GEBRUIKSAANWIJZING UHF DIGITALE ZENDONTVANGER TK-3401D B5A-0525-10 (E)
DANK U Dank u voor de aanschaf van de KENWOOD voor uw dPMR446-toepassingen. BEDIENINGSOMSTANDIGHEDEN Open plaatsen (geen obstakels): Tot max. 9,0 km Opmerking: ◆ Het hierboven aangegeven bereik is op het testen in een open gebied gebaseerd en kan afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en individuele transceiver verschillen. ◆ Digitale technologie levert een superieur en helder geluid in een uitgestrekter gebied.
BERICHTEN AAN DE GEBRUIKER Laat onderhoud en reparatie uitsluitend uitvoeren door een vakbekwame technicus. Veiligheid: Het is belangrijk dat de operator zich bewust is van de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van een zendontvanger en deze begrijpt. Deze apparatuur voldoet aan de vereisten van Richtlijn 1999/5/EG.
VOORZORGSMAATREGELEN • • • • • • • • • • • • Laad de zendontvanger en de batterij niet op als ze nat zijn. Zorg ervoor dat er geen metaalachtige voorwerpen liggen tussen de zendontvanger en de batterij. Gebruik geen opties die niet gespecificeerd zijn door KENWOOD. Als het gegoten chassis of een ander zendontvangerdeel is beschadigd, raak dan de beschadigde delen niet aan. Reduceer het volume als een hoofdtelefoon is aangesloten is op de zendontvanger.
LET OP • • • • • • • • • • • Haal in geen geval de zendontvanger uit elkaar en breng geen wijzigingen aan. Plaats in een rijdend voertuig de zendontvanger niet op of dichtbij airbags. Bij het opblazen van de airbag kan de ontvanger gelanceerd worden en de bestuurder of passagiers raken. Ga niet zenden terwijl u het antenne-uiteinde aanraakt of als enige metalen delen door de antennebedekking zichtbaar zijn. Zenden op deze manier kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Informatie over de batterij: De Li-ion-batterij bevat ontvlambare substanties zoals organische oplosmiddelen. Verkeerd gebruik van de batterij kan leiden tot breuk van de batterij, waardoor brandgevaar of hoge temperaturen, verslechtering van de prestatie of andere beschadigingen kunnen optreden. Houd u zich aan de volgende waarschuwingen. GEVAAR • • • • • • De batterij niet uit elkaar halen of anders samenstellen! De batterij bevat een veiligheidsfunctie en -circuit ter voorkoming van gevaar.
GEVAAR • • • • • • • Alleen de gespecificeerde lader gebruiken en neem de oplaadvereisten in acht! Als de batterij in niet gespecificeerde omstandigheden wordt opgeladen (bij een temperatuur die hoger is dan de gereguleerde waarde, stroom of spanning die hoger is dan de gereguleerde waarde of met behulp van een aangepaste lader) kan de batterij overbelast worden of kunnen er abnormale chemische reacties ontstaan. Er kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
GEVAAR • Een gebroken en lekkende batterij niet aanraken! Als de elektrolytvloeistof van de batterij in uw ogen terechtkomt, spoel uw ogen onmiddellijk uit met zoet water zonder in uw ogen te wrijven. Ga onmiddellijk naar het ziekenhuis. Als u geen actie onderneemt, kan dit leiden tot problemen met uw ogen. WAARSCHUWING • • • • De batterij niet langer opladen dan de gespecificeerde duur! Als de batterij nog niet volledig is opgeladen, zelfs als de vastgestelde duur is verstreken, stopt u het opladen.
INHOUDSOPGAVE APPARAAT UITPAKKEN EN CONTROLEREN................... 1 VOORBEREIDING................................................................ 2 ORIENTATIE......................................................................... 8 BASISBEDIENING............................................................. 10 KANAALINSTELFUNCTIE................................................. 11 TOETSPROGRAMMEERFUNCTIE.................................... 20 BEDIENING OP DE ACHTERGROND...............................
VOORBEREIDING Plaatsen/verwijderen van de batterij LET OP ◆ Sluit de batterijpolen niet kort en gooi een batterij nooit in een vuur. ◆ Probeer de behuizing van de batterij niet te verwijderen. ◆ Plaats de batterij nadat u de contactpunten van de batterij en aansluitpunten in de transceiver schoon heeft geveegd. N-2 1 Breng de batterij in lijn met de achterkant van de transceiver en druk vervolgens de batterij goed op de transceiver totdat de ontgrendelknop op de basis van de transceiver vastklikt.
