Operation Manual

Spelidee
Het is winter. Het weerbericht voorspelt sneeuw en ijs op de
wegen. Ondanks het slechte weer gaan oom en tante, opa
en oma, onze beste vrienden en onze eigen familie vandaag
op pad. De vier families gaan vandaag naar school, naar hun
werk, boodschappen doen en sporten. Maar als er sneeuw en
ijs op de weg ligt kunnen ze niet overal komen. Gelukkig zijn
er sneeuwschuivers en strooiwagens. Deze schuiven de straten
schoon, zodat de auto’s weer veilig kunnen rijden.
Elke familie wil vandaag drie dingen doen. De spelers zorgen er
samen voor dat de vier families overal heen kunnen. Als er te veel
sneeuw ligt, schakelen ze een sneeuwschuiver in die de wegen
schoonveegt. Bij te veel ijs kunnen ze een strooiwagen inzetten.
Zal het lukken om alle families weer veilig thuis te laten komen?
Of raken ze ingesneeuwd en moeten ze misschien in de sporthal
blijven slapen?
Let op: na een paar keer spelen is het erg leuk om het spel
moeilijker te maken, zoals beschreven bij “Meer uitdaging”.
Inhoud
Spelbord, spelregels, 4 langwerpige agenda-kaarten (met
3 gaten), 8 auto’s, 5 sneeuwschuivers, 5 strooiwagens, 12 plek-
kaartjes (kaartjes met te bezoeken plekken), 16 weerkaartjes
(met straatnummers) en 24 zeshoekige sneeuw-en-ijs-kaartjes.
Voorbereiding
1. Bekijk het spelbord. Je ziet 5 straten met de nummers 1 tot
en met 5. De bordjes geven aan op welke straat je zit. Op de
kruisingen staan natuurlijk twee bordjes!
2. Verdeel de 12 plek-kaartjes willekeurig over de 12 plekken (de
vakjes op het bord zonder nummer) met de afbeelding naar
boven. Zie je waar de ingang van elke plek is?
3. Op de 4 hoeken van het bord zie je een huis. Op elk huis leg je
een autofi che van dezelfde kleur. Het groene huis is van opa
en oma, het paarse huis van oom en tante, het blauwe huis is
van onze vrienden en het rode huis is ons eigen huis.
4. Leg naast elk huis een agenda-kaart. Op deze kaart zie je
welke drie dingen deze familie vandaag wil gaan doen. Rood
= naar school, blauw = werken, groen = boodschappen doen,
geel = sporten.
5. Leg de 16 weerkaartjes ondersteboven naast het bord en
hussel ze door elkaar.
6. Leg de 24 zeshoekige sneeuw-en-ijs-kaartjes ondersteboven
aan de andere kant van het bord en hussel ze door elkaar.
7. Maak een stapeltje met sneeuwschuivers en een stapeltje met
strooiwagens, en leg deze naast het bord.
8. Bedenk samen wie er mag beginnen. Misschien degene die het
meest van sneeuw en ijs houdt?
Spelen
Je beurt bestaat uit twee delen. Eerst draai je een weerkaartje om,
zodat je weet of er ergens sneeuw of ijs komt. Daarna ga je met
een auto rijden, óf je zet een sneeuwschuiver of strooiwagen in.
Het weerbericht: sneeuw of ijs
1. Aan het begin van je beurt draai je een weerkaartje om. Daar
staat een zonnetje of een cijfer op.
2. Heb je een cijfer gedraaid, dan weet je in welke straat er slecht
weer komt. Draai nu één van de sneeuw-en-ijs-kaartjes om.
Leg deze op een vakje van deze straat. Hier kunnen nu geen
auto’s meer langs! Overleg met de andere spelers op welke
plek hij moet komen.
3. Heb je een zonnetje gedraaid, dan is het droog en zonnig.
Deze keer komt er geen sneeuw of ijs bij! Je hoeft dus geen
sneeuw-en-ijs-kaartje te draaien.
4. Soms ligt er op alle vakjes van een straat al sneeuw of ijs. Als
je het cijfer van die straat draait hoef je ook geen sneeuw-en-
ijs-kaartje om te draaien.
5. De gebruikte weerkaartjes worden met de afbeelding naar
boven naast het bord gelegd. Als de dichte weerkaartjes op
zijn, worden ze alle 16 omgedraaid en gehusseld.
Rijden met de auto’s
6. Nu mag je gaan rijden met één van de vier auto’s. We zorgen
samen voor de vier families, dus je mag elke beurt kiezen met
welke auto je wilt rijden.
7. Je mag zo ver rijden als je wilt, maar alleen over straten
zonder sneeuw en ijs!
8. Je rijdt van huis naar één van de 12 plekken, van de ene naar
de andere plek of terug naar huis (zie hieronder).
9. In plaats van te rijden met één van de auto’s, mag je ook een
sneeuwschuiver of strooiwagen inschakelen (zie hieronder).
10. Daarna is de volgende speler aan de beurt.
De plekken (school, werk, winkel, sport)
11. De plekken hebben altijd maar aan één kant een ingang.
12. Als je op een plek aankomt, mag je het plek-kaartje pakken
en in de agenda-kaart leggen die bij die familie hoort. Zorg er
samen voor, dat de kleur van het plek-kaartje steeds klopt met
de kleur op de agenda-kaart. De volgorde maakt niet uit.
13. Gebruik je fantasie om te bedenken waarom iedereen de
dingen wil doen die op de agenda-kaart staan. Waarom gaan
opa en oma naar school? Misschien om hun kleinkind op te
halen?
14. De auto blijft op deze (nu lege) plek staan.
15. In de loop van het spel mag je ook naar een lege plek toe
rijden, als je dat zou willen. Je mag niet op een straat blijven
staan.
coöperatief strategiespel
1 tot 8 spelers • vanaf 6 jaar • speelduur circa 15 minuten
zijn, worden ze alle 16 omgedraaid en gehusseld.
zijn, worden ze alle 16 omgedraaid en gehusseld.
Rijden met de auto’s
Rijden met de auto’s

Summary of content (8 pages)