Proficiat met de aanschaf van het nieuwe Gem WK6/WK8 World Keyboard van Generalmusic. Dit instrument is voorzien van een Flash ROM geheugen, zodat uw keyboard direkt van disk een nieuwe update kan krijgen met de laatste nieuwe bedienings functies en mogelijkheden. Het is belangrijk dat u de onderstaande procedure volgt voordat u uw instrument voor de eerste keer gaat gebruiken om er zeker van te zijn dat uw instrument goed functioneert. Vraag bij uw Generalmusic dealer om de laatste nieuwe update.
Nederlands Cod. 271226 Gebruikers handleiding Gebruikers handleiding Cod.
RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN Het bliksem symbool binnen de gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van een ongeïsoleerde “gevaarlijke spanning” binnenin het instrument, die dermate hoog is dat personen daaraan een electrische schok kunnen oplopen. CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE COVER (OR BACK). NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION Note: This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications.
Generalmusic op internet:: http://www.generalmusic.com Generalmusic Benelux op Internet: http://ourworld.compuserve.com/homepages/generalmusic–benelux Sales Division: Italy -47048 S.Giovanni in Marignano (RN) - Italy – Via delle Rose, 12 Tel. +39 541 959511 – fax +39 541 957404 – tlx 550555 GMUSIC I Generalmusic Benelux:Postbus 231, 6000 AE WEERT * Seelenstraat 3, 6004 RL WEERT NL Tel. 0495-531724 - Fax 0495-542965. PRINTED IN ITALY Wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder enige waarschuwing vooraf.
INSCHRIJVINGFORMULIER GENERALMUSIC SOFTWARECLUB (U kunt dit formulier uitknippen en opsturen. Wilt u deze handleiding heel laten, dan kunt u deze pagina ook kopiëren.) GAARNE ONTVANG IK VRIJBLIJVEND INFORMATIE! met een computer. Wilt u automatisch op de hoogte gehouden worden van beschikbare en nieuwe software voor uw instrument, geeft u zich dan op als lid van de Generalmusic Softwareclub. Het lidmaatschap, voor u als bezitter van een Generalmusic instrument, is gratis.
Inhoudsopgave i ○ Inhoudsopgave Voorzijde 1. 1 Achterzijde (Aansluitingen) 1. 2 De Display 1. 3 Style/RealTime mode 2. 2 Song mode 2. 2 2 • Bespeel de WK6/8 keyboard klanken (Style/RealTime mode) 2. 3 Full keyboard mode 2. 3 Upper/Lower keyboard mode 2. 4 Multi keyboard mode 2. 7 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Houd het display vast tijdens keuze procedures 2. 22 De wk6/8 klankeN 2. 17 Klanken uit bank 1 (gm) kiezen en bespelen 2.
ii Inhoudsopgave ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Effecten aan/uitzetten 2. 39 ○ 12 • Store Performance 2. 40 Opslaan in de huidige Performance 2. 40 Veranderingen opslaan in een andere Performance 2. 41 De originele Performance instellingen herstellen 2. 43 Wat is een Song 6. 1 Wat is een standaard MIDI file 6. 1 Song Weergave/Jukebox 6. 2 «Play view» parameters 6. 3 Functie toetsen 6. 4 Functietoetsen van Jukebox 6. 5 Een Song opnemen 6. 6 Opnemen met de Record methode 6.
Inhoudsopgave iii Hoofdstuk 7 • Edit Song 7. 1 ○ Erase 7. 3 Move 7. 5 Copy 7. 6 Quantize 7. 8 Insert measure(s) 7. 10 Delete Measures 7. 11 Velocity 7. 12 Transpose 7. 13 Microscope 7. 14 Master Track 7. 17 Score & Score Edit 7. 20 Score bedieningsfuncties 7. 21 Edit Score 7. 22 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Opnemen 8. 2 De «Record View» pagina 8. 4 Hoofdstuk 8 • User Styles Programmeren 8. 1 Erase 7. 3 Move 7. 5 Copy 7. 6 Quantize 7. 8 Insert measure(s) 7.
iv Inhoudsopgave ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Pedals Assignment 13. 2 Pads 13. 3 ○ Hoofdstuk 14 • Edit Tracks 14. 1 Transpose 14. 1 Master Transpose 14. 1 Detune 14. 2 Random Pitch 14. 2 Mode/Priority 14. 2 Velocity Curve 14. 3 Velocity Range 14. 3 Harmony 14. 4 Delay 14. 5 Key Range 14. 5 Create Track 14. 6 Copy Track 14. 6 Erase Track 14. ROM Sound tabellen A. 2 Drumkit tabellen A. 10 ROM Style tabellen A. 30 Performance tabellen A. 32 Effects tabellen A. 32 Wavetables A. 33 MIDI Implementation chart A.
Introductie i Introductie ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Proficiat met de aankoop van de GEM WK6/WK8 World Keyboard van Generalmusic! De WK6/WK8 is een multimedia keyboard workstation dat diverse mogelijkheden biedt om met het instrument te spelen.
ii Introductie ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SPECIFICATIES WK6 & WK8 • Polyfonie en multitimbraal Polyfonie van 64 stemmen maximaal. 16 parts multimbraal in Style/Realtime mode en 32 parts multitimbraal in Song mode. Elke part is aan een track toegewezen. In Style/RealTime mode zijn er 8 tracks toegewezen aan het toetsenbord en de andere 8 aan de automatische begeleiding.
Introductie iii ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Introductie iii ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • ○ ○ • ○ ○ • ○ ○ • ○ ○ • • ○ • • ○ • • ○ • • • ○ Geavanceerde MIDI functies en System Exclusive De WK6/8 heeft 2 onafhankelijke MIDI circuits (A en B), en biedt een totaal van 32 MIDI kanalen, met MIDI-merge, MIDI-Thru functies encommunicatie via System Exclusive.
iv Introductie ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ OPMERKINGEN VOORAF Lees eerst deze opmerkingen voordat u met het instrument begint. LEG GEEN DISKS IN DE BUURT VAN MAGNETEN - Leg geen disks op speakers, in de buurt van magneten of andere electromagnetische bronnen. De inhoud van de disks kan hierdoor beschadigen. WK6/8 met hard disk - de hard disk zal de eerste keer dat u zijn directory opent wat traag voorkomen.
Introductie v ○ HANDIGE INFORMATIE VOORDAT U BEGINT ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De oplaadbare backup batterij. De WK6/8 behoudt zijn data in RAM na het uitzetten dankzij een oplaadbare batterij. Deze batterij wordt opgeladen wanneer de WK6/8 aanstaat.
vi Introductie ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ RAM RESET Battery discharged melding Wanneer u de WK6/8 weer in zijn fabrieksinstellingen wilt herstellen kunt u het backed RAM “resetten”. Wanneer het instrument een lange periode heeft uitgestaan zal de batterij langzaam leeg worden. 1. Druk op GENERAL in de EDIT sectie om naar het “Edit General” menu te gaan. 2. Druk op F4 om de “Restore All” opdracht te kiezen. De volgende boodschap verschijnt in het display: 3.
Gebruikers Handleiding • 1 Layout & Display • 2 Beknopte Handleiding • 2 Beknopte Handleiding • 1 Layout & Display Gebruikers Handleiding
Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ALGEMENE VEILIGHEIDS INSTRUCTIES Stroomvoorziening • Controleer of uw WK6/8 gelijkstroom voltage overeenkomt met het voltage van uw stroomvoorziening. Gebruik geen wisselstroom om uw instrument van stroom te voorzien. Controleer of u de originele Generalmusic adapter gebruikt om de WK6/8 van stroom te voorzien. • • Stroomkabel • • • • Raak de stroomkabel of stekker nooit met natte handen aan.
Layout en Display 1•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 22 ○ ○ ○ ○ 21 Hoofdstuk 1 • Layout en Display ○ ○ ○ 19 20 ○ 18 ○ 17 ○ 16 ○ 14 15 ○ 12 13 ○ 23 PANEEL VOORZIJDE OCTAVE BASS + b SFX BRASS ENSEMB STRINGS # TRANSPOSE PERC. ETHNIC + 0 H. D. _ TEMPO LOCK MIXER LOCK BASS TO LOWEST ARRANGE MEMORY H SINGLE TCH. PLAY STORE PERF. F8 G ARRANGE MODE B EFFECTS BYPASS D MIN E F SYNTH SEQUENCER F4 C CNT / PADS F3 F2 B EFFECTS 1 2 3 BASS ACC. 1/3 4 ACC.
1•2 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ACHTERZIJDE (AANSLUITINGEN) 7. Output: (Left, Right, 1, 2). Voor Mono weergave gebruikt u de RIGHT of LEFT aansluiting. De auxiliary outputs versturen het geluid “droog” (zonder effecten). 8. Video RGB, SVHS: RGB (Video output in RGB/Composite Video standard), SVHS (Video output in SVHS/Composite Video standard).
Display 1•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Het display is de belangrijkste gebruikers interface die altijd de status van het instrument laat zien. 0 _ EDIT/NUMBER SECTIE GESCHIKT VOOR NUMERIEKE INVOER WANNEER DE KEYPAD LED AAN IS + H. D. PRELOAD DISK 9 8 7 GENERAL SYNTH ST.
1•4 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ TEKST INVOEREN Voor het invoeren van tekst wordt het toetsenbord als een alfanumerieke bron gebruikt waarbij elke toets overeenkomt met een letter of een cijfer. Gebruik de / cursor toetsen of de DIAL om binnen deze zone te navigeren. ALPHANUMERIEKE CONFIGURATIE IN NAAM-INVOER MODE 3. De naam verschijnt in een omhullend kader. Om de huidige naam te wissen voert u het eerste karakter in.
Display 1•5 HET STANDAARD DISPLAY: “SOUND VIEW” PAGINA ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Dit type pagina laat de Klanken zien die aan de tracks zijn toegewezen. «Sound View» is de standaard “view” mode. De Style/RealTime en Song edit mode en de Style en Song opname modes laten ieder een wat andere «Sound View» pagina zien. e d f g h a. Track status iconen. Kies de tracks met de Functie toetsen A...H of met de / cursor toetsen. b. Klank namen.
1•6 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE EDIT STATUS IDENTIFICATIE ICONEN Elke edit omgeving heeft zijn eigen icoon: Edit Effects Edit MIDI Edit Mixer Edit Controllers/Pads Edit Tracks Edit Perf Sound/Drumkit Edit Style/Song Edit General Edit Disk / Preload Edit Sound Style-Performances en Real Time Performances hebben een maximum van 16 tracks (8 tracks voor het klavier en 8 voor de arrangementen in de sequencer).
Display 1•7 De meeste bedienings modes laten de tracks zien en hun status iconen worden links in het display afgebeeld. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De status van een track kan op vier verschillende manieren worden ingesteld: in key-play wanneer op het klavier kan worden bespeeld; in mute wanneer de track tijdelijk is uitgeschakeld; in record wanneer de track in opname stand staat; in seq-play wanneer de track opgenomen data bevat. De track staat in opname stand.
1•8 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DIALOOG VENSTERS Er zijn verschillende types dialoog vensters; in het algemeen vraagt een optie om een keuze of één of meer parameters vragen om een verandering of bevestiging met ENTER of met een Functie toets. Hier volgen wat voorbeelden. Druk op ENTER, ESCAPE of F5 om de waarschuwing af te sluiten. Deze zijn te vergelijken met de dialoog vensters maar laten geen opties zien die u kunt kiezen.
Beknopte Handleiding 2•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Hoofdstuk 2 • Beknopte handleiding AANZETTEN < -------------- Klank Piano 1 - full keyboard -------------- > POWER 1 1. Controleer of de aan/uit schakelaar op “OFF” staat voordat u de stroomkabel verbindt. ON OFF 2. Stop de stekker in het stopcontact. 4 2 3. Druk op de aan/uitschakelaar van de WK6/8. Na een paar seconden staat het instrument in de standaard situatie.
2•2 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 • De WK6/8 speel modes De WK6/8 biedt twee verschillende speel modes: • Style/RealTime mode en • Song mode. STYLE/REALTIME MODE SONG MODE In deze mode kunt u met de Styles of met de Performances spelen en de WK6/8 als een conventioneel keyboard gebruiken. Er zijn tot 32 tracks (sporen) beschikbaar in Song mode.
Beknopte Handleiding 2•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 2 • Bespeel de WK6/8 keyboard klanken (Style/RealTime mode) Elke keer wanneer u de WK6/8 opstart staat deze in Style/RealTime mode met de GrandPiano Performance gekozen. Deze Performance is standaard ingesteld om de Piano 1 klank over het gehele klavier te kunnen bespelen. Deze klank is toegewezen aan de Upper 1 keyboard sectie - alle andere keyboard secties (Upper 2, Lower 1, Lower 2) staan uit (mute).
2•4 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ UPPER/LOWER KEYBOARD MODE 4 Split het keyboard F1 F2 4. Druk op de gecombineerde functie toetsen F3/ F4 rechts van het display om de UPP/LOW keyboard mode te kiezen. F3 F4 5. Speel met beide handen op het klavier. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ U hoort nu geen klank in het linkergedeelte van het klavier en u hoort rechts twee klanken.
Beknopte Handleiding 2•5 EEN TWEEDE KLANK TOEVOEGEN AAN DE LINKERHAND ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 8 U hoort nu maar één klank in de linkerhand sectie. Om andere klanken te “muten” die niet zijn geselecteerd in het display drukt u TWEE keer op de betreffende functie toetsen. SPLIT Keyboard < - Slow Strings --- > < ------------ Piano 1 ------------- > < --------- Slow Strings ----------- > A B C D 11. Speel op het klavier.
2•6 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 12. Druk TWEE keer op de gecombineerde functie toetsen C/D om de klank te “muten” die is toegewezen aan de Lower 1 keyboard sectie. 12 A B 13. Speel nu met beide handen op het klavier. C U bent nu weer in dezelfde situatie die we bij punt 4 op pagina 3 hebben beschreven (geen klank links, twee klanken rechts).
Beknopte Handleiding 2•7 MULTI KEYBOARD MODE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 15 Speel tot 8 klanken tegelijkertijd F3 15. Druk op de gecombineerde functie toetsen F5/ F6 rechts van het display om de MULTI keyboard mode te kiezen. F4 Multi (split) Keyboard < --- Sound(s) ----- > < ----------- Sound(s) ------------- > F6 Alle referenties van de Upper en Lower keyboard secties worden niet meer afgebeeld.
