Form No. 3352–619 Rev A Pro Sweep 5200 Modelnr. 07065 – Serienr.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verantwoordelijkheden van de bedrijfsleiding . . . Voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tijdens het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij het leegstorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voor het gebruik In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel van u en anderen te voorkomen. De termen Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig duiden de mate van het risico aan. Ga als regel altijd voorzichtig te werk. • Voordat u de machine start, moet u ervoor zorgen dat u de instructies in de Bedieningshandleiding en op de machine hebt gelezen, begrepen en uitgevoerd.
Tijdens het gebruik • Let goed op als u de machine gebruikt. Als de machine niet veilig wordt gebruikt, kan dit leiden tot een ongeluk, omkiepen van de machine en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel. Rij voorzichtig. U kunt op de volgende manieren voorkomen dat de machine omkiept of dat u de controle over de machine verliest: • Draaiende onderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houd handen en voeten uit de buurt van de veegrol als de machine in gebruik is.
Bij het leegstorten • Zorg ervoor dat alle aansluitstukken van de hydraulische leidingen vastzitten en alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem. • Bij het storten van vuil bestaat kans op ernstig lichamelijk letsel. Blijf uit de buurt van de hopper als de machine achteruitrijdt of de hopper wordt leeggestort.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 108-0868 1. Waarschuwing – Houd handen en voeten uit de buurt van de veegborstel. 2. Machine kan kantelen – Gebruik de pluggenruimer niet in opgeheven positie op hellingen van meer dan 5 graden. 108-0866 1.
93-9852 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Ledematen kunnen bekneld raken – Monteer de vergrendeling van de cilinder. 108-0860 1. Pluggenruimer neerlaten 2. Pluggenruimer opheffen 3. Veegborstel 4. Inschakelen 5. Uitschakelen 6. Optionele schakelaar 7. Pluggenruimer in bedrijfstand zetten 8. Pluggenruimer in transportstand zetten 108-0862 1.
108-0873 1. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 108-0865 1. Waarschuwing – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine als de hopper wordt leeggestort. 108-0861 1. 2. 3. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; alle bestuurders moeten instructie hebben ontvangen voordat zij de machine bedienen. Ledematen kunnen bekneld raken/afgesneden worden – Neem geen passagiers mee.
Specificaties Algemene specificaties Kenmerken Symmetrische hopper van kunststof, tussen de uitstekende wielen geplaatst. Grote “flotation” wielen, optimaal geplaatst om het maximaal toelaatbare totaalgewicht “gelijkmatig” te verdelen bij het opruimen van pluggen. Positief koppelgewicht via draaipunt op tussenframe.
Afmetingen en gewicht (ongeveer) Optionele apparatuur Breedte 2,2 m Hoogte 2m Storthoogte Lengte Leeggewicht Maximaal Toelaatbaar Totaalgewicht van Voertuig 1,7 m Kit voor excentrische plaatsing van koppeling Pluggenschuif Modelnr. 07087 Rem-set Modelnr. 07086 Krik voor aanhanger Hopper neergelaten – 1,7 m Hopper opgeheven – 2,3–2,5 m Bevestigingsplaat voor verbindingsstuk van bedieningskast (2003 of oudere Workman).
Losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden voltooid. Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Trekhaakkoppeling Koppelingspen Tapbout, 3/8–16 x 1–1/4 inch Moer, 3/8–16 1 1 1 1 Montage op pluggenruimer. Lip van actuator Arm van actuator Tapbout, 1/2–13 x 2–3/4 inch Platte ring, 0,531 x 0,063 Moer, 1/2–13 Pen van spanpoelie 1 1 3 6 3 1 Montage op de pluggenruimer en de koppeling.
Assemblage Trekhaakkoppeling monteren 1. Steek het achterste uiteinde van de trekhaakkoppeling tussen de bevestigingsplaatjes op de pluggenruimer en zorg hierbij ervoor dat de montageopeningen in een lijn staan (Fig. 2). Speciale instructies voor Workman en andere trekvoertuigen (tractoren): Opmerking: De slanggeleiders moeten zich boven op de trekhaakkoppeling bevinden.
Arm van actuator monteren 3. Bevestig de arm van de actuator aan de voorste lip van de actuator met een koppelingspen (Fig. 4). 1. Monteer de achterste lip van de actuator op het frame van de pluggenruimer met (2) 1/2–13 x 2–3/4 inch tapbouten, (4) 0,531 x 0,063 platte ringen en een 1/2–13 borgmoer. Plaats de onderdelen zoals wordt getoond in Figuur 3. 4.
Kabelboom monteren 4. Monteer (2) J-clips op de transmissie met een 8 mm x 2 schroef (Fig. 5). 1. Leid de ringcontacten van de kabelboom naar de accu van het trekvoertuig (Fig. 5 & 7). 3 1 5. Leid de kabelboom door de linker J-clip zoals wordt getoond in Figuur 5. 6. Leid de kabelboom naar de achterkant van de machine zoals wordt getoond in Figuur 6. 3 2 Figuur 5 1. Kabelboom 2. J-clip (2) 1 3. Kabelbevestigingen Opmerking: Houd de kabelboom uit de buurt van hete of bewegende onderdelen.
Pluggenruimer koppelen aan trekvoertuig Bedieningskast monteren op de Workman Om pluggen en vuil goed op te ruimen, moet het frame van de pluggenruimer evenwijdig met de grond zijn. 1. Monteer de ontvanger op het dashboard van de Workman met (4) 5/16–18 x 1 inch tapbouten en moeren. Plaats de onderdelen zoals wordt getoond in Figuur 9. 1. Plaats de machine op een vlak, horizontaal oppervlak. 2. Rij het trekvoertuig achterwaarts naar de pluggenruimer. 3.
Bedieningskast monteren op de pluggenruimer Hydraulische slangen en kabelboom leiden en bevestigen 1. Monteer de ontvanger op de beugel van het frame van de pluggenruimer met (2) 3/8–16 x 1/2 inch tapbouten, (4) ringen en (2) moeren. Plaats de onderdelen zoals wordt getoond in Figuur 10. 1. Leid de hydraulische slangen en de kabelboom door de slanggeleiders naar de voorkant van de trekhaakkoppeling (Fig. 11). 2.
3. Leid de kabelboom van de bedieningskast door de J-clips zoals wordt getoond in Figuren 16 en 17. 1 Achteraanzicht Figuur 13 1. Kabelklemband (2) Montage van de kabelboom van de bedieningskast Figuur 16 1. Verwijder de voorste en achterste schroeven waarmee de rechterkant van de dashboardplaat is bevestigd aan het middelste bedieningspaneel van de Workman (Fig. 14). 2 2 1 Figuur 17 Figuur 14 1. Dashboard 2. Bevestigingsschroeven 4. Leid de kabelboom achter de passagiersstoel (Fig. 18). 2.
8. Monteer een J-clip op de framerail van het voertuig met een 3/8–16 x 3/4 inch tapbout zoals wordt getoond in Figuur 21. Leid de kabelboom door de J-clip zoals wordt getoond in Figuur 21. 5. Leid de kabelboom tussen de rolbeugel en het achterpaneel (Fig. 19). 1 Figuur 19 Figuur 21 6. Monteer een J-clip op de dwarsbalk van het frame van het voertuig met een 3/8–16 x 3/4 inch tapbout zoals wordt getoond in Figuur 20. Leid de kabelboom door de J-clip zoals wordt getoond in Figuur 20. 1. J-clip 9.
Hydraulische slangen aansluiten 10. Leid de kabelboom door de rechter J-clip zoals wordt getoond in Figuur 23. Sluit de hydraulische slangen van de pluggenruimer aan op de snelkoppelingen van het trekvoertuig (Fig. 25). 1 2 1 2 1 2 Figuur 23 1. J-clip 2. Kabelboom Figuur 25 1. Hydraulische slangen 11. Leid de kabelboom naar de achterkant van de machine zoals wordt getoond in Figuur 24. 2.
Vóór het gebruik Borstelhoogte instellen De pluggenruimer moet zodanig worden ingesteld dat de punten van de borstel het oppervlak licht raken zonder dat zij de grasmat binnendringen. Als de uiteinden van de borstel de grasmat binnendringen, bestaat de kans dat pluggen en vuil niet goed worden opgeruimd. Raadpleeg onderstaande tabellen voor de aanbevolen instellingen van de pluggenruimer.
Hoogte van de voorflap instellen 1. Plaats de pluggenruimer op een vlak, horizontaal oppervlak. 2. Hef de hopper op en plaats de hopperbeveiliging. Zie Hopperbeveiliging gebruiken. Om vuil en afval zo goed mogelijk op te vegen, moet de voorflap (Fig. 29) zodanig worden ingesteld dat de afstand tussen de onderkant van de flap en de grond 6 tot 12 mm bedraagt.
Kennismaking met uw bedieningsmechanisme Bandenspanning controleren Controleer elke dag of de banden de juiste spanning hebben. De juiste bandenspanning is 86 kPa (12–1/2 psi) (maximaal 124 kPa (18 psi)). Opmerking: Het ventiel bevindt zich aan de achterkant van de velg. Bedieningskast Torsie van wielmoeren controleren Zet de hefschakelaar (Fig. 32) omhoog om de hopper neer te laten. Zet de hefschakelaar omlaag om de hopper op te heffen.
Gebruiksaanwijzing 4. Bevestig de koppelingspen waarmee de arm van de actuator is vastgezet aan de voorste lip van de actuator (Fig. 33). Waarschuwing 5. Beweeg de pluggenruimer achterwaarts in de transportstand wanneer u klaar bent met vegen. DRAAIENDE ONDERDELEN KUNNEN ERNSTIG LETSEL VEROORZAKEN Hopperbeveiliging gebruiken • Houd handen en voeten uit de buurt van de veegrol als de machine in gebruik is.
Tips voor bediening en gebruik 3. Steek de hopperbeveiliging op de cilinderstang, waarbij u ervoor moet zorgen dat het uiteinde van de hopperbeveiliging tegen de cilinderbus en het uiteinde van de cilinderstang rust (Fig. 36). Bevestig de hopperbeveiliging aan de cilinderstang met de borgpen en de pen. • Voordat u gaat vegen, moet u het terrein inspecteren om vast te stellen in welke richting u het beste kunt vegen.
De hopper leegstorten Controle en reiniging na gebruik Gevaar • Na het vegen moet de machine grondig worden gereinigd en gewassen. Laat de hopper drogen aan de lucht. Na de reiniging verdient het aanbeveling de machine te controleren op mogelijke schade aan de mechanische onderdelen. Dit biedt de garantie dat de machine naar tevredenheid zal werken als u deze de volgende keer gebruikt.
Smering Nippels en lagers smeren De pluggenruimer is voorzien van negen smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met Nr. 2 Smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren of direct na een wasbeurt smeren. De lagers en de lagerbussen moeten elke dag worden gesmeerd als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 10 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. Om de 25 bedrijfsuren • Omgeving van aandrijving van veegrol reinigen. Om de 50 bedrijfsuren • Vet in alle smeernippels spuiten. Om de 100 bedrijfsuren • Conditie van de banden controleren. • Borstel vervangen. Om de 200 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. • Voorflap vervangen.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Ma. Gecontroleerde item Werking veiligheidssysteem controleren. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Bandenspanning controleren. Hydraulische slangen en leidingen op schade controleren. Controleren op lekkages. Controleren of de bediening werkt. Hopper controleren. Aangekoekt materiaal van borstel verwijderen. Afslijting van borstel controleren.
Storingen, oorzaak en remedie Gebruik Pluggenruimer gg ruimt niet op p Buitensporige trillingen Mogelijke oorzaken Remedie 1. Borstel is beschadigd. 1. Borstel vervangen. 2. Borstel kan te hoog zijn geplaatst. 2. Hoogte van de borstel veranderen. Zie Borstelhoogte instellen. 3. Voorflap kan te hoog of te laag zijn geplaatst. 3. Hoogte van voorflap veranderen Zie Instelling voorflap. 1. Lagers van de as van de borstel controleren. Als deze buitengewoon heet zijn, zijn zij waarschijnlijk beschadigd.
Elektrisch schema 30
Hydraulisch schema 31