Form No. 3397-406 Rev A ProCore® Processor Modelnr.: 09749—Serienr.: 315000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de Declaration of Incorporation (DOI) aan het einde van deze handleiding. Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figuur 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt.
Inhoud Aanbevolen onderhoudsschema ..................................34 Controlelijst voor dagelijks onderhoud ......................35 Procedures voorafgaande aan onderhoud ......................35 Smering ...................................................................36 Lagers en lagerbussen smeren ..................................36 Onderhoud motor .....................................................37 Onderhoud van het luchtfilter ..................................37 Motoroliepeil controleren....
Veiligheid • Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Houd u aan deze veiligheidsinstructies en de instructies in de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid om het risico op letsel te beperken. Let altijd op het symbool voor veiligheidswaarschuwingen, dat 'Voorzichtig', 'Waarschuwing', of 'Gevaar' - 'instructie voor persoonlijke veiligheid' betekent.
• Leef volgende instructies na om te voorkomen dat u de • • • • controle over de machine verliest: – Werk uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. – Rij langzaam. – Let op kuilen in het terrein of andere gevaren. – Wees voorzichtig als u achteruitrijdt. – Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten, steil aflopende hellingen of andere gevaarlijke punten. – Verminder de snelheid als u een scherpe bocht maakt. Vermijd plotseling stoppen en starten.
• Gebruik oprijplaten over de volledige breedte om de ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie kan tenietdoen. machine op een aanhangwagen of in een vrachtwagen te laden. • Zet de machine goed vast met spanbanden, kettingen, De machine transporteren kabels of touwen. Zowel de voorste als de achterste spanband moet naar beneden en naar de buitenkant van de machine lopen.
112-4280 1. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen 110-2701 1. Waarschuwing – Opgeslagen energie. 2. Om de machine los te koppelen van een beluchter, brengt u de pluggenruimer en de beluchter omlaag tot de grond, brengt u de opslagpen aan in de opening aan de voorzijde en ondersteunt u de machine met een krik, ontkoppelt u de mechanische koppelingen van de beluchter en koppelt u de hydraulische leidingen los voordat u wegrijdt. 112-4283 3.
114-7774 1. Handen kunnen bekneld raken – Blijf uit de buurt van plaatsen waar handen bekneld kunnen raken. 112-4277 1. Opgeslagen energie – Om de machine los te koppelen van een beluchter, brengt u de pluggenruimer en de beluchter omlaag tot de grond, brengt u de opslagpen aan in de opening aan de voorzijde en ondersteunt u de machine met een krik, ontkoppelt u de mechanische koppelingen van de beluchter en koppelt u de hydraulische leidingen los voordat u wegrijdt.
112-4276 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen. 3. Risico om te vallen en bekneld te raken – Laat niemand op de machine meerijden. 4. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van draaiende onderdelen; de machine nooit gebruiken als de veiligheidsschermen of beschermplaten zijn verwijderd; zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 5.
112-4293 1. Opgeslagen energie – Breng de pluggenruimer omlaag tot de grond, verminder de spanning door het sleepvoertuig dichter naar de machine te trekken, breng de opslagpen aan in de opening aan de voorzijde en ondersteun de machine met een krik, ontkoppel de mechanische koppelingen van de Workman en koppel de hydraulische leidingen los voordat u wegrijdt. 112-4292 Trekhaak, model 09750 115-2999 Trekhaak, model 09750 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 Hoeveelheid Omschrijving Accuzuur (niet meegeleverd) A/R Accu opladen. Vaseline (niet meegeleverd) A/R Accu monteren. Kriksteun Kriksteunbuis 1 1 De kriksteun monteren. Opslagpen 2 Plaats de opslagpennen.
Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Conformiteitscertificaat 1 CE-markering Instructiemateriaal voor gebruiker 1 Bekijken voordat u de machine in gebruik neemt Belangrijk: Raadpleeg Speciale instructies voor Workman en andere trekvoertuigen (tractoren) (bladz. 21) voor speciale gebruiksaanwijzingen voor de Workman en andere trekvoertuigen (tractoren). 1 Accu verwijderen, in gebruik nemen en opladen Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Accuzuur (niet meegeleverd) Figuur 3 1. Accubak 2.
