H U SQVARNA AUTOMOWE R ™ 210 C G E BRU I KSA ANWIJZI NG
INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid ...................................................... 1.1 Inleiding ...................................................................................... 1.2 Symbolen op de Automower™ ........................................... 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing .................................. 1.4 Veiligheidsinstructies ............................................................. 5 5 6 7 8 2. Presentatie ..................................................
INHOUDSOPGAVE Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen van haar producten en behoudt zich dan ook het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen in o.a. vorm, uiterlijk en functie door te voeren. Deze gebruiksaanwijzing betreft versie 2.5x van het besturingsprogramma van de maaier.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1. Introductie en veiligheid 1.1 Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Om uw Husqvarna Automower™ optimaal te kunnen benutten is kennis nodig over de werking. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over de maaier, hoe u deze installeert en hoe u deze gebruikt.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.2 Symbolen op de Automower™ Deze symbolen kunnen op de grasmaaier aanwezig zijn. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. • Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik uw Automower niet voor u de inhoud begrijpt. 1001-003 • Waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing moeten zorgvuldig worden opgevolgd om de maaier veilig en efficiënt te kunnen gebruiken.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing Deze symbolen staan in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. • Controle en/of onderhoud moet u uitvoeren met de schakelaar in stand OFF. • Gebruik altijd beschermende handschoenen bij alle werkzaamheden aan de onderkant van de maaier. • Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, om Automower schoon te maken.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.4 Veiligheidsinstructies Gebruik • Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u Automower gaat gebruiken. • Het is niet toegestaan de originele uitvoering van Automower te wijzigen. Alle wijzigingen vinden plaats op eigen verantwoordelijkheid. • Controleer of op het gras dat moet worden gemaaid geen stenen, takken, gereedschap, speelgoed en andere voorwerpen liggen, die de messen kunnen beschadigen en kunnen leiden tot vastlopen.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID Verplaatsen Bij transport over langere afstand moet u Automower verpakken in de emballage waarin hij is geleverd. Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied: 1. Druk op de STOP-knop om de maaier te stoppen. 2. Zet de hoofdschakelaar in stand OFF als u de maaier moet dragen. 3. Draag de maaier aan de handgreep die helemaal achter op de maaier zit. Draag de maaier met de maaischijf van uw lichaam vandaan.
2. PRESENTATIE 2. Presentatie Dit hoofdstuk bevat informatie die u moet kennen als u van plan bent te gaan installeren. Een installatie van Husqvarna Automower™ bestaat uit drie hoofdcomponenten: Automower, een automatische grasmaaier die het gras maait door in een onregelmatig patroon te bewegen. De maaier wordt aangedreven door een onderhoudsvrije accu. 3012-751 Lusgenerator/lader. De lusgenerator/lader heeft twee functies: • Het sturen van stuursignalen in de begrenzingskabel.
2. PRESENTATIE 2.1 Automower™, wat is wat? 1 6 2 6 5 9 7 3 4 8 14 13 16 10 11 17 12 18 15 19 20 21 22 23 3012-753 De getallen in de afbeelding komen overeen met: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Klep voor maaihoogteinstelling Vergrendelknop om de klep voor de maaihoogteinstelling te openen Voorwiel Aandrijfwiel Carrosserie Stopknop Waarschuwingslampjes Toetsenbord Hoofdschakelaar Handgreep Laadcontact Chassisbox met elektronica, accu en motoren Draaischotel 14. 15. 16. 17. 18.
2. PRESENTATIE 2.2 Werking Automower™ Capaciteit Automower wordt aangeraden voor gazons tot 500 m2. De grootte van het werkgebied dat de maaier aankan, is afhankelijk van hoe vaak hij wordt gebruikt. Des te groter het gazon des te vaker per week dat Automower moet werken. De grootte van het stuk dat per uur wordt gemaaid, is vooral afhankelijk van de staat van de messen, het soort gras, het groeitempo en de vochtigheid. Ook de vorm van de tuin is van belang.
2. PRESENTATIE Voor het beste maairesultaat moeten de messen in goede conditie zijn. Om de messen zo lang mogelijk scherp te houden, is het belangrijk dat het gazon vrij is van takken, kleine stenen en andere voorwerpen die de messen kunnen beschadigen. Werkwijze Automower maait het gras automatisch. Wanneer de accu leeg is, stopt de maaier op het gazon en u moet deze zelf naar de lusgenerator/lader dragen om opgeladen te worden.
2. PRESENTATIE De ruststand treedt in 25 minuten nadat de STOP-knop is ingedrukt en daarna niet in bedrijfsstand is teruggezet. Automower wordt dan geactiveerd door de hoofdschakelaar aan en uit te zetten. Ruststand kan ook intreden wanneer een storing, die tijdens maaien of opladen is opgetreden, niet binnen 25 minuten wordt verholpen. Automower wordt dan geactiveerd door op de STOP-knop te drukken. Bewegingspatroon Het bewegingspatroon van de maaier is onregelmatig en wordt door Automower zelf bepaald.
3. INSTALLATIE 3. Installatie Dit hoofdstuk beschrijft hoe u Husqvarna Automower™ installeert. Voordat u de installatie begint, moet u het voorgaande hoofdstuk lezen 2. Presentatie. Lees ook dit hele hoofdstuk door voor u de installatie begint. Hoe de installatie is uitgevoerd, beïnvloedt hoed goed Automower functioneert. Daarom is het belangrijk de installatie zorgvuldig te plannen. De planning wordt vereenvoudigd, wanneer u een schets maakt van het werkgebied inclusief alle obstakels.
3. INSTALLATIE 3.1 Voorbereidingen 1. Als het gras binnen het geplande werkgebied langer is dan 10 cm; moet u het met een normale grasmaaier maaien. Verzamel vervolgens het gras. 2. Lees alle stappen voor de installatie zorgvuldig door. 3. Controleer of alle onderdelen voor de installatie aanwezig zijn: De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gedetailleerde afbeeldingen 2.1 Automower™, wat is wat? op bladzijde 11.
3. INSTALLATIE Denk aan de nabijheid van een stopcontact wanneer u de plaats kiest. De lusgenerator/lader moet worden aangesloten op een 230 V stopcontact, bovendien moet er plaats zijn voor de maaier, wanneer deze moet worden opgeladen. Wij raden aan een aardlekschakelaar te gebruiken wanneer u de transformator op het stopcontact aansluit.
3. INSTALLATIE BELANGRIJKE INFORMATIE U kunt Automower niet gebruiken voordat de installatie helemaal gereed is. 3.4 Installatie van begrenzingskabel De begrenzingskabel kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd: • De kabel met krammen op de grond te bevestigen. Het is beter de begrenzingskabel met krammen vast te zetten, als u tijdens de eerste weken bedrijf de begrenzingslus wilt kunnen bijstellen. • De kabel ingraven.
3. INSTALLATIE 3012-759 Afbakeningen van het werkgebied Als een hoog obstakel, bijv. een wand of een muur, aan het werkgebied grenst, moet u de begrenzingskabel 35 cm van het obstakel leggen. Dan zal Automower niet op het obstakel botsen en zal de slijtage aan de carrosserie afnemen. 35 cm 3012-760 Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst, bijv. een border, of aan een kleine verhoging zoals bijv. een lage steen (3 tot 5 cm), moet u de begrenzingskabel 30 cm binnen in het werkgebied leggen.
3. INSTALLATIE Indien het werkgebied aan een pad of iets dergelijks grenst dat op hetzelfde niveau ligt als het gazon, is het mogelijk om Automower een stukje op het pad te laten rijden. U moet de begrenzingskabel dan 10 cm van de rand van het pad leggen. 10 cm 3012-762 Als het werkgebied in tweeën wordt gedeeld door een vlak tegelpad, dat gelijk met het gazon ligt, is het mogelijk om Automower over het pad te laten rijden. De begrenzingskabel kan prima onder de tegels worden gelegd.
3. INSTALLATIE Obstakels die licht hellen, bijvoorbeeld stenen of grote bomen met verhoogde wortels, moeten worden afgebakend of verwijderd. Automower kan anders op zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen beschadigd raken. 3012-765 Als het maairesultaat in de tuin ongelijkmatig wordt door de vorm van de tuin, bijvoorbeeld vanwege een lange passage, is het mogelijk de tuin op te delen in zones. Dit doet u met behulp van de begrenzingslus, zie de afbeelding rechts.
3. INSTALLATIE De begrenzingskabel moet niet dwars over een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. Het risico bestaat dat Automower daar problemen krijgt met omdraaien en stil blijft staan. Het risico is het grootst bij vochtig weer omdat de wielen dan in het natte gras kunnen slippen. Als er daarentegen een hindernis is, waar Automower tegenaan mag botsen, bijvoorbeeld een hek of een dichte haag, kan de begrenzingskabel dwars over een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %.
