Form No. 3432-224 Rev C Workman® GTX elektrisch terreinvoertuig met verlengd chassis Modelnr.: 07043EX—Serienr.: 403446001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
(indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Het netsnoer van dit product bevat lood, een stof waarvan bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken.
Inhoud Zekeringen vervangen...................................... 36 Onderhoud van de koplampen.......................... 36 Onderhoud aandrijfsysteem ................................ 38 Onderhoud van de banden ............................... 38 De onderdelen van de stuurinrichting en ophanging controleren .................................. 38 De uitlijning van de voorwielen afstellen ............ 38 Het peil van de transaxlevloeistof controleren....................................................
Veiligheid Deze machine werd ontworpen in overeenstemming met de vereisten van SAE J2258 (nov 2016). Algemene veiligheid Dit product kan lichamelijk letsel veroorzaken. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. • Lees de Gebruikershandleiding en verzeker dat u deze begrijpt voordat u de machine start. Zorg dat alle gebruikers van dit product weten hoe ze het dienen te gebruiken en dat ze de waarschuwingen begrijpen. • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal99-7345 99-7345 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 3. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 4.
decal131-8495 131-8495 decal131-8414 131-8414 3. Kantelgevaar – Rijd langzaam hellingopwaarts of zijdelings tegen hellingen, neem bochten langzaam, rijd niet harder dan 26 km/uur, rijd langzaam als u een last trekt, rijd langzaam op oneffen terrein. 4. Risico op vallen, gevaar 2. Waarschuwing – Zorg voor het afsnijden van ervoor dat u terdege ledematen – vervoer geen opgeleid bent voor gebruik passagiers in de laadbak, van de machine alvorens ermee te werken.
200 LBS 91 KG 1500 LBS 680 KG 137-9984 decal137-9984 137-9984 1. Overschrijd het koppelgewicht van 91 kg niet. 2. Vervoer geen lading die zwaarder is dan 680 kg. decal131-8527 131-8527 1. Prestatiemodus 2. Ecomodus decal138-3525 138-3525 1. Lamp – Aan 3. De laadbak omhoogbrengen. 2. Lamp – Uit 4. De laadbak neerlaten. decal139-3338 139-3338 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 5. Elektrisch (10 A) 2. Claxon (30 A) 6. Koplampen (10 A) 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel Stuurwieldop Ring (½") Stofkap 1 1 1 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend internationale modellen). 2 Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren. 3 Geen onderdelen vereist – De remmen gebruiksklaar maken (inrijden).
2 4 Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren De handleiding lezen en de documentatie in verband met de uitrusting van de machine bekijken Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure 1 Gebruikershandleiding 1 Gebruikershandleiding van de motor 1 Registratiekaart Controleer of de accu's opgeladen zijn; zie Accu's opladen (bladz. 33). 1 Inspectieformulier 1 Kwaliteitscertificaat 3.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de machine start en gebruikt. Schakelbord g034161 Figuur 4 1. Lichtschakelaar 2. Urenteller 7. Parkeerremhendel 8. Rempedaal 3. Accu-ontladingsindicator 9. Gaspedaal 4. Claxonknop (uitsluitend internationale modellen) 10. Usb-aansluitpunt 5. Schakelhendel 6. Contactschakelaar 11.
Parkeerremhendel Richtingschakelaar De parkeerremhendel bevindt zich op het bedieningspaneel (Figuur 4). De richtingschakelaar bevindt zich links van de parkeerremhendel. De parkeerremhendel heeft 3 standen: VOORUIT, ACHTERUIT en NEUTRAAL (Figuur 4). Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt. Als u de machine op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen.
Belangrijk: Wanneer u het USB-aansluitpunt niet gebruikt, breng dan de rubberen plug aan om te voorkomen dat het aansluitpunt beschadigd raakt. Als het licht blijft branden, is de machine klaar voor normaal gebruik. Als het licht knippert, is er een probleem dat opgelost dient te worden voordat u de machine normaal kunt gebruiken. Contactschakelaar Als het statusindicatorlicht 2 keer knippert, is de parkeerrem ingeschakeld terwijl de richtingschakelaar in VOORUIT of ACHTERUIT staat.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Aanbevolen bandenspanning voor- en achteraan: 1,65 tot 2,07 bar Voor gebruik Belangrijk: De maximale bandenspanning op de wang van de band niet overschrijden. Opmerking: De vereiste bandenspanning is afhankelijk van het gewicht dat u van plan bent te transporteren. 1. Controleer de bandenspanning. • Gebruik een lagere bandenspanning voor lichtere ladingen, voor minder bodemcompactie, voor een soepeler rijgedrag en voor minder bandensporen op de grond.
Als de accu's volledig opgeladen zijn, vult u de accu's bij met gedistilleerd of gedeïoniseerd water; zie Het waterpeil van de accu's controleren (bladz. 34) en De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water (bladz. 34). semitractieaccu ontlaadt gewoonlijk tot 20-30% van de maximale laadtoestand. Een dergelijke ontlading wordt beschouwd als een diepe ontlading. Belangrijk: Herhaaldelijk diep ontladen verkort de levensduur van de accu.
• Tijdens de eerste uren van de inrijperiode van • • een nieuwe machine moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden). Zie het hoofdstuk Onderhoud (bladz. 24) voor bijzondere controles op rustige momenten. Controleer de stand van de voorwielophanging en stel af indien nodig. Tijdens gebruik Veiligheid tijdens het werk g192309 Figuur 12 Algemene veiligheid 1.
• Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel schuiven waardoor de machine haar stabiliteit verliest. verlaat: • Voordat u de machine start: verzeker dat – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. de transmissie in de neutraalstand staat, de parkeerrem ingeschakeld is, en u op de bestuurdersstoel zit. – Stel de parkeerrem in werking. – Laat de laadbak neer. • U en uw passagiers moeten blijven zitten wanneer – Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje. de machine rijdt.
De laadbak gebruiken • Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en geleidelijk uit. Verander niet plots de snelheid of rijrichting van de machine. De laadbak omhoog brengen in de stortstand • Gebruik de machine niet op een nat terrein. Wielen kunnen grip verliezen. De machine kan omrollen voordat de wielen grip verliezen. WAARSCHUWING • Rij hellingen in een rechte lijn op en af. Een opgehaalde laadbak kan vallen en letsel toebrengen aan personen die eronder aan het werk zijn.
1. Til de laadbak licht omhoog door de grendelhandgreep omhoog te brengen (Figuur 13). 2. Neem de steunstang uit de palopening (Figuur 14). 3. Laat de bak neer tot hij stevig vergrendeld is. De achterlaadklep openen g034019 1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is. 2. Breng de achterlaadklep met beide handen omhoog; gebruik de nok bovenaan de achterlaadklep (Figuur 15). 3. Laat de achterlaadklep zakken tot deze gelijk komt met de onderkant van de laadbak (Figuur 15). Figuur 13 1.
g034545 Figuur 17 g034023 Figuur 16 1. Ontvanger 1. Beweeg de achterlaadklep 3. Hengsels enkele keren heen en weer. 2. Draai de achterlaadklep ongeveer in de 45°-stand. 3. Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 16). 2. 'T'-hendel 2. Breng uw accessoire aan in de houder en zorg dat de gaten overeenkomen (Figuur 17). 3. Bevestig het gemonteerde accessoire aan de bevestigingsbuis met de gaffelpen en de haarspeldveer. 4.
De laadbak laden Materiaal Neem de volgende richtlijnen in acht bij het laden van de laadbak en het gebruik van de machine: • Hou rekening met het laadvermogen van de machine en beperk het gewicht van de lading die u in de laadbak transporteert volgens de specificaties in Specificaties (bladz. 13) en op het label met het toelaatbare totaalgewicht van de machine.
• Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen. • Maak de machine stevig vast. Zie Figuur 19 en Figuur 20 voor de plaats van de bevestigingspunten van de machine. Opmerking: Laad de machine op de aanhangwagen met de voorzijde van de machine naar voren gericht. Als dat niet mogelijk is, bevestig dan de motorkap met een riem aan het frame of verwijder de motorkap zodat deze er niet af kan waaien tijden het transport.
beladen. Een te zware lading van de machine of de aanhanger kan leiden tot slechte prestaties of beschadiging van de remmen, as, motor, transaxle, stuurinrichting, ophanging, carrosserie of banden. Zorg er altijd voor dat 60% van het gewicht van de lading zich in het voorste deel van de aanhangwagen bevindt. Hierdoor komt ongeveer 10% van het totale gewicht van de aanhangwagen op de trekhaak van de machine.
Onderhoud Veiligheid bij onderhoud • Indien mogelijk moet u geen onderhoud uitvoeren bij ingeschakelde machine. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • Laat personeel dat niet bekend is met de instructies nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. • Als de machine ingeschakeld moet zijn om een instelling te maken moet u uw handen en voeten, kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen houden. Hou omstanders uit de buurt van de machine.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 100 bedrijfsuren • • • • • • • • Lagers en lagerbussen smeren. Controleer de staat van de banden en velgen. Draai de wielmoeren aan. De stuurinrichting en ophanging op losse of beschadigde onderdelen controleren. De vlucht en het toespoor van de voorwielen controleren. Het peil van de transaxlevloeistof controleren. Controleer de transaxle op lekken. De remmen controleren Om de 300 bedrijfsuren • De lagers in de voorwielen smeren.
Gecontroleerde item Voor week van: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Beschadigde lak bijwerken. Was de machine.
Belangrijk: Als u de machine voor routineonderhoud en/of diagnose laat draaien, zorg dan dat de achterwielen van de machine 25 mm vrij van de grond zijn door de achteras op assteunen te zetten. • Het hefpunt vooraan de machine bevindt zich aan de voorzijde van het frame, achter de sleeplip (Figuur 21). g034043 Figuur 21 g034045 Figuur 23 1. Hefpunt vooraan • Het hefpunt aan de achterzijde van de machine 2. bevindt zich onder de asbuizen (Figuur 22). Til de motorkap op.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Lagers en lagerbussen smeren. Smeer vaker als de machine in zware omstandigheden wordt gebruikt. Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis 1. Veeg de smeernippel schoon met een doek zodat er geen vuil kan binnendringen in het lager of de lagerbus. 2. Gebruik een smeerpistool. Haal de trekker 1 of 2 keer over om smeervet in de smeernippels van de machine te pompen. 3.
De lagers in de voorwielen smeren 4. Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 30). Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Specificatie smeermiddel: Mobilgrease XHP™-222 De naaf en rotor verwijderen 1. Til de voorkant van de machine op en plaats deze op assteunen. 2. Verwijder de 4 wielmoeren waarmee het wiel aan de naaf bevestigd is (Figuur 28). g192346 Figuur 30 1. Borgpen 4. Asmoer 2. As 5. Moerzekering 3. Borgplaatje 6. Stofkap 5.
De lagers in de wielen smeren 1. De naaf en rotor monteren Verwijder het buitenste lager en de loopring van het lager van de naaf (Figuur 32). 1. Breng een laagje van het aanbevolen smeermiddel aan op de as (Figuur 33). g192344 Figuur 33 g033050 Figuur 32 1. Afdichting 4. Holte voor lager (naaf) 2. Binnenste lager 5. Loopring van het buitenste lager 3. Loopring van het binnenste lager 6. Buitenste lager 1. Moerzekering 4. Buitenste lager 2. Asmoer 5.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de g192345 • Figuur 34 1. Borgpen 3. Stofkap 2. Moerzekering 9. machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt.
• • • • • • • verliest, moet u onmiddellijk de stekker van het netsnoer van de oplader uit het stopcontact trekken. Laat de machine repareren door een erkende servicedealer voordat u ze weer in gebruik neemt. – Vul de accu's alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen. – Als u accuzuur op uw huid of in uw ogen krijgt, moet u deze gedurende 20 minuten met schoon water spoelen. Trek kleding uit waar accuzuur op is terechtgekomen.
4. Opmerking: De accu- en de kabelklemmen Opmerking: In warme omgevingen dient moeten een heldere metaalglans hebben. u de stoel te verwijderen om de laadtijd te optimaliseren; zie Het kussen van de zitbank verwijderen (bladz. 27). Als de acculader te warm is, gaat het opladen mogelijk niet goed. Bij een koude temperatuur kan het langer duren tot de accu's opgeladen zijn. Spuit een dun laagje Toro beschermspray op de accupolen.
Tabel laadstatuslicht (cont'd.) Groen Knippert Knippert kort – minder dan 80% lading Knippert lang – meer dan 80% lading Oranje Knippert 'Gereduceerd vermogen'-modus – lage AC-spanning of hoge interne temperatuur lader; onmiddellijk opladen Rood Knippert g034218 Figuur 36 1. Oogje van accu Laderfout – schakel de voeding van de lader opnieuw in Als de fout zich blijft voordoen, raadpleeg dan de knippercodes in de handleiding van de lader 4.
g034412 Figuur 38 g034255 Figuur 37 1. Watervulopening 3. Waterhandpomp 3. 2. Aansluiting handpomp 5. Pomp water in de accu's tot alle oogjes bovenop de accu's zwart zijn, wat betekent dat ze vol zijn. De accu's vervangen Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over andere delen van de machine. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging veroorzaken. Bovendien kan de accu te vol gieten de levensduur ervan bekorten. 1.
5. Spuit Toro beschermspray op de accupolen. 6. Zorg ervoor dat de rubberen stopkapjes op alle accukabels goed zijn bevestigd op de accupolen. 7. Steek het sleuteltje in de contactschakelaar en draai het naar de stand AAN. 8. Breng de laadbak naar beneden, draai het sleuteltje van de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. Opslag van de accu's Laad de accu's volledig op voordat u de machine stalt.
Koplampen afstellen Ga als volgt te werk om de stand van de koplampen af te stellen als een koplamp is vervangen of verwijderd. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak met de koplampen op ongeveer 7,6 meter verwijderd van een muur (Figuur 41). 2. Meet de afstand van de vloer tot het midden van de koplamp en maak een markering op dezelfde hoogte op de muur. 3. Draai het contactsleuteltje op AAN en ontsteek de koplampen. 4. Onthoud waar de koplampen gericht zijn op de muur.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de banden Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de staat van de banden en velgen. Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren aan. 1. Inspecteer de banden en velgen op tekenen van slijtage en beschadiging. g313577 Figuur 42 Opmerking: Ongelukken tijdens 2. 2. 13 mm van het midden van het stuurwiel 1.
3. Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de bedrijfsstand aannemen. De vlucht afstellen Uw gereedschap: sleutel, Toro onderdeelnummer 132-5069, neem contact op met uw servicedealer. Belangrijk: Stel de vlucht uitsluitend af indien u g009235 een werktuig aan de voorkant gebruikt of indien de slijtage aan de banden ongelijkmatig is. 1. Figuur 45 1.
2. 3. 4. Stel de parkeerrem in werking. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. Verwijder de vulplug op de transaxle (Figuur 47). 2. Opmerking: Bewaar het deksel van de transaxle en de bouten. Opmerking: Het vloeistofpeil moet tot aan de onderkant van de vulplug komen. g217835 Figuur 47 1. Vulplug 5. 6. Als het vloeistofpeil te laag is, verwijder dan de vulplug en vul bij met de aanbevolen vloeistof tot deze uit de opening stroomt (Figuur 47).
Onderhouden remmen Opmerking: Als u de parkeerrem niet op de vereiste spanning kunt brengen, zijn de remblokken misschien versleten en zijn ze aan vervanging toe. Vraag uw erkende servicedealer om hulp. De parkeerrem controleren 1. Stel de parkeerrem in werking door de parkeerremhendel naar u toe te trekken tot u weerstand voelt. 2.
De service- en parkeerremblokken vervangen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Vraag uw erkende servicedealer om de service- en parkeerremblokken te controleren en mogelijk te vervangen. g002136 Figuur 51 1. Reservoir voor remvloeistof 4. Remvloeistof verversen 2. Minimum-streep Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Neem contact op met uw erkende Toro dealer. Doe het volgende als het vloeistofpeil te laag is: A. Reinig de omgeving van de reservoirdop en verwijder de dop (Figuur 50). B.
Onderhoud van het chassis Reiniging De vergrendelingen van de laadbak afstellen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Was de machine. De machine schoonmaken Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken. Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak op en neer tijdens het rijden.
Opslag van de accu Stalling 1. Laad de accu's volledig op voordat u de machine stalt; zie Accu's opladen (bladz. 33). Steek de oplader in een stopcontact tijdens de opslag van de machine en de accu's. De oplader moet aangesloten blijven op het stopcontact en het oplaadcontact tijdens de stalling zodat de accu’s opgeladen blijven en niet bevriezen; anders dient u de accu’s minstens een keer per maand op te laden. 2.
Problemen, oorzaak en remedie Knippercode statuslampje machine Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Het statuslampje van de machine brandt ononderbroken. 1. Het systeem werkt naar behoren. 1. Geen Het statuslampje van de machine heeft 1 keer geknipperd. 1. Er is een configuratiefout in de regelaar. 1. Neem contact op met uw erkende Toro servicedealer. Het statuslampje van de machine heeft 2 keer geknipperd. 1. De parkeerrem is ingeschakeld terwijl de machine in VOORUIT of ACHTERUIT staat. 1.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. Er heeft zich een fout voorgedaan in de motor-encoder. 1. De bedrading van de motor-encoder (snelheidssensor) controleren. 2. Het maximale toerental werd overschreden. 2. Draai de contactschakelaar naar UIT, wacht een paar seconden en draai de contactschakelaar op AAN, en controleer of de machine normaal werkt. Het statuslampje van de machine heeft 12 keer geknipperd. 1. Er heeft zich een configuratiefout voorgedaan in de regelaar. 1.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
California Proposition 65 waarschuwing – alleen voor Californië Wat is een waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Elektrische Workman Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.