Operation Manual

Inmaken
Gebruik om in te maken enkel verse levensmiddelen die in
perfecte staat zijn. Ze mogen niet beschadigd zijn of rotte
plekken vertonen.
Bokalen
Gebruik alleen bokalen en toebehoren die schoon, gespoeld
en niet beschadigd zijn. U kunt bokalen met een draaideksel
gebruiken of bokalen met een glazen deksel en een rubberen
ring.
Zorg ervoor dat de bokalen dezelfde grootte hebben, zodat
alles gelijkmatig wordt ingemaakt.
Als u een bokaal hebt gevuld, dient u de glazen rand met een
schone doek en heet water te reinigen voordat u de bokaal
sluit.
Fruit
Selecteer het fruit zorgvuldig, was het kort maar grondig en
laat het uitdruppen. Bessen dient u zeer voorzichtig te was-
sen. Ze zijn zeer teer en raken snel platgedrukt.
Verwijder eventueel de schil, stelen of pitten.
Snij grote stukken fruit in kleinere stukken. Appels snijdt u
bijv. het best in partjes.
Als u steenvruchten met de pit (pruimen, abrikozen) inmaakt,
doorprikt u de vruchten vooraf meerdere keren met een vork
of een houten stokje. Anders zullen ze uiteenspatten.
Groenten
Was de groenten, maak ze schoon en snij ze in stukken.
Blancheer groenten vóór het inmaken, zodat de kleur behou
-
den blijft (zie rubriek "Blancheren").
Vulpeil
Doe de levensmiddelen losjes in de bokaal. Vul de bokaal tot
max. 3 cm onder de rand. De celwanden van de levensmid
-
delen raken beschadigd wanneer het in de bokaal wordt ge
-
perst. Laat de bokaal zachtjes op een doek neerploffen om
zo de inhoud beter te verdelen.
Vul de bokalen met vloeistof. De levensmiddelen moeten on
-
dergedompeld zijn.
Gebruik voor fruit een suikeroplossing. Voor groenten kunt u
een zout- of azijnoplossing gebruiken.
Speciale toepassingen
58