Opladen van de batterij De batterij is in de fabriek niet opgeladen; laad derhalve alvorens gebruik op. LET OP: ◆◆ Schakel de transceiver met een batterij geplaatst altijd UIT alvorens de transceiver op de lader te plaatsen. 1 2 3 Verbind de kabel van de netspanningsadapter met de aansluiting op de achterkant van de lader. Steek de netspanningsadapter in een stopcontact. Schuif een batterij of een transceiver met batterij in de opening van de lader.
◆ ◆ De levensduur van de batterij is bereikt wanneer de gebruikstijd met een geheel en juist opgeladen batterij aanzienlijk korter wordt. Vervang de batterij. De gebruikstijd is mogelijk korter wanneer de transceiver met een Li-ion batterij in een omgeving met een lagere temperatuur dan –10°C wordt gebruikt. Gebruikstijd van batterij De in de tabel hieronder aangegeven tijden zijn gemeten onder de volgende omstandigheden: Berekent met 5% zendtijd, 5% ontvangsttijd en 90% standbytijd.
Plaatsen van de dop over de aansluitingen van de luidspreker/ microfoon Plaats de dop over de aansluitingen van de luidspreker/ microfoon wanneer u geen optionele luidspreker/ microfoon of headset gebruikt. Opmerking: ◆◆ U moet de aansluiting van de luidspreker/microfoon met de bijgeleverde dop bevestigen om de transceiver waterbestendig te houden. 1 2 Plaats het dopje over de aansluitingen met de vergrendellipjes goed in de groeven van de transceiver gestoken.
BEVESTIGEN VAN DE OPTIONELE LUIDSPREKER/ MICROFOON (OF HEADSET) Opmerking: ◆◆ De transceiver is niet geheel waterbestendig bij gebruik van een luidspreker/ microfoon of headset. 1 Steek de stekkers van de luidspreker/ microfoon (of headset) in de aansluitingen voor de luidspreker/ microfoon van de transceiver. 2 Plaats de vergrendelbeugel over de aansluitingen voor de luidspreker/ microfoon (of headset) met de vergrendellipjes goed in de groeven van de transceiver gestoken.
VERANDEREN VAN DE AUDIO-UITGANG U moet de audio-uitgang veranderen indien u uitsluitend via de oortelefoon (φ2,5) luistert. 1 Schakel de stroom van de transceiver UIT. 2 Houd de PTT-schakelaar en Zijde 2-toets ingedrukt en schakel de stroom van de transceiver IN. 3 Houd de PTT-schakelaar en Zijde 2-toets ingedrukt totdat u een pieptoon hoort. • • Herhaal stappen 1 tot 3 om de audio-uitgang te veranderen.
ORIENTATIE Microfoon Luidspreker Antenne Batterij Selectieknop Verdraai voor het veranderen van het zend-/ ontvangstkanaal. • • Zie “KANAALINSTELFUNCTIE” voor het veranderen van de zend-/ontvangstfrequentie, algemene ID- of QT/DQTinstellingen van een kanaal {pagina 11}. Kanaalaankondiging: Bij het veranderen van kanaal, geeft de transceiver het nieuwe gekozen kanaalnummer weer. LED-indicator Zie de status van de LED-indicator.
Zijde 1-toets Druk om de programmeerbare functie te activeren. De standaardinstelling is [Zone]. • Zie “TOETSPROGRAMMEERFFUNCTIE” voor functiebeschrijvingen en details aangaande het veranderen van de functie voor de Zijde 1-toets {pagina 20}. Zijde 2-toets Druk om de programmeerbare functie te activeren. De standaardinstelling is [Squelch tijdelijk uit]. • Zie “TOETSPROGRAMMEERFFUNCTIE” voor functiebeschrijvingen en details aangaande het veranderen van de functie voor de Zijde 2-toets {pagina 20}.
BASISBEDIENING 1 Draai de Aan/uit-schakelaar/ Volumeknop naar rechts om de stroom van de transceiver in te schakelen (ON). • U hoort een pieptoon. 2 Druk op de met [Monitoren] of [Squelch uit] (Zijde 2-toets standaardinstelling) geprogrammeerde toets om de achtergrondruis te horen en draai vervolgens de Aan/uit-schakelaar/ Volumeknop om het volume in te stellen. 3 Draai de Selectieknop om het gewenste kanaal te kiezen.
KANAALINSTELFUNCTIE Met deze transceiver kunt u ieder kanaal opnieuw met verschillende frequenties, algemene ID (digitaal)-/ QT/DQT (analoog)-instellingen programmeren. De tabel hieronder toont de standaardkanaalinstellingen.
Zonetype Analoog Kanaalnummer Frequentie QT/DQT 1 446,00625 MHz 94,8 Hz 2 446,09375 MHz 88,5 Hz 3 446,03125 MHz 103,5 Hz 4 446,06875 MHz 79,7 Hz 5 446,04375 MHz 118,8 Hz 6 446,01875 MHz 123,0 Hz 7 446,08125 MHz 127,3 Hz 8 446,05625 MHz 85,4 Hz 9 446,00625 MHz 107,2 Hz 10 446,09375 MHz 110,9 Hz 11 446,03125 MHz 114,8 Hz 12 446,06875 MHz 82,5 Hz 13 446,04375 MHz D132N 14 446,01875 MHz D155N 15 446,05625 MHz D134N 16 446,08125 MHz D243N Opmerking: ◆◆ U moet
ZONESELECTIE Veranderen van de zend-/ontvangstzone: 1 Houd met de stroom van de transceiver uitgeschakeld de PTT-schakelaar en Zijde 1-toets ingedrukt en schakel tegelijkertijd de stroom van de transceiver in. • 2 Laat de PTT-schakelaar en Zijde 1-toets los. • 3 Een stemaankondiging meldt het huidige gekozen zonetype. Ga naar de volgende stap wanneer u het zonetype niet wilt veranderen. Druk op de PTT-schakelaar om de instelling op te slaan. • • 7 U hoort een pieptoon.
ZEND-/ONTVANGSTFREQUENTIES VOOR KANALEN Veranderen van de zend-/ontvangstfrequentie voor een kanaal: 1 Volg de stappen van Zoneselectie voor het kiezen van de zone. 2 Draai de Selectieknop naar het gewenste kanaal. • 3 Druk op de PTT-schakelaar en laat los. • 4 • Zie de tabel voor de tabelnummers en de overeenkomende zend-/ontvangstfrequenties {pagina 15}. Een stemaankondiging meldt het huidige gekozen tabelnummer. Druk op de PTT-schakelaar om de instelling op te slaan.
Frequentietabel Digitaal Tabelnummer Zend-/ontvangstfrequentie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 446,103125 MHz 446,109375 MHz 446,115625 MHz 446,121875 MHz 446,128125 MHz 446,134375 MHz 446,140625 MHz 446,146875 MHz 446,153125 MHz 446,159375 MHz 446,165625 MHz 446,171875 MHz 446,178125 MHz 446,184375 MHz 446,190625 MHz 446,196875 MHz Analoog Tabelnummer Zend-/ontvangstfrequentie 1 2 3 4 5 6 7 8 446,00625 MHz 446,01875 MHz 446,03125 MHz 446,04375 MHz 446,05625 MHz 446,06875 MHz 446,08125 MHz 446
Algemene ID-INSTELLINGEN (DIGITAAL) Veranderen van de algemene ID-instellingen voor een Digitaal kanaal: 1 Volg de stappen van Zoneselectie voor het kiezen van het zonetype (digitaal). 2 Draai de Selectieknop naar het gewenste kanaal. • 3 • 4 • De transceiver geeft het algemene ID-nummer weer. Houd de Zijde 1- of Zijde 2-toets ingedrukt om het algemene ID-nummer met stappen van 10 te verhogen/ verlagen. Een stemaankondiging meldt het huidige gekozen algemene ID-nummer.
QT/DQT-INSTELLINGEN (analoog) Met Quiet Talk (QT) en Digital Quiet Talk (DQT) worden ongewenste signalen op uw kanaal geweigerd. U hoort een oproep uitsluitend wanneer u een kanaal ontvangt dat een overeenkomende QT-toon of DQT-toon bevat. Indien een oproep met een andere toon of code wordt ontvangen, zal de squelch niet openen en hoort u de oproep niet.
6 Druk op de PTT-schakelaar om de instelling op te slaan. • • 7 U hoort een pieptoon. Herhaal stappen 2 tot 6 om een ander kanaal in te stellen. Schakel de stroom van de transceiver UIT en vervolgens weer IN om de nieuwe instellingen activeren. Opmerking: ◆◆ De transceiver keert automatisch naar de normale werking terug wanneer er gedurende 5 seconden geen bediening wordt uitgevoerd.
