voor het inzaaien, verticuteren en harken van gras, zowel voor het verbeteren van bestaand gras als het inzaaien van nieuw gras. Ze is bedoeld voor kleine tot middelgrote gazonwerkzaamheden op particuliere en professionele terreinen. Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.
Instellen van de zaadschuif in de gesloten stand ............................................................ 29 Reiniging ............................................................. 30 Wassen van de machine................................... 30 Reiniging van de motor .................................... 30 Reinigen van de onderkant van de machine ........................................................ 30 Ruimte onder de drijfriemkap reinigen ..............................................................
Veiligheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten verwonden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. • Lees de Gebruikershandleiding en verzeker dat u deze begrijpt voordat u de motor start. • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen van de machine.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal93-7321 93-7321 1. Gevaar op amputatie of snijletsel aan de handen en voeten, roterende messen: kom niet in de buurt van bewegende onderdelen. decal116-8536 116-8536 1.
decal126-2446 126-2446 decal126-0296 1. Messen omhoog: “T” = Transport stand 126-0296 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren. 4. Controleer de spanning van de aandrijfriem om de 25 bedrijfsuren, zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 5. Gebruikershandleiding 3. “H” = grootste werkdiepte, mes geheel omlaag 2. “A” tot en met “H” = toenemende werkdiepte 3.
decal116-8648 116-8648 1. Om de motor te starten leest u eerst de Gebruikershandleiding 3. Verticuteermessen: laat de beugel van de messen los (neutraalstand) om de messen uit te schakelen; druk de - (1) Parkeer de machine op een vlakke ondergrond (2) vul beugel van de messen tegen de duwboom om de messen de motor met olie (3) Zet de bedieningselementen op de in te schakelen. neutraal-stand (4) Start de motor. 2.
Montage 2 1 Het motoroliepeil controleren De duwboom uitklappen Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 22). Zet de duwboom in de werkstand (Figuur 3). g029059 Figuur 3 2. Schuif de ovale borgringen naar beneden aan elke kant van het bovenste deel van de duwboom, over het onderste deel (Figuur 3), zodat de twee delen aan elkaar zijn gekoppeld.
Algemeen overzicht van de machine g252291 Figuur 5 g252290 Figuur 4 1. Hendel van de zaadtoevoer 2. Beugel van de rijaandrijving 6. Zaadreservoir en deksel 3. Duwboom 8. Diepteregeling 4. Beugel van de mesaandrijving 9. Handgreep van startkoord 7. Indicatie van de zaaidichtheid 1. Handgreep van startkoord 6. Gashendel 2. Brandstofklep 7. Peilstok 3. Chokehendel 8. Olie-aftapplug 4. Luchtfilter 5. Dop van brandstoftank 9. Aan-/Uit-schakelaar Bedieningsorganen Chokehendel 5.
Vergrendeling van de mesaandrijving Brandstofafsluitklep De brandstofklep (Figuur 5) bevindt zich de motor. Hiermee schakelt u de brandstoftoevoer uit als de machine meerdere dagen niet wordt gebruikt, bij transport van en naar de werkplek, en als de machine in een gebouw gestald is. De vergrendeling van de mesaandrijving (Figuur 6) bevindt zich linkerkant van de duwboom, naast de beugel van de mesaandrijving.
Omloophendel van de hydrostatische aandrijving Specificaties Met de omloophendel van de hydrostatische aandrijving (Figuur 8) schakelt u de hydrostatische aandrijving uit zodat u de machine met de hand kunt verplaatsen bij gestopte motor. zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. • Probeer de motor niet te starten als u brandstof Voor gebruik hebt gemorst. Voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Het motoroliepeil controleren Brandstof bijvullen Tankinhoud: 5,6 liter Aanbevolen brandstof Band Loodvrije benzine Minimaal octaangetal 87 (VS) of 91 (researchoctaangetal; buiten de VS) Ethanol Niet meer dan 10% van het volume Methanol Controleer het peil van de motorolie voordat u de motor start; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 22). Instellen van de mesdiepte 1. Breng de machine geheel tot stilstand. Geen 2. Schakel de messen uit.
Tijdens gebruik Veiligheid tijdens gebruik Algemene veiligheid • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor g013146 Figuur 10 • 1. Wijzer Opmerking: De grafiek op de machine geeft de juiste instelling aan, afhankelijk van het soort gras en de gewenste zaaidichtheid. • Deksel van het zaadreservoir • • Om het deksel (Figuur 11) te monteren plaatst u • dit op het zaadreservoir en zet u de rubbers vast op de haken aan elke kant.
• Laat de motor niet lopen op een plek waar de • • • • • een helling werkt. Als de aandrijfwielen tractie verliezen, kan de machine gaan schuiven en kunt u de controle over de remmen en het stuur verliezen. uitlaatgassen zich kunnen verzamelen. U mag een machine met draaiende motor nooit onbeheerd achterlaten. Voordat u de bedieningsplek verlaat moet u de volgende handelingen verrichten: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Zet de motor af. – Stel de parkeerrem in werking.
De rijaandrijving gebruiken 1. 2. De rijsnelheid is hoger of lager, afhankelijk van de afstand van de beugel van de neutraal-stand. Start de motor. Neem de beugel van de rijaandrijving uit de 3. NEUTRAAL-stand. • Om vooruit te rijden drukt u de beugel van de rijaandrijving tegen de duwboom (Figuur 12). Om de rijaandrijving uit te schakelen en de machine in de neutraal-stand te zetten laat u de beugel van de rijaandrijving los.
Gebruik van de machine beweegt in een bocht. Om minder zaaisel te verspillen kunt u de voorwielen omhoog brengen wanneer u de machine draait. GEVAAR Opmerking: De machine zaait met dezelfde De draaiende messen onder de machine zijn gevaarlijk. Het aanraken van de messen kan leiden tot ernstig of fataal letsel. snelheid vooruit en achteruit. Opmerking: Als er teveel gazonvilt kan het nodig zijn dit te verwijderen voordat u gaat zaaien. Plaats uw handen of voeten nooit onder de machine. 8.
Na gebruik Om de aandrijving weer in te schakelen trekt u de omloophendel naar boven tot deze in de machine terug springt. Veiligheid na het werk Algemene veiligheid • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op. • Sluit de brandstofklep voordat u de machine transporteert of stalt. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte opslaat.
Onderhoud • Verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaam- De machine veilig onderhouden • Wees voorzichtig als u de messen controleert. heden gaat verrichten. Omwikkel het mes/de messen of draag dikke handschoenen en wees voorzichtig als u er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. De messen mogen alleen worden vervangen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 200 bedrijfsuren • Vervang het papierelement van het luchtfilter. Vervang het vaker als in zeer stoffige omstandigheden wordt gewerkt. • Bougie vervangen. Jaarlijks of vóór stalling • Werk beschadigde lak bij. Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering Maak de bougiekabel los Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Smeren van de lagers van de verticuteer-as.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Houd uw kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—De luchtfilterelementen inspecteren. Om de 50 bedrijfsuren—De luchtfilterelementen reinigen. Reinig ze vaker als in vuile omstandigheden wordt gewerkt.
Opmerking: Pas op dat er geen vuil of rommel valt in de luchtinlaat van de carburator. 12. Monteer de luchtfilterelementen en zorg dat ze juist geplaatst zijn. 13. Monteer het deksel en haak de vergrendeling in. g021851 Figuur 19 Motorolie verversen/oliepeil controleren 1. Vulopening 3. Maximaal peil 2. Peilstok 4. Minimaal peil Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren 5. Verwijder de peilstok, en veeg het uiteinde schoon. 6.
5. Stel de elektrodenafstand van de bougie in op 0,76 mm zie Figuur 21. g006998 Figuur 21 1. Massa-elektrode 2. Centrale elektrode met isolator 3. Elektrodenafstand: 0,76 mm g252748 Figuur 20 1. Peilstok 2. Aftapplug 5. Als alle olie is afgetapt zet u de wielen voor weer op de grond, plaatst u de aftapplug, en draait u deze aan met 18 Nm. 6. Monteer de bougie voorzichtig met de hand (om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen). 7.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud brandstofsysteem Opmerking: De hydrostatische transmissie is in WAARSCHUWING de fabriek gevuld en verzegeld. Deze vereist geen onderhoud. Indien onderhoud nodig is neem dan contact op met op met een erkende servicedealer. De onderdelen van het brandstofsysteem staan onder hoge druk. Gebruik van de verkeerde onderdelen kan leiden tot storingen, brandstoflekkage en mogelijk explosies.
• Herhaal deze stap tot er een tussenruimte • schroef en de ratelbevestiging waarmee de expansietank op het huis is gemonteerd. is van 3 mm tussen de beugel van de rijaandrijving en de duwboom. Als deze tussenruimte bereikt is ga dan naar stap 4. 6. Verwijder de expansietank, en laat de olie uitstromen. Opmerking: Verwijder de expansiedop niet van de tank. Opmerking: Verwijder de slang of O-ring niet van de tank, tenzij deze moeten worden vervangen. 7.
De staat van de riemen controleren Onderhoud riemen Verwijderen van de riembeschermkap 1. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren g290695 1. Inbusbouten 2. Verwijder de riemkap aan de linkerkant van de machine. 3. Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. 4. Als een riem beschadigd is moet deze worden vervangen. 5. Controleer de spanning van de riem ; zie Instellen van de spanning van de riem van de rijaandrijving (bladz. 26).
Onderhoud van de messen Controleren en vervangen van de messen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de messen op slijtage of beschadigingen. Als de verticuteermessen versleten zijn en niet goed meer werken vervang ze dan: g021850 Figuur 26 1. Riem 2. Poeliehouder 5. 6. Belangrijk: Voer deze procedure uit als de brandstoftank leeg of bijna leeg is. 3. Moer Om de riem te spannen maakt u de 4 bouten en moeren waarmee de poeliehouder op het frame gemonteerd is los.
14. lagers versleten, vervang deze als de messen vervangen worden. 8. Opmerking: Verdraai elk mes met 1/6 Controleer de messen op beschadiging en slijtage, vervang ze indien nodig. omwenteling ten opzichte van het voorgaande mes. GEVAAR WAARSCHUWING Een versleten of beschadigd mes kan breken. Een deel van het mes kan dan naar de gebruiker of omstanders worden geslingerd en leiden tot ernstig of dodelijk letsel. • Controleer de messen op gezette tijden op slijtage of beschadigingen.
Onderhoud van de zaadschuif Controleren van de zaadschuif Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: Vastzittende verontreiniging kan de beweging van de zaadschuif hinderen. 1. Schakel de motor uit, wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en neem de bougiekabel van de bougie. Stel de parkeerrem in werking. g013391 Figuur 28 2. Controleer dat de zaadschuif vrij kan bewegen en dat er geen opgebouwde vervuiling is. 1. Contramoer 3.
Reiniging VOORZICHTIG Er kan vervuiling aan de onderkant van de machine loskomen. Wassen van de machine • Draag oogbescherming. Was de machine indien nodig met water, eventueel met een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken • Blijf in de bedrijfsstand (achter de handgreep). • Houd omstanders uit de buurt. Belangrijk: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken. Belangrijk: Was de machine niet met een hoge druk spuit.
3. Tap de benzine af uit de brandstoftank; zie Brandstof aftappen uit de brandstoftank (bladz. 24). 4. Kantel de machine naar achteren totdat de bovenste hendel de grond raakt, plaats dan een assteun onder de machine. Stalling De machine veilig stallen • Parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de motor uit, wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen, schakel de parkeerrem in, en laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt.
Belangrijk: Bewaar brandstof met stabilizer/conditioner niet langer dan aanbevolen door de fabrikant daarvan. 7. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Repareer of vervang beschadigde delen. 8. Werk alle krassen of afgebladderde metaaloppervlakken bij met lak van een erkende servicedealer. 9. Sla de machine op een vlakke ondergrond in een schone, droge garage of opslagruimte op. 10. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de brandstoftank. 2. De brandstofsluitklep is gesloten. 3. Er zit vuil in het brandstoffilter in de 4. Vuil, water of oude brandstof in het brandstofsysteem. 5. Het luchtfilter is vuil. 2. Open de brandstofklep. 3. Brandstoffilter vervangen. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 5. Reinig of vervang het luchtfilterelement. 6.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.