HCE 80-NL Zoneregelaar Montage en gebruik
INDEX Inhoud 3.1. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.3. 3.4. 4.1. 4.1.1. 5.1. 5.2. 5.3. 6.1. 6.1.1. 6.1.2. 6.2. 6.2.1. 6.2.2. 6.2.3. 6.2.4. 6.3. 6.3.1. 6.3.2. 6.3.3. 6.4. sluiten 7.1.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.4.1. 7.4.2. 7.4.3. 7.4.4. 7.5. 7.5.1. 7.5.2. 7.5.3. 7.6. 7.6.1. 7.7. 7.7.1. 7.7.2. 4 Componenten........................................................ 5 Systeemoverzicht .................................................. 6 Regelsysteem zonder tijdprogamma ..................... 6 Regelsysteem met evohome ......
1. De gebruiksaanwijzing 3. Overzicht Sla de linker omslagpagina open. Daarop worden alle bedieningselementen en aansluitingen afgebeeld. Laat deze omslagpagina tijdens het doorlezen van de gebruiksaanwijzing open liggen. Vaktermen worden toegelicht in de Verklarende woordenlijst (pagina 17). 3.1. Componenten Het HCE80 zoneregelsysteem is een intelligent systeem voor individuele ruimtetemperatuurregeling, toepasbaar voor o.a. vloerverwarming.
Systeemoverzicht 3.2. Systeemoverzicht Een zone-regelsysteem kan in principe op 3 verschillende manieren worden opgebouwd: • zonder tijdprogramma • met universele ruimteregeling evohome • met 1 tijdprogramma Deze keuze bepaalt het verdere verloop bij inbedrijfstelling en toewijzen. 3.2.1. 3.2.3.
Montage 5. Montage 4. Zoneschema opstellen In een gebouw kunnen ruimtes (zones) met verschillend ingestelde ruimtetemperaturen worden geregeld. Afhankelijk van de ingestelde temperatuur worden de thermische motoren van de toegewezen zone (ruimte) aangestuurd. WAARSCHUWING Voorkom interferentie van de RF communicatie! Neem de volgende punten in acht: Met een HCE80-NL kunnen maximaal 5 temperatuurzones worden geregeld. Met de uitbreidingsmodule HCS80 kan dit aantal worden verhoogd tot 8.
Installatie en configuratie 5.2. Montage op een DIN-rail ► Bevestig de DIN-rail ► Plaats de zoneregelaar van onderen op de DIN-rail (1). ► Druk de zoneregelaar naar boven tot deze vastklikt (2). 5.3. 6. Installatie en configuratie GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok! Niet-geïsoleerde contacten met netspanning. ► Verwijder de netstekker vóór het openen van de behuizing. ► Laat alle werkzaamheden uitvoeren door erkend en opgeleid personeel.
Installatie en configuratie 6.2. Aansluitingen bekabelen 6.2.3. Aansluiten verdelerpomp (230 VAC) ► Strip de aansluitingen over 7 mm (zie uitklappagina Fig. 7). ► Sluit de pomp conform onderstaande afbeelding aan (zie uitklappagina Fig. 4 (12)): 6.2.1. Toegestane typen en kabellengten Thermische motoren 230 VAC Uitwendige min. 3,5 mm/max. 5,3 mm kabeldiameter Kabellengte max. 400 m Kerndiameter min. 0,75mm², max.
Installatie en configuratie 6.2.4. Thermische motoren aansluiten WAARSCHUWING Beschadiging van de zoneregelaar! ► Let bij de thermische motoren op de technische gegevens: totaal per zone max. 2,7 A piekstroom, 200 mA continustroom. Elke zone kan maximaal 3 thermische motoren aansturen. Voor zone 1 kunnen 3 motoren, voor zone 2 kunnen 2 en voor de zones 3 tot en met 5 kan telkens 1 thermische motor rechtstreeks worden aangesloten.
Inbedrijfstelling 7. Inbedrijfstelling 7.5. Bij het inbedrijfstellen wordt eerst de behuizing gesloten en vervolgens de 230V netspanning aangesloten. Daarna kunnen de componenten van de temperatuurzones aan de zoneregelaar worden toegewezen. Wanneer de zoneregelaar als verwarmingsregelaar en koelregelaar wordt gebruikt, moet de koelfunctie bij de installatie eenmalig worden vrijgegeven. 7.1.1. Inbedrijfstelling zoneregelaar ► 7.5.1. Koelfunctie vrijgeven ► Schakel de bedrijfsspanning in.