2•8 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • In Multi mode (B), of wanneer de begeleidings tracks worden afgebeeld, wordt u naar de vermelding A...H verwezen. Elke schuif heeft betrekking op één van de afgebeelde tracks: schuif A komt overeen met track 1, schuif B met track 2, ...., schuif H met track 8. • In Full Keyboard of Upper & Lower keyboard mode (A) wordt u naar de vermelding boven de schuiven verwezen. De schuiven besturen de aangeduide tracks.
Beknopte Handleiding 2•9 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4 • Transponeren HET INSTRUMENT TRANSPONEREN (PER HALVE TOON) 1 De LED op de aktieve knop gaat uit en de normale toonhoogte van het instrument wordt hersteld. Het display laat even de waarde “0” zien en gaat dan weer terug naar de normale situatie.
2•10 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ TRACKS PER OKTAAF TRANSPONEREN Elke track kan direct één oktaaf naar boven of naar beneden worden getransponeerd met de OCTAVE knoppen. 1 A B C D E 1. Kies de track die u wilt transponeren. F G 2. Druk op de OCTAVE [+] knop om de track één oktaaf naar boven te transponeren. In het display wordt de huidige Oktaaf instelling tijdelijk afgebeeld.
Beknopte Handleiding 2•11 BESPEEL DE PROGRAMMEERBARE PADS ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De vier Programmable Pads zorgen voor een snelle en gemakkelijke manier om extra klanken aan uw spel toe te voegen. U kunt elke pad instellen om een instrument klank, een drumklank of een sample te laten weergeven. De pads kunnen ook voor de Rotary Slow/Fast functie worden gebruikt. • Bespeel de Pads.
2•12 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SPELEN MET PEDALEN De aansluitingen aan de achterzijde bevatten 4 ingangen voor pedalen nl; Volume, 1, 2 en Damper. De Volume aansluiting is een nietprogrammeerbare aansluiting voor een standaard Volume Pedaal (optioneel), De overige drie pedaal aansluitingen zijn programmeerbaar en bieden Performance functies.
Beknopte Handleiding 2•13 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5 • Luister naar de Demos (All, Song, Style) 1 PRELOAD DISK _ 0 + G H. D. F E Het “Select Demo” dialoog venster verschijnt. DEMO H 1. Druk op DEMO (in de Edit/Number sectie) om het Demo scherm te openen. 2. Kies één van de opties in de lijst (All, Demo Song, Demo Style) met de cursor knoppen / . D C B A ENTER 3 3 2 ENTER 4.
2•14 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5. Kies de «ALL DEMO» optie die in het huidige keuze scherm wordt afgebeeld om alle afgebeelde demo’s (Song of Style) af te spelen. 5 F1 De eerste demo wordt automatisch gestart. Demo’s die nog niet zijn afgespeeld worden donker omrand afgebeeld terwijl de reeds gespeelde postief worden afgebeeld.
Beknopte Handleiding 2•15 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 6 • De Performances Gebruik de functie toets naast de naam van de Performance. Een Performance is een combinatie van klanken die het instrument automatisch instelt om in real time te gaan spelen, (keyboard klanken), voor de begeleidingen (Styles) en voor Songs (multitrack recording). De Performances bieden single, layered en multi klanken, split en full keyboard combinaties, zelfgemaakte effect instellingen en meer.
2•16 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Wanneer de STYLE LOCK knop aan staat, veranderen bij het kiezen van Performances alleen realtime keyboard klanken. Wanneer de STYLE LOCK knop uit staat, veranderen bij het kiezen van een Performance ook keyboard en arrangement Klanken. De betreffende Style, Variatie en Tempo worden gekozen. De Klanken zijn degene die in de Performance zijn opgeslagen.
Beknopte Handleiding 2•17 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 7 • De WK6/8 Klanken kiezen ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ RAM-Klank Klanken geladen van disk (WK6/8, WK4, SK, PS/ GPS of WX/SX) of gemaakt met de meer geavanceerde «Edit Sound» methode.
2•18 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ KLANKEN UIT BANK 1 (GM) KIEZEN EN BESPELEN Uw keuze wordt toegewezen aan de huidig geselecteerde track van de gekozen Performance. Het bereik op het klavier tot waar de klank zal spelen is ook afhankelijk van de gekozen keyboard mode. < --------------------- Piano 3 (Upper 1) --------------------- > 3 Herhaal stap 2 om andere Klanken te kiezen. 3. Speel op het klavier en beluister de Klank.
Beknopte Handleiding 2•19 KLANK VARIATIES (BANK 2, 3, ..... ETC..) KIEZEN EN BESPELEN ○ 4 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SOUND GROUP PIANO CHROM. ORGAN GUITAR BASS STRI REED PIPE SYN. LD SYN. PAD SYN. FIX ETH 4. Druk op een SOUND GROUPS knop. Wanneer u op dezelfde Sound Groups knop drukt als in punt 1 kunt u luisteren naar variaties van dezelfde klank die in punt 2 is gekozen. < ------------------ E.G. Piano1 (Upper 1) ------------------ > 5 5.
2•20 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ KEYPAD GEBRUIKEN OM EEN KLANK TE KIEZEN Elke WK6/8 Klank wordt met twee nummers aangegeven: het ProgramChange (PC) en het BankSelect MSB nummer, of ControlChange 00 (CC00). U kunt een Klank kiezen door de betreffende ProgramChange en BankSelect nummers in te geven met het numerieke toetsenbord. Het is mogelijk een derde nummer toe te voegen voor wat BankSelect LSB, of ControlChange 32 (CC32), betreft.
Beknopte Handleiding 2•21 DE SOLO KNOP - ISOLEER EEN ENKELE KLANK VAN DE REST ○ Wanneer u zich in een situatie bevindt waarbij twee of meer klanken worden afgebeeld en waarbij u een bepaalde “mute” klank eerst individueel wilt beluisteren voordat u besluit deze te aktiveren, dan kunt u de SOLO knop gebruiken om deze Klank te isoleren van de rest.
2•22 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 8 • Display Hold HOUD HET DISPLAY VAST TIJDENS KEUZE PROCEDURES 1 D. HOLD K ESCAPE Normaal gesproken gaat het display, na het kiezen van een item in een keuze scherm, automatisch terug naar de vorige status. Wanneer u D.HOLD aanzet (LED aan) blijft het keuze scherm staan na het kiezen van een item. Hierdoor kunt u doorgaan met het kiezen van andere items totdat u het gewenste resultaat heeft. 1 Druk op D.
Beknopte Handleiding 2•23 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 9 • De Styles De arrangement patronen van de ROM Styles zijn vast en kunnen niet worden veranderd. U kunt echter uw eigen Style patronen programmeren om zo tot 32 zelfgeprogrammeerde Styles te maken en deze kunnen in de 4 USER GROUPS worden opgeslagen. U kunt ook User Styles programmeren door gebruik te maken van (gehele of gedeeltelijke) kopieën van de ROM Styles.
2•24 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ MET DE STYLES SPELEN 1. Druk op SINGLE TCH PLAY. De ARRANGE ON/OFF en ARRANGE MEMORY knoppen worden geaktiveerd wanneer zij dat al niet waren. Wanneer SINGLE TCH PLAY (Single Touch Play) aan staat worden de klanken die in de Style Performance zijn opgeslagen aan de tracks toegewezen. Bij het kiezen van Style veranderen zowel de klanken van de begeleidings tracks als die van de keyboard secties.
Beknopte Handleiding 2•25 4. Kies een Style met de betreffende Functie toets. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ D E F G H TRACK SCROLL START / STOP ○ ○ B Opmerking: U kunt ook alle 16 Style tracks bekijken met de / cursor knoppen. ○ ○ C © ○ ○ 5. Druk op de INTRO knop wanneer u de Style introductie vast wilt klaarzetten, druk dan op de START/STOP knop om de begeleiding te starten.
2•26 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 7. Druk op één van de VAR knoppen die niet aan staat. 7 U hoort dat het begeleidings patroon verandert in een andere Variatie. De VAR knoppen besturen de Style Variaties. Elke knop roept een andere versie op van dezelfde begeleiding. Elke Variatie bevat verschillende patronen voor de Basic, Intro, Fill en Ending secties. VAR. 1 VAR. 2 VAR. 3 VAR. 1 VAR. 4 VAR. 2 VAR. 3 VAR.
Beknopte Handleiding 2•27 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ H G F E D C 1 B A STYLE GROUP DANCE. 1 DANCE. 2 USER. 1 USER. 2 TRAD. 2 LATIN. 1 LATIN. 2 USER. 3 USER. 4 3 De tweede bank van de User Styles is die van de Flash bank welke een aantal User Styles bevat. Deze Styles kunnen per land verschillend zijn.
2•28 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ START A STYLE MET KEY START De start van de automatische begeleiding wordt gesynchroniseerd met het spelen van een toets op het klavier zonder START/STOP te gebruiken. KEY START kan in diverse situaties worden gebruikt. Het meest voorkomende gebruik is als volgt: Met Start/Stop blijft KEY START aktief. Met Ending gaat KEY START uit.
Beknopte Handleiding 2•29 START EEN STYLE MET TAP TEMPO ○ • Wanneer de begeleiding niet speelt tikt u het tempo in op deze knop. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ FILL Het tempo wordt vastgesteld aan de hand van de timing van de laatste twee tikken, de betreffende Tempo waarde wordt afgebeeld en de begeleiding begint automatisch te spelen. TAP TEMPO Het tempo wordt vastgesteld volgens de Maatverdeling van de gekozen Style, d.w.z.
2•30 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE STYLE BEDIENINGSFUNCTIES De Styles worden bestuurd door de volgende 8 functies welke bepalen hoe de Styles spelen. ARRANGE ON / OFF ARRANGE MEMORY LOWER MEMORY ARRANGE MODE TEMPO LOCK MIXER LOCK BASS TO LOWEST HARMONY ON / OFF ARRANGE ON/OFF Wanneer deze knop aan staat zijn alle begeleidings secties van de Style geaktiveerd.
Beknopte Handleiding 2•31 ○ Wanneer Single Touch Play aan staat is elke WK6/ 8 Style verbonden aan tot 8 Style Performances die u voor of tijdens het spelen kunt toewijzen. De Style Performances zijn permanent aanwezig en kunnen niet definitief worden gewist. Ze zijn echter wel overschrijfbaar (keyboard en begeleiding klanken). De standaard instellingen kunnen worden hersteld met de Restore opdracht.
2•32 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ EEN STYLE KIEZEN ZONDER DE KEYBOARD KLANKEN TE VERANDEREN Wanneer u van Style wilt veranderen tijdens het spelen zonder de keyboard klanken te veranderen kiest u de Style met Single Touch Play uit: 1 SINGLE TCH. PLAY 1. Terwijl u met een Style speelt zet u SINGLE TCH PLAY uit.
Beknopte Handleiding 2•33 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 10 • Arrange Mode en de akkoord herkennings modes ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Beknopte Handleiding 2•33 10 • Arrange Mode en de akkoord herkennings modes ○ • ○ De ARRANGE MODE knop geeft toegang tot diverse opties die verbonden zijn aan de Styles: de “Auto” of “Fixed” Chord modes, de Style Akkoord Herkenning modes, Dynamic Arrange en Autobacking.
2•34 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE DYNAMIC ARRANGE Wanneer de Dynamic Arrange aan staat en u drukt de akkoord noten zachtjes in, dan zal het volume van de begeleiding zacht klinken, wanneer u ze harder indrukt neemt het volume toe. Wanneer de Dynamic Arrange uit staat zullen de begeleiding volumes niet veranderen naargelang de aanslag van de akkoorden.
Beknopte Handleiding 2•35 DE ARRANGE MODE OPTIES KIEZEN ○ 1 1. Druk op ARRANGE MODE om in de «Arrange Mode» omgeving te komen. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ARRANGE MODE ○ ○ ○ ESCAPE OF 4 ARRANGE MODE TEMPO / DATA ENTER F1 F2 • Fixed Chord Mode - het display laat één lijst met herkennings modes zien. Kies de gewenste mode, ongeacht de keyboard mode. • Auto Chord Mode - het display wordt in tweeën verdeeld.
2•36 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ESCAPE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: Het Splitpunt is een algemene parameter (niet gekoppeld aan een bepaalde Performance) die in het geheugen wordt bewaard wanneer het instrument wordt uitgezet. De nieuwe instelling gaat verloren wanneer de “Reset All” handeling wordt uitgevoerd of wanneer de backedRAM zijn data verliest omdat de batterij leeg is.
Beknopte Handleiding 2•37 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 11 • De Digital Signaal Processor (DSP) ESCAPE OF 2 ENTER TEMPO / DA In de Style/RealTime mode is kanaal A gereserveerd voor de keyboard tracks en kanaal B voor de begeleidings tracks. Elke track kan met twee effecten worden bewerkt. Wanneer er een Style wordt gekozen met SINGLE TOUCH PLAY uit, zullen alleen de effecten die aan de begeleiding zijn toegewezen veranderen (Group B).
2•38 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 3. Kies de effect processor (Eff1 of Eff2) en Group (A of B). 3 Wanneer de EFFECT TYPE functie niet wordt afgebeeld drukt u op Functie toets F1 om de juiste pagina te aktiveren. Gebruik de / en / knoppen om de processor (Eff1 - Reverbs of Eff2 - Modulations) en het effect type te kiezen Het huidig gekozen effect type verschijnt donker omrand.
Beknopte Handleiding 2•39 EFFECTEN AAN/UITZETTEN ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ U kunt de manier waarop een Performance wordt bewerkt door de interne effecten tijdelijk aanpassen met de Effects Bypass knop. Wanneer de LED uit staat wordt de gekozen Performance wel voorzien van effecten; wanneer de LED aan staat worden de effecten uitgeschakeld. Uitzetten (Bypass) 1 1. Om de effecten uit te zetten drukt u op de EFFECTS BYPASS knop.
2•40 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 12 • Store Performance Gebruik STORE PERFORMANCE om uw gemaakte veranderingen op te slaan in een RealTime Performance, een Style Performance of een Song Performance. De gemaakte veranderingen in een RealTime Performance of Style Performance zijn uitwisselbaar, d.w.z., u kunt een aangepaste RealTime Performance opslaan in een Style Performance en vice versa.
Beknopte Handleiding 2•41 VERANDERINGEN OPSLAAN IN EEN ANDERE PERFORMANCE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 STORE PERF. 1. Druk op STORE PERFORMANCE om het «Store Performance» dialoog venster te openen. 4A Wanneer SINGLE TOUCH PLAY uit staat is de lokatie suggestie een Performance (situatie A), wanneer SINGLE TCH PLAY aan staat, is de lokatie suggestie een Style-Performance (situatie B). B B 2 4.
2•42 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Wanneer u in de Style Performances opslaat (B), doorloopt de Dial de 16 Styles van de gekozen Style Group de 8 Styles van de User Group. Wanneer u deze doorloopt laat elke Style ook de aanverwante Style Performance zien in de “Perf” zone. Om de Style Performance bestemming te kiezen, gaat u naar beneden naar de “Perf” zone en draait u aan de Dial. Een Style Perf.
Beknopte Handleiding 2•43 DE ORIGINELE PERFORMANCE INSTELLINGEN HERSTELLEN ○ 1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ GENERAL 9 Het is mogelijk om alle gemaakte veranderingen in de Performances ongedaan te maken en de fabrieksinstellingen weer te herstellen. U kunt kiezen welk type Performance u wilt herstellen (Rest.St.Perfs, Rest. Perfs, Rest. styles, Rest. songs) of de standaard instellingen van alle Performances in één keer herstellen (Restore all). 1.
2•44 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 13 • De bijgeleverde Demo Song laden en afspelen Uw WK6/8 wordt geleverd met twee floppy disks, één bevat het operating systeem en de andere een Demo Song, User Styles en enkele Samples. In de volgende pagina’s leert u hoe een Song in het geheugen kunt laden en afspelen.
Beknopte Handleiding 2•45 4. Druk dan op ENTER om het file keuze scherm te openen. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4 ENTER TE ESCAPE OF + H. D ESCAPE DISK ENTER TEMPO / DATA 7 5. Indien nodig, kies een Block file en druk op ENTER om te openen. 5 Nu laat het display een lijst van Songs zien die zich in de Block file bevinden. In dit voorbeeld wordt er één Song afgebeeld (Children). ENTER Wanneer u op de DISK knop drukt verlaat u de Disk mode direct.
2•46 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE DEMO SONG AFSPELEN Met de SONG knop in de SEQUENCER krijgt u toegang tot de Songs in het geheugen. 1 SONG De Demo Song kiezen en afspelen 1. Druk op de SONG knop. Het «Select Song» scherm verschijnt en laat een lijst zien van songs die zich in geheugen bevinden. In dit voorbeeld laat de lijst de demo Song (Children) zien die u op de vorige pagina’s heeft geladen. 2 A B C D 2.
Beknopte Handleiding 2•47 4. Druk op PLAY (in de SEQUENCER) om de weergave te starten. ○ 4 Deze knop start de weergave van de Song (of opname). De LED op de PLAY knop is aan tijdens de weergave. De locator (LOC) in het display geeft de huidige positie van de Song aan. U kunt ook de START/STOP knop gebruiken om de weergave te starten. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ PLAY Wanneer de Song niet speelt en op de eerste start positie staat blijft de LED op de STOP knop aan. 8.
2•48 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 14 • Preload Gebruik de PRELOAD knop om alle Songs of MIDIFiles van een disk af te spelen. 1. Stop een WK6/8 Song disk of een disk met MIDIFiles in de drive. 1 START / STOP OF Kijk op het disk label wat voor data er zich op de disk bevindt. 2. Druk op PRELOAD. Het afspelen stopt direkt. 3. U kunt het afspelen zelf op ieder moment stoppen door op STOP of START/STOP te drukken.
Beknopte Handleiding 2•49 4. U kunt het afspelen weer hervatten vanaf het punt waar u gestopt was door op PLAY te drukken. ○ 4 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ PLAY 5. Druk twee keer op de STOP knop om te stoppen en de PRELOAD functie te verlaten. 5 STOP Tom terug te gaan naar de Style/RealTime mode, drukt u op de STYLE/REALTIME knop. 5 Tom terug te gaan naar de Style/RealTime mode, drukt u op de STYLE/REALTIME knop. STOP 5.
2•50 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5. Druk op F8 om de SCORE CONTROLS functie op te roepen. 4. Druk op de SCORE knop om de partituur af te beelden. 3. Druk op PLAY om de SONG te starten. 2. Kies de gewenste SONG met de betreffende knop naast het display. U kunt kiezen uit 16 Song lokaties in het display. (Indien nodig, laad Song data in het geheugen met de Load All Song handeling). F8 F7 F6 5 F5 1. Druk op de SONG knop.
Beknopte Handleiding 2•51 6. Gebruik de CURSOR PIJLEN om de gewenste afbeeld mode te kiezen (All, Lyrics 1, 2, 3, 4, Chord). ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 6 7. Druk op ESCAPE of SCORE om terug te gaan naar de hoofd Song Playback pagina.
2•52 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 16 • Snel een Song opnemen (Quick Rec.) U kunt met de WK6/8 een eenvoudige meersporen Song opnemen met de QUICK REC opname methode die gebruikt maakt van bestaande Styles. De Quick Rec methode kan 1 tot 8 real time tracks opnemen begeleid door alle tracks van een Style om zo een meer-sporen Song tot 16 tracks op te nemen.
Beknopte Handleiding 2•53 5. Kies de gewenste mode. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5 Met Full kunt u één of twee keyboard klanken opnemen over het gehele bereik van het klavier. Met Upp/Low kunt u twee keyboard klanken links en twee klanken rechts van het split punt opnemen. Kies voor Multi (zoals in het voorbeeld) wanneer u alle 8 keyboard tracks van de Performance wilt zien om meer dan 4 klanken tegelijkertijd op te nemen.
2•54 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 8. Druk op PLAY of START/STOP of KEY START om de opname te starten en begin te spelen. 8 INTRO De PLAY knop start de opname alleen voor de real time tracks. Tijdens de opname kunt u andere Styles kiezen, Fills gebruiken, van Performance veranderen, andere real time tracks aan- of uitzetten, etc.. START / STOP OR 9 INTRO KEY START STOP OF START / STOP 9.
Beknopte Handleiding 2•55 MEESPELEN MET UW OPGENOMEN SONG ○ ○ ○ ○ In Song playback mode, kunt u meespelen met uw opgenomen Song door één of meer tracks te aktiveren die niet door de opname worden gebruikt. Het is ook mogelijk om een opgenomen track uit te schakelen in de sequencer om deze zelf te bespelen. U kunt natuurlijk ook track op mute zetten die u niet wilt horen. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 3. Druk op STOP of START/STOP om de weergave te stoppen.
2•56 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SONGS AFSPELEN MET JUKEBOX De Jukebox functie schakelt de songs van uw keuze aaneen en speelt ze af als een “medley” met het gemak van één opdracht. 1. Met de Song «Play View» pagina in het display drukt u op F1 («Jukebox...») om in het Jukebox display te komen. 1 F1 F2 De linkerhelft van het display laat de Songs in het geheugen zien. De rechterhelft laat de lijst van de Jukebox zien.
Beknopte Handleiding 2•57 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 17 • Uw zelfgemaakte data opslaan op disk Wanneer de hoofd Save pagina niet wordt afgebeeld kunt u de page scroll knoppen gebruiken ( ) om deze te kiezen. Wanneer u met de Hard Disk werkt drukt u op DISK en kiest u de HARD DISK optie met Functie toets F2. 2 + H. D DISK Het RAM geheugen van de WK6/8 wordt door een back-up batterij ondersteund om de data te bewaren wanneer het instrument wordt uitgezet.
2•58 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 3. Kies de gewenste Save handeling (bijvoorbeeld Save All Song). Gebruik de cursor toetsen ( / en / knoppen) om de cursor binnen de twee kolommen in het display te verplaatsen en kies de gewenste opdracht door een optie uit elke kolom te combineren. Combineer bijvoorbeeld “Single” uit de linkerkolom met “Song” uit de rechterkolom om zo “Save Single Song” te vormen.
2•60 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HET SONGS GEHEUGEN HERSTELLEN Wanneer u Songs van disk heeft geladen of Songs heeft opgenomen en het Song geheugen is helemaal vol, dan is er een snelle en gemakkelijke methode om het geheugen schoon te maken om ruimte te maken voor andere Songs met de Restore Songs handeling. Denk er echter wel aan om uw Songs eerst op disk te bewaren voordat u deze handeling uitvoert. 1 GENERAL 9 1.
User Guide 2•61 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 18 • MIDI ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ User Guide 2•61 18 • MIDI ○ WAT IS MIDI? ○ • ○ • ○ instrument dat wordt aangestuurd slave wordt genoemd. De MIDI OUT van het master instrument wordt aangesloten op de MIDI IN van de slave.
2•62 User Guide ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE MIDI KANALEN Een MIDI kanaal wordt aan een track toegewezen en wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van MIDI data (note data, bank change/program change, etc.). De WK6/8 kan via twee groepen van MIDI kanalen werken: A en B (MIDI A poorten en MIDI B poorten). Elke groep kan16 MIDI kanalen verwerken. U kunt één MIDI kanaal voor elke WK6/8 track vrij toewijzen van de 32 beschikbare kanalen (A1...A16, B1...B16).
User Guide 2•63 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ MIDI OUT internal sound generator TEMPO / DATA MIDI 1 2 Het display laat de huidige configuratie van de eerste 8 tracks van de huidige Performance. 3/4 2. Kies de track, met de betreffende functie toets, welke configuratie u wilt veranderen. Gebruik de Track Scroll knoppen, of de / cursor knoppen om de andere track in beeld te brengen.
2•64 User Guide ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE COMPUTER POORT Uw WK6/8 is voorzien van een COMPUTER poort waarmee u een “twee richtingen” communicatie tot stand brengt tussen het instrument en een computer (PC of MAC) zonder het gebruik van een speciale MIDI interface. Er zijn hiervoor speciale kabels verkrijgbaar via de Generalmusic dealer om uw instrument op de seriële poort van uw computer (IBM/compatible of Macintosh) aan te sluiten. Fig.
User Guide 2•65 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ MIDI Dump: een manier om alle data die zich op dat moment in het geheugen bevindt naar een andere WK6/8, of naar een extern data opslag medium te sturen. De WK6/8 kan ook een DUMP van een externe bron ontvangen. Common channel: dit kanaal wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het verzenden en ontvangen van PERFORMANCE boodschappen.
2•66 User Guide ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ General MIDI: een GeneralMIDI compatibiliteit aan/uit schakelaar. MIDI In Fix Velocity: hiermee kunt u de aanslaggevoeligheid waarde zoals deze wordt verstuurd ontvangen, of op een vaste velocity waarde zetten voor alle note data. Dit is vooral handig voor instrumenten die geen velocity data versturen.
Referentie Handleiding • 3 Disk en de Harde Schijf • 4 Preload • 5 Kiezen/Help • 6 Songs, MIDI Files en Song opnemen • 7 Edit Song • 8 User Style opnemen • 9 Edit Style • 10 Edit Effects • 11 Edit MIDI • 10 Edit Effects • 9 Edit Style • 8 User Style opnemen • 7 Edit Song • 6 Songs, MIDI Files en Song opnemen • 5 Kiezen/Help • 4 Preload • 3 Disk en de Harde Schijf Referentie Handleiding • 17 Edit General • 12 Edit Mixer • 16 Edit Sound/Sample Translator • 13 Edit Controllers/Pads • 15 Edit Perf Sound/
Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
○ ○ Real-Perf Block Group 1 ... Group 8 Real-Perf Block n Block 3 Block 2 Block 1 Gegevens worden op disk opgelagen in de vorm van files. Een file kan dus een Song zijn, een Performance, een Style of een Sound (klank). Files kunnen in groepen gekombineerd worden tot een Block. Elk block bevat de gehele geheugeninhoud van de WK6/8. Het WK6/8 RAM (interne geheugen) bestaat dus uit één blok.
3•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4. Copy ○ 5. Move Gegevens verplaatsen van diskette naar harde schijf of vice versa, of Gegevens kopieren van diskette naar harde schijf of vice versa, van disk naar disk of van RAM naar RAM. Gegevens wissen van disk/RAM 3. Erase Opslaan van gegevens op diskette 2. Save 1. Load ○ FILE TYPES De File types die u tegenkomt wanneer u in de WK6/8 Disk omgeving werkt worden aangeduid met een naam.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Disk en de Harde Schijf ○ ○ ○ ○ 3•3 HET KIEZEN VAN EEN FILE ○ • Als een opdracht gegeven is, verschijnt een display waarin een file gekozen kan worden. ○ • ○ als een groep van files (User Style Group, Song Group, etc.); als een “ALL” data set die de file types van alle groepen bevat (All Songs, All Sounds, All Style Groups, All Performance Groups, etc.). De linkerkolom laat (a) de bron (“waarvandaan”) zien, en in (b) de rechterkolom de bestemming.
3•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De algemene «Disk» procedure Gebruik de volgende procedure als een referentie. De beschreven procedure geldt voor alle Disk handelingen die in dit hoofdstuk worden besproken. Eventuele variaties hierop worden apart besproken. 1 F8 F7 1. Wanneer u met floppy disks werkt stopt u een disk in de drive. Wanneer u met de hard disk werkt (optioneel) druk dan op DISK. F6 F5 F4 F3 F2 2.
3•5 ○ ○ Disk en de Harde Schijf 4. Kies de gewenste opdracht met de cursor toetsen (Bijvoorbeeld, «Load Single Song»). ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4 Gebruik de knop om in de hoeveelheids kolom te komen en gebruik de / knoppen om de hoeveelheid te kiezen (Single, Group, All). Ga naar de andere kolom met de toets en kies het type file (Sound, Performance, Song, etc.) met de / knoppen.
3•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 7. Kies de bron file (indien nodig). Gebruik de / knoppen om de bron file in de aktieve kolom te kiezen. Wanneer u niet in de gewenste kolom bent gebruikt u de / knoppen om de cursor te verplaatsen. 7/8 8. Kies de bestemming (indien nodig). Ga naar de bestemmings kolom met de / knoppen en gebruik de / knoppen om een bestemming te kiezen. Lege lokaties worden met een stippellijn aangeduid.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 4. Wanneer u klaar bent drukt u op DISK (of drie keer op ESCAPE) om «Disk» te verlaten. ESCAPE of + Houdt de disk klaar die de data bevat die u wilt gaan laden. Dit kunnen WK6/8 formaat diskettes zijn, disks van vorige formaten zoals WX of SX series, en MIDI Files disks. H. D 4 DISK TEMPO / DATA ENTER DE ALGEMENE LOAD PROCEDURE ESCAPE 1. Stop de disk in de drive. DISK 2 H.
3•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ LOAD SINGLE De Load Single opdracht biedt de volgende mogelijkheden: LOAD SINGLE BLOCK Gebruik «Load Single Block» om de gehele inhoud van het RAM geheugen te vervangen. Block data bevat: Klanken, Performances, Style Performances, User Styles (en betreffende Performances), Songs (en betreffende Performances) en een Setup file.
3•9 ○ ○ Disk en de Harde Schijf LOAD SINGLE USER STYLE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Single User Styles kunnen in ieder van de USER 1, 2, 3 of 4 lokaties worden geladen. LOAD SINGLE STYLE PERFORMANCE Laadt een bank met tot aan 8 zelf-geprogrammeerde Style Performances in de originele ROM Style Performance bank. Deze Performances kunnen niet in andere lokaties dan de originele bron Style Performance bank worden geladen. De Style Performances van Style 59 (U.S.
3•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ESCAPE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: Het wordt aanbevolen om Klanken en Samples in hun originele lokaties te laden om de interne file search functies te vereenvoudigen, maar u bent uiteraard vrij om ze in elke Group te laden..
3•11 Load Group Style Perf Een Group bestaat uit 8 elementen die in één handeling kunnen worden geladen. Laadt een Group van 8 Style Performance banken, elke bank kan tot 8 zelf-geprogrammeerde Style Performances bevatten. In tegenstelling tot andere Groups, kunnen de Style Groups niet worden “verplaatst” – zij moeten in dezelfde lokatie worden in het geheugen worden geladen. Group 8 (US. TRAD) kan bijvoorbeeld niet in een andere lokatie dan Group 8 worden geladen.
3•12 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ LOAD GROUP USER STYLE PROCEDURE (VOORBEELD) Gebruik de Demo Disk 01 om een User Style Group in het geheugen te laden. 1 DISK H. D + 1. Stop Demo Disk 01 in de disk drive en druk op DISK. ESCAPE 2. Kies GROUP USER STYLE in de hoofd Load pagina en druk op ENTER om het File keuze scherm te openen.
3•13 ○ ○ ○ Disk en de Harde Schijf LOAD ALL ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Gebruik «Load All» om een complete set van files van een Block met één handeling in het geheugen te laden.
3•14 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ WX2/SX2 SONGS EN STYLES LADEN De WK6/8 kan Songs en Styles laden van de volgende vorige formaten: WX2, WX400, WX Expander, SX2, SX3 De laad procedures zijn gelijk aan die van de WK6/8 Songs en Styles. De Blocks laten echter de extensie «.WXS» zien in plaats van «.BLK». Verder bevatten de WX2/SX2 disks maar één Block. WX Song disks bevatten Song Groups die ieder uit 8 Songs bestaan.
Disk en de Harde Schijf 3 •15 ○ Save handelingen ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ F8 ○ 1 ○ © WAARSCHUWING - Gebruik niet de bijgeleverde disks voor het opslaan van data. Controleer of de originele disks tegen schrijven zijn beveiligd. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 2 DE ALGEMENE SAVE PROCEDURE DISK H. D + 1. Stop een disk in de drive. 2. Druk op DISK om de hoofd Save pagina te openen.
3•16 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 3. Kies de gewenste Save handeling (bijvoorbeeld Save All Song) en druk op ENTER om het File keuze scherm te openen. 4. Kies een bestaand Block om op te slaan of kies een lege bestemming om een nieuw Block te maken. 7. Wanneer u klaar bent drukt u op DISK (of drie keer op ESCAPE) om «Disk» te verlaten.
Disk en de Harde Schijf 3 •17 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Save Single Performance Single (Real) Performances kunnen in elk van de 64 lokaties worden opgeslagen, waardoor de al aanwezige Performances worden overschreven. U kunt de originele instellingen herstellen met de Restore Performance handeling.
3•18 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De WK6/8 slaat de Songs op in het formaat SMF 1 MIDI Files. U kunt de “SMF Save Format” parameter instellen in de «General Set» functie van «Edit MIDI» Wanneer u GM compatible MIDI Files wilt wegschrijven, zet dan de General MIDI parameter op ON (in de «General Set» optie van «Edit MIDI»).
Disk en de Harde Schijf 3 •19 SAVE MIDI FILE PROCEDURE (VOORBEELD) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 1. Kies SINGLE MIDI FILE in de hoofd Save pagina en druk op ENTER om naar het File keuze scherm te gaan. ENTER TEMP ESCAPE 2. Kies de bestemming (Floppy of Hard disk). Druk op Functie toets F1 om de Floppy disk te kiezen. Druk op Functie toets F2 om de Hard disk te kiezen. ESCAPE ENTER TEMPO / DATA 2 4 3.
3•20 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SAVE GROUP Save Group Style Perf De Save Group opdracht biedt een snelle manier om een Group van 8 elementen in één keer op te slaan. Slaat een Group op van 8 Style Performance banken op disk of hard disk, elke bank kan tot 8 zelf-geprogrammeerde Style Performances bevatten.
Disk en de Harde Schijf 3 •21 SAVE GROUP STYLE PERFORMANCE (VOORBEELD) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 1. Kies GROUP STYLE PERFORMANCE in de hoofd Save pagina en druk op ENTER om naar het File keuze scherm te gaan. ESCAPE ENTER TEMP TEMP Druk op Functie toets F1 om de Floppy disk te kiezen. Druk op Functie toets F2 om de Hard disk te kiezen. ENTER 2. Kies de bestemming (Floppy of Hard disk). ESCAPE 4 3.
3•22 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SAVE ALL Gebruik «Save All» om een complete set van files die zich in het geheugen bevindt met één handeling op te slaan. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © ESCAPE Waarschuwing: Wees voorzichtig met het gebruik van “Save ALL” omdat deze procedure alle data in de bestemming vervangt. Controleer daarom altijd eerst de inhoud van de disk voordat u de “Save ALL” procedures gebruikt. 4.
Disk en de Harde Schijf 3•23 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Erase Voor het wissen van gegevens van (Hard) disk of RAM. ESCAPE 4. Druk op ENTER om naar het file keuze scherm te gaan. ENTER TEMPO F2 F1 3/4 Het Erase keuze scherm werkt niet tussen bron en bestemmings directories zoals het Load en Save keuze scherm, maar met een individuele directory van het medium waarvan u files wilt wissen. In dit geval kiezen we het RAM geheugen met Functie toets F3.
3•24 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5. Kies, indien nodig, het Block waarvan u de file wilt wissen en druk op ENTER om het Block te openen. 5 ENTER TEM 6. Kies de file die u wilt wissen. 7. Druk twee keer op ENTER om de file uit de directory te wissen. ESCAPE 6/7 ENTER ESCAPE ESCAPE ENTER TEM 6/7 7. Druk twee keer op ENTER om de file uit de directory te wissen. ESCAPE 6. Kies de file die u wilt wissen.
Disk en de Harde Schijf 3•25 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Copy Gebruik de Copy opdracht om een file te copiëren van de ene lokatie naar de andere binnen hetzelfde medium, of van de Hard Disk naar floppy disk (waarbij het RAM geheugen wordt overgeslagen) en vice versa. De bron file blijft intact. Modellen zonder Hard Disk kunnen van floppy naar floppy en van RAM naar RAM copiëren.
3•26 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5 Indien nodig kiest u het Block met de gewenste file en drukt u op ENTER om het Block te openen. 5 6. Kies de File waarvan u wilt copiëren uit de bron directory. ENTER TEM 7. Ga naar de bestemmings directory en kies de bestemming. 8. Druk twee keer op ENTER om de file naar de bestemming te copiëren.
Disk en de Harde Schijf 3•27 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Move (verplaatsen) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ in gevallen waarin de originele file gewist kan worden. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Modellen zonder Hard disk kunnen files binnen dezelfde floppy of binnen het RAM geheugen verplaatsen. Om een file van de ene floppy naar de andere te verplaatsen moet u de file eerst in het RAM geheugen laden en daarna opslaan op de andere disk.
3•28 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5. Indien nodig kiest u het Block met de gewenste file en drukt u op ENTER om het Block te openen. 5 ENTER TEM 6. Kies de File die u wilt verplaatsen uit de bron directory. 7. Ga naar de bestemmings directory en kies de bestemming. In dit geval gebruikt u de Page knoppen om door de Sound Groups te gaan en de / knoppen om de individuele Sound Groups lokaties te kiezen. ESCAPE 6/7 ESCAPE 8.
Disk en de Harde Schijf 3•29 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Utility 1. Stop een nieuwe diskette in de drive. ○ U kunt ook een geformatteerde diskette gebruiken wanneer u de inhoud van deze diskette niet wilt bewaren. ○ 2. Kies de «Format work disk (1.62)» functie. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © WAARSCHUWING: Alle disk formatterings procedures wissen de gehele inhoud van de gebruikte disk - ben er absoluut zeker van dat u de inhoud niet meer nodig heeft.
3•30 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ FORMAT MS-DOS/ATARI DISK (720KB) FORMAT HARD DISK Deze handeling formatteert een 3.5" HD floppy disk in MS-DOS/Atari ST formaat (720 kilobytes), vooral bruikbaar voor het uitwisselen van MIDI Files.
Disk en de Harde Schijf 3•31 ○ ○ ○ ○ ○ Het volgende dialoog venster verschijnt in het display: ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HARD DISK SLEEP TIME ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ wanneer de hard disk of disk drive data wegschrijven (Save, Move, Move, Erase handelingen). ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 3. Druk op ENTER om het herstel van de data te starten.
3•32 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HARD DISK PROTECTION HARD DISK BACKUP Als een veiligheids maatregel staat bij alle WK6/ 8 instrumenten die door de fabriek van een Hard Disk zijn voorzien de Hard Disk Protection (bescherming) standaard aan (donker omrand afgebeeld). Met deze optie kunt u een backup maken van de hard disk (gedeeltelijk of helemaal) op floppy disk in gecomprimeerde of ongecomprimeerde vorm.
Disk en de Harde Schijf 3•33 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Kies DELETE (F5) om een block uit de lijst te verwijderen. De Delete optie verwijdert een Block niet uit de Hard Disk directory. Na een korte periode is de WK klaar om de data backup te gaan maken en verschijnt er een dialoog venster met het verzoek om Disk n. 1 in de drive te stoppen: Zie EXECUTE hieronder. Reset (F6) De functie is standaard gekozen. De Delete optie verwijdert een Block niet uit de Hard Disk directory.
3•34 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HARD DISK RESTORE Gebruik de HARD DISK RESTORE functie om de backup data van floppy disk terug naar de Hard disk te laden. Hard Disk Restore - list Druk op EXCECUTE (F8) om het restore proces te starten. Backup data naar de Hard disk overzetten Execute (F8) 1. Stop de Floppy disk met de backup file of files in de drive. Gebruik Select All (F7) om alle Blocks van de Restore directory te kiezen.
Disk en de Harde Schijf 3•35 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Aanvullende functies SAMPLE-RAM (F8) Deze optie, die in alle hoofd Disk pagina’s verschijnt behalve Utility, kiest het type Sample-RAM waarin de samples kunnen worden geladen. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ opgeslagen met Save Single Sound handelingen kunnen te groot zijn om in het Backed S-RAM te verblijven.
3•36 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ BLOCK RENAME (F7) SEARCH RESOURCE (F4) Met deze optie, die in alle File keuze schermen verschijnt, kunt u de naam van de gekozen Block veranderen. Gebruik de standaard methode voor het geven van namen zoals dat al eerder in het hoofdstuk Data Invoeren is beschreven. Deze optie verschijnt in alle tweede niveau pagina’s van alle Single File handelingen.
Disk en de Harde Schijf 3•37 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De Sound Search functie is beschikbaar bij de volgende handelingen: • Load Single Sound; • Save Single Sound; • Erase Single Sound; • Copy Single Sound;: • Move Single Sound. De functie zoekt de meest nabijgelegen Klank die begint met de karakters die in de aktieve zone zijn ingevoerd. 1. Druk op F7.
3•38 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Algemene informatie over het omgaan met diskettes Wanneer u voor het eerst met floppy disks werkt lees dan dit hoofdstuk voor wat nuttige informatie. Een Disk in de disk drive stoppen De disk moet met het label naar boven en met de afsluiter naar voren in de drive worden gestoken.
Disk en de Harde Schijf 3•39 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Na een bepaalde tijd van gebruik kunnen de koppen van de disk drive vuil worden waardoor er fouten kunnen optreden bij het laden en opslaan. U kunt de koppen schoonmaken met een goede disk drive reinigings set (vloeibaar) voor 3.5 inch (dubbelzijdige) disk drives. Gebruik geen reinigings set die voor enkelzijdige disk drives is bedoeld. Het is aan te bevelen om back-up copieën te maken van al uw floppy disks.
3•40 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Voorzorgsmaatregelen wanneer u WK6/8 diskettes met een computer gebruikt. In de WK6/8 kunt alle files een naam geven van 10 karakters met uitzondering van de Blocks die niet meer dan 8 karakters kunnen bevatten, net zoals bij de compatibele MS-DOS en Windows 3.1 systemen, plus een extensie van drie karakters die van de naam wordt gescheiden door een punt (bijvoorbeeld: «MYSONG_1.BLK»).
Preload 4•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 4 Preload Preload: Song of MIDI File afspelen vanaf disk ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1. Stop de disk in de drive en druk op PRELOAD. ○ Na het scannen van de disk begint de eerste Song te spelen. Tijdens het spelen begint het op de achtergrond laden van de tweede Song (de boodschap “Preloading Song” verschijnt even in het display).
4•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Een Preload lijst maken Preload display laat een lijst zien van 8 Song files 1. Druk op PRELOAD. Het Preload scherm laat links de Songs of MIDI files zien die zich op de diskette bevinden en rechts wordt de Preload lijst afgebeeld. Ga met de cursor naar rechts en kies een nieuwe lokatie voor de volgende file op de lijst. Ga weer terug naar links met de cursor en kies de volgende file.
Preload 4•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De Preload functies Start de weergave van de Songs in de lijst. Wanneer de afgebeelde songs MIDI Files zijn duurt het laden wat langer vanwege het conversie proces. PLAY (F8) PLAY (F8) Wanneer deze functie aan staat worden bij het laden van een Song ook de RAM-Klanken en RAM -Klanken geladen die zich in het Block van die Song bevinden.
4•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Preload gebruikt lokatie 1 en 2 voor het afspelen en laden. Wanneer de «Auto Preload» optie is gekozen wordt een Song samen met zijn betreffende RAM Klanken en RAM -Klanken van het Block waarin zich de Song bevindt geladen. Wanneer er niet genoeg RAM geheugen is voor deze handeling zal de Song niet correcte ROM-Klanken gebruiken.
Kiezen/Help 5•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 5 Kiezen/Help Performance 57...64 ... Naam van de geselecteerde Performance groep CC00 [48] - PC [9...16] Performance 9...16 Performance 1...8 Boodschap... PERFORMANCES KIEZEN CC00 [48] - PC [1...8] Kiezen CC00 [48] - PC [57...64] ○ kiest... Vanaf het bedieningspaneel kiezen De WK6/8 moet de betreffende keuze boodschappen via het Common Channel ontvangen.
5•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ STYLES KIEZEN Kiezen via MIDI Kiezen vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op één van de STYLE GROUPS knoppen om een «Style Keuze» scherm te openen. Style (kies met de functie toetsen) 3. Kies een Performance met de betreffende Functie toets. De opgeslagen Style en Variatie worden gekozen. 2.
Kiezen/Help 5•3 STYLE-PERFORMANCES KIEZEN ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Kiezen vanaf het bedieningspaneel CC00 [40] - PC [0...7] Om een ROM Style-Performance of een User Style-Performance te kiezen moet de Single Touch Play knop aan staan. Wanneer deze knop niet aan staat zal het kiezen van een Style Performance de S.T. PLAY automatisch aanzetten. User Style-Perfs 1...8 CC00 [36] - PC [0...7] ROM Style-Perfs 1...8 STYLE P. kiest...
5•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ KLANKEN KIEZEN Klanken oproepen door het kiezen van Performances of Styles Om een WK6/8 Klank te kiezen is het voldoende om alleen de CC00-PC te kiezen. De CC32 kan worden genegeerd. Het is mogelijk om een Klank met het numerieke toetsenbord (EDIT/NUMBERS sectie) te kiezen.
Kiezen/Help 5•5 Kiezen met Keypad ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1. Kies de track waaraan de Klank moet worden toegewezen. 2. Druk op KEY PAD om het numerieke toetsenbord te aktiveren (led aan). Er wordt een kleine aktieve zone in het display geopend waarin het nummer van de huidige Klank van de gekozen track wordt afgebeeld.
5•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Kiezen via MIDI De Klank keuze boodschap moet worden ontvangen op het MIDI kanaal van de track waaraan de Klank is toegewezen. Om een WK6/8 Klank te kiezen moet u een ControlChange 00 (CC00/BankSelect MSB) en een ProgramChange boodschap versturen. In de Bijlage vindt u een overzicht van alle Klanken met de betreffende MIDI Program- en BankChange nummers.
Kiezen/Help 5•7 SONGS KIEZEN ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Kiezen vanaf het bedieningspaneel Het kiezen van een Song zet de WK6/8 in Song mode. 1. Druk op de SONG knop om het «Song Keuze» scherm te openen. 2. Kies een Song met de betreffende Functie toets. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: Wanneer u een Song kiest stuurt de WK6/8 CC00 [waarde 55]-PC boodschappen kort na elkaar uit via het Common Channel.
5•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SONG-PERFORMANCES KIEZEN Kiezen vanaf het bedieningspaneel Om een Song Performance te kiezen moet de WK6/8 in Song mode staan. F1 F2 1. Druk op de SONG-P knop om het «SongPerformance Keuze» scherm te openen. 2. Kies een Song-Performance met de betreffende Functie toets.
Kiezen/Help 5•9 ○ U kunt bepaalde items kiezen uit een keuze scherm zonder dat het keuze scherm wordt gesloten door op de D.HOLD knop te drukken. De LED van de knop gaat aan om aan te geven dat de functie aktief is. UNDO ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Effecten uitzetten Display Hold CONTRAST ○ HELP D. HOLD KEY PAD U kunt ervoor kiezen om uw Performances, Styles en Songs zonder de geprogrammeerde effecten te spelen door de EFFECTS BYPASS knop te aktiveren.
5•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Help Help - General Default - hoofd pagina informatie Help - EDIT Midi - Gedetailleerde informatie De WK6/8 heeft een intern help systeem dat beknopte informatie geeft over de basis functies van het instrument. Deze functie is vooral handig wanneer u ergens “vastzit” en de handleiding niet bij de hand heeft. Hierin bevindt zich ook de PANIC functie die behulpzaam kan zijn in bepaalde MIDI situaties.
Songs & MIDI Files 6•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Songs & MIDI Files 6•1 ○ ○ ○ ○ • 6 Songs & MIDI files ○ ○ WAT IS EEN SONG ○ ○ markering toch correct wilt laden, kunt u dit bewerkstelligen door de parameter General MIDI op ON te zetten in de «General Set» pagina van de MIDI functies voor het laden van de file. De WK6/8 kan GM compatibel MIDI files opslaan.
6•2 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ een aantal Song-Performances te maken en deze tijdens de opname te kiezen. Het kiezen van de Song-Performances wordt in de Master Track opgenomen als een ProgramChange. Song Weergave/Jukebox SEQUENCER SCORE Deze knop stopt het afspelen van de Song (of het opnemen). Wanneer de Song is gestopt op een positie die anders is dan de eerste Song start positie gaat de led op de STOP knop knipperen.
Songs & MIDI Files 6•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Song Locator (positie aanduiding) Deze sectie laat de huidige Song positie zien in maten en tellen. Deze kan worden aangepast (wanneer de sequencer niet speelt) op de «Play View» pagina, om een start punt voor de weergave. U kunt de locator ook met de [<<] en [>>] knoppen veranderen.
6•4 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • Loop: de Song begint op het punt dat door de locator wordt aangegeven, stopt bij het End, en begint weer vanaf het Start punt. De loop (lus) blijft zich herhalen totdat deze wordt gestopt met de Stop knop. Start Bepaalt de maat waarmee de Song start en kan alleen worden veranderd wanneer de Play mode op «Loop» staat. Wanneer Loop is gekozen bepaalt deze parameter het start punt van de loop.
Songs & MIDI Files 6•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Functietoetsen van Jukebox Delete (F4) Verwijdert de gekozen naam van een Song van de Jukebox lijst. Insert (F5) Voegt de Song in die gekozen is in de linkerhelft, in de Jukebox lijst aan de rechterhelft. De namen die hierna volgen schuiven één plaats verder. Deze opdracht kan i.p.v. ENTER worden gebruikt om een Song in te voegen zonder een andere Song te wissen op dezelfde lokatie.
6•6 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Een Song opnemen Deze sectie beschrijft de twee methodes om een Song op te nemen. Quick rec opname De gemakkelijkste methode, “Quick Rec” genoemd, gebruikt bestaande Styles om zo de keyboard tracks met de automatische begeleiding op te nemen.
Een Song opnemen 6•7 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Opnemen met de Record methode ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Een Song opnemen 6•7 Opnemen met de Record methode ○ VOORBEREIDING ○ 1. Druk op SONG. Kies een vrije lokatie (User) in het «Song Keuze» scherm. 2. Kies de Record optie in het «New Song» dialoog venster. ○ • Druk op F2 («Option») om de metronoom en Count Down opties in te stellen.
6•8 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 6. Kies de «Quantize» parameter voor het aanpassen van de quantize waarde (automatische correctie van ritmische fouten) tijdens de opname fase. 7. Indien nodig kunt u de «Play/Rec Mode» kiezen om de mode te veranderen: • De Linear optie zorgt ervoor dat de Song maar één keer wordt afgespeeld of opgenomen, vanaf het begin tot aan het punt waarop u op STOP drukt.
Een Song opnemen 6•9 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Opmerking: Twee keer op STOP drukken zet de Song weer helemaal aan het begin. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4. Om nog aanvullende events aan dezelfde tracks toe te voegen drukt u nog eens op STOP om de locator weer op de begin positie te zetten en herhaal de punten 1-3.
6•10 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De «Record View» pagina in detail MODE...(F1) Opent het «Record Mode» dialoog venster waarin u diverse opname opties kunt kiezen. Replace - De nieuwe noten vervangen de “oude” noten die al in de opgenomen tracks aanwezig zijn. Overdub - Nieuwe noten worden samengevoegd met degenen die al in de opgenomen tracks aanwezig zijn. Punch In/Out- Een manier om een correctie in een opgenomen track in te voegen.
Een Song opnemen 6•11 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: De loop heeft een extra geheugen buffer nodig. Wanneer deze mode wordt gekozen ziet u in de balk voor het geheugenverbruik dat er meer geheugen verbruikt is. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Tempo veranderingen kunnen tijdens de opname met de DIAL worden uitgevoerd. De events worden in de Master Track opgenomen, wanneer de betreffende optie aan staat («Controls rec», dialoog venster F3).
6•12 Gebruikers Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Hoeveelheid ○ Value ○ q ○ e ○ 1/4 ○ 1/8 ○ e triool ○ 1/12 ○ x ○ 1/16 ○ x triool ○ r © Tip: Om de gehele inhoud van het geheugen met één handeling te wissen kunt u de «Restore All» opdracht gebruiken. ○ ○ 1/24 ○ ○ 1/32 ○ ○ r triool ○ ○ 1/48 ○ ○ (1/64) ○ ○ 1/64 ○ ○ (1/64 triool) ○ ○ geen quantize ○ ○ 1/96 ○ ○ free ○ ○ q. e (swing) ○ ○ 1/8 B...F* ○ ○ e. x (swing) ○ ○ 1/16 B...
Edit Song 7•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 7 Edit Song EDIT PROCEDURE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Song 7•1 • 7 Edit Song 1. ○ Na het opnemen van een Song met «Record» of «QuickRec» kan de Song in «Edit Song» worden aangepast. 2. ○ «EDIT SONG» 3. 4. ○ Kies de Song die u wilt aanpassen. De naam van de Song verschijnt in de status balk van het display. 5. ○ Song name 6. 7. Edit Song: Hoofd menu Druk op ST.
7•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ EDIT SCORE (F6) De Hoofd Menu Opties Opent de Score Edit functie. UNDO (F2) Wanneer deze parameter is gekozen (wordt dan in “negatief” afgebeeld) is de UNDO functie werkzaam. Undo annuleert de laatst gedane handeling of een serie handelingen. Deze functie gebruikt exact evenveel RAM geheugen als de Song. Wanneer er te weinig RAM geheugen meer beschikbaar is, is het een goed idee om UNDO uit te zetten.
Edit Song 7•3 ○ Erase ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Wist de events van één enkele track of van alle tracks. © Stel de parameters in en druk op ENTER om het wissen te bevestigen. FUNCTIE TOETSEN F3...F8 Gebruik de Functie toetsen A...H om de track te kiezen waarvan u de events wilt gaan wissen. Afhankelijk van het type track dat u heeft gekozen kunnen er de volgende parameters al dan niet verschijnen. Track (F3) - Enkele track. Kies de track met de Functie toetsen A...H.
7•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ERASE PARAMETERS Event Type (Alleen voor tracks die noot events hebben opgenomen). Bepaalt het type event dat gewist moet worden. «Duplicate note» wist de noten met de laagste dynamische waarde wanneer er twee noten van dezelfde toonhoogte op dezelfde positie starten. Opties: All, Duplicate note, Note, Pitch Bend, Mono Touch, Poly Touch, Velocity Off, ProgramChange, ControlChange 00...31, ControlChange 64...127.
Edit Song 7•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Move Verschuift events van het ene punt naar het andere binnen de gekozen track. © Stel de parameters in en druk op ENTER om de handeling te bevestigen. PARAMETERS From locator... To locator... Bepaalt het begin en eindpunt van het gedeelte dat gewist moet worden. Het is mogelijk om de maat, de tel en de resolutie van de tel te bepalen. Toewijsbare waardes: binnen de bestaande limieten van de Song.
7•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Copy Copieërt events van een enkele track of van alle tracks. © Stel de parameters in en druk op ENTER om het copiëren te bevestigen. FUNCTIE TOETSEN F3...F8 Gebruik de Functie toetsen A...H om de track te kiezen waarvan de events worden gecopiëerd. Afhankelijk van het type track dat is gekozen kunnen de volgende parameters al dan niet verschijnen. Track (F3) - Enkele track. Kies de track met de Functie toetsen A.
Edit Song 7•7 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Toewijsbare waardes: C-1 ... G9 From locator... To locator... Bepaalt het begin en eindpunt van het gedeelte dat gecopieërt moet worden. In sommige gevallen is het mogelijk om de maat, de tel en de resolutie van de tel te bepalen. Bepaalt hoe vaak het betreffende gedeelte wordt gecopiëerd. Elke copie begint precies waar de vorige eindigt. Toewijsbare waardes: 1...998. Start locator Toewijsbare waardes: binnen de bestaande limieten van de Song.
7•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Quantize Een functie om ritmische “fouten” automatisch te herstellen. Inclusief triolen en swing quantize waardes. © Stel de parameters in en druk op ENTER om de handeling te bevestigen. FUNCTIE TOETSEN F1...F2 Deze kiezen de «Note On Quantize» en «Note Off Quantize» parameters. Note On Quantize - Quantiseren van de Note On events. Note Off Quantize - Quantiseren van de Note Off Events.
Edit Song 7•9 PARAMETERS Note Off Quantize Note On Quantize Bepaalt de Note Off quantize waarde. Hetzelfde als Note On. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Note range from... to... Stelt het hoogste en het laagste limiet in van de noten die gequantiseert moeten worden. Om bijv. één drumklank van de Drum track te quantiseren wijst u de noot toe aan de hoogste en de laagste limiet. Om bijvoorbeeld de snare drum (D2) te quantiseren zet u de parameter op «Note Range from D2 to D2».
7•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Insert measure(s) Voor het invoegen van een bepaald aantal maten. Het gedeelte van de Song na het “invoeg” punt schuift hetzelfde aantal maten verder als dat er maten zijn ingevoegd. Gezien het feit dat de Maat Verdeling van de ingevoegde maten kan verschillen van de Maat Verdeling van de Song kunt u op deze manier een Song maken met verschillende Maat Verdelingen.
Edit Song 7•11 ○ Delete Measures ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Verwijdert een bepaalt aantal maten. De maten na de verwijderde maten worden naar voren geschoven. © Stel de parameters in en druk op ENTER om te bevestigen.
7•12 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Velocity Verandert de Velocity waarde (aanslaggevoeligheids waarde). De parameter geeft aan hoe snel/ hard een noot is aangeslagen. In het algemeen geldt: hoe groter de velocity hoe hoger het volume. De velocity beinvloedt ook het filter van veel klanken, waardoor ze helderder worden bij een hogere velocity. © Stel de parameters in en druk op ENTER om te bevestigen.
Edit Song 7•13 ○ Transpose ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Een opgenomen track met halve noten transponeren. Er zijn ook opties beschikbaar om de Akkoorden en de Melodie partij van de Partituur van de Song te transponeren. Hierdoor kunt u de partituur in de juiste getransponeerde status zien na een transpose handeling. Transpose waarde Chords trk (F7) Bepaalt de waarde van de transpositie (in halve tonen). Transponeren van de Akkoorden track per halve toon.
7•14 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Event Lijst Microscope track in edit Met de Microscope functie kunt u elke opgenomen event van de tracks aanpassen. De Event lijst in het midden van het display laat alle opgenomen events zien. EVENT EDIT MODE 1. Kies de track waarvan u de events wilt zien in de Event lijst. 2. Gebruik de / knoppen om door de events “bladeren” . De gekozen noten worden gespeeld voor een direct hoorbare herkenning. 3.
Edit Song 7•15 Noot waarop Aftertouch is toegepast [C–1 … G9] Bank Select LSB boodschap. Niet nodig voor het kiezen van WK6/8 klanken. [1 … 128] GATE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Song 7•15 VALUE 3 Lengte van de noot. uitgedrukt in de resolutiie van de sequencer. (kwartnoot = 192) [0 … 65535] ○ Key Off Velocity [1 … 127] Note Aftertouch intensiteit. [0 … 127] ○ ○ ○ EVENTS TABLE EN PARAMETERS Poly Touch ○ VALUE 2 Channel Aftertouch intensiteit.
7•16 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ INS: (X) (F3) DELETE (F6) Voor het invoegen van een bepaald type event op de positie van de cursor. De positie kan achteraf worden veranderd om het event op een exacte, naar wens te bepalen, positie te zetten (met de parameters links van de Status). Wist het gekozen event. De events worden ingevoegd met standaard parameter waardes: Status 1V 2V 3V Gate Note: C4 64 64 128 P. Ch 1 1 1 Contr.
Edit Song 7•17 Met de Master Track editor kunt u de events van de Master Track veranderen. De Master Track neemt veranderingen op van Performance, algemeen Volume (Pedal Volume), Effect veranderingen, Effect Volume, Scale, Tempo veranderingen, eerste Maat Verdeling en de toonsoort van de Score. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ KEY - Toonsoort voor het correct afbeelden van de score (partituur).
7•18 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ PROGRAMMEERBARE EVENTS EN PARAMETERS STATUS VALUE TEMPO Metronoom Tempo. Wanneer de Tempo Rec functie optie aan staat tijdens de opname (F3 Controls Rec) worden tempo veranderingen opgenomen. [20 … 250] De «Status» kolom laat het type event zien. Eén of meer parameters kunnen worden veranderd voor elke event. De tabel hiernaast laat de events en parameters zien die veranderd kunnen worden.
Edit Song 7•19 ○ De events worden met de volgende standaard parameter waardes ingevoegd: Value Tempo 120 Performance 1 Volume 64 Eff. Dv. Sel 0 Status Value Eff. Type 0 Eff. Vol 0 DELETE (F6) RotaryA Slw/Fst Wist het gekozen event. RotaryB Slw/Fst Scale 1 Key Sign C ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Kies het event type en druk op ENTER. CATCH LOCATOR (F7) Kies het gewenste nummer en bevestig met ENTER. GO TO LOC...
7•20 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Score & Score Edit DE SCORE KNOP DE SCORE TRACK Druk op SCORE om de noten, tekst en akkoord symbolen te zien in het display en/of externe monitor. De Score track is een “ghost” track die aan de tracks van een Song wordt toegevoegd. Met deze track kunt u noten (Music), tekst (Lyrics) en akkoord symbolen (Chords) invoegen en afbeelden.
Score/Edit Score 7•21 ○ Druk in de «Score» pagina op F8 om het «Score Control» dialoog venster te openen. VIDEO CONTROLS Afbeeld opties voor een externe monitor of televisie. F4 F5 Echo LCD ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ON: De noten worden afgebeeld op een gescheiden notenbalk (G en F sleutel). OFF: de noten worden alleen op de G sleutel afgebeeld. Noten die normaal op de F sleutel wor» (bas 8ve) den afgebeeld hebben een « symbool.
7•22 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Chords on lyrics Wanneer deze functie op ON staat worden de Lyric 1...Lyric 4 voorzien van akkoord symbolen. Edit Score Score Edit - Chord mode (akkoord symbool edit) NAAR EDIT SCORE GAAN 1. Druk op SONG en kies een Song. SPECIALE SYMBOLEN In bepaalde partituren kunnen speciale symbolen worden afgebeeld. Het «oktaaf lager» of «oktaaf hoger»symbool.
Score/Edit Score 7•23 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Invoegen van het symbool op de vierde 16e Invoegen van het symbool op de derde 16e Om deze zone te verlaten en terug te gaan naar de noot drukt u op functie toets D («Next event») of E («Previous event»). 4. Elke noot is onderverdeeld in 1/16e noten. U kunt een akkoord symbool invoegen op de eerste, tweede, derde of vierde 16e van de noot. Druk op F8 om de invoeg zone van de symbolen te openen: 5.
7•24 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Druk op functie toets D («Next event») of E («Previous event») om naar een andere event te gaan. ○ 2. Druk op de Functie toets G («Go to loc...») om naar een bepaalde maat te gaan: 7. U kunt het gekozen symbool veranderen door een ander akkoord te spelen. 8. U kunt bijvoorbeeld van een majeur akkoord een mineur of septiem akkoord maken.
Score/Edit Score 7•25 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De «Edit Score» pagina CHORDS (F5) Verplaatst de cursor naar de Chords lijn (boven de notenbalk). LYRICS (F6) Verplaatst de cursor naar de Lyrics lijn (onder de notenbalk). NEXT EVENT (D) Verplaatst de cursor naar de volgende event (noot of rust). Verplaatst de cursor naar het begin van de gekozen maat. Druk op functietoets G om het dialoog venster te openen: Verplaatst de cursor naar de volgende event (noot of rust).
7•26 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De edit vindt plaats in de aktieve zone: U kunt de uitbreiding veranderen met de DIAL of door een ander akkoord te spelen. Speel de akkoorden links van het Split Punt. Om deze te verlaten en terug te gaan naar de normale edit van de noot drukt u op functie toets E («Previous event») of D («Next event»). ROOT (F7) <<1/16 (H) Hiemee kunt u de grondtoon van het akkoord en de toevoeging apart veranderen.
User Styles Programmeren 8•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 8 User Styles Programmeren ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ End Major End Major Intro 7th Intro 7th End Minor End Major Intro 7th Intro Minor Intro Minor Intro Minor Intro Major Intro Major Intro Major Fill 7th Fill 7th Fill 7th Fill Minor Fill Minor Fill Major Fill Major Basic 7th Basic 7th Fill Minor Fill Major Basic 7th End Minor End Major Intro 7th Intro Minor Intro Major Fill 7th Fill Minor Fill Major Basic 7th Basic Minor Basic Minor Ba
8•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Opnemen 6. Kies de basic Style parameters en stel ze in: VOORBEREIDING Kies de record mode en druk op ENTER om te bevestigen. 1. Druk op een USER knop. Kies een vrije lokatie (User) om een nieuwe Style te maken. Style Mode - Sound View display 2. Er wordt u gevraagd een nieuwe Style te maken. Druk op F1 («Ok»). omgeving naam Style naam Tempo locator (maatteller) 5.
User Styles Programmeren 8•3 ○ ○ ○ mode is gekozen worden de nieuwe noten aan de tracks toegevoegd, telkens wanneer de opname wordt herhaald. Wanneer Replace is gekozen zullen de nieuwe noten de al aanwezige noten wissen. Aan het einde van de eerste keer dat de riff wordt opgenomen gaat de opname automatisch door in Overdub mode. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5. Kies de tracks die op «record» staan en zet ze in «seq-play». 6.
8•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HET USER STYLES GEHEUGEN HERSTELLEN SOUND VIEW (F5) Wanneer u User Styles van disk heeft geladen of User Styles heeft opgenomen en het Song geheugen is helemaal vol, dan is er een snelle en gemakkelijke methode om het geheugen schoon te maken om ruimte te maken voor andere Styles met de Restore Styles handeling. Kies de Variatie, sectie en akkoord met de cursor toetsen en druk op ENTER om te bevestigen.
User Styles Programmeren 8•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ User Styles Programmeren 8•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SCALE CONVERSION Referentie toonsoort. Geeft aan in welke toonsoort de originele riff is opgenomen. Wanneer de het originele akkoord speelt wordt de riff op exact dezelfde wijze weergegeven zoals deze is opgenomen. Wanneer andere akkoorden worden gespeeld wordt de riff overeenkomstig getransponeerd.
8•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ QUANTIZE Bepaalt de quantize waarde voor tijdens de opname. Waarde Hoeveelheid 1/4 q 1/8 e 1/12 e triool 1/16 x 1/24 x triool 1/32 r 1/48 r triool 1/64 (1/64) 1/96 (1/64 triool) free geen quantize 1/8 B...F* q. e (swing) 1/16 B...F* e. x (swing) free geen quantize * B ... F geven het verschil van de Swing feel aan. * B ... F geven het verschil van de Swing feel aan.
User Styles Programmeren 8•7 SCALE CONVERSION TABELLEN ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Scale Converter in OFF status: C Major riff –> C 7th riff C# C accomp. D# D F# E G# F A# G –2 bass A B +1 –1 +1 –1 Scale Converter in OFF status: C Major riff –> C minor riff –1 –1 +1 –2 –1 7th 2 accomp. bass –1 –1 +1 +1 –2 G 7th 2 bass B –1 7th 3 accomp. A accomp.
8•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Scale Converter active: C Major riff –> C minor riff C# D# C F# D E F G# G A# A B min 1 accomp. –1 min 1 bass –1 min 2 accomp. –1 –1 min 2 bass –1 –1 min 3 accomp. –1 +1 min 3 bass –1 +1 min 4 accomp. –1 –1 min 4 bass –1 –1 min 5 accomp. –1 –1 –1 min 5 bass –1 –1 –1 min 6 accomp. –1 –1 +1 min 6 bass –1 –1 +1 min 7 accomp.
Edit Style 9•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 9 Edit Style Edit Style - Hoofd menu Na het opnemen kan de Style riff in «Edit Style» worden aangepast. ST. / SONG 7 2. Kies met de DIAL, de cursor toetsen de editor die u wilt gebruiken. «EDIT STYLE» VERLATEN Style naam 1. Druk op ST./SONG om in «Edit Song» te komen. Het hoofdmenu verschijnt: Editors Voor ROM Styles (8BEAT...LATIN2) kan alleen de «Copy» functie worden gebruikt.
9•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ UNDO (F2) STYLE NAME (F8) Wanneer deze parameter is gekozen (wordt dan in “negatief” afgebeeld) is de UNDO functie werkzaam. Undo annuleert de laatst gedane handeling of een serie handelingen. Deze functie gebruikt exact evenveel RAM geheugen als de Style. Wanneer er te weinig RAM geheugen meer beschikbaar is, is het een goed idee om UNDO uit te zetten. Verandert de naam van de Style.
Edit Style 9•3 ○ Erase ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Wissen van events © Stel de parameters in en druk op ENTER om het wissen te bevestigen. Kiest één van de riffs van de gekozen Variatie. Er kunnen alleen bestaande riffs worden gekozen. Wanneer de Style leeg is verschijnt er «No Riff». FUNCTIE TOETSEN F5...F8 Gebruik de Functie toetsen F5...F8 om het gedeelte van de Style te kiezen waarvan de events gewist moeten worden.
9•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Event Type Bepaalt het type event dat gewist moet worden. «Duplicate note» wist de noten met de laagste dynamische waarde wanneer er twee noten van dezelfde toonhoogte op dezelfde positie starten. Opties: All, Duplicate note, Note, Pitch Bend, Mono Touch, Poly Touch, Velocity Off, ProgramChange, ControlChange 00...31, ControlChange 64...127. Note range from... to...
Edit Style 9•5 ○ Move ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Verschuift events van het ene punt naar het andere binnen de gekozen track. © Stel de parameters in en druk op ENTER om de handeling te bevestigen. Toewijsbare waardes: elk punt binnen de riff. PARAMETERS Bepaalt de nieuwe positie van de sectie die verschoven wordt. Variation Start locator Kiest één van de 4 Variaties. Er kunnen alleen Variaties worden gekozen die tenminste één opgenomen riff bevatten.
9•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Copy Copieërt events van een enkele track of van alle tracks. © Stel de parameters in en druk op ENTER om de handeling te bevestigen. FUNCTIE TOETSEN F5...F8 Gebruik de Functie toetsen F5...F8 om de track van de Style te kiezen waarvan de events gecopiëerd moeten worden. Afhankelijk van welk gedeelte is gekozen kunnen de volgende parameters al dan niet verschijnen. Toewijsbare waardes: 1 ...