2 Accu monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Vaseline (niet meegeleverd) Procedure 1. Schuif de accu in de accubak met de accupolen naar achteren gericht. Figuur 5 WAARSCHUWING 1. Accuzuur Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de pluggenruimer, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken.
4. Smeer vaseline op de accupolen en de bevestigingen om corrosie te voorkomen. 5. Plaats het accudeksel en zet dit vast met de band. 3 De kriksteun monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kriksteun 1 Kriksteunbuis Procedure Figuur 8 OnePass haak 1. Verwijder de bout en moer waarmee de trekbalk aan de voorzijde van de pluggenruimer is bevestigd (Figuur 7). 2. Verwijder de trekbalk. 1. Montage-opening trekbalk 4. Kriksteun 2. Bout 3. Kriksteunbuis 5. Moer 4.
Figuur 11 Figuur 10 1. Kriksteun 1. Opslagpen 2. Kriksteunbuis 2. Opening voorzijde (pluggenruimer losgekoppeld van trekvoertuig) 2. Draai de kriksteun om de openingen uit te lijnen en zet deze vast met de lynchpen (Figuur 10). 4 5 De opslagpennen plaatsen De pluggenruimer monteren voor OnePass-gebruik Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 3.
8. Zet de verbinding van de hoekregeling vast aan de bovenste openingen in het koppeldraaipunt van de beluchter en het koppeldraaipunt van het frame met koppelpennen en lynchpennen Figuur 14). • Bevestig de verbinding van de hoekregeling aan de voorste openingen in het koppeldraaipunt van het frame als u werkt met een ProCore 864 of 880 beluchter. • Bevestig de verbinding van de hoekregeling aan de achterste openingen in het koppeldraaipunt van het frame als u werkt met een ProCore 660 beluchter.
Figuur 15 1. Opslagpen Figuur 16 3. Achterste opening (pluggenruimer gekoppeld aan trekvoertuig) 1. Opslagpen 2. Voorste opening (pluggenruimer losgekoppeld van trekvoertuig) 3. Achterste opening (pluggenruimer gekoppeld aan trekvoertuig) 2. Voorste opening (pluggenruimer losgekoppeld van trekvoertuig) 5. Laat de steun neer op de grond zodat de machine stabiel staat (Figuur 17).
7 De pluggenruimer aan de Workman monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Figuur 19 1 Koppelpen (wordt meegeleverd met de trekhaak) 1 Lynchpen (wordt meegeleverd met de trekhaak) 12 Kabelklemband 1. Krik 5. Bevestig de hydraulische slangen aan de snelkoppelingen van het voertuig. Zorg ervoor dat de hydraulische slangen correct zijn aangesloten aan de pluggenruimer en het voertuig. Procedure Opmerking: De pluggenruimer moet worden uitgerust met de trekhaakset (modelnr.
8 De pluggenruimer loskoppelen van de Workman Geen onderdelen vereist Figuur 21 1. Vergrendelhandgreep Procedure 3. Vergrendelde stand 1. Verwijder de opslagpennen uit de opening aan de achterzijde (Figuur 23). 2. Pen vergrendelhandgreep in de ontgrendelde stand B. Breng de vergrendelhandgreep omhoog (Figuur 22). C. Rijd het voertuig langzaam naar voren totdat de trekhaak en de trekhaakkoppeling op hun plaats klikken (Figuur 22). 2.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Borstel/Chopper Figuur 24 Opmerking: Er zijn geen bedieningsorganen om de borstel/chopper AAN of UIT te schakelen. De borstel/chopper wordt ingeschakeld als u het motortoerental verhoogt; hij wordt uitgeschakeld als u het gas op laag stationair zet of als u de motor afzet. 1. Krik Belangrijk: Zorg ervoor dat de trekhaakkoppeling is teruggetrokken voordat u de trekhaakkoppeling van de pluggenruimer loskoppelt van de trekhaak van het voertuig.
Chokehendel Om een koude motor te starten, moet u de chokehendel (Figuur 26) uittrekken naar de stand AAN. Contactschakelaar De contactschakelaar (Figuur 26) waarmee u de motor start en afzet, heeft 3 standen: UIT, DRAAIEN en START. Draai het sleuteltje op START om de startmotor aan te zetten. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. Het sleuteltje gaat automatisch naar de stand AAN.
Trekvoertuig Minimale stroming Maximale stroming Overdruk Workman 11 l/min 19 l/min 124 bar (1800 psi) Tractor 26 l/min 30 l/min 138 bar (2000 psi) Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: De bevestigingen op de deksels van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is losgemaakt.
GEVAAR GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Borstelhoogte instellen Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. De pluggenruimer moet zodanig worden afgesteld dat de borsteluiteinden het oppervlak licht raken maar niet in de grasmat dringen. Als de borsteluiteinden in de grasmat dringen, kan dit leiden tot slechte prestaties en beschadiging van de grasmat. Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als deze met verse benzine wordt gemengd.
Opmerking: Het zou kunnen dat u de achterrol moet afstellen als u het frame niet evenwijdig met de grond kunt krijgen. de achterrol de correcte maaihoogte hebben (Figuur 30). Als de pluggenruimer is uitgerust met een nieuwe borstel, dient u de tabel voor de instelling van de achterrol te raadplegen om de achterrol op de juiste maaihoogte te zetten. Opmerking: De afstand van de achterrol tot de grond is in de fabriek ingesteld op 3 mm. Figuur 30 1. Borgmoer 2. Stelspie van de hoogteverstelling 3.
Tabel voor afstelling van achterrol Open inkepingen Nieuwe borstelhoogte 18 9,2 cm 17 8,5 cm 16 7,9 cm 15 7,3 cm 14 6,6 cm 13 6,0 cm 12 5,4 cm 11 4,7 cm 10 4,1 cm 9 3,4 cm 8 2,8 cm 7 2,2 cm 6 1,5 cm 5 0,9 cm 4 0,3 cm 3 -0,3 cm 2 -0,9 cm 1 -1,5 cm 0 -2,2 cm Maaihoogte 9,5 tot 7,6 cm 7,6 tot 5,7 cm 5,7 tot 3,8 cm 3,8 tot 1,9 cm 1,9 tot 0 cm Afslijting borstel 3. Breng de hefwielen omhoog om de pluggenruimer neer te laten op de achterrol. 4.
Opmerking: Zorg er tijdens het draaien aan de slinger voor dat de slinger geen contact maakt met de hydraulische slangen. Zorg er na het afstellen voor dat de slinger zich aan de linkerzijde van de trekhaak bevindt, zodat de slinger en de slangen elkaar niet raken. 2. Plaats de rolschraper zodanig dat de afstand tussen de schraper en de rol 0,15 cm bedraagt. 3. Zet de bevestigingen om de rolschraper af te stellen vast. Figuur 32 1.
3. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. WAARSCHUWING Indien de correcte torsie niet wordt aangehouden, kan dit leiden tot defecten of verlies van het wiel waardoor lichamelijk letsel kan worden veroorzaakt. Draai de wielmoeren vast met een torsie van 61 tot 75 Nm. Belangrijk: Om de machine in een noodsituatie te stoppen, moet u de schakelaar van de afstandsbediening op UIT zetten.
Tijdens het gebruik 2. Laat de pluggenruimer neer om te beginnen met pluggen ruimen. GEVAAR 3. Aan het einde van de werkgang heft u de pluggenruimer op. Als de machine omkantelt, kan dit ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Opmerking: De pluggenruimer hoeft niet te worden opgeheven als de grasmat groot genoeg is om te draaien. • Gebruik de machine nooit op steile hellingen. Tips voor bediening en gebruik • Rij hellingen op en af, werk nooit dwars op een helling.
Bodemvochtigheid Als het niveau van de bodemvochtigheid het verzadigingspunt overschrijdt, wordt het moeilijk om pluggen te ruimen. Een vochtige bodem heeft de neiging om zich te vermengen met het geruimde materiaal, waardoor dit aankoekt en kluiten vormt rond het achteruitwerpkanaal en de achterrolschraper. Indien mogelijk kunnen drogere pluggen beter worden geruimd.
Tabel Bodemvochtigheid Deze tabel moet worden gebruikt als richtlijn om de bodemvochtigheid te bepalen. Het ruimen van pluggen in omstandigheden die vallen in het donkere gebied op de tabel kunnen minder gewenste resultaten opleveren.
Figuur 36 1. Wasaansluitingen Belangrijk: Als u de omgeving van de chopper reinigt, moet u uit de buurt van het uitwerpkanaal blijven om te voorkomen dat u letsel oploopt door uitgeworpen voorwerpen. De chopperpunten inspecteren Inspecteer de chopperpunten op schade telkens wanneer u een fairway of sportveld hebt afgewerkt en vervang afgebroken bevestigingsbouten.
De machine gebruiken op grote hoogte Als de machine op grote hoogte wordt gebruikt, moeten soms de sproeiers van de carburateur worden vervangen om optimale prestaties van de motor te verkrijgen. Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welke sproeier moet worden gebruikt voor de werkhoogte. Bestel de sproeiers voor de carburateur bij een Briggs & Stratton dealer.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren. • De motorolie verversen. • De conditie en de spanning van de riemen controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren. Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • Controleer het motoroliepeil. Motorscherm en oliekoeler reinigen Hydraulische slangen en leidingen controleren De uiteinden van de chopper controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Luchtfilter controleren Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Hydraulische slangen en leidingen op schade controleren. Controleren op lekkages. De bandenspanning controleren. Werking van instrumenten controleren. Vet in alle smeernippels spuiten.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Smeer de 18 smeernippels van de pluggenruimer regelmatig met nr. 2 vet op lithiumbasis. Smeer de chopper, achterrol en draaiende hoeklagers onmiddellijk na elke wasbeurt. 1. Spuit vet in de volgende smeernippels: • Trekframe (2); zie Figuur 39. • Hefcylinder (2); zie Figuur 38 en Figuur 41. • Hefas (2); zie Figuur 38. • Krikschacht (2); zie Figuur 41. • Chopper (2) Figuur 42 en Figuur 40.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Opmerking: Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt als de onderhoudsindicator (Figuur 43) dit aangeeft. Als u het luchtfilter vervangt voordat dit nodig is, wordt de kans dat er vuil in de motor komt wanneer u het filter verwijdert alleen maar vergroot. Figuur 42 2. Veeg de smeernippels schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. g018320 3. Pomp vet in het lager of de lagerbus. Figuur 43 4.
Filters monteren Belangrijk: U mag de motor nooit laten lopen zonder dat beide luchtfilters zijn gemonteerd, omdat anders de motor schade kan oplopen. 1. Controleer of de filters niet zijn beschadigd door het transport ervan. Monteer geen beschadigde filters. 2. Schuif het veiligheidsfilter in de filterbehuizing(Figuur 44). 3. Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter (Figuur 44). Opmerking: Zorg ervoor dat het voorfilter volledig op zijn plaats zit door op de buitenrand te duwen tijdens de montage.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het oliepeil op of onder de BIJVULLEN-markering op de peilstok staat, vul dan olie bij om het oliepeil bij de VOL-markering te brengen. Niet te vol vullen. Als het oliepeil zich tussen de VOL- en de BIJVULLEN-markering bevindt, hoeft geen olie te worden bijgevuld. 1.
