Form No. 3382-997 Rev A STX-38 EFI stronkenfrees met Intelli-Sweep™ Modelnr.: 23214—Serienr.: 314000001 en hoger G024905 Registreer uw product op www.Toro.com.
Agency (EPA) in de Verenigde Staten, het California Emission Control Regulation voor emissiesystemen, onderhoud en garantie. Bestel vervangonderdelen bij de fabrikant van de motor. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
De voorkap verwijderen ..........................................22 De voorkap monteren.............................................22 Het onderste scherm verwijderen..............................22 Het onderste scherm monteren ................................22 Smering ...................................................................23 De machine smeren ................................................23 Onderhoud motor .....................................................
Veiligheid • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt. Onjuist gebruik of onderhoud kan letsels veroorzaken.
Werken op hellingen • Zorg ervoor dat u de machine alleen gebruikt in gebieden waar er geen obstakels dicht bij de bestuurder zijn. Als de bestuurder niet voldoende afstand houdt tot bomen, muren en andere barrières kan dit leiden tot letsel als de machine tijdens gebruik achteruitrijdt terwijl de bestuurder niet voldoende op de omgeving let. Bedien de machine alleen in gebieden waar er voldoende ruimte is om de bestuurder de machine veilig kan manoeuvreren.
• U mag brandstof niet opslaan in de nabijheid van een te worden verwijderd door een gespecialiseerde chirurg omdat anders gangreen kan ontstaan. open vuur of binnenshuis aftappen uit de brandstoftank. • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Laat De machine transporteren personeel dat niet bekend is met de instructies, nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een • Plaats onderdelen op kriksteunen indien dit nodig is.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 16 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 16 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-6686 1. Hydraulische vloeistof 2. Lees de Gebruikershandleiding. 93-9363 1. Parkeerrem 3. Ontgrendeld 2. Vergrendeld 93-7321 1. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, draaiende messen – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93-7814 100-4650 1.
115-4020 3. Achteruit 4. Linksaf 1. Rechtsaf 2. Vooruit 121-4402 1. Duw de stronkenfrees naar voren om ze te laten zakken 2. Ga naar rechts om de stronkenfrees naar rechts te bewegen 117–2718 3. Trek de stronkenfrees naar achteren om ze naar boven te laten komen 4. Ga naar links om de stronkenfrees naar links te bewegen Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4.
119-4606 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 5. Explosiegevaar en gevaar voor elektrische schok – niet graven in gebieden met ondergrondse gas- of elektriciteitsleidingen; neem contact op met de plaatselijke nutsbedrijven voordat u gaat graven. 2. Snij-/amputatiegevaar; frees – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine; laat de freeskop niet werken terwijl u de machine transporteert. 6. Kantel-/pletgevaar – laat de snijkop zakken als u op hellingen werkt. 3.
Montage Algemeen overzicht van de machine Vloeistofpeil controleren 1 Voordat u de motor voor het eerst start, dient u het peil van de motorolie en de hydraulische vloeistof te controleren; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 25) en Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 37). 2 3 4 Accu opladen Laad de accu op; zie Accu opladen (bladz. 31) voor meer informatie.
Tractiebediening • Om de motor te starten, draait u het sleuteltje naar de stand Start. Als u het sleuteltje loslaat als de motor start, zal dit automatisch terugkeren naar Lopen. • Om de motor af te zetten, draait u het sleuteltje op Uit. Gashendel Zet de hendel naar voren om het motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen. Figuur 8 Urenteller 1.
G008131 Figuur 11 • Voor een bocht naar links draait u de tractiebediening linksom (Figuur 12). G008132 Figuur 12 • Om te stoppen, laat u de tractiebediening los (Figuur 8). Opmerking: Hoe verder u de tractiebediening in een bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in die richting gaat. Bedieningshendel van frees De bedieningshendel van de frees werkt als volgt: • Om de frees (Figuur 13) in te schakelen drukt u op de rode knop bovenaan de hendel en drukt u de trekker in.
Figuur 16 Figuur 14 De snelheidsbediening voor heffen/zakken • Druk de hendel naar voren om de frees te laten zakken (Figuur 15). U kunt de snelheid waarmee de freeskop omhoog en omlaag gaat instellen. Gebruik hiervoor de snelheidsbediening voor heffen/zakken die zich onder de rechterkant van het bedieningspaneel bevindt (Figuur 17). Draai de knop linksom om de snelheid te verhogen en rechtstom om de snelheid te verlagen.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Controleer voordat u de machine gebruikt het brandstof- en oliepeil en verwijder vuil. Zorg ervoor dat het werkgebied vrij is van mensen en van vuil. U moet ook de locaties van alle elektriciteits- en gasleidingen kennen en gemarkeerd hebben.
GEVAAR GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
1 2 3. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder deze (Figuur 18). G024908 Figuur 19 1. Sleuteltje 2. Gashendel 2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan (Figuur 19). Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat. Figuur 18 1. Dop van brandstoftank Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet langer dan 10 seconden in werking. Als de motor niet wil starten, moet u na elke poging de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien u deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor doorbranden. 2.
De machine stoppen Een boomstronk frezen Om de machine te stoppen laat u de tractiebediening los, zet u de gashendel op Langzaam (schildpad), brengt u frees omlaag tot op de grond en verwijdert u het sleuteltje. GEVAAR Dit product kan handen of voeten afsnijden. • Blijf op de bestuurdersplaats terwijl de frees draait en blijf uit de buurt van de frees. VOORZICHTIG De kans bestaat dat een kind of ongeoefende omstander de machine probeert te bedienen en daarbij letsel oploopt.
Figuur 22 Figuur 21 1. Voorste bevestigingspunt 5. Laat de frees ongeveer 2,5 cm zakken en beweeg ze terug over de stronk. 6. Herhaal stap 5 tot u het grondniveau hebt bereikt. 7. Laat de frees omhoog komen tot ongeveer 2,5 cm onder de bovenkant van de overblijvende stronk, beweeg de machine een paar centimeter naar voren en herhaal stap 4 tot 6 totdat de hele boomstronk weggefreesd is. 8.
Tips voor bediening en gebruik • Verwijder vuil, takken en stenen uit het werkgebied voordat u aan de slag gaat om beschadiging van de apparatuur te voorkomen. • Zet de gashendel altijd volledig open (maximaal motortoerental) als u freest. • Snij de randen van de boomstronk om efficiënter te kunnen frezen. Zodra de snijdiepte bijna 1/4 van de wieldiameter bedraagt (Figuur 21), tilt u de frees op, gaat u verder en snijdt u weer in de rand.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 50 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik Onderhoudsprocedure • Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. • • • • De machine smeren (onmiddellijk smeren na elke wasbeurt.) Controleer het motoroliepeil. Reinig het motorscherm.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Het onderste scherm verwijderen 1. Laat de frees zakken, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de twee bouten waarmee het onderste scherm bevestigd is één voor één los tot u het scherm kunt wegnemen (Figuur 25). Voordat u een deksel opent: zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (onmiddellijk smeren na elke wasbeurt.) Type smeermiddel: Universeel smeervet 1. Laat de frees zakken, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Reinig de smeernippels met een doek. 3. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel (Figuur 26 tot Figuur 28). Figuur 28 4. Pomp vet in de nippels totdat er wat vet bij de lagers naar buiten komt (ongeveer 3 maal pompen). 5. Overtollig vet wegvegen.
Onderhoud motor 6. Verwijder het binnenste filter alleen als u van plan bent het filter te vervangen. Belangrijk: Probeer nooit het binnenste filter te reinigen. Als het binnenste filter vuil is, betekent dit dat het voorfilter is beschadigd. Vervang beide filters. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren—Controleer het voorfilter. 7. Inspecteer het filterelement op beschadiging door een felle lichtbron op de buitenkant van het filter te richten en er doorheen te kijken.
Motoroliepeil controleren Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Opmerking: Controleer het oliepeil als de motor koud is. WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum.
1 2. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg Motorolie verversen (bladz. 25). 3. Vervang het oliefilter van de motor zoals wordt getoond in Figuur 35. 1 2 3 4 G024912 Figuur 33 1. Aftapslang 5. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug dicht. 6. Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum 7. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 34).
Onderhoud van de bougies 2 1 Onderhoudsinterval: Om de 600 bedrijfsuren—De bougies vervangen en afstellen. Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougies monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougies en een voelermaat voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand. Vervang de bougies in overeenstemming met de aangegeven onderhoudsintervallen.
Onderhoud brandstofsysteem 8. Steek de brandstofslang op de brandstofafsluitklep. Schuif de slangklem dicht tegen de klep om de brandstofslang vast te zetten. 9. Monteer het onderste scherm; zie Het onderste scherm monteren (bladz. 22). Brandstof aftappen uit de brandstoftank 10. Neem eventueel gemorste brandstof op. Opmerking: De brandstofafsluitklep is ook toegankelijk via het frame, achter de accu (Figuur 40). GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Onderhoud elektrisch systeem 1 2 Onderhoud van de accu 3 Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Accuzuur controleren. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de accubehuizing schoon met een tissue. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout. Breng een laagje vet op de accupolen aan om corrosie te voorkomen. G008963 Spanning: 12 V, 280 A (koude start) bij -18 °C. Figuur 41 1.
3. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu met een moer, ring en bout (Figuur 42). Schuif het rubberen kapje over de accupool heen. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. 4. Bevestig vervolgens de minkabel en de aardingskabel aan de minpool (–) van de accu met een moer, ring en bout (Figuur 42).
2. Maak de bovenkant van de accu schoon met een tissue. 3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 43). 4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van de accu totdat het zuurpeil de Bovenste streep (Figuur 43) op de accubehuizing bereikt. Belangrijk: De accu niet te vol vullen; uitgelopen accuzuur (zwavelzuur) kan ernstige corrosie en beschadiging van het chassis veroorzaken. 5. Wacht na het bijvullen van de accucellen vijf tot tien minuten.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de rupsbanden De rupsbanden reinigen Figuur 47 Onderhoudsinterval: Na elk gebruik 1. Stop de machine op een horizontaal oppervlak. Controleer regelmatig de rupsbanden op overmatige slijtage en maak ze schoon. Vervang de rupsbanden als deze versleten zijn. 2. Zet de motor af, laat de frees zakken, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 1. Laat de frees zakken. 2.
Figuur 49 1. Spanwiel Figuur 50 6. Begin met het verwijderen van de rupsband aan de bovenkant van het spanwiel en trek de rupsband van het wiel terwijl u de rupsband vooruit draait. 1. Wegwielen 7. Neem de rupsband van de machine als de band van het spanwiel gelopen is (Figuur 49). 2. Onderste rupsbandgeleider 8. Begin bij de kettingwielaandrijving en plaats de nieuwe rupsband rond de aandrijving.
Onderhoud koelsysteem bevestigingsmateriaal dat u eerder hebt verwijderd. Haal de bouten aan met 91 tot 112 Nm. 10. Monteer de rupsbanden; zie Rupsbanden vervangen (bladz. 32). Motorscherm reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Verwijder voor elk gebruik eventuele grasresten, vuil of andere verontreiniging van het motorscherm. Dit zal mede zorgen voor een adequate koeling en een correct motortoerental en zal de kans verkleinen dat de motor oververhit raakt en technische schade oploopt.
Onderhoud riemen Onderhoud bedieningsysteem Aandrijfriem van pomp vervangen De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voordat de machine wordt verzonden. Na vele bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning van de tractiebediening, de neutraalstand van de tractiebediening en de sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen. U moet de aandrijfriem van de pomp vervangen als hij begint te piepen of gescheurd, versleten of gerafeld is.
Figuur 54 1. Tractiebediening 2. Bout en moer 5. Stel de tractiebediening zo af, dat deze gelijk en recht tegen de referentiebalk rust als de bediening recht naar achteren wordt getrokken (Figuur 54 en Figuur 55). Figuur 56 1. Tractiestang 2. Contramoer E. Start de machine en zet het gas ongeveer 1/3 open. WAARSCHUWING Als de machine loopt, kunt u worden gegrepen en gewond raken door bewegende onderdelen of brandwonden oplopen door hete oppervlakken. Figuur 55 6.
De neutraalstand van de tractiebediening afstellen Onderhoud hydraulisch systeem Als de machine voor- of achteruit kruipt als de tractiebediening neutraal staat en de eenheid warm is, moet mogelijk het terugkeermechanisme van de pompen afgesteld worden; neem contact op met uw erkende servicedealer voor herstellingen. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren De sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit afstellen.
ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt Materiaaleigenschappen: Viscositeit, ASTM D445 cSt bij 40 °C 44 tot 48 cSt bij 100 °C 7,9 tot 9,1 Viscositeitsindex ASTM 140 of hoger D2270 Stolpunt, ASTM D97 -37 °C tot -45 °C FZG, Fail stage 11 of beter Waterinhoud (nieuwe 500 ppm (maximum) vloeistof): Industriespecificaties: Vickers I-286-S, Vickers M-2950-S, Denison HF-0, Vickers 35 VQ 25 (Eaton ATS373-C) Figuur 59 De juiste hydraulische vloeistoffen moeten gesch
Hydraulische vloeistof verversen 16. Plaats de bovenste dop. Hydraulische leidingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage en beschadigingen als gevolg van weersinvloeden of de inwerking van chemicaliën. Vervangen indien nodig. 2.
Onderhoud van de frees Reiniging De tanden vervangen Vuil van de machine verwijderen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de toestand van de tanden en draai of vervang tanden die versleten of beschadigd zijn. Belangrijk: Als u de motor gebruikt met een verstopt grasscherm, vuile of verstopte koelribben, en/of verwijderde koelschermen, zal dit leiden tot beschadiging van de motor als gevolg van oververhitting.
Stalling om de motor te laten draaien en de olie over de cilinderwand te verspreiden. 1. Laat de frees zakken. 10. Monteer de bougies, maar sluit de kabels niet aan op de bougies. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 11. Laad de accu op; zie Accu opladen (bladz. 31). 12.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. Accu is leeg. 1. Accu opladen of vervangen. 2. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 3. Relais of schakelaar is beschadigd. 2. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de tank met benzine. 2. De brandstofafsluitklep is gesloten. 3.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. De tanden zijn versleten. 1. Draai of vervang de tanden. 2. Het hydraulische systeem is oververhit. 3. Het hydraulische systeem is verstopt, vervuild of beschadigd. 2. Schakel de motor uit en laat hem afkoelen. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. De freeskop gaat niet naar boven of beneden. 1. De bedieningsklep voor heffen/zakken is gesloten. 1. Draai de bedieningsknop rechtstom om ze te openen. De hydraulische olie loopt over of is erg heet. 1.
Schema's Elektrisch schema (Rev.
Hydraulisch schema (Rev.
Opmerkingen: 46
Opmerkingen: 47
Toro garantie Compact Utility Equipment Compact Utility Equipment CUE-producten Een beperkte garantie gedurende een jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro Compact Utility Equipment (hierna: het 'product') vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten.