Form No. 3377-823 Rev A STX-38 stronkenfrees Modelnr.: 23212—Serienr.: 313000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
landen of staten kunnen soortgelijke wetten van kracht zijn. WAARSCHUWING De bij deze motor geleverde Gebruikershandleiding bevat informatie over het Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten, het California Emission Control Regulation voor emissiesystemen, onderhoud en garantie. Bestel vervangonderdelen bij de fabrikant van de motor.
Geluidsniveau ......................................................... 7 Trillingsniveau op de handen en armen ....................... 7 Hellingsindicator .................................................... 8 Veiligheids- en instructiestickers ................................ 9 Montage ......................................................................12 Vloeistofpeil controleren .........................................12 Accu opladen.........................................................
Veiligheid Hydraulische vloeistof verversen ..............................38 Hydraulische leidingen controleren ...........................39 Onderhoud van de frees..............................................40 De tanden vervangen ..............................................40 Reiniging ..................................................................40 Vuil van de machine verwijderen...............................40 Stalling ........................................................................
• Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat • • gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Wees extra voorzichtig wanneer u met benzine of andere brandstof bezig bent. Deze stoffen zijn ontvlambaar en de dampen kunnen tot ontploffing komen. – Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik. – Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit brandstof bij wanneer de motor loopt.
• • • • • • • • Zorg ervoor dat de bouten en moeren stevig zijn ongelijk terrein. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde accessoires. Accessoires kunnen invloed hebben op de stabiliteit en de bediening van de machine. De garantie kan komen te vervallen als accessoires worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd. Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine.
Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 91 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN ISO 11201. Het geluidsdrukniveau kan variëren afhankelijk van de omstandigheden. Geluidsniveau Deze machine heeft een geluidsniveau van 109 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 3,75 dBA. Het geluidsniveau is vastgesteld zonder belasting en volgens de procedures in ISO 3744.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. Om te bepalen wat de maximale hellingshoek is waarop u de machine veilig kunt bedienen, zie Werken op hellingen (bladz. 5). Gebruik de hellingsindicator om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine op een helling gaat gebruiken. Gebruik de machine niet op hellingen steiler dan de percentages in de tabel Werken op hellingen (bladz. 5).Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-6686 1. Hydraulische vloeistof 2. Lees de Gebruikershandleiding. 93-9363 1. Parkeerrem 3. Ontgrendeld 2. Vergrendeld 93-7321 1. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, draaiende messen – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93-7814 100-4650 1.
115-4020 3. Achteruit 4. Linksaf 1. Rechtsaf 2. Vooruit 121–4402 1. Duw de stronkenfrees naar voren om ze te laten zakken 2. Ga naar rechts om de stronkenfrees naar rechts te bewegen 117–2718 3. Trek de stronkenfrees naar achteren om ze naar boven te laten komen 4. Ga naar links om de stronkenfrees naar links te bewegen Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4.
9-4606 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 5. Explosiegevaar en gevaar voor elektrische schok - niet graven in gebieden met ondergrondse gas- of elektriciteitsleidingen; neem contact op met de plaatselijke nutsbedrijven voordat u gaat graven. 2. Snij-/amputatiegevaar; frees - Houd omstanders op een veilige afstand van de machine; laat de freeskop niet werken terwijl u de machine transporteert. 6. Kantel-/pletgevaar - laat de snijkop zakken als u op hellingen werkt. 3.
Montage Algemeen overzicht van de machine Vloeistofpeil controleren Voordat u de motor voor het eerst start, dient u het peil van de motorolie en de hydraulische vloeistof te controleren; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 17) en Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 38). Accu opladen Laad de accu op; zie Accu opladen (bladz. 31) voor meer informatie.
Tractiebediening Om de motor te starten, draait u het sleuteltje naar de stand Start. Als u het sleuteltje loslaat als de motor start, zal dit automatisch terugkeren naar Lopen. Om de motor af te zetten, draait u het sleuteltje op Uit. Gashendel Zet de hendel naar voren om het motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen. Figuur 8 Chokehendel 1.
G008131 Figuur 11 • Voor een bocht naar links draait u de tractiebediening linksom (Figuur 12). G008132 Figuur 12 • Om te stoppen, laat u de tractiebediening los (Figuur 8). Opmerking: Hoe verder u de tractiebediening in een bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in die richting gaat. Bedieningshendel van frees De bedieningshendel van de frees werkt als volgt: • Om de frees (Figuur 13) in te schakelen drukt u op de rode knop bovenaan de hendel en drukt u de trekker in.
Figuur 16 Figuur 14 De snelheidsbediening voor heffen/zakken • Druk de hendel naar voren om de frees te laten zakken (Figuur 15). U kunt de snelheid waarmee de freeskop omhoog en omlaag gaat instellen. Gebruik hiervoor de snelheidsbediening voor heffen/zakken die zich onder de rechterkant van het bedieningspaneel bevindt (Figuur 17). Draai de knop linksom om de snelheid te verhogen en rechtstom om de snelheid te verlagen.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Controleer voordat u de machine gebruikt het brandstof- en oliepeil en verwijder vuil. Zorg ervoor dat het werkgebied vrij is van mensen en van vuil. U moet ook de locaties van alle elektriciteits- en gasleidingen kennen en gemarkeerd hebben. Brandstof bijvullen Gebruik loodvrije benzine (octaangetal minimaal 87).
2. Verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. GEVAAR 3. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder deze (Figuur 18). In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
voordat u het contactsleuteltje naar Uit draait. De motor kan dan afkoelen voordat deze wordt afgezet. In een noodgeval kan de motor direct worden afgezet. 4. Verwijder het sleuteltje. De machine stoppen Om de machine te stoppen laat u de tractiebediening los, zet u de gashendel op Langzaam (schildpad), brengt u frees omlaag tot op de grond en verwijdert u het sleuteltje. VOORZICHTIG Figuur 19 1.
Een boomstronk frezen GEVAAR Dit product kan handen of voeten afsnijden. • Blijf op de bestuurdersplaats terwijl de frees draait en blijf uit de buurt van de frees. • Houd omstanders op een veilige afstand van de frees. • Stop de frees onmiddellijk als mensen of dieren het werkgebied betreden. WAARSCHUWING Figuur 21 Bij het frezen van een boomstronk worden splinters, grond en ander vuil in de lucht geworpen. Hierbij kunnen u of omstanders letsel oplopen. 5.
• Zet de gashendel altijd volledig open (maximaal motortoerental) als u freest. • Snij de randen van de boomstronk om efficiënter te kunnen frezen. Zodra de snijdiepte bijna 1/4 van de wieldiameter bedraagt (Figuur 21), tilt u de frees op, gaat u verder en snijdt u weer in de rand. Figuur 22 1. Voorste bevestigingspunt Figuur 23 1. Achterste bevestigingspunten De machine omhoog brengen U kunt de machine omhoog brengen met behulp van de bevestigingsogen als hefpunten (Figuur 22 en Figuur 23).
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 50 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik Onderhoudsprocedure • Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. • • • • De machine smeren. (onmiddellijk smeren na elke wasbeurt). Motoroliepeil controleren. Reinig het motorscherm.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Het onderste scherm verwijderen 1. Laat de frees zakken, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de twee bouten waarmee het onderste scherm bevestigd is één voor één los tot u het scherm kunt wegnemen (Figuur 25). Voordat u een deksel opent: zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (onmiddellijk smeren na elke wasbeurt). Type smeermiddel: Universeel smeervet. 1. Laat de frees zakken en zet de motor af. Verwijder het sleuteltje. 2. Reinig de smeernippels met een doek. 3. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel (Figuur 26 tot Figuur 28). Figuur 28 4. Pomp vet in de nippels totdat er wat vet bij de lagers naar buiten komt (ongeveer 3 maal pompen). 5. Overtollig vet wegvegen.
Onderhoud motor 6. Inspecteer het filterelement op beschadiging door een felle lichtbron op de buitenkant van het filter te richten en er doorheen te kijken. Gaten in het filter zijn herkenbaar als lichte plekken. Als het filter is beschadigd, moet u dit weggooien. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren—Controleer het voorfilter. Om de 300 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang het voorfilter.
Het motoroliepeil controleren Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden) Opmerking: Controleer het oliepeil als de motor koud is. WAARSCHUWING Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum. Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. 1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen.
1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 G008796 Figuur 33 8. Start de motor en rijd naar een vlak gebied. Controleer het oliepeil opnieuw. 3/4 G015198 Motoroliefilter vervangen Figuur 34 Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. Belangrijk: Draai het oliefilter erop tot de pakking de motor raakt en draai vervolgens nog 3/4 slag. 1. Reinig de omgeving van het oliefilter. 4.
Onderhoud van de bougies Bougies monteren Onderhoudsinterval: Om de 600 bedrijfsuren—De bougies vervangen en afstellen. Draai de bougies aan tot 27 Nm. Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougies monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougies en een voelermaat voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand. Vervang de bougies in overeenstemming met de aangegeven onderhoudsintervallen.
Onderhoud brandstofsysteem Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen. Zie Brandstoffilter vervangen (bladz. 28). 7. Monteer de brandstofslang op de brandstofafsluitklep. Schuif de slangklem dicht tegen de klep om de brandstofslang vast te zetten. Brandstof aftappen uit de brandstoftank 8. Neem eventueel gemorste brandstof op. GEVAAR Brandstoffilter vervangen In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Onderhoud elektrisch systeem 7. Open de brandstofafsluitklep (Figuur 38). 8. Controleer op lekkages en repareer deze indien dit nodig is. 9. Neem eventueel gemorste brandstof op. Onderhoud van de accu Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Accuzuur controleren. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de accubehuizing schoon met een tissue. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout.
3. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu met een moer, ring en bout (Figuur 40). Schuif het rubberen kapje over de accupool heen. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. 4. Bevestig vervolgens de minkabel en de aardingskabel aan de minpool (–) van de accu met een moer, ring en bout (Figuur 40).
