Gebruikershandleiding 50266993 ECE R44/04 EN 1888:2012 Groep 0+ Tot 13kg Taal: Nederlands Belangrijk - Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik.
4 Inhoudsopgave. 01/ Vitale informatie / waarschuwingen ...............................................7 02/ Geschiktheid ......................................................................................9 03/ Product overzicht .............................................................................10 04/ Gebruikmodi ....................................................................................12 4.1. Gebruikmodi en hun doelen ...................................................12 4.2.
5 06/ Het Doona autostoeltje in de auto gebruiken ..............................34 6.1. Het Doona autostoeltje veiligstellen in uw auto ....................38 6.2. Checklist om te controleren dat het Doona autostoeltje correct is geïnstalleerd ...............................................42 6.3. Het Doona autostoeltje uit de auto verwijderen ..................43 07/ Onderhoud .......................................................................................44 7.1. Het gordelslot schoonhouden .......
6 Gefeliciteerd. Gefeliciteerd dat u voor keuze Simple Parenting’s Doona heeft gekozen voor een veilige en mobile oplossing voor uw baby. Om uw baby goed te beschermen, moet het Doona autostoeltje altijd worden gebruikt en geïnstalleerd zoals beschreven in deze handleiding. Belangrijk - Bewaar deze instructies voor toekomstig gebruik. Lees deze instructies zorgvuldig door, de veiligheid van uw kind kan worden beïnvloed als u zich niet aan deze instructies houdt.
7 1 / Vitale informatie / waarschuwingen. WAARSCHUWING! Voor de bescherming van uw baby is deze Doona Car Seat niet geschikt voor: • Als vervanging voor een babybedje of een wieg. Reiswiegen, kinderwagens en buggy’s mogen alleen worden gebruikt om baby’s of kinderen te vervoeren. • Om meer dan één kind te vervoeren. • Voor commercieel gebruik. WAARSCHUWING! Bij een auto-ongeluk kunnen enorme spanningen optreden, indien u bent betrokken in een auto-ongeluk raden wij u aan dit product te vervangen.
8 WAARSCHUWING! Gebruik dit product niet als er onderdelen ontbreken of gebroken zijn. WAARSCHUWING! Bagage of andere voorwerpen die verwondingen veroorzaken bij een botsing moeten goed vast zitten. WAARSCHUWING! Laat uw kind nooit alleen zonder toezicht. WAARSCHUWING! Dit product is niet geschikt voor hardlopen of schaatsen. WAARSCHUWING! Laat uw kind niet spelen met dit product. WAARSCHUWING! Gebruik altijd de parkeerrem als u uw kind in of uit het Doona autostoeltje neemt of als u even stilstaat.
9 2 / Geschiktheid. Het Doona autostoeltje is alleen bestemd voor een achterwaarts gerichte zitting. Groep: 0+ Gewicht: Tot 13 kg Dit Doona product is voor kinderen vanaf de geboorte en tot 13 kg. Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING! Gebruik het Doona autostoeltje NIET als het volgende van toepassing is: • Het kind weegt meer dan 13 kg • De kruin van het hoofd minder dan 2,5 cm is vanaf de bovenkant van het Doona autostoeltje (zie minimum 2.
10 3 / Product overzicht. 2. duwstang 3. gordelgeleidingen 4. zonnescherm 5. rotatiegreep knoppen 9. slotpennen 11. gordelsluiting 1. knop om 10. ontgrendelduwstang te ingsknop verlengen 8. schouderbandjes 13. gordelaanspanning knop 6. voorwielen 15. rempedaal (groen) 7. achterwielen DE N IE U W E G E N E R ATI E AU TO STO EL 12. gordelontgrendeling knop 14.
11 23. hoofdkussentje 9. slotpennen 24. schouderkussentjes 16. wielen ontgrendeling 25. heupgordels 27. hoogteverstellingskussen 17. veiligheidsknop 18. gordelhouder 19. schoudergordel sleuven 8. schouderbandjes 21. metalen plaat 22. metalen staaf 13.
12 4 / Gebruikmodi. 4.1 Gebruikmodi en hun doelen Autostoeltje modus Als u in een auto reist, gebruikt u altijd de autostoeltje modus van Doona. (Zie hoofdstuk # 6 van deze handleiding voor instructies met betrekking tot beveiliging en losmaken in het auto). Manoeuvreer modus Gebruik de manoeuvreer modus om het product gemakkelijk te manoeuvreren tijdens het lopen of als u ernaast zit. Loopmodus Gebruik de loopmodus als u uit de auto gaat en wandelt met uw baby.
13 4.2 De rotatiehoek van de duwstang instellen U kunt de duwstang (# 2) in drie standen zetten: B A C A. Druk tegelijk aan beide kanten op de rotatieknoppen (# 5) van de duwstang. B. Met de rotatieknoppen (# 5) van de duwstang ingedrukt, draait u de duwstang (# 2) naar de gewenste positie. C. Controleer dat het handvat niet verder draait dan de gewenste positie (A, B of C). D.
14 4.3. Tussen modi overschakelen WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat alle slotjes vastzitten voor het gebruik. WAARSCHUWING! Houd uw kind weg bij het ontvouwen en het invouwen van dit product, om letsel te voorkomen. Als u de Doona in- en uitklapt, dient u ervoor te zorgen dat uw kind in het harnas zit (armen en benen worden weggehouden van bewegende delen), of niet in de nabijheid is. Van loopmodus naar de autostoelmodus A.
15 C. Haal het Donna autostoeltje met één hand uit de auto . D. Met de andere hand drukt u de rode veiligheidsknop (# 17) en druk daarna op wielontgrendeling (# 16) om het wielmechanisme te ontgrendelen. De wielen zullen zich ontvouwen. 2 1 * Als alternatief voor fasen c-d: U kunt het Doona autostoeltje uit de auto nemen en het op de grond plaatsen, waarna u de rode veiligheidsknop (# 17) indrukt, en daarna op de wielontgrendeling (# 16) drukt, om het wielmechanisme te ontgrendelen.
16 F. Druk de knop om de duwstang te verlengen (# 1) in en trek de duwstang naar u toe, om hem langer te maken. Van de loopmodus naar de autostoelmodus A. Druk op de knop om de duwstang te verlengen (# 1), en duw de duwstang (# 2) naar beneden, voor de kortste stand.
17 B. Druk de rotatieknoppen (# 5) van de duwstang (# 2) aan beide kanten tegelijk in, en draai hem naar de bovenpositie (B). 2 1 1 C. Stap op het rode remslotpedaal (# 14) om het te vergrendelen. U kunt ook uw voet aan de voorkant van het wiel zetten om zijn beweging te blokkeren.
18 D. Houd de Doona autostoeltje met een hand aan de duwstang vast en met de andere hand drukt u de rode veiligheidsknop in (# 17), druk daarna op ontgrendeling (# 16) van de wielen. 1 E. Terwijl u indrukt, leunt u het Doona autostoeltje tegen de achterwielen (# 7) aan, tot ze beginnen te vouwen, laat het stoeltje helemaal op de grond staan totdat de wielen volledig zijn ingeklapt en vergrendeld. F. Til het Doona autostoeltje met de duwstang (# 2) op, en plaats het in de auto.
19 G. Bevestig het Doona autostoeltje in het auto (zie hoofdstuk # 6 van deze handleiding voor instructies met betrekking tot het beveiligen en vrijgeven van het Doona autostoeltje in de auto). H. Druk de rotatieknoppen (# 5) van de duwstang aan beide kanten tegelijk in, en draai het naar positie A.
20 4.4. Loopmodus Achterremmen De achterwielen zijn uitgerust met een remsysteem, waarmee u slechts één pedaal gebruikt om de achterwielen te remmen. Om te remmen, drukt u op het rode remslotpedaal (# 14) naast het rechter wiel. Om de remmen vrij te geven drukt u op het groene rempedaal (# 15) naast het linker wiel. Het autostoeltje moet altijd op de rem staan als u uw kind erin of eruit neemt.
21 WAARSCHUWING! De draagtas (All-Day) kan niet meer dan 3 kg gewicht bevatten. De handtas (Essentials) kan niet meer dan 1,5 kg gewicht bevatten. Als deze gewichtslimiet wordt overschreden beïnvloedt dit de stabiliteit van de wandelwagen waardoor hij kan omvallen. Draagtassen die niet zijn goedgekeurd door de fabrikant mogen niet worden gebruikt. WAARSCHUWING! Elk gewicht dat u toevoegt aan de handgreep beïnvloedt de stabiliteit van het Doona wandelwagentje.
22 5 / Uw baby beveiligen in het Doona autostoeltje. op passagiersstoel zonder airbag ja aan de buitenkant van de achterbank ja op de midden achterbank met 3-punts-gordel ja op een naar achterwaarts gerichte zitplaats nee op zijwaarts gerichte zitplaatsen nee Houd u aan de geldige voorschriften voor uw land.
23 WAARSCHUWING! Voor de bescherming van uw baby: • Zet uw baby altijd in het Doona autostoeltje met behulp van het beveiligingssysteem. • Als algemene regel: Zorg dat de gordel precies past over het lichaam van uw kind, hierdoor wordt uw kind beter beveiligd. Zorg ervoor dat de band goed zit bij gebruik in de auto. • Let erop dat de band strak zit en niet gedraaid is. • Aanbevolen wordt om uw kind nooit zonder toezicht in de auto in het Doona autostoeltje te laten.
24 WAARSCHUWING! • Laat de gordel (# 13) nooit tussen bewegende onderdelen raken (zoals automatische deuren, roltrappen, etc.). • De metalen en kunststof onderdelen van het Doona autostoeltje kunnen door de zon worden verwarmd. WAARSCHUWING! Uw kind kan een verbranding oplopen. Bescherm uw kind en het Doona autostoeltje tegen fel zonlicht (bijvoorbeeld door een lichte doek over de zitting te leggen).
25 5.1. De schouderbanden (# 8) aanpassen aan de lengte van uw baby 9. slotpennen 8. schouderbandjes 11. gordelsluiting 10. ontgrendelingsknop 12. gordelontgrendeling knop 13. gordelaanspanning knop 15. rempedaal (groen) 23. hoofdkussentje 9. slotpennen 24. schouderkussentjes 25. heupgordels 27. hoogteverstellingskussen 14.
26 De eerste keer dat u het Doona autostoeltje gebruikt en ook als uw baby groeit, moet u de schouderbandjes (# 8) op de hoogte van uw baby als volgt aanpassen: • Als de schouderbandjes (# 8) correct zijn ingesteld, gaan ze door de schoudergordel sleuven (# 19) op schouderhoogte of iets lager. • Plaats de baby in het Doona autostoeltje en vind de juiste schoudergordel sleuven (# 19) voor de hoogte van uw baby. Neem vervolgens uw baby uit het Doona autostoeltje.
27 WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de schouderbandjes (# 8) correct worden aangesloten op de metalen plaat (# 21). Zie onderstaande afbeelding voor een goede aansluiting. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de schouderbandjes (# 8) zo worden vastgemaakt op de metalen plaat (# 21) dat ze tussen de metalen staaf (# 22) en het autostoeltje liggen. Er mag geen onderdeel over de metalen staaf (# 22) gaan. Zie onderstaande afbeelding voor een goede aansluiting.
28 5.2. De duwstang draaien (# 2) Draai de duwstang naar stand C 5.3. De schouderbanden (# 8) losmaken Druk op de gordelontgrendelingsknop (# 12) en trek tegelijkertijd beide schouderbandjes (# 8) naar u toe. Zie voor kleine kinderen de volgende stappen 5.4. en 5.5.
29 5.4. Het verstelbare hoofdkussen (# 27) instellen naar de hoogte van uw kind Plaats het hoofdkussen (# 27) in het laagste deel van het stoeltje. De schouderbandjes (# 8) moet door de sleuven (# 19) gaan op schouderhoogte of iets lager. Als de schouderbanden door de sleuven op schouderhoogte of iets eronder gaan, zonder gebruik te maken van het hoofdkussen, kan het kussen worden verwijderd. 5.5.
30 5.6.
31 9. slotpennen 8. schouderbandjes 15. rempedaal (groen) 11. gordelsluiting 10. ontgrendelingsknop 23. hoofdkussentje 9. slotpennen 24. schouderkussentjes 12. gordelontgrendeling knop 25. heupgordels 13. gordelaanspanning knop 27. hoogteverstellingskussen 14. remslot pedaal (rood) • Maak de schouderbandjes los (zie hoofdstuk # 5.3) • Maak de slotpennen (# 9) los uit het slotje (# 11) door op de ontgrendelingsknop (# 10) te drukken. • Zet uw baby in het Doona autostoeltje.
32 WAARSCHUWING! De heupgordels (# 25) moeten zo laag mogelijk over de heupen van uw baby worden aangebracht. • Aanbevolen wordt om de schouderbanden niet zonder de schouderkussentjes te gebruiken WAARSCHUWING! Draai de schouderbandjes niet en leg ze ook niet over elkaar heen (# 8). • Plaats de twee slotpennen (# 9) samen en zet de slotpennen (# 9) in het gordelslot vast (# 11) met een hoorbare KLIK! • Zorg ervoor dat het hoofdkussentje (# 23) goed geplaatst is.
33 WAARSCHUWING! Er mag nooit meer dan een vingerruimte zijn tussen de schouderbanden en de schouders van uw baby. 5.8. Checklijst om te verzekeren dat uw baby goed vastzit VOOR UW BABY’S VEILIGHEID CONTROLEERT U ALS VOLGT: • De schouderbandjes (# 8) van het Doona autostoeltje worden goed aangetrokken zonder dat het kind er last van heeft. • De schouderbandjes (# 8) zijn goed ingesteld, de banden zijn niet gedraaid. • De slotpennen (# 9) zitten vast in het gordelslot (# 11).
34 6 / Het Doona autostoeltje in de auto gebruiken. Bekijk de instructies met betrekking tot kinderveiligheidsproducten, zoals deze omschreven staan in de handleiding van uw auto. WAARSCHUWING! Bij een ongeluk kunnen enorme krachten optreden. Probeer nooit om een kind te beveiligen op uw schoot met de autogordel of door het vast te houden. Beveilig uw kind in het Doona autostoeltje voor elke rit! Zet altijd het Doona autostoeltje in de auto tegen de rijrichting in.
35 NIET gebruiken op een passagiersstoel met een airbag!! Voor stoelen met zij-airbags, volgt u de instructies in de handleiding van uw auto. WAARSCHUWING! Wij adviseren u dat alle harde en kunststof onderdelen van de Doona Car Seat zo zijn geïnstalleerd dat zij niet klem komen te zitten tussen een verstelbare stoel of in een deur van de auto, tijdens het dagelijks gebruik van de auto.
36 Installatie met 3-punts gordel van de auto (universeel) WAARSCHUWING! Bij een ongeval verhoogt het gebruik van een 2-puntsgordel aanzienlijk letsel voor uw kind. Gebruik altijd een goedgekeurde 3-punt gordel. De veiligheid van de autogordel moet worden goedgekeurd volgens ECE R16 of een vergelijkbare norm (zie het testetiket aan de riem met een “E” of “e” in een cirkel.
37 Laat uw kind nooit zonder toezicht achter in het Doona autostoeltje in de auto. Voor de bescherming van alle inzittenden. In het geval van een noodstop of een ongeval, kunnen onbeveiligde personen of voorwerpen letsel aan andere inzittenden van de auto veroorzaken controleer altijd dat .... • De rugleuningen van de autostoelen vergrendeld zijn (dat wil zeggen dat een inklapbare achterbank vergrendeling is ingeschakeld).
38 6.1.
39 28. diagonale gordel 29. veiligheidsgordel 30. gordelslot 31. gordelslot van auto • Plaats het Doona autostoeltje tegen de rijrichting in op de achterzitplaats van uw auto(uw baby kijkt naar de achterruit). Opmerking: Installatie van het Doona autostoeltje op de voorstoel van de auto wordt niet aangeraden, maar is wel mogelijk.
40 WAARSCHUWING! De riem niet draaien. • Draai de heupgordel van de auto (# 29) door aan de diagonale band (# 28) te trekken WAARSCHUWING! Het autogordelslot (# 31) mag niet in de blauwe gordel geleider worden geplaatst (# 3) of zo ver naar voren liggen dat het aan de voorkant (in de rijrichting) van de blauwe band geleider (# 3) ligt. Opmerking: Mocht dit het geval zijn, probeer het op een andere zitplaats. Als u twijfels heeft over de installatie, neem dan gerust contact met ons op.
41 • Maak het diagonale banddeel van de autogordel (# 28) vast. • Draai de duwstang (# 2) in de autostoel positie A (zie voor instructies hoe u het handvat kunt draaien hoofdstuk # 4.2.). WAARSCHUWING! Gebruik geen andere contactpunten dan die hierboven zijn beschreven en aangegeven zijn op het Doona autostoeltje.
42 6.2. Checklist om te controleren dat het Doona autostoeltje correct is geïnstalleerd Controleer voor de veiligheid van uw baby dat: • Het Doona autostoeltje is bevestigd tegen de rijrichting in. • Het Doona autostoeltje alleen is geïnstalleerd op de voorste passagierszitting als er geen airbag aanwezig is, of als de airbag is uitgeschakeld. • Het Doona autostoeltje is beveiligd met een 3-punts gordel.
43 6.3. Het Doona autostoeltje uit de auto verwijderen • Haak de diagonale band van de autogordel (# 28) uit de blauwe riem houder (# 18). • Maak de autogordel (# 31) los en neem de heupgordel (# 29) uit de blauwe gordelgeleidingen (# 3).
44 7 / Onderhoud. Om de beschermende werking te behouden • Bij een ongeluk met een botssnelheid die hoger is dan 10 km / h kan het Doona autostoeltje schade oplopen die niet zichtbaar is. In dit geval moet het autostoeltje vervangen worden. Gooi het aub op de juiste wijze weg. • Controleer regelmatig alle belangrijke onderdelen op schade. Zorg voor de juiste werking van alle mechanische onderdelen.
45 7.1. Het gordelslot schoonhouden De functie van het gordelslot is belangrijk voor de veiligheid van uw kind. Defecten van het gordelslot komen meestal door ophopingen van vuil en stof. Aanbevolen wordt om het gordelslot regelmatig schoon te maken, om het goed te laten functioneren. Om het gordelslot te reinigen, sponst u het schoon of spoel het af met warm water. Gebruik GEEN zeep, oplosmiddelen of smeer. Reinig het gordelslot alleen met water, anders kunnen mogelijk defecten optreden. 7.2.
46 WAARSCHUWING! Verwijder nooit de slotpennen (# 9) van de bandjes. 7.3. De stofbekleding en het zonnescherm verwijderen • Trek de 3 zonneschermpennen (# 33) uit aan de bovenkant van het zonnescherm. • Trek het kuntstof zonneschermframe (# 32) uit de zonnescherm haken (# 34) en verwijder het kunststof van het frame. Maak het frame weer vast aan de haken. • Maak de 4 haakjes (# 35) los aan de bovenkant van de Doona bekleding.
47 32. kunststof stekel voor zonnescherm 35. haken 33. pennen aan achterkant van zonnescherm 34. zonnescherm scharnieren 36. kunstof pennen aan zijkant 38. onderste pen 37. geleidepennen gordel 7.4. De stofbekleding en het zonnescherm verwijderen • Ga door in omgekeerde volgorde van af stap (# 7.3) WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat alle bandjes niet gedraaid zijn en dat de schouderbanden (# 8) correct zijn aangesloten in de schouderbandsleuven (# 19).
48 WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de schouderbandjes (# 8) zo worden vastgemaakt op de metalen plaat (# 21) dat ze tussen de metalen staaf (# 22) en het autostoeltje liggen. Er mag geen onderdeel over de metalen staaf (# 22) heengaan. Zie onderstaande afbeelding voor een goede aansluiting.
49 8 / Installatie in vliegtuigen. 1/ Inleiding Door Simple Parenting wordt ten zeerste aangeraden dat kinderen tot 13 Kg een gecertificeerd kinderbeveiligingssysteem of een ander beveiligingssysteem gebruiken dat is goedgekeurd in vliegtuigen. Het Doona™ kinderautostoeltje (groep 0+) kan ook worden gebruikt in een vliegtuig om een veilige vlucht voor uw baby te waarborgen.
50 3/ Algemene veiligheidsinstructies Lees aub de volgende instructies aandachtig door voordat u het Doona ™ kinderautostoeltje in het vliegtuig installeert. Onjuiste installatie kan het leven van uw baby in gevaar brengen. Neem van tevoren contact op met de luchtvaartmaatschappij over de geschiktheid en vervoer van het Doona ™ kinderautostoeltje of bezoek www.TUV.com voor meer informatie. Het gebruik van het Doona™ kinderautostoeltje wordt alleen toegestaan in een vliegtuig met een 3-puntsgordel.
51 4/ Installatie A. Plaats het Place Doona™ kinderautostoeltje naar achteren gericht op de vliegtuigstoel. B. Zet de armleggers van het Doona kinderautostoeltje omhoog, dit vergemakkelijkt de installatie. C. Geleid beide einden van de heupgordel door de blauwe riemgeleiders van het Doona™ kinderautostoeltje. D. Zorg ervoor dat de riemen niet gedraaid zijn! F. Gesp nu de gordel vast (afbeelding 1) en trek de gordelriem vast (afbeelding 2). 1. 2.
52 9 / Twee-jaar garantie. Wij garanderen dat het Doona autostoeltje is vervaardigd in overeenstemming met de Europese normen en veiligheidsregels en voldoet aan de hoogste kwaliteitsnormen. Er is een 2-jaar garantie periode voor het Doona autostoeltje voor fabricage- en materiaalfouten. De garantieperiode gaat in op de dag van aankoop. Als bewijs van aankoop vult u de garantiekaart in en bewaar deze voor de gehele tijd van de garantieperiode, samen met uw kassabon.
53 10/ Garantiekaart.
simpleparenting.co info@simpleparenting.