Edit Style 9•7 From Riff... To Riff... Copy mode Kiest de bron en de riff bestemming voor het gedeelte dat gecopiëerd moet worden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de patronen van een Basic Major riff naar een minor Fill riff te copiëren. Bepaalt de copie mode. «Merge» voegt de gecopiëerde events samen met de events die al op de bestemming aanwezig zijn. «Replace» vervangt de events die op de bestemming aanwezig zijn door de gecopiëerde events. Toewijsbare waardes: elke riff.
9•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Quantize Een functie om ritmische “fouten” automatisch te herstellen. Inclusief triolen en swing quantize waardes. © Stel de parameters in en druk op ENTER om de handeling te bevestigen. FUNCTIE TOETSEN F1...F2 Deze kiezen de «Note On Quantize» en «Note Off Quantize» parameters. Note On Quantize - Quantiseren van de Note On events. Kiest één van de riffs van de gekozen Variatie.
Edit Style 9•9 Note On Quantize Note Off Quantize Bepaalt de Note On quantize waardes. Bepaalt de Note Off quantize waarde. Hetzelfde als Note On. ○ Waarde Hoeveelheid 1/4 q Note range from... to... 1/8 e 1/12 e triool 1/16 x 1/24 x triool 1/32 r Stelt het hoogste en het laagste limiet in van de noten die gequantiseerd moeten worden. Om bijv. één drumklank van de Drum track te quantiseren wijst u de noot toe aan de hoogste en de laagste limiet.
9•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Maten invoegen Voor het invoegen van een bepaald aantal maten. Het gedeelte van de Riff na het “invoeg” punt schuift hetzelfde aantal maten verder als dat er maten zijn ingevoegd. De lengte van de Riff verandert. © Stel de parameters in en druk op ENTER om te bevestigen. PARAMETERS Variation Kiest één van de 4 Variaties.
Edit Style 9•11 ○ Maten verwijderen ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Verwijdert een bepaalt aantal maten. De maten na de verwijderde maten worden naar voren geschoven. Toewijsbare waardes: binnen de bestaande limieten van de Riff. Afhankelijk van de vorige parameter. © Stel de parameters in en druk op ENTER om te bevestigen. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Delete from locator ○ Deze parameter geeft de eerste maat aan de verwijdert moet worden.
9•12 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Velocity Verandert de Velocity waarde (aanslaggevoeligheids waarde). De parameter geeft aan hoe snel/ hard een noot is aangeslagen. In het algemeen geldt: hoe groter de velocity hoe hoger het volume. De velocity beinvloedt ook het filter van veel klanken, waardoor ze helderder worden bij een hogere velocity. Fixed - De Velocity van alle noten wordt op één bepaalde waarde in «Change Velocity» vastgesteld.
Edit Style 9•13 ○ Transpose ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Transponeren per halve noot. Toewijsbare waardes: binnen de limieten van de Riff. Variation Kiest één van de 4 Variaties. Er kunnen alleen bestaande Variaties worden gekozen (degenen waarvan tenminste één riff is opgenomen) Bepaalt het begin en eind punt van het gedeelte dat veranderd moet worden. U kunt de maat, de tel en de resolutie bepalen. Riff From Locator... To Locator...
9•14 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Event Lijst Microscope track in edit Met de Microscope functie kunt u elke opgenomen event van de tracks aanpassen. De Event lijst in het midden van het display laat alle opgenomen events zien. EVENT EDIT MODE 1. Kies de track waarvan u de events wilt zien in de Event lijst. 2 Gebruik de / knoppen om door de events “bladeren” . De gekozen noten worden gespeeld voor een direct hoorbare herkenning.
Edit Style 9•15 Noot waarop Aftertouch is toegepast [C–1 … G9] Bank Select LSB boodschap. Niet nodig voor het kiezen van WK6/8 klanken. [1 … 128] GATE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Style 9•15 VALUE 3 Lengte van de noot. uitgedrukt in de resolutiie van de sequencer. (kwartnoot = 192) [0 … 65535] ○ Key Off Velocity [1 … 127] Note Aftertouch intensiteit. [0 … 127] ○ ○ ○ EVENTS TABLE EN PARAMETERS Poly Touch ○ VALUE 2 Channel Aftertouch intensiteit.
9•16 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ INS: (X) (F3) DELETE (F6) Voor het invoegen van een bepaald type event op de positie van de cursor. De positie kan achteraf worden veranderd om het event op een exacte, naar wens te bepalen, positie te zetten (met de parameters links van de Status). Wist het gekozen event. Kies het event type en druk op ENTER.
Edit Style 9•17 ○ Mask Met de Mask functie kunt u de Basic elementen van twee variaties programmeren (Var 2 en 4) om zo automatisch de Basic elementen van de andere twee Variaties te verkrijgen (Var 1 en 3). ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Opties: On, Off. U heeft bijvoorbeeld tracks A1...A6 geprogrammeerd van variatie 2. U wilt A4, A5 en A6 in Variatie 1 weglaten en A2 en A3 in Variatie 2 weglaten.
9•18 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DRUM MASK (F7/F8) Opent het «Drum Mask» dialoog venster. Net zoals in de Mask functie voor de Arrangement tracks laat de Drum Mask individuele drumklanken weg in de Drum tracks van de Variaties. Er verschijnen vier klavieren (of Drumkits) in het dialoog venster, die elk de Drum track (DR) van de vier verschillende variaties voorstellen. Kies de variatie met de cursor toetsen / ..
Edit Effecten 10•1 1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ESCAPE Pagina opgeslagen in Performance Performance ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: Sla de veranderingen op met STORE PERFORMANCE. De Performance slaat de pagina’s op die worden aangeduid met het symbool. ○ ○ ○ ○ ○ EFFECTS TYPE (F1) Het toewijzen van de effecten aan de DSP. Elke Performance kan zijn eigen effect hebben.
10•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SEND LEVEL (F2) GENERAL EFF1 BALANCE (F3) Regelt het level (volume) van de effecten voor elke track apart. Bij een waarde van 0 staat het effect voor de betreffende track uit. Waarde die aan het reverb level wordt toegevoegd of afgetrokken, ongeacht de gekozen Performance. Hierdoor kunt u de nagalm van de WK6/8 aanpassen aan de natuurlijke galm van de omgeving.
Edit Effecten 10•3 EFFECTEN PROGRAMMEREN (F4) Room Size Hier kunt u de gekozen effecten aanpassen. De waardes zijn afhankelijk van het «Effect type». Afmetingen van de ruimte die wordt nagebootst. De tijd tussen de eerste reflectie en de rest van de nagalm. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Depth Modulatie snelheid van chorus en flanger effecten. Freq. Modul. (Frequentie Modulatie) Wisselwerking van de phaser of flanger met zichzelf. Bepaalt de harmonische hoeveelheid van het effect.
10•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Semitone Transpositie in stappen van een halve toon. Detune “Ontstemmen” over een bereik van ±100 Cents. Low Gain Versterken van de bassen. Medium Gain Versterken van de mid frequenties High Gain Versterken van de hoge frequenties Versterken van de hoge frequenties High Gain Versterken van de mid frequenties Medium Gain Versterken van de bassen. Low Gain “Ontstemmen” over een bereik van ±100 Cents.
Edit Effecten 10•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Effecten 10•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Effect 1 - Reverb tabel ○ H.F.Decay [0=Bypass … 10 kHz] “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ L.P.Filter [0-Bypass…10-16kHz] L.P.Filter [0-Bypass…10-16kHz] L.P.Filter [0-Bypass…10-16kHz] L.P.Filter [0-Bypass…10-16kHz] ○ H.F.Decay [0=Bypass … 10 kHz] “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ L.P.Filter [0-Bypass…10-16kHz] L.P.Filter [0-Bypass…10-16kHz] L.
10•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Effect 2 - Delay/Chorus/Flanger/Modulations 1 Mono Delay 1 Delay [0 (0ms)…125 (500ms)] 2 Mono Delay 2 “ 3 Stereo Delay 1 “ 4 Stereo Delay 2 “ 5 Multitap Delay 1 “ 6 Multitap Delay 2 “ 7 Ping-pong “ 8 Panmix Delay [0-(0ms)…125-(500ms)] 9 Chorus 1 Freq.Mod [0-0kHz…30-6kHz] 10 Chorus 2 “ 11 Ensemble 1 “ 12 Ensemble 2 “ 13 Phaser 1 Freq.
Vocal Processor 10•7 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • Vocal Processor (Edit Effect) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Wanneer uw WK6/8 is voorzien van de Vocal Processor functie, vindt u in «Edit Effect» parameters voor Effects editing (Effect editor) en de Vocal Processor (Vocal Proc. editor). Druk op de EFFECTS knop in de EDIT sectie om naar «Edit Effect» te gaan, kies de Vocal Proc. editor en druk op ENTER om deze te openen. 3.
10•8 Vocal Processor ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 ○ ○ ○ ○ 2 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 ○ Aansluitingen DE VOCAL PROCESSOR AKTIVEREN Om met de Vocal Processor te kunnen werken heeft u het volgende nodig: 1. Een lage impedantie microfoon met een standaard jack plug aan het einde van de kabel. 2. (Optioneel) een switch-action pedaal. 3. (Voor instrumenten die geen eigen versterking hebben) een versterkings systeem (stereo installatie, versterkte speakers, mixer, etc.).
Vocal Processor 10•9 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Voice 2 : Close Lower oktaaf Voice 3 : Extreem Upper oktaaf Voice 4 : Close Upper oktaaf Main : “verdubbelt” de input noot Bass : “verdubbelt” de input noot één oktaaf lager. U kunt de Volume en Pan parameters van elke individuele stem aanpassen (F1/F2).
10•10 Vocal Processor ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De Volume en Pan functies zijn gelijk voor alle drie de modes. NB. De Vocal Processor heeft altijd een maximum van 4 stemmen. Voorbeeld: wanneer Voice 1, 2, 3 en 4 aktief zijn en u wilt gebruik maken van de Main of Bass stem, dan moet u één van de aktieve stemmen uitzetten. De toegewezen Vocoder track kan Pitch en Modulatie boodschappen ontvangen.
Vocal Processor 10•11 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Triangle Saw-tooth Vocal Processor - Edit Vocal Processor - Unison mode, Volume option De parameters van de Edit pagina zijn hetzelfde voor alledrie de modes. Voice 1 = +12 cents Voice 2 = + 7 cents Voice 3 = – 7 cents Voice 4 = – 12 cents Met de Edit pagina kunt u de stemmen die door de Vocal Processor worden geproduceerd gaan bewerken met een Low Frequency Oscillator (LFO).
10•12 Vocal Processor ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE EDIT PAGINA PARAMETERS VOICE SET (F4) LFO Wave Op deze pagina kunt u tot 16 Custom configuraties oproepen. Elke Custom roept een andere instelling op van al de Vocoder parameters (Volume, Pan, Mute, Mode, lfo,...). De Custom instellingen zijn niet te programmeren.
Vocal Processor 10•13 • High gain • Middle Freq PADS EN PEDALEN • Middle gain In «Edit Controllers/Pads”. • Low gain De volgende aanvullende toewijsbare functies zijn toegevoegd voor de pads en pedalen: De Equalizer parameters hebben alleen invloed op het microfoon signaal van input 1. • Vocal On/Off (Pedals/Pads) • Vocal Volume (alleen Pedals Assign.) De Vocal On/Off optie zet de Vocal Processor aan of uit.
10•14 Vocal Processor ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ SPECIALE MIDI CONTROLLERS VOOR DE VOCAL PROCESSOR MIDI FILES LADEN DIE EEN VOCODER TRACK BEVATTEN Om de Vocal Processor via MIDI te besturen zijn de volgende speciale MIDI controllers (Common channel) toegevoegd: Wanneer u een MIDI File die een Vocoder track bevat van disk laadt, wordt de Vocoder track standaard op track 5 gezet. Cntrl No.
Edit MIDI 11•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 11 Edit MIDI De «Edit MIDI» omgeving bevat een aantal algemene parameters en parameters die betrekking hebben op de tracks apart. MIDI MIDI OUT port (A or B) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: U kunt veranderingen opslaan met STORE PERFORMANCE. De Performance slaat de pagina’s op die worden aangeduid met het symbool.
11•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ CONFIGURATION (F2) MIDI OUT icoon De track configuratie laat zien hoe de tracks zijn verbonden met MIDI IN, het toetsenbord, de klankbron en MIDI OUT. Wanneer deze aan staat (icoon afgebeeld) worden de events die door de tracks worden gegenereerd naar een extern MIDI instrument verstuurd via MIDI OUT. Wanneer deze op Off staat kan de track geen MIDI data versturen naar externe instrumenten.
Edit MIDI 11•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ © Opmerking: De WK6/8 ontvangt of verstuurt MIDI Clock op dezelfde MIDI poort (A of B) als het Common Channel.
11•4 Referentie Handleiding ○ Hier bepaalt u of MIDI files in het formaat 0 of 1 worden opgeslagen. SMF Save format Stelt een MIDI In en Out poort en MIDI kanaal in voor het ontvangen en versturen van system exclusive. De standaard instelling is MIDI poorten A en kanaal 1.
Edit MIDI 11•5 BankSelect ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Zorgt voor de ontvangst en verzending van de BankSelect MSB (CC00) en BankSelect LSB (CC32) boodschap. 120-2 119-2 41 … 48 118-2 33 … 40 117-2 26 … 32 116-2 25 115-2 17 … 24 114-2 9 … 16 113-2 1…8 PC-BS WK6/8 PC-GM Orchestra Brush Jazz TR-808 Electronic Power Room Standard Drumkit GM DK-ORCH Opties: On, Off.
11•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ COMMON CHANNEL/ARRANGEMENT (F5) Edit MIDI - Common/Arrangement (Common Channel en arrangement bediening) Deze parameters gelden voor alle Performances. Het Common Channel is een MIDI kanaal dat bedoeld is voor speciale handelingen: • simuleren van het toetsenbord en keyboard controllers (trackball, volume pedaal). • versturen van Effect, Performance, Style en Song veranderings boodschappen naar de WK6/8.
Edit MIDI 11•7 MIDI DUMP (6) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ MIDI Dump: tweede niveau keuze scherm. ○ ○ © Opmerking: De MIDI DUMP handeling moet worden uitgevoerd in de Style/RealTime mode Style mag niet spelen. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ MIDI Dump: file type keuze scherm.
