Verklaring van overeenstemming Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX30 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze GX30 voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internetadres: http://www.sharp-mobile.
Inleiding Gefeliciteerd met uw aankoop van de GX30. Over deze gebruikershandleiding Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon. LET OP • Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd.
Powered by JBlend™ Copyright 19972003 Aplix Corporation. All rights reserved. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries. Powered by Mascot Capsule®/Micro3D Edition™ Mascot Capsule® is a registered trademark of HI Corporation ©2002-2003 HI Corporation. All Rights Reserved.
Handige functies en diensten van de telefoon Uw telefoon heeft de volgende mogelijkheden: • Ingebouwde digitale camera waarmee u foto’s kunt maken en videoclips kunt opnemen. • Maken en lezen van SMS-berichten. • Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u uw telefoon op verschillende manieren persoonlijker maken: u kunt MMS-berichten versturen en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto’s, geluiden en videoclips.
Inhoudsopgave Inleiding .............................................................1 Tekstsjablonen gebruiken .................................... 34 Handige functies en diensten van de telefoon ....... 3 Gebruik van het menu ................................... 35 Inhoudsopgave .................................................4 Uw telefoon .......................................................7 Lijst contacten .............................................. 38 Optionele accessoires .................
Berichten ....................................................... 66 MMS ................................................................... 66 SMS .................................................................... 77 Cell Broadcast .....................................................84 Regio info ........................................................... 86 Vodafone live! ............................................... 87 De WAP-browser weergeven ..............................
Snelkiezen ......................................................... 150 Mijn nummers ................................................... 151 Instellingen ..................................................152 Telefooninstellingen ......................................... 152 Oproepinstellingen ............................................ 165 Doorschakelen .................................................. 168 Geheugenkaart .................................................. 170 Verbindingen ................
Uw telefoon Controleer zorgvuldig het volgende.
Beginnen 1 15 16 17 8 2 3 18 19 20 9 10 11 4 5 6 12 7 13 14 24 25 21 26 22 23 27 8 Beginnen
1. Luistergedeelte 2. Navigatietoetsen (pijltoetsen): Hiermee verplaatst u de cursor om menu-onderdelen te selecteren, etc. In deze handleiding worden met a, b, c, d deze toetsen aangeduid. Pijltoetsen omhoog/omlaag: Om in de standby-modus items in de Lijst contacten op te roepen. Pijltoets links: Toont in de standby-modus een lijst van toepassingen in Opgeslagen downloads. Pijltoets rechts: Toont in de standby-modus het scherm Mijn afbeeldingen. 3.
10. Einde/AAN/UIT-toets: Beëindigt een gesprek, schakelt de telefoon in/uit. 11. Camera-toets: Om in de standby-modus de digitale camera te starten. 12. Toetsenblok 13. #/Flitslamptoets: Om heen en weer te gaan tussen symboolschermen. Druk op deze toets en houd deze ingedrukt om afwisselend te kiezen tussen gewone tekstinvoer en T9invoer. Schakelt de flitser/hulplamp in en uit in de modus voor de digitale camera/videocamera. 14. Microfoon 15. Antenne 16. Camera 17. Luidspreker 10 Beginnen 18.
24. Macro-schakelaar: (Close-up) Hiermee wordt heen en weer geschakeld tussen de normale stand ( ) en de macrostand ( ). 25. Hands Free-kit connector 26. Deksel geheugenkaartsleuf 27. Externe connector: Wordt gebruikt om de batterijlader of USBdatakabel aan te sluiten. De SIM-kaart en de batterij plaatsen 1. Schuif het batterijdeksel weg ( ).
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder. 3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten van de batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven , en plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
4. Plaats het deksel van de batterij terug en schuif dit zoals getoond dicht. De SIM-kaart en de batterij verwijderen 1. Zorg ervoor dat u uw telefoon uitschakelt en de oplader en andere accessoires verwijdert. Schuif het batterijdeksel weg . 1 2 Opmerking • Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt. • Zorg ervoor dat de standaardaccu (XN-1BT30) of de optionele Li-ion accu met hoge capaciteit (XN-1BT31) wordt gebruikt. 2.
3. Houd voorzichtig ingedrukt terwijl u de SIM-kaart uit de SIM-houder schuift. 1 2 14 Beginnen Batterij afdanken Het apparaat wordt gevoed door een batterij. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen: • Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw dealer of de klantenservice. • Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur of water, en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijk afval mee.
De batterij opladen Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u de batterij eerst 2 uur lang opladen. Gebruik van de oplader 1. Sluit de oplader aan op het externe contactpunt aan de onderzijde van de telefoon door beide zijden (aangegeven met pijlen) ingedrukt te houden, en sluit de oplader vervolgens aan op een stopcontact. Telefoonlamp Opmerking • De oplaadtijd kan variëren al naargelang de staat van de batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 196.
De batterij opladen met de sigarettenaanstekeroplader Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan via de sigarettenaanstekerbus in uw auto de batterij worden opgeladen. De geheugenkaart plaatsen 1. Zet de telefoon uit. 2. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf. Indicator batterijstatus De status van de batterij wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het intern en extern display.
4. Sluit het deksel. • Open het deksel van de geheugenkaartsleuf niet terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer u gegevens op de geheugenkaart opslaat. De kaart kan anders zo beschadigd raken dat u deze niet meer kunt gebruiken. • Houd geheugenkaarten uit de buurt van kleine kinderen. 1 2 Opmerking • De miniSD-geheugenkaart kan met uw telefoon niet worden gebruikt. • Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld wordt voordat u de geheugenkaart plaatst.
De geheugenkaart verwijderen 1. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf, verwijder de kaart en sluit het deksel. Uw telefoon aan- en uitzetten Om uw telefoon aan te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden. Vervolgens verschijnt het standby-scherm. Om uw telefoon uit te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden. Uw PIN-code invoeren Indien geactiveerd wordt u gevraagd uw PIN-code in te voeren nadat u de telefoon heeft aangezet. 1. Voer uw PIN-code in. 2. Druk op .
Lijst contacten kopiëren vanaf de SIM-kaart Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en de Lijst contacten start, dan wordt u gevraagd of u items van de Lijst contacten op de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de instructies op het scherm uit, of kopieer personen op een later tijdstip met het menu Lijst contacten. Dat werkt als volgt: 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Statusindicators 1. / : Geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is/dat het netwerk buiten bereik is. 2. : 3. / 4. : 5. / Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor GPRS-communicatie staat en binnen bereik is. Knippert tijdens GPRS-transmissie. / : Verschijnt wanneer er een nieuwe SMS-, MMS- of WAP-melding is gearriveerd. Verschijnt wanneer de geheugenkaart (p. 16) is geplaatst. Verschijnt wanneer de toepassing uitgevoerd (kleurrijk) of onderbroken (sepia) wordt. 6.
17. : 18. : Verschijnt wanneer het trilalarm (p. 140) is ingesteld. Verschijnt wanneer de USBgegevenskabel op uw telefoon is aangesloten. 19. / : 20. / / 21. : 22. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor faxcommunicatie staat. 23. : Verschijnt wanneer Postvak UIT MMSberichten bevat waarvan de verzending is mislukt. 24. : Verschijnt wanneer er een voicemailbericht opgeslagen is. : Verschijnt wanneer “Infrarood” aan is/ tijdens verbinding.
Indicators middelste toets/navigatietoetsen Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de corresponderende toets worden ingedrukt. 28. Gebied in het midden aan de onderzijde van het scherm: Toont de bewerking die kan worden uitgevoerd door de middelste toets. (Voor opties van de middelste toets gebruikt u het menu Opties dat wordt weergegeven door de linkerdisplaytoets.) 29. Indicator rond de middelste toets: Verschijnt wanneer navigatie omhoog, omlaag, naar rechts of naar links beschikbaar is.
5. / : Verschijnt wanneer de WAP- of MMScommunicatie in de CSD- of GPRSmodus staat. 14. : Verschijnt wanneer de USBgegevenskabel op uw telefoon is aangesloten. 6. : Geeft de batterijstatus aan. 15. / 7. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de modus voor GPRS-communicatie staat en binnen bereik is. 16. / / Verschijnt wanneer Postvak UIT MMSberichten bevat waarvan de verzending is mislukt.
Belfuncties Bellen 1. Voer het net- en abonneenummer in dat u wilt bellen. Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op C [Wissen] om het nummer links van de cursor te verwijderen. 2. Druk op D om het gesprek tot stand te brengen. Noodgevallen 1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnummer) in. 2.
Opnieuw kiezen 4. Druk op a of b om “Autom. nr. herhaling” te In het gespreksregister kunt u de nummers bellen van gemiste of binnengekomen oproepen, of de nummers die u zelf heeft gebeld. Elke lijst kan maximaal 10 nummers bevatten. 1. Druk tijdens standby op D. 2. Druk op c of d om een categorie te selecteren. U heeft de keus uit “Gekozen nummers”, “Gemiste oproepen” en “Ontvangen oproepen”. 3. Druk op a of b om het nummer te selecteren dat u wilt bellen. 4. Druk op D om het nummer opnieuw te kiezen.
Een oproep beantwoorden Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en knippert de telefoonlamp. 1. Open uw telefoon. 2. Druk op D, of A [Antwoorden] om het gesprek te beantwoorden. Of druk op een willekeurige toets behalve F en C [In gesprek] wanneer de functie “Antw. willek. toets” ingeschakeld is. Met deze functie kunt u een oproep beantwoorden door een willekeurige toets in te drukken. Stel in elk profiel deze functie in (p. 144).
Menu’s tijdens een gesprek Tijdens een gesprek iemand anders bellen Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies. 1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] om het menu Headsetvolume instellen Tijdens een gesprek kunt u het headsetvolume afstellen (en het Hands Free-volume indien de kit aangesloten is). 1. Druk tijdens een gesprek op één van de toetsen aan de zijkant (omhoog of omlaag) om het scherm van het headsetvolume op te roepen. 2.
Oproep in de wacht Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek bent. 1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk op a of b om “Wacht & beantw.” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om het tweede gesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u spreken met de tweede beller. 2.
Conferentiegesprek Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 deelnemers laten deelnemen aan een conferentiegesprek. Een conferentiegesprek beginnen Om een conferentiegesprek te beginnen, moet er één actief gesprek zijn en één gesprek in de wachtstand. 1. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 2. Druk op a of b om “Conferentie” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 3.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek 1. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 2. Druk op a of b om “Bellen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 3. Voer het nummer in van de persoon die u deel wilt laten nemen aan het conferentiegesprek. 4. Druk op D om de persoon te bellen. 5. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 6.
De kiestoon (DTMF-toon) dempen 1. Druk tijdens een gesprek op A [Opties] en druk vervolgens op a of b om “DTMF tonen uit” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Om de demping van de kiestoon op te heffen, accentueert u bij stap 1 “DTMF tonen aan”. Het microfoongeluid dempen 1. Druk tijdens een gesprek op C [Mic.uit] om het microfoongeluid te onderdrukken. Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op C [Mic. aan].
Tekens invoeren Toets Als u tekens wilt invoeren om items in de Lijst contacten op te nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., druk dan op de corresponderende toetsen. Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets zo vaak in totdat het gewenste teken wordt getoond. Voorbeeld: druk eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen. Tabel met tekens Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken in de reeks.
De invoertaal wijzigen Op het tekstinvoerscherm kunt u de invoertaal wijzigen. 1. Druk op het tekstinvoerscherm op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 2. Druk op a of b om “Invoertaal” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om de door u gewenste taal te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De invoermethode wijzigen T9-tekstinvoer T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren. 1.
Tekstsjablonen gebruiken Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn geregistreerd in Tekstsjablonen. Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekstsjablonen maken” op pagina 109. 1. Druk in het tekstinvoerscherm op a, b, c of d om de cursor naar het punt te verplaatsen waar u de sjabloon wilt invoegen. 2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 3.
Gebruik van het menu Gebruik van het hoofdmenu De functie kunt u ook openen door met de cijfertoetsen het corresponderende nummer van het menu in te voeren. In deze handleiding wordt door middel van bediening van de navigatietoetsen beschreven hoe functies worden geopend. Om naar het vorige scherm terug te gaan, drukt u op C [Vorige] wanneer de rechterdisplaytoets deze optie weergeeft. Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op C [Afsluiten].
Voorbeeld: Om het submenu “Taal” te openen met behulp van de sneltoetsen Druk op O G G. Opmerking • De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie menuniveaus.
Overzicht van menufuncties Menu-nummer/ Hoofdmenu 1 Games & meer 2 Vodafone live! 3 Toepassingen 4 Berichten Menu-nummer/ Submenu1 1 Opgeslagen downloads 2 Achtergrond 3 Meer downloads 4 Instellingen 5 Java™ informatie 1 Vodafone live! 2 Games 3 Ringtones 4 Pictures 5 Nieuws 6 Sport 7 Zoek & vind 8 Chat 9 Help & zoeken 1 Vodafone menu* 2 MP3-speler 3 Kalender 4 Alarmen 5 Rekenmachine 6 Spraakrecorder 7 Ringtone-editor 8 Help 1 Bericht maken 2 MMS 3 SMS 4 MMS Album 5 Vodafone Mail 6 Vodafone Messenger 7
Lijst contacten (M 8-1) De Lijst contacten oproepen In de Lijst contacten kunt u de telefoonnummers en emailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s. U kunt maximaal 500 telefoonnummers opslaan in de telefoon. In de Lijst contacten kunt u de volgende items opslaan. 3.
Als u nieuwe items opslaat 4. Druk na het uitvoeren van stap 1 t/m 3 op a of b om “Nwe contacten opsl. in” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op a of b om “Telefoongeheugen”, “Keuze” of “SIM-geheugen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u “Keuze” selecteert, kunt u, telkens wanneer u een nieuw item voor de Lijst contacten opslaat, de SIMkaart of het telefoongeheugen kiezen. Als u voor de Lijst contacten een ander geheugen wilt kiezen 4.
4. Voer een naam in, en druk vervolgens op . Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32. 5. Druk op a of b om de cursor naar het telefoonveld te verplaatsen, en druk vervolgens op . Het scherm voor invoer van het telefoonnummer verschijnt. 6. Voer het telefoonnummer in, en druk vervolgens op . Er kunnen maximaal 40 cijfers worden ingevoerd. 7. Druk op a of b om een gewenst nummertype te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
5. Druk op a of b om de gewenste afbeelding te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als de beeldgrootte groter is dan 240 dots [B] of 320 dots [H], druk dan op a, b, c of d om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op . 6. Druk op C [Opslaan] om het item op te slaan. Om de toegevoegde afbeelding door een andere te vervangen, selecteert u “Wijzigen” na stap 4. Om de toegevoegde afbeelding te verwijderen, selecteert u “Verwijderen” na stap 4.
Eén item kopiëren vanaf de telefoon naar de SIMkaart Een item kunt u kopiëren vanuit het telefoongeheugen naar de SIM-kaart. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten oproepen” op pagina 38. 2. Druk op a of b om door de lijst te schuiven en de naam te selecteren die u wilt kopiëren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het telefoonnummer te selecteren dat u naar de SIM-kaart wilt kopiëren. 4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 5.
Een naam en nummer zoeken Bellen vanuit de Lijst contacten 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten Bellen vanuit het scherm Lijst contacten 1. Zoek het gewenste item op in de Lijst contacten. Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken”. 2. Druk in de telefoonlijst op a of b om de gewenste naam te selecteren, en druk vervolgens op D om te bellen. 3.
Tip • Als u “SIM-geheugen” selecteert bij de optie “Locatie contacten” in het menu Lijst contacten (p. 38), wordt slechts één telefoonnummer weergegeven. • Als er in de lijst geen items worden gevonden, kunt u in de lijst een item maken. Druk op A [Opties]. Voer vervolgens de procedures zoals beschreven op pagina 39 uit. 44 Lijst contacten Items van de Lijst contacten bewerken De items van de Lijst contacten kunt u bewerken. 1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op.
Eén item uit de Lijst contacten verwijderen 1. Zoek in de Lijst contacten het gewenste item op. Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43. 2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op A [Ja]. Het geselecteerde item wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].
Groepsprofiel Voor elke groep kunt u een andere ringtone instellen. Bij aanschaf van deze telefoon zijn groepen uitgeschakeld. Als u geen groepsringtone instelt, wordt de ringtone gebruikt die toegewezen is in de Profielen. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten oproepen” op pagina 38. 2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 3. Druk op a of b om “Groep” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4.
Een \ringtone toewijzen aan elk item in de Lijst contacten Aan een vooraf geregistreerd item kan een speciale ringtone, een trilalarm en een instelling voor het opnamelicht worden toegewezen. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten oproepen” op pagina 38. 2. Druk op a of b om het item te selecteren dat u wilt instellen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om de cursor naar het ringtoneveld ( ) te verplaatsen, en druk op A [Opties]. 4.
Een reservekopie terugzetten 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten oproepen” op pagina 38. 2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 3. Druk op a of b om “Geavanceerd” te selecteren en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Herstellen” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Voer uw toestelcode in en druk vervolgens op . 6.
Snelkiezen Berichten verzenden In Snelkiezen kunt u maximaal 9 telefoonnummers opslaan. Items uit de Lijst contacten invoeren onder Snelkiezen 1. Zoek naar het gewenste item in de Lijst contacten en roep het details-scherm op. Voor bijzonderheden over het doorzoeken van items in de Lijst contacten, zie “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43. 2. Druk op a of b om het telefoonnummer te selecteren dat u aan Snelkiezen wilt toevoegen. 3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 4.
Locatienummer van telefoonnummer verwisselen Deze functie is alleen bestemd voor items die op de SIMkaart zijn opgeslagen. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De Lijst contacten oproepen” op pagina 38. 2. Druk op a of b om door de lijst te bladeren en de gewenste naam te kiezen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het gewenste telefoonnummer te selecteren. 4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 5.
Camera (M 5) Uw telefoon is uitgerust met een geïntegreerde digitale camera. Hiermee kunt u overal foto’s en videoclips maken en verzenden. Foto maken (M 5-1) Zet de telefoon in de modus van de digitale camera om een foto te nemen. Foto’s worden in JPEG-formaat opgeslagen in de volgende vijf beeldgroottes.
Foto’s nemen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Camera” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Foto maken” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het interne display. 4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om de foto te nemen. U hoort het sluitergeluid en het stilbeeld van de genomen foto wordt getoond. 5. Druk op A [Opslaan].
Close-up opnamen maken 1. Zet in de modus van de digitale camera de macroschakelaar in de macro-stand ( ). 2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om de foto te nemen. Om de macro-modus te verlaten, zet u de macroschakelaar in de normale stand ( ). De zoomfunctie gebruiken Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen. Opmerking • Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “Klein” ingesteld is, heeft de zoomfunctie 20 stappen.
Wanneer er geen geheugen aanwezig is Wanneer u nog maar 3 foto’s of minder kunt nemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur branden. (Het aantal foto’s dat kan worden genomen wordt bij benadering gegeven). Zelfs wanneer het aantal foto’s dat u nog kunt nemen, 0 geworden is, dan kunt u doorgaan met het nemen en opslaan van foto’s totdat het bericht “Niet geregistreerd. Geheugen vol.” verschijnt. Hierna kunt u het geheugen kiezen waar u de foto wilt opslaan.
Indicators voor Fotoserie (p. 57) : Deze indicators verschijnen op het scherm wanneer foto’s worden genomen in de fotoseriemodus (doorlopende opnamen). * Wanneer de zelfontspannerfunctie en de fotoseriefunctie tegelijkertijd geselecteerd zijn, verschijnt “ ” echter. Indicators voor het afbeeldingsformaat (p. 53) XXL: 858 × 1144 dots XL: 768 × 1024 dots Groot: 480 × 640 dots Medium: 240 × 320 dots Klein: 120 × 160 dots Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van het beeld (p.
Afstemmen op de lichtomstandigheden De helderheid van het beeld instellen Druk op a of b om de helderheid van het beeld te wijzigen. Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling. Gemaakte foto’s weergeven Gemaakte foto’s in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. 1. Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 2.
Opmerking • Als de zelfontspanner aftelt, knipperen de flitslamp en de indicator. • Indien tijdens het aftellen van de zelfontspanner of de omlaag-toets aan de zijkant wordt ingedrukt, wordt de foto onmiddellijk genomen. • De zoomfunctie met c of d, of instelling van de helderheid van het beeld met a of b, is tijdens het aftellen van de zelfontspanner niet mogelijk. • Als u met de zelfontspanner niet langer opnamen wilt maken, druk dan tijdens het aftellen van de zelfontspanner op C [Annuleren].
Opmerking • Wanneer “Afbeeldingsformaat” op “XXL”, “XL” of “Groot” ingesteld is, kunt u de fotoseriefunctie niet gebruiken. • Wanneer u voor het maken van foto’s een kader selecteert, kunt u de fotoserie-functie niet gebruiken. • De zelfontspanner kan niet worden gebruikt met de handmatige instelling. Een kader selecteren U kunt een kader kiezen uit voorkeuzepatronen. U kunt ook een kader selecteren in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart. 1. Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties].
De sluitertijd selecteren 1. Druk in de modus van de digitale camera op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 2. Druk op a of b om “Sluitertijd” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om de gewenste sluitertijd te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “Snel” is geschikt voor bewegende objecten en “Lang” is geschikt voor nachtfotografie.
Videoclips opnemen Met de videoclip kan ook geluid worden opgenomen. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Camera” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Video opnemen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het voorbeeld van de opname wordt weergegeven op het interne display. 4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om te beginnen met het opnemen van de videoclip.
Close-up videoclips opnemen 1. Zet in de modus van de videocamera de macroschakelaar in de macro-stand ( ). 2. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om te beginnen met het opnemen van de videoclip. Om de macro-modus te verlaten, zet u de macroschakelaar in de normale stand ( ). De zoomfunctie gebruiken De zoomverhouding kan ongeveer tot 3,5 keer in 10 stappen worden gewijzigd. Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen. Filmkwaliteit selecteren 1. Druk in de videocameramodus op A [Opties].
Wanneer er geen geheugen aanwezig is Wanneer u nog maar 3 videoclips of minder kunt opnemen, gaat de aanduiding voor resterende opnamen linksboven in het scherm in een rode kleur branden. (Het aantal clips dat kan worden opgenomen wordt bij benadering gegeven). Zelfs wanneer het aantal videoclips dat u nog kunt maken, 0 geworden is, dan kunt u doorgaan met het maken en opslaan van videoclips totdat het bericht “Niet geregistreerd. Geheugen vol.” verschijnt.
Afstemmen op de lichtomstandigheden De helderheid van de videoclips instellen Druk op a of b om de helderheid van de videoclip te wijzigen. Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling. Opgenomen videoclips afspelen De opgenomen videoclips in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart kunnen worden afgespeeld. 1. Druk in de videocameramodus op A [Opties]. 2.
Gebruik van de zelfontspanner Een videoclip opnemen met de zelfontspanner 1. Druk in de videocameramodus op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 2. Druk op a of b om “Zelfontspanner” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. “ ” verschijnt op het scherm en de telefoon keert terug naar de videocameramodus. 4.
Het opnamelicht selecteren 1. Druk in de videocameramodus op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 2. Druk op a of b om “Opnamelicht” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om de gewenste kleur te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Om de flitslamp uit te zetten, selecteert u “Uit”.
Berichten (M 4) Met uw telefoon kunt u SMS- en MMS-berichten verzenden en ontvangen, en serviceberichten ontvangen. MMS (M 4-2) Over MMS Met MMS (Multimedia Messaging Service) kunt u berichten verzenden en ontvangen met toevoeging van grafische afbeeldingen, foto’s, geluid, animaties of videoclips. Opmerking • Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit hangt af van uw netwerk. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Het onderwerp van het bericht invoeren 1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66. 2. Druk op a of b om “Onderwerp” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Voer het onderwerp van het bericht in en druk vervolgens op . Opmerking • In deze telefoon kunt u maximaal 40 tekens voor het onderwerp gebruiken en maximaal 20 adressen invoeren (voor “Naar” en “Cc”). Afhankelijk van uw netwerk kunnen echter verdere beperkingen gelden.
Ontvangers toevoegen 1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66. 2. Druk op a of b om “Contact toevoegen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Naar” te selecteren om ontvangers toe te voegen of “Cc” om een kopie van deze MMS naar andere ontvangers te verzenden, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om in de lijst een gewenst nummer te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5.
De diashowinstelling in- of uitschakelen 1. Druk tijdens standby op A. 2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Pagina toevoegen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 5. Druk op a of b om “Afbeeldingen”, “Geluid” of “Video” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 6. Druk op a of b om “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 7. Druk op a of b om het gewenste bestand te selecteren dat u wilt meesturen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een bericht verzenden vanuit de map Drafts 1. Druk tijdens standby op A. 2. Druk op a of b om “MMS” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt verzenden vanuit de map Drafts, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 5.
Telefoonnummer of e-mailadres van verzender en ontvanger controleren 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Inkomende berichten” op pagina 71. 2. Druk op a of b om het gewenste bericht te selecteren, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven. 3. Druk op a of b om “Details” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Op het scherm verschijnt het telefoonnummer of emailadres van de verzender, de tijd en datum, het onderwerp en de grootte.
Een bericht doorsturen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Een bericht beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 72. 2. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt doorsturen. 3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 4. Druk op a of b om “Doorsturen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Voer het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in, en druk vervolgens op .
Het telefoonnummer of e-mailadres van een verzender opslaan in de Lijst contacten 1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een bericht beantwoorden vanuit Postvak IN” op pagina 72. 2. Druk op a of b om “Opslaan in Telefoonboek” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuwe naam toevoegen” op pagina 39. MMS ophalen Wanneer “ ” in Postvak IN staat, kunt u het volgende doen. 1.
Aankomst van afleverrapport bevestigen 1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66. 2. Druk op a of b om “Verzonden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het bericht te selecteren waarvan u de aankomst van het afleverrapport wilt bevestigen, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 4. Druk op a of b om “Afleverrapport” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Bericht vergrendelen 1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66. 2. Druk op a of b om “Postvak IN” of “Verzonden” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt vergrendelen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 4. Druk op a of b om “Ver/Ontgrendelen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
• Pagina toevoegen: Schakelt Diashow in wanneer een bericht wordt verstuurd. • Berichtgrootte: Hiermee wordt voor verzending van berichten de maximaal toegestane berichtgrootte ingesteld. • Extra • Prioriteit: Geeft prioriteit aan opgestelde berichten. • Afleverrapport: Schakelt Afleverrapport in. • Opslagduur: Stelt de opslagduur in voor een bericht dat op de server moet worden opgeslagen. • Afzender zichtbaar: Toont informatie over de verzender.
Een nieuwe SMS maken (M 4-3-1) 1. Druk tijdens standby op A. 2. Druk op a of b om “SMS” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Bericht maken” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Voer uw bericht in. Voor bijzonderheden over het invoeren van tekens, zie “Tekens invoeren” op pagina 32. 5. Druk op . De tekstsjablonen gebruiken Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Mijn sjablonen” op pagina 109. 1.
6. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, en druk vervolgens op . Als u in de Lijst contacten het telefoonnummer wilt selecteren, zoek dan in deze lijst het gewenste item op. Druk op a of b om de Lijst contacten op te roepen. Druk op a of b om het gewenste item te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voor bijzonderheden over het zoeken naar items in de Lijst contacten, voert u stap 2 t/m 4 uit onder “Een naam en nummer zoeken” op pagina 43. 7.
SMS-berichten lezen Inkomende berichten De SMS-berichtindicator ( ) verschijnt wanneer er een bericht is binnengekomen. 1. Als u een SMS-bericht heeft ontvangen, druk dan tijdens de standby-modus op . 2. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt bekijken. Het telefoonnummer van de verzender en een deel van het bericht worden weergegeven. Als het telefoonnummer van de verzender in de Lijst contacten is opgeslagen, verschijnt de naam van de verzender in plaats van het telefoonnummer.
De afzender van het bericht bellen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen” op pagina 80. 2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 3. Druk op a of b om “Afzender bellen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Tip • In plaats van stap 2 en 3 uit te voeren, kunt u ook bellen door op D te drukken. Een bericht doorsturen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS-berichten lezen” op pagina 80. 2. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 3.
Een bericht verwijderen 1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Een nieuwe SMS maken” op pagina 78. 2. Druk op a of b om “Postvak IN”, “Verzonden” of “Drafts” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het bericht te selecteren dat u wilt verwijderen en druk op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 4. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 5.
Tip • Als u bij stap 3 de optie “Opslaan in Telefoonboek” selecteert, kunt u naar het invoerscherm van het telefoonnummer gaan met het ingevoerde nummer van de afzender. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuwe naam toevoegen” op pagina 39. SMS instellen (M 4-3-5) Telefoonnummer berichtencentrale instellen 1. Druk tijdens standby op A. 2. Druk op a of b om “SMS” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Verbindingstype 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “SMS instellen” op pagina 83. 2. Druk op a of b om “Verbindingstype” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het verbindingstype te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Cell Broadcast (M 4-7) Optimalisatie Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden doublebyte tekens (zoals Europese tekens met een accent) omgezet in single-byte tekens en verzonden.
Cell Broadcast-berichten lezen (M 4-7-2) 1. Als u een Cell Broadcast-bericht heeft ontvangen, druk dan op . 2. Druk op a of b om door het scherm te schuiven zodat u het bericht kunt lezen. 3. Als u klaar bent, druk dan op F. Abonneren op Cell Broadcast (M 4-7-3) Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht. 1. Druk tijdens standby op A. 2. Druk op a of b om “Cell Broadcast” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Regio info (M 4-8) Met Regio info verzendt de netwerkoperator informatie naar abonnees in bepaalde gebieden. Als u een bericht van Regio info ontvangt, verschijnt het bericht (netnummer) op het standby-scherm. Opmerking • Niet alle mobiele netwerken bieden deze dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. Regio info in/uitschakelen 1. Druk tijdens standby op A. 2. Druk op a of b om “Regio info” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Vodafone live! (M 2) Uw telefoon is al ingesteld voor toegang tot Vodafone live! en het Internet voor mobiele toepassingen*. Uw telefoon is al afgestemd op de Vodafone-site voor WAP/ MMS-instellingen. Afgestemd op Vodafone live! is een nieuwe portal voor mobiele toepassingen op het Internet die uw poort is naar een nieuwe wereld van informatie, games, muziek en diensten. Uw telefoon maakt gebruik van GPRS, een systeem dat veel sneller is dan de eerdere methoden waarmee mobiele informatie werd verkregen.
Navigeren door een WAP-pagina • a b c d: Om de verschillende onderdelen in het scherm te selecteren. • : Wordt gebruikt om de optie uit te voeren die midden in het scherm aan de onderzijde weergegeven wordt. • A: Om het optiemenu van de browser te starten. • C: Om een actie te selecteren die wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm. Wordt gebruikt om toegang te krijgen tot “Vodafone live!” door de browser te openen. • Q (indrukken en ingedrukt houden): Om naar een URL te gaan.
• Doorsturen: Om naar de volgende URL in de geschiedenislijst te gaan. • Pagina verversen: Om de inhoud van de WAP-pagina te verversen. • Geavanceerd...: • URL tonen: Om de URL te tonen van de site die u momenteel bezoekt. • Pagina opslaan: Om in de lijst met snapshots de pagina op te slaan die u momenteel bezoekt. • Snapshots: Om uw lijst met snapshots te bekijken. • Postvak IN: Om uw lijst met WAP-pushberichten te bekijken. U kunt via WAP-diensten Push-berichten ontvangen.
Bookmarks bewerken 1. Druk tijdens het bladeren op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 2. Druk op a of b om “Bookmarks tonen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Meer...” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om een bookmarkpagina te selecteren die u wilt bewerken, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 5.
Sneltoetsen maken voor snelle toegang tot bookmarks van webpagina's U kunt webpagina's snel oproepen door gebruik te maken van sneltoetsen. Voer de volgende procedure uit om sneltoetsen te maken. 1. Druk tijdens het browsen op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 2. Druk op a of b om “Bookmarks tonen” te selecteren en druk vervolgens op of A [Selecte...] om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Meer...” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
Mijn Telefoon (M 6) Beheer is mogelijk van foto’s die met een digitale camera zijn genomen of van afbeeldingen die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen. : Beelden in PNG-formaat : Beelden in JPEG-formaat : e-Animatie bestand (NEVA) : Beelden in GIF-formaat : Beelden in BMP-formaat : Beelden in WBMP-formaat : Beelden in WPNG-formaat Afbeeldingen weergeven 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2.
Beelden gebruiken als achtergrond 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven” op pagina 92. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u als achtergrond wilt gebruiken, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Instellen als achtergrond” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4.
Afbeeldingen bewerken Afbeeldingen retoucheren 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven” op pagina 92. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt retoucheren, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Beeld bewerken” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Retoucheren” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5.
Stempels toevoegen aan afbeeldingen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven” op pagina 92. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren waaraan u een stempel wilt toevoegen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Beeld bewerken” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Effect toevoegen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5.
Afbeeldingen kopiëren of verplaatsen U kunt afbeeldingen kopiëren of verplaatsen tussen het telefoongeheugen en de geheugenkaart. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven” op pagina 92. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt kopiëren of verplaatsen. 3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 4. Druk op a of b om de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
Het formaat van de afbeelding instellen De afbeeldingen die zijn geregistreerd in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart, kunt u gebruiken op het interne of externe display, of voor weergave bij een inkomend gesprek, een alarm of in/uitschakeling van de telefoon. Als het afbeeldingsformaat wordt gewijzigd, wordt de gegevensgrootte bijgewerkt. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven” op pagina 92. 2.
Een afbeelding verwijderen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Afbeeldingen weergeven” op pagina 92. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Eén afbeelding” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op A [Ja].
Mijn games & meer (M 6-2) Samen met de meegeleverde toepassing worden gedownloade toepassingen opgeslagen in Opgeslagen downloads. Opmerking • In Opgeslagen downloads is ruimte voor maximaal 50 toepassingen. Toepassingen gebruiken Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafonespecifieke toepassingen worden gebruikt. Om toepassingen te gebruiken, downloadt u eerst de toepassingen vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen.
Toepassingen uitvoeren (M 6-2-1) 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Mijn telefoon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Mijn games & meer” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Opgeslagen downloads” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De lijst met toepassingen in Opgeslagen downloads wordt vervolgens weergegeven.
5. Als u klaar bent, drukt u tweemaal op C [Vorige]. Het scherm keert terug naar de lijst. Toepassingen verwijderen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Toepassingen uitvoeren” op pagina 100. 2. Druk op a of b om de toepassing te selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op A [Ja]. De geselecteerde toepassing wordt verwijderd.
Mijn ringtones (M 6-3) De ringtones die zijn gemaakt met de Ringtone-editor en de AMR-gegevens die zijn opgenomen met de Spraakrecorder, worden beheerd in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart. De standaardringtones bevinden zich niet in het telefoongeheugen.
De geluiden gebruiken als ringtone U kunt deze optie alleen gebruiken voor geluiden die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones afspelen” op pagina 102. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt gebruiken als ringtone, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Instellen als ringtone” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De bestandsnaam wijzigen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Ringtones afspelen” op pagina 102. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Hernoemen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Voer een nieuwe bestandsnaam in. Om het laatste teken te verwijderen, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tekens te wissen. 5.
4. Druk op a of b om het bestandsformaat “SMAF”, “MIDI” of “i Melody” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Voer uw bericht in. Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuwe MMS maken” op pagina 66. Opmerking • MP3-geluidsbestanden kunnen niet met een bericht worden meegestuurd. • Ringtones met een gedimd pictogram kunnen niet met een bericht worden meegestuurd.
Videoclipbestanden afspelen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Mijn telefoon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Video’s” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De lijst met videoclips wordt weergegeven. 5.
4. Druk op a of b om het scherm te doorlopen. 5. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige]. De bestandsnaam wijzigen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden afspelen” op pagina 106. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Hernoemen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Voer een nieuwe bestandsnaam in.
Een videoclipbestand verwijderen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Videoclipbestanden afspelen” op pagina 106. 2. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt verwijderen en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Eén video” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op A [Ja].
Mijn sjablonen (M 6-6) U kunt maximaal 20 tekstsjablonen registreren voor gebruik in SMS- en MMS-berichten. Berichten kunt u sneller opstellen door teksten te registreren die u vaak gebruikt en die dan later in berichten te gebruiken. In elke tekstsjabloon kunnen 120 tekens worden geregistreerd. Tekstsjablonen maken 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Mijn telefoon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Tekstsjablonen verwijderen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Tekstsjablonen maken” op pagina 109. 2. Druk op a of b om de tekstsjabloon te selecteren die u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. 3. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op A [Ja]. De geselecteerde tekstsjabloon wordt verwijderd. Om de verwijdering te annuleren, drukt u bij stap 4 op C [Nee].
Games & meer (M 1) Toepassingen uitvoeren (M 1-1) Met uw telefoon kunt u spellen spelen en andere toepassingen uitvoeren. Voor bijzonderheden over toepassingen (opgeslagen downloads), zie pagina 100. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Games & meer” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Voer stap 4 en 5 uit onder “Toepassingen uitvoeren” op pagina 100.
Opmerking • Wijzigingen die worden aangebracht in bovengenoemde instelling terwijl de toepassing is onderbroken, zijn pas van kracht als de toepassing opnieuw wordt opgestart. • Het is mogelijk dat u bovenstaande instellingen niet kunt verrichten. Dit hangt af van uw netwerk. Activering (M 1-2-3) U kunt instellen hoe lang het moet duren voordat de achtergrondtoepassing wordt geactiveerd. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Achtergrond” op pagina 111. 2.
4. Druk op a of b om de methode te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. • “Gespreksprioriteit” of “Alarmprioriteit”: De toepassing wordt automatisch onderbroken, en u kunt het gesprek ontvangen, of het alarm klinkt. Nadat het gesprek wordt beëindigd of het alarm eindigt, wordt het pictogram ( ) getoond en weet u dat er een onderbroken toepassing is.
2. Druk op a of b om “Displayverlichting” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan/Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Aan”, “Uit” of “Standaard instelling” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Knipperinstelling Met deze instelling wordt de displayverlichting door de toepassing geregeld.
Online bevestiging (M 1-4-5) U kunt de display-instellingen van het bevestigingsscherm van de toepassing selecteren dat wordt getoond als de toepassing wordt gestart. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Instellingen-scherm openen” op pagina 112. 2. Druk op a of b om “Online bevestiging” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Alle toepassingen wissen Alle toepassingen die zijn opgeslagen in Opgeslagen downloads worden gewist. De meegeleverde toepassing kan niet worden verwijderd. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Instellingen-scherm openen” op pagina 112. 2. Druk op a of b om “Reset” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Voer uw toestelcode in en druk vervolgens op . Als u een verkeerde toestelcode invoert, keert het scherm terug naar stap 3 onder “Het Instellingenscherm openen” op pagina 112. 4.
Toepassingen (M 3) Vodafone menu (M 3-1) U kunt de informatie raadplegen op de SIM. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer bijzonderheden. MP3-speler (M 3-2) Met de MP3-speler kunt u MP3-bestanden met de aanbevolen bit rate van 128 Kbps afspelen. MP3-bestand of VBR (Variable Bit Rate) wordt niet ondersteund. Sla MP3bestanden op in de map SOUND bij gebruik van de geheugenkaart. MP3-bestanden afspelen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2.
• Om het MP3-bestand of de volgorde in de afspeellijst te wijzigen, drukt u op A [Opties] en op a of b om “Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Tip • MP3-geluidsbestanden kunnen ook worden afgespeeld door in het menu “Mijn telefoon” de optie “Mijn ringtones” te selecteren. • Het beginvolume van de MP3-speler is 0 wanneer het “Volume belsignaal” (p. 139) op “Stil” ingesteld is.
7. Als u klaar bent met het invoeren van gegevens, drukt u op C [Vorige]. Het scherm keert terug naar de kalender. Data met geplande taken/vergaderingen zijn onderstreept. Opmerking • De kalender kan worden weergegeven voor data vanaf januari 2000 t/m december 2099. Een bepaalde datum zoeken U kunt het beeld verplaatsen naar een bepaalde datum in de kalender. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Kalender” op pagina 118. De huidige maand wordt weergegeven en de huidige datum is geselecteerd. 2.
Schema’s verwijderen 4. Druk op a of b om “1 dag” te selecteren om alle Schema-onderdelen verwijderen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Kalender” op pagina 118. 2. Druk op a, b, c of d om de dag te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het onderdeel te selecteren dat u wilt verwijderen, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 4.
Alarmen (M 3-4) De alarmen instellen (M 3-4-1) Met de alarmfunctie kunt u dagelijks of op een gespecificeerde datum en tijd worden gealarmeerd. Vergeet niet dat het alarm niet juist werkt als de klok niet ingesteld is. De alarmfuncties werken alleen als de telefoon ingeschakeld is. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Toepassingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Het type alarmtoon wijzigen 1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “De alarmen instellen” op pagina 121. 2. Druk op a of b om “Kies alarm” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Toon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Meegeleverde ringtones” of “Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op a of b om de alarmtoon te selecteren. Als u de demo wilt horen, drukt u op .
De alarminstellingen wijzigen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De alarmen instellen” op pagina 121. 2. Druk op a of b om het nummer te selecteren dat u wilt wijzigen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Wijzig de alarminstellingen. Voor bijzonderheden over het wijzigen van alarminstellingen, zie “Alarmen” op pagina 121 De alarmfunctie uitschakelen 1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “De alarmen instellen” op pagina 121. 2.
Rekenmachine (M 3-5) Met de rekenmachine kunnen de 4 rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd, met weergave tot 12 cijfers. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Toepassingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Rekenmachine” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Rekenmachine” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Een waarde omrekenen 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Rekenmachine” op pagina 124. 2. Voer de waarde in die moet worden omgerekend, en druk vervolgens op A [Opties]. Het menu Opties wordt weergegeven. 3. Druk op a of b om “Eigen valuta” of “Buitenlandse valuta” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. Het resultaat verschijnt op het scherm. Indien u bij stap 3 “Wisselkoers” selecteert, kunt u een omrekeningskoers instellen.
3. Druk op a of b om “Spraakrecorder” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op om met opnemen te beginnen. Om te stoppen met opnemen voordat de opnametijd voorbij is, drukt u op . 5. Druk op a of b om “Opslaan” te selecteren om het spraakbericht op te slaan en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Tip • Het volume hangt af van de instellingen voor het “Volume belsignaal” (p. 139). Het volume stelt u in door op a of b of op de toetsen aan de zijkant te drukken. Het volume wordt 0 wanneer “Volume belsignaal” ingesteld is op “Stil” en 1 wanneer dit ingesteld is op “Staptoon”. Spraakberichten verzenden 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Een spraakbericht opnemen” op pagina 125. 2. Druk op om met opnemen te stoppen. 3.
7. Druk op a of b om een tempo te selecteren, en druk 11. Druk na het invoeren van één noot op d. vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het muziektempo wordt hieronder beschreven. • “Allegro (snel)”: 150 • “Moderato (normaal)”: 125 • “Andante (langzaam)”: 107 • “Adagio (zeer langzaam)”: 94 Tempo wordt bepaald door het aantal kwartnoten ( ) dat per minuut wordt gespeeld. 8.
Opmerking • Als de capaciteit of het geheugen in het telefoongeheugen niet meer toereikend is, dan verschijnt het bericht “Maximumcapaciteit : 1000 Niet geregistreerd.” of “Niet geregistreerd. Geheugen vol”. Het display keert terug naar het scherm van stap 15. Probeer het opnieuw nadat u onnodige gegevens heeft verwijderd ( p. 105). • Ringtones die uit te veel korte noten (zestiende noten en triolen) bestaan, kunnen bij stap 12 niet worden afgespeeld.
De muzieknoten en rust opgeven Geef muzieknoten en rust op door herhaaldelijk op P of R te drukken. ( ) Kwartnoot (kwartrust) P ( ) Achtste noot (achtste rust) P P ( ) Zestiende noot (zestiende rust) P ( ) Hele noot (hele rust) P ( ) Halve noot (halve rust) Als u een gepuncteerde noot of triool maakt, druk dan op O na het selecteren van de doelnoot. 130 Toepassingen Opmerking • U kunt geen gepuncteerde zestiende noot (zestiende rust) of een gepuncteerde hele noot (hele rust) maken.
De toon instellen De telefoon kan noten afspelen met verschillende instrumenten. 1. Voer stap 1 t/m 13 uit onder “Een originele ringtone maken” op pagina 127. 2. Druk op a of b om “Toon instellen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op c of d om een tooncategorie te selecteren. 4. Druk op a of b om een toon te selecteren. Als u op A [Opties] drukt en “Huidig onderdeel afspelen” selecteert, wordt de ingevoerde ringtone afgespeeld in de geselecteerde toon.
Categorie Viool 2 Houtblazers Synth Leads 132 Toon Strijkens. 1 Strijkens. 2 Synth.-snaren 1 Synth.-snaren 2 Voice Lead Koor (Ohh) Synth.-stem Orkesthit Sopraansax Altsax Tenorsax Baritonsax Hobo Engelse hoorn Fagot Klarinet Square Lead Sawtooth Lead Calliope Lead Chiff Lead Charang Lead Voice Lead Fifth Lead Bas & Lead Toepassingen Categorie Koper Panfluit Synth Pads Toon Trompet Trombone Tuba Ged. trompet Franse hoorn Kopersectie Synt.-koper 1 Synt.
Lange tonen Categorie Drums (FM) Toon SeqClick H Brush Tap Brush Swirl L Brush Slap Brush Swirl H Snare Roll Castanet Sticks Open Rim Shot Closed Rim Shot Handen klappen Ride Cymbal Cup Tambourine Koebel Vibraslap Bongo H Bongo L Conga H Mute Conga H Open Conga L Categorie Categorie Drums (FM) Toon Timbale H Timbale L Agogo H Agogo L Cabasa Maracas Samba Whistle H Samba Whistle L Guiro kort Guiro lang Claves Wood Block H Wood Block L Cuica Mute Cuica Open Triangel Mute Triangel Open Shaker Jingle Bell
Het volume instellen van de originele ringtone Het volume van de originele ringtone kan voor elke ringtone op 3 niveaus worden ingesteld. Bij aanschaf van deze telefoon is het volume van de originele ringtone ingesteld op “Hoog”. 1. Voer stap 1 t/m 13 uit onder “Een originele ringtone maken” op pagina 127. 2. Druk op a of b om “Volume instellen” te selecteren, en druk vervolgens op . 3. Druk op a of b om een toonvolume te selecteren.
Om een noot te verwijderen, drukt u kortstondig op C [Wissen]. Houd C [Wissen] ingedrukt om alle tonen te wissen. 11. Als u klaar bent met bewerken, drukt u op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 12. Druk op a of b om “Opslaan” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 13. Druk op a of b om “Opslaan in ‘Mijn telefoon’” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 14.
4. Druk op c of d om de cursor naar de eerste te 5. 6. 7. 8. 136 kopiëren of de eerste te knippen noot te verplaatsen, en druk vervolgens op . Druk op c of d om de cursor naar de laatste noot te verplaatsen om het blok te selecteren, en druk vervolgens op . Het geaccentueerde blok wordt tijdelijk in het geheugen opgeslagen. Als u bij stap 3 “Knippen” selecteert, wordt het geaccentueerde blok geknipt. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen.
Profielen (M 7) U kunt de telefoontonen (bijvoorbeeld het volume van het belsignaal, de toetstonen, etc.) gemakkelijk afstemmen op uw omstandigheden. Het toongeluid en het trilalarm kunnen in elk profiel afzonderlijk worden ingesteld. Er zijn 5 profielen inclusief één profiel dat door de gebruiker kan worden gedefinieerd: • Normaal • Actief • Auto • Headset • Stil Een profiel activeren 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2.
Profielen aanpassen Profielinstellingen resetten 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Profielen” te selecteren, 1. Voer stap 1 en 2 uit onder “Profielen aanpassen”. 2. Druk op a of b om het profiel te selecteren dat u wilt en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om het profiel te selecteren dat u wilt aanpassen, en druk vervolgens op A [Opties]. 4.
Volume belsignaal Ringtone toewijzen U kunt het volume van het belsignaal instellen op 6 niveaus of een staptoon. Wanneer het volume van het belsignaal op “Stil” ingesteld is, wordt het volume van toepassingen gedempt. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Profielen aanpassen” op pagina 138. 2. Druk op a of b om “Volume belsignaal” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Getoond wordt het huidige volume. 3.
Trilalarm Opnamelicht Wanneer het trilalarm is ingeschakeld, gaat de telefoon bij inkomende gesprekken trillen, ongeacht de instellingen van het belsignaalvolume en de toon. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Profielen aanpassen” op pagina 138. 2. Druk op a of b om “Trilalarm” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Inschakelen”, “Uitschakelen” of “Trillen & geluid” te selecteren, en druk op om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Als u “Uit” selecteert, keert het scherm terug naar stap 1. 4. Druk op a of b om “Volume” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op a om het volume te verhogen of druk op b om het volume te verlagen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 6. Druk op a of b om “Toon” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 7.
10. Druk op a of b om de gewenste duur te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Geluid bij inschakelen/uitschakelen De telefoon kan zodanig worden ingesteld dat een geluid klinkt wanneer de telefoon wordt in- of uitgeschakeld. U kunt het volume, de duur en de melodie voor deze taak definiëren. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Profielen aanpassen” op pagina 138. 2. Druk op a of b om “Opstartgeluid” of “Afsluitgeluid” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
5. Druk op a om het volume te verhogen of druk op b om het volume te verlagen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 6. Druk op a of b om “Ringtone” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 7. Druk op a of b om “Meegeleverde ringtones” of “Mijn ringtones” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 8. Selecteer de ringtone. Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone, zie “Ringtone toewijzen” op pagina 139. 9.
Antwoord met willekeurige toets U kunt een gesprek ook beantwoorden door op een willekeurige toets - behalve F of C [In gesprek] - te drukken. Zie voor bijzonderheden pagina 26. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Profielen aanpassen” op pagina 138. 2. Druk op a of b om “Antw. willek. toets” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Contacten (M 8) Gespreksregister (M 8-3) De telefoon bewaart de laatste 10 gemiste oproepen, ontvangen oproepen en gekozen nummers. Gespreksregister weergeven 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Gespreksregister” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
Een gespreksregister verwijderen Gesprekstimers (M 8-3-4) Eén gespreksregister verwijderen 1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Gespreksregister weergeven” op pagina 145. 2. Druk op a of b om het gespreksregister te selecteren dat u wilt verwijderen, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het geselecteerde gespreksregister wordt in detail weergegeven. 3. Druk op A [Opties] om het menu Opties op te roepen. 4.
De totale gesprekstijd controleren 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De duur van het laatste gesprek controleren” op pagina 146. 2. Druk op a of b om “Ontvangen oproepen” of “Gekozen nummers” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Alle oproepen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige]. Alle gesprekstimers resetten 1.
De totale gesprekskosten controleren 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De kosten van het laatste gesprek controleren” op pagina 147. 2. Druk op a of b om “Alle oproepen” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige]. Het tarief instellen Stel het tarief in om de gesprekskosten te berekenen en stel de maximale limiet voor gesprekskosten in. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De kosten van het laatste gesprek controleren” op pagina 147. 2.
De kostenlimiet controleren 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De kosten van het laatste gesprek controleren” op pagina 147. 2. Druk op a of b om “Ontvangen oproepen” of “Gekozen nummers” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Limiet lezen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De waarde van de kostenlimiet verschijnt op het scherm. 4. Als u klaar bent, drukt u op C [Vorige]. Resterend beltegoed controleren 1.
Datateller (M 8-3-6) Snelkiezen (M 8-4) U kunt het aantal pakketten (bytes) controleren dat u in de GPRS-pakkettransmissie heeft gebruikt. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Gespreksregister” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Druk op a of b om “Datateller” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5.
Tip • Bij stap 4 kunt u andere opties selecteren: “Verwijderen”: Verwijdert het geselecteerde item. “Alles wissen”: Wist alle geregistreerde items. Mijn nummers (M 8-5) U kunt uw eigen spraak-, data- en faxnummers bekijken. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Contacten” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Mijn nummers” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
Instellingen (M 9) Telefooninstellingen (M 9-1) Het Telefooninstellingen-scherm openen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Telefooninstellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het Telefooninstellingen-scherm wordt weergegeven. De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd.
Het tijdsysteem selecteren De klokweergave instellen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingen- 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingen- 2. 3. 4. 5. scherm openen” op pagina 152. Druk op a of b om “Datum & tijd” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om “Klokinstellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om “Tijdnotatie” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Zomertijd instellen De tijdzone instellen De telefoon kan overschakelen op zomertijd zonder dat u de kloktijd zelf hoeft te wijzigen. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingenscherm openen” op pagina 152. 2. Druk op a of b om “Datum & tijd” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingen- 3. Druk op a of b om “Klokinstellingen” te selecteren, 4.
4. Druk op a of b om “Aangepaste zone instellen” te selecteren, en druk vervolgens op bevestigen. om uw keuze te 5. Voer met de cijfertoetsen de tijdzoneverschillen in en druk vervolgens op . Telkens wanneer u op P drukt, wordt afgewisseld tussen – en +. Het interne display instellen (M 9-1-3) U kunt de instellingen van het interne display wijzigen. Achtergrond voor het interne display Voor het standby-scherm van het interne display kunt u kiezen uit 3 afbeeldingen.
6. Druk op a of b om de afbeelding te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven. 7. Druk op . 8. Druk op a, b, c of d om het gebied op te geven dat u wilt weergeven, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De afbeelding is nu geselecteerd. Opmerking • Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het afbeeldings- en gegevenstype.
Wanneer u bij stap 5 “Aan”selecteert: 6. Geef met 2 cijfers de duur van de displayverlichting op, en druk vervolgens op . In/uitschakeling van de displayverlichting wanneer opgeladen wordt met de sigarettenaanstekeroplader Als deze instelling ingeschakeld staat, is de displayverlichting van de telefoon aan wanneer de sigarettenaansteker-oplader aangesloten is. (De displayverlichting van het externe display is aan wanneer de telefoon gesloten is.) 1.
De spaarstand van het display instellen Het scherm van deze telefoon gaat automatisch uit nadat de telefoon gedurende een opgegeven tijd open heeft gestaan. Hiermee verlengt u de levensduur van de batterij. U kunt de tijdsduur tot wanneer de spaarstand van het display gaat werken, instellen tussen 2 en 20 minuten. De spaarstand van het display annuleren Tip • Toen u deze telefoon kocht, was de spaarstand van het display ingesteld op 10 minuten. 1.
Beelden toewijzen Afbeeldingen kunnen worden weergegeven bij het in- of uitschakelen van de stroom, tijdens ontvangst van een inkomend gesprek of bij werking van het alarm. Gebruik kan worden gemaakt van foto’s die zijn genomen met een digitale camera of beelden die vanaf een WAP-site zijn gedownload. 6. Druk op om de functie in te stellen. Tip • Om de afbeeldingsinstelling te annuleren, selecteert u bij stap 5 “Standaard” en druk vervolgens op . Meegeleverde afbeeldingen instellen 1.
Mijn afbeeldingen instellen 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingenscherm openen” op pagina 152. 2. Druk op a of b om “Intern display” te selecteren, en 3. 4. 5. 6. 7. 8. 160 druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om “Beelden toewijzen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om het scherm voor instelling van de afbeelding te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Meegeleverde afbeeldingen instellen voor het externe display Mijn afbeeldingen instellen voor het externe display 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingen- 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingen- 2. 3. 4. 5. 6. scherm openen” op pagina 152. Druk op a of b om “Extern display” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om “Achtergrond” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking • Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het afbeeldings- en gegevenstype. • Zelfs wanneer een animatie is geselecteerd, laat het standby-scherm een stilbeeld zien wanneer de telefoon ongeveer 2 minuten niet wordt bediend. • Wanneer een animatie wordt ingesteld als achtergrond van het externe display, verbruikt de batterij veel vermogen en kan de standby-tijd korter worden.
Het LCD-contrast van het externe display instellen Symbool voor inkomende gesprekken instellen Soms kan het nodig zijn om het LCD-contrast van het externe display af te stemmen op de lichtomstandigheden. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Telefooninstellingenscherm openen” op pagina 152. 2. Druk op a of b om “Extern display” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b “LCD-contrast” te selecteren. en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
4. Druk op a of b om “Digitale klok 1” t/m “Digitale klok 3” of “Analoge klok 1” t/m “Analoge klok 3” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven 5. Druk op . Note • De klokweergave-instelling voor het externe display is gebaseerd op de instelling onder “De klokweergave instellen” op pagina 153. Symbolen weergeven op het externe display U kunt het externe display zo instellen dat symbolen worden weergeven. 1.
Oproepinstellingen (M 9-2) U kunt verschillende functies en diensten instellen. Het Oproepinstellingen-scherm openen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Oproepinstellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het Oproepinstellingen-scherm wordt weergegeven. De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd.
Gesprekstimers weergeven (M 9-2-2) 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Oproepinstellingenscherm openen” op pagina 165. 2. Druk op a of b om “Duur oproep tonen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Uw telefoonnummer tonen (M 9-2-3) Hiermee bepaalt u of u uw telefoonnummer wilt tonen als u een andere persoon belt. Sommige netwerken bieden deze dienst niet.
Gesprek met beeld (M 9-2-5) Het beeld van de beller die in de Lijst contacten is geregistreerd, verschijnt wanneer een gesprek wordt ontvangen. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Oproepinstellingenscherm openen” op pagina 165. 2. Druk op a of b om “Gesprek met beeld” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Opmerking • Als u bij stap 3 de verkeerde toestelcode invoert, wordt de bewerking geannuleerd en keert het scherm terug naar stap 3 onder “Oproep in de wacht” op pagina 165. Doorschakelen (M 9-3) Deze dienst wordt gebruikt om, als u onder bepaalde omstandigheden een oproep niet kunt of wilt beantwoorden, inkomende oproepen door te schakelen naar uw voicemail of naar een ander nummer. Oproepen doorschakelen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2.
5. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 6. Als u oproepen wilt doorschakelen naar een nummer dat zich in de Lijst contacten bevindt, zoek dit nummer dan in de Lijst contacten op. Druk op a of b om de Lijst contacten op te roepen. Druk op a of b om het gewenste item te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Oproepdoorschakelingsinstellingen afzonderlijk annuleren 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Oproepen doorschakelen” op pagina 168. 2. Druk op a of b om de doorschakelingsoptie te selecteren die u wilt annuleren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. De geselecteerde oproepdoorschakeling is nu geannuleerd. Geheugenkaart (M 9-4) Geheugenkaarten formatteren (M 9-4-1) 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
Gegevens op de geheugenkaart bekijken (M 9-4-2) U kunt het kaarttype (SD-geheugenkaart of MMC) bekijken, de capaciteit, hoeveel geheugen is gebruikt en hoeveel geheugenruimte nog beschikbaar is. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Geheugenkaarten formatteren” op pagina 170. 2. Druk op a of b om “Kaartdetails” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk eventueel op a of b om het scherm te doorlopen. 3. Wanneer u de gegevens heeft bekeken, druk dan op C [Vorige].
6. Druk op a of b om “Aan” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Mocht de infraroodverbinding op dit moment geactiveerd zijn, dan wordt u gevraagd of u deze verbinding al dan niet wilt beëindigen Druk op A [Ja]. De Bluetooth-verbinding is nu geactiveerd en op het standby-scherm verschijnt “ ”. Zoeken naar apparaten die moeten worden gepaird Om de Bluetooth-functie te gebruiken, moet u naar andere Bluetooth-apparaten zoeken die contact met uw telefoon kunnen maken.
Gepairde apparaten Een apparaat hernoemen U kunt in de lijst het gepairde apparaat activeren, hernoemen of verwijderen. 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De Bluetooth-functie Een apparaat activeren 2. Druk op a of b om “Gepairde apparaten” te 1. Voer stap 1 t/m 4 uit onder “De Bluetooth-functie gebruiken” op pagina 171. 2. Druk op a of b om “Gepairde apparaten” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
4. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op a of b om “Eén apparaat” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 6. Druk op A [Ja]. Ziet u er vanaf om de apparaatnaam te verwijderen, druk dan bij stap 6 op C [Nee]. Tip • Om alle apparaatnamen te verwijderen, drukt u bij stap 5 op a of b om “Alle apparaten” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
De infraroodfunctie gebruiken (voor modem) De infraroodfunctie aan- of uitzetten (M 9-5-2) Via de infraroodverbinding kunt u uw telefoon gebruiken als modem. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Verbindingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
Internet-instellingen (M 9-6) WAP/MMS-instellingen De setup van de WAP- en MMS-instellingen kan zoals hierna worden uitgevoerd. Deze instellingen hoeft u onder normale omstandigheden niet te wijzigen. WAP-instellingen (M 9-6-1) Item Profielnaam* IP-adres* Startpagina 176 Beschrijving Bewerking Druk op a of b om “Profielnaam” te selecteren WAPen druk vervolgens op profielnaam om uw keuze te bevestigen. (unieke naam) Voer de gewenste strings in en druk op .
GPRS-instellingen (Als “GPRS dan CSD” of “GPRS” wordt geselecteerd als verbindingstype, moeten deze worden ingesteld) Item APN* Beschrijving Bewerking Druk op a of b om “APN” te selecteren en druk vervolgens op om uw Naam keuze te bevestigen. toegangspunt Voer de naam van het toegangspunt (APN) in en druk op . Druk op a of b om “Gebruikersnaam” te selecteren en druk om uw Gebruikersnaam Gebruikersnaam vervolgens op keuze te bevestigen. Voer de gebruikersnaam in en druk op .
Item Beschrijving Wachtwoord Wachtwoord Bewerking Druk op a of b om “Wachtwoord” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voer het wachtwoord in en druk op . Druk op a of b om “Vertragingstijd” te selecteren en druk op VertragingsVertragingstijd om uw keuze te bevestigen. tijd Voer in seconden (0-99999) de tijd in en druk op .
Item Beschrijving Bewerking Druk op a of b om “Poort nummer” te selecteren en druk vervolgens op om Poort nummer* Beveiligingsoptie uw keuze te bevestigen. Voer het poortnummer (1024-65535) in en druk op . Druk op a of b om “Verbindingstype” te selecteren en druk op om uw keuze te bevestigen. Verbindingstype Druk op a of b om Verbindingstype drager “GPRS dan CSD”, “GPRS” of “CSD” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
Item Verbindingstype Beschrijving ISDN of Analoog Bewerking Druk op a of b om “Verbindingstype” te selecteren en druk op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om “ISDN” of “Analoog” te selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Druk op a of b om “Gebruikersnaam” te selecteren en druk om uw Gebruikersnaam Gebruikersnaam vervolgens op keuze te bevestigen. Voer de gebruikersnaam in en druk op .
Uw account-gegevens instellen Een netwerkverbindingsprofiel selecteren Deze informatie wordt geleverd door uw Internet Service Provider. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Internet-instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
Netwerkinstellingen (M 9-7) Het Netwerkinstellingen-scherm openen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Netwerkinstellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het Netwerkinstellingen-scherm wordt weergegeven. De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd.
6. Voer de landcode in en druk vervolgens op . 7. Voer de netwerkcode in en druk vervolgens op . 8. Voer een nieuwe netwerknaam in en druk op . De voorkeurslijst bewerken De positie van een netwerk wijzigen in de voorkeurslijst 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het Netwerkinstellingenscherm openen” op pagina 182. 2. Druk op a of b om “Netwerk selecteren” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
Beveiliging (M 9-8) Het beveiligingsscherm openen 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Beveiliging” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Het beveiligingsscherm wordt weergegeven. De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd.
Telefoon blokkeren (M 9-8-2) De telefoonblokkering is een extra beveiligingsvoorziening die voorkomt dat onbevoegden van de telefoon of bepaalde functies gebruik kunnen maken. De toestelcode is standaard ingesteld op “0000”. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het beveiligingsscherm openen” op pagina 184. 2. Druk op a of b om “Telefoon blokkeren” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Aan” of “Uit” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4.
Oproepen blokkeren (M 9-8-4) Met deze functie kunt u beperkingen opleggen aan inkomende en uitgaande gesprekken. Om oproepen te blokkeren, heeft u een oproepblokkeringswachtwoord nodig. Dit kan worden geleverd door uw netwerkoperator. 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het beveiligingsscherm openen” op pagina 184. 2. Druk op a of b om “Oproepen blokkeren” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3.
6. Voer het wachtwoord voor het netwerk in en druk vervolgens op . Om het wachtwoord voor het netwerk te wijzigen, zie “Wachtwoord voor netwerk wijzigen” op pagina 183. De geselecteerde oproepblokkeringsfunctie is nu geactiveerd. Als u een verkeerd netwerkwachtwoord invoert, wordt dit gewist. Voer het juiste wachtwoord in. Alle oproepblokkeringen annuleren 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het beveiligingsscherm openen” op pagina 184. 2.
Een nieuwe naam toevoegen Zoeken naar een geregistreerde naam 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het beveiligingsscherm 1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “Het beveiligingsscherm 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. openen” op pagina 184. Druk op a of b om “Beperkte tel. lijst” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. Voer uw PIN2-code in en druk vervolgens op . Druk op a of b om “Lijst met nummers bew” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op a of b om “Lijst met nummers bew” te 6. Druk op a of b om “Verwijderen” te selecteren, en selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 5. Druk op a of b om een naam te selecteren die u wilt bewerken, en druk vervolgens op A [Opties] om het menu Opties weer te geven. 6. Druk op a of b om “Bewerken” te selecteren, en druk vervolgens op of A [Selecteren] om uw keuze te bevestigen. 7. Bewerk de geselecteerde naam.
Fabrieksinstellingen (M 9-9) Alle instellingen kunnen worden gereset naar de standaardinstelling. 1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen. 2. Druk op a, b, c of d om “Instellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 3. Druk op a of b om “Fabrieksinstellingen” te selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen. 4. Voer uw toestelcode in en druk vervolgens op . 5. Druk op A [Ja]. Alle instellingen zijn nu gereset.
De GX30 aansluiten op uw PC Door via een infraroodpoort of een USB-poort* de GX30 op uw PC aan te sluiten, kunt u de volgende functies gebruiken: • GSM/GPRS modem • Handset Manager voor GX30 * Vereist is een los verkrijgbare USB-gegevenskabel XN1DC30 voor verbinding met de USB-poort.
Installatie van de software 1. Plaats de meegeleverde CD-ROM in uw CD-ROMstation. Het GX30 CD-ROM scherm wordt weergegeven. Als het GX30 CD-ROM scherm niet weergegeven wordt, dubbelklik dan op [Launcher.exe] op uw CDROM. 2. Druk op de gewenste knop. De installatie begint. 3. Voer de instructies op het scherm uit om de installatie te voltooien. Opmerking Infraroodcommunicatie • Infraroodpoorten moeten op elkaar gericht staan.
Problemen oplossen Probleem De telefoon kan niet worden ingeschakeld. De PIN-code of PIN2-code wordt niet geaccepteerd. De SIM-kaart blokkeert. Het display is moeilijk leesbaar. Probleem Oplossing • Overtuig u ervan dat de batterij goed op zijn plaats zit en opgeladen is. • Overtuig u ervan dat u de juiste code (4 tot 8 cijfers) heeft ingevoerd. • De functies van uw SIM-kaart en de beveiligde functies worden geblokkeerd als u na drie pogingen niet de juiste code heeft ingevoerd.
Probleem De geluidskwaliteit tijdens het bellen is matig. Ik krijg geen toegang tot het netwerk. Kan geen SMS verzenden of ontvangen. Ik krijg geen verbinding met de MMS-dienst. 194 Oplossing • Het is mogelijk dat op de locatie waar u zich bevindt geen betere geluidskwaliteit mogelijk is (bijv. in een auto of trein). Ga naar een locatie waar het radiosignaal sterker is. • Controleer waar uw accountgegevens zijn geregistreerd en waar de dienst beschikbaar is.
Veiligheidsmaatregelen en gebruiksvoorwaarden Uw telefoon is in overeenstemming met internationale voorschriften voor zover de telefoon onder normale omstandigheden en conform de hierna genoemde instructies wordt gebruikt. GEBRUIKSVOORWAARDEN Elektromagnetische golven • Schakel de telefoon niet in aan boord van een vliegtuig (uw telefoon kan storingen veroorzaken in de elektronische systemen). De huidige wetgeving verbiedt dit en tegen de gebruiker kan juridische actie worden ondernomen.
Batterij • Gebruik uw telefoon alleen met batterijen, opladers en accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af voor schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van andere opladers, batterijen of accessoires. • Hoe lang u kunt bellen en de duur van de standby-tijd hangt af van de netwerkconfiguratie en het telefoongebruik. • • • • • 196 Door gebruik van games of de camera raakt de batterij sneller leeg.
Geheugenkaart • Terwijl gegevens op de kaart worden bewerkt, mag de geheugenkaart niet worden verwijderd. De telefoon of het apparaat dat de geheugenkaart bevat, mag niet worden uitgeschakeld terwijl op de kaart gegevens worden bewerkt. Gebeurt dit wel, dan kan dit tot gevolg hebben dat gegevens beschadigd raken of de kaart niet langer juist functioneert. • Gegevens kunnen onder de volgende omstandigheden verloren gaan.
Werking van de camera • Stel u vooraf op de hoogte van fotokwaliteit, bestandsformaten, enz. De genomen foto’s kunnen worden opgeslagen in het JPEG-formaat. • Beweeg uw hand niet tijdens het nemen van foto’s. Als de telefoon wordt bewogen wanneer u een foto neemt, krijgt u mogelijk een vaag beeld. Houd bij het nemen van een foto de telefoon stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt, of gebruik de zelfontspanner. • Maak de lensafdekking schoon voordat u een foto neemt. Vingerafdrukken, olie, etc.
GEBRUIK VAN DE TELEFOON IN EEN AUTO • De gebruiker is er verantwoordelijk voor om te controleren of de plaatselijke wetten gebruik van een mobiele telefoon in de auto toestaan. Richt uw aandacht altijd op het besturen van uw auto. Parkeer de auto aan de zijkant van de weg en schakel de motor uit voordat u een oproep beantwoordt of iemand belt. • Gebruik van de telefoon kan inbreuk maken op de elektronische systemen van uw auto, zoals het antiblokkeerremsysteem ABS of de airbag.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK IN DE VERENIGDE STATEN FCC Declaration of Conformity This mobile phone GX30 with PC/Data interface cable XN-1DC30 complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
CAUTION: Changes or modifications not expressly approved by the manufacturer responsible for compliance could void the user’s authority to operate the equipment. Exposure to Radio Waves THIS MODEL PHONE MEETS THE GOVERNMENT’S REQUIREMENTS FOR EXPOSURE TO RADIO WAVES. Your wireless phone is a radio transmitter and receiver. It is designed and manufactured not to exceed the emission limits for exposure to radio frequency (RF) energy set by the Federal Communications Commission of the U.S. Government.
The use of accessories that do not satisfy these requirements may not comply with FCC RF exposure requirements, and should be avoided. While there may be differences between the SAR levels of various phones and at various positions, they all meet the government requirement for safe exposure. The FCC has granted an Equipment Authorization for this model phone with all reported SAR levels evaluated as in compliance with the FCC RF emission guidelines.
Index De alarmfunctie uitschakelen 123 De alarminstellingen wijzigen 123 Een alarminstelling resetten 123 Symbolen # toets 10 * /Shift-toets 9 A Accessoires 7 Achtergrond 111 Afbeeldingen 92 Afbeeldingen bewerken 94 Berichten verzenden 97 Bestandsnaam wijzigen 96 Downloaden 96 Formaat wijzigen 97 Gebruik als achtergrond 93 Informatie controleren 98 Kopiëren of verplaatsen 96 Opslaan in de Lijst contacten 93 Verwijderen 98 Weergeven 92 Afleverrapport Bevestigen 75 Alarmen 121 Alarmsignaal instellen 121 Al
D Datateller 150 Resetten 150 Digitale camera Berichten verzenden 97 Close-up opnamen maken 53 De beeldkwaliteit selecteren 53 De sluitertijd selecteren 59 De zoomfunctie gebruiken 53 Een kader selecteren 58 Foto maken 51 Foto’s verwijderen 59 Foto’s verzenden 59 Fotolicht selecteren 58 Fotoserie 57 Gebruik van de zelfontspanner 56 Gemaakte foto’s weergeven 56 Helderheid instellen 56 Het afbeeldingsformaat selecteren 53 Het geheugen selecteren 51 Het sluitergeluid selecteren 59 Indicators 54 Opnieuw een fot
Totale gesprekstijd controleren 147 Groepsprofiel 46 H Hands Free-kit connector 11 Headsetvolume 27 Instellen 27 Hoofdmenu 35 Overzicht van menufuncties 37 Sneltoetsen 35 Werkmethode 35 I Indicator batterijstatus 16 Infraroodpoort 10 In-gesprek-toon 26 Instellingen 152 Beveiliging 184 Datum & tijd 152 Doorschakelen 168 Fabrieksinstellingen 190 Internet 176 MMS 178 Netwerkinstellingen 182 Oproepinstellingen 165 Telefooninstellingen 152 Verbindingen 171 WAP 176 Internationale gesprekken 24 Internet-instell
MMS 66 Beantwoorden 72 Bellen 76 Bericht verzenden vanuit de map Drafts 71 Bijlagen invoegen 69 De diashowinstelling in- of uitschakelen 69 Doorsturen 73 Het telefoonnummer of e-mailadres van een verzender opslaan in de Lijst contacten 74 Instellen 76 Lezen 71 Maken 66 Ontvangers toevoegen 68 Ophalen 74 Opnieuw verzenden 74 Opslaan in de map Drafts 68 Telefoonnummer of e-mailadres van verzender en ontvanger controleren 72 Ver/Ontgrendelen 76 Verwijderen 75 Wijzigen 73 206 Index MP3-speler 117 MP3-bestand
Rekenmachine 124 Omrekening wisselkoersen 124 Ringtone De geluiden gebruiken als ringtone 103 Een ringtone toewijzen aan elk item in de Lijst contacten 47 Ringtone-editor 127 Bewerken 134 Een originele ringtone maken 127 Noten kopiëren en plakken 135 Soorten muzieknoten/rust 130 Toon 131 Toonladder/rust 129 Volume 134 Ringtones 102 Afspelen 102 Berichten verzenden 104 Bestandsnaam wijzigen 104 Downloaden 102 Informatie controleren 103 Kopiëren of verplaatsen 103 Toon 104 Verwijderen 105 Volume 104 S SAR 19
Telefooninstellingen 152 Beelden toewijzen 159 Begroeting 158 Displayverlichting 156 Extern display 160 Helderheid van displayverlichting 157 Intern display 155 Resetten 164 Spaarstand van het display 158 Taal wijzigen 152 Tijdzone instellen 154 Telefoonlamp 10, 15 Toepassingen 117 Alarmen 121 Help 136 Kalender 118 MP3-speler 117 Rekenmachine 124 Ringtone-editor 127 Spraakrecorder 125 Vodafone menu 117 V Verbindingen 171 Bluetooth-functie 171 Infraroodfunctie 175 PC-software 175 208 Index Vermindering ec