Form No. 3350-714 Twister 1600 Bedrijfsvoertuig Modelnr. 12004 – Serienr. 240000001 en hoger Modelnr. 12004TC – Serienr. 240000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.
Waarschuwing Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid staat voorop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningsorganen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controle vóór het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het voertuig tot stilstand brengen . . . . . . . . . . . . . Het voertuig parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laadbak . . . . . . . .
Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u het voertuig op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van het voertuig.
• Bestuur het voertuig niet als u moe bent. Neem af en toe pauze. Het is zeer belangrijk dat u te allen tijde alert bent. Tijdens het gebruik Waarschuwing • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u de motor snel kunt stoppen. De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif. • Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen en stickers op hun plaats zitten.
Remmen – Vermijd plotseling stoppen en starten. Zet het voertuig niet van de achteruit-stand in de vooruit-stand of van de vooruit-stand in de achteruit-stand voordat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen. • Verminder uw snelheid als u een obstakel nadert. Dit geeft u extra tijd om te stoppen of te draaien. Als u een obstakel raakt, kunnen het voertuig en de lading worden beschadigd. En wat belangrijker is, u en uw passagier kunnen letsel oplopen.
Laden en storten Wees extra voorzichtig als u met het voertuig op een helling rijdt. Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht: Het gewicht en de positie van de lading en de passagier kunnen verandering brengen in het zwaartepunt en de wijze waarop u het voertuig moet gebruiken. Om te voorkómen dat u de controle over het voertuig verliest waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan, moet u de volgende richtlijnen in acht nemen: • Verminder uw snelheid voordat u een helling op- of afrijdt.
• Stort de lading nooit uit de bak als het voertuig zijwaarts op een helling staat. Als gevolg van de verandering in de gewichtverdeling kan het voertuig omslaan. Onderhoud • Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit het contact verwijderen om te voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start.
Hellingsdiagram BRENG DEZE RAND IN LIJN MET EEN VERTICAAL OPPERVLAK (BOOM, GEBOUW, PAAL, ENZ.) LANGS DE DAARTOE BESTEMDE LIJN VOUWEN VOORBEELD: VERGELIJK HELLING MET OMGEVOUWEN RAND.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 99-7350 1. Het maximaal toelaatbare tonggewicht is 23 kg; het maximale gewicht van de aanhangwagen is 181 kg. 99-7952 1. Choke 2. Achteruit 3. Neutraalstand 4. Vooruit 99-7954 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2.
104-6592 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Het totale gewicht van bestuurder en passagier mag niet meer dan 181 kg zijn. 3. Het gewicht van de lading mag niet meer dan 544 kg zijn. 4. Het basisgewicht van het voertuig is 500 kg. 5. Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van het voertuig mag niet meer dan 1225 kg zijn. 107-0704 Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Kans op botsing – Dit voertuig is niet bestemd voor gebruik op de openbare weg.
104-6581 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Brandgevaar – Zet de motor af alvorens de benzinetank te vullen. 3. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet dwars of heuvelopwaarts op een helling van meer dan 12 graden; verminder uw snelheid als u een bocht maakt, een volle laadbak hebt of een zware lading vervoert en over oneffen terrein rijdt; rij niet harder dan 29 km per uur. 4.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Sleuteltje 2 Gebruiken in ontstekingscontact. Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat het voertuig in gebruik wordt genomen. Gebruikershandleiding van motor 1 Lezen voordat het voertuig in gebruik wordt genomen. Instructievideo 1 Bekijken voordat het voertuig in gebruik wordt genomen. Registratiekaart 1 Invullen en opsturen naar Toro.
Brandstoftank Aanbevolen benzine Gebruik loodvrije, normale schone benzine voor auto’s (octaangetal minimaal 87). Gelode benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. 1 Belangrijk Gebruik nooit benzine die methanol, gasohol die meer dan 10 % ethanol bevat, superbenzine of wasbenzine omdat dit kan leiden tot schade aan het brandstofsysteem van de motor. Gevaar Figuur 3 In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Rempedaal Peil van transmissie-olie controleren. Met het rempedaal kunt u het voertuig tot stilstand brengen of de snelheid verminderen (Fig. 5). Het peil van de transaxle-vloeistof moet tot aan de onderkant van de opening van de niveau-aanwijzer staan (Fig. 4). Als dit niet het geval is, moet u het reservoir met voldoende vloeistof vullen; zie Transaxle-vloeistof verversen, blz. 32, stappen 3 en 4. Voorzichtig Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
Chokeknop Urenteller De chokeknop bevindt zich rechtsonder naast de bestuurdersstoel. Om een koude motor te starten, sluit u de choke van de carburateur (Fig. 7) door de chokehendel uit te trekken zodat deze op AAN staat. Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk is, opent u de choke door de hendel op UIT te duwen. Als de motor warm is, hoeft de choke niet of nauwelijks te worden gebruikt. De urenteller (Fig.
Handgrepen voor passagier Motor starten De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel (Fig. 10). 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel. 2. Zet de schakelhendel in de neutraalstand. 2 1 Opmerking: De motor start alleen maar als de schakelhendel in de neutraalstand staat. 3. Steek het sleuteltje in het contact, draai dit naar rechts op Start en trek de chokehendel uit. Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat.
Laadbak Grendels van de achterlaadklep Laadbak ophalen 1. Om de achterlaadklep te openen, drukt u de hendels van de grendels naar boven (Fig. 13). De grendels klappen naar het midden van de achterlaadklep. Laat de achterlaadklep langzaam neer. 1. Schuif de grendel omhoog naar het bovenste deel van de uitsnijding in het frame van de bak (Fig. 11). 2. Til met een hand omhoog bij de grendel terwijl u de bak met de andere hand ophaalt.
Nieuw voertuig inrijden Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100 bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen. • Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de motorolie en let op tekenen die erop wijzen dat een onderdeel van het voertuig oververhit raakt. • Na een koude start moet u de motor ongeveer 15 seconden warm laten worden, voordat u optrekt.
Het voertuig slepen Een aanhangwagen trekken In noodgevallen kan het voertuig over een korte afstand worden gesleept. Toro adviseert echter hiervan geen standaard procedure te maken. De Twister kan een aanhangwagen trekken. Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor het voertuig, afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor u het voertuig gebruikt. Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro-dealer.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Belangrijk Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Onderhoudsinterval Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 8 bedrijfsuren Na de eerste 20 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Motorolie verversen. • Spanning van drijfriem controleren. • Het motoroliepeil controleren. • Bandenspanning controleren.
Het voertuig opkrikken Waarschuwing Als u de motor laat lopen om routine-onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en/of de motor te testen, moeten de achterwielen van het voertuig zich 2,5 cm boven de grond bevinden, waarbij de achteras moet steunen op de steunpunten van de krik. De bak moet worden opgehaald voordat sommige routine-onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Neutraalstand controleren en afstellen 2 2 Als u routine-onderhoudswerkzaamheden uitvoert en/of de motor test, moet u de transaxle in de neutraalstand zetten (Fig. 18). Het voertuig heeft een neutraalstand op de schakelhendel, waarmee u de transaxle in de neutraalstand kunt zetten. Om ervoor te zorgen dat de schakelhendel de transaxle naar behoren in de neutraalstand zet, moet u de volgende stappen uitvoeren: 4 3 5 3 1 m–6184 1. Zet de schakelhendel op Neutraal. Figuur 19 2.
Motoroliepeil controleren Controleer het oliepeil telkens voor gebruik. Ververs de motorolie na de eerste 8 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. Ververs de olie twee maal zo vaak in bijzondere werkomstandigheden; zie Onderhoud van het voertuig in bijzondere werkomstandigheden, blz. 23. 1 Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren. Opmerking: Vervang de olie en het oliefilter vaker als het voertuig wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 2 Figuur 20 1.
Onderhoud van het luchtfilter Het filterelement reinigen Controleer het luchtfilterhuis op beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigd luchtfilterhuis. Belangrijk Een beschadigd filter mag niet worden gewassen of opnieuw worden gebruikt. 1. Wassen: Controleer of het deksel het luchtfilterhuis helemaal afsluit. Luchtfilterelement: Controleer het luchtfilterelement om de 100 bedrijfsuren; vervang het om de 200 bedrijfsuren of eerder als het vuil of beschadigd is. A.
Het voertuig smeren Onderhoud van de remmen Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of een keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Smeer vaker als het voertuig in zware omstandigheden wordt gebruikt. De remmen controleren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van het voertuig.
De banden controleren U moet de banden minstens om de 100 bedrijfsuren controleren. Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren. Daarom moet u na een ongeluk de conditie van de banden controleren. 2 Controleer of de wielen stevig zijn gemonteerd. Draai de bouten van de voorwielen vast met een torsie van 183–224 Nm en de moeren van de achterwielen met een torsie van 61–88 Nm.
8. Draai de centreerbouten vast met een torsie van 325–393 Nm. 6 1 9. Controleer de rijhoogte bij de voorste tong met behulp van de maten en parameters die bij het begin van deze procedure zijn gegeven. 5 4 2 Toespoor voorwiel afstellen Het toespoor van het voorwiel moet u om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks controleren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Onderhoud van de drijfriem 3. Verwijder de drie bouten waarmee de kap is bevestigd, en haal deze weg (Fig. 30). De conditie en de spanning van de aandrijfriem moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 200 bedrijfsuren. 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, zet de schakelhendel in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact. 1 2 2.
Onderhoud van het brandstofsysteem Bougies Vervang de bougies om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Dit zorgt ervoor dat de motor goede prestaties levert en het niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt. Brandstofleidingen en -verbindingen Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Inspecteer op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen.
Transaxle-vloeistof verversen 1 Ververs de transaxle-vloeistof om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder de aftapplug uit de rechterkant van het reservoir (Fig. 34) en laat de vloeistof in een opvangbak lopen.
Gloeilampen van wegverlichting vervangen Onderhoud van de accu Waarschuwing Gloeilamp: GE #862 1. Stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het sleuteltje. Doof de koplampen. Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. 2.
Accu opladen Waarschuwing Belangrijk Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1.260). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu bij temperaturen beneden 0°C te voorkomen. Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van het voertuig, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. 1. Verwijder de accu uit het chassis, zie Accu verwijderen, blz.
Schema’s m-7377 Elektrisch schema 35