Form No. 3361-881 Rev C ProCore Processor Modelnr.: 09749—Serienr.: 290000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Waarschuwing CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002.
Inhoud Inspectie en reiniging na het gebruik.................... 31 De chopperpunten inspecteren........................... 31 Gebruik op grote hoogte .................................... 32 Onderhoud ................................................................ 33 Aanbevolen onderhoudsschema ............................. 33 Controlelijst voor dagelijks onderhoud................ 34 Smering.................................................................. 35 Lagers en lagerbussen smeren .................
Veiligheid bouten vast zodat veilig met de machine kan worden gewerkt. Risicobeheersing en ongevallenpreventie zijn afhankelijk van de oplettendheid, zorgvuldigheid en een goede training van het personeel dat is belast met het gebruik, onderhoud en opslag van de machine. Onjuist gebruik of onderhoud van het voertuig kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Om het risico van lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet u zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden.
Onderhoud verliest, moet u niet te dicht langs greppels, sloten of steil aflopende hellingen rijden. • Laat de machine eerst afkoelen voordat u deze opslaat. Parkeer de machine niet in de nabijheid van een open vuur. • Als de motor van het trekvoertuig afslaat of de machine vaart verliest en de top van een helling niet kan bereiken, mag u de machine nooit keren.
• U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte; doe dit niet in de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u deze aansluit op of losmaakt van de accu. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
112-4275 1. Risico om gegrepen te worden, as – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 112-4274 1. Waarschuwing; machine kan voorwerpen uitwerpen, omstanders – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden – Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 112-4279 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 112-4280 1. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen 110-2701 1.
110-2737 Snelkoppeltrekhaak, model 09753 1. Draairichting om de machine omhoog te brengen. 112-4281 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van draaiende onderdelen; de machine nooit gebruiken als de veiligheidsschermen of beschermplaten zijn verwijderd; zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 114-7774 1. Handen kunnen bekneld raken – Blijf uit de buurt van plaatsen waar handen bekneld kunnen raken. 112-4277 1.
112-4276 1. 2. 3. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Waarschuwing – Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen. Risico om te vallen en bekneld te raken – Laat niemand op de machine meerijden. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van draaiende onderdelen; de machine nooit gebruiken als de veiligheidsschermen of beschermplaten zijn verwijderd; zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 5.
112-4293 1. Opgeslagen energie – Breng de pluggenruimer omlaag tot de grond, verminder de spanning door het sleepvoertuig dichter naar de machine te trekken, breng de opslagpen aan in de opening aan de voorzijde en ondersteun de machine met een krik, ontkoppel de mechanische koppelingen van de Workman en koppel de hydraulische leidingen los voordat u wegrijdt. 112-4292 Trekhaak, model 09750 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Neem de pen uit de arm om de trekhaak te ontgrendelen.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Belangrijk: Raadpleeg het hoofdstuk Algemeen overzicht van de machine voor Speciale Gebruiksaanwijzingen voor de Workman en andere trekvoertuigen (tractoren). 2. Maak de band los waarmee de accu is bevestigd op de accubak (Figuur 3). 1 De accu verwijderen, vullen en opladen Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Accuzuur (niet meegeleverd) Procedure Figuur 3 1. Als de accu niet is gevuld of gebruiksklaar is gemaakt met accuzuur, moet u accuzuur met een soortelijk gewicht van 1.
2 Accu monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Vaseline (niet meegeleverd) Procedure 1. Schuif de accu in de accubak met de polen naar de achterkant. Figuur 5 1. Accuzuur Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over andere delen van de machine. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging veroorzaken. Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de pluggenruimer, waardoor vonken kunnen ontstaan.
4. Smeer vaseline op de accupolen en de bevestigingen om corrosie te voorkomen. 5. Plaats het accudeksel en zet dit vast met de band. 3 De kriksteun monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kriksteun 1 Kriksteunbuis Figuur 8 Procedure 1. Montage-opening trekbalk 2. Bout 3. Kriksteunbuis Verwijder de bout en moer waarmee de trekbalk aan de voorzijde van de pluggenruimer is bevestigd (Figuur 7). Verwijder de trekbalk. 4. Kriksteun 5. Moer 3.
Workman trekhaak 1. Schuif de krik op de krikbuis aan de zijkant van de trekhaak (Figuur 10). Figuur 11 1. Opslagpen 2. Opening voorzijde (pluggenruimer losgekoppeld van voertuig) Figuur 10 1. Kriksteun 3. Opening achterzijde (pluggenruimer gekoppeld aan voertuig) 2. Kriksteunbuis 2. Draai de kriksteun om de openingen uit te lijnen en zet deze vast met de lynchpen (Figuur 10).
7. Zet de verbinding van de hoekregeling vast aan de bovenste openingen in het koppeldraaipunt van de beluchter en het koppeldraaipunt van het frame met koppelpennen en lynchpennen Figuur 14). • Bevestig de verbinding van de hoekregeling aan de voorste openingen in het koppeldraaipunt van het frame als u werkt met een ProCore 864 of 880 beluchter. • Bevestig de verbinding van de hoekregeling aan de achterste openingen in het koppeldraaipunt van het frame als u werkt met een ProCore 660 beluchter.
11. Stel de pluggenruimer in bedrijf en controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het trekvoertuig. Bijvullen indien dit nodig is. 12. Verwijder de opslagpennen uit de opening aan de voorzijde en plaats deze in de opening aan de achterzijde voordat u de machine gaat gebruiken (Figuur 15). Figuur 16 1. Opslagpen 3. Opening achterzijde (pluggenruimer gekoppeld aan voertuig) 2. Opening voorzijde (pluggenruimer losgekoppeld van voertuig) Figuur 15 1. Opslagpen 4.
7 De pluggenruimer monteren op het Workman-voertuig Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Koppelpen (wordt meegeleverd met de trekhaak) 1 Lynchpen (wordt meegeleverd met de trekhaak) 12 Kabelklemband Figuur 19 1. Krik 5. Bevestig de hydraulische slangen aan de snelkoppelingen van het voertuig. Zorg ervoor dat de hydraulische slangen correct zijn aangesloten op de pluggenruimer en het voertuig. Procedure De pluggenruimer moet worden uitgerust met de trekhaakset, modelnr.
8 De pluggenruimer loskoppelen van de Workman Geen onderdelen vereist Figuur 21 1. Vergrendelhandgreep 2. Pen vergrendelhandgreep in de ontgrendelde stand Procedure 3. Vergrendelde stand 1. Verwijder de opslagpennen uit de opening aan de achterzijde (Figuur 23). 2. Laat de pluggenruimer langzaam zakken totdat deze op de achterrol en de wielen rust. Plaats de opslagpennen in de opening aan de voorzijde (Figuur 23). • Breng de vergrendelhandgreep omhoog (Figuur 22).
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Borstel/Chopper Figuur 24 Opmerking: Er zijn geen bedieningsorganen om de Borstel/chopper uit te schakelen. De chopper/borstel wordt ingeschakeld als het motortoerental wordt verhoogd en uitgeschakeld als het gas op laag stationair wordt gezet of de motor wordt afgezet. 1. Krik Belangrijk: Zorg ervoor dat de tong is teruggetrokken voordat u de tong van de pluggenruimer loskoppelt van de trekhaak van het voertuig.
Chokehendel Om een koude motor te starten, moet u de chokehendel (Figuur 26) op AAN zetten. Contactschakelaar De contactschakelaar (Figuur 26), waarmee u de motor start en afzet, heeft drie standen: STOP, LOPEN en START. Draai het sleuteltje naar rechts op START om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. Het sleuteltje komt automatisch op AAN.
Speciale instructies voor Workman en andere trekvoertuigen (tractoren) Gebruiksaanwijzing • De Toro ProCore Processor kan worden gesleept door de meeste tractoren die uitgerust zijn met een hydraulisch systeem dat 26 tot 30 liter per minuut bij 1517 kPa (2000 psi) produceert. De tractor moet uitgerust zijn met geschikte remmen en een trekhaakcapaciteit voor een aanhanger van 907 kg. Zie de gebruikershandleiding van de tractor voor trekinstructies en voorzorgsmaatregelen.
• Houdt de benzine vers gedurende stalling van 90 dagen of minder. Als u de machine langer wilt stallen, moet u de benzine aftappen uit de brandstoftank. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Houdt de motor tijdens het gebruik schoon.
Motoroliepeil controleren Opmerking: Bij elke inkeping op de stelplaat voor de hoogte van de rol verandert de hoogte van de rol 6 mm. Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; zie Motorolie verversen/oliepeil controleren. 5. Draai de borgmoeren vast om de instelling te borgen. 6. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de borstel. Controleer of de instellingen dezelfde zijn.
om te bepalen in welke richting u de achterrol moet verstellen. • Draai de drie bouten op beide zijplaten van de rol los. • Draai de middelste moer los zodat u de stelspie kunt uittrekken. Houd de rol omhoog, trek de stelspie uit en zet de rol op de gewenste hoogte. Beide zijden moeten op dezelfde hoogte staan. One Pass haak • Als de voorkant van het frame lager staat, moet u het verbindingsstuk verlengen. • Als de voorkant van het frame hoger staat, moet u het verbindingsstuk verkorten.
Figuur 32 1. Slinger om frame horizontaal te zetten Opmerking: Als u het verbindingsstuk moeilijk kunt ronddraaien, moet u de transportwielen van de pluggenruimer lager zetten om de druk op de kruk te verlichten. Figuur 33 1. Bevestigingen om de rolschraper af te stellen De borstelhoogte in het veld afstellen Bandenspanning controleren De bandenspanning controleren (Figuur 34). Als u de pluggenruimer gebruikt, moet het frame horizontaal met de grond zijn of de voorkant van het frame iets hoger staan.
Stopinstructies DRAAIENDE ONDERDELEN KUNNEN ERNSTIG LETSEL VEROORZAKEN Opmerking: Als u de machine bedient in de snelkoppelconfiguratie, breng dan altijd de beluchter omhoog van de grond voordat u de pluggenruimer stilzet. 1. Voordat u de pluggenruimer stopt, moet u de rotator van de chopper één tot twee minuten laten lopen om overtollige aarde te verwijderen. 2.
Hef de pluggenruimer op van de grond. pluggenruimer te veel pk gebruiken en zal de borstel vroegtijdig slijten. Als de borstel niet agressief genoeg is, zullen er pluggen achterblijven. Stop de tractor. Opmerking: Hef de beluchter en de pluggenruimer niet verder op dan nodig is om deze uit te schakelen. Voltooi de hoogte-instelling op een afgelegen stuk terrein voordat u op moeilijk terrein gaat werken. Opmerking: De pluggenruimer hoeft niet te worden opgeheven als de grasmat geschikt om te draaien.
Transport Ga als volgt te werkt bij het verplaatsen van het ene werkgebied naar het andere: • Steek de opslagpennen in de opening aan de achterzijde. • Vergeet niet de pluggenruimer omhoog te brengen. • Rijd niet harder dan 24 km per uur. • Als u de trekhaak gebruikt, plaats de pluggenruimer dan achter het voertuig, trek de trekhaak terug en verplaats de pen van de vergrendelhandgreep naar de vergrendelde stand (Figuur 35). Figuur 35 1. Vergrendelhandgreep 2.
Tabel Bodemvochtigheid Deze tabel moet worden gebruikt als richtlijn om de bodemvochtigheid te bepalen. Het ruimen van pluggen in omstandigheden die vallen in het donkere gebied op de tabel kunnen minder gewenste resultaten opleveren.
De behuizing van de borstel/chopper inspecteren en reinigen Onderhoudsinterval: Om de 4 bedrijfsuren Reinig de behuizing van de borstel//chopper vaker bij vochtige omstandigheden. Er hoopt zich sneller modder op in de behuizing van de borstel/chopper bij gebruik in gras met een maaihoogte langer dan 2,5 cm, klei- en leemondergrond of met dauw in de ochtend. Als de behuizing van de borstel niet wordt gereinigd, zal de borstel eerder slijten.
Gebruik op grote hoogte Als de machine op grote hoogte wordt gebruikt, moeten soms de sproeiers van de carburateur worden vervangen om de motor optimale prestaties te laten leveren. Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welke sproeier moet worden gebruikt voor de werkhoogte. Bestel de sproeiers voor de carburateur bij een Briggs & Stratton dealer. Maat van sproeier voor carburateur Figuur 38 1. Chopperpunt 2.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren • De motorolie verversen • Conditie en spanning van riemen controleren Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • Motoroliepeil controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Luchtfilter controleren Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Hydraulische slangen en leidingen op schade controleren. Controleren op lekkages. De bandenspanning controleren. Werking van instrumenten controleren. Vet in alle smeernippels spuiten.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren De pluggenruimer is voorzien van (18) smeernippels die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Smeer de chopper, achterrol en draaiende hoeklagers onmiddellijk na elke wasbeurt. 1.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen. Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt als de onderhoudsindicator (Figuur 44) dit aangeeft.
Filters monteren Belangrijk: U mag de motor nooit laten lopen zonder dat beide luchtfilters zijn gemonteerd, omdat anders de motor schade kan oplopen. 1. Als u nieuwe filters monteert, moet u elk filter controleren op transportschade. Een beschadigd filter mag niet worden gebruikt. 2. Als u het veiligheidsfilter vervangt, moet u dit voorzichtig in de filterbehuizing schuiven (Figuur 45). 3. Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter (Figuur 45). Figuur 45 1. Luchtfilterbehuizing 2. Voorfilter 3.
5. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon (Figuur 47). 6. Schuif de peilstok volledig in de vulbuis (Figuur 47). 7. Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het uiteinde. Als het oliepeil laag is, giet u langzaam voldoende olie in de vulbuis totdat het oliepeil de Vol-markering bereikt. 0 Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter; als de motor daarna gaat lopen, ontstaat schade aan de motor.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen. 2. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de filtertussenstuk (Figuur 49) schoon. Elektrodenafstand: 0,76 mm Bougies controleren Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Figuur 50). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 600 bedrijfsuren 1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 2. Laat de motor afkoelen. 3. Maak de slangklemmen los en schuif deze bij het filter vandaan (Figuur 52). Figuur 51 1. Bougiekabel 2. Bougie 2 3 3.
Onderhoud elektrisch systeem 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle benzine kan weglopen uit de brandstoftanks. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3. Maak de slangklem op het brandstoffilter los en schuif deze over de brandstofslang weg van het brandstoffilter (Figuur 52). Accu-onderhoud 4. Ontkoppel de brandstofslang van het brandstoffilter (Figuur 52). • Het accuzuur moet op het juiste peil worden gehouden en de bovenkant van de accu moet schoon blijven.
• Controleer het zuurpeil om de 25 bedrijfsuren of om de 30 dagen, wanneer het voertuig is opgeslagen. Onderhoud koelsysteem • U kunt het peil in de cellen bijhouden met gedestilleerd of gedemineraliseerd water. Vul de cellen niet hoger dan de vulstreep. Motorscherm en oliekoeler reinigen • Als u de machine langer dan 30 dagen gaat opslaan, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. U moet de accu apart opslaan of in de machine laten zitten.
Onderhoud riemen De riemen afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 50 bedrijfsuren Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde riemen. De conditie en de spanning van de riemen controleren: Figuur 55 Riem tussen de koppeling en de krikschacht 1. Trekveer 2. Riem 3. Oogbout Om de riem te controleren, gaat u als volgt te werk: 4. Vierkante opening 5. Dopsleutel 6. Spanpoelie 1. Verwijder de drijfriemkap (Figuur 54). 3.
Figuur 57 1. 9,5 cm 4. Om de riemspanning te doen toenemen, past u de hoogte van de oogbout aan door de bovenste moer van de oogbout losser te draaien en de onderste moer vaster te draaien (Figuur 55 en Figuur 58). Figuur 59 1. Afdekking over de riem tussen de krikschacht en de chopper 2. Riem tussen de krikschacht en de chopper 3. Spanpoelie Figuur 58 1. Oogbout 4. Moer 5. Riemspanner 2. Draai de moer op de spanpoelie los (Figuur 59). 2. Hoogte van de oogbout 3.
van de borstel. Draai de poelie van de borstel niet rond. 8. Druk de spanpoelie in de riem en draai de moer op de spanpoelie vast. Riem borstel naar draaiende hoek Om de riem te spannen, gaat u als volgt te werk: 1. Verwijder de drijfriemkap (Figuur 62) 2. Draai de moer op de spanpoelie los (Figuur 62). Figuur 60 1. Kap riem chopper naar riem 2. Spanpoelie 3. Moer 4. Riem chopper naar borstel 2. Draai de moer op de spanpoelie los (Figuur 60). 3.
Onderhoud hydraulisch systeem Stalling 1. Was de behuizing van de borstel en de chopper met water. Start de machine en verhoog het toerental totdat de rotator van de chopper wordt ingeschakeld. Ga naast de achterkant van de machine staan en spuit water in de ronddraaiende chopper totdat deze schoon is. Hydraulische slangen en leidingen controleren 2. Controleer alle bevestigingen. Indien nodig vastzetten.
G010006 Hydraulisch schema (Rev. F) 47 B C3 S4 MINIMUM: 4 GPM MAXIMUM: 12 GPM PRESSURE RELIEF: 2000 PSI TOW VECHICLE HYDRAULICS S2 S1 C2 S3 C4 .
Elektrisch systeem: (Rev.
Opmerkingen: 49
Opmerkingen: 50
Opmerkingen: 51
De TORO Algemene Garantiebepalingen voor Producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan aangesloten onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.