2. Maak de bovenkant van de accu schoon met een tissue. 3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 41). 4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van de accu totdat het zuurpeil de Bovenste streep (Figuur 41) op de accubehuizing bereikt. Belangrijk: De accu niet te vol vullen; uitgelopen accuzuur (zwavelzuur) kan ernstige corrosie en beschadiging van het chassis veroorzaken. 5. Wacht na het bijvullen van de accucellen vijf tot tien minuten.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de rupsbanden De rupsbanden reinigen Figuur 45 Onderhoudsinterval: Na elk gebruik 1. Stop de machine op een horizontaal oppervlak. Controleer regelmatig de rupsbanden op overmatige slijtage en maak ze schoon. Vervang de rupsbanden als deze versleten zijn. 2. Zet de motor af, laat de frees zakken, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 1. Laat de frees zakken. 2.
Figuur 47 1. Spanwiel Figuur 48 6. Begin met het verwijderen van de rupsband aan de bovenkant van het spanwiel en trek de rupsband van het wiel terwijl u de rupsband vooruit draait. 1. Wegwielen 7. Neem de rupsband van de machine als de band van het spanwiel gelopen is (Figuur 47). 2. Onderste rupsbandgeleider 8. Begin bij de kettingwielaandrijving en plaats de nieuwe rupsband rond de aandrijving.
Onderhoud koelsysteem bevestigingsmateriaal dat u eerder hebt verwijderd. Haal de bouten aan met 91 tot 112 Nm. 10. Monteer de rupsbanden; zie Rupsbanden vervangen (bladz. 32). Onderhoud van de motoroliekoeler Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3.
Motorscherm reinigen Onderhoud riemen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Aandrijfriem van pomp vervangen Verwijder voor elk gebruik eventuele grasresten, vuil of andere verontreiniging van het motorscherm. Dit zal mede zorgen voor een adequate koeling en een correct motortoerental en zal de kans verkleinen dat de motor oververhit raakt en technische schade oploopt. U moet de aandrijfriem van de pomp vervangen als hij begint te piepen of gescheurd, versleten of gerafeld is.
Onderhoud bedieningsysteem De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voordat de machine wordt verzonden. Na vele bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning van de tractiebediening, de neutraalstand van de tractiebediening en de sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen. Figuur 53 Belangrijk: Voer alle procedures volledig en in de juiste volgorde uit om de bedieningsorganen correct af te stellen. 1. Tractiebediening 2. Bout en moer 5.
De neutraalstand van de tractiebediening afstellen Als de machine voor- of achteruit kruipt als de tractiebediening neutraal staat en de eenheid warm is, moet mogelijk het terugkeermechanisme van de pompen afgesteld worden; neem contact op met uw erkende servicedealer voor herstellingen. De sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit afstellen.
Onderhoud hydraulisch systeem 6. Als het peil te laag is, voeg dan vloeistof toe tot u ze in het kijkglas kunt zien. 7. Monteer de dop en het filter op de vulbuis en draai de bout bovenaan vast tot 21 à 25 Nm. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren 8. Monteer de afdekplaat; zie De voorkap monteren (bladz. 22).
Om de 1500 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang alle bewegende hydraulische slangen. 5. Verwijder de bovenste dop. 6. Verwijder de vuldop en het filter van de hydraulische tank (Figuur 59). 7. Plaats een opvangbak met een inhoud van minstens 38 liter onder de hydraulische tank. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
Onderhoud van de frees Reiniging De tanden vervangen Vuil van de machine verwijderen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de toestand van de tanden en draai of vervang tanden die versleten of beschadigd zijn. Belangrijk: Als u de motor gebruikt met een verstopt grasscherm, vuile of verstopte koelribben, en /of verwijderde koelschermen, zal dit leiden tot beschadiging van de motor als gevolg van oververhitting.
Stalling 9. Stop een doek in de bougieopeningen om verstuivende olie op te vangen en gebruik vervolgens de startmotor om de motor te laten draaien en de olie over de cilinderwand te verspreiden. 1. Laat de frees zakken. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 10. Monteer de bougies, maar sluit de kabels niet aan op de bougies. 11. Laad de accu op; zie Onderhoud van de accu (bladz.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. Accu is leeg. 1. Accu opladen of vervangen. 2. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 3. Relais of schakelaar is beschadigd. 2. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de tank met benzine. 2. De brandstofafsluitklep is gesloten. 3.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. De tanden zijn versleten. 1. Draai of vervang de tanden. 2. Het hydraulische systeem is oververhit. 3. Het hydraulische systeem is verstopt, vervuild of beschadigd. 2. Schakel het systeem uit en laat het afkoelen. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. De freeskop gaat niet naar boven of beneden. 1. De bedieningsklep voor heffen/zakken is gesloten. 1. Draai de bedieningsknop rechtstom om ze te openen. De hydraulische olie loopt over of is erg heet.
Schema's g020556 Elektrisch schema (Rev.
g020557 Hydraulisch schema (Rev.
Opmerkingen: 46
Opmerkingen: 47
Toro garantie Compact Utility Equipment Een beperkte garantie gedurende een jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt CUE-producten Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro Compact Utility Equipment (hierna: het 'product') vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten.