Form No. 3355-915 Rev A Greensmaster® Flex 18 Loopmaaier Modelnr.: 04018 (Traction Unit)—Serienr. 260000001 og højere Modelnr.: 04206 (Cutting Unit)—Serienr. 260000001 og højere Registreer uw product op www.Toro.
Waarschuwing Modelnr.: CALIFORNIË Proposition 65 Serienr.: De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002. Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u het product op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden en letsel en schade aan het product kunt voorkomen.
Inhoud Transmissieoliepeil controleren........................ 27 Transmissieolie verversen .................. 27 Onderhouden remmen .............................. 28 De service-/parkeerrem afstellen............................. 28 Onderhoud riemen.................................... 28 De riemen afstellen............................ 28 Onderhoud bedieningsysteem ................... 31 De tractiebediening afstellen .............. 31 De bediening van de messenkooi afstellen.............................
Veiligheid Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-1999 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als de Dodemansknop, Onderdeelnr. 105-5333 is gemonteerd. • Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
• Gebruik de maaimachine niet op hellingen van meer dan 15°. • Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere zorgvuldigheid.
• Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing en de brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om brandgevaar te verminderen. • Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en mankementen. • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen en hydraulische aansluitingen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde onderdelen en stickers. • Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit dan buiten.
• • • • • • Onderhoud en stalling – Schakel de messenkooi uit. – Start de motor. – Druk de handgreep omlaag om de voorkant van de machine op de heffen en de tractieaandrijving in te schakelen. Voordat u de machine in gebruik neemt: – Schakel de tractieaandrijving uit. – Zet de motor af. – Verwijder de transportwielen. – Starten van de motor – Schakel de messenkooi in. Let goed op als u de machine gebruikt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 105-5309 1. Heet oppervlak/gevaar voor brandwonden – Blijf op een veilige afstand van een heet oppervlak. 93-7348 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding 2.
104-2617 104-2618 1. Parkeerrem 2. Uitschakelen 3. 1. 2. 3. Inschakelen Tractieaandrijving Aandrijving messenkooi Neutraalstand 93-8064 4. 5. 6. Vooruit Hendel – ingeschakeld Hendel – uitgeschakeld 105-2411 1. Waarschuwing – Lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 1. 104-2621 1. Lees de Gebruikershandleiding.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Stap Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Handgreep 1 De handgreep bevestigen. 2 Kick-standaard Veer Afstandsstuk, klein Afstandsstuk, groot Grote bout (M8–1,25 x 100) Kleine bout (M8–1,25 x 030) Borgmoer (M8 x 1,25) Ring (M8) 1 1 1 1 1 1 2 2 De kick-standaard monteren. Geen onderdelen vereist – De handgreep instellen.
2 De kick-standaard monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 1 1 1 1 1 2 2 Figuur 4 1. Flenscontramoer 2. Draaipen 2. Steek de uiteinden van de handgreep door de gleuven in de steunarmen van de handgreep (Figuur 5). Kick-standaard Veer Afstandsstuk, klein Afstandsstuk, groot Grote bout (M8–1,25 x 100) Kleine bout (M8–1,25 x 030) Borgmoer (M8 x 1,25) Ring (M8) Procedure 1. Plaats de kick-standaard tussen de lippen op de achterkant van het frame. 2.
3 De handgreep instellen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Verwijder de R-pennen van de ringpennen aan beide zijden van het maaidek (Figuur 8). Figuur 6 1. Linkerhandgreep 5. 2. Borgmoer (M8–1,25) 3. Afstandsstuk, klein 4. Ring (M8) 6. 7. 8. Grote bout (M8–1,25 x 100) Veer Afstandsstuk, groot Kleine bout (M8–1,25 x 030) 6.
4 Transportwielen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Transportwielen (optionele set transportwielen, Model 04123) Procedure 1. Trap de kick-standaard omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog om de maaimachine te laten steunen op de kick-standaard (Figuur 9). Figuur 10 1. Sluitklem 3. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de gleuf op de as. 4. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine. 5.
6 7 De grasmand monteren Handleidingen lezen en video bekijken Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: Grasmand 1 1 1 1 1 Procedure Pak de mand vast bij de bovenste lip en schuif het frame van de mand op de houders (Figuur 11). Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding van motor Onderdelencatalogus Instructievideo Certicaat van Integriteit en Naleving Procedure 1. Gelieve deze handleidingen te lezen. 2. Bekijk de gebruikersvideo. 3.
Algemeen overzicht van de machine Gashendel De gashendel (Figuur 13) bevindt zich rechts achter op het instrumentenpaneel. Met behulp van de gashendel regelt u de gastoevoer naar de carburateur. Het motortoerental kunt u regelen van 2400 tot 3600 tpm. Schakelhendel voor tractie en messenkooi De schakelhendel voor de tractie en de messenkooi (Figuur 13) bevindt zich rechts voor op het instrumentenpaneel.
op Aan om de motor te starten en op Uit om de motor af te zetten. Urenteller De urenteller (Figuur 15) op de achterzijde van de motor toont het aantal uren dat de machine in bedrijf is geweest. Kick-standaard De kick-standaard (Figuur 16) is gemonteerd op de achterzijde van de machine en wordt gebruikt om de achterzijde van de machine omhoog te zetten ten behoeve van de montage of demontage van de transportwielen. Figuur 14 1. Chokehendel 2.
Specicaties Flex 18 Breedte 81,3 cm Hoogte 105,4 cm Lengte met riem 155 cm Gewicht met maximale vloeistofniveaus en mand 118 kg Leeggewicht met mand 113 kg Motor Kawasaki, luchtgekoelde viertakt OHV-motor, 3,7 pk (2,7 kW), 3600 tpm, slagvolume 124 cc, gietijzeren cilindervoering; elektronisch geregelde ontsteking met integrale spoel; demper voor maximale storingsonderdrukking; geluidsdruk van 85 dBA op het gehoor van de bestuurder Inhoud brandstoftank 2,5 liter; loodvrije normale benzine Rijs
Gebruiksaanwijzing Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Voorkom dat u dampen lange tijd inademt. • Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp en de opening van een tank of een blik met conditioner. Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening.
de maaimachine te laten steunen op de kick-standaard (Figuur 18). ... • Als het praktisch mogelijk is, kunt u het beste een machine met een benzinemotor eerst van de vrachtwagen of aanhanger halen en bijtanken als de machine met de wielen op de grond staat. • Als dit niet mogelijk is, verdient het de voorkeur dergelijke machines op een truck of aanhanger bij te vullen uit een draagbaar vat, niet met behulp van een vulpistool van een pomp.
Voorbereidingen voor het maaien 5. Zet de chokehendel in de halfgeopende stand als u een koude motor start. Als u een warme motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken. 6. Trek de handgreep van de terugloopstarter naar buiten totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens krachtig hieraan om de motor te starten. Open de choke als de motor warm wordt. 1. Schakel de tractie uit, zet de gashendel op Langzaam en zet de motor af. 2.
Figuur 19 1. Markeringsstrepen Bediening Bediening tijdens het maaien: 1. Start de motor, zet de gashendel op lage snelheid, duw de handgreep omlaag om het maaidek op te heffen, schakel de tractie in en ga met de machine naar de rand van het gazon (Figuur 20). Figuur 20 1. 2. 2. Schakel de tractie uit en schakel de aandrijving van de messenkooi in (Figuur 20). Tractieaandrijving – neutraalstand Tractieaandrijving in neutraalstand & aandrijving messenkooi uitgeschakeld 3. 4.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Motorolie verversen. Na de eerste 25 bedrijfsuren • Brandstoflter reinigen. • Transmissieolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • Motoroliepeil controleren. Om de 25 bedrijfsuren • Het luchtlter reinigen (vaker als de machine wordt gebruikt in stofge of vuile omstandigheden).
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Do. Wo. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Controleren of de draaiverbindingen onbelemmerd werken. Brandstofpeil controleren. Motoroliepeil controleren. Het luchtlter controleren De koelribben van de motor reinigen. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Onderhoud motor Motorolie Controleer het motoroliepeil om de 8 bedrijfsuren of telkens nadat u de machine heeft gebruikt. Ververs de motorolie na de eerste 8 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. Dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden. Voordat u de machine start, moet u het carter vullen met ongeveer 0,6 liter olie die de juiste viscositeit heeft.
Onderhoud van het luchtlter om overtollige olie te verwijderen en de olie goed te verdelen. Het element moet vochtig van de olie zijn. In normale omstandigheden moet het luchtfilter om de 25 bedrijfsuren worden gereinigd. Het luchtfilter moet vaker worden gereinigd als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden. 1. Trek de kabel van de bougie. 2. Draai de vleugelmoeren los waarmee het luchtfilterdeksel is bevestigd aan het luchtfilter, en verwijder het deksel.
Figuur 25 1. Bougiekabel Figuur 27 1. Afsluitklep 2. Reinig de omgeving van de bougie en verwijder de bougie uit de cilinderkop. 2. Bak 2. Reinig de bak en het filter in schone benzine en monteer ze. Belangrijk: Als de bougie gebarsten of vuil is, moet deze worden vervangen. U mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen omdat hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder terechtkomen. Dit kan leiden tot beschadiging van de motor.
3. Maak de bevestigingen van de interlockschakelaar los (Figuur 28). 4. Plaats een afstandsring met een dikte van 0,8 mm tussen de tractiehendel en de interlockschakelaar (Figuur 28). 5. Draai de bevestigingen van de interlockschakelaar vast. Controleer nogmaals de afstand. De tractiehendel mag niet in contact komen met de schakelaar. 6. Beweeg de tractiehendel en controleer of er stroom op de schakelaar staat. Indien nodig moet u de schakelaar vervangen.
Onderhoud riemen controle-/vulplug aan de rechterzijde van de transmissie (Figuur 30). 4. Als alle olie is weggelopen, plaatst u de aftapplug terug. De riemen afstellen 5. Plaats de machine op de trommels op een horizontaal oppervlak. Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. De riemen moeten veelvuldig worden gecontroleerd. 6.
Drijfriem van messenkooi (transmissiekoppeling) 1. Verwijder de bevestigingen van de drijfriemkap en de drijfriemkap zodat u bij de riem kunt komen (Figuur 36). A. Draai de montagemoeren van het lagerhuis los (Figuur 34). Figuur 34 1. Drijfriem van messenkooi 2. Montagemoeren van lagerhuis Figuur 36 1. B. Draai het lagerhuis aan met een torsie van 4–4,5 Nm om de riemspanning af te stellen. Gebruik hiervoor een 3/8 inch momentsleutel (Figuur 35). Drijfriemkap 2.
Figuur 38 1. Drijfriem van messenkooi 2. Montagemoeren van lagerhuis Figuur 40 1. Kap van tractiedrijfriem B. Draai het lagerhuis aan met een torsie van 4–4,5 Nm om de riemspanning af te stellen. Gebruik hiervoor een 3/8 inch momentsleutel (Figuur 39). 2. Controleer de spanning door de riem (Figuur 41) midden tussen de poelies in te drukken met een kracht van 18 ± 4,5 N. De riem moet een speling van 6 mm hebben. Als de speling niet correct is, gaat u verder met de volgende stap. Figuur 39 1.
Onderhoud bedieningsysteem De tractiebediening afstellen Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. 1. Schakel de tractie uit. 2. Om de kabel strakker te zetten, moet u de voorste contramoer op de kabel losdraaien en de achterste contramoer aandraaien (Figuur 44) totdat een kracht van 53 tot 71 N nodig is om de tractiebediening in werking te stellen. Figuur 42 1. Lipring 2. Meet de kracht bij de bedieningsknop. Bout van beugel met spanpoelie B.
Opmerking: Als de kracht op de hendel van de tractiebediening 53 N bedraagt, moet de gecombineerde kracht op de tractie en de messenkooi 85–98 N bedragen. aan de framebuis van de tractie-eenheid (Figuur 47). Figuur 45 1. Kabel van de bediening van de messenkooi Figuur 47 3. Draai de voorste contramoer op de kabel vast. 4. Controleer of de bediening werkt. 1. Draaiarmen van maaidek 2. Framebuis van de tractie-eenheid Onderhoud van het maaidek 3. Bouten 5.
(fabrieksinstelling) bij maaihoogteinstellingen van 1,5 mm tot 6 mm (Fig.10). montageflenzen met de schroeven die u eerder hebt verwijderd. 3. Controleer of het contact tussen snijplaat en messenkooi correct is. Kantel de machine zodat u bij de voor- en achterrol en de snijplaat kunt komen. Opmerking: De positie van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de geassembleerde onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig.
2. Zorg ervoor dat de snijplaat geen contact maakt met de messenkooi door de stelschroeven van de snijbalk linksom te draaien (Figuur 52). 5. Controleer aan de andere kant van de messenkooi met behulp van een strook krantenpapier of er licht contact tussen de snijplaat en de messenkooi is. Indien nodig moet u het contact tussen de snijplaat en de messenkooi afstellen. 6.
Stopbalk instellen U moet de stopbalk instellen zodat het maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de omgeving van de messenkooi. 1. Draai de schroeven los waarmee de bovenbalk is gemonteerd (Figuur 57) aan het maaidek. Figuur 55 1. Hoogtelat 2. Stelschroef voor maaihoogte 3. Moer 3. Plaats de schroefkop op de snijrand van de snijplaat en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten (Figuur 56). Figuur 57 1. Stopbalk 2.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
Gebruik de volgende tabel om Figuur 58 de maaisnelheid in te stellen. Clip (zie Figuur 58 voor plaatsen van poelies.) Aandrijfpoelie aantal tanden Aangedreven poelie aantal tanden Clip met 11 messen 27 22 3,5 mm (standaard) 22 22 4 mm 22 27 5,3 mm De messenkooi wordt geleverd met een poelie met 27 tanden en ene poelie met 22 tanden. Om een clip van 4 mm te krijgen moet u een poelie met 22 tanden aanschaffen.
Figuur 62 Figuur 61 1. Bout van snijbalk 2. Stalen ring 3. 4. 1. Plug in de kap van de aandrijving van de messenkooi Moer Nylon ring 2. Steek een dopsleutel van 18 mm op de zeskantige flensmoer op het linkse uiteinde van de as van de messenkooi. De snijbalk monteren 1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de drukring en de stelschroef van de snijbalk bevinden. 3.
Stalling 1. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en het ventilatorhuis. Belangrijk: U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, zeker niet in de buurt van de schakelhendelplaat en de motor. 2.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.