KANAALCONTROLEFUNCTIE Bevestigen van uw kanaalinstellingen: 1 Houd met de stroom van de transceiver uitgeschakeld de PTT-schakelaar ingedrukt en schakel tegelijkertijd de stroom van de transceiver in. • 2 Laat de PTT-schakelaar los. • 3 Houd de PTT-schakelaar ingedrukt totdat de LED-indicator oranje oplicht en de transceiver “Confirm” weergeeft. De transceiver geeft het kanaaltabelnummer en toonnummer van het gekozen kanaal weer. Draai binnen 5 seconden de Selectieknop naar het gewenste kanaal.
TOETSPROGRAMMEERFUNCTIE Met deze transceiver kunt u de Zijde 1- en Zijde 2-toetsen opnieuw programmeren met een van de functies die in de tabel hieronder zijn aangegeven. Zie “Programmeerbare functies” {pagina 22} voor details aangaande het gebruik van iedere functie.
2 Laat de toets los. • 3 Houd de opnieuw te programmeren toets (de Zijde 1- of Zijde 2-toets). • 4 5 • Zie de tabel voor de tabelnummers en de overeenkomende functies {pagina 20}. Een stemaankondiging meldt het huidige gekozen tabelnummer. Druk op de PTT-schakelaar om de instelling op te slaan. • 7 De transceiver geeft “Table zero” weer. Laat de toets los. Druk op de Zijde 1- of Zijde 2-toets om het nummer te verhogen/ verlagen voor het kiezen van de nieuwe toetsfunctie.
Programmeerbare functies ■ Oproepwaarschuwing Met oproepwaarschuwingstonen kunt u uzelf introduceren en andere mensen vertellen dat u hun oproept. De plaats van aankoop kan 1 tot 10 oproepwaarschuwingstonen voor de transceiver instellen. Indien ieder persoon een andere toon gebruikt, is het gemakkelijk te herkennen wie een oproep uitzendt. Voor het voeren van een gesprek, houdt u de PTT-schakelaar ingedrukt en drukt u vervolgens op de als oproepwaarschuwing geprogrammeerde toets.
■ Scannen Druk op deze toets om het aftasten van de transceiverkanalen te starten. Prioriteit scannen: Het prioriteitskanaal is een kanaal dat bij het scannen voorrang krijgt. Het prioriteitskanaal wordt door de plaats van aankoop ingesteld. Retourkanaal: Tijdens het scannen wordt door een druk op de PTT-schakelaar het retourkanaal van de transceiver automatisch ingesteld wanneer u het zenden start.
BEDIENING OP DE ACHTERGROND Time-out-timer (TOT) Time-out-timer voorkomt dat andere mensen een kanaal gedurende een lange tijd gebruiken. Indien u achtereenvolgend uitzendt gedurende de periode die door de plaats van aankoop is ingesteld (standaardinstelling is 60 seconden), zal de transmissie stoppen en hoort u een pieptoon. Druk op de PTTschakelaar om de pieptoon te stoppen.
SPRAAKGESTUURD ZENDEN (VOX) Met VOX-bediening kunt u hands-free zenden. VOX kan alleen wordt gebruikt in combinatie met een geschikte headset. Voer de volgende stappen uit voor het activeren van VOX en het instellen van het VOX-versterkingsniveau: 1 Verbind de headset met de transceiver. • 2 3 Houd met de stroom van de transceiver uitgeschakeld de Zijde 1-toets ingedrukt en schakel tegelijk de stroom van de transceiver in. Houd de Zijde 1-toets ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
FUNCTIE VOOR ALLES TERUGSTELLEN Er is mogelijk een moment dat u alle instellingen van de transceiver naar de standaardinstellingen wilt terugstellen. Met deze functie worden alle kanalen naar de standaardfrequenties teruggesteld en algemene ID (digitaal)-/ QT/DQT (analoog)instellingen, de VOX-functie en alle andere toetsen naar de standaardinstellingen en standaardfuncties teruggesteld.
PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Oplossing • Stroom van transceiver kan niet worden ingeschakeld. De gebruikstijd van de batterij vermindert wanneer de batterij herhaaldelijk wordt opgeladen. Spreken met of horen van andere mensen in uw groep onmogelijk. • • Eind van de levensduur van de batterij. Vervang de batterij door een nieuwe. • Controleer of u dezelfde frequentie en algemene ID (digitaal)-/ QT/DQT (analoog)instellingen als de andere mensen in uw groep gebruikt.
© 2015