3. Vul bij met verse olie via de middelste opening in het filter totdat de olie de onderkant van de schroefdraad aan de binnenkant bereikt. 4. Wacht een of twee minuten zodat het filtermateriaal de olie kan opnemen. 5. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter (Figuur 48). 6. Plaats het nieuwe oliefilter op het filtertussenstuk, draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Bougies monteren Onderhoud brandstofsysteem 1. Monteer de bougies en de metalen ring. Controleer of de elektrodenafstand correct is. 2. Haal de bougies aan met een torsie van 24,4 tot 29,8 Nm. Brandstoffilter vervangen 3. Sluit de bougiekabels aan op de bougies (Figuur 49). Onderhoudsinterval: Om de 600 bedrijfsuren 1.
Onderhoud elektrisch systeem 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle benzine kan weglopen uit de brandstoftanks. 2. Draai het sleuteltje in de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. Onderhoud van de accu 3. Maak de slangklem op het brandstoffilter los en schuif deze over de brandstofslang weg van het brandstoffilter (Figuur 51). Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 4. Ontkoppel de brandstofslang van het brandstoffilter (Figuur 51).
Onderhoud koelsysteem WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Motorscherm en oliekoeler reinigen Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Verwijder aangekoekt gras en vuil van het scherm van de oliekoeler en het motorscherm (Figuur 52).
Onderhoud riemen 3. Om de riemspanning te verminderen, gaat u als volgt te werk: A. Draai de onderste moer op de oogbout los en draai deze naar het uiteinde van de bout (Figuur 55). De riemen afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. 2. Vervang de riemen als deze beschadigd zijn. 3. Controleer indien nodig de conditie en de spanning van de riemen.
6. Draai de riemspanner naar u toe totdat de spanning 345 kPa (50 psi) bedraagt en draai vervolgens de moer van de aspoelie vast terwijl u de torsie aanhoudt (Figuur 58). 1 7. Verwijder de momentsleutel en de riemspanner. 2 8. Plaats de drijfriemkap. Riem chopper naar borstel Ga als volgt te werk om de riem af te stellen of te monteren: 1. Verwijder de drijfriemkap (Figuur 59). G030926 Figuur 57 1. Hoogte van oogbout 2. Oogbout 6. Plaats de drijfriemkap. Riem tussen de krikschacht en de chopper 1.
Figuur 61 1. Kap riem borstel naar draaiende hoek 2. Riem borstel naar draaiende hoek Figuur 60 1. Borstelrij 3. Uiteinde van mes 2. Draaiende hoek 4. Behuizing van borstel 3. Spanpoelie 4. Moer 3. Druk de aspoelie in de riem en draai de moer van de spanpoelie vast Figuur 61). 5. Draai de chopper totdat het uiteinde van een mes op één lijn met de buitenkant van de behuizing van de borstel is (Figuur 60). 4. Plaats de drijfriemkap. 6. Schuif de riem voorzichtig op de as van de chopper.
Onderhoud hydraulisch systeem Stalling Opmerking: Laat de motor eerst afkoelen voordat u deze opslaat en sla deze niet op in de nabijheid van een open vuur. Hydraulische slangen en leidingen controleren 1. Was de behuizing van de borstel en de chopper met water. Draai het sleuteltje in de contactschakelaar naar de stand AAN en verhoog het motortoerental totdat de rotator van de chopper wordt ingeschakeld.
Opmerkingen: 48
Opmerkingen: 49
Inbouwverklaring Modelnr.: Serienr.: Productbeschrijving Factuuromschrijving Algemene omschrijving Richtlijn 09749 315000001 en hoger ProCore Processor CORE PROCESSOR Multifunctioneel voertuig 2006/42/EG De relevante technische documentatie werd samengesteld in overeenstemming met Deel B van Bijlage VII van richtlijn 2006/42/EG. Wij beloven op vraag van nationale overheden relevante informatie over deze gedeeltelijk afgewerkte machine over te dragen. Dit zal gebeuren via elektronische weg.
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Telefoonnummer: Dealer: Land: Agrolanc Kft Asian American Industrial (AAI) B-Ray Corporation Brisa Goods LLC Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co. Fat Dragon Femco S.A. FIVEMANS New-Tech Co., Ltd ForGarder OU G.Y.K. Company Ltd.
Toro commerciële garantie voor beluchters 2 jaar beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro Hydroject of ProCore beluchter (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden