Form No. 3359-519 Rev A ProCore® 648 beluchter Modelnr.: 09200—Serienr.: 280000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Waarschuwing CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. 1 Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002. Belangrijk: De motor van dit product is niet uitgerust met een vonkenvanger.
Inhoud De lagers van de beluchtingskop controleren..................................................... 37 Onderhoud motor.................................................. 38 Onderhoud van het luchtfilter............................. 38 Motorolie verversen en filter vervangen .............. 39 Onderhoud van de bougies ................................. 40 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 41 Brandstoffilter vervangen ...................................
Veiligheid stenen, speelgoed en kabels waarmee de beluchter in contact kan komen. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verminderen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – "instructie voor persoonlijke veiligheid" kan betekenen. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• Let goed op, verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt. Kijk achterom en naar links en naar rechts voordat u van richting verandert. • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u wegen en voetpaden oversteekt. • Gebruik de beluchter niet als u onder de invloed van alcohol of drugs bent. • Wees zeer voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
Geluidsniveau Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau op het lichaam van 0,5 m/s2 gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens EN 1032 en EN 836. Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 105 dBA/1 pW, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens ISO 3744. Trillingsniveau Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau op de handen van 2,5 m/s2 gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens EN 1033 en EN 836.
107-7547 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 107-7555 106-8853 1. Lees de gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Werkdiepte 110-4664 1. Lees de gebruikershandleiding. 2. Formaat sleutel 106-8856 1. Lees de gebruikershandleiding. 7 3. Formaat bout 4.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen. 10.
106-8855 1. Zet de hendel omhoog om de machine achteruit te laten rijden. 2. Zet de hendel omlaag om de machine vooruit te laten rijden. 3. Schakel de aftakas uit en breng de beluchtingskop omhoog. 7. Risico om gegrepen te worden, as – 4. Schakel de aftakas in en breng de Neem geen passagiers mee. beluchtingskop omlaag. 8. Risico om gegrepen te worden, 5.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 Hoeveelheid Omschrijving Wiel 2 3 4 5 6 Gebruik Monteer de achterwielen. Borgmoer (1/2 inch) Kabelgeleider Bout (5/16 x 1/2 inch) Bout (1/4 x 1 inch) Flensmoer (5/16 inch) Plaat van achterkap Popnagel Moer (nr. 10) Bout (nr. 10 x 2 inch) Borgmoer (nr.
4 1 Achterwielen monteren 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: Wiel 2 3 G00XXXX Procedure Figuur 4 1. Verwijder de 8 wielmoeren waarmee de achterkant van de beluchter is bevestigd aan de verpakking. 2. Monteer het wiel op de naaf van het achterwiel (Figuur 3). 1. Handgreep 2. Vork 3. Borgmoer 4. Kabelgeleider 3. Bevestig de tapeinden aan de vork met 3 borgmoeren (1/2 inch) (Figuur 4) 1 4. Plaats de kabelgeleider rond de kabels. 5.
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. 7. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. Opmerking: Nadat de accu in gebruik is genomen, mag u deze indien nodig uitsluitend bijvullen met gedistilleerd water, hoewel dit in normale gebruiksomstandigheden bij onderhoudsvrije accu’s niet nodig is. 1 Figuur 5 1.
2 5 Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. 4 • Maak altijd eerst de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit. 1 11. Sluit en vergrendel het deksel van de accubehuizing.
1 5 Riemkap bevestigen (uitsluitend CE) Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Bout (1/4 x 1 inch) 1 Borgmoer (1/4 inch) Procedure Figuur 7 Als u deze machine gaat gebruiken in Europa, moet u de riemkap als volgt bevestigen om te voldoen aan de CE-voorschriften. 1. Achterkap Steek een bout (1/4 x 1 inch) door de handgreep van de riemkap en zet deze vast met een borgmoer (1/4 inch) (Figuur 9 en Figuur 10). 2 2 1 3 Figuur 8 1. Plaat van achterkap 2. Popnagel 3. Bout en moeren 1 Figuur 9 2.
Algemeen overzicht van de machine 2 3 1 1 2 Figuur 10 1. Handgreep van vergrendeling Figuur 11 2. Bout en moer 1. Werkrichting 2. Rechterkant 6 3. Linkerkant Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt. Tandhouders, beschermvingers en tanden monteren Geen onderdelen vereist Procedure Er is een breed scala tandhouders, beschermvingers en tanden verkrijgbaar voor de beluchter.
Contactschakelaar Hoe verder u de tractiehendel beweegt, des te sneller zal de machine rijden. De contactschakelaar (Figuur 13), waarmee u de motor start en afzet, heeft drie standen: Uit, Lopen en Start. Draai het sleuteltje rechtsom naar de stand Start om de startmotor in werking te stellen. Zodra de motor aanslaat, laat u het sleuteltje los dat automatisch naar de stand Aan beweegt. Om de motor af te zetten, draait u het sleuteltje linksom naar de stand Uit. Om te stoppen, laat u de tractiehendel los.
1 toont de teller het motortoerental in omwentelingen per minuut (tpm). 2 Na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens na elke 100 uur (bijv 150, 250, 350, etc.) verschijnt op het scherm de mededeling CHG OIL om u eraan te herinneren dat de olie moet worden ververst. Om de 100 bedrijfsuren verschijnt op het scherm de mededeling SVC om u eraan te herinneren dat u andere onderhoudswerkzaamheden moet uitvoeren op basis van een onderhoudsschema van 100, 200 of 500 bedrijfsuren.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen.
Gebruik van stabilizer/conditioner Gebruik van stabilizer/conditioner in de tractie-eenheid biedt de volgende voordelen: In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Houdt de benzine vers gedurende stalling van 90 dagen of minder.
Belangrijk: De ruimte in de tank geeft de benzine de kans om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet helemaal. 4. Draai de tankdop stevig vast. 5. Neem gemorste brandstof op. u bij met olie totdat het oliepeil de vol-markering "Full" op de peilstok bereikt. Niet te vol vullen. Belangrijk: Het carter nooit overvullen met olie. Hierdoor kan de motor beschadigd raken. Laat de motor nooit lopen als de olie lager staat dan de onderste markering, omdat de motor daardoor kan worden beschadigd. 6.
Eén flesje is voldoende voor 15–22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro dealer, onderdeelnr. 44-2500. 2 Belangrijk: Voor deze machine wordt een universele hydraulische vloeistof voor tractoren aanbevolen voor gebruik bij een normale omgevingstemperatuur van 0º C tot 35º C. De universele tractorvloeistof biedt een vergelijkbare werking, met mogelijk een klein verlies aan effectiviteit bij hoge omgevingstemperaturen in vergelijking met Type 46/68 vloeistoffen.
Motor afzetten 1. Zet de gashendel op Langzaam. 2. Laat de motor 60 seconden stationair draaien. 3. Draai het contactsleuteltje naar de stand Uit en haal het sleuteltje uit het contact. 4. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine transporteert of stalt. 1 2 G010029 Figuur 19 1. Peilstok Belangrijk: Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten voordat u de machine transporteert op een aanhanger of stalt omdat er brandstof uit de machine kan lekken.
Test de volgende zaken: • De motor mag uitsluitend aanslaan als de tractiehendel in de neutraalstand staat. • Als u de tractiehendel loslaat of in de neutraalstand zet, moet de beluchtingskop omhooggaan en ophouden met draaien. Als het veiligheidssysteem niet werkt zoals hierboven wordt beschreven, moet u het direct laten repareren door een erkende Service Dealer.
en 12 flensmoeren (Figuur 23). Draai de bevestigingselementen niet vast aan. #6 #5 #4 #3 #2 #1 Opmerking: De klemmen voor de beschermvingers en de flensmoeren zijn in de fabriek voor verzending vastgezet aan de beugels van de beschermvingers (Figuur 23). 2 1 2 G010040 Figuur 25 1. Tandenhouder nr. 5 1 2. Tandenhouder nr. 2 G010039 6. Controleer of de tanden zich in het midden van de openingen in de beschermvingers bevinden (Figuur 26).
Werkdiepte instellen 1 Om de werkdiepte van de beluchter in te stellen, gaat u als volgt te werk: 2 1. Kies het gewenste tanden voor uw toepassing. 2. Leg de tand op de sticker voor de werkdiepte (Figuur 27) met een uiteinde tegen de streep voor de gewenste werkdiepte (zie het tandensjabloon op de sticker). 1 2 2 Figuur 28 1. Lynchpen 2. Afstandsstukken en dieptepen 2. Plaats de afstandsstukken boven of onder de beugel om de gewenste werkdiepte te verkrijgen.
Machine met de hand duwen/trekken tractiesysteem niet in werking te stellen als het omloopventiel is geopend. Belangrijk: Sleep de beluchter nooit sneller dan 1,5 km/u, omdat dit schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken. 1. Stel de parkeerrem in werking, draai het sleuteltje naar de stand Uit en verwijder dit uit het contact. 2. Gebruik een sleutel van 5/8 inch en draai het omloopventiel 1 slag linksom.
Belangrijk: U mag de beluchter niet meer dan 30 meter of sneller dan 1,5 km per uur trekken/duwen omdat dit schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken. mogelijk. De aanhanger of de vrachtwagen moet zo horizontaal mogelijk staan. Rij de machine met de beluchtingskop eerst de hellingbaan op. Belangrijk: Probeer nooit de machine te keren als deze op de hellingbaan staat; u kunt de controle verliezen en de machine kan van de zijkant van de hellingbaan afrijden.
Gewichtsverplaatsing instellen De machine is zo ontworpen dat het gewicht van de tractie-eenheid wordt verplaatst naar de beluchtingskop, zodat de diepte van de gaten hetzelfde blijft, ongeacht de structuur van de bodem. Als de bodem echter zo hard is dat de tanden er niet volledig in kunnen binnendringen, is extra gewichtverplaatsing nodig. Om de neerwaartse druk van de veren voor de gewichtsverplaatsing te verhogen, gaat u als volgt te werk: 1 Figuur 33 1.
2 1 Figuur 37 1. Vierkante opening in beugel 1 2. Achterste slotbout Figuur 38 1. Standaard controlemodule 3. Houd de dopsleutel of onderbrekerstang vast om de spanning op de veerplaat op te heffen en verwijder de achterste slotbout. De module controleert inputs zoals beluchtingskop omlaag brengen, beluchtingskop omhoog brengen, vervoeren, beluchten en grond volgen. De module is verdeeld in inputs en outputs.
De sticker op de ACM bevat uitsluitend symbolen. Het output-vak bevat symbolen voor de LEDs van de drie outputs. Alle andere LEDs zijn inputs. Op de onderstaande tabel staan de symbolen. • Let altijd op wat er komen gaat in de werkrichting. Vermijd gebruik van de machine vlakbij gebouwen, hekken en overige apparatuur. • Kijk veelvuldig achterom om te controleren of de machine naar behoren werkt en de banen steeds netjes naast elkaar liggen.
tanden deze niet kunnen binnendringen. Als de tanden in contact komen met deze hardere ondergrond, bestaat de kans dat de beluchter omhoogkomt en de bovenkant van de instekingen wordt uitgerekt. Verminder de werkdiepte zodat de tanden niet meer in contact kunnen komen met de harde ondergrond. • Gebruik kleinere tanden • Verwijder een aantal tanden Deze schade wordt veroorzaakt door de opwaartse beweging van dichte tanden als deze uit de grasmat worden getrokken.
Opmerking: Deze instelling van de Roto-Link demper moet ongedaan worden gemaakt als u weer andere tanden of minitanden gaat gebruiken. Na gebruik Na gebruik moet u de machine schoonspoelen met een tuinslang zonder spuitmond, zodat de afdichtingen en lagers niet worden beschadigd of verontreinigd raken als gevolg van een te hoge waterdruk. Indien nodig kunt u een borstel gebruiken om aangekoekt materiaal te verwijderen. Gebruik een mild reinigingsmiddel om de kappen schoon te maken.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Riem van pomp afstellen. • Ververs de hydraulische vloeistof en de filters. • Controleer de torsie van de bevestigingen op de beluchtingskop Na de eerste 50 bedrijfsuren • Ververs de motorolie en vervang het filter. Bij elk gebruik of dagelijks • Motoroliepeil controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Brandstofpeil controleren Luchtfilter controleren. De motor op vuil controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken Als u werktuigen bevestigd, wielen verwisselt of onderhoudswerkzaamheden verricht, moet u de juiste blokken, takels en krikken gebruiken. Plaats de machine op een stevig, horizontaal oppervlak zoals een betonnen vloer. Voordat u de machine opkrikt, moet u werktuigen verwijderen die beletten dat de machine op een veilige en correcte wijze kan worden opgekrikt. Zorg altijd ervoor dat wielen zijn geblokkeerd of vastgezet.
Smering Opmerking: Als deze beschikbaar is, kan er een takel worden gebruikt om de achterzijde van de machine te heffen. Gebruik de ringen in de lagerbehuizing van de beluchtingskop om de takel te bevestigen (Figuur 42). De lagers van de beluchtingskop controleren Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Controleer de lagers van de beluchtingskop. Om de 500 bedrijfsuren—Inspecteer de lagers van de beluchtingskop en vervang deze indien nodig.
Onderhoud motor gevolg van overmatige hitte. Het verdient aanbeveling dit overtollige vet uit de pakkingen na de eerste 8 bedrijfsuren weg te vegen. Er zal altijd een vochtige plek rond de rand van de pakking verschijnen. Over het algemeen heeft dit geen nadelige gevolgen voor de levensduur van het lager, maar het zorgt ervoor dat de rand van de pakking gesmeerd blijft.
Reinigen van het schuimfilter 4. Plaats het luchtfilterdeksel en zet het vast met de knop (Figuur 43). Belangrijk: Vervang het schuimelement als het gescheurd of versleten is. 1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep. Veeg het als het schoon is grondig af. 2. Droog het element door het in een schone doek te wikkelen en uit te knijpen (niet uitwringen). 3. Giet 30 tot 60 ml olie op het filterelement (Figuur 44). 5. Sluit de motorkap.
14. Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de F (vol)-markering op de peilstok bereikt. 15. Plaats de vuldop terug. Onderhoud van de bougies Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de bougies. Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode correct is voordat u een bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougies en een voelermaat voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Belangrijk: Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de brandstofslang monteren. 1. Laat de motor afkoelen. 2. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 51). Figuur 50 1. Centrale elektrode met isolator 2. Massa-elektrode 3. Elektrodenafstand (niet op schaal weergegeven) 2 2.
Brandstof aftappen uit de brandstoftank Onderhoud elektrisch systeem Onderhoud van de accu In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Controleer het zuurpeil en reinig de accu. Om de 25 bedrijfsuren—Controleer de aansluitingen van de accukabels. • Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is.
de bovenkant na het reinigen af met water. Verwijder nooit de vuldoppen bij het reinigen. De accukabels moeten stevig op de accupolen zitten zodat ze goed contact maken. Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. 1 • Maak altijd eerst de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. Figuur 52 1.
Onderhoud aandrijfsysteem 6. Draai de borgmoer vast om de afstelling te borgen. 7. Zet de motor af. 8. Haal de kriksteunen weg en laat de machine neer op de grond. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand 9. Test de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt. De machine mag niet kruipen als u het tractiepedaal hebt losgelaten. Als de machine kruipt, is afstelling vereist. Bandenspanning controleren 1.
Onderhoud riemen Riem van pomp afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren 1. Ontgrendel en verwijder de riemkap (Figuur 55). Figuur 57 1. Bout van spanpoelie 2. Spanpoelie 4. Klop op de bovenkant van de spanpoelie en laat de spanveer de riemspanning afstellen. Opmerking: De riemspanning mag niet hoger zijn dan de spanveer toelaat omdat er anders schade aan de onderdelen kan ontstaan. 1 G010065 5. Zet de bout van de spanpoelie van de riem vast. Figuur 55 6.
Onderhoud bedieningsysteem 6. Draai de trekstang totdat de kogelschakelaar sluit of contact maakt. Het grondvolgsysteem terugstellen 8. Sluit de kogelschakelaar aan op de kabelboom. 7. Zet de linker en rechter contramoeren vast op de trekstang. 9. Verwijder de pen van de beugel van de beschermvingers en de buis voor de instelling van de werkdiepte.
Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen Onderhoud hydraulisch systeem Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren Belangrijk: Gebruik ter vervanging geen filters voor motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken. Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
Onderhoud van de beluchter 6. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet de motor af en controleer op lekkages. 7. Controleer nogmaals het peil als de vloeistof warm is. Vul indien nodig vloeistof bij totdat het peil de vol-markering op de peilstok bereikt. Niet te vol vullen.
1. Ontgrendel en verwijder de riemkap (Figuur 55). 2. Draai de 2 montagemoeren van het scherm van de pomp los en verwijder het scherm (Figuur 56). 3. Ga met de beluchter naar een open ruimte (bijvoorbeeld een proefperceel). Zet de hendel voor de insteekafstand op de gewenste afstand en belucht een baan van minstens 4,5 meter. 1 4. Meet de afstand tussen verschillende instekingen en deel deze door het gemeten aantal instekingen om de gemiddelde insteekafstand vast te stellen.
Stalling 1. Stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje naar de stand Uit. Maak de bougiekabel los van de bougie. Verwijder het sleuteltje. 2. Verwijder gras, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor en het hydraulische systeem. Verwijder vuil en kaf van de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 3. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie Onderhoud van het luchtfilter. 4.
zijn op de accu als u deze op de machine laat staan. Sla de accu op in een koele omgeving om te voorkomen dat deze snel ontlaadt. F. Voeg een stabilizer/conditioner op oliebasis toe aan de brandstof in de tank. Volg de mengvoorschriften van de fabrikant van de stabilizer op. Gebruik geen stabilizer op alcoholbasis (ethanol of methanol). G. H. I. J. K. 12. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service Dealer. 13.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Startmotor draait niet. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. Tractiehendel niet in neutraalstand. 1. Tractiehendel in de neutraalstand zetten. 2. De accu is leeg. 3. Elektrische aansluitingen gecorrodeerd of los. 4. Schakelaar voor neutraalstand verkeerd afgesteld. 5. Relais of schakelaar defect. 2. Accu opladen. 3. Controleren of elektrische aansluitingen goed contact maken. 4. Schakelaar voor neutraalstand afstellen. 5.
Probleem Beluchtingskop werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Het peil van de hydraulische vloeistof is te laag. 1. Hydraulische vloeistof bijvullen. 2. 3. 4. 5. De sleepklep staat open. Riem is versleten of beschadigd. Koppeling is versleten. Een van de relais of zekeringen is versleten. 6. Het hydraulische systeem is beschadigd. 2. 3. 4. 5. 1. De grond is te hard. 1. Raadpleeg Tips voor bediening en gebruik. 2. Instelling ontlastklep/verstopping in opening. 2.
Schema's G010075 Elektrisch schema (Rev.
G010076 Hydraulisch schema (Rev.
De TORO Algemene Garantiebepalingen voor Producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan aangesloten onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.