3. INSTALLATIE BELANGRIJKE INFORMATIE Extra kabel mag niet in een rol buiten de begrenzingskabel worden gelegd. Dit kan leiden tot storingen aan Automower™. Tip! Gebruik de bijgevoegde maatstok als hulpmiddel 3012-281 wanneer u de begrenzingskabel legt. Dan krijgt u makkelijker de juiste afstand tussen de begrenzingskabel en de buitenrand/de hindernissen. Indien u de begrenzingskabel vast wilt krammen: • Tip! Maai het gras waar de kabel moet liggen zeer kort met een normale grasmaaier of een trimmer.
3. INSTALLATIE Uitleggen van begrenzingskabel naar de lusgenerator/lader In de richting van de lusgenerator/lader moeten de uiteinden van de begrenzingskabel parallel en dicht naast elkaar lopen. Zo lang de totale lengte van de begrenzingslus niet langer is dan 350 m, kan de afstand, waarlangs de kabels parallel aan elkaar lopen onbeperkt zijn. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de lusgenerator/lader in het huis te plaatsen en de begrenzingskabel door een raam naar de tuin te leggen.
3. INSTALLATIE 3.5 Aansluiten van begrenzingskabel Sluit de begrenzingskabel aan op de lusgenerator/lader: 1. De kabeluiteinden in het contact leggen: • Open het contact. • Leg de kabel in de uitsparing van het contact. 3012-284 2. Druk het contact met een tang dicht. Druk tot u een klik hoort. 3. Knip het overbodige deel van de begrenzingskabel af. Knip 1 tot 2 cm boven het desbetreffende contact door.
3. INSTALLATIE 4. Druk de contacten vast op de contactpennen op de lusgenerator/lader. 3012-771 3.6 Controle van de installatie Controleer het lussignaal door te kijken wat de groene led op de lusgenerator/lader aangeeft. • Vast schijnsel = het signaal is goed. • Een keer knipperen om de seconde = breuk in de draad, geen signaal aanwezig. • Twee keer knipperen om de seconde = zwak signaal. Dit kan komen omdat de begrenzingslus langer dan 350 m is of omdat de kabel beschadigd is.
3. INSTALLATIE 3.7 Aansluiten van Automower™ op lusgenerator/lader 1. Sluit de laadkabel van de lusgenerator/lader aan op het laadcontact van de maaier. De maaier mag zich maximaal twee meter van de begrenzingslus van het werkgebied bevinden en de lusgenerator/lader moet aangesloten zijn op netspanning. 2. Open de klep voor het controlepaneel door op de STOP -knop te drukken. Zet de hoofdschakelaar in stand ON. 2m 3012-758 3012-797 3. De gele waarschuwingslamp PIN-code moet nu knipperen. 4.
4. GEBRUIK 4. Gebruik 4.1 Automower™ starten WAARSCHUWING Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u uw Automower start. 1001-003 WAARSCHUWING Hou handen en voeten uit de buurt van de draaiende messen. Plaats uw handen of voeten nooit vlakbij of onder de carrosserie wanneer de motor draait. 1. Druk op de STOP -knop om de klep naar het controlepaneel van Husqvarna Automower™ te openen. 2. Zet de hoofdschakelaar in stand ON. 3. Voer de PIN-code in, bevestig met de YES-knop. 4.
4. GEBRUIK 4.3 Nieuwe start Om te starten: 1. Voer uw PIN-code in. 2. Druk op de YES-knop. 3. Doe de klep van het controlepaneel dicht. 3012-774 4.4 Automower™ uitzetten 1. Druk op de STOP-knop. 2. Zet de hoofdschakelaar in stand OFF. Zet Automower altijd uit met de hoofdschakelaar wanneer u onderhoud moet uitvoeren of de maaier uit het werkgebied moet verplaatsen. 3012-747 4.5 Gebruik van de timer Voor het beste maairesultaat mag het gras niet te vaak worden gemaaid.
4. GEBRUIK 4.6 Afstellen van maaihoogte De maaihoogte kan variëren van MIN (2 cm) tot MAX (6 cm). Indien het gras lang is, is het prima om Automower te laten beginnen op maaihoogte MAX. Wanneer het gras daarna korter wordt, kunt u de maaihoogte successievelijk verlagen. Om de maaihoogte bij te stellen: 1. Druk op de STOP-knop om de maaier te stoppen. 2. Open de klep van de maaihoogteinstelling: Druk de vergrendelknop in en til de klep daarna op. 3012-776 3012-777 3.
4. GEBRUIK 4.7 PIN-code veranderen Om de PIN-code in de maaier te veranderen: 1. Sluit de laadkabel van de lusgenerator/lader aan op het laadcontact van de maaier. De maaier mag zich maximaal twee meter van de begrenzingslus van het werkgebied bevinden en de lusgenerator/lader moet aangesloten zijn op netspanning. 2. Open de klep voor het controlepaneel door op de STOP -knop te drukken. Zet de hoofdschakelaar in stand ON. 3. Voer de huidige PIN-code in, bevestig door op de YES-knop te drukken. 4.
4. GEBRUIK 4.9 Geluid De maaier geeft bedrijfsstand en invoer weer met onderstaande geluidsignalen.
5. CONTROLEPANEEL 5. Controlepaneel Het controlepaneel van Husqvarna Automower™ bestaat uit waarschuwingslampjes en een toetsenbord. Alle informatie wordt met de waarschuwingslampjes weergegeven en alle invoer doet u met behulp van de toetsen. 3012-779 Het controlepaneel bestaat uit drie groepen knoppen: Selectie, cijfers en hoofdschakelaar, en waarschuwingslampjes. 3012-781 5.1 Keuze 1. Annuleren: • Druk om een begonnen invoer te annuleren of om de maaier te resetten bij een foutmelding. 2.
5. CONTROLEPANEEL 5.3 Hoofdschakelaar 4. Zet de hoofdschakelaar in stand ON om Automower te kunnen starten. Zet de hoofdschakelaar in stand OFF wanneer u de maaier niet gebruikt of wanneer u met de maaischijf gaat werken. 4 Wanneer de hoofdschakelaar in stand OFF staat, kunnen de motoren van de maaier niet starten. 3012-746 5.4 Waarschuwingslampjes De waarschuwingslampjes geven de status van de maaier aan. Als alle lampjes uit zijn, staat de maaier in ruststand.
6. TUINVOORBEELDEN 6. Tuinvoorbeelden - Voorstellen voor installatie In dit hoofdstuk laten we enkele installaties van Husqvarna Automower™ zien in verschillende soorten tuinen met bijbehorende uitleg. Beschouw de voorbeelden als tips hoe u de installatie in uw tuin zo goed mogelijk kunt uitvoeren. Zie ook 3. Installatie op bladzijde 15. Voorstellen voor installatie Open tuin zonder smalle passages en obstakels, grootte: 300 m2. De begrenzingslus is rond struiken en de buitenrand van de tuin gelegd.
6. TUINVOORBEELDEN Voorstellen voor installatie Tuin met een steile helling (30 %) die de tuin in tweeën deelt, grootte: 400 m2. Als het maairesultaat tussen de gebieden ongelijk wordt, kan de tuin heel goed in twee zones ingedeeld worden. De maaier kan problemen hebben om steile hellingen op te komen, daarom kan een tuin met steile hellingen ongelijk gemaaid worden, ook al zijn er geen passages. zone 2 zone 1 3012-791 Twee tuinen met een grootte van 200 m2.
7. ONDERHOUD 7. Onderhoud Voor een betere bedrijfszekerheid en hogere levensduur, moet u Husqvarna Automower™ regelmatig controleren en schoonmaken en indien nodig versleten onderdelen vervangen. Voor meer informatie over het schoonmaken, zie 7.4 Schoonmaken op bladzijde 39. De eerste tijd dat Automower wordt gebruikt, moet u maaischijf, draaischotel en messen een keer per week controleren. Als de slijtage in die tijd laag was, kunt u het interval tussen de controles vergroten.
7. ONDERHOUD 7.1 Accu De accu is onderhoudsvrij, maar heeft een beperkte levensduur van 1 tot 4 jaar. De levensduur is ten eerste afhankelijk van de lengte van het seizoen en ten tweede van het aantal uren per week dat Automower wordt gebruikt. Een lang seizoen of vele uren gebruik per week betekenen dat de accu met kortere intervallen moet worden vervangen. BELANGRIJKE INFORMATIE Laadt de accu aan het einde van het seizoen helemaal op voor de winterstalling. 7.
7. ONDERHOUD 7.3 Service Lever uw Automower voor service bij een dealer in voor de winterstalling. Bij de service kan de dealer de maaier zorgvuldig schoonmaken, de werking en de componenten testen en indien nodig slijtagedelen vervangen. 7.4 Schoonmaken Het is belangrijk Automower schoon te houden. Een maaier waar veel gras aan kleeft, presteert veel slechter op hellingen. Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, voor het schoonmaken.
7. ONDERHOUD Chassis Maak de onderkant van het chassis schoon. Borstelen of wrijven met een vochtige doekl. BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik bij het schoonmaken geen stromend water. Wielen Maak schoon onder de voorwielen en achterwielen en rond de ophanging van de voorwielen. Carrosserie Gebruik een vochtige zachte spons of doek om de carrosserie schoon te maken. Wanneer de carrosserie sterk vervuild is, kan zelfs een zeepoplossing of afwasmiddel nodig zijn. 3012-783 7.
7. ONDERHOUD Er zijn twee versies messen die u kunt kiezen als accessoires, met verschillende eigenschappen. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. Om de messen te vervangen: 1. Zet de hoofdschakelaar in stand OFF. 2. Doe beschermingshandschoenen aan. 3012-749 3012-272 3. Leg Automower op zijn kop neer. 4. Draai de draaischotel zo dat de gaten precies voor de bout van het mes komen. 5. Schroef het mes eruit. Gebruik een normale of kruiskopschroevendraaier. 6.
8. OPSPOREN VAN STORINGEN 8. Opsporen van storingen 8.1 Foutmeldingen Hieronder staat een aantal foutmeldingen, die de rode Foutindicatielamp op Husqvarna Automower™ kan weergeven. U kunt de foutmelding interpreteren door af te lezen hoe de lamp knippert. De lamp knippert een tot vijf keer snel achter elkaar en is vervolgens 2 seconden uit. Deze reeks wordt herhaald tot de Annuleer-knop wordt ingedrukt.
8. OPSPOREN VAN STORINGEN Aantal malen knipperen Foutmelding Oorzaak Maatregel 2 Geen lussignaal De lusgenerator/lader is niet aangesloten op netspanning of de automatische zekering is gesprongen. Controleer de aansluiting naar het stopcontact en kijk of de aardlekschakelaar is geactiveerd. Reset de automatische zekering door de netkabel van de lusgenerator/lader uit het stopcontact te halen, 10 seconden te wachten en de netkabel dan weer in het stopcontact te plaatsen.
8. OPSPOREN VAN STORINGEN Aantal malen knipperen Foutmelding Oorzaak Maatregel 4 Buiten maaige bied De begrenzingskabel is gekruist bij de aansluiting op de lusgenerator/lader. Verwissel de twee aansluitingen van de begrenzingskabel op de lusgenerator/lader. De begrenzingskabel is op een te steile helling gelegd. Controleer of de begrenzingskabel goed is gelegd. De begrenzingskabel is verkeerd om rond een ”eiland” gelegd.
8. OPSPOREN VAN STORINGEN 8.2 Foutsymptomen Wanneer uw Automower niet correct functioneert, moet u het onderstaande schema volgen om de storing op te sporen. Indien de storing blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw dealer. Symptoom Oorzaak Maatregel Ongelijkmatig maairesultaat Automower werkt te weinig uren per week. Verleng de arbeidstijd. Te groot werkgebied. Probeer het werkgebied te beperken of verleng de arbeidstijd. Botte messen.
9. TECHNISCHE GEGEVENS 9.
11. EU-VERKLARING 11.
11.
12. INDEX 12. Index A Aansluiting Begrenzingskabel .................................................... 25 Accu Laden ....................................................................... 18 Onderhoud ............................................................... 37 Vervangen ............................................................... 37 Accu vervangen ............................................................. 37 Automower Een voor meerdere tuinen .......................................
12. INDEX Installatie,Installatie Lusgenerator/lader ....................................................17 Presentatie ...............................................................10 Winteropslag ............................................................37 T M Maaihoogte .....................................................................29 Maaihoogte wijzigen .......................................................29 Maaischijf, geblokkeerd ..................................................
AUTOMOWER is een handelsmerk van Husqvarna AB. Copyright © 2007 HUSQVARNA. All rights reserved. www.automower.