Gebruikershandleiding K E E P I N G T H E WO R L D S E W I N G ™
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Inhoudsopgave Werkbalk 1 Uw machine leren kennen 1:5 Machineoverzicht 1:6 Naaldgebied .....................................................................1:7 Achterkant ........................................................................1:7 Accessoiredoos ................................................................1:7 Onderdelen van de borduureenheid.............................1:7 Accessoires 1:8 Bijgeleverde accessoires..................................................
8-richtingssteken – Menu T .........................................4:19 Trenzen ...........................................................................4:20 Handmatige trens ..........................................................4:20 Opslaan in My Stitches .................................................4:21 Speciale naaitechnieken ...............................................4:22 Decoratieve Taperingsteken ........................................
1 Uw machine leren kennen
Uw machine leren kennen Machineoverzicht 1 24 25 26 27 28 29 2 3 4 5 6 30 15 16 17 7 18 14 13 19 20 21 22 23 8 31 32 8 9 10 33 34 11 12 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Uw machine leren kennen Naaldgebied 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. Aansluiting eenstaps knoopsgatsensorvoet Ingebouwde draadinsteker Naaldstang Naaldklem Bovendraadgeleider Persvoetstang en persvoethouder Naaivoet 37 35 36 38 39 40 41 42 Achterkant 42. Handvat 43. Vrije arm 44. Aansluiting borduureenheid 43 44 Accessoiredoos In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor naaivoeten en spoeltjes, en er is ook ruimte voor naalden en andere accessoires.
Uw machine leren kennen Accessoires Bijgeleverde accessoires 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68 69.
Uw machine leren kennen Bijgeleverde accessoires – niet op de afbeelding • • • • • • • • • • • • • • • • 4D™ Embroidery Machine Communication-cd Draagkoffer (is bij levering op de machine bevestigd.
Uw machine leren kennen Kantsteekvoet J Deze voet wordt gebruikt voor afwerken en naaien/afwerken, met steken met een breedte van 5,0 en 5,5 mm. De steken worden over het pennetje gevormd, waardoor wordt voorkomen dat er plooien aan de rand van de stof ontstaan. Quilters 1/4ȩ patchworkvoet P Deze voet wordt gebruikt voor het maken van patchworkblokken. De voet heeft afstands-geleidemarkeringen van 1/4ȩ (6 mm) en 1/8ȩ (3 mm) vanaf de naald.
Uw machine leren kennen Steken Steek Steeknummer Steeknaam Naaivoet Toepassing A Voor alle soorten naaiwerk. Druk op steekbreedte en de afbeelding voor horizontaal spiegelen om 29 verschillende naaldposities te selecteren. A1, A2, A3 Rechte steek, naald in linker, midden- en rechterpositie A Voor naden in tricot en elastische stoffen.
Uw machine leren kennen Cordonsteek 2 mm B Voor applicaties, kant aannaaien en afgeknipte randen. Voor dunne en normale stoffen. Cordonsteek 4 mm B Voor applicaties, kant aannaaien en afgeknipte randen. Voor dunne en normale stoffen. Cordonsteek 6 mm B Voor applicaties, kant aannaaien en afgeknipte randen. Voor dikke stoffen. Elastische steek of smoksteek B Naai over twee rijen elastische draad voor elastisch rimpelen.
Uw machine leren kennen Zwaar versterkt knoopsgat Sensorknoopsg. voet /C Voor nuttige toepassingen en dikke stoffen. Normaal versterkt knoopsgat C Voor normale stoffen. C Voor normale stoffen. B7 Normaal versterkt decoratief knoopsgat Sensorknoopsg. voet /C Voor een handgemaakt effect op dunne en Àjne stoffen. Tip: Maak voor knoopsgaten in jeans de lengte en breedte van het knoopsgat groter. Gebruik dikker garen.
Uw machine leren kennen A – Nuttige steken C – Pictogramsteken 1:14 B – Knoopsgaten D- Nostalgische steken
Uw machine leren kennen E – Quiltsteken F – Applicatiesteken G – Kindersteken 1:15
Uw machine leren kennen H – Schulpsteken K – Omnimotionsteken 1:16 J – Vintage-steken
Uw machine leren kennen L – Decoratieve steken M – Siersteken N – Moderne steken S – 4-richtingssteken T – 8-richtingssteken 1:17
Uw machine leren kennen X – Speciale steken Outline block Alphabet 1:18 Z – Decoratieve taperingsteken Brush Line Alphabet Script Alphabet Block Alphabet Cyrillic Alphabet Hiragana Alphabet
2 Instellen
Instellen Uitpakken 1. 2. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til de draagkoffer van de machine af. Til uw machine uit de doos en verwijder de buitenste verpakking. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal en de plastic zak. Het snoer en het voetpedaal aansluiten Bij de accessoires vindt u ook de voedingskabel en het voetpedaal. Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit of het van het type “FR5” is (zie de onderkant van het voetpedaal). 1.
Instellen Adjustable E LIGHT™ Op uw machine zitten LED-lampjes die het licht zonder schaduw gelijkmatig over het werkgebied verdelen. U kunt de intensiteit en de kleur van het licht aanpassen in het SET Menu. Vrije arm Om de vrije arm te gebruiken moet u de accessoiredoos verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een haak de accessoiredoos vast aan de machine. Schuif de doos naar links om hem te verwijderen. A Draadafsnijder Er zitten drie draadafsnijders op uw machine.
Instellen Garenpennen Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen. De hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van het klosje afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait). Gebruik de horizontale positie voor normaal naaigaren en de verticale positie voor grote klossen of garen met speciale eigenschappen.
Instellen Bovendraad inrijgen Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. Horizontale garenpen 1. 2. 3. 4. Houd de draad met uw rechterhand op het klosje. Gebruik uw linkerhand om het uiteinde van de draad over en achter de voorspanningsdraadgeleider (A) en onder de draadgeleider (B) langs te brengen. Breng de draad tussen de draadspanningsschijven (C). Ga verder met het inrijgen in de door de pijlen aangegeven richting.
Instellen De tweelingnaald inrijgen Vervang de normale naald door een tweelingnaald. Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. 2. 3. 4. Til de horizontale garenpen op tot in verticale positie. Til de extra garenpen op tot in verticale positie. Schuif een grote garenschijf en een vilten ringetje op iedere garenpen. Plaats de garenklosjes op de garenschijfjes. Breng de draad over en achter de voorspanningsdraadgeleider (A) en onder de draadgeleider (B) door.
Instellen Spoelen Spoelen door de naald Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. Plaats een lege spoel op de spoelas bovenop de machine. De spoel past slechts op één manier, met het logo omhoog. Gebruik alleen originele HUSQVARNA VIKING®-spoelen. 2. Rijg de draad in de machine met de hoofdgarenpen in horizontale positie.
Instellen Spoelen tijdens het borduren of naaien 1. 2. 3. 4. Breng de extra garenpen omhoog. Plaats een grote garenschijf, een vilten onderlegger en een garenklosje op de garenpen. Leid de onderdraad om de draadspanningsschijf (A) en door de draadgeleider (B) zoals is afgebeeld. Haal de draad van binnen naar buiten door het gaatje in de spoel. Duw de spoelgeleider naar het spoeltje toe om op te spoelen. Er verschijnt een pop-upbericht op het scherm.
Instellen Naaivoet Naaivoet vervangen 1. Zorg ervoor dat de naald in de hoogste stand staat. Trek de naaivoet omlaag en naar u toe. 2. Plaats het dwarspennetje op de voet met de opening in de persvoethouder. 3. Duw de voet in de clip totdat hij vastklikt. EXCLUSIVE SENSOR SYSTEM™ Dankzij de sensorvoetdruk, voelt de naaivoet echt de dikte van de stof, het borduurmotief of het naaiwerk om er soepel en gelijkmatig overheen te naaien met een perfecte stofdoorvoer.
Instellen Naalden De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H aan. In het naaldendoosje dat bij uw machine wordt geleverd, vindt u naalden in de meest gebruikte maten. Universele naald (A) Universele naalden hebben een iets afgeronde punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten. Voor algemeen naaien in veel verschillende stoftypen en -dikten.
Instellen Garens Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn ontwikkeld voor verschillende doeleinden. Universeel naaigaren Universeel naaigaren is gemaakt van synthetisch materiaal, katoen of katoen met een polyesterlaagje. Dit type garen wordt gebruikt voor het naaien van kleding en werkstukken. Borduurgaren Borduurgaren is gemaakt van verschillende vezels: rayon, polyester, acryl of metallic. Deze garens geven borduurmotieven en ander decoratief naaiwerk een glad en glanzend effect.
Instellen USB-poorten Uw machine heeft twee USB-poorten: één om de naaimachine op uw computer aan te sluiten, en één waarop u uw USB-borduurstick, optioneel cd-station, optionele USB-hub of optionele muis kunt aansluiten. Let op: Vraag uw plaatselijke erkende HUSQVARNA VIKING®-dealer naar USB-apparaten voor uw machine. USB embroidery stick Bij uw machine wordt een USB embroidery stick geleverd.
Instellen De machine op uw computer aansluiten Bij uw machine wordt een Embroidery Machine Communication-cd geleverd (bevestigd in de binnenkant van de achterÁap van deze gebruiksaanwijzing). Deze cd moet worden geïnstalleerd voordat de machine voor de eerste keer op uw computer wordt aangesloten. Wanneer de software van de cd is geïnstalleerd en de machine en de computer via de USB-kabel met elkaar zijn verbonden, kunt u eenvoudig motieven of andere bestanden naar uw machine overbrengen.
Instellen Windows® XP 6. Klik vanuit het hoofdmenu van uw cd op de optie Stuurprogramma’s installeren voor Windows® XP. Alleen voor 32-bits Windows® XP zijn stuurprogramma’s beschikbaar. 7. 8. 9. Als er tijdens de installatieprocedure bestaande stuurprogramma’s worden gevonden, wordt u geïnformeerd dat er stuurprogramma’s zijn verwijderd en dat de computer opnieuw moet worden opgestart. Klik op OK om de computer opnieuw op te starten. De installatie gaat verder nadat de computer opnieuw is opgestart.
3 Het ultieme interactieve scherm
Het ultieme interactieve scherm Het ultieme interactieve scherm Dit gedeelte van de gebruiksaanwijzing helpt u bij het navigeren over het ultieme interactieve scherm. We beginnen bovenaan het scherm en gaan dan naar beneden. Het scherm gebruiken Het scherm is erg eenvoudig te gebruiken – raak het aan met uw stylus om uw keuzen te maken. Werkbalk Op deze werkbalk vindt u het pictogram van het startmenu, van de naai-/borduurmodus en het Quick Help-pictogram.
Het ultieme interactieve scherm Uitgebreide werkbalk Belangrijkste functies op de werkbalk van de naai-/borduurmodus Om een functie te activeren, drukt u op het Startmenupictogram om de uitgebreide werkbalk te openen. Wanneer de uitgebreide werkbalk is geopend, kunt u de verschillende functies activeren. Druk op de functie die u wilt inschakelen en maak aanpassingen. De uitgebreide werkbalk ziet er in de naaimodus anders uit dan in de borduurmodus.
Het ultieme interactieve scherm U – My Stitches: Sla u eigen persoonlijk aangepaste en favoriete steken en steekprogramma’s op. X – Speciale steken: Naai speciale technieken, zoals bolletjessteek en randen. Er kunnen extra accessoires nodig zijn. Gebruik de Quick Help voor meer gedetailleerde informatie. Lettertypemenu Z – Decoratieve taperingsteken: Decoratieve steken met tapering. Een steek selecteren Om een steek te selecteren, moet u eerst een stekenmenu selecteren.
Het ultieme interactieve scherm Informatie SET Menu File Manager EMBROIDERY ADVISOR™ EMBROIDERY ADVISOR™ De functie EMBROIDERY ADVISOR™ beveelt de juiste naald, versteviging en garen aan voor uw stof. Druk op het stoftype en -gewicht waar u op wilt borduren en volg de aanbevelingen op. De EMBROIDERY ADVISOR™functie geeft u ook tips bij het borduren op speciale stoffen of met speciale garens. Druk op OK om de EMBROIDERY ADVISOR™-functie te sluiten.
Het ultieme interactieve scherm SET Menu In het SET Menu kunt u automatische instellingen annuleren en handmatig aanpassingen maken aan de steekinstellingen, naai-instellingen, machine-instellingen, geluidsinstellingen en scherm- en verlichtingsinstellingen. Steek-Instellingen Naai-instellingen Machine-instellingen Geluidsinstellingen Instellingen scherm en verlichting Druk op de pictogrammen om een functie in te schakelen of een keuzelijst te openen.
Het ultieme interactieve scherm Naai-instellingen Tweelingnaald Druk op het pictogram van de tweelingnaald om een lijst voor het selecteren van de breedte van tweelingnaalden te openen. Wanneer het formaat voor de tweelingnaald is geselecteerd, wordt de breedte van alle steken beperkt tot de geselecteerde tweelingnaaldgrootte omdat de naalden anders kunnen breken. De instelling blijft behouden totdat u de tweelingnaaldbreedte deselecteert.
Het ultieme interactieve scherm Sensor-persvoetlichter De Sensor-persvoetlichter wordt ingeschakeld als de functie wordt geselecteerd. De naaivoet wordt omhoog gebracht tot draaihoogte, bijvoorbeeld als u stopt met naaien met de naald omlaag. Wanneer de functie is gedeselecteerd, blijft de naaivoet in de lage stand – ook als de machine stopt met de naald omlaag of nadat er draden zijn afgesneden. FIX Auto Wanneer FIX Auto is ingeschakeld, begint de machine een steek met FIX-steken.
Het ultieme interactieve scherm Machine-instellingen De instellingen die op het scherm worden gemaakt, blijven behouden wanneer u de machine uitzet. Taal Druk op het pictogram van de taal om de beschikbare talen te bekijken. Selecteer de gewenste taal door erop te drukken. Naam eigenaar Druk op het pictogram Naam eigenaar om een scherm te openen waarin u uw naam kunt invoeren. Timer Selecteer de timer om de totale naai- en borduurtijd van uw machine weer te geven.
Het ultieme interactieve scherm Geluidsinstellingen U kunt de geluidsinstellingen van uw machine veranderen zodat u bij verschillende situaties wordt gewaarschuwd. Selecteer welke geluidsfunctie u wilt veranderen. Selecteer dan het geluid dat u wilt afspelen door op het pictogram te drukken. U kunt het geluid horen wanneer u op de geluidspictogram drukt. Iedere waarschuwingsfunctie kan een ander geluid hebben. Sluit het pop-up venster door op OK te drukken.
Het ultieme interactieve scherm Instellingen scherm en verlichting Touch Screen afstellen Het is mogelijk dat het scherm gekalibreerd moet worden voor de manier waarop u op het scherm drukt. Met Touch Screen afstellen wordt een speciaal scherm geopend voor het kalibreren van het scherm. Volg de instructies op het scherm om het scherm te kalibreren.
Het ultieme interactieve scherm Informatiemenu Gebruik het informatiemenu om eenvoudig helponderwerpen en informatie te verkrijgen. Het Infomenu is een ingebouwde verkorte versie van de gebruikershandleiding. Wanneer u op het pictogram van het infomenu op de werkbalk drukt, kunt u uit vier opties selecteren: Index, Categorie, My info en Tekst. Blader met uw stylus door de onderwerpen op de schuifbalk aan de rechterkant van het scherm.
Het ultieme interactieve scherm Start/Stop Snelheid + en Sensorvoet Omhoog en Extra hoog STOP Sensorvoet omlaag en draaien FIX Functietoetsen Snelheid + en Alle steken van uw machine hebben een vooraf ingestelde, aanbevolen naaisnelheid. Wanneer u een steek selecteert, zal uw machine automatisch de snelheid instellen die het best bij de steek past. Druk op Snelheid+ of Snelheid- om de maximaal toegelaten naaisnelheid te verhogen of te verlagen.
Het ultieme interactieve scherm Start/Stop Snelheid + en Sensorvoet Omhoog en Extra hoog STOP Sensorvoet omlaag en draaien FIX STOP Naaimodus Selecteer STOP om een steek te beëindigen. Uw machine hecht de draad af en stopt automatisch wanneer een steek of steekprogramma is voltooid. Wanner STOP is geselecteerd, wordt er slechts één steek weergegeven op het Ultieme Interactieve Scherm. De STOP-toets licht op wanneer u hem aanraakt.
Het ultieme interactieve scherm Achteruitnaaien Achteruitnaai-indicator Druk eenmaal op de Achteruitnaaitoets voordat u begint te naaien als u permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-indicator wordt verlicht en de machine naait achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt. Als u tijdens het naaien op de achteruitnaaitoets drukt, naait de machine achteruit zolang u de toets ingedrukt houdt. De achteruitnaai-indicator wordt verlicht wanneer de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt.
Het ultieme interactieve scherm 3:16
4 Naaien
Naaien Naaimodus In de naaimodus kunt u steken selecteren, aanpassen en naaien. De geselecteerde steek wordt in ware grootte weergegeven in het stekengebied. De aanbevelingen en machine-instellingen zijn bovenaan te zien. U kunt ook naar de programmeermodus gaan om uw eigen stekenprogramma's te maken. In het hoofdstuk Programmeren kunt u meer lezen over het programmeren van steken.
Naaien Exclusive SEWING ADVISOR™ Uw nieuwe naaimachine heeft de functie HUSQVARNA VIKING® Exclusive SEWING ADVISOR™. De functie is altijd actief en bevindt zich onderaan het Ultieme Interactieve Scherm. Als u een naaiproject begint, drukt u op type en het gewicht van de gebruikte stof en daarna op de techniek die u wilt gebruiken. De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie stelt de beste steek, steeklengte, steekbreedte, naaisnelheid, draadspanning en sensorvoetdruk in voor uw project.
Naaien Naaitechnieken 1 NAAD: naait twee stukken stof aan elkaar. 2 AFWERKEN: werkt de randen van de stof af om rafelen te voorkomen en zorgt ervoor dat de stof plat blijft. 3 NAAIEN/AFWERKEN: het naaien en afwerken van de naden vindt in één keer plaats. 4 RIJGEN: het tijdelijk naaien voor het in elkaar zetten van kledingstukken, het maken van plooien en doorslaan. 5 BLINDZOOM: zorgt voor een onzichtbare zoom in kledingstukken. Niet geschikt voor dunne stoffen of voor leer/vinyl.
Naaien Werkbalk Op de werkbalk staat het startmenupictogram (waarmee het uitgebreide startmenu wordt geopend), hetnaai-/ borduurmoduspictogram (om af te wisselen tussen de naaimodus en de borduurmodus) en het Quick Helppictogram. Druk eerst op het Quick Help-pictogram en dan op iets op het scherm waar u informatie over wilt. Op de uitgebreide werkbalk staan Stekenmenu, Lettertypemenu, File Manager, SET Menu en Informatie in de naaimodus.
Naaien Steek-instellingen Uw machine stelt de beste instellingen in voor iedere geselecteerde steek. U kunt uw eigen aanpassingen maken aan de geselecteerde steek. De veranderingen hebben alleen invloed op de geselecteerde steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet op standaard wanneer u een andere steek selecteert. De veranderde instellingen worden niet automatisch opgeslagen wanneer u de machine uitzet. U kunt de aangepaste steek opslaan in My Stitches (zie hoofdstuk 5, Programmeren).
Naaien Steekbreedte Verklein of vergroot de steekbreedte met – en +. De standaardinstellingen worden met zwarte cijfers aangegeven, de aangepaste instellingen met rode. Steeklengte Vergroot of verklein de steeklengte met + en -. Als u een zigzagsteek of een decoratieve steek verlengt, wordt de hele steek langer. Als u een cordonsteek verlengt waarvan de dichtheid kan worden aangepast, wordt de hele steek langer, maar blijft de dichtheid hetzelfde.
Naaien Steekinstellingen in SET Menu Als u wilt controleren welke draadspanning, balans, persvoetdruk u hebt bij een bepaalde steek, kunt u naar het SET Menu gaan. Druk op het Startmenu om het uitgebreide startmenu te openen. Druk bij het uitgebreide startmenu op het pictogram van het SET Menu en druk dan op Steekinstelling om de actuele instelling van de steek te zien. Startmenu SET Menu Steek-instellingen Draadspanning De bovendraadspanningscontrole is beschikbaar in Steekinstelling in het SET Menu.
Naaien EXCLUSIVE SENSOR SYSTEM™ functie – Sensorvoetdruk Dankzij de Sensor-persvoetdruk, meet de machine werkelijk de dikte van de stof, het borduurmotief of het naaiwerk om er soepel en gelijkmatig overheen te kunnen naaien met een perfecte, gelijkmatige stofdoorvoer. Ga naar de steekinstellingen om de werkelijke instelling van de Sensor-persvoetdruk te zien voor de geselecteerde stof en om de Sensor-persvoetdruk aan te passen.
Naaien Naaitechnieken Naad Een naad naait twee stukken stof aan elkaar met een naadtoeslag die gewoonlijk wordt opengeperst. In de meeste gevallen worden de randen van de naadtoeslag afgewerkt met een afwerksteek voordat de naad wordt genaaid. Naden in elastische stof moeten met de stof mee rekken. De stretchsteek maakt een elastische naad die geschikt is voor het aan elkaar naaien van stukken dunne elastische stof. STOF: Geweven, normaal, doormidden geknipt.
Naaien Afwerken Werkt de randen van de stof af om rafelen te voorkomen en zorgt ervoor dat de randen plat blijven. Het is het gemakkelijkst om de randen af te werken voordat u het kledingstuk in elkaar naait. Naaivoet J wordt aanbevolen voor dunne en normale stof, om rimpelen langs de rand te voorkomen. Naaivoet B wordt gebruikt voor dikke stof. Uw Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert de beste steeklengte en steekbreedte voor de dikte van de stof en beveelt de naaivoet en naald aan.
Naaien Naaien en afwerken De naai-/afwerksteek naait de naad en werkt de randen tegelijkertijd af. Uw machine heeft een aantal verschillende steken voor naaien/afwerken. De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert de beste voor uw stof en maakt alle aanpassingen automatisch. STOF: elastisch, dun, doormidden geknipt SELECTEER: Elastische, dunne stof en naaien/afwerken op de Exclusive SEWING ADVISOR™ functie. GEBRUIK: Naaivoet J en stretchnaald maat 75, zoals aanbevolen.
Naaien Rijgen Rijgen is tijdelijk naaien om kledingstukken in elkaar te zetten, te rimpelen en door te slaan. De SEWING ADVISOR™ functie stelt automatisch een lange steeklengte in en vermindert de spanning zodat de draden eenvoudig kunnen worden verwijderd of aangetrokken voor rimpelen. STOF: Geweven, normaal, doormidden geknipt. SELECTEER: GEBRUIK: Geweven normale stof en Rijgen. Naaivoet A en naald maat 80, zoals aanbevolen. Leg de stoffen met de goede kanten op elkaar.
Naaien Zoom De techniek Zomen op uw Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert de zichtbare of doorgestikte zoom die het beste bij uw stofdikte en -type past. Voor geweven stof en leer en vinyl wordt een rechte steek geselecteerd. Voor elastische steken worden steken die meerekken geselecteerd. Jeanszoom Bij het naaien over naden in zeer dikke stof of een zoom in spijkerstof, kan de voet kantelen wanneer de machine over de naad gaat. De naald kan de gekantelde naaivoet raken en kan afbreken.
Naaien Perfect uitgebalanceerd eenstapssensorknoopsgat De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert het beste knoopsgat en de beste steekinstellingen voor uw stof. De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de knoopsgaten moeten worden genaaid. U kunt uw knoopsgat ook direct selecteren uit Knoopsgatenmenu B. STOF: Geweven, normaal met versteviging. SELECTEER: GEBRUIK: Geweven normale stof en Knoopsgat. Naald maat 80, zoals aanbevolen. (a) Aansluiting eenstaps knoopsgatsensorvoet. 1.
Naaien • Duw het voetpedaal in. De eenstaps-knoopsgat-sensorvoet gaat automatisch omlaag. Er wordt een rechte steek genaaid van u af om de linker kolom van het knoopsgat te bepalen. De kolom wordt dan in cordonsteek naar u toe genaaid. Dit wordt herhaald voor de rechter kolom. De trenzen zijn automatisch (zie afbeelding 1). Houd het voetpedaal ingedrukt totdat de selecteerbare draadafsnijder de draden afsnijdt en de eenstaps-sensorknoopsgatvoet omhoog komt.
Naaien Programmeerbaar knoop aannaaien Knopen, drukknopen, haakjes en oogjes aannaaien gaat snel met uw naaimachine. STOF: Geweven, normaal. SELECTEER: Geweven, normale stof en Knoop op de Exclusive SEWING ADVISOR™ functie. De transporteur gaat automatisch omlaag. GEBRUIK: Naald maat 80 en het multifunctionele gereedschap om een “steeltje” te maken, zoals wordt aanbevolen. Klik de naaivoet van de machine af.
Naaien 4-richtingssteken – Menu S Met de 4-richtings-stopsteek kunt u meerdere stevige steken naaien in vier verschillende richtingen. U hebt de keuze uit 17 verschillende 4-richtingssteken. U kunt de steek selecteren die perfect is voor de dikte en het type stof dat u gebruikt. Dat is vooral handig wanneer u een broekspijp herstelt op een vrije arm. De 4-richtingssteken zijn geprogrammeerd met een vaste lengte en steekbreedte. STOF: Geweven, dikke stof, twee stukken, waarvan één als opnaailapje dient.
Naaien 8-richtingssteken – Menu T Er zijn twee verschillende steken, de rechte en de versterkte rechte steek, in het T-menu. Druk op de pijlen om een van de vooraf ingestelde naairichtingen te selecteren. Gebruik de pictogrammen voor steekbreedte en steeklengte om de richting van de steek nauwkeurig af te stellen. Rechte steek links Let op: De pictogrammen voor steeklengte en -breedte passen niet meer de lengte en breedte van de steek aan.
Naaien Trenzen Bevestig elastische uiteinden, gordijnplooien, riemlussen en hoeken van zaken met hetzelfde effect als confectiekleding. STOF: Geweven, dik. SELECTEER: Geweven, dik en steek A1:32. GEBRUIK: Naaivoet B en naald maat 90, zoals aanbevolen. NAAI: • Leg de stof onder de naaivoet. • Om de naaivoet omlaag te brengen, duwt u het voetpedaal in en gaat u naaien. • De machine stopt automatisch wanneer de trens klaar is. Handmatige trens Bepaal de lengte van uw trens handmatig met steek A1:36.
Naaien Opslaan in My Stitches Als u veranderingen hebt gemaakt aan een steek en die op wilt slaan, drukt u op het pictogram Opslaan in My Stitches. Er wordt een venster geopend met het U-menu met 12 verschillende ruimten op iedere pagina om uw eigen aangepaste steken op te slaan. Druk op een ruimte onder een nummer waar u de steek wilt opslaan. Al uw eerder opgeslagen steken worden getoond. U kunt met de pijlen onderaan door de verschillende menu's bladeren om een vrije positie te vinden.
Naaien Speciale naaitechnieken Het stekenmenu X- Speciale steken bevat steken voor speciale naaitechnieken, zoals de bolletjessteek en randsteken. Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en accessoires nodig zijn. Dit wordt aangegeven door het pictogram van de optionele naaivoet. Let op: Met Quick Help kunt u voor alle steken gedetailleerde informatie opzoeken. Tapse cordonsteek De tapse steek past automatisch tapering toe op de cordonsteek voor hoeken en punten.
Naaien Pop-upmeldingen voor het naaien Systeem bezet Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of verplaatst of met iets bezig is dat tijd vergt, is er een zandloper te zien. Spoel leeg Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine automatisch en verschijnt er een pop-up op het scherm. Vervang het lege spoeltje door een volle. Let op: U kunt naaien totdat de draad op is. Ga door met naaien zonder het pop-up venster te sluiten.
Naaien Tweelingnaald Het volgende pop-upbericht verschijnt wanneer u de machine aanzet en een steek kiest die niet geschikt is voor een tweelingnaald of als de tweelingnaald was ingeschakeld voordat u de machine uitzette. Steekbreedtebeveiliging Het volgende pop-upbericht verschijnt wanneer u de machine aanzet en de steekbreedtebeveiliging is ingeschakeld of wanneer u een steek kiest die niet genaaid kan worden met steekbreedtebeveiliging.
5 Programmeren
Programmeren Programmeren U kunt steken en/of letters en cijfers combineren om steekprogramma’s te maken. Combineer verschillende decoratieve steken en steeklettertypen van de machine of van een extern apparaat. U kunt steken programmeren tot maximaal ongeveer 500 mm (20") lang. Aan de onderkant van het venster kunt u zien hoe lang uw huidige steekprogramma is. U kunt programmeren in Naaien en in Borduurmotief bewerken.
Programmeren Programmeren in de naaimodus • Open het venster Programmeren, druk op het pictogram PROG. • Druk op het menu Steek of Lettertype om de steek of het lettertype te openen dat u wilt gebruiken. • De actieve positie wordt gemarkeerd door een cursor en de geselecteerde steek of letter wordt met rood gemarkeerd. Ingevoegde steken worden bij de cursor gezet. Alleen de geselecteerde steek kan worden aangepast. Verplaats de cursor door het steekprogramma met de schuiffunctie.
Programmeren Uw steek- of letterprogramma bewerken Een steek of letter invoegen Breng de cursor naar de plaats waar u een steek of letter wilt toevoegen. Selecteer de steek die u wilt invoegen. De steek wordt op de plaats van de cursor gezet. Tekst en steken aanpassen U kunt de geselecteerde steek spiegelen, de lengte en breedte ervan aanpassen of de dichtheid veranderen, op dezelfde manier als in de naaimodus.
Programmeren Opslaan in “My Stitches” Druk op het pictogram Opslaan in My Stitches om het dialoogvenster te openen om een steekprogramma of gewijzigde steek op te slaan in “My Stitches” in het U-menu. Er zijn vier U-menu’s waar u tussen heen en weer kunt stappen met de pijltjes. Opslaan op een vrije plaats Eerder opgeslagen steken of steekprogramma’s worden weergegeven in het U-menu. De nieuwe steek of het nieuwe programma kan op elke vrije plaats worden opgeslagen.
Programmeren Opdrachten steekprogramma U kunt opdrachten voor FIX, STOP en draad afsnijden in het steekprogramma toevoegen. Deze opdrachten worden in het steekprogramma opgenomen en worden altijd uitgevoerd tijdens het naaien. Let op: Als u een steekprogramma aanmaakt in de borduurmodus, worden automatisch afhechtingen aan het begin en het einde toegevoegd, waardoor u daar een steekprogramma tussen kunt maken. De opdrachten kunnen worden verwijderd.
Programmeren Belangrijke informatie programmeermodus Programmeren kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt. Een steekprogramma dat is gemaakt wanneer de borduurmodus actief is, wordt een borduurmotief wanneer het wordt opgeslagen en kan niet als steek in de naaimodus worden genaaid. Een steekprogramma opslaan Als de naaimodus actief is, kunt u uw steekprogramma opslaan in My Files.
Programmeren Pop-upberichten voor het programmeren Geen programmeerbare steek Sommige steken kunnen niet in een steekprogramma worden ingevoegd, bijvoorbeeld knoopsgaten en vierrichtingssteken. Steekprogramma buiten bereik Door de steek die u probeert toe te voegen wordt het steekprogramma te lang. Uw steekprogramma kan maximaal ongeveer 500 mm (20") lang zijn en tot 99 steken bevatten. Als het steekprogramma de maximumlengte overschrijdt, laat dit popupbericht u dat weten.
6 Instellen voor borduren
Instellen voor borduren 50 47 52 48 49 50 51 Overzicht borduureenheid (type BE17) 47. 48. 49. 50. 51. 52. Ontkoppelingstoets borduureenheid (onderkant) Borduurarm Aansluiting borduurring Afstelpootjes Borduuraccessoiredoos Aansluiting borduureenheid Wanneer u de borduureenheid de eerste maal uit de doos haalt, controleer dan of de verpakkingsbeugel van de onderkant van de borduureenheid is verwijderd.
Instellen voor borduren Ingebouwde motieven Er staan meer dan 150 motieven in het geheugen van uw machine en er zijn enkele motieven opgeslagen op uw USB embroidery stick. Al deze motieven staan ook op de DESIGNER DIAMOND™ Sampler CD – voor als u ze tijdelijk uit het geheugen van de machine of van de USB embroidery stick wilt verwijderen. DESIGNER DIAMOND™ Sampler Book Blader door het DESIGNER DIAMOND™ Sampler Book voor motieven en lettertypen.
Instellen voor borduren De stof in de borduurring spannen Leg een laag versteviging onder de stof voor de beste borduurresultaten. Zorg ervoor dat u de versteviging en de stof glad en stevig in de borduurring opspant. 1. 2. 3. 4. Open de Quick Release (A) op de buitenring en maak de schroef (B) los. Verwijder de binnenring. Leg de buitenring op een stevige platte ondergrond met de schroef rechts onder (B).
Instellen voor borduren Aan de slag met borduren 1. 2. Breng na het bevestigen van de borduureenheid en de borduurvoet een spoel met onderdraad aan. Druk op het startmenu. Het menu Motief wordt geopend om een motief te selecteren. Druk lang op het motief dat u wilt borduren. Het motief wordt naar Borduurmotief bewerken geladen. 3. Span een stuk stof in de borduurring en schuif de borduurring op de borduurarm. 4.
Instellen voor borduren 6. Maak voldoende ruimte vrij om de machine heen voor de beweging van de borduurarm en de borduurring. Houd de bovendraad vast en druk op de start/ stoptoets of op het voetpedaal. De machine begint te borduren. Let op: Als Automatisch sprongsteken afsnijden niet is ingeschakeld, stopt de machine nadat er enkele steken zijn genaaid. Er verschijnt een pop-upbericht op het scherm dat u vraagt het draaduiteinde af te snijden.
7 Borduurmotief bewerken
Borduurmotief bewerken Borduurmotief bewerken Wanneer u op de Naai-/borduurmodus drukt op de werkbalk om de borduurmodus in te schakelen of de machine aan te zetten als de borduureenheid is bevestigd, wordt Borduurmotief bewerken geopend. In Borduurmotief bewerken kunt u motieven aanpassen, combineren, opslaan en verwijderen. De borduureenheid hoeft niet op uw machine te zijn aangesloten om uw motieven te kunnen bewerken. De geladen motieven worden weergegeven in het borduurgebied.
Borduurmotief bewerken Hoofdfuncties op de uitgebreide werkbalk Borduurmotief bewerken Pictogram van het startmenu Druk op het Startmenu-pictogram om de uitgebreide werkbalk te openen. Druk op de functie die u wilt activeren. Een steek laden Om een steek te laden, drukt u op het pictogram van het steekmenu op de uitgebreide werkbalk. Selecteer een menu en het programmeervenster wordt geopend. Druk op de steek/het steekprogramma van uw keuze en druk op OK om die naar Borduurmotief bewerken te laden.
Borduurmotief bewerken Druk/sleepfuncties Om een geselecteerd motief staat een rood kader. Om een motief te selecteren, drukt u erop op het scherm. U kunt uw stylus gebruiken om direct op het scherm veranderingen te maken door drukken en slepen in het borduurgebied. U kunt het beeld verplaatsen en het motief plaatsen, roteren en vergroten/verkleinen afhankelijk van welke druk/sleepfunctie is ingeschakeld. U kunt ook de pijlen in het controlegedeelte gebruiken voor nauwkeurige afstellingen.
Borduurmotief bewerken My Hoops Om de borduurring met de juiste afmetingen te selecteren, drukt u op het pictogram My Hoops. Er verschijnt een pop-up met de borduurringkeuzen, waaronder ook de borduurringen die bij uw erkende HUSQVARNA VIKING®-dealer te koop zijn. Nadat u de grootte van uw borduurring hebt geselecteerd, gaat het pop-upbericht automatisch weer dicht. Design Shaping Design Shaping is een unieke manier om meer te doen met uw creativiteit.
Borduurmotief bewerken Laatste object dupliceren/verwijderen Als u een kopie van het laatste object wilt toevoegen, gebruik dan het pictogram Laatste object dupliceren. Het laatste object in de vorm wordt gekopieerd en de kopie wordt toegevoegd na het laatste object op de basislijn. Als u het laatste object van de vorm wilt verwijderen, drukt u op het pictogram Laatste object verwijderen. Alleen het laatste object van de groep wordt verwijderd.
Borduurmotief bewerken Resize ‘Resize’ kan een borduurmotief tot vijf maal kleiner dan het origineel maken of tot acht maal groter. De machine berekent het aantal steken in het motief opnieuw, zodat de originele steekdichtheid behouden blijft. Resize Let op: Gebruik de druk/sleepfunctie Schaalverdeling om de afmeting minder dan 20 % te vergroten of te verkleinen. Deze functie heeft geen invloed op het aantal steken. Resize-aanpassingen Selecteer het motief waarvan u de grootte wilt veranderen.
Borduurmotief bewerken Belangrijke informatie over de resizefunctie • Aangezien motieven worden gedigitaliseerd voor een speciÀeke grootte, is het belangrijk de volgende informatie over resizen in overweging te nemen. Borduur altijd een proeÁapje van uw motief met aangepaste afmeting voordat u het op een werkstuk gaat borduren. • Resizen is altijd proportioneel. Als u een motief 30 % verkleint, wordt het zowel in de lengte als in de breedte 30 % kleiner.
Borduurmotief bewerken Kleuren bewerken Druk op het pictogram Kleur bewerken om het scherm Kleur bewerken te openen. Kleuren bewerken Garenkleur veranderen In Garenkleur veranderen kunt u de kleuren in uw motief bewerken. Ieder kleurblok wordt beschreven in de kleurbloklijst aan de rechterkant van het scherm. Voorbeeld: 1:2, garennummer 2398, SuRa 40, 1:2 betekent dat dit de tweede garenkleur in het eerste geladen motief Sulky Rayon 40 weight is.
Borduurmotief bewerken Steekprogramma bewerken Als u op het pictogram Steekprogramma bewerken drukt, gaat er een venster open zodat u een steekprogramma dat u hebt gemaakt kunt bewerken. U kunt nieuwe steken invoegen of steken verwijderen. Als u steken hebt geprogrammeerd in de borduurmodus, kunt u die steken opslaan als een gedeelte van een motief en kunnen ze alleen worden geborduurd in de borduurmodus. Een steekprogramma opslaan in de borduurmodus Druk op het startmenu, druk op het steekmenu.
Borduurmotief bewerken Borduurlettertypen programmeren Om een borduurlettertype te openen, gaat u naar Borduurmotief bewerken en drukt u op het Startmenu. De Borduurlettertypen staan achter de steeklettertypen. Kies het Lettertypemenu op de uitgebreide werkbalk en selecteer een borduurlettertype van de lijst. Wanneer u een borduurlettertype selecteert van de lijst Borduurlettertypen, wrodt het venster Borduurlettertype programmeren automatisch geopend.
Borduurmotief bewerken Aanpassingen Naar borduurring verplaatsen Druk op Naar borduurring verplaatsen om motieven die buiten de borduurring staan in het borduurringgebied te zetten. Het motief wordt aan de buitenste rand van de borduurring geplaatst. Parkeerpositie Druk op het pictogram voor de parkeerpositie om de borduurarm naar de parkeerpositie te brengen om de borduureenheid op te bergen. De borduurring moet worden verwijderd. Naar de parkeerpositie.
Borduurmotief bewerken Motieven selecteren Bij het laden van motieven in Borduurmotief bewerken wordt het laatst geladen motief standaard geselecteerd. Eén motief selecteren Om één motief te selecteren, kunt u op het motief op het scherm drukken of op het pictogram Door motieven stappen. Met het pictogram Door motieven stappen kunt u één van de motieven op uw scherm selecteren als u dat op een of andere manier wilt veranderen.
Borduurmotief bewerken Selectiewijzen Een motief kan op drie verschillende manieren op het scherm worden gekozen. Dat geeft u de mogelijkheid een subreeks van de geladen motieven te selecteren en de veranderingen alleen op die motieven toe te passen. 1. 2. 3. Geselecteerd motief (1) – Het motief is gemarkeerd met een vaste rode lijn. U kunt veranderingen aan de motieven aanbrengen. U kunt het geselecteerde motief vergroten/verkleinen, roteren, een vorm geven, resizen en bewerken.
Borduurmotief bewerken Oefening motieven selecteren In deze oefening leert u hoe u twee van vier motieven kunt selecteren om ze te kunnen veranderen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Ga naar uw lettertypemenu op de uitgebreide werkbalk. Druk op Kalligraphia 30. Het venster Lettertype bewerken wordt geopend. Ga naar uw nummermenu en selecteer 1, 2, 3 en 4. Druk op OK om terug te gaan naar Borduurmotief bewerken. Het pictogram Groeperen/Groep opheffen is nu actief.
Borduurmotief bewerken Pop-upberichten voor Borduurmotief bewerken Het maximum aantal steken is overschreden De borduurmotievencombinatie die u probeert te maken, bevat teveel steken. Uw borduurmotievencombinatie mag maximaal ongeveer 500.000 steken bevatten. Borduurmotievencombinatie is te complex Dit pop-upbericht verschijnt om één van de volgende redenen: • De borduurmotievencombinatie bevat teveel kleurblokken. • De combinatie heeft teveel borduurmotieven.
8 Borduren
Borduren Borduren openen Om uw motief/motieven te borduren, opent u Borduren door op het pictogram GO te drukken in de rechter onderhoek van het venster Borduurmotief bewerken. De borduureenheid moet zijn aangesloten en de juiste borduurring moet zijn bevestigd wanneer de machine Borduren opent.
Borduren Motief plaatsen Druk op het pictogram Motief plaatsen om het scherm Motief plaatsen te openen. Met Motief plaatsen kunt u een motief op een precieze plek op uw stof plaatsen. Het wordt ook gebruikt wanneer u een motief naast een eerder geborduurd motief wilt borduren. Let op: Als u uw borduurmotief alleen in Borduren wilt verplaatsen, opent u het venster Motief plaatsen en verplaatst u het motief met het controle-gedeelte of de stylus.
Borduren Motief plaatsen gebruiken Borduur motief DD_058.vp3 in een grote borduurring. Wanneer het borduurmotief is voltooid, drukt u op X om het motief op het scherm te houden. Druk op het pictogram Design Positioning om het volgende motief te plaatsen. Design Positioning Wizard stappen 1-4 Design Positioning Wizard Wanneer u op een van de pictogrammen Motief plaatsen drukt, verschijnt er een tekst boven uw motief die iedere stap uitlegt. 1.
Borduren Oefening Motief plaatsen Wanneer u een motief toevoegt aan een eerder geborduurd motief, of wanneer u een motief aansluit op een stof met dessin, is Motief plaatsen zeer handig. 1. 2. Selecteer motief DD_058.vp3 en borduur er een in de linker bovenhoek van de borduurring. Druk op nummer 1. Gebruik de stylus of de pijltoetsen om de cursor naar de linker bovenhoek van het motief te brengen.
Borduren Rijgen in de borduurring Met rijgen kunt u uw stof op een in de borduurring gespannen versteviging bevestigen. Het is vooral handig wanneer de stof waarop u gaat borduren niet in de borduurring kan worden gespannen. Rijgen geeft ook ondersteuning aan rekbare materialen. Druk op het pictogram Rijgen in de borduurring om een rijgsteek rondom het borduurmotief te maken. Houd ingedrukt om het venster Borduren/Rijgen te openen.
Borduren Volledig scherm Om uw motief zo groot mogelijk te zien, gebruikt u de functie ‘volledig scherm’. Het borduurmotief vult dan het hele scherm. Druk eenmaal op het scherm om het te sluiten. Pictogram Kleurfuncties Achtergrondkleur Druk op Achtergrondkleur om de actieve achtergrondkleur te veranderen. Er verschijnt een venster waarin u uit 64 verschillende kleuren kunt kiezen.
Borduren Hoekcontrole Hoekcontrole kan worden gebruikt om de vier hoeken van het motief op te zoeken zodat u kunt zien waar het motief op de stof komt te staan. Druk op het pictogram voor hoekcontrole. Steeds wanneer u op het pictogram drukt, wordt de borduurring in deze volgorde verplaatst: linksboven, rechtsboven, rechtsonder, linksonder en dan terug naar de huidige steekpositie.
Borduren Ga naar steek Om naar een bepaalde steek binnen het kleurblok te gaan, drukt u in het midden van de Steek-voor-steek door het motief controle. Er verschijnt een pop-upbericht waarin u het steeknummer kunt invoeren. Steek-voor-steek door het motief gaat dan naar dat steeknummer. Als het ingevoerde nummer te groot is, gaat de machine naar de laatste steek in het kleurblok.
Borduren Start/Stop Snelheid + en Sensorvoet Omhoog en Extra hoog Steek opnieuw starten/ Toegang tot het spoelhuis Stop Sensorvoet omlaag en draaien FIX Functietoetsen in Borduren Snelheid + en Druk op Snelheid+ of Snelheid- om de naai-/borduursnelheid te verhogen of te verlagen. Wanneer u niet borduurt, druk dan op Snelheid en een pop-upbericht op het scherm geeft de snelheidsinstelling aan. U kunt de snelheid instellen met de schuif in het pop-up menu.
Borduren Pop-upberichten Borduren Borduureenheid kalibreren Wanneer de borduureenheid wordt bevestigd, vraagt een pop-upbericht u om de borduurring eraf te schuiven en het gebied om de machine vrij te maken voor het kalibreren van de borduurarm. U wordt er ook aan herinnerd dat u borduurvoet R op de machine moet bevestigen. Let op: Het is zeer belangrijk dat u de borduurring verwijdert, anders kunnen de ring of de borduureenheid worden beschadigd tijdens het kalibreren.
Borduren Garenkleur veranderen Wanneer de bovendraad moet worden vervangen, stopt de machine en wordt de bovendraad afgesneden. Vervang de spoel en rijg de machine opnieuw in. Het volgende aanbevolen kleurnummer staat aangegeven in het popupbericht. Draaduiteinde afsnijden Nadat u de draad hebt vervangen, naait de machine enkele steken en stopt dan zodat u het uiteinde van de draad kunt afknippen.
9 File Manager
File Manager File Manager De File Manager wordt gebruikt om uw motieven, lettertypen en steekbestanden te openen, te organiseren, toe te voegen, te verwijderen en te kopiëren. Gebruik het ingebouwde geheugen of een extern apparaat dat op uw machine is aangesloten voor het opslaan van motieven en bestanden.