Inbedrijfstelling De rode LED op de relaismodule knippert afwisselend 0,5 sec. aan / 0,5 sec. uit. ► ► Druk kort de installatieknop op de zoneregelaar in. Na een geslaagde toewijzing dooft de rode LED van de relaismodule. Druk opnieuw de installatieknop om de toewijsmodus te verlaten. 7.7. op de zoneregelaar in Wanneer op de zoneregelaar de installatieknop langer dan 4 minuten niet wordt ingedrukt, schakelt de zoneregelaar automatisch terug naar normaal bedrijf.
Temperatuurzones toewijzen 8.2. Zoneregelaar in de Toewijs-modus zetten 8.3.4. DTS92 weer in normaal bedrijf zetten ► Zorg dat u het zoneschema paraat hebt. ► ► Houd de installatieknop 2 seconden ingedrukt. Houd de knop zo lang ingedrukt, tot het symbool rechtsonder op het display wordt weergegeven. ► Houd de knop zo lang ingedrukt, tot het symbool rechtsonder op het display verdwijnt. De DTS92 is weer in normaal bedrijf. op de zoneregelaar De LED brandt. De LED van zone 1 knippert rood.
Zones toewijzen (binding) met tijdprogramma met evotouch 9. Zones toewijzen met tijdprogramma met evotouch ► Houd de installatieknop 2 seconden ingedrukt. De LED brandt. De LED van zone 1 knippert rood. De zoneregelaar staat in de installatie-modus en wacht op het signaal van de temperatuurvoeler. Met de evotouch kan voor elke zone onafhankelijk een individueel tijdprogramma worden ingesteld. Hoe u het toestel moet installeren, leest u in de installatiehandleiding van de evotouch. 9.1.
Storingen oplossen 10.3.2. 10. Zones toewijzen met tijdprogramma met de temperatuurvoeler CMS927 ► Houd de installatieknop 2 seconden ingedrukt. op de zoneregelaar De LED brandt. De LED van zone 1 knippert rood. De zoneregelaar staat in de installatiemodus en wacht op het signaal van de CMS927. Om de CMS927 aan een andere zone toe te wijzen, moet u de installatieknop zo vaak indrukken, tot de LED van de gewenste zone rood knippert.
Appendix 11. Configuratie controleren ► Druk de installatieknop kort in. De LED knippert geel. De zoneregelaar bevindt zich in de weergave modus en geeft aan welke componenten aan de zoneregelaar zijn toegewezen. De kleuren van de LED’s 1…8 geven altijd de configuratie van de temperatuurzones aan.
Storingen oplossen Storing 14. Storingen oplossen De LED knippert. Oorzaak/oplossing Geen antenne aangesloten of antenne defect. Storing Oorzaak/oplossing Bij het inschakelen Er is geen netspanning. van de netspanning ► Controleer de spanning op de gaat de LED Power wandcontactdoos. niet branden. ► Controleer de zekering van de zoneregelaar. Controleer of een antenne is aangesloten. Wanneer geen antenne is aangesloten: ► Controleer de antenneaansluiting. De LED 1...
Appendix Thermische motoren 2,7 A max. gedurende 1 sec.; 200 mA; cosϕ ≥ 0,95 Bedrijfstemperatuur 0…50 °C Opslagtemperatuur –20...+70 °C Luchtvochtigheid 5...93 % relatieve luchtvochtigheid Frequentie 868,3 MHz (zender/ontvanger) Afmetingen 350x82x52 mm (bxhxd) Gewicht <1 kg Zekering Glaszekering 5x20 mm, 230 VAC; 2,5 A; snel Materiaal ABS Beschermingsklasse IP30 Brandbeveiligingsklasse V0 15.3.
Verkorte bedienings- en functieoverzicht 16. Verkort bedienings- en functieoverzicht Functie Hoe te handelen LED uitlezing Toewijzen componenten Druk op toets voor > 2 sec. Selecteer de zone door kort op drukken. LED brandt geel Zone LED knippert Wissen componenten Selecteer de zone vanuit de “Toewijzen” modus LED brandt geel en druk op Mode toets voor > 4 sec. Zone LED gaat uit Controleren configuratie Druk kort op toets te toets. Rood = temperatuurvoeler Groen = temp.
17. Zoneschema (sjabloon) Zone Zone naam Thermische motor (type, plaats) Temperatuurregelaar (type, plaats) 1 2 3 4 5 6 7 8 Manufactured for and on behalf of the Environmental and Combustion Controls Division of Honeywell Technologies Sàrl, Ecublens, Route du Bois 37, Switzerland by its Authorized Representative: Honeywell BV Postbus 12683 1100 AR Amsterdam Z.O. Tel.: (+31) (0) 20 5656 392 Fax: (+31) (0) 20 5656 390 www.kijkvoelbeleef.nl / www.regelvisie.