Gebruikershandleiding Onderdeelnr. 111-7034 Rev A TM5490 en 7490 gesleepte maaicombinatie Modelnr.: 02700-Serienummer vanaf 311000001 Modelnr.: 02701-Serienummer vanaf 311000001 Originele instructies (NE) Datum: 14.03.
LET OP DIT SYMBOOL BETEKENT DAT VOORZICHTIGHEID GEBODEN IS! HET GAAT OM UW VEILIIGHEID LEES DEZE HANDLEIDING VOORDAT U DE TM5490 EN TM7490 MAAIERS IN GEBRUIK NEEMT. HET IS BELANGRIJK DAT GEBRUIKERS DIT GRONDIG DOORNEMEN MET HET OOG OP HUN VEILIGHEID. ALLE GEBRUIKERS MOETEN EEN PROFESSIONELE EN PRAKTISCHE TRAINING IN HET VEILIGE GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE KRIJGEN. DIENSTEN WORDEN GELEVERD VIA TORO OF DOOR TORO ERKENDE DEALERS.
1.5 INHOUD 1.5 INHOUD Blz.
1.6 INHOUD 1.6 INHOUD Blz. Algemene informatie maaidek 1.55 MK3 200 mm (8") vast maaidek 1.56 MK3 254 mm (10") vast maaidek Urenteller Algemene gebruiksaanwijzingen ONDERHOUD Onderhoud Inrijperiode (met smeerpunten voor beide maaiers) Dagelijks en vóór gebruik Om de 50 bedrijfsuren Om de 250 bedrijfsuren Om de 500 bedrijfsuren De machine stallen in de winter/aan het einde van het maaiseizoen Afstelling van de maaidekcilinder t.o.v.
1.7 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.7 LEES DEZE HANDLEIDING VOORDAT U DE GESLEEPTE MAAICOMBINATIE IN GEBRUIK NEEMT. HET IS BELANGRIJK DAT GEBRUIKERS DEZE INFORMATIE GRONDIG DOORNEMEN MET HET OOG OP HUN VEILIGHEID. DE VOLGENDE VOORZORGSMAATREGELEN MOETEN WORDEN GENOMEN OM ONGEVALLEN TE VOORKOMEN. EEN VOORZICHTIGE GEBRUIKER DIE ZIJN GEZOND VERSTAND GEBRUIKT, IS DE VEILIGSTE GEBRUIKER. Instructie Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de maaimachine gaat gebruiken.
1.8 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.8 Voorbereiding Controleer of de machine beantwoordt aan alle toepasselijke voorschriften, inclusief de voorschriften voor gebruik op de openbare weg. Controleer of de verlichting werkt en correct te bedienen is vanaf de tractor. Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. Oogbescherming is verplicht.
1.9 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.9 Voorbereiding vervolg Controleer het hydraulische systeem van de maaimachine, in het bijzonder de hydraulische slangen, aansluitingen en slangsteunen. Versleten, beknelde of beschadigde slangen kunnen scheuren. Dit kan gezondheidsrisico’s opleveren en schade toebrengen aan de machine en het omliggende grasoppervlak. Nadat brandstof is getankt en de hydraulische tank is bijgevuld, moeten de doppen weer stevig worden vastgezet.
1.10 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.10 Bediening vervolg Schakel de aandrijving van de aftakas uit, schakel in neutraal, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje. Beveilig de maaier door deze te ondersteunen met blokken en schakel de handrem van de maaier in alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. - Voordat u verstoppingen losmaakt. - Voordat u de maaimachine gaat controleren, schoonmaken of werkzaamheden daaraan gaat verrichten.
1.11 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.11 Behandeling en opslag van vloeistoffen Hydraulische vloeistof - Vermijd contact met de ogen en langdurig contact met de huid. - Draag tijdens het toedienen van de vloeistof een veiligheidsbril. - Het gebruik van handschoenen of beschermende crème wordt aangeraden. - Was uw handen grondig als deze in aanraking zijn gekomen met de vloeistof. - Bewaar de vloeistof afgesloten in een koele ruimte en buiten het bereik van vuur en ontvlambare stoffen.
1.12 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.12 Onderhoud en opslag vervolg Wanneer u de machine van de tractor loskoppelt, moet u ervoor zorgen dat: - de aandrijving van de aftakas is uitgeschakeld en de parkeerrem van de tractor opgetrokken.
1.13 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.13 Stickers Sticker - gevaar grendel Artikelnr.: 70-13-077 (0) Locatie: Draaiarmen - voorzijde (middelste arm - bovenkant) A) Voorzichtig B) Zet de motor van de tractor af/verwijder het contactsleuteltje alvorens de transportvergrendelingen los te maken of te gebruiken. A Sticker - hydraulische olie Artikelnr.: 111-3901 (A) Locatie: Bovenzijde tank - achter vuller/ontluchter.
1.14 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.14 Stickers vervolg Sticker - elektrische bediening (Alleen elektrische hefinrichting) Artikelnr.: 111-1777 (A) A B C EMERGENCY STOP ONLY Locatie: Bij de bedieningshendels D F E Sticker - Serienummer Locatie: Voorzijde en zijkant van schot SPELLBROOK, BISHOP'S STORTFORD, HERTS. CM23 4BU. ENGLAND. N N G H TM5490 5 GANG TRAILED MOWER kg:1110 RPM: Code Serial No: 02700 311000001 N I SPELLBROOK, BISHOP'S STORTFORD, HERTS. CM23 4BU. ENGLAND.
1.15 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.15 Stickers vervolg Sticker - diverse waarschuwingen A B C D E F Artikelnr.
1.16 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN 1.16 Stickers vervolg Sticker - toestel met opgeslagen energie Artikelnr.: 749804 (0) Locatie: Onderkant van de vleugelarmen A) Opgepast: toestel met opgeslagen energie B) Houd omstanders op afstand Sticker - waarschuwing - slepen/parkeren Artikelnr.
1.17 INFORMATIE OVER EU-CONFORMITEIT 1.17 Geluidsniveaus De Toro gesleepte maaicombinatie oefent een geluidsdruk van ongeveer 87,5 dB(A) uit op het gehoor van de bestuurder. De hierboven vermelde geluidsdruk heeft alleen betrekking op het geluidsniveau van de maaiapparatuur. Deze meting werd uitgevoerd buiten de tractorcabine nabij het achterscherm, op een locatie die in lijn ligt met het oor van de bestuurder. Het geluid van de tractor werd niet gemeten: dit werd opgevangen door een geluidsscherm.
INLEIDING 1.18 1.18 Inleiding Met deze handleiding wil Toro ervoor zorgen dat gebruikers zich aan veilige gebruikshandelingen en -procedures houden. De Toro TM5490 en TM7490 gesleepte maaicombinaties zijn volledig onafhankelijke, hydraulisch aangedreven machines die geschikt zijn voor tractors met een vermogenbereik groter dan 33 kW (45 rem-pk). De machines kunnen gemakkelijk aan de tractor worden gekoppeld via de ringkoppeling, en aangedreven langs de aftakas die 540 tpm maakt.
SPECIFICATIES 1.19 1.19 Specificaties ALLE CIJFERS ZIJN NOMINAAL BIJ EEN AFGEREGELD AFTAKASTOERENTAL VAN 540 TPM TENZIJ ANDERS WORDT VERMELD.
1.20 SPECIFICATIES 1.20 Maaiaandrijving Type aandrijving: Hydraulisch Pomp: Hydraulische tandwielpomp Geleverde hoeveelheid: 29,5 liter per minuut Maaidekmotoren: Hydraulische tandwielpomp, omkeerbaar, druk uitgebalanceerd met ingebouwde ontlastklep die differentiaaldruk registreert. Directe aandrijving Bediening: Aandrijving van tractoraftakas.
SPECIFICATIES 1.21 1.
SPECIFICATIES 1.22 Gewicht en afmetingen TM5490 Totale werkbreedte: 3680 mm Maaibreedte: 3500 mm Transportbreedte: 2120 mm Totale lengte: 3600 mm Transporthoogte: 1610 mm Werkhoogte (ong.): 1385 kg Gewicht trekstang (transport): 50 kg TM7490 Totale werkbreedte: 4970 mm Maaibreedte: 4780 mm Transportbreedte: 2370 mm Totale lengte: 3600 mm Transporthoogte: 1600 mm Werkhoogte (ong.): 1680 kg Gewicht trekstang (transport): 55 kg 1.
TM5490 CONTROLELIJST 1.23 ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 1.23 ONDERDEELNR. AANTAL GELEIDER - ACHTER 876040 W BEUGEL - GELEIDER, LINKS 876041 BEUGEL - GELEIDER, RECHTS 876042 SLOTBOUT [M10*55 KLASSE 4.
TM5490 ALGEMENE MONTAGE MK3 MAAIDEKKEN 1.24 Stand maaidek 1 1.
1.25 DE MAAIER MONTEREN - TM5490 De maaier monteren WAARSCHUWING - VOORKOM ONGEVALLEN: Vermijd de scherpe randen van de maaicilinder en het onderste mes als u het maaidek optilt of er werkzaamheden aan uitvoert. Het maaidek is zwaar - Het strekt tot aanbeveling om een geschikt hefwerktuig te gebruiken wanneer u het maaidek uit de verpakking neemt en monteert. Als er geen hefwerktuig voorhanden is, til het maaidek dan samen met een andere persoon langs weerszijden op, zoals getoond.
1.26 DE MAAIER MONTEREN - TM5490 De maaier monteren vervolg 6. Stel de handwielen voor cilinderafstelling (nr. 8) van maaidek 3 in op de gehoekte achteroverstand. Verwijder de moeren, bouten en ringen uit de alternatieve standen 'A'. Verwijder de moeren, bouten en ringen waarmee de handwielen zijn bevestigd aan het maaidekframe. Verwijder de klemmoeren van de ringbout, ringen en veerringen en verwijder de handwielen.
1.27 ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 TM7490 CONTROLELIJST 1.27 ONDERDEELNR. AANTAL GELEIDER - ACHTER 876040 W BEUGEL - GELEIDER, LINKS 876041 BEUGEL - GELEIDER, RECHTS 876042 SLOTBOUT [M10*55 KLASSE 4.
TM7490 ALGEMENE MONTAGE MK3 MAAIDEKKEN 1.28 Stand maaidek 1.
1.29 DE MAAIER MONTEREN - TM7490 De maaier monteren WAARSCHUWING - VOORKOM ONGEVALLEN: Vermijd de scherpe randen van de maaicilinder en het onderste mes als u het maaidek optilt of er werkzaamheden aan uitvoert. Het maaidek is zwaar - Het strekt tot aanbeveling om een geschikt hefwerktuig te gebruiken wanneer u het maaidek uit de verpakking neemt en monteert. Als er geen hefwerktuig voorhanden is, til het maaidek dan samen met een andere persoon langs weerszijden op, zoals getoond.
1.30 DE MAAIER MONTEREN - TM7490 De maaier monteren vervolg 7. Verander maaidekken 5, 6 en 7 van linker- naar rechterconfiguratie. Verwijder de beschermkap (nr. 5) en gooi deze weg. Verwijder de borgring (nr. 7). Verwijder het contragewicht (nr. 6) samen met de O-ring (nr. 9) en monteer deze opnieuw aan de niet-aandrijvingszijde. Draai de inbusschroeven aan tot 80 Nm. Monteer de borgring opnieuw aan de aandrijvingszijde. Opmerking: Het is belangrijk dat u de borgring aanbrengt aan de aandrijvingszijde. 8.
1.31 DE MAAIER MONTEREN - TM7490 De maaier monteren vervolg C) Lijn de spie van de motoras uit met de koppeling van de maaicilinder en laat de twee onderdelen in elkaar grijpen. Zorg dat de motor volledig in de lagerbehuizing zit. Gebruik indien nodig een ZACHTE hamer om de motor voorzichtig op zijn plaats tegen de lagerbehuizing te tikken. D) Maak de motor vast met het bevestigingsmateriaal dat u eerder verwijderd hebt en draai vast tot 80 Nm. E) Herhaal stappen (A) tot (D) voor de andere maaidekken. 11.
1.32 1.32 DE MAAIER MONTEREN De maaier monteren vervolg ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. ONDERDEELNR.
1.33 1.33 DE MAAIER IN WERKING ZETTEN De maaier in werking zetten (mechanische bediening) Controleer het oliepeil: Verwijder de vuldop op de hydraulische tank. Vul vóór gebruik de hydraulische tank met de juiste klasse hydraulische olie tot het peil de bovenste zwarte lijn in het kijkglas bereikt; zie SPECIFICATIES - HYDRAULISCHE SYSTEEM. Het kijkglas bevindt zich vooraan de tank onder het pompdeksel. Plaats de vuldop terug en veeg gemorste olie weg.
1.34 1.34 DE MAAIER IN WERKING ZETTEN De maaier in werking zetten vervolg Controleer of de klep van de wethendel in de normale bedrijfsstand voor maaien is vergrendeld: 1 3 2 Koppel de maaier aan een geschikte tractor. BELANGRIJK: VOORKOM BESCHADIGING - Raadpleeg DE MAAIER AAN DE TRACTOR KOPPELEN en volg de aanwijzingen om schade te voorkomen.
1.35 1.35 DE MAAIER IN WERKING ZETTEN De maaier in werking zetten vervolg Nadat u de laatste afstellingswerkzaamheden hebt uitgevoerd, dient u alle circuits eens in werking te stellen. Zo kunt u aanwezige lucht uit het hydraulische systeem drijven en de bewegingen van de hydraulische slangen nauwkeurig in het oog houden. Zorg ervoor dat de motorslangen vrij kunnen bewegen zonder de maaidekken op welke manier dan ook te belemmeren.
1.36 DE MAAIER IN WERKING ZETTEN De maaier in werking zetten vervolg Gebruik de hefschakelaars beurtelings om het linkermaaidek, de drie middelste maaidekken en het rechtermaaidek op te tillen. Doe dit voorzichtig en controleer de beweging van de maaidekken om zeker te zijn dat ze niet gehinderd worden door slecht geplaatste hydraulische slangen. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - Het middelste maaidek stopt met draaien als de transporthoogte is bereikt.
1.37 DE MAAIER IN WERKING ZETTEN De maaier in werking zetten vervolg Voeg hydraulische olie toe: Laat alle maaidekken neer op de grond, schakel de aftakas uit en stop de motor van de tractor. Als u de maaiereenheid voor het eerst gebruikt, zal olie van de hydraulische tank naar de slangen, hydraulische cilinders, etc. stromen. Vul de hydraulische tank met de juiste klasse olie tot de bovenste zwarte lijn in het peilglas; zie SPECIFICATIES - HYDRAULISCHE SYSTEEM.
1.38 DE MAAIER IN WERKING ZETTEN De maaier in werking zetten vervolg Breng de handrem helemaal naar beneden om de remmen vrij te zetten. Voer de volgende rijproeven uit: WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - hou tijdens rijproeven op de weg ALTIJD rekening met andere weggebruikers. Voer de proeven uit op een private weg als dat mogelijk is. Rij de tractor/maaiercombinatie in een rechte lijn tegen 32 km/u en rem progressief en krachtig zonder te slippen. Controleer de remprestaties van de maaier.
1.39 DE TRACTOR VOORBEREIDEN De tractor voorbereiden Bereid de maaier voor op transport: Start de motor van de tractor en schakel de aandrijving van de aftakas in. Gebruik de algemene bedieningshendel om alle maaidekken volledig omhoog te brengen in de transportstand. Stop de motor van de tractor, ga naar de maaier en vergrendel alle ophangarmen van de maaidekken en de buitenste maaidekken in de transportstand met de transportvergrendelingen.
1.40 DE TRACTOR VOORBEREIDEN De tractor voorbereiden vervolg Het elektrische afstandbedieningssysteem van de maaier beschikt over een sigarettenaansteker en het verlichtingssysteem is uitgerust met een normale 7-polige stekker. De tractor moet over compatibele sigarettenaansteker- en verlichtingsstopcontacten beschikken. Voorzie de tractor van gazonbanden om de beschadiging van fijn gazon zo veel mogelijk te voorkomen.
1.41 1.41 DE MAAIER AAN DE TRACTOR KOPPELEN De maaier aan de tractor koppelen Bereid de tractor voor: Voordat u de maaier aan de tractor koppelt, moet u ervoor zorgen dat de tractor klaar is voor gebruik; zie DE TRACTOR VOORBEREIDEN. Voorplaat van maaier Trekhaak Maak de trekhaak van de maaier vast aan de tractor: Zorg dat de ringkoppeling van de tractor zich in de normale sleepstand bevindt.
1.42 DE MAAIER AAN DE TRACTOR KOPPELEN De maaier aan de tractor koppelen vervolg WAARSCHUWING - VOORKOM ONGEVALLEN: Gebruik geen beschadigde losbreekreminrichting. Verwijder en vervang deze alvorens de maaier te gebruiken. Stel de handrem vrij: Laat de handrem voorzichtig helemaal zakken. Monteer de aftakas: WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - Controleer de staat van de aftakas en de kappen telkens als u deze gaat gebruiken. Gebruik nooit een beschadigde aftakas.
1.43 DE MAAIER AAN DE TRACTOR KOPPELEN De maaier aan de tractor koppelen vervolg Controleer de bedrijfslengte van de aftakas en stel deze af: Controleer de minimale bedrijfslengte van de aftakas (maximale samendrukking). Het is van groot belang dat u de aftakas op dit moment nog niet monteert. Zet de tractor/maaicombinatie met de tractor recht naar voren op een steile helling omhoog en de maaier op een egale ondergrond, zoals afgebeeld.
1.44 1.44 DE MAAIER AAN DE TRACTOR KOPPELEN De maaier aan de tractor koppelen vervolg = = Dia. 25 mm in één wand Koppel de aftakas aan op de tractor/maaier en zorg ervoor dat de as niet volledig wordt ingedrukt. Verwijder de blokken van de wielen. A Controleer de maximale bedrijfslengte van de aftakas (maximale verlenging): Verwijder de aftakas en plaats de tractor-maaiercombinatie zo dat de tractor haaks staat en op een steile helling naar beneden, terwijl de maaier op een gelijke ondergrond staat.
1.45 DE MAAIER VAN DE TRACTOR KOPPELEN De maaier van de tractor koppelen WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN Voordat u de maaier van de tractor probeert te koppelen, moet u er steeds voor zorgen dat: - de tractor en maaier op een egale ondergrond staan; - de parkeerrem van de tractor is ingeschakeld, de aandrijving van de aftakas uitgeschakeld, de motor gestopt, het contactsleuteltje verwijderd en de handrem van de maaier opgetrokken.
1.46 DE MAAIER VAN DE TRACTOR KOPPELEN De maaier van de tractor koppelen vervolg Rij de tractor weg van de maaier: Vergewis u ervan dat er geen obstakels zijn en dat alle verbindingen met de maaier zijn losgekoppeld voordat u de tractor wegrijdt van de maaier. Veiligheid WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen is het belangrijk dat: - de gebruiker deze handleiding leest en begrijpt; - de bestuurder veilige kleding draagt zonder loshangende das, riem enz.
1.47 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Bedieningsorganen van de maaidekken Controleer het hydraulische systeem: Controleer op hydraulische lekken terwijl u uit de buurt blijft van de draaiende maaicilinders. Schakel de aftakas uit en stop de tractormotor voordat u probeert losse hydraulische verbindingen vast te maken. Gebruik de hefbediening van de maaidekken: Merk op dat er één korte algemene hendel is en drie lange onafhankelijke bedieningshendels. Zet alle bedieningshendels in de stand 'omlaag/ maaien'.
1.48 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.48 Bedieningsorganen maaidek (elektrische bediening) De afstandbediening van de maaidekken is uitgerust met een algemene bedieningsschakelaar en drie afzonderlijke hefschakelaars. N Algemene bedieningsschakelaar: Duw de algemene bedieningsschakelaar (A) weg om alle maaidekken tegelijk neer te laten en trek de schakelaar terug om ze allemaal tegelijk op te tillen.
1.49 1.49 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Richtingbediening maaidek (elektrische bediening) vervolg Opmerking: De schakelaar van de maaiaandrijving (E) werkt alleen als de algemene bedieningsschakelaar (A) zich in de stand 'omlaag/maaien' bevindt. Maaiaandrijving voor vooruit draaien inschakelen: Zet de schakelaar van de maaiaandrijving op 'Vooruit'. Maaiaandrijving voor achteruit draaien inschakelen: Hou de schakelaar van de maaiaandrijving in ‘Achteruit’.
1.50 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Richtingbediening maaidek (elektrische bediening) vervolg WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - Met het oog op de veiligheid dient u de aandrijving van de aftakas uit te schakelen en de maaidekken neer te laten op de grond. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - Met het oog op de veiligheid dient u de aandrijving van de aftakas uit te schakelen en de maaidekken neer te laten op de grond.
1.51 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Richtingbediening maaidek (elektrische bediening) vervolg 8. Zet de regelklepschroef van de handbediening terug in de oorspronkelijke stand. De maaidekarmen zullen volledig in de transportvergrendelingen grijpen. A 9. Schakel alle transportvergrendelingen in, zoals getoond. 10. Vergrendel de buitenste maaidekken.
1.52 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Algemene 1. Ga op de tractor zitten, start de motor en schakel deze in hoog stationair. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - Zorg dat er geen omstanders of obstakels in de nabijheid zijn die in de weg van de machine kunnen staan. Schakel dan pas de aftakas in de juiste versnelling voor 540 tpm. 2. Gebruik de algemene schakelaar van de maaier om het dode gewicht van elk maaidek van de transportvergrendelingen te tillen.
1.53 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.53 Algemene (Alleen elektrische hefinrichting) Uitschakelinrichting: Terwijl alle maaidekken op de grond rusten zet u alle hefschakelaars in de stand 'omlaag/maaien' en zet u de uitschakelinrichting in de neutraalstand. Alle maaicilinders zullen onmiddellijk stoppen. Zet de uitschakelinrichting in de stand 'omhoog'. Alle maaidekken zullen worden opgetild. Als de schakelaar terug in de stand 'omlaag/maaien' wordt gezet, worden alle maaidekken neergelaten.
1.54 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Maaicilinders deblokkeren WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN Voordat u probeert de maaicilinders te deblokkeren moet u eerst de volgende stappen allemaal doorlopen hebben: - Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. - Stel de handrem in werking en schakel alle maaiaandrijvingen uit. - Laat de maaidekken neer of vergrendel ze goed in de juiste transportstand.
1.55 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.55 Algemene informatie maaidek De maaimachine is ontworpen voor het gebruik van MK3 200 mm (8") vaste of zwevende maaidekken of MK3 254 mm (10") vaste maaidekken. Het is essentieel dat de onderste messen goed zijn afgesteld ten opzichte van de maaicilinders en dat de messen scherp gehouden worden om een goed maairesultaat, een minimaal stroomverbruik en een langer levensduur van de messen te kunnen waarborgen, zie ONDERHOUD - MAAIDEKKEN.
1.56 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.56 MK3 200 mm (8") Vast Maaidek Vastzetten draaischarnier: Zet de bout vast in het voorste gat voor “vaste” stand ‘A’, zoals getoond. A Maaihoogte-instelling: De maaihoogte wordt bepaald door de positie van de achterrol. B Draai de stelschroefconstructie ‘B’ aan beide uiteinden rechtsom om de maaihoogte ‘E’ te verlagen of linksom om de maaihoogte ‘E’ te verhogen. BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Probeer niet de stelschroefconstructie ‘B’ te ontgrendelen.
1.57 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Algemene gebruiksaanwijzingen 1. De rotatiesnelheid van de maaicilinders moet altijd zo hoog mogelijk worden gehouden om steeds de beste maaikwaliteit te krijgen. Dit vereist op zijn beurt dat het toerental van de tractor zo hoog mogelijk blijft zonder dat de aftakas 540 tpm overschrijdt. 2. De maaikwaliteit zal verslechteren als de machine te snel rijdt.
1.58 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Algemene gebruiksaanwijzingen vervolg WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Wees voorzichtig als u rijdt over obstakels zoals stoepranden. Rij ALTIJD langzaam over obstakels om schade aan de banden en de wielen te voorkomen. Controleer of de banden de aanbevolen spanning hebben. BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Als de maaier losgekoppeld is van de tractor moet u de aftakas altijd op de steun laten rusten. Laat de aftakas nooit op de grond rusten. 1.
1.59 ONDERHOUD Onderhoud WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN Tijdens onderhoudswerkzaamheden is het belangrijk dat: - De aandrijving van de aftakas is uitgeschakeld. De tractor in neutraal staat. De parkeerrem van de tractor is opgetrokken. De motor is uitgeschakeld. Het contactsleuteltje is verwijderd. De handrem van de maaier is opgetrokken. De maaidekken helemaal zijn neergelaten op de grond. Er geen druk zit op het hydraulische systeem.
1.60 ONDERHOUD Onderhoud vervolg WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN Wees voorzichtig met gevaarlijke stoffen. De volgende vloeistoffen worden gevaarlijk geacht: Stoffen Dieselolie Smeerolie Hydraulische vloeistof Smeervet Risicobeoordeling Laag Laag Laag Laag Bij gebruik van bovengenoemde vloeistoffen verdient het aanbeveling oogbescherming en handschoenen te gebruiken en morsen te voorkomen. Vermijd contact met de huid; spoel gemorste vloeistof af met water en zeep.
1.61 ONDERHOUD 1.61 Inrijperiode Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren en naast de routinecontroles, zie DAGELIJKS EN VÓÓR GEBRUIK. De torsie van de wielmoeren controleren voor gebruik. Torsie van wielmoer - 224 Nm. Na de eerste 50 bedrijfsuren en naast de routinecontroles, zie DAGELIJKS EN VÓÓR GEBRUIK. Stel het remsysteem af. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGELUKKEN - Zorg dat de maaier stevig vastgekoppeld is aan de tractor, zie DE MAAIER AAN DE TRACTOR KOPPELEN.
ONDERHOUD 1.62 1.62 Inrijperiode vervolg Smeer de draaipunten: Maak alle smeerpunten schoon en smeer ze met een normaal smeermiddel van goede kwaliteit. Vervang beschadigde smeernippels. Smeer alle smeerpunten van de maaidekken en zorg ervoor dat er zoveel smeermiddel wordt ingespoten dat er schoon smeermiddel naar buiten komt via de doppen van de rollen. Op deze manier weet u zeker dat er geen grasresten enz. zijn achtergebleven in de afdichtingen van de rollers, wat de levensduur verlengt.
1.63 ONDERHOUD Dagelijks en vóór gebruik Controleer het peil van de hydraulische vloeistof: Controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het kijkglas. Alle maaidekken moeten neergelaten zijn. Het kijkglas bevindt zich vooraan het hydraulische reservoir, onder het pompdeksel. Als het peil niet tot de bovenste lijn reikt, vul dan zo veel hydraulische vloeistof van de juiste klasse toe als nodig, zie SPECIFICATIES.
1.64 ONDERHOUD Dagelijks en vóór gebruik vervolg Controleer het trekoog: Controleer het trekoog op slijtage. Vervang het trekoog als het versleten is tot ¾ van zijn oorspronkelijke dikte. Het trekoog smeren kan de levensduur ervan verlengen. Smeer de aftakas: Koppel de aftakasverbinding van de tractor en trek de uitschuifbare as terug tot u door de opening in de binnenste kap de smeernippel ziet. Smeer overvloedig met vet van de juiste klasse; zie SPECIFICATIES.
1.65 ONDERHOUD 1.65 Om de 50 bedrijfsuren vervolg A Opmerking: De rol moet hierna nog steeds vrij kunnen draaien. Het te stevig aandraaien van de schroeven ‘A’ kan vroegtijdige slijtage van de lagers tot gevolg hebben. De torsie van de wielmoeren controleren: Torsie van wielmoer - 224 Nm. Smeer alle smeerpunten: Maak alle smeerpunten schoon (naven, trekhaak, scharnierpunten enz.) en smeer ze in met een goed middel van de aanbevolen klasse; zie SPECIFICATIES. Vervang beschadigde smeernippels.
1.66 ONDERHOUD 1.66 Om de 250 bedrijfsuren vervolg Controleer de remschoenen op slijtage: Verwijder de wielnaven en controleer de remschoenen. De schoenen moeten worden vervangen als de voeringen dunner zijn dan 1,5 mm. Gebruik ter vervanging originele onderdelen van Toro. De voering van remschoenen niet vervangen. 1. Remschoen 2. Veer Controleer de wiggen van de rem: Controleer of de wiggen van de rem de remschoenen correct activeren.
1.67 ONDERHOUD 1.67 Om de 500 bedrijfsuren Vervang alle remkabels. Voer onderhoud uit aan de pomptandwielkast: Verwijder de aftapplug en laat de pomptandwielkast leeglopen. Verwijder de peilstok. Als alle olie uit de tandwielkast gelopen is, plaatst u de aftapplug terug. Vul de tandwielkast met verse tandwielolie van de juiste klasse tot het peil de bovenste markering op de peilstok bereikt; zie SPECIFICATIES. Plaats de peilstok terug. Zorg dat alle pluggen stevig vastzitten.
1.68 ONDERHOUD Afstelling van de maaidekcilinder t.o.v. onderste mes 0 90 BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Het is essentieel dat de onderste messen goed zijn afgesteld ten opzichte van de maaicilinders om een goed maairesultaat, een minimaal stroomverbruik en een langer levensduur van de messen te kunnen waarborgen. Voer de volgende procedure uit voordat u begint te werken en controleer de instellingen om de paar bedrijfsuren.
1.69 ONDERHOUD Afstelling van de maaidekcilinder t.o.v. onderste mes vervolg Voorkom dat u de verhouding tussen de cilinder en het mes zodanig afstelt dat de twee elkaar duidelijk raken. Dit kan namelijk leiden tot snelle en ongelijkmatige slijtage, wat een golving in het snijvlak tot gevolg kan hebben. Door de frictie die zo ontstaat gaat veel kracht verloren, wat ten koste gaat van het maairesultaat.
ONDERHOUD 1.70 1.70 Maaidek wetten Dit proces wordt aanbevolen voor het weer scherp maken van de snijvlakken van de cilinders en onderste messen, wat essentieel is voor een hoogwaardig maairesultaat. 1 3 Met wetten slijpt u slechts een klein beetje metaal weg om de messen weer scherp te maken. Als de messen ernstig versleten of beschadigd zijn, dient u ze te verwijderen en opnieuw te laten slijpen. Om de messen te wetten: 1. Laat de maaidekken neer op de grond.
1.71 ONDERHOUD Maaidek wetten vervolg 9. Als het wetresultaat onvoldoende is, herhaal dan stappen 3 t/m 8. 10. Verwijder alle resten van carborundumpasta van de cilinders en de onderste messen en was ze schoon. 11. Zet de bedieningshendel in 'Normaal bedrijf'. Op het moment dat de wethendel in de stand 'Normaal bedrijf' wordt gezet, wordt de vergrendeling van de wetbedieningshendel naar buiten gedrukt.
1.72 ONDERHOUD De onderste messen vervangen vervolg Het nieuwe mes moet geslepen worden in de houder voordat deze wordt teruggeplaatst in het maaidek. Pas de stand van de maaicilinder aan om voldoende ruimte te maken om de houder met het nieuwe mes te monteren. Bevestig de houder met het mes aan het maaidek met behulp van de oorspronkelijke stelbouten en draai ze vast met een torsie van 35 Nm.
1.73 PROBLEMEN BIJ HET MAAIEN 1.
1.74 PROBLEMEN BIJ HET MAAIEN 1.
1.75 PROBLEMEN VERHELPEN 1.75 Bij gebruik van de volgende lijst kan aan het licht komen dat belangrijke onderdelen moeten worden gereviseerd of dat de hydraulische druk opnieuw moet worden ingesteld. In dit geval verdient het aanbeveling uw erkende dealer deze werkzaamheden te laten uitvoeren omdat hij hiervoor uitstekend is toegerust.
1.76 PROBLEMEN VERHELPEN 1.76 PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING De cilinder ‘tikt’ bij het draaien Oneffenheid op de cilinder of het onderste mes door contact met een vreemd voorwerp Verwijder de oneffenheid met een steen en wet het mes.
1.77 PROBLEMEN VERHELPEN 1.
AANSLUITINGSSCHEMA 1.78 ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 1.78 ONDERDEELNR.
TM5490 HYDRAULISCH CIRCUIT SCHEMA 1.79 17 15 15 17 15 15 15 13 16 16 14 12 14 16 9 11 11 10 8 7 6 1.
1.80 TM5490 HYDRAULISCH CIRCUIT ONDERDELENLIJST ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFREGELKLEP UITSCHAKELREGELKLEP REGELKLEP DRAAIKLEP (BLOK VAN 3) RETOURFILTER ZUIGKORF DUBBELE POMP DUBBELE POMP 250 BAR OVERDRUKKLEP WISSELKLEP MAAIDEKMOTOR LINKS MAAIDEKMOTOR RECHTS 1.80 ONDERDEELNR.
1.81 TM5490 ELEKTRISCH HYDRAULISCH CIRCUIT SCHEMA 1.
1.82 TM5490 ELEKTRISCH HYDRAULISCH CIRCUIT ONDERDELENLIJST ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2A. 2B. 2C. 2D. 2E. 2F. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP KLEP - HANDBEDIENDE HEFINRICHTING MAGNEETKLEP REGELKLEP ZUIGKORF HYDRAULISCHE CILINDER NR. 1 HYDRAULISCHE CILINDER NR. 2 HYDRAULISCHE CILINDER NR. 3 HYDRAULISCHE CILINDER NR.
17 17 17 19 18 18 6 2 4 16 PUMP ASSEMBLY 17 17 19 18 BACKLAP VALVE (ROTARY) 250 Bar at 29.5 l/min 15 5 3 250 Bar at 29.5 l/min 16 14 250 Bar at 29.5 l/min 16 17 19 18 7 1 115 Bar at 15 l/min PUMP ASSEMBLY 13 11 13 T LIFT VALVE B T 10 MANUAL OPERATION TO BACKLAP 12 P P A OVERRIDE VALVE A3 A2 A1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1.83 TM7490 HYDRAULISCH CIRCUIT SCHEMA 1.
1.84 TM7490 HYDRAULISCH CIRCUIT ONDERDELENLIJST ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFCILINDER HEFREGELKLEP UITSCHAKELREGELKLEP REGELKLEP DRAAIKLEP (BLOK VAN 3) RETOURFILTER ZUIGKORF DUBBELE POMP DUBBELE POMP 250 BAR OVERDRUKKLEP WISSELKLEP MAAIDEKMOTOR LINKS MAAIDEKMOTOR RECHTS 1.84 ONDERDEELNR.
33 20 18 16 15 6 2 4 21 19 17 24 22 BACKLAP VALVE (ROTARY) 250 Bar at 29.5 l/min 30 PUMP ASSEMBLY 5 3 25 23 250 Bar at 29.5 l/min 31 250 Bar at 29.5 l/min 32 28 26 7 1 29 27 115 Bar at 15 l/min PUMP ASSEMBLY 35 34 14 MANUAL OPERATION TO BACKLAP 36 5 6 1 7 8 P 2c 2b 2a 3 9 S1 10 S2 4 S3 2d 2e 2f 11 WT 12 T2 13 1.85 TM7490 ELEKTRISCH HYDRAULISCH SCHEMA 1.
1.86 TM7490 ELEKTRISCH HYDRAULISCH CIRCUIT ONDERDELENLIJST ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2 A. 2B. 2C. 2D. 2E. 2F. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP MAGNEETKLEP KLEP - HANDBEDIENDE HEFINRICHTING MAGNEETKLEP REGELKLEP HYDRAULISCHE CILINDER NR. 1 HYDRAULISCHE CILINDER NR. 2 HYDRAULISCHE CILINDER NR. 3 HYDRAULISCHE CILINDER NR.
1.87 TM5490 EN TM7490 ELEKTRISCH SCHEMA 1.
1.88 TM5490 EN TM7490 ELEKTRISCH SCHEMA ARTIKELNR. BESCHRIJVING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. SCHAKELAAR - NOODSTOP RELAIS LED SCHAKELAAR DIODE VERBINDINGSKABEL (OMVAT NUMMER 7) AUTOPLUG RELAIS URENTELLER SOLENOÏDE 12V CCS5012D NABIJHEIDSSCHAKELAAR MAGNEET 1.88 ONDERDEELNR.
GARANTIE 1.89 1.89 De Toro Total Coverage Garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het ‘product’) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
1.90 OPMERKINGEN 1.
1.91 OPMERKINGEN 1.
1.92 OPMERKINGEN 1.
1.93 KLANTINFORMATIE 1.93 Machinespecificaties Model: ......................................... Serienr. machine: ......................................... Serienrs. maaidekken: ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... ......................................... .........................................