File Manager Beschikbaar geheugen In het ingebouwde geheugen kunnen motieven, lettertypen, steken en andere bestanden worden opgeslagen. Om te controleren hoeveel geheugen nog beschikbaar is in het ingebouwde geheugen, drukt u in File Manager op Quick Help en daarna op My Files, My Fonts en My Designs. Een popupbericht laat zien hoeveel geheugen er beschikbaar is. Quick Help Uw machine kan de volgende bestandsformaten laden: • • • • • .SHV, .DHV, .VP3, .VIP, .HUS, .PEC, .PES, .PCS, .XXX, .SEW, .JEF, .
File Manager My Designs Motiefbestanden opslaan in My Designs. U kunt geen mappen aanmaken in de map My Designs. U kunt het menu Motieven bereiken vanaf de uitgebreide werkbalk en vanuit My Designs in File Manager. Let op: De motieven die bij levering in de machine staan, zijn ook te vinden op de DESIGNER DIAMOND™ voorbeelden-cd, dus u kunt alle motieven opnieuw installeren, ook als u ze uit het geheugen van de naaimachine hebt verwijderd.
File Manager Een map openen Om een map te openen, selecteert u de map en drukt u op het pictogram van de open map of drukt u er lang op om de map te openen. De inhoud van de map verschijnt in het selectiegebied. Een bestand openen Om een bestand te openen, klikt u erop met uw stylus en drukt u op OK. U kunt ook lang op het bestand drukken om het te openen. Uitklapmenu Eén mapniveau omhoog Open map Eén mapniveau omhoog Gebruik het pictogram Eén mapniveau omhoog om door de niveau's van mappen te lopen.
File Manager Organiseren Een nieuwe map maken Druk op het pictogram Nieuwe map aanmaken om een nieuwe map aan te maken. Er gaat een pop-upbericht open waarin u een naam voor uw map kunt invoeren. Naam van een bestand of map veranderen Om de naam van een map te veranderen, drukt u op de map en dan op het pictogram Naam bestand of map veranderen. Er gaat een pop-upbericht open waarin u de nieuwe naam voor een bestand of map kunt invoeren.
File Manager Pop-upmeldingen File Manager Audio player U kunt naar een geluid luisteren wanneer u door File Manager bladert. Geluidsbestanden kunnen worden opgeslagen in My Files. Wanneer u een geluidsbestand selecteert in File Manager, wordt dat geopend in de Audio Player. Druk op het startpictogram om het geluid af te spelen. Let op: U kunt alleen PCM-gecodeerde WAVE-bestanden afspelen. Voor de beste resultaten moet het bestand 8-bits mono zijn.
File Manager Systeem bezet Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of verplaatst of met een functie bezig is die tijd vergt, is er een zandloper te zien. Ongeldig bestandstype voor deze map Alleen borduurmotieven kunnen worden opgeslagen in My Designs en alleen lettertypebestanden kunnen worden opgeslagen in My Fonts. Selecteer de juiste map voor ieder bestandstype. Machinegeheugen defragmenteren Om de prestaties van de naaimachine te optimaliseren, moet u af en toe het geheugen defragmenteren.
10 Onderhoud
Onderhoud De naaimachine reinigen Maak uw machine regelmatig schoon om ervoor te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied). Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten te verwijderen. Neem het scherm af met een schone, zachte en vochtige doek. Het spoelhuis schoonmaken Let op: Breng de transporteur omlaag door op Naaivoet omhoog en extra hoog te drukken. Zet de naaimachine uit.
Onderhoud Problemen oplossen In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden met uw machine. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke ofÀciële HUSQVARNA VIKING®-dealer, die u graag zal helpen.
Onderhoud De spoeldraad breekt Hebt u de spoel op de juiste wijze geplaatst? Controleer de onderdraad. Is het gat in de steekplaat beschadigd? Vervang de steekplaat. Zitten er veel textielresten in het spoelhuisgedeelte? Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik alleen de originele spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd. Spoel garen op een ander spoeltje.
Onderhoud Index 4-richtingssteken.......................................................... 3:3, 4:18 8-richtingssteken.......................................................... 3:4, 4:19 A Aanbeveling – naaivoet ........................................................4:2 Aanbeveling – naald..............................................................4:2 Aanbeveling voor versteviging ............................................4:2 Aan de slag met borduren..................................................
Onderhoud De machine opbergen na het naaien ..................................2:2 De machine op uw computer aansluiten .........................2:13 De naaimachine reinigen ....................................................10:2 Denimnaald ..........................................................................2:10 De programma’s starten .....................................................2:14 DESIGNER DIAMOND™ voorbeeldenboek ..............1:9 DESIGNER DIAMOND™ voorbeelden-cd .................
Onderhoud Geweven dik ..........................................................................4:3 Geweven dun .........................................................................4:3 Geweven normaal .................................................................4:3 Geweven of gebreid .............................................................4:3 Groeperen/Groep opheffen ..................................... 7:2, 7:14 Grote garenschijf ...................................................
Onderhoud Naaien uit de vrije hand .......................................................2:9 Naai-instellingen ............................................................ 3:6, 3:7 Naaimodus ..........................................................3:13, 3:14, 4:2 Naaitechnieken .....................................................4:2, 4:4, 4:10 Naaivoet ................................................................... 1:7, 1:9, 2:9 Naaivoet A ............................................................
Onderhoud Selectie toevoegen/verwijderen ................................ 7:2, 7:14 Selectiewijzen .......................................................................7:14 Sensorvoetdruk ...................................................... 1:3, 3:6, 4:9 Sensorvoet Omhoog en Extra hoog ....... 1:6, 3:14, 4:9, 8:10 Sensorvoet omlaag en draaien.................. 1:6, 3:14, 4:9, 8:10 Sensorvoet Q .........................................................................3:8 SET Menu ...........
Onderhoud Versteviging die vanzelf uit elkaar valt ............................2:11 Verticaal spiegelen ................................. 4:2, 4:7, 5:2, 7:2, 7:12 Verticale positie .....................................................................2:4 Verwijderen .........................4:21, 5:2, 7:2, 7:12, 7:13, 9:2, 9:6 Vier – 4-richtingssteken .....................................................1:17 Vilten ringetje ..................................................1:8, 2:6, 2:7, 2:8 Vintagesteken..
Onderhoud Intellectueel eigendom De octrooien die op dit product rusten staan vermeld op een etiket op de onderkant van de naaimachine. VIKING, DESIGNER, DESIGNER DIAMOND, 4D, SEWING ADVISOR, EMBROIDERY ADVISOR, E LIGHT, KEEPING THE WORLD SEWING en EXCLUSIVE SENSOR SYSTEM zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l. HUSQVARNA en het “gekroonde H” merkteken zijn handelsmerken van Husqvarna AB. Alle handelsmerken worden onder licentie gebruikt door VSM Group AB.
413 24 34-36A • Nederlands • Inhouse • © 2009 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper VSM Group AB • SE-561 84 Huskvarna, Zweden www.husqvarnaviking.