Form No. 3407-530 Rev D Workman® GTX elektrisch multifunctioneel werkvoertuig Modelnr.: 07131—Serienr.: 316000001 en hoger Modelnr.: 07131TC—Serienr.: 316000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Het netsnoer van dit product bevat lood, een stof waarvan bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen.
Inhoud De onderdelen van de stuurinrichting en ophanging controleren .................................. 40 Toespoor van voorwielen afstellen .................... 40 Het peil van de transaxlevloeistof controleren.................................................... 41 Transaxle-olie verversen .................................. 42 Onderhouden remmen ........................................ 42 De parkeerrem controleren............................... 42 Parkeerrem afstellen .....................................
Veiligheid Verantwoordelijkheden van de bedrijfsleiding Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent: Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
Bediening – Houd alle omstanders op een afstand. Voordat u achteruitrijdt, moet u achterom kijken om er zeker van te zijn dat er zich niemand achter de machine bevindt. Rij langzaam achteruit. • De bestuurder en de passagier moeten op de stoel blijven zitten als de machine in beweging is. De bestuurder moet indien mogelijk het stuurwiel met beide handen vasthouden en de passagier moet de aangebrachte handgrepen gebruiken. Houd uw armen en benen te allen tijde binnen de machine.
Gebruik op hellingen • Passagiers mogen alleen op de daarvoor bedoelde stoelen zitten. Laat passagiers niet plaatsnemen in de laadbak WAARSCHUWING • De bestuurder en de passagiers moeten op de Als u de machine op een helling gebruikt, bestaat de kans dat de machine omslaat of gaat rollen. Ook bestaat de kans dat de accu's leeglopen en de machine op een helling vaart verliest. Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan. • Gebruik de machine niet op extreem steile hellingen.
de machine tot stilstand moet brengen, mag u de snelheid niet te abrupt verminderen, omdat dan de kans bestaat dat de machine omslaat of gaat rollen. Trap niet te abrupt op het rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat de machine dan kan omslaan. WAARSCHUWING De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. – Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. – Let erop dat u geen materiaal op omstanders stort.
– Draag een goede veiligheidsbril, handschoenen en gezichtsbescherming. – U mag een beschadigde of bevroren accu nooit opladen. – Leun nooit over de accu's. – Haal om vonken te voorkomen altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u het snoer losmaakt van het oplaadcontact op de machine. – Voorkom dat u accudampen inademt. – Vul de accu's alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal131-8551 131-8551 decal99-7345 99-7345 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 3. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; houd alle beschermende delen op hun plaats.
decal131-8412 131-8412 1. Claxon 2. Vooruit 3. Neutraalstand 5. Uit 6. Aan 7. Inschakelen – 1) Ga op de bestuurdersstoel zitten; 2) Schakel de parkeerrem uit; 3) Draai de contactschakelaar naar de start-stand; 4) Trap het pedaal in. 4. Achteruit 8. Uitschakelen – 1) Laat het pedaal opkomen; 2) Stel de parkeerrem in werking; 3) Draai de contactschakelaar naar de stop-stand; 4) Neem het sleuteltje uit het contact. decal131-8411 131-8411 1. Koplamp – aan 3. De laadbak omhoog brengen. 2.
decal131-8527 131-8527 1. Prestatiemodus 2. Zuinige modus decal131-8414 131-8414 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 3. Kantelgevaar – Rijd langzaam hellingopwaarts of zijdelings tegen hellingen, neem bochten langzaam, rijd niet harder dan 26 km/uur, rijd langzaam als u een last trekt, rijd langzaam op oneffen terrein. 4. Risico op vallen, gevaar 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel Deksel Ring (½") 1 1 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend TC-modellen). 2 Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren.
2 3 Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren Handleiding lezen en video bekijken Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Gebruikershandleiding 1 Onderdelencatalogus 1 Veiligheidsinstructiemateriaal Controleer het waterpeil in de accu's voordat u de machine gebruikt; zie Het waterpeil van de accu's controleren (bladz. 35). 1 Registratiekaart 1 Inspectieformulier 1 Kwaliteitscertificaat 2. Controleer of de accu's opgeladen zijn; zie Accu's opladen (bladz. 34).
Algemeen overzicht van de machine g034154 Figuur 4 1. Sluiting van de motorkap 3. Laadbak 5. Acculader 2. Stuurwiel 4. Sleeplip 6. Hendel van laadbak g034544 Figuur 5 1. Handgreep voor passagier 3. Accessoirebevestiging achteraan laadbak 2. Parkeerremhendel 4.
Bedieningsorganen g034161 Figuur 6 1. Lichtschakelaar 2. Urenteller 7. Parkeerremhendel 8. Rempedaal 3. Accu-ontladingsindicator 9. Gaspedaal 4. Claxonknop (uitsluitend TC-modellen) 10. Usb-aansluitpunt 5. Schakelhendel 6. Contactschakelaar 11. Statusindicatorlicht Gaspedaal Rempedaal Gebruik het gaspedaal (Figuur 6) om de rijsnelheid van de machine te veranderen. Als u het gaspedaal intrapt, start u de machine. Als u het pedaal verder intrapt, verhoogt u de rijsnelheid.
Parkeerremhendel Richtingschakelaar De parkeerremhendel bevindt zich op het bedieningspaneel (Figuur 6). De richtingschakelaar bevindt zich links van de parkeerremhendel. De parkeerremhendel heeft 3 standen: VOORUIT, ACHTERUIT en NEUTRAAL (Figuur 6). Als u de machine uitschakelt, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt. Als u de machine op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen.
Statusindicatorlicht Belangrijk: Wanneer u het usb-aansluitpunt niet gebruikt, breng dan de rubberen plug aan om te voorkomen dat het aansluitpunt beschadigd raakt. Het statusindicatorlicht bevindt zich rechts van de parkeerremhendel op het bedieningspaneel (Figuur 6). Contactschakelaar Als de machine is aangezet, zal het groene statusindicatorlicht blijven branden of knipperen. De contactschakelaar (Figuur 6) dient om de machine te laten lopen en af te zetten, en heeft 2 standen: AAN en UIT.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING Als de laadbak tijdens het rijden omhoogstaat, bestaat de kans dat de machine gemakkelijker omslaat of gaat rollen. De laadbak kan beschadigd raken als deze tijdens het gebruik van de machine omhoogstaat. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop • Gebruik de machine uitsluitend als de laadbak is neergelaten.
De achterlaadklep openen 1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is. 2. Breng de achterlaadklep met beide handen omhoog; gebruik de nok bovenaan de achterlaadklep (Figuur 13). 3. Laat de achterlaadklep zakken tot deze gelijk komt met de onderkant van de laadbak (Figuur 13). g034021 Figuur 12 1. Borgsleuf onderhoudsstand 2. Steunstang 3. Borgsleuf stortstand De laadbak omhoog brengen in de onderhoudsstand 1.
g034545 Figuur 15 g034023 Figuur 14 3. 2. T-hendel 1. Ontvanger 1. Beweeg de achterlaadklep 3. Hengsels enkele keren heen en weer. 2. Draai de achterlaadklep ongeveer in de 45°-stand. 2. Breng uw accessoire tot helemaal aan het einde aan in de ontvanger (Figuur 15). 3. Zet de T-hendel vast door deze linksom te draaien (Figuur 16). Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 14).
Werking en gebruik van het accusysteem • Controleer het peil van de transaxlevloeistof; zie Het peil van de transaxlevloeistof controleren (bladz. 41). • Controleer of het rempedaal werkt. Werking van een semitractieaccu • Controleer of de verlichting werkt. De machine bevat 8 loodzwavelzuur semitractieaccu's die zorgen voor de voeding van de motor en de accessoires. Een semitractieaccu verschilt van een accu die wordt gebruikt in een auto.
Na de inrijperiode heeft de accu gedurende vele cycli een hoog vermogen. Het aantal cycli waarin een accu goede prestaties zal leveren, is afhankelijk van de volgende zaken: • Onderhoud van de accu – verkeerd onderhoud bekort de levensduur van een accu aanzienlijk. • Diepte van de ontlading tussen laadcycli – hoe dieper een accu op regelmatige basis wordt ontladen tussen de laadcycli, des te korter is de levensduur van de accu. • Laadfrequentie – laad de accu's wanneer mogelijk volledig op.
Belangrijk: Als er slechts 2 streepjes resteren op de accu-ontladingsindicator kan de machine overschakelen op een 'verlaagde snelheid'-modus; in deze modus worden de accu's beschermd, maar langdurig gebruik in deze modus kan schade toebrengen aan de accu's en/of de machine. Om dit te voorkomen, dient u te vermijden dat u de accu's ontlaadt tot er slechts 2 streepjes zichtbaar zijn. Laad de accu's onmiddellijk op. Als de accu's geheel ontladen raken schakelt de machine uit.
minder tractie, wat ertoe kan leiden dat de machine onbestuurbaar wordt of omkantelt. • Wees extra voorzichtig als u erg omvangrijke ladingen transporteert in de laadbak, in het bijzonder als u het gewicht van de lading niet centraal in de laadbak kunt plaatsen. • Maak indien mogelijk de lading vast aan de laadbak zodat de lading niet gaat schuiven.
1. Schakel de machine uit en haal het sleuteltje uit het contact. Belangrijk: Als u de machine sleept met het contactsleuteltje in de stand AAN, kan dat schade toebrengen aan het elektrische systeem. 2. Bevestig een sleepkabel aan de lip op de voorzijde van het machineframe (Figuur 20). 3. Zet de parkeerrem vrij. Een aanhangwagen trekken De machine kan een aanhangwagen trekken. Als u een lading vervoert of een aanhangwagen trekt, mag u de machine of de aanhangwagen niet te zwaar beladen.
Onderhoud Opmerking: Download het elektrisch schema gratis op www.Toro.com. U kunt uw machine zoeken via de link 'Handleidingen'. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 100 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsprocedure • Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine in acht. • Controles uitvoeren vóór het gebruik.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Het waterpeil van de accu's controleren. Het transaxlevloeistofpeil controleren. Remvloeistofpeil controleren. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Bandenspanning controleren.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine omhoog brengen GEVAAR Een opgekrikte machine kan wankel staan. Het voertuig kan afglijden van de krik, waardoor iemand die zich onder het voertuig bevindt, letsel kan oplopen. Onderhoud van de machine in bijzondere omstandigheden • Start de motor niet als de machine is opgekrikt. Als de machine wordt gebruikt in de hieronder genoemde omstandigheden, moeten de onderhoudswerkzaamheden twee keer zo vaak worden uitgevoerd.
De stoel verwijderen Duw de stoel naar voren en til hem op tot de bevestigingsbeugels loskomen van het paneel van de stoelbasis (Figuur 25). g034407 Figuur 23 1. Hefpunten achteraan De motorkap openen De motorkap omhoogtillen 1. g034117 Til de handgreep van de rubberen grendels aan weerszijden van de motorkap op (Figuur 24). Figuur 25 1. Paneel van stoelbasis 3. Bevestigingsbeugels 2.
De lagers in de voorwielen smeren Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Lagers en lagerbussen smeren. Smeer vaker als de machine in zware omstandigheden wordt gebruikt. Specificatie smeermiddel: Mobilgrease XHP™-222 De naaf en rotor verwijderen Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis 1.
4. De lagers in de wielen smeren Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 31). 1. Verwijder het buitenste lager en de loopring van het lager van de naaf (Figuur 33). g192346 Figuur 31 1. Borgpen 4. Asmoer 2. As 5. Moerzekering 3. Borgplaatje 6. Stofkap g033050 Figuur 33 5. Verwijder de borgpen en de moerzekering van de as en de asmoer (Figuur 31). 6. Verwijder de asmoer van de as, en verwijder de naaf en de rotor van de as (Figuur 31 en Figuur 32). 1. Afdichting 4.
De naaf en rotor monteren 1. Breng een laagje van het aanbevolen smeermiddel aan op de as (Figuur 34). g192345 Figuur 35 g192344 1. Borgpen Figuur 34 1. Moerzekering 4. Buitenste lager 2. Asmoer 5. Naaf, rotor, binnenste lager, loopring en afdichting 3. Borgplaatje 2. Moerzekering 9. 6. As 2. Monteer de naaf en de rotor op de as met de rotor aan de binnenkant (Figuur 34). 3. Monteer het buitenste lager op de as en plaats het lager in de buitenste loopring (Figuur 34). 4.
Accu's reinigen Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren 1. Zorg ervoor dat alle vuldoppen vastzitten. 2. Veeg de accu's schoon met een tissue. 3. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout. Reinig ook de accuklemmen en kabelklemmen met een speciaal schoonmaakmiddel.
6. bijvult voordat deze volledig opgeladen is, kan het accuzuur overstromen en uit de ontluchting lekken. 3. Maak de oplader los van de machine. Raadpleeg de volgende tabel en Figuur 36 om de betekenis te achterhalen van de diverse kleuren van het laadstatuslicht. Sluit een laadsnoer van minstens 1,6 mm dik (16 gauge) en met een lengte van 2,5 m of minder aan op het oplaadcontact van de machine (Figuur 36).
g034218 Figuur 37 1. Oogje van accu 4. Als de oogjes wit zijn, moet u de accu bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water; zie De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water (bladz. 36). g034255 Figuur 38 1. Watervulopening 3. Waterhandpomp 2. Aansluiting handpomp De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water 5.
5. Spuit Toro beschermspray op de accupolen. 6. Zorg ervoor dat de rubberen stopkapjes op alle accukabels goed zijn bevestigd op de accupolen. 7. Steek het sleuteltje in de contactschakelaar en draai het naar de stand AAN. 8. Breng de laadbak naar beneden, draai het sleuteltje van de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. Opslag van de accu's Laad de accu's volledig op voordat u de machine stalt.
3. Maak de elektrische aansluiting voor de kabelboom los van de lampaansluiting aan de achterkant van de behuizing van de koplamp (Figuur 41). g035852 Figuur 41 g036964 1. Behuizing van koplamp Figuur 40 3. Elektrische kabelboomaansluiting 2. Lamp 1. Zekeringhouder Onderhoud van de koplampen 4. Draai de lamp een kwartslag linksom en duw ze naar achteren, uit de behuizing van de koplamp (Figuur 41). 5.
3. g035853 Figuur 42 1. Snelklem 4. Koplamp 2. Opening in de bumper 5. Lamp 3. Stelschroef 6. Elektrische kabelboomaansluiting 4. Verwijder de snelklemmen waarmee de koplamp aan de koplampbeugel is bevestigd (Figuur 42). Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor de montage van de nieuwe koplamp. 5. Verwijder de koplamp door deze naar voren door de opening in de voorbumper te trekken (Figuur 42). 6. Monteer de nieuwe koplamp via de opening in de bumper (Figuur 42).
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de banden Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de staat van de banden en velgen. Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren aan. 1. Inspecteer de banden en velgen op tekenen van slijtage en beschadiging. g313577 Figuur 43 Opmerking: Ongelukken tijdens 2. 2. 13 mm van het midden van het stuurwiel 1.
• Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de bedrijfsstand aannemen. Meet het toespoor met de wielen recht vooruit. • Stel de rijhoogte af op de gewenste stand; voer de volgende procedure uit: 1. Met Toro gereedschap nr. 6010 draait u de kraag van de schokbreker om de lengte van de veer te veranderen (Figuur 45). g034329 Figuur 47 1. Spoorstang 2. Contramoer 5.
4. Onderhouden remmen Plaats de vulplug terug en draai deze vast met een torsie van 20 tot 27 N·m. De parkeerrem controleren Transaxle-olie verversen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Stel de parkeerrem in werking door de parkeerremhendel naar u toe te trekken tot u weerstand voelt. 2.
Opmerking: Als u de parkeerrem niet op de vereiste spanning kunt brengen, zijn de remblokken misschien versleten en zijn ze aan vervanging toe. Vraag uw erkende Toro servicedealer om hulp. Remvloeistofpeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer het remvloeistofpeil voordat de motor de eerste keer wordt gebruikt. g002136 Figuur 51 1. Reservoir voor remvloeistof 2. Minimum-streep Remvloeistoftype: DOT 3 1.
Onderhoud van het chassis Vraag uw erkende Toro servicedealer om de serviceen parkeerremblokken te controleren en mogelijk te vervangen. Remvloeistof verversen Vergrendelingen van de laadbak instellen Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Neem contact op met uw erkende Toro servicedealer. Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak op en neer tijdens het rijden.
Reiniging Stalling 1. De machine schoonmaken Was de machine indien nodig. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt een doek gebruiken om de machine schoon te maken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. 2. Belangrijk: Gebruik geen hogedrukreiniger om het voertuig te wassen. Daardoor kan het elektrische systeem worden beschadigd, belangrijke stickers losraken of noodzakelijk vet op wrijvingspunten worden weggespoeld.
op. De accu's lopen na verloop van tijd automatisch leeg, waardoor zelfs nieuwe accu's onbruikbaar kunnen worden. 3. Als de accu's volledig opgeladen zijn, vult u de accu's bij met gedistilleerd of gedeïoniseerd water voordat u de machine stalt; zie De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water (bladz. 36).
Problemen, oorzaak en remedie Knippercode statuslampje machine Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Het statuslampje van de machine brandt ononderbroken. 1. Het systeem werkt naar behoren. 1. Geen Het statuslampje van de machine heeft 1 keer geknipperd. 1. Er is een configuratiefout in de regelaar. 1. Neem contact op met uw erkende Toro servicedealer. Het statuslampje van de machine heeft 2 keer geknipperd. 1. De parkeerrem is ingeschakeld terwijl de machine in VOORUIT of ACHTERUIT staat. 1.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. Er heeft zich een fout voorgedaan in de motor-encoder. 1. De bedrading van de motor-encoder (snelheidssensor) controleren. 2. Het maximale toerental werd overschreden. 2. Draai de contactschakelaar naar UIT, wacht een paar seconden en draai de contactschakelaar op AAN, en controleer of de machine normaal werkt. Het statuslampje van de machine heeft 12 keer geknipperd. 1. Er heeft zich een configuratiefout voorgedaan in de regelaar. 1.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw garantieclaim te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie mee te delen, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.