Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa‐ raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ......................................................... 4 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 14 Overzicht............................................................................................................... 15 Kookplaat............................................................................................................... 15 Bedieningselementen/displays ...............................
Inhoud Oververhittingsbeveiliging...................................................................................... 37 Reiniging en onderhoud ...................................................................................... 38 Nuttige tips ... ...................................................................................................... 40 Bij te bestellen accessoires ................................................................................ 43 Miele@home / Con@ctivity................
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig‐ heid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar). Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt. Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐ rend toezicht houdt. Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe‐ zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be‐ dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al‐ leen door een door Miele geautoriseerde vakman worden uitge‐ voerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico's lopen waar‐ voor de fabrikant niet aansprakelijk is. Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐ trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden. Open nooit de behuizing van de kookplaat. Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is ge‐ plaatst, sluit deze dan nooit terwijl de kookplaat in gebruik is. Achter een gesloten meubeldeur verzamelt zich warmte en vocht. Daardoor kunnen de kookplaat, de inbouwnis en de vloer worden beschadigd. Sluit een meubeldeur pas als de restwarmte-indicaties gedoofd zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Nog meer aanwijzingen voor het gebruik De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en blijft dat ook nog enige tijd na het uitschakelen. Zodra het lampje voor de rest‐ warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken. Voorwerpen in de nabijheid van de ingeschakelde kookplaat kun‐ nen door de hoge temperaturen beginnen te branden. Gebruik de kookplaat nooit om ruimten te verwarmen. Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inscha‐ kelt of als het apparaat nog warm is van het koken, bestaat het risi‐ co dat metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen warm wor‐ den. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannen‐ deksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als leg‐ plank. Schakel de kookzones na gebruik uit! U kunt zich aan de hete kookplaat branden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat! Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat veroorzaken. Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken door wrijving en krassen. Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe‐ ratuur in de panbodem snel de zelfontbrandingstemperatuur van olie of vet bereiken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De kookplaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het in‐ gebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de in‐ houd van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende zijn zodat voldoende ventilatie van de kookplaat is gewaarborgd. Be‐ waar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas‐ ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen.
Overzicht Kookplaat a PowerFlex-kookzone met TwinBooster b PowerFlex-kookzone met TwinBooster ab te combineren tot een PowerFlex-kookvlak c PowerFlex-kookzone met TwinBooster d PowerFlex-kookzone met TwinBooster cd te combineren tot een PowerFlex-kookvlak e Bedieningselementen/displays 15
Overzicht Bedieningselementen/displays m 8 i l j 00 8 min k d c e f g hb a Sensortoetsen a Kookplaat in-/uitschakelen b Stop and Go activeren/deactiveren ab Inschakelblokkering/vergrendeling activeren/deactiveren c Timer - In-/uitschakelen - Wisselen tussen de timerfuncties - Selectie van een kookzone (zie hoofdstuk "Kookzone automatisch uitschake‐ len") d Kookwekkertijd/uitschakeltijd instellen 16
Overzicht e Warmhoudstand in-/uitschakelen f Vermogensstand instellen g PowerFlex-kookvlak in-/uitschakelen Controlelampjes h Inschakelblokkering geactiveerd k Timer i Kookzonedisplay tot Kookzone gebruiksklaar Warmhoudstand Vermogensstand Stand 1 TwinBooster Booster/stand 2 TwinBooster Ontbrekende of ongeschikte pannen (zie hoofdstuk "Inductie") Restwarmte Aankookautomaat Automatische uitschakeling geprogrammeerd Timerdisplay j Tijd in minuten l Kookwekker Inschakelblokkering/vergr
Overzicht Kookzones Kookzone Ø in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 + + 22–23 / 15x23–23x39 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 3400 4800 7300 Totaal 7300 * Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter ge‐ bruiken. ** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
Vóór het eerste gebruik Plak het typeplaatje dat bij de docu‐ mentatie gevoegd is, op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Service, typeplaatje, garantie". Verwijder eventueel aanwezige be‐ schermfolies en stickers. Kookplaat voor de eerste keer reinigen Wis uw kookplaat voor het eerste ge‐ bruik af met een vochtige doek en droog deze dan af. Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen De onderdelen van metaal worden met een onderhoudsmiddel beschermd.
Inductie Principe Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen. Als u een kookzo‐ ne inschakelt, genereren deze spoelen een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het systeem houdt automatisch rekening met de grootte van de gebruikte pan.
Inductie Geluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei. Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt. Bij pannen met een bodem die uit ver‐ schillende materialen bestaat (bijvoor‐ beeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Inductie De juiste pannen Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseer‐ bare bodem. – geëmailleerd staal. – gietijzer. Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magneti‐ seerbare bodem. – aluminium of koper. – glas, keramiek of aardewerk. Als u niet zeker weet of een pan ge‐ schikt is voor inductie, houdt u een magneet tegen de bodem van de pan. Als de magneet blijft hangen, is de pan over het algemeen geschikt.
Tips om energie te besparen – Bereid gerechten zoveel mogelijk al‐ leen in gesloten potten of pannen. Dat voorkomt dat onnodig warmte ontwijkt. – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan. – Gebruik zo weinig mogelijk water. – Schakel na het aankoken of aanbra‐ den op tijd terug naar een lagere ver‐ mogensstand. – Gebruik een snelkookpan om de be‐ reidingstijd te verkorten.
Tabel vermogensstanden Vermogens‐ stand Boter smelten Gelatine oplossen 1–2 Rijstepap, havermoutpap maken 2 Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst wellen Groente ontdooien (in een blok) Graan wellen 3 Verwarmen van vloeibare en halfvaste gerechten Bereiden van een omelet en van spiegeleieren zonder korst Stoven van vruchten Deegwaren wellen 4 Groente, vis stoven Diepvriesproducten ontdooien en verwar‐ men 5 Aankoken van grote hoeveelheden, bijv.
Bediening Principe van de bediening Uw keramische kookplaat heeft elektro‐ nische sensortoetsen die op vingercon‐ tact reageren. De sensortoets aan/uit moet bij het inschakelen om veilig‐ heidsredenen iets langer worden aan‐ geraakt dan de overige toetsen. Elke reactie van de toetsen wordt be‐ vestigd met een akoestisch signaal. Storing door vuile en/of bedekte sen‐ sortoetsen.
Bediening Brandgevaar! Restwarmte-indicatie Houd toezicht op de kookplaat als deze in gebruik is! Houdt u er rekening mee dat de op‐ warmtijd bij inductiekookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten. Als een kookzone warm is, brandt na het uitschakelen de restwarmte-indica‐ tie. Inschakelen Tip de - sensortoets aan. In de displays van alle kookzones ver‐ schijnt . Voert u daarna geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veilig‐ heidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Bediening PowerFlex-kookvlak U kunt de PowerFlex-kookzones tot een groot PowerFlex-kookvlak samen‐ voegen (zie hoofdstuk "Overzicht – Kookplaat"). De instellingen voor het kookvlak worden met de voorste of lin‐ ker PowerFlex-kookzone bestuurd. Inschakelen Raak de sensortoets of aan. Op het display van de achterste of rechter kookzone brandt . Stel de gewenste vermogensstand in door het aanraken van de betreffende sensortoets op het bedieningspaneel van de voorste of linker kookzone.
Bediening Aankookautomaat Doorkookstand Aankooktijd [min : sec] 1 ca. 0 : 15 2 ca. 0 : 15 3 ca. 0 : 25 4 ca. 0 : 50 5 ca. 2 : 00 Activeren 6 ca. 5 : 50 Raak de sensortoets van de ge‐ wenste doorkookstand zo lang aan, tot een signaal weerklinkt en in de kookzonedisplay de doorkookstand begint te knipperen. 7 ca. 2 : 50 8 ca. 2 : 50 9 – Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een be‐ paalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld (aankoken).
Bediening Booster De kookzones zijn uitgerust met een booster of TwinBooster (zie hoofdstuk "Overzicht – Kookplaat"). U kunt de booster maximaal voor twee kookzones tegelijk gebruiken. Met de booster kan een hoger vermo‐ gen worden geleverd om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv. grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dit hoger vermogen is maximaal 15 minuten actief. U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk gebruiken.
Bediening Booster inschakelen Raak 2 keer de sensortoets 9 op het bedieningspaneel van de gewenste kookzone aan. Op het kookzonedisplay wordt weer‐ gegeven. TwinBooster-functie inschakelen, stand 1 Raak 2 keer de sensortoets 9 op het bedieningspaneel van de gewenste kookzone aan. Op het kookzonedisplay wordt weer‐ gegeven. TwinBooster-functie inschakelen, stand 2 Raak 3 keer de sensortoets 9 op het bedieningspaneel van de gewenste kookzone aan. Op het kookzonedisplay wordt weer‐ gegeven.
Bediening Warmhouden De warmhoudstand is niet bedoeld voor het opwarmen van reeds afge‐ koelde gerechten. De warmhoudstand is voor het warmhouden van ge‐ rechten meteen na de bereiding. Warmhoudstand in-/uitschakelen Tip de sensortoets van de betref‐ fende kookzone aan. Als u de warmhoudstand instelt, blijft de kookzone maximaal 2 uur ingescha‐ keld. – Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met een deksel af. – U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roeren.
Timer U kunt een tijd tot 99 minuten instel‐ len. Kookzone automatisch uit‐ schakelen U kunt de timer voor twee functies ge‐ bruiken: U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitge‐ schakeld. De functie kan voor alle kookzones tegelijk worden gebruikt. – voor het instellen van een kookwek‐ kertijd. – voor het automatisch uitschakelen van een kookzone. Kookwekker Instellen Tip de - sensortoets aan. Stel de gewenste tijd in met de sen‐ sortoets - of +.
Timer Timerfuncties tegelijk ge‐ bruiken Wanneer u de op de achtergrond aflo‐ pende resttijden wilt weergeven: U kunt de functies kookwekker en auto‐ matisch uitschakelen tegelijk gebruiken. Raak de sensortoets zo vaak aan tot de gewenste indicatie verschijnt. U heeft een of meer uitschakeltijden ge‐ programmeerd en wilt ook een kook‐ wekkertijd instellen: Raak de sensortoets zo vaak aan tot en worden weergegeven op het timerdisplay. Stel de tijd in zoals hierboven be‐ schreven.
Extra functies Stop&Go Recall Bij de activering van Stop&Go wordt de vermogensstand van alle ingeschakelde kookzones tot 1 verlaagd. De vermogensstanden van de kookzo‐ nes en de instelling van de timer kun‐ nen niet worden gewijzigd. De kook‐ plaat kan alleen worden uitgeschakeld. De ingestelde kookwekkertijd, booster‐ tijd, aankoken en de ingestelde tijden voor het automatische uitschakelen worden gestopt.
Beveiligingen Inschakelblokkering De inschakelblokkering wordt door een stroomonderbreking gedeacti‐ veerd. Om te vermijden dat iemand de kook‐ plaat per vergissing inschakelt, is deze uitgerust met een inschakelblokkering. Wanneer bij geactiveerde inschakel‐ blokkering een niet toegestane sensor‐ toets wordt aangeraakt, verschijnt ge‐ durende enkele seconden op het ti‐ merdisplay. Activeren Schakel de kookplaat in .
Beveiligingen Automatische uitschakeling Bij te lange bedrijfsduur De automatische uitschakeling wordt automatisch geactiveerd wanneer een kookzone ongewoon lang wordt ver‐ warmd. De tijdspanne hangt van de ge‐ kozen vermogensstand af. Als deze is overschreden, wordt de kookzone uit‐ geschakeld en wordt de restwarmte weergegeven. Wanneer u de kookzone uit- en inschakelt is deze weer klaar voor gebruik.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koellicha‐ men van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koelli‐ chamen oververhit raken, zorgt de over‐ verhittingsbeveiliging voor een van de volgende reacties: De oververhittingsbeveiliging reageert als: – leeg kookgerei wordt verhit. – vet of olie op een hoge vermogens‐ stand wordt verhit. – de onderkant van de kookplaat niet voldoende geventileerd wordt.
Reiniging en onderhoud Pas op dat u zich niet verbrandt! De kookzones moeten uitgeschakeld zijn. De kookplaat moet afgekoeld zijn. Letselrisico! De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die on‐ der spanning staan en een kortslui‐ ting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger. Alle oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen wanneer u onge‐ schikte reinigingsmiddelen gebruikt. Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Reiniging en onderhoud Reinig het gedeelte tussen de kera‐ mische plaat en de omranding of tussen de omranding en het werk‐ blad niet met scherpe voorwerpen. Afdichtingen kunnen daardoor wor‐ den beschadigd. Met een afwasmiddel worden niet al‐ le verontreinigingen en resten verwij‐ derd. Er ontstaat een onzichtbare film die tot verkleuringen van het keramische glas leidt. Deze verkleuringen kunnen niet meer worden verwijderd.
Nuttige tips ... U kunt de meeste problemen die in het dagelijkse gebruik kunnen optreden zelf verhelpen. Het volgende overzicht moet u daarbij helpen. Kunt u daarmee de oorzaak van een probleem niet vinden of verhelpen, neem dan contact op met Miele (zie achter in deze gebruiksaanwijzing). Letselrisico! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repara‐ tiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hier‐ voor niet aansprakelijk worden gesteld.
Nuttige tips ... Probleem Oorzaak en oplossing Op het kookzonedisplay Op de kookzone staat geen pan of een ongeschikte knipperen afwisselend pan. het symbool en de in‐ Gebruik geschikte pannen (zie "De juiste pannen"). gestelde vermogens‐ stand of . Wanneer de kookplaat wordt ingeschakeld, wordt enkele seconden weergegeven op het timerdisplay. De inschakelblokkering is geactiveerd. Deactiveer de inschakelblokkering (zie hoofdstuk "Inschakelblokkering").
Nuttige tips ... Probleem Oorzaak en oplossing De inhoud van een pan Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen begint niet of nauwe‐ verwarmd. lijks te koken, terwijl de Kook met de hoogste vermogensstand en stel aankookautomaat inge‐ daarna handmatig een lagere vermogensstand in. schakeld is. De pan geleidt de warmte niet goed. Gebruik andere pannen die de warmte wel goed geleiden.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en on‐ derhoudsmiddelen. U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen: De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achter in deze gebruiksaan‐ wijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Miele@home / Con@ctivity Uw kookplaat is geschikt voor commu‐ nicatie en kan via de radiografische stick die bij de afzuigkap is geleverd – met het Miele@home-systeem wor‐ den verbonden, – met de afzuigkap communiceren (Con@ctivity). Het Miele@home-systeem De voor communicatie geschikte huis‐ houdapparaten zenden informatie over hun status aan een weergave-apparaat (SuperVision-apparaat, notebook, tablet enz.).
Miele@home / Con@ctivity Aanmelding Wilt u de kookplaat bij – Miele@home aanmelden, bereid dan eerst het aanmeldingsproces op het weergave-apparaat voor, – Con@ctivity aanmelden, dan moet u eerst de afzuigkap aanmelden. Haal de elektrische spanning van de kookplaat. Sluit de radiografische stick aan op de kookplaat (zie de montagehandlei‐ ding van de radiografische stick). Herstel de stroomvoorziening. De aanmelding moet binnen 10 minu‐ ten na het inschakelen van de stroom‐ voorziening plaatsvinden.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen De kookplaat mag alleen door een gekwalificeerde vakman worden inge‐ bouwd en door een elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Om schade aan de kookplaat te voorkomen mag deze pas na de montage van de bovenkasten en de afzuigkap worden ingebouwd. De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebe‐ stendige lijm (100°C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervor‐ men. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand boven de kookplaat Tussen de kookplaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de vei‐ ligheidsafstand aan te houden die de fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Is deze informatie niet beschikbaar, houd dan een afstand aan van ten minste 760 mm. Ook als zich boven het appa‐ raat licht ontvlambare materialen bevin‐ den (zoals een keukenplank), moet u een afstand van ten minste 760 mm aanhouden.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand achterkant/ zijkant Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeeldingen). Minimumafstand achter van de werkbladuitsparing tot de achterkant van het werkblad: 50 mm Niet toegestaan! Minimumafstand rechts van de werkbladuitsparing tot een ernaast staand meubelstuk (bijv. hoge kast) of een wand: 50 mm.
Veiligheidsafstanden Minimale afstand onderkant Tussenbodem Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het apparaat een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade. Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk, maar wel toege‐ staan. De minimale afstand vanaf de onder‐ kant van het apparaat tot de – bovenkant van een oven moet 15 mm bedragen. Voor de aansluitkabel moet aan de ach‐ terkant een spleet van 10 mm worden aangehouden.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit‐ sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge tem‐ peraturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tus‐ sen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Aanwijzingen voor het inbouwen Afdichting tussen kookplaat en werkblad Wanneer u de kookplaat met een voegafdichtingsmiddel afdicht kun‐ nen de kookplaat en het werkblad bij een eventueel noodzakelijke demon‐ tage van de kookplaat beschadigd raken. Breng daarom geen voegaf‐ dichtingsmiddel aan tussen de kook‐ plaat en het werkblad. De afdichting onder de rand van het apparaat zorgt voor voldoende af‐ dichting van het werkblad.
Inbouwmaten a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkast d Aansluiting Miele@home/Con@ctivity De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
Inbouwen Voorbereiding werkblad Kookplaat positioneren Maak de werkbladuitsparing zoals in de afbeelding van de kookplaat is aangegeven. Let op de veiligheidsaf‐ standen (zie hoofdstuk "Veiligheidsaf‐ standen"). Leid de aansluitkabel van de kook‐ plaat door de uitsparing naar bene‐ den. Sluit de snijvlakken van werkbladen van hout af met speciale lak, silico‐ nenkit of giethars om te voorkomen dat ze bij vochtigheid gaan opzwel‐ len. Het afdichtmateriaal moet tem‐ peratuurbestendig zijn.
Elektrische aansluiting Letselrisico! Aansluiting Door ondeskundige installatie- en onderhoudswerkzaamheden of repa‐ raties kunnen zeer gevaarlijke situa‐ ties voor de gebruiker ontstaan waarvoor Miele geen aansprakelijk‐ heid aanvaardt. Miele kan niet verantwoordelijk wor‐ den gesteld voor schade die het ge‐ volg is van ondeskundige installatieen onderhoudswerkzaamheden of reparaties. Evenmin is Miele aan‐ sprakelijk voor (de gevolgen van) een ontbrekende of onderbroken aarding (bijv.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Lichamelijk letsel door elek‐ trische schok! Zorg dat de netspanning niet per on‐ geluk weer kan worden ingescha‐ keld. Moet het apparaat spanningsvrij wor‐ den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: Zekeringen Draai de zekering los en haal deze uit de houder. Zekeringsautomaat Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruitspringt. Inbouwzekeringsautomaat (Zelfuitschakelaar, min.
Elektrische aansluiting Aansluitschema a b c d e L1 L2 L3 N 200-240 V~ 200-240 V~ 200-240 V~ a b c d e L1 L2 N 200-240 V~ 200-240 V~ (L3) a b c d e L1 56 200-240 V~ N (L2)
Service, typeplaatje, garantie Service Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – Miele De gegevens van Miele vindt u achter in deze gebruiks- en montagehandleiding. Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Typeplaatje Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaat‐ je overeenkomen met de gegevens op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing.
Productgegevensbladen Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en monta‐ gehandleiding beschreven modellen. Informatie over huishoudelijke elektrische kookplaten volgens verordening (EU) Nr.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
KM 6381 nl-NL M.-Nr.