Form No. 3453-444 Rev A F60 klepelmaaier Groundsmaster® 3200- of 3300-serie tractie-eenheid Modelnr.: 02835—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Belangrijk: U kunt met uw mobiel apparaat Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding. de QR-code (indien aanwezig) op het plaatje met het serienummer scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.
Inhoud Een geblokkeerde rotor vrijmaken .................... 28 De bandenspanning van de zwenkwielen controleren.................................................... 28 Controleren of de rotor trilt ................................ 28 De rotorlagers controleren ................................ 29 De vuilvanger controleren................................. 29 De maaimessen slijpen..................................... 29 Messen vervangen ...........................................
Veiligheid Veiligheid van de maai-eenheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de B71.4-2017 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI) en de veiligheidsrichtlijn 2006/46/EG. • De maai-eenheid is slechts een volledige machine wanneer deze gemonteerd is op een tractie-eenheid. Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid zorgvuldig voor de volledige instructies over het veilig gebruik van de machine.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal134-5119 134-5119 1. Maaihoogte 3. Locaties van de montageopeningen 2. Gebruik de onderste montageopening niet. decal117-4979 117-4979 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn.
decal93-6697 93-6697 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE 80w-90 (API GL-5) olie. decal120-6604 120-6604 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2. Handen kunnen worden (af)gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; houd alle beschermende delen op hun plaats. decal139-6303 139-6303 3.
Montage E. Verwijder de hefarmen en grote pennen van het frame van de machine (Figuur 5). 1 De machine voorbereiden Geen onderdelen vereist Procedure Opmerking: Bewaar alle verwijderde onderdelen tenzij wordt aangegeven dat u ze mag weggooien. 1. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit, zet de hefarmen in de laagste stand, stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje.
g295790 g319436 Figuur 5 1. Hefarm Figuur 6 3. Grote pen 2. Frame van de machine 1. Zwenkwielbout 4. Afstandsstuk van lager 2. Zwenkwielvork 5. Grote borgmoer 3. Lager 2 2. De zwenkwielarmen en zwenkwielen aan de maai-eenheid monteren Monteer elke zwenkwielarm aan de maai-eenheid met 6 slotbouten (M10) en 6 borgmoeren (M10) zoals getoond in Figuur 7; draai de borgmoeren vast met een torsie van 47 tot 57 N·m.
3. Monteer de zwenkwielen aan de maai-eenheid met een opvulstuk aan beide zijden van de naaf van de zwenkwielas zoals getoond in Figuur 8. 3 Opmerking: U kunt de maaihoogte-instelling Het afvalscherm aan de vooras monteren wijzigen door het aantal afstandsstukken aan elke zijde van de naaf van de zwenkwielas te veranderen; zie De maaihoogte instellen (bladz. 17).
3. 4 Bevestig de grote pen aan de hefarm met een paar moeren en bouten zoals getoond in Figuur 11. De maai-eenheid op de machine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Hefarm 2 Grote pen 2 Lange bout (⅜" x 2¾") 6 Moer (⅜") 2 Kleine pen 2 Bout (⅜" x 1¼") 2 Slotbout (⅜" x 1¼") 2 Tapbout met zeskantkop (⅜" x 2¼") 2 Ring (⅜") 1. Moer(⅜") 2 Flensborgmoer (⅜") 2. Grote pen 2 Pen van hefarm 2 Borgpennen 1 Sensorbeugel g317791 Figuur 11 4. Procedure 1. 2. 3.
belangrijke onderdelen hierdoor voortijdig slijten of defect raken. Belangrijk: Wanneer u de aftakas verwijdert van de tandwielkast, moet u nieuwe tapbouten en borgmoeren gebruiken om de as aan de tandwielkast te bevestigen. g383542 Figuur 12 1. Bout (⅜" x 1¼") 4. Slotbout 2. Kleine pen 5. Sensorbeugel 3. Moer (⅜") 6. Zorg ervoor dat de sensorbeugel niet in de weg zit van de sensor; zie 7 De sensorbeugel afstellen (bladz. 13).
5 De vuilvanger op de tractie-eenheid monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Flapbevestiging 6 Slotbout (M8) 6 Flensmoer (M8) Procedure Gebruik 6 slotbouten (M8), 6 flensmoeren (M8) en de flapbevestiging om de vuilvanger aan de asbeugel te bevestigen. Opmerking: Om gemakkelijker bij deze plaats te kunnen komen, kunt u een voorwiel of beide voorwielen verwijderen.
6 7 Het scherm van de aftakas monteren De sensorbeugel afstellen Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure 1 Scherm van aftakas 2 Schroef (⅜" x ¾") 2 Ring (⅜") Geen onderdelen vereist Er moet een afstand van 6 mm zijn tussen de sensor en de sensorbeugelplaat (Figuur 16). Procedure Monteer het scherm van de aftakas aan de bovenkant van de tandwielkast zoals getoond in Figuur 15. g383544 Figuur 16 1. Sensorbeugel 3. Sensor 2. Borgmoeren 4.
9 11 De smeerolie van de tandwielkast controleren De maai-eenheid smeren Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure Smeer de maai-eenheid voor het eerste gebruik; zie De maai-eenheid smeren (bladz. 23). Als de machine niet goed is gesmeerd, kunnen belangrijke onderdelen hierdoor voortijdig slijten of defect raken. Zorg ervoor dat de tandwielkast beschikt over de juiste hoeveelheid smeerolie; zie De smering van de tandwielkast controleren (bladz. 24).
Belangrijk: Het motortoerental verminderen voordat de aftakas met de klepel wordt ingeschakeld, helpt voortijdige slijtage van de aandrijflijn voorkomen.
g383974 Figuur 17 Verschillende onderdelen van de tractie-eenheid zijn niet weergegeven voor de duidelijkheid. 1. Rubberen strips 3. Afstandsstukken 2. Bestaande schroeven (¼") 4.
Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing Algemene informatie over de maai-eenheid Specificaties • Houd de klepelmessen scherp en in goede Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen staat om goede maaiprestaties, een minimaal stroomverbruik en een goed maairesultaat te kunnen waarborgen. zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
g384336 Figuur 18 Met het oog op de duidelijkheid zijn sommige onderdelen niet afgebeeld. 1. Maaihoogte 3. Stelplaat voor maaihoogte 2. Afstandsstuk g331199 Figuur 20 1. 2. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, breng de maai-eenheid omhoog en ondersteun deze met kriksteunen, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact. Raadpleeg de tabel voor de maaihoogteinstelling op de maaihoogtesticker (Figuur 19) voor gebruikelijke maaihoogte-instellingen.
de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar. 2. Ondersteun de omhooggebrachte maai-eenheid met kriksteunen. 3. Controleer de messen op beschadigingen. Besteed in het bijzonder aandacht aan het bevestigingsmateriaal, de snijrand en het montagegat (Figuur 21). Vervang alle beschadigde messen en bevestigingen.
Lang gras Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte hoger dan normaal instellen en het gras maaien. Maai het gras daarna op de lagere, normale hoogte. De maai-eenheid schoonhouden Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van de maai-eenheid. Als zich gras en vuil in de maai-eenheid ophopen, leidt dat uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Draai de moeren van de zwenkwielen vast. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de moeren van de zwenkwielen vast. Bij elk gebruik of dagelijks • De maaihoogte-instelling controleren. • De klepelrotors en messen controleren op beschadiging, scheurtjes en loszittend bevestigingsmateriaal. Vervang beschadigde of gescheurde onderdelen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Controleer de conditie van de maaimessenen de rotoren. De maaihoogte-instelling controleren. Controleer de vuilvanger op vuil of beschadigingen. Maak de maai-eenheid schoon. De voorflappen controleren. Alle smeernippels smeren.1 Beschadigde lak bijwerken. 1. Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
De maai-eenheid smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Type vet: nr. 2 vet op lithiumbasis Vervang beschadigde smeernippels. Raadpleeg Figuur 23 voor de locatie van elke paar smeernippels op de maai-eenheid. g311728 Figuur 23 Linkerkant getoond 1. Smeernippel van zwenkwielarm 3. Smeernippel van flenslager 2. Smeernippel van hefarm 4.
De smering van de tandwielkast controleren Smeerolie in de tandwielkast verversen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De tandwielkast is ontworpen voor gebruik met aardoliehoudende of synthetische SAE 80W-90 tandwielolie. De tandwielkast is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat de maai-eenheid voor de eerste keer wordt gebruikt. De capaciteit van de tandwielkast is 0,33 liter. 1.
De spanning van de drijfriem controleren 3. Opmerking: Om de moer van de spanpoelie los te maken, moet u de bevestigingsbout ervan tegenhouden aan de binnenkant van het maaidek. Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren 1. 2. Maak de moer van de spanpoelie los, maar verwijder deze niet (Figuur 27). Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maai-eenheid zakken, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
Het bevestigingsmateriaal van de riemaandrijving en de taperlock(-klembus) controleren. De maai-eenheid van de machine verwijderen Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren—Zorg ervoor dat de stelschroeven van de riemaandrijving en de taperlock-klembus zijn vastgedraaid met de juiste torsie. 1. Verwijder de drijfriemkap (Figuur 26). 3. Draai de stelschroeven waarmee de taperlock-klembussen zijn bevestigd vast met een torsie van 30 N·m.
Onderhoud van de lagers in Onderhoud van zwenkwielen en lagers de zwenkwielarmen In de boven- en onderkant van de buis in de zwenkwielarmen zitten lagerbussen gedrukt. Deze lagerbussen zullen na vele bedrijfsuren slijten. Om de lagerbussen te controleren, moet u de zwenkwielvork naar voren en naar achteren en van links naar rechts bewegen. Als de zwenkwielas los in de lagerbussen zit, zijn de lagerbussen versleten en zijn deze aan vervanging toe. 1. 2. 1.
De bandenspanning van de zwenkwielen controleren De mesbouten controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Zorg dat al de mesbouten aangedraaid zijn met een torsie van 45 N·m. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Zorg ervoor dat de bandenspanning van de zwenkwielbanden 2 tot 3,5 bar bedraagt.
De rotorlagers controleren Slijp de messen niet voorbij de slijtagemarkering die door de 5 puntjes wordt aangegeven (Figuur 33). Zorg ervoor dat alle klepelmessen in gelijke mate zijn geslepen om het evenwicht van de rotors te behouden. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Controleer de rotorlagers op overmatige speling. Belangrijk: Draag handschoenen wanneer u de Gebruik een nieuw mes ter referentie bij het slijpen van messen. rotorlagers controleert. 1.
6. 2. Houd het mes vast met een vod of een gevoerde handschoen terwijl u de moer, bout, bus en het mes verwijdert (Figuur 34). Opmerking: Breng indien nodig kruipolie aan op de schroefdraad om de moer gemakkelijker te kunnen verwijderen. g036878 Figuur 34 1. Moer 3. Lagerbus 2. Bout 4. Mes 7. Gooi het mes, de lagerbus, de moer en de bout weg. 8. Monteer een nieuw mes en een nieuwe lagerbus; gebruik hierbij een nieuwe moer en mesbout (Figuur 34).
Stalling 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de maai-eenheid in de TRANSPORTSTAND , stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Reinig de maai-eenheid grondig en let daarbij speciaal op de volgende punten: • De onderkant van de maai-eenheid • Ruimte onder de drijfriemkap van de maai-eenheid • Aftakas • Alle smeernippels en draaipunten 3.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Inbouwverklaring Modelnr.: 02835 Serienr.: 400000000 en hoger Productbeschrijving Factuuromschrijving Algemene omschrijving Richtlijn F60 klepelmaaier FCF-60 155CM FLAIL ATTACHMENT Klepelmaaier 2006/42/EG De relevante technische documentatie werd samengesteld in overeenstemming met Deel B van Bijlage VII van richtlijn 2006/42/EG. Wij beloven op vraag van nationale overheden relevante informatie over deze gedeeltelijk afgewerkte machine over te dragen. Dit zal gebeuren via elektronische weg.
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).