Operation Manual

Basisfuncties
4141
•
Als u het aanraakscherm voor langere periodes op stand-
by laat staan, kan dit resulteren in nabeelden (ingebrand
op het scherm) of bewegingsonscherpte. Schakel het
aanraakscherm uit wanneer u de computer niet gebruikt.
•
Raak het aanraakscherm alleen aan met schone en droge
handen. Verwijder voor gebruik vocht van uw handen en
van het aanraakscherm.
•
Raak de computer niet aan met een ongewone substantie.
Daardoor werkt het aanraakscherm mogelijk minder goed.
•
Zeer lichte aanrakingen op het aanraakscherm worden
mogelijk niet herkend.
•
Druk precies op een item op het aanraakscherm.
•
De sensoren van het aanraakscherm bevinden zich aan de
randen van het aanraakscherm. Bedek de randen van het
aanraakscherm daarom niet met een beschermende hoes
of accessoires.
•
De bewegingen voor het aanraakscherm zijn beschikbaar
voor aanraakschermmodellen met Windows en werken
alleen met bepaalde applicaties.
•
Druk niet met veel kracht op het aanraakscherm en druk er
niet op met een scherp object. Dit kan het aanraakscherm
beschadigen.
•
Zorg dat het aanraakscherm niet in aanraking komt met
andere elektrische apparaten. Door elektrostatische
ontlading werkt het aanraakscherm mogelijk minder goed.
•
Zorg dat het aanraakscherm niet in aanraking komt met
water. Het aanraakscherm werkt mogelijk minder goed in
vochtige omstandigheden of wanneer het in aanraking
komt met water.
•
Sproei schoonmaakoplossingen niet direct op het
aanraakscherm. De oplossing kan in het aanraakscherm
komen of kan ongewenste bewerkingen veroorzaken. Maak
een doekje vochtig met de oplossing en veeg er voorzichtig
mee over het scherm om het schoon te maken. Gebruik
geen oplossingen of doekjes die schurende materialen
bevatten; deze kunnen het aanraakscherm beschadigen.
•
Beschadig de hoeken van het aanraakscherm niet. Dit kan
het aanraakscherm beschadigen.