11•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Wanneer de boodschap «MIDI Dump aborted! - Check connections» verschijnt is de transfer mislukt. Controleer de kabel verbinding en probeer het nog eens. 5. Druk op ENTER om het verzenden te starten. Het veloop van het verzend proces wordt grafisch weergegeven. Wacht totdat de verzend handeling klaar is. 4. Aktiveer de opname in de sequencer. 3.
Edit MIDI 11•9 LOCAL ON, LOCAL OFF (F7) MIDI LOCK (F8) Bij de Local On instelling (de standaard status van het instrument) is het klavier verbonden met de interne klankbron. Wanneer deze wordt gekozen wordt de huidige MIDI configuratie en filters voor de tracks vastgezet voor alle Performances. De individuele situaties van de Performances worden genegeerd.
11•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 11•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○
Edit Mixer 12•1 • 12 Edit Mixer ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Mixer - Pan (track positie in het stereo beeld) Met «Edit Mixer» kunt u het volgende regelen: volume, pan, effect send en output toewijzing voor elke track. Hier bevindt zich ook de equalizer voor alle tracks. Edit Mixer - Volume (track volume) ○ MIXER 3 Druk op de MIXER knop in de EDIT sectie om naar de «Edit Mixer» omgeving te gaan.
12•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ RANDOM PAN (F3) AUDIO OUT (F4) Willekeurige veranderingen van de positie van de klank in het stereobeeld. Deze verandering maakt het geluid realistischer. Het toewijzen van de tracks naar de audio uitgangen. Deze parameter is alleen belangrijk wanneer de tracks zijn verbonden met de interne klankbron.
Edit Mixer 12•3 3D EFFECT (F5) ○ Het 3D effect is een “spatializer” die extra dimensie toevoegt aan de WK6/8 Klanken. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Mixer - 3D Bass Een Bass equalizer die de bas frequenties toevoegt of wegneemt. Waarde bereik: –12dB … +12dB 3D “Spatializer” die de stereo outputs van het instrument beïnvloedt. U kunt het effect niet horen wanneer het instrument mono is aangesloten op een versterkings systeem. Waarde bereik: –3dB ... –12dB.
12•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 12•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○
Edit Controllers/Pads 13•1 ○ • 13 Edit Controllers/Pads ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Controllers/Pads - Wheels Pitch/Mod toewijzing voor elke track In de «Edit Controllers/Pads» omgeving kunt u instellen hoe de individuele track reageren op de Wheels, de pedalen en de pads. ○ CNT / PADS 4 Druk op de CNT./PADS knop in de EDIT sectie om naar de «Edit Controllers/Pads» omgeving te gaan.
13•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ PEDALS PROGRAMMING (F2) • Het instellen van de pedalen 1,2,3. De pedalen kunnen zowel van het continuous als switch type zijn. Edit Controllers/Pads - Pedalen programmeren en functie toewijzen aan de pedalen) Edit Controllers/Pads - Pedalen toewijzen (pedaal aan/uit) Switch pedalen hebben aan/uit functies zoals Damper, Start/Stop, Fill, Rotary Slow/Fast, etc.
Edit Controllers/Pads 13•3 Rotary slow/fast - Verandert de snelheid van het rotary effect (van snel naar langzaam of andersom). De vier PAD knoppen zijn apart programmeerbaar. Elke knop kan worden ingesteld om volgens de instellingen van de diverse parameters te reageren. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Controllers/Pads - Pads (pad programmeer functies) PADS (F4) Hardcopy - Maakt een bitmap image (.BMP) van het display.
13•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE SWITCH PEDAAL FUNCTIES (betreft tracks die aktief zijn voor pedaalgebruik in de gekozen Performance) Off Geen effect Damper Laat losgelaten noten doorklinken (sustain). Sostenuto Laat de noten doorklinken die worden gespeeld op het moment dat het pedaal wordt ingedrukt. Soft Dempt de klank. Start/Stop Simuleert de Start/Stop knop.
Edit Controllers/Pads 13•5 DE CONTINUOUS PEDAAL FUNCTIES ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ (betreft tracks die aktief zijn voor pedaalgebruik in de gekozen Performance) Geen effect (betreft tracks die aktief zijn voor pedaalgebruik in de gekozen Performance) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Controllers/Pads 13•5 DE CONTINUOUS PEDAAL FUNCTIES Regelt het volume vanaf level 0 tot aan de maximale instellingen van de mixer levels.
13•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 13•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○
Edit Tracks 14•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 14 Edit Tracks Edit Tracks - Master Transpose enable/disable TRACKS 5 Druk op de TRACKS knop in de EDIT sectie om naar «Edit Tracks» te gaan. Master Transpose (algemene transpositie) enable/disable (aan/uit) per track. Tracks die op Enable staan zijn gestemd volgens de scale die in «Edit General» is gekozen. Tracks die op Disable staan spelen met het Equal temperament. Deze sectie bestaat uit twee menu’s.
14•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DETUNE (F3) MODE/PRIORITY (F5) Voor het fijnstemmen van de tracks. Elke stap is gelijk aan 1/64e van een halve toon. (1) Kiest de polyfone/monofone mode per track. (2) Aan/uitzetten van de Priority (gegarandeerde minimum polyfonie voor de track). Edit Tracks - Random pitch Edit Tracks - Mode/Priority (polyfone/monofone Mode en Priority) Toewijsbare waardes: -63...0...+63.
Edit Tracks 14•3 VELOCITY RANGE (F7) Aanslaggevoeligheids curves. Velocity curves passen de aanslaggevoeligheids data aan en kunnen voor crossfade effecten zorgen tussen twee tracks. Stelt de aanslaggevoeligheids limieten in per track waaronder en waarboven de klank niet zal spelen. Met deze limieten kunt u cross-switching effecten maken door verschillende aanslaggevoeligheids waardes aan de tracks toe te wijzen.
14•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HARMONY (F1) Voor het programmeren van de Harmony functie. De functie kunt u alleen in de Style/ Performance mode gebruiken. Harmony werkt alleen in een keyboard split mode (Upper/Lower en Multi modes). Harmony voorbeeld. De linkerhand speelt een C Majeur akkoord. De zwarte noten stellen de melodie voor, de witte noten de harmonie die door de Harmony optie worden toegevoegd.
Edit Tracks 14•5 DELAY (F2) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Hiermee kunt u een vertraging programmeren tijdens welke een klank niet speelt na het aanslaan van een toets, en geldt alleen voor tracks die op key-play staan. Na het aanslaan van de toets zal de klank na de aangegeven tijd worden weergegeven. De waarde wordt uitgedrukt in 1/192e van een kwart noot en er zal een + symbool verschijnen wanneer de waarde wordt overschreden van de aangegeven noot waarde.
14•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Deze parameter is alleen beschikbaar in Song Mode. ○ © Opmerking: Deze functie werkt alleen in Song Mode. In Style/RealTime mode is het niet mogelijk om tracks te wissen. © Opmerking: Het is niet mogelijk om tracks te wissen die noot informatie bevatten. Wanneer een track het seq-play of mute icoon met noten laat zien kan deze niet worden gewist.
Edit Perf Sound 15•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ •15 Edit Perf Sound/SoundPatch ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4. Verander de parameters volgens uw smaak. 5. Druk op PERFORMANCE of ESCAPE om de editor te verlaten. 6. Sla de gemaakte veranderingen op in de huidige Performance met STORE PERFORMANCE en ENTER. (U kunt de Performance ook opslaan terwijl Sound Edit nog aktief is). 7. Sla de gemaakte Performance op (op diskette en/of harddisk).
15•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Perf Sound Edit Perf Sound: de edit parameters Sound structuur. Het aantal layers en oscillators kan per Klank wisselen. In «Edit Perf Sound» kunt u de parameters programmeren die alleen voor de tracks gelden. Elke Klank die aan die bepaalde track wordt toegewezen zal dezelfde aanpassingen ondergaan.
Edit Perf Sound 15•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Perf Sound 15•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE KLANK PARAMETERS ○ ○ Low-pass (Laag-doorlaat) - Snijdt de hogere frequenties af. Gebruikt u klanken met weinig harmonischen, dan zullen de hogere noten verzwakt worden. Deze parameter regelt de helderheid van een klank. Een lage Cutoff(afsnij-)frequentie resulteert in een donkere tot doffere klank, een hoge Cut-off frequentie geeft meer helderheid aan de klank.
15•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 2. Druk op ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te anuleren. COPY TO. . . (F6) DE PERF SOUND OPTIES Toewijsbare waardes: -63 (kort) ... 0 (onveranderd) ... +63 (lang). Deze parameter bepaald de vertragingstijd van de LFO. In veel akoestische instrumenten begint een toon strak, en gaat na korte tijd pas vibreren. LFO Delay 1. Druk op F8 om alle Sound parameters te herstellen.
Edit SoundPatch 15•5 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound Patch ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De parameters van «Edit Sound Patch» zijn anders dan die van «Edit Perf Sound». Hoewel zij structureel gelijk zijn worden Drumkits en SoundPatches op verschillende manieren gebruikt. • In een Drumkit wordt er aan elke toets van het keyboard een drumklank toegewezen.
15•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE DRUMKIT/SOUNDPATCH PARAMETERS Tuning Edit note Fijnstem functie in stappen van 1/64e van een halve noot. Bepaalt welke toets u wilt editen. Toewijsbare waardes: -64...+63. Toewijsbare waardes: A0...G8 (respectievelijk de laagste en de hoogste noot van een toetsenbord met 88 toetsen). Filter Sound Bepaalt welke Klank er aan de toets wordt toegewezen. U kunt uit alle ROM-, RAM- of RAM Klanken kiezen.
Edit SoundPatch 15•7 DE SOUND PATCH OPTIES ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Catch note...(F1) Hiermee kiest u welke toets u wilt gaan editen. 1. Druk op F1 («Catch Note...»). Dynamic switch De boodschap «Press any key» (druk een toets in) verschijnt. De drempel die Layer 1 van Layer 2 scheidt. Wanneer u met een zachte aanslag speelt wordt de Klank van Layer 1 aangestuurd. Door harder te spelen wordt de Klank van Layer 2 aangestuurd.
15•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Expand...(F3) Compare...(F4) Hiermee kunt u de geprogrammeerde parameters van de toets in edit uitbreiden naar een complete zone op het toetsenbord. AAN/UIT schakelaar. Wanneer u deze aanzet worden de originele parameter waardes van de Drumkit/SoundPatch tijdelijk opgeroepen om deze te vergelijken met de huidige parameters in edit. Om de aanpassingen te bewaren moet u ze opslaan voordat u een Performance kiest.
Edit SoundPatch 15•9 1. Druk op F8 («Store...»). Het «Store» dialoog venster wordt geopend: De nieuwe Drumkit/SoundPatch is nu beschikbaar als RAM-Sound 2. De “File” optie is gekozen. Druk op ENTER om te bevestigen. Zoals elke andere nieuwe RAM-Klank blijft de nieuwe Drumkit/SoundPatch in het geheugen zitten na het uitzetten van het instrument. Om de klank voor toekomstig gebruik te bewaren met u deze opslaan op disk met de Save Single Sound, Save All Sound of Save All procedures.
15•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 5. Ga naar de Perf optie met de cursor toets en kies met de DIAL in welke Performance u wilt opslaan. 6. Druk op ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te annuleren. 6. Druk op ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te annuleren. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 15•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ 5.
Edit Sound 16•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 16 Edit Sound Algorithm X Elke layer kan 1 of 2 oscillators bevatten, afhankelijk van het gekozen algoritme. Elke oscillator heeft een Amplitude envelope, een Pitch envelope, een Laag Frequentie Oscillator (LFO) en een Filter met een aanverwante envelope. Afhankelijk van het gekozen algoritme kan de amplitude envelope door beide oscillators worden gebruikt met een balans functie en de filters kunnen in series of in parallel worden gebruikt.
16•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Individuele Algoritme - maar één oscillator Dual 3 Algoritme - twee oscillators. Een Amplitude envelope voor de twee oscillators met een Balance functie in parallel verbonden. Beschikbare editors voor de oscillator: Waveform, Volume, Amplitude envelope, Filter, Filter envelope, Pitch envelope, LFO, Pan envelope.
Edit Sound 16•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound 16•3 DE HOOFD MENU OPTIES ○ DE EDIT SOUND HOOFD MENU EDITORS ○ Deze worden in de rechter kolom van het hoofd menu afgebeeld en worden gekozen met de Functie toetsen F1...F8. Zie ook pagina 36 voor gedetailleerde uitleg. ○ De configuratie van de Editors verandert overeenkomstig het gekozen Algoritme, maar de basis functies blijven hetzelfde.
16•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ NAAR «EDIT SOUND» GAAN U kunt naar «Edit Sound» gaan met een Klank in SOLO mode (SOLO knop LED aan) of met twee of meer aktieve tracks van de gekozen Performance. Met de tweede optie kunt u de Klank in edit beluisteren met de andere aktieve tracks om u een indruk te geven hoe de aangepaste Klank klinkt met andere klanken.
Edit Sound 16•5 EDIT SOUND VERLATEN ○ Tijdelijk verlaten ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Tijdelijk verlaten Dankzij multitasking kunt u «Edit Sound» tijdelijk verlaten door op de OPTION knop of ESCAPE te drukken, of door naar de edit van een andere sectie te gaan door op de betreffende knop in de EDIT sectie te drukken. TEMPO / DATA ENTER SYNTH OF 8 De Klank blijft in edit en de gekozen track speelt de Klank in zijn aangepaste status.
16•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE AANGEPASTE KLANK VAN NAAM VOORZIEN EN OPSLAAN Wanneer u uw edit taken heeft uitgevoerd kunt u de aangepaste ROM-Klank in het RAM geheugen opslaan (de WK6/8 Klank bibliotheek). 1 1. Druk op functie toets F8 om “Save” te kiezen in het hoofd Edit Sound menu. F1 F2 F3 Het «Bank Prog. Change» venster wordt geopend waarin u de bestemming van de nieuwe Klank in de WK4 Klank bibliotheek kunt kiezen.
Edit Sound 16•7 NAVIGEREN EN DATA INVOEREN IN DE EDIