Inhoudsopgave 1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _ 72 2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL __________________________ 74 3. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES_____________ 77 4. AFSLUITENDE HANDELINGEN ____________________________ 79 5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN _____________________ 81 6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ___________________________ 88 7. GEBRUIK VAN DE OVEN _________________________________ 90 8. BESCHIKBARE ACCESSOIRES ____________________________ 92 9.
Presentatie 1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK DE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK TE NEMEN. BEWAAR EVENEENS DE REEKS BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN.
Presentatie ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN. HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE. DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN. HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT. DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
Aanwijzingen voor de installateur 2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens de van kracht zijnde normen. Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimum afstand van 50 mm van de zijkant van het toestel, zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B betreffende de installatieklassen.
Aanwijzingen voor de installateur In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van de draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 1.5 mm2 (kabel van 3 x 1.5), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat verbonden moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad (geelgroen) moet hebben. Gebruik uitsluitend de speciale kabels die verkrijgbaar zijn bij de Assistentiecentra.
Aanwijzingen voor de installateur 2.4 Gasaansluiting De aansluiting met rubberen buis moet zo worden verricht dat de leidingen niet langer zijn dan 2 meter in volledige extensie; vergewis u ervan dat de leidingen niet in aanraking komen met bewegende delen en niet bekneld raken. De binnendiameter van de buis moet 13 mm zijn voor alle gastypen.
Aanwijzingen voor de installateur 3. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES Voordat de volgende handelingen uitgevoerd worden, moet de stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden. De kookplaat van het fornuis is getest op methaangas G20/G25 (2E+) bij een druk van 20/25 mbar. Als hij op andere gassoorten moet werken, moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld.
Aanwijzingen voor de installateur 3.2 Tabellen met kenmerken van de branders en de vlamverdelers Brander Hulpbrander Halfsnelle Snel Zeer snel Vispan Brander Hulpbrander Halfsnelle Snel Zeer snel Vispan Nominaal warmtevermogen (kW) 1.05 1.8 3 4.0 1.
Aanwijzingen voor de installateur 4. AFSLUITENDE HANDELINGEN Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst. Na de instelling met een andere soort gas dan bij de keuring dient het etiket in de bergruimte voor het voedsel te worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe gassoort. Het etiket is verkrijgbaar bij het dichtstbijzijnde Erkende Assistentiecentrum. 4.
Aanwijzingen voor de installateur 4.4 • • 80 Montage van de plint Plaats de plint boven de plaat en zorg er voor dat de gaten A overeenkomen met de gaten B. Bevestig de plint op de plaat, door de schroeven C vast te draaien.
Aanwijzingen voor de gebruiker 5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN 5.1 Het frontpaneel Alle controle- en bedieningsknoppen van het fornuis bevinden zich op het frontpaneel. BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN OVENTHERMOSTAAT KOOKZONE RECHTSACHTER OVENFUNCTIES KOOKZONE RECHTSVOOR KOOKZONE LINKSVOOR VISPAN KOOKZONE LINKSACHTER KOOKZONE MIDDEN VOOR THERMOSTAATKNOP De keuze van de temperatuur voor de bereiding wordt uitgevoerd door de knop in wijzerszin op de gewenste waarde te draaien, tussen 50° en 250°C.
Aanwijzingen voor de gebruiker GEEN FUNCTIE INGESTELD ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER ONDERSTE VERWARMINGSELEMENT + GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE ONTDOOIEN VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN ONDER + VENTILATIE GRILL-ELEMENT GRILL-ELEMENT + VENTILATIE BEDIENINGSKNOP BRANDERS VAN DE PLAAT Om de vlam te ontsteken, moet u de knop indrukken en de knop in tegenwijzerszin draaien op de waarde van de grote vlam.
Aanwijzingen voor de gebruiker 5.2 Analoge programmeereenheid 5.2.1 Regeling van de juiste tijd Om de juiste tijd in te stellen, moet u het knopje A indrukken en in wijzerszin draaien. Vóór elke instelling van de programmeereenheid moeten de gewenste functie en de temperatuur geactiveerd worden. 5.2.2 Bereiding met tijdsinstelling Activeer de gewenste functie en temperatuur voordat de bereidingsduur wordt ingesteld.
Aanwijzingen voor de gebruiker 5.3 Analoge Elektronische modellen) Klok (enkel op sommige LIJST MET FUNCTIES TOETS KOOKWEKKER KNOP EINDE BEREIDING INSTELLING JUISTE TIJD EN RESET TOETS AFNAME WAARDE TOETS TOENAME WAARDE Het alarmsignaal dat op het einde van elke programmering zal afgaan, bestaat uit 10 geluidssignalen die 3 maal met intervals van ongeveer 1 minuut worden herhaald. Het kan echter op elk moment worden onderbroken, door een willekeurige toets in te drukken. 5.3.
Aanwijzingen voor de gebruiker 5.3.2 Kookwekker Deze functie zal de bereiding niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren. Wanneer u op de toets drukt, wordt het display verlicht zoals aangeduid wordt in afbeelding 1; - - Druk binnen 5 seconden op de toetsen of om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment oplichten of uitgaan, overeenkomstig 1 minuut van bereiding (in afbeelding 2 wordt 1 uur en 10 minuten weergegeven).
Aanwijzingen voor de gebruiker 5.3.3 Programmering Duur van bereiding: wanneer op de tweede toets gedrukt wordt, kan de duur van de bereiding ingesteld worden. Vóór het instellen, moet u de thermostaat op de voor de bereiding gewenste temperatuur draaien en de keuzeschakelaar voor de functies in een willekeurige positie plaatsen. Om de duur van de bereiding in te stellen, moet u als volgt te werk gaan: - Druk op de toets ; de wijzer zal zich op positie 12 plaatsen en het symbool (Afb. 1).
Aanwijzingen voor de gebruiker Begin bereiding: naast de duur van de bereiding kunt u ook de starttijd van de bereiding instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur tegenover de actuele tijd). Om het begintijdstip/eindtijdstip in te stellen, moet u als volgt handelen. Stel de duur van de bereidingstijd in zoals beschreven werd in de vorige paragraaf.
Aanwijzingen voor de gebruiker 6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT 6.1 Inschakeling van de branders van de kookplaat Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de bijbehorende deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten A van de vlamverdelers overeenstemmen met de vonkontstekers en de thermokoppels. Het rooster B moet gebruikt worden om te "wokken" (chinese kookpan).
Aanwijzingen voor de gebruiker 6.2 Praktisch advies voor het gebruik van de branders van de kookplaat Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem en met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf “6.3 Diameter van de recipiënten”). Op het moment dat de vloeistof aan de kook raakt moet u de vlam zover verminderen dat hij niet overkookt.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7. GEBRUIK VAN DE OVEN Voordat de oven gaat gebruikt worden, moet gecontroleerd worden of de analoge program toont (raadpleeg paragraaf 5.2.4 Manuele bereiding"). Bij de modellen met analoge digitale timer moet bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking voor een halve seconde op de centrale toets gedrukt worden om de oven te activeren voor de bereiding. 7.
Aanwijzingen voor de gebruiker 7.4 Bergruimte Onderaan het fornuis, onder de ovens, bevindt zich de bergruimte. Ze kan bereikt worden door aan de bovenkant van het deurtje te trekken. Bewaar er absoluut geen ontvlambare materialen zoals vodden, papier en dergelijk, maar eventueel enkel de metalen accessoires van het toestel. Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is. De temperaturen in deze ruimte kunnen zeer hoog zijn.
Aanwijzingen voor de gebruiker 8. BESCHIKBARE ACCESSOIRES De oven beschikt over 4 geleiders voor het plaatsen van roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes. Ovenrooster: voor het koken van voedsel in schalen, kleine taarten, braadstukken of voedsel dat licht moet worden geroosterd. Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van het vet dat van het voedsel op het rooster erboven druipt.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9. ADVIES VOOR DE BEREIDING 9.1 Traditionele bereidingen FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAATKNOP MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C Dit klassieke kooksysteem, waarbij de hitte van boven en van onderen komt, is geschikt voor het bakken van voedsel op een enkel niveau. U moet de oven voorverwarmen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Plaats het gerecht pas in de oven nadat het controlelampje van de thermostaat is uitgegaan. Bijzonder vet vlees moet in de nog koude oven worden gezet.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9.2 Bereidingen met warme lucht FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAATKNOP TUSSEN 50 - 250°C MET KEUZE Dit systeem is geschikt voor bereidingen op verschillende vlakken, ook van verschillende voedseltypes (vis, vlees, enz.) zonder dat de smaak of geur wordt overgedragen. De circulatie van de lucht in de oven garandeert een gelijkmatige verspreiding van de hitte. Voorverwarming is niet nodig.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9.4 Grillen met warme lucht FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAATKNOP MET KEUZE TUSSEN 50° EN 250°C Maakt een gelijkmatige verspreiding mogelijk van de warmte die beter en dieper door kan dringen in het voedsel. Het voedsel zal van buiten licht goudbruin worden en van binnen mals blijven. Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven en mag de maximale duur van de verwarming niet langer zijn dan 60 minuten. Tijdens het grillen moet de ovendeur gesloten blijven.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9.6 Bereidingen met het draaispit FUNCTIEKEUZEKNOP THERMOSTAATKNOP MET KEUZE TUSSEN 50° EN 20°C Bereid het spit met het voedsel voor door de schroeven A van de vorken te blokkeren. Steek de frames B in de gaten in het bakje F. het spit van het braadstuk zodanig plaatsen dat de katrol E op de steun voor het spit B blijft. Steek de schaal volledig in de oven tot de punt van de spies tegenover gat C staat.
Aanwijzingen voor de gebruiker 9.7 Tabellen met aanbevolen waarden De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument. TRADITIONELE BEREIDINGEN POSITIE GELEIDERAIL VAN ONDEREN TEMPERATUUR (°C) TIJD IN MINUTEN (*) 2-3 2-3 210 - 230 210 - 230 30 40 2 2 2 2 2 2 2 1 1-2 170 - 200 210 - 240 170 - 200 170 - 200 170 - 200 140 - 170 170 - 200 170 - 200 170 - 200 1-2 210 - 240 30 - 40 / KG. 30 - 40 / KG.
Aanwijzingen voor de gebruiker BEREIDINGEN MET WARME LUCHT HOOFDSCHOTELS LASAGNE PATES IN DE OVEN RIJST OP CREOOLSE WIJZE VLEES KALFSGEBRAAD VARKENSGEBRAAD RUNDSGEBRAAD RUNDSFILET LAMSGEBRAAD ROAST-BEEF GEBRADEN KIP GEBRADEN EEND GEBRADEN KALKOEN GEBRADEN KONIJN GEBRADEN HAAS GEBRADEN DUIF VIS PIZZA ZOETIGHEDEN (PATISSERIE) CAKE FRUITTAARTEN BISCUIT BRIOCHE STRUDEL PUDDING MET LANGE VINGERS BROOD TOAST 98 STAND RICHEL VAN ONDER AF TEMPERATUUR (°C) TIJD IN MINUTEN 2 2 2 190 - 210 190 - 210 190 - 220
Aanwijzingen voor de gebruiker 10. REINIGING EN ONDERHOUD 10.1 Reiniging van het roestvrij staal Vóór elke handeling uitgeschakeld worden. moet de stroomtoevoer van het toestel Voor een goed behoud van het roestvrij staal moet u het na ieder gebruik en nadat het is afgekoeld schoonmaken. 10.1.1 Gewone dagelijkse reiniging Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen oppervlakken altijd specifieke producten die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Aanwijzingen voor de gebruiker 10.2.2 De deksels, vlamverdelers en branders De deksels, vlamverdelers en branders kunnen voor het reinigen gemakkelijk worden verwijderd. Was alle onderdelen in warm water met een niet schurend schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert en wacht tot ze volledig zullen zijn opgedroogd.
Aanwijzingen voor de gebruiker Om de handelingen van de reiniging te vergemakkelijken, kan de opberglade onder de oven helemaal verwijderd worden. Trek hem er helemaal uit en til hem bij de voorkant naar boven (net als bij een gewone lade). 10.3.1 Zelfreinigende Panelen De hoofdoven is uitgerust met panelen met continu zelfreinigend email. Dergelijke panelen maken het schoonmaken van de oven veel eenvoudiger en u bent verzekerd van een langdurige goede werking. 10.3.
Aanwijzingen voor de gebruiker 11. BUITENGEWOON ONDERHOUD De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen van deze aard. Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden. 11.1 Vervanging van het lampje van de verlichting Het beschermingsdeksel A wegnemen.
Aanwijzingen voor de gebruiker 11.3 Pakking ovendeur De pakking van de deur kan worden verwijderd om de ovens accuraat schoon te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deur verwijderd is, de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding. 11.4 Smering van de gaskranen Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd moeilijk draaien en geblokkeerd raken. Reinig ze intern, en vervang het smeervet.
914774298/ A