201b Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p.2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien, kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken. CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE REDUCEREN.
HET APPARAAT APPARAAT OP OP EEN EEN VEILIGE VEILIGE MANIER MANIER GEBRUIKEN GEBRUIKEN HET HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en WAARSCHUWING VOORZICHTIG VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN WAARSCHUWING Zorg, dat er geen vreemde objecten in het apparaat terechtkomen WAARSCHUWING Plaats geen waterhoudende objecten op het apparaat 011 026 Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. Dit kan kortsluiting of andere storingen veroorzaken. ......................................................................................
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN VOORZICHTIG Waarschuwingen bij het verplaatsen van dit apparaat VOORZICHTIG Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen 108d 118c Indien het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Omdat dit apparaat zeer zwaar is, moet u zorgen, dat er voldoende mensen zijn om daarbij te helpen, zodat het op veilige wijze opgetild en verplaatst kan worden.
Belangrijke opmerkingen Stroomvoorziening Onderhoud • Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert.
Belangrijke opmerkingen • Floppydisks mogen niet op vieze of stoffige plaatsen worden gebruikt of opgeborgen. • Stel floppydisks niet bloot aan temperatuur extremen (bijv. in direct zonlicht in een afgesloten voertuig). • Aanbevolen temperatuur: 10-50 graden C. • Stel floppydisks niet bloot aan sterk magnetische velden, zoals die door luidsprekers gegenereerd worden. • Floppydisks hebben een ‘schrijfbeveiliging’ tab, welke de disk tegen het per ongeluk wissen kan beschermen.
Belangrijkste eigenschappen Gefeliciteerd met de aankoop van het Roland orgel ‘Muziek ATELIER AT-75’. Het ATELIER is een elektrisch orgel, dat u een prachtige verzameling aan rijke orgelgeluiden biedt. Bovendien is het zo ontworpen dat het eenvoudig is het apparaat te leren gebruiken. Om de komende jaren op een betrouwbare prestatie van het nieuwe toetsenbord te kunnen genieten, raden wij u aan de tijd te nemen deze handleiding in zijn geheel te lezen.
Belangrijkste eigenschappen met alle grooves en subtiele nuances van het echte werk. Bovendien kunt u automatische begeleidingspatronen gebruiken, die perfect op elk ritme aansluiten, zodat u van het spel kunt genieten alsof uw eigen band op de achtergrond speelt.
Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN............................. 3 Belangrijke opmerkingen ....................................................................... 6 Belangrijkste eigenschappen .................................................................. 8 Drukafspraken in deze handleiding ............................................................................ 9 Inhoud ................................................................................................
Inhoud De ritme uitvoering gebruiken .............................................................. 41 Een ritme selecteren ......................................................................................................... 41 In het gebruikergeheugen opgeslagen ritmes gebruiken .............................................. 42 Ritme afspelen ................................................................................................................. 43 Starten bij het indrukken van een knop.....
Inhoud Een uitvoering opnemen en afspelen .................................................... 82 Wat is een Track knop? .......................................................................................... 82 Op een USB geheugen opgeslagen uitgevoerde songs en SMF muziekbestanden afspelen....... 83 Een spoor onhoorbaar maken (Track Mute)......................................................................... 84 Een uitvoering opnemen ..................................................................
Inhoud Overige instellingen ....................................................................................................... 109 De standaard toonhoogte aanpassen (Master Tune).................................................. 109 De transmissie van PC nummers aangeven (Send PC Switch) ..................................... 109 PC nummers instellen (PC Number) ......................................................................... 110 MIDI IN functie..................................................
Paneelbeschrijvingen 3 10 4 11 19 5 8 12 20 6 13 14 7 9 16 15 1718 21 1. [Power On] (aan/uit) schakelaar ( → p. 16) 9. 2. 3. 4. [Master Volume] draaiknop ( → p. 17) Registers ( → p. 28) Pedaal Bas Voice selectie knoppen ( → p. 25). 10. Part balans [▲] [▼] knoppen ( → p. 34, p. 78) Pedaalgedeelte [To Lower] knop ( → p. 36, p. 40) Level (niveau) [▲] [▼] knoppen ( → p. 34) 5. Lower Voice selectie knoppen ( → p. 25) Lage gedeelte Level (niveau) [▲] [▼] knoppen ( → p. 34) 6.
Paneelbeschrijvingen Paneelbeschrijvingen 1 2 Write Manual 1 2 3 4 22 16. [Load] knop → p. 63, p. 87, p. 92) 17. [Save] knop ( → 61, p. 89) 18. Beat indicator ( → p. 46) 19. Composer ( → p. 82) [Song] knop [Registration] knop [Media] knop [Bass] knop [Lower] knop [Solo/Upper] knop [Reset] knop [Play/Stop] knop [Rec] knop [Bwd] knop [Fwd] knop 20. Rhythm selectie knoppen ( → p. 41) Tempo [ ][ ] knoppen ( → p. 46) Arranger [On/Off] knop ( → p. 47) [Auto Fill In] knop ( → p.
Voordat u gaat spelen De muziekstandaard opzetten NOTE Als u het instrument voor langere periode niet gaat gebruiken, haalt u de stekker uit het stopcontact. Het apparaat aan en uitzetten fig.01-03 941 NOTE Zet, als de aansluitingen eenmaal zijn voltooid, de geluidsapparatuur in de aangegeven volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, kan dit storing en/of schade aan luidsprekers en overige apparatuur veroorzaken. Het apparaat aanzetten 1. 1.
Voordat u gaat spelen 3. Draai aan de [Master Volume] draaiknop of bedien het expressiepedaal om het volume op een geschikt niveau te zetten. De ATELIER is met een Phones Jack uitgerust. Zo kunt u, zelfs ’s avonds, ongestoord spelen, zonder zich om buren of andere mensen om u heen zorgen te hoeven maken. fig.00-29.eps fig.00-28.eps het volume verlagen het volume verhogen het volume verlagen 1.
Voordat u gaat spelen I De snoerhaak gebruiken NOTE Als het volgende venster wordt weergegeven, mag u het apparaat niet uitzetten. fig.01-16 Als u een koptelefoon gebruikt, kunt u de snoerhaak gebruiken om kabels in de buurt van uw voeten netjes te bundelen. De snoerhaak bevestigen 1. Als de Factory Reset functie is voltooid, verschijnt het basisvenster. Schroef de snoerhaak (met behulp van vleugelmoer) ongeveer 80% in het schroefgat, links onder op de ATELIER. NOTE 2.
Voordat u gaat spelen Het externe geheugen gebruiken Houder van de externe geheugenaansluiting U kunt ook op een USB geheugen of floppydisk opgeslagen SMF muziekbestanden afspelen (p. 83). NOTE Gebruik een door Roland aanbevolen USB geheugen of floppydisk drive. Als u een ander USB apparaat gebruikt, kan het juist functioneren daarvan niet worden gegarandeerd. Als u een nieuw(e) USB geheugen of floppydisk gebruikt, dient u deze op de ATELIER te initialiseren (formatteren).
Voordat u gaat spelen Een CD gebruiken U kunt een in de winkel verkrijgbare CD drive aansluiten en audio CD’s en CD-ROM’s met SMF muziekbestanden afspelen. U kunt ook songs op door Roland verkochte VIMA CDROM’s (VIMA TUNES) afspelen. 2. Sluit de bij de CD drive meegeleverde USB kabel op de externe geheugenaansluiting op de ATELIER aan. 3. Zet de ATELIER aan. 4. Zet de aangesloten CD drive aan.
Over het beeldvenster De ATELIER heeft drie typen basisvenster: het Ritme venster, het Compositie venster en het Registratie venster. Door op de [Display/Exit] knop te drukken, kunt u van het ene naar het andere venster gaan. fig.01-17 Over het beeldvenster Basisvensters Ritmevenster fig.01-18 Tempo Tel Maat Ritmenaam Akkoordnaam Compositievenster Als er interne muziekgegevens zijn geselecteerd: fig.01-19 Tempo Tel Maat Ritmenaam Akkoordnaam Registratievenster fig.
Geluiden selecteren en afspelen De Demo songs beluisteren De ATELIER biedt 6 Demo songs. Zo speelt u de Demo songs af, en geniet u ten volste van de op de ATELIER beschikbare geluiden, ritmes en automatische begeleidingspatronen. fig.02-01 2 1, 5 NOTE Het zonder toestemming gebruiken van dit materiaal voor andere doeleinden dan privé gebruik en uw persoonlijke plezier is een overtreding van de van toepassing zijnde wetten.
Geluiden selecteren en afspelen 5. Druk gelijktijdig op de [Song] knop en [Registration] knop om het demonstratievenster te verlaten. Als het volgende venster verschijnt Zie het ‘Demo Songlijst’ (p. 114) voor informatie over de namen van de componisten en spelers van de demo songs. Als de uitvoeringsong in de ATELIER niet op een USB geheugen of als favoriet (gebruiker geheugen) is opgeslagen, kan de volgende melding verschijnen, en is het niet mogelijk om de demo songs af te spelen. fig.
Geluiden selecteren en afspelen Voices (klanken) selecteren De ATELIER kan de geluiden van diverse instrumenten produceren. Deze geluiden worden ‘Voices’ genoemd. Over de Voices en Parts De ATELIER heeft twee toetsenborden en één voetklavier, zoals hieronder is afgebeeld. Van boven naar beneden worden deze ‘Upper (bovenste) Toetsenbord’, ‘Lower (onderste) Toetsenbord’ en ‘Pedalboard’ (voetklavier) genoemd. fig.
Geluiden selecteren en afspelen Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass geluid selectie knoppen fig.02-05 NOTE De Upper/Lower/Pedal Bass Voices selecteren Selecteer de Voices door de Upper, Lower en Pedal Bass Voice Part knoppen in te drukken. Als het apparaat wordt aangezet, speelt het bovenste toetsenbord ‘Full Organ 3’, het onderste toetsenbord speelt ‘Low Organ 2’, en de Pedal Bass Voice speelt enkele noten met de ‘Organ Bass1’ Voice. Voorbeeld: ‘Orch.Brs Ens’ als Boven orgel Part selecteren 1.
Geluiden selecteren en afspelen Solo Voice selecteren Het Solo gedeelte van het bovenste toetsenbord is monofoon, oftewel de Solo Voice speelt slechts de hoogste op het bovenste toetsenbord gespeelde noot. fig.02-11 Voorbeeld: ‘Tenor’ als Solo Voice Part selecteren 1. Druk op de Solo [Sax] knop (indicator licht op). De naam van de geselecteerde Voice verschijnt enige seconden in het beeldvenster. fig.02-12 Bespeel het bovenste toetsenbord. De geselecteerde Voice klinkt voor de hoogst gespeelde noot.
Geluiden selecteren en afspelen Met behulp van de [Others] knop een Voice selecteren Merk op, dat er voor elke Part een [Others] knop beschikbaar is. Door de [Others] knop te gebruiken, kunt u alle Voices selecteren. 1. Druk voor de Part waarvan u een Voice wilt invoeren op de [Others] knop. De Voicenaam verschijnt in het beeldvenster. fig.02-10 (P.29) U kunt met behulp van de Menu [ ][ ] knoppen per De indicator van de geselecteerde [Others] knop licht op. 2.
Geluiden selecteren en afspelen Orgelgeluiden creëren (Vintage Organ) Met behulp van de Vintage Organ knoppen kunt u vintage orgelgeluiden aan de onder en boven Parts toewijzen. Bovendien kunt u de registers gebruiken om het geselecteerde geluid naar wens aan te passen. De ATELIER biedt negen registers voor de boven Part en onder Part. Elk register is aan een geluid van een andere voetwaarde of pijplengte (toonhoogte) toegewezen. Door deze geluiden te lagen kunt u een variatie aan orgeltonen creëren.
Geluiden selecteren en afspelen Wat is een voet? ‘Voet’ is een term, waarmee de lengte van de pijpen van een pijporgel aanvankelijk werd uitgedrukt. De pijpen, die de basis toonhoogte (grondtoon) voor elke noot produceren, zijn over het algemeen ‘8’ voet’ lang. Daarom is een pijp die een toonhoogte één octaaf lager dan de referentie van 8’ (acht voet) produceert 16’. Voor één octaaf boven de referentie is de pijp 4’ en om de toonhoogte nog een octaaf te verhogen, wordt de pijp verkort tot 2’.
Geluiden selecteren en afspelen Een Vintage orgelgeluid spelen Het Vintage orgel aanzetten 1. Druk op de Vintage Organ [On/Off] knop, zodat de indicator ervan oplicht. Telkens wanneer u de knop indrukt, wisselt de indicator tussen AAN (verlicht) en UIT. NOTE Er worden geen ‘glide’ en ‘Sustain’ effecten op de Vintage Organ Voice toegepast. Het Vintage Organ venster verschijnt. fig.01-24.eps Het Vintage Organ venster wordt enige seconden weergeven, waarna het automatisch wordt afgesloten.
Geluiden selecteren en afspelen Sprankel aan het geluid toevoegen (Percussion) Hiermee voegt u dynamiek aan het begin van de noot toe, zodat het geluid helderder wordt. 1. Druk op de Percussion [2 2/3’] knop, zodat de indicator oplicht. Bespeel het hogere toetsenbord en merk op dat er een attack geluid is toegevoegd. NOTE NOTE Knop Uitleg Percussion [2 2/3'] button Percussie één octaaf en een kwint erboven Als de Percussion [2 2/3’] knop verlicht is, wordt de 1’ toonhoogte niet voortgebracht.
Geluiden selecteren en afspelen Het volume van het vintage orgel aanpassen U kunt het volume van het Vintage Organ geluid aanpassen, zodat u de volumebalans ten opzichte van de andere geluiden kunt balanceren. 1. Druk op de [Utility] knop. fig.05-08.eps 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘VintageOrganVolume’ te selecteren. ][ ] knoppen om fig.VoiceList.eps 3. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de waarde voor het volume van het vintage orgel te selecteren. Instelling 0–12 4.
Geluiden selecteren en afspelen Met een Active Expression Voice spelen Bij gebruik van ‘Active Expression Voices’ zorgt het bedienen van het expressiepedaal ervoor dat niet alleen het volume, maar ook de toon wordt geregeld of er extra geluiden worden toegevoegd. 1. Druk op de [Others] knop van de Part, waaraan u een Active Expression Voice wilt toevoegen. Geluiden selecteren en afspelen De naam van de Voice verschijnt in het beeldvenster. De naam van de Voice verschijnt in het beeldvenster. 2.
Geluiden selecteren en afspelen De volumebalans aanpassen Op de ATELIER kunt u de volumebalans van elke Part afzonderlijk aanpassen. fig.02-13 De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van meerdere Parts aan te passen. t Knop Part Automatische begeleiding (behalve Bass) Accomp/SMF [▲] [▼] knop Afspelen van uitvoeringsongs uit andere dan de ATELIER uitvoeringsongs (bijvoorbeeld: SMF muziekbestanden) Ritmische uitvoering Drums/SFX Pedal Level [▲] [▼] knop 1.
Geluiden selecteren en afspelen De toonhoogte in eenheden van een octaaf transponeren (Octave Shift) De toonhoogte van het door het toetsenbord gespeelde geluid kan in stappen van één octaaf worden aangepast. Deze functie wordt ‘Octave Shift’ genoemd. U kunt op de volgende 4 Parts (gedeeltes) een octaafverschuiving toepassen: • De Upper Part • De Lower Part Geluiden selecteren en afspelen • De Pedal bass Part • De Solo Part 1. Druk op de [Utility] knop. 2.
Geluiden selecteren en afspelen Op het onderste toetsenbord gespeelde noten aanhouden U kunt het geluid van toetsen op het onderste toetsenbord aanhouden, zelfs nadat u de toets loslaat, net zolang tot de volgende toets wordt ingedrukt. 1. Houd de Pedal [To Lower] knop enkele seconden ingedrukt, totdat de indicator ervan begint te knipperen. Deze instelling wordt als registratie opgeslagen. Pedal [To Lower] knop gaat nu ook aan. De volgende melding verschijnt.
Geluiden selecteren en afspelen De Drums/SFX set wijzigen Direct na het aanzetten van het apparaat, is de STANDARD drumset hoorbaar. Laten we een andere drumset of de geluidseffect set selecteren. Als drumset kunt u uit 7 drumset typen kiezen. Als u de drumset wijzigt, verandert het geluid dat door elke noot wordt voortgebracht. NOTE Bij sommige drumsets zijn er toetsen die geen geluid geven. fig.02-19 1. Druk op de [Drum/SFX] knop (indicator licht op). 2.
Geluiden selecteren en afspelen Het onderste toetsenbord gebruiken om de Bass Voice te spelen (Bass Split) Door de Bass Split te gebruiken, kunt u aan de kant van de linkerhand (inclusief C3) van het lagere Voice de Bass Voice spelen. De locatie, waarop het onderste toetsenbord op deze manier is verdeeld om de pedaal Bass Voice te spelen, wordt het bassplitspunt (‘Bass Split Point’) genoemd. 1. Selecteer een Pedal Bass Voice (p. 25). 2. Druk op de [Utility] knop. 3.
Geluiden selecteren en afspelen Het bassplitspunt wijzigen U kunt het bassplitspunt (de hoogste noot tot waar de Pedal Bass Voice hoorbaar is) aan elke willekeurige toets op het onderste toetsenbord toewijzen. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Bass Split Point’ te selecteren. 3. Druk op de Value [-] [+] knoppen om het bassplitspunt aan te passen.
Geluiden selecteren en afspelen Het onderste toetsenbord gebruiken om het basgeluid te spelen (Pedal [To Lower] knop) Door de Pedal [To Lower] knop te gebruiken kunt u de Pedal Bass Voice afspelen door op het onderste toetsenbord in het gebied dat het lagere geluid speelt de grondtoon van een akkoord (p.128) te spelen. fig.05-08 NOTE Als er geen gedeelte van het onderste toetsenbord het lagere geluid afspeelt (de [Drum/SFX] knop staat ON), is het Pedal Bass geluid niet hoorbaar. NOTE 1.
De ritme uitvoering gebruiken Op de ATELIER kunt u met een ritmische begeleiding meespelen. Een ritme selecteren De AT-75 biedt 40 ritmesoorten en automatische begeleiding (muziekstijlen). Deze zijn in acht groepen ingedeeld. Elke Rhythm knop komt met twee groepen overeen. Door een verlichte knop in te drukken, kunt u de andere groep van die knop selecteren. De geselecteerde groep wordt door de verlichtingstatus van de twee indicators naast de ritmeknoppen (Rhythm) weergegeven.
De ritme uitvoering gebruiken In het gebruikergeheugen opgeslagen ritmes gebruiken De ATELIER is met een gebruikergeheugen (User) uitgerust. Wat is een gebruikergeheugen? ‘Gebruikergeheugen (User Memory)’ verwijst naar een omgeving binnen het instrument, waarin u de gemaakte registratie en opgenomen uitvoeringen kunt opslaan. Op USB geheugens opgeslagen registraties en SMF muziekbestanden kunnen ook naar het gebruikergeheugen worden gekopieerd (p. 53).
De ritme uitvoering gebruiken Ritme afspelen Er zijn twee manieren om het ritme te starten. U kunt op de [Start/Stop] knop drukken om het ritme te starten of u kunt Sync Start gebruiken om ervoor te zorgen, dat het ritme start, zodra u het onderste toetsenbord of voetklavier bespeelt. U kunt er ook voor zorgen, dat het ritme begint met een intro of stopt met een slot. fig.02-03_AT-900.
De ritme uitvoering gebruiken Het ritme automatisch starten bij het bespelen van het onderste toetsenbord of voetklavier (Sync Start) Starten met een toegevoegd intro 1. Druk, terwijl u de Arranger [On/Off] knop ingedrukt houdt, op de [Auto Fill In] knop om Sync Start in te schakelen. De [Start/Stop] knopindicator gaat knipperen. 2. Druk op de [Intro/Ending] knop. De [Intro/Ending] knopindicator licht op. 3. Bespeel het onderste toetsenbord of het voetklavier.
De ritme uitvoering gebruiken Het ritme stoppen Stoppen met een slot 1. Druk op de [Intro/Ending] knop. Er wordt een slot (Ending) gespeeld, en daarna stopt het ritme. Tijdens het afspelen van het slot licht de [Intro/Ending] knop op. Zodra het slot is afgelopen, wordt de knopindicator weer donker. De functies van de [Intro/ Ending] knop en [Start/Stop] knop kunnen aan de voetschakelaars aan elke zijde van het expressiepedaal worden toegewezen (p. 70).
De ritme uitvoering gebruiken Het tempo van een ritme en automatische begeleiding wijzigen U kunt het tempo van een ritme of automatische begeleiding wijzigen. fig.03-06(P.40) 1. Druk op de Tempo [ ][ ] knoppen om het tempo (de snelheid) van een ritme of automatische begeleiding te wijzigen. Tempo [ Tempo [ ] knop ] knop Het tempo wordt trager Als u van ritme wisselt terwijl de ‘Auto Std Tempo’ functie (p. 101) is ingeschakeld, wordt het tempo met het nieuwe ritme overeengestemd.
De ritme uitvoering gebruiken Ritme en automatische begeleiding afspelen De Arranger functie van de ATELIER kan aan elk ritme een automatische begeleiding toevoegen. Op basis van het geselecteerde ritme, voegt de Arranger functie automatisch een begeleiding toe, die bij het op het onderste toetsenbord ingedrukte akkoord past. fig.02-06.eps 1. Druk op de Arranger [On/Off] knop (indicator licht op). 2.
De ritme uitvoering gebruiken Variatie aan het ritme of de automatische begeleiding toevoegen Door het ritmepatroon te wijzigen kunt u variatie aan het ritme of de automatische begeleiding toevoegen. fig.02-07_AT-900.eps Knopnaam [Auto Fill In] knop Functie Als u één van de Variation [1]-[4] knoppen indrukt om de begeleiding of het ritmische arrangement te wijzigen, wordt er automatisch een fill-in toegevoegd.
De ritme uitvoering gebruiken Chord Intelligence in/uitschakelen ‘Chord Intelligence’ is een functie die op het moment dat u tijdens de automatische begeleiding een toets speelt, die een akkoord op het onderste toetsenbord aangeeft, de juiste begeleidingsakkoorden speelt.
De ritme uitvoering gebruiken De Leading Bass functie gebruiken Als de automatische begeleiding wordt gebruikt, en de Pedal [To Lower] knop is ingeschakeld (ON), speelt de Pedal Bass stem normaalgesproken de grondtoon (p. 128) van het op het lagere keyboard gespeelde akkoord. Als de Leading Bass functie is ingeschakeld, wordt de laagste noot van het akkoord, dat u op het lagere keyboard speelt, (de onderste noot van het akkoord) als basnoot gebruikt.
De ritme uitvoering gebruiken Een eenvoudige manier om automatische begeleidingsinstellingen te maken (One Touch Program) Als u de Arranger functie voor automatische begeleiding gebruikt, kunt u ook de ‘One Touch Program’ functie gebruiken om automatisch paneelinstellingen te selecteren, die voor het geselecteerde ritme geschikt zijn. Door op de [One Touch Program] knop te drukken kunt u de volgende instellingen maken: De ritme uitvoering gebruiken • Voor het ritme geschikte paneelinstellingen (bijv.
De ritme uitvoering gebruiken Een ritme van een USB geheugen gebruiken De ATELIER bevat een variatie aan ritmes, maar u kunt ook ritmes van een USB geheugen of floppydisk gebruiken, om zo een nog grotere variatie aan ritmestijlen te kunnen spelen. De stijlen op een USB geheugen bekijken 1. 2. NOTE Oneigenlijk gebruik van een in de winkel verkrijgbare Music Style disk voor andere doeleinden dan privé, persoonlijk plezier, vormt een overtreding van de van toepassing zijnde wetten.
De ritme uitvoering gebruiken Ritmes kopiëren Het gebruikergeheugen (p. 42) bevat al ritmes, maar u kunt deze vervangen door ritmes van een USB geheugen of floppydisk. Ritmes, die van een USB geheugen in het gebruikergeheugen worden ingeladen, blijven zelfs na het uitzetten van het apparaat bewaard. Het is handig om ritmes, die u regelmatig gebruikt, in het gebruikergeheugen in te laden.
De ritme uitvoering gebruiken 9. Druk op de [Rec] knop. 10. Druk op Value [-] [+] knoppen om het kopieerbestemmingsnummer te selecteren. Druk op de [Display/Exit] knop, als u de procedure wilt annuleren. 11. Druk op de [Rec] knop om het ritme te kopiëren. Tijdens het kopiëren van het ritmes naar het interne geheugen, verschijnt het volgende venster. Als u een nummer selecteert waarop al een ritme is opgeslagen, verschijnt er een venster als het volgende.
De ritme uitvoering gebruiken Een opgeslagen ritme verwijderen U kunt in het gebruikergeheugen (p. 42) of op een USB geheugen opgeslagen ritmes verwijderen. Het te verwijderen ritme selecteren (p. 42). 2. Druk tegelijkertijd op de [Load] en de [Save] knop. De ritme uitvoering gebruiken 1. Het volgende venster verschijnt. fig.02-10.eps Als u de procedure wilt annuleren, drukt u op de [Reset] knop. 3. Druk op de [Rec] knop.
De Registrationknoppen gebruiken Op de ATELIER kunt u geluidinstellingen en paneelinstellingen onder de Registrationknoppen opslaan. Er zijn in totaal 4 Registrationknoppen, en er kan onder elke knop één set met paneelinstellingen worden opgeslagen, zodat u in totaal 4 verschillende paneelinstellingen kunt registreren. Elke onder een Registrationknop opgeslagen set met paneelinstellingen wordt een registratie (‘Registration’) genoemd.
De Registrationknoppen gebruiken Procedure voor het creëren van registratiesets De registraties voorbereiden Een handig manier om ervoor te zorgen, dat de sequens van de in te drukken registratieknoppen eenvoudig te begrijpen is, is door de paneelinstellingen op te slaan, te beginnen bij de Registration [1] knop, en daarna, in overeenstemming met het verloop van de song, verder te gaan met de daarop volgende knoppen.
De Registrationknoppen gebruiken Een registratie opvragen Er zijn twee manieren om de ritme instellingen op te vragen, die de onder de registratieknoppen [1]-[4], ‘INSTANT’ en ‘DELAYED’ zijn opgeslagen. Hoe u een registratie opvraagt Geluiden en overige paneelinstellingen opvragen 1. Druk op een Registration [1]-[4] knop. Naast de paneelinstellingen ook instellingen voor ritme en automatische begeleiding opvragen 1. Houd een Registration [1]-[4] knop een aantal seconden ingedrukt.
De Registrationknoppen gebruiken Automatisch registreren wanneer u de paneelinstellingen wijzigt Als de [Manual] knop is ingeschakeld (verlicht), worden alle instellingen die u maakt automatisch en zoals ze zijn onder de [Manual] knop opgeslagen, zodat de eerder opgeslagen registratie wordt bijgewerkt. Als u een van tevoren ingestelde Registration [1]-[4] knop wijzigt, is het mogelijk om de eerdere paneelinstellingen te herstellen door op de [Manual] knop te drukken.
De Registrationknoppen gebruiken 2. Druk tegelijkertijd op de [Registration] knop en de [Media] knop. 3. Druk op de Menu [ ] [ ] knoppen om de cursor te verplaatsen, en druk op de Value [-] [+] knoppen om een teken te selecteren. fig.07-05 Bij het wijzigen van een naam kunnen de volgende tekens worden geselecteerd. . spatie ! " # % & ' ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R STUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyz0123456789 4.
De Registrationknoppen gebruiken Registratiesets opslaan Als de instellingen van de registratieknoppen [1]-[4] als één set worden beschouwd, kunt u de registratieset op een USB geheugen of in het gebruikergeheugen opslaan. We raden u aan om complexe paneelinstellingen of registraties die u wilt bewaren op een USB geheugen op te slaan.
De Registrationknoppen gebruiken R-SERIES 7. Opslagformaten, die op apparaten uit de AT-R serie kunnen worden gebruikt. Druk op de [Save] knop om het opslaan uit te voeren. Het opslaan van de registratiegegevens begint. Als het opslaan is voltooid, wijzigt de ‘- - - - - - - - - - - --‘ weergave in het beeldvenster in de opgeslagen registratienaam. fig.07-11 Als u de registratie een naam heeft toegewezen (p. 59), wordt de registratie onder die naam opgeslagen.
De Registrationknoppen gebruiken Eerder opgeslagen registratiesets in de ATELIER inladen Zo vraagt u een eerder opgeslagen registratieset uit het gebruikergeheugen of van een USB geheugen in het geheugen van de ATELIER terug. Registraties kunnen op de volgende twee manieren worden geselecteerd. Een set met registraties inladen U kunt een ‘set’ (een verzameling instellingen voor registratieknop [1]-[4]) van een floppydisk of USB geheugen of uit het gebruikergeheugen inladen.
De Registrationknoppen gebruiken Een afzonderlijke registratie inladen 1. 2. Als u een registratie van een USB geheugen wilt inladen, sluit u uw USB geheugen op de External Memory aansluiting aan. Druk op de [Registration] knop, om ervoor te zorgen dat de indicator oplicht. Het Registration Select venster verschijnt. 3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te selecteren. Als u de registratie op een USB geheugen wilt opslaan, selecteert u ‘Ext Memory’.
De Registrationknoppen gebruiken Een set met registraties verwijderen Zo verwijdert u een op een USB geheugen of in het gebruikergeheugen (p. 42) of op een floppydisk opgeslagen registratieset. 1. Bereid de te verwijderen registratie voor. Als registratiegegevens van een USB geheugen wilt verwijderen, sluit u het USB geheugen op de External Memory aansluiting aan. 2. Druk op de [Registration] knop, om ervoor te zorgen dat de indicator oplicht. Het Registration Select venster verschijnt. 3.
De Registrationknoppen gebruiken Registraties kopiëren Registraties van een USB geheugen of floppydisk kunnen naar het gebruikergeheugen worden gekopieerd. Als een op een USB geheugen of floppydisk opgeslagen registratie in het gebruikergeheugen wordt opgeslagen, blijven de registratiegegevens, zelfs na het uitzetten van het apparaat, daarin staan. Het is handig om veel gebruikte registraties in het gebruikergeheugen in te laden.
De Registrationknoppen gebruiken 8. Druk op Value [-] [+] knoppen om de te kopiëren registratie te kopiëren. 9. Druk op de [Rec] knop. 10. Druk op Value [-] [+] knoppen om het kopieerbestemmingsnummer te selecteren. Als u de procedure wilt annuleren, drukt u op de [Display/Exit] knop. 11. Druk op de [Rec] knop om de registratie te kopiëren.
De uitvoeringsfuncties gebruiken Ò Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose) U kunt de toonsoort van een uitvoering transponeren, zonder dat u de positie van uw vingers op het toetsenbord te hoeven wijzigen. Deze functie wordt ‘Key Transpose’ genoemd. Bijvoorbeeld: u kunt in de gewone C majeur toonladder spelen, terwijl uw muziek in elke willekeurige gewenste toonsoort hoorbaar is. fig.06-01 1. Druk op de Transpose [-] [+] knoppen.
De uitvoeringsfuncties gebruiken De voetschakelaar gebruiken Aan elke kant van het expressiepedaal zitten twee voetschakelaars. Aan elk van deze twee voetschakelaars zijn andere functies toegewezen. fig.06-07 U kunt de aan de voetschakelaar toegewezen functie wijzigen. Zie ‘De functie van de voetschakelaar wijzigen’ (p. 70). Bij de fabrieksinstellingen zijn de volgende functies aan de linker en rechter voetschakelaar toegewezen. Het rotatie effect (Rotary) op langzaam of snel instellen (Fast/Slow).
