User manual

De PC-omgeving instellen - Controleer het volgende voordat u een computer op de projector aansluit.
1. Klik met de rechtermuisknop op de achtergrond van Windows
en klik op [Eigenschappen].
Het tabblad <Eigenschappen van beeldscherm> verschijnt.
2. Klik op de tab [Instellingen] en stel de <Schermresolutie> in
op de <Resolutie> genoemd in de tabel met schermmodi
ondersteund door deze projector.
U hoeft de instellingen voor <Kleurkwaliteit> niet te wijzigen.
3. Klik op de knop [Geavanceerd].
Er verschijnt een ander instellingenvenster.
4. Klik op de tab [Beeldscherm] en stel de
<Vernieuwingsfrequentie> in op de <Verticale frequentie> die
wordt vermeld in de tabel met schermmodi ondersteund door
deze projector.
Stel de verticale en horizontale frequentie in, in plaats van de
<Vernieuwingsfrequentie>.
5. Klik op de knop [OK] om het venster te sluiten en klik op de
knop
[OK] van het venster <Eigenschappen van beeldscherm> om dat
venster te sluiten.
Mogelijk wordt de computer automatisch opnieuw opgestart.
6. Schakel de PC en en sluit deze aan op de projector.
Het proces kan hiervan afwijken afhankelijk van het type computer of de gebruikte Windows-versie.
(Zo kan bijvoorbeeld [Eigenschappen] worden weergegeven in plaats van [Eigenschappen (R)] zoals weergegeven
in 1.)
Dit toestel ondersteunt een maximale kleurkwaliteit van 32 bits per pixel bij gebruik als computerbeeldscherm.