De uitvoeringsfuncties gebruiken De functie van de voetschakelaar wijzigen U kunt één van de volgende functies selecteren en aan de linker of rechter voetschakelaar van het expressiepedaal toewijzen. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ][ ] knoppen om ‘L Foot Switch’ of ‘R Foot Switch’ te selecteren. ig.12-09 ig.12-09 3. Druk op Value [-] [+] knoppen om de aan de voetschakelaar toe te wijzen functie te selecteren.
De uitvoeringsfuncties gebruiken De voetschakelaar gebruiken om van registratie te wisselen (Registration Shift) U kunt de voetschakelaar gebruiken als toegewezen schakelaar voor het op een bepaalde volgorde selecteren van registraties. Telkens wanneer u de voetschakelaar indrukt, wordt er van registratie gewisseld. De Registration Shift instellingen worden onder elke afzonderlijke registratieset opgeslagen.
De uitvoeringsfuncties gebruiken Het algehele volume met behulp van een expressiepedaal aanpassen U kunt het hele volume met behulp van een expressiepedaal aanpassen. Als u het expressiepedaal indrukt, gaat het volume omhoog. Het volume gaat omlaag, als u het pedaal weer laat opkomen. fig.06-03 Het volume verlagen Op gelijke wijze kunt u aangeven of het expressiepedaal het volume tijdens de weergave van opgenomen muziekgegevens wel of niet regelt (p. 100).
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Op de ATELIER kunt u diverse effecten op de op het toetsenbord gespeelde geluiden toepassen. Harmonie aan een melodie toevoegen (Harmony Intelligence) Een voor het op het onderste toetsenbord gespeelde akkoord geschikte harmonie kan op de op het toetsenbord hoogst gespeelde noot worden toegepast. Deze functie wordt ‘Harmony Intelligence’ genoemd.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Het type harmonie intelligentie wijzigen De AT-75 biedt zes typen harmonie intelligentie. Als u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, wordt/worden automatisch de meest geschikte Voice(men) ingesteld. De manier, waarop de noten klinken, hangt ook van het harmonietype af. 1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator licht op). 2.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Modulatie aan het geluid toevoegen (Rotary effect) Rotary is een effect dat het geluid van roterende luidsprekers simuleert. Er is een keuze tussen twee instellingen: Fast (snel) en Slow (langzaam). fig.05-06.eps 1. Selecteer het geluid waarop u het rotatie effect wilt toepassen. 2. Druk op de Rotary Sound [On/Off] knop (controleer de indicator verlicht is).
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Sustain effect Met behulp van Sustain kunt u, nadat de toetsen worden losgelaten, een Sustain effect of Delay aan elk geluid toevoegen. Het Sustain effect kan gelijktijdig aan de Upper (behalve de Solo Part), Lower en Pedal Bass geluiden worden toegewezen. 1. Druk op de [Utility] knop. NOTE 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Sustain’ te selecteren. 3. Druk op de [Rec] knop. 4. Druk op de Menu [ te selecteren.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen De Sustain lengte wijzigen De Sustain lengte kan voor de Upper en Lower toetsenbords en het Bass Pedalboard afzonderlijk worden ingesteld (SHORT, MIDDLE (medium) of LONG). U kunt voor elk toetsenbord een afzonderlijke instelling maken. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Sustain’ te selecteren. 3. Druk op de [Rec] knop. 4. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Length’ te selecteren.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Reverb effect Reverb is een effect dat een gevoel van ruimtelijkheid aan het geluid toewijst, zodat de illusie wordt gewekt dat u in een grote of kleine concertzaal, een grote of kleine kamer, een kleine club, etc. speelt. fig.04-07 1. Druk op de Reverb [▲] of [▼] knop om de algehele hoeveelheid reverb aan te passen. Als u op de Reverb [▲] knop drukt, wordt er meer reverb toegepast. Als u op de Reverb [▼] knop drukt, gaat het reverb niveau omlaag.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Het type reverb wijzigen Door de weergalm van de noten te wijzigen, kunt u van verschillende uitvoeringssferen op een brede variatie aan locaties genieten. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Reverb’ te selecteren. 3. Druk op de [Rec] knop. 4. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Reverb Type’ te selecteren. ][ ] knoppen om ][ ] knoppen om Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen 1. fig.11-04 5.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen Het Wall type (muurtype) wijzigen Door het type reverb te wijzigen, kunt u ervaren hoe het voelt om op verschillende locaties te spelen, en door het Wall Type (materiaal van de muur) te wijzigen, kunt u verdere aanpassingen doen in de manier waarop weergalm plaatsvindt. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Reverb’ te selecteren. 3. Druk op de [Rec] knop. 4. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Wall Type’ te selecteren.
Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen De diepte van de reverb wijzigen U kunt voor elke Part afzonderlijke instellingen maken. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Reverb’ te selecteren. 3. Druk op de [Rec] knop. 4. Druk een aantal malen op de Menu [ ‘Depth’ te selecteren. ][ ] knoppen om ][ ] knoppen om Diverse effecten op een Voice (klank) toepassen 1. fig.11-05 5.
Een uitvoering opnemen en afspelen De interne componist (Composer) kan uitvoeringen opnemen en commerciële SMF muziekbestanden afspelen. Knop fig.08-01 Solo /Upper Knop Opgenomen uitvoering Upper Voice uitvoeringsgegevens (noot, Hold) Solo Voice uitvoeringsgegevens (noot) Omschrijving Hiermee keert u naar het begin van de song terug. Reset Start en stopt de weergave van de song. Play/Stop Knop Omschrijving Song Het Song Select venster verschijnt in het beeldvenster.
Een uitvoering opnemen en afspelen Op een USB geheugen opgeslagen uitgevoerde songs en SMF muziekbestanden afspelen Naast het afspelen van de op het opgenomen instrument en op een USB geheugen opgeslagen muziek, kunt u ook van een brede variatie aan commercieel verkrijgbare songbestanden genieten, zoals die hieronder worden gedefinieerd. SMF muziekbestanden SMF (standaard MIDI bestand) is een gegevensformaat dat is gecreëerd als standaard norm voor formaten van muziekgegevens van verschillende fabrikanten.
Een uitvoering opnemen en afspelen Een spoor onhoorbaar maken (Track Mute) De indicators voor Track knoppen waaronder uitvoeringen zijn opgenomen zijn verlicht. Als u deze Track knop indicators uitschakelt, kunt u het geluid tijdelijk onhoorbaar maken. Dit wordt ‘Track Mute’ genoemd. Een uitvoering opnemen U kunt de uitvoering die u speelt opnemen. U kunt een uitvoering ook opnemen, terwijl er ritmes of automatische begeleidingen worden gespeeld. fig.07-12.
Een uitvoering opnemen en afspelen Pas op Een uitgevoerde song afspelen Als u op de [Rec] knop drukt, terwijl er een song van het USB geheugen of de floppydisk is geselecteerd, wordt de geselecteerde song volledig in de ATELIER ingeladen en komt de Composer in de opnameklaar-functie terecht. Als u een nieuwe song wilt opnemen, volgt u de volgende procedure. Zo speelt u een opgenomen uitvoering af. ig.07-12-2.eps fig.08-06 1 2, 3 1 1. Druk op de [Rec] knop om de opnameklaartoestand te annuleren. 2.
Een uitvoering opnemen en afspelen Een aftelgeluid toevoegen dat met de timing overeenkomt (Count In) 2. Druk op de [Bwd] of [Fwd] knop om de gewenste maat (maatstreep) te selecteren, waarop u de opname wilt starten. Als u vanaf het begin van de song wilt opnemen, drukt u op de [Reset] knop. 3. Als u op de maat met een song wilt meespelen, kunt u voordat de weergave van de song begint een aftelling starten, zodat u uw eigen spel met de song kunt synchroniseren.
Een uitvoering opnemen en afspelen NOTE Opnieuw opnemen U kunt over opgenomen uitvoeringsgegevens heen opnemen. Als u de bestaande expressiepedaal gegevens wilt bewaren en alleen de paneelhandelingen wilt opnemen, kunt u de ATELIER zo instellen, dat de bediening van het expressiepedaal niet wordt opgenomen. Een uitgevoerde song wissen Als u de opname wilt verwijderen en vanaf het begin opnieuw wilt opnemen of als u een nieuwe uitvoering wilt opnemen, dient u de eerder opgenomen gegevens te wissen.
Een uitvoering opnemen en afspelen De naam van een uitgevoerde song wijzigen (Rename) Er wordt aan een opgenomen uitgevoerde song automatisch een naam toegewezen. Het kan echter handig zijn om op een bepaald moment de naam te wijzigen in iets met een duidelijker betekenis. 3 spatie ! " # % & ' ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _ A B C D E F G H IJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijkl mnopqrstuvwxyz0123456789 Druk op de [Reset] knop Een teken verwijderen Druk op de [Rec] knop Een spatie invoegen 4.
Een uitvoering opnemen en afspelen 3. Uitgevoerde Songs opslaan De door u opgenomen uitvoeringsgegevens verdwijnen, zodra de ATELIER wordt uitgezet. Als u de uitvoeringsgegevens wilt bewaren, dient u ze op een USB geheugen of floppydisk of in de ‘Favorites’ (interne geheugen) op te slaan. Als de opgenomen uitvoeringsgegevens niet zijn opgeslagen, Druk op de [Media] knoppen om het gewenste medium te selecteren. Als u de gegevens op een USB geheugen wilt opslaan, kiest u voor ‘Ext Memory’.
Een uitvoering opnemen en afspelen NOTE NOTE Uitvoeringsgegevens, die in het ATELIER formaat zijn opgeslagen, kunnen niet goed worden afgespeeld door de geluidsgenerator van een instrument dat niet tot de ATELIER serie behoort. Voor het opslaan van uitvoeringsgegevens in SMF formaat (SMF) is meer tijd nodig dan voor het opslaan in ATELIER formaat (ORIGINAL).
Een uitvoering opnemen en afspelen 4. 5. Druk op Value [-] [+] knoppen om de uitgevoerde song te selecteren, die u in het interne geheugen wilt inladen. Druk op de [Load] knop. De geselecteerde uitvoeringsgegevens worden in het interne geheugen ingeladen. Als favoriet of op een USB geheugen opgeslagen uitgevoerde songs verwijderen U kunt een als favoriet of op een USB geheugen of floppydisk opgeslagen uitgevoerde song verwijderen.
Een uitvoering opnemen en afspelen 3. Druk op Value [-] [+] knoppen om de uitvoeringsgegevens te selecteren, die u wilt wissen. 4. Druk tegelijkertijd op de [Load] knop en de [Save] knop. Het volgende venster verschijnt, waarin u wordt gevraagd uw keuze te bevestigen. 2 3 4 5 fig.08-10 Als u de procedure wilt annuleren, drukt u op de [Reset] knop en keert u naar het Song Select venster terug. 5. Als u er zeker van bent dat u de song wilt verwijderen, drukt u op de [Rec] knop.
Een uitvoering opnemen en afspelen 6. Druk op de [Bwd] knop of de [Fwd] knop om de gewenste maat (maatstreep) te selecteren, waarop u de opname wilt starten. Als u vanaf het begin van de song wilt opnemen, drukt u op de [Reset] knop. 7. Selecteer de voor de opname van de uitvoering benodigde paneelinstellingen. 8. Activeer de opnameklaar-functie door op de [Rec] knop te drukken.
Een uitvoering opnemen en afspelen 8. Een uitgevoerde song kopiëren Uitgevoerde Songs en SMF muziekbestanden van een USB geheugen of floppydisk kunnen naar de ‘Favorites’ (gebruikergeheugen) worden gekopieerd. Als er een op een USB geheugen of floppydisk opgeslagen uitgevoerde song als favoriet wordt opgeslagen, verdwijnt de opgeslagen uitgevoerde song, zelfs na het uitzetten van het apparaat, niet. Het is handig om veel gebruikte uitgevoerde songs als favoriet op te slaan.
Een uitvoering opnemen en afspelen Van VIMA TUNES songs genieten Een VIMA TUNES song beluisteren U kunt een CD drive (commercieel verkrijgbaar) aansluiten en voor VIMA TUNES geproduceerde CD-ROM's (los verkrijgbaar) afspelen. Tijdens het afspelen van een VIMA TUNES song kunt u de aanbevolen tonen meespelen. VMA TUNES VIMA TUNES is een specificatie van Roland voor muziekbestanden, die beeld en songtekstgegevens bevatten, zodat u van songs met songteksten en beelden tegelijk kunt genieten.
Een uitvoering opnemen en afspelen Songs van muziek CD’s beluisteren U kunt een commercieel verkrijgbare CD drive op de ATELIER aansluiten en deze gebruiken om muziek CD’s af te spelen. Zodoende kunt u meespelen met een muziek CD op de achtergrond. NOTE U kunt geen songs van muziek CD’s naar ‘Favorites’ kopiëren. NOTE Het duurt enige tijd totdat een muziek CD kan worden geselecteerd. 1. 2.
Een uitvoering opnemen en afspelen De song naar een prettige toonsoort voor zang transponeren U kunt de song naar een toonsoort transponeren, die voor u prettiger is om te zingen. Als u of iemand anders, met een song mee gaat zingen, kunt u de toonsoort van de song zo aanpassen, dat deze in het bereik van de zanger past. Als u een andere song selecteert, worden de transpositie instellingen voor de weergave weer op de fabriekstoestand teruggezet. 1.
Diverse overige instellingen 8. Mapinstellingen Wijs een naam aan de map toe. Volg de procedure onder ‘De naam van een map wijzigen’ (p. 98) om deze map een andere naam te geven. Op een USB geheugen of in het gebruikergeheugen een map aanmaken U kunt op een USB geheugen of in het gebruikergeheugen een map aanmaken. Als u een map op een USB geheugen wilt aanmaken, sluit u het USB geheugen op de External Memory aansluiting aan. 9. Over mappen De naam wordt aan de nieuw aangemaakte map toegewezen.
Diverse overige instellingen De manier waarop het instrument reageert aanpassen De polyfonie van het voetklavier wijzigen (Pedal Bass Mode) U kunt het gasvoetklavier zo instellen dat er meerdere noten tegelijk of alleen losse noten kunnen worden gespeeld. De aanslaggevoeligheid aanpassen (Initial Touch) 1. Druk op de [Utility] knop. Initial Touch is een functie, die de kracht waarmee de toetsen worden bespeeld verhoudingsgewijs naar het volume vertaalt. 2.
Diverse overige instellingen fig.09-06 Wijzigen hoe het Solo geluid reageert (Solo Mode) U kunt aangeven hoe de Solo Voice reageert, als er meer dan één toets wordt ingedrukt. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ][ knoppen om ‘Solo Mode’ te selecteren. ] fig.12-05 3. 3. Druk op de [Rec] knop. 4. Druk meerdere malen op de Menu [ ][ knoppen om ‘Recording’ te selecteren. ] fig.09-07 Druk op Value [-] [+] knoppen om de instelling van de Solo functie te wijzigen.
Diverse overige instellingen Functie van het expressiepedaal tijdens het afspelen Ritme instellingen Voorkomen dat het tempo van ritmes automatisch wordt gewijzigd (Auto Std Tempo) U kunt aangeven of het expressiepedaal tijdens het afspelen van ATELIER songgegevens wel of niet functioneert. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ][ knoppen om ‘Exp. Source’ te selecteren. ] fig.09-06 3. Druk op de [Rec] knop. 4.
Diverse overige instellingen Registratie instellingen Het aftelgeluid wijzigen (Count Down Sound) U kunt het geluid wijzigen dat voor het aftellen wordt gebruikt, dat met behulp van de Intro Countdown functie aan het eind van het intro wordt afgespeeld (p. 46). 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ knoppen om ‘Count Down Sound’ te selecteren.
Diverse overige instellingen Composer instellingen Registratietranspositie bijwerken (Trans. Update) U kunt aangeven hoe bij het indrukken van de Registration [1][4] knop de transpositie instelling wordt opgevraagd. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ][ knoppen om ‘Trans. Update’ te selecteren. ] De weergave van songteksten in of uitschakelen (Lyrics) Sommige muziekbestanden bevatten ook songteksten. Deze songteksten kunnen in het beeldvenster worden weergegeven.
Diverse overige instellingen Tijdens het afspelen van songs de toonsoort wijzigen (Playback Transpose) De metronoominstelling wijzigen (Metronome) Deze instelling bepaalt of de metronoom wel of niet hoorbaar is. SMF muziekbestanden of een opgenomen uitvoering kunnen voor weergave worden getransponeerd. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ knoppen om ‘Playback Transpose’ te selecteren. 3. ][ 1. Druk op de [Utility] knop. 2.
Diverse overige instellingen Het metronoomvolume aanpassen (Metronome Volume) Het metronoomgeluid aanpassen (Metronome Sound) U kunt het volume van de metronoom aanpassen. U kunt vier verschillende geluiden voor de metronoom kiezen. 1. Druk op de [Utility] knop. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ][ knoppen om ‘Metronome’ te selecteren. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ ][ knoppen om ‘Metronome’ te selecteren. 3. Druk op de [Rec] knop. 3.
Diverse overige instellingen De maatsoort instellen (Beat) Deze instelling bepaalt welke maatsoort er tijdens het opnemen van uitgevoerde songs wordt gebruikt. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ knoppen om ‘Beat’ te selecteren. Wat is een spoor? ][ De Composer van de ATELIER is met zeven sporen uitgerust. De volgende typen uitvoeringen worden op de sporen opgenomen: ] fig.09-05 Spoor 3. Druk op Value [-] [+] knoppen om de gewenste maatsoort in te stellen.
Diverse overige instellingen Commerciële SMF muziekbestanden aan de sporen toewijzen Spoor Kanaal R (Rhythm (ritme)) 10 A (Accomp (begeleiding)) 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16 B (Bass (bas)) 2 L (Lower (lagere)) 3 U (Upper (hogere)) 4 S (Solo) 1 Tijdens opnamen slaat het regelaarspoor de bediening van de regelaars als volgt op.
Diverse overige instellingen Het type af te spelen CD instellen (CD/ Audio Type) De ATELIER kan het type CD, dat u gebruikt, wellicht niet goed herkennen. In dergelijke gevallen kunt u het type CD handmatig aangeven. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ knoppen om ‘CD/Audio Type’. ][ ] ig.
Diverse overige instellingen Overige instellingen De transmissie van PC nummers aangeven (Send PC Switch) De standaard toonhoogte aanpassen (Master Tune) U kunt de transmissie van PC (programmawijziging) nummers in/uitschakelen (ON/OFF). Over het algemeen wordt de midden A als de standaard toonhoogte van een instrument beschouwd. Met behulp van de ‘Master Tune’ parameter kunt u deze standaard toonhoogte aanpassen, zodat deze met andere instrumenten, die samen met de ATELIER spelen, overeenkomt. 1.
Diverse overige instellingen PC nummers instellen (PC Number) MIDI IN functie Dit instrument bevat twee geluidsgeneratoren: één voor het afspelen van SMF gegevens en één voor toetsenbord uitvoeringen. U kunt aangeven welk programmawijziging nummer bij het selecteren van een registratie via de MIDI Out aansluiting wordt verzonden. 1. Druk op de [Utility] knop. 2. Druk een aantal malen op de Menu [ knoppen om ‘MIDI’ te selecteren. ][ 3. Druk op de [Rec] knop. 4.
Diverse overige instellingen Ch MODE 1 MODE 2 1 GS Solo 2 GS Pedaal/GS * 3 GS Lagere 4 GS Hogere 5–10 GS GS 11 GS Drums/SFX 12 GS GS 13 GS Niets 14–15 GS GS 16 GS Regelaars Het MIDI zendkanaal selecteren (TxMIDI Channel) Als u de MIDI aansluitingen van de ATELIER gebruikt om muziekgegevens naar externe apparaten te verzenden, kunt u voor elk toetsenbord (hogere, lagere en voetklavier) aangeven van welk kanaal uw spel als MIDI berichten wordt verzonden.
Diverse overige instellingen De V-LINK functie is ingeschakeld, en het V-LINK icoon verschijnt in het basisvenster. De V-LINK functie gebruiken (V-LINK) fig.09-41.eps Als u de ATELIER op een V-LINK compatibel beeldapparaat aansluit, kunt u de beelden met behulp van de ATELIER regelen. Wat is V-LINK? V-LINK ( ) is een functie, met behulp waarvan muziek en beelden tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd.
Diverse overige instellingen U kunt de V-LINK functie ook middels de volgende procedure inschakelen. 1,2 1. Houd de [Reset] knop ingedrukt, en druk op de Upper [Full] knop of de Upper [Brass] knop. Door de [Reset] knop ingedrukt te houden en op de Upper [Full] knop te drukken komt het instrument in ‘MODE 1’ (p. 112) terecht. Als u de [Reset] knop ingedrukt houdt en op de Upper [Brass] knop drukt, komt het instrument in ‘MODE 2’ (p. 112) terecht.
Diverse overige instellingen Zie ‘Panel Reset’ (p. 114), als u alle andere instellingen dan het gebruikergeheugen op hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug wilt zetten. Zie ‘Factory Reset’ (p. 18), als u alle instellingen op hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug wilt zetten. Het gebruikergeheugen op de fabrieksinstellingen terugzetten (User Memory Reset) U kunt het gebruikergeheugen op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen terugzetten. Deze functie wordt ‘User Memory Reset’ genoemd.
Diverse overige instellingen 7. Een USB geheugen formatteren (Format) Druk op de [Rec] knop om met formatteren te beginnen. De procedure, waarbij een USB geheugen of floppydisk zo wordt voorbereid, dat deze op de ATELIER kan worden gebruikt wordt ‘initialisatie’ (formatteren) genoemd. In bepaalde gevallen, vooral bij floppydisks, wordt het medium voor een bepaald type apparaat geformatteerd. Als het mediumformaat niet met dat van de ATELIER overeenkomt, kunt u dat medium niet op de ATELIER gebruiken.
Op externe apparaten aansluiten Als u externe apparaten op de ATELIER wilt aansluiten, is dit het juiste hoofdstuk voor u. Namen en functies van Jacks en aansluitingen 2 1 3 Geluidsapparatuur aansluiten Output Jacks U kunt met behulp van geluidskabels (los verkrijgbaar) geluidsapparatuur aansluiten, en het geluid van de ATELIER via de luidsprekers van het aangesloten apparaat afspelen of uw uitvoeringen op een opname apparaat opnemen.
Op externe apparaten aansluiten 2. 3. Als aansluiting op de computer niet is gelukt... Zet de ATELIER uit. Zet het aangesloten apparaat uit. Een computer aansluiten Als u met behulp van een USB kabel (los verkrijgbaar) de USB aansluiting links onder op de ATELIER en de USB aansluiting van een computer op elkaar aansluit, wordt het volgende mogelijk. • U kunt de ATELIER gebruiken om geluiden van SMF muziekbestanden, die met behulp van MIDI software worden afgespeeld, af te spelen.
Op externe apparaten aansluiten sluitingen kunnen gebruikt worden om de ATELIER voor een nog grotere veelzijdigheid op een extern apparaat aan te sluiten. De USB driver instellen 1. 2. Druk op de [Utility] knop. Over MIDI aansluitingen Druk een aantal malen op de Menu [ knoppen om ‘Driver’ te selecteren. ][ ] De ATELIER heeft twee soorten MIDI aansluitingen. Door deze op de MIDI aansluitingen van een MIDI apparaat aan te sluiten, kunnen twee instrumenten elkaar besturen. fig.10-12.
Op externe apparaten aansluiten De aansluitingen maken NOTE Om storingen en/of schade aan luidsprekers te voorkomen, dient u altijd eerst het volume op alle apparaten omlaag te draaien en alle apparaten uit te zetten, alvorens u de apparaten op elkaar aansluit. 1. Draai het volume op de ATELIER en het aan te sluiten apparaat helemaal omlaag. 2. Zet de ATELIER en het aan te sluiten apparaat uit. 3. Sluit de MIDI aansluitingen met behulp van een MIDI kabel (los verkrijgbaar) op elkaar aan. 4.
Probleemoplossing Als de ATELIER niet zo functioneert als u verwacht, controleert u eerst de volgende tabel. Als u het probleem hiermee niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw winkelier of het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals op de ‘Informatie’ pagina vermeld. Het apparaat gaat niet aan Probleem Als u op de [Power On] schakelaar drukt, gaat het apparaat niet aan. Controleer Netsnoer is niet goed aangesloten. Oplossing Sluit het netsnoer goed aan. pag. p.
Probleemoplossing Probleem Controleer Oplossing Er zijn Drums/SFX voor het onderste toetsenbord geselecteerd, maar u speelt een toets waar geen drumgeluid aan is toegewezen. Schakel de Drums/SFX functie uit of bespeel toetsen waar drumgeluiden aan zijn toegewezen. Het onderste toetsenbord geeft geen geluid, als er een Intro of Ending wordt gespeeld. Dit is geen storing. De twaalf toetsen rechts op het onderste toetsenbord geven geen geluid De V-LINK functie staat op ‘Mode 2’ ingesteld.
Probleemoplossing Probleem Controleer Het geluid wordt niet juist gespeeld Als u verschillende lagen van het hetzelfde geluidtype gebruikt (bijvoorbeeld Strings 1 en Strings 5) of een octaaf-verschoven orgelgeluid speelt, kan de timing waarin u de noot speelt of de phase verhouding tussen de twee geluiden van invloed zijn op de manier waarop de geluiden klinken, maar dit is geen storing. U gebruikt hetzelfde geluidtype in verschillende lagen (bijv. Strings 1 en Strings 5).
Probleemoplossing Wisseling van registratie verloopt niet goed Probleem Controleer Oplossing pag. Het ritme of tempo wijzigt niet, wanneer u op de registratieknoppen drukt De instelling van de manier, waarop de registraties worden opgevraagd (Registration Arranger Update), staat op ‘DELAYED’. Zet de timing, waarop de arrangeurinstellingen worden opgevraagd (Registration Arranger Update), op ‘INSTANT’. p. 58 p. 102 Oplossing pag.
Probleemoplossing Opnemen is niet mogelijk Probleem Opnemen is niet mogelijk De opgenomen uitvoering is verdwenen Controleer Oplossing pag. Als u een eerder opgenomen spoor wilt wissen en vervolgens opnieuw wilt opnemen, drukt u op de spoorknop van het gewenste spoor om er voor de opname voor te zorgen dat die knop knippert. Druk op de spoorknop van het gewenste spoor, om er voor de opname voor te zorgen dat die knop knippert. p.
Storingsmeldingen Foutmelding Betekenis Copy Protected. Can’t Save. Om het auteursrecht te beschermen, kan dit muziekbestand niet in SMF formaat worden opgeslagen. Write-Protected Media. De beschermingslip van het opslagmedium staat op de beveiligingsstand (Protect) (schrijven onmogelijk). Zet het lipje op de schrijfstand (Write) (schrijven toegestaan) en probeer de procedure nogmaals uit te voeren. Can’t Save This Song. U kunt de muziekgegevens alleen afspelen.
Akkoordenlijst ● symbool: Geeft de opeenvolgende noten van het akkoord aan. ★ symbool: Akkoord met een ‘★’ kan ook worden gespeeld door alleen de toets met de ‘★’ te spelen. Chord 1.
Akkoordenlijst ● symbool: Geeft de opeenvolgende noten van het akkoord aan. ★ symbool: Akkoord met een ‘★’ kan ook worden gespeeld door alleen de toets met de ‘★’ te spelen. Chord 2.
Verklarende woordenlijst Arrangement Deze term verwijst naar wijzigen, die in een oorspronkelijk nummer zijn aangebracht, door het toevoegen van een nieuwe begeleiding of door het wijzigen van de gebruikte instrumenten. spoorknop indicator van een spoor, waarop muziekgegevens zijn opgenomen, uitschakelen, zodat het bijbehorende spoor tijdelijk onhoorbaar wordt gemaakt.
Muziekbestanden die de ATELIER kan gebruiken Wat zijn muziekbestanden? Muziekbestanden bevatten muzikale informatie zoals hoe lang de toets voor een corresponderende toonhoogte wordt gespeeld, de sterkte waarmee de toets wordt gespeeld en soortgelijke informatie. Uitvoeringsdata wordt naar de ATELIER gezonden van muziekbestanden die in USB geheugen en op CD-ROM zijn opgeslagen, en worden onveranderd als songs afgespeeld.
Instellingen die na het uitzetten van het apparaat bewaard blijven Instellingen die na het uitzetten van het apparaat bewaard blijven Arranger Update Auto Std Tempo (Auto Standard Tempo) Lyrics Master Tune Metronome Sound MIDI IN Mode Registration Shift Send PC Switch Trans. Update (Transpose Update) USB Driver Registration Name Instellingen die onder de registratieknoppen bewaard blijven Registration Name Registration Shift Arranger Update Trans.
Midi Implementatiekaart Roland Organ Model AT-75 MIDI Implementatiekaart Verzonden Functie... Basic Channel Herkend 1 (Solo) 2 (Pedal) 3 (Lower) 4 (Upper) 11 (Drums/SFX) 16 (Expression) 1–16 (GM2/GS) X Default 2 3 4 11 16 Versie : 1.
Belangrijkste specificaties AT-75: MUSIC ATELIER Toetsenbord Geluidsgenerator Ritme Hogere toetsenbord 49 toetsen (C3–C7) Onderste toetsenbord 49 toetsen (waterval toetsenbord, C2-C6) Voetklavier 13 toetsen (C2-C3) Initial Touch Upper, Lower (voor elk 10 niveaus) Geluidsgenerator Compatibel met GENERAL MIDI niveau 2, GENERAL MIDI System, GS en XGLite formaat Max.
Belangrijkste specificaties Bestanden opslaan Media USB geheugen (stick) floppydisk (wanneer u een optionele FD-01A floppydisk drive gebruikt) Opslagformaat Origineel MUSIC ATELIER formaat, SMF formaat 0 Songs Max.
Demo songlijst Zie ‘De demo songs beluisteren’ (p. 22) voor details over hoe u de demo songs afspeelt.
Index A E Aanpassingsschroef..............................................20 Aansluiten Computer ......................................................117 Actieve expressiegeluiden (Active Expression Voice).33 Afspelen Demo song......................................................22 Opgeslagen uitgevoerde songs..........................83 Ritme ..............................................................43 Uitgevoerde Song ............................................85 Aftelgeluid......................
Index M Map (Folder) .......................................................98 Master Tune ......................................................109 Master Volume.....................................................17 Metronoom .......................................................104 Geluid ..........................................................105 Volume .........................................................105 MIDI .................................................................
Index Track (spoor) .....................................................106 Track knop ..........................................................82 Track Mute ..................................................84, 106 Trans. Update (transpositie bijwerken) ..................103 Transponeren Key Transpose (toonsoort) .................................68 Weergave.....................................................104 Tx MIDI Channel (MIDI zendkanaal) .....................111 U Upper Voice ...................
Informatie AFRICA EGYPT Al Fanny Trading Office 9, EBN Hagar Al Askalany Street, ARD E1 Golf, Heliopolis, Cairo 11341, EGYPT TEL: (022)-418-5531 REUNION Maison FO - YAM Marcel 25 Rue Jules Hermann, Chaudron - BP79 97 491 Ste Clotilde Cedex, REUNION ISLAND TEL: (0262) 218-429 SOUTH AFRICA T.O.M.S. Sound & Music (Pty)Ltd. 2 ASTRON ROAD DENVER JOHANNESBURG ZA 2195, SOUTH AFRICA TEL: (011)417 3400 Paul Bothner(PTY)Ltd.
Voor EU-Landen
Voor EU-Landen Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijnen EMCD 2004/108/EC enLVD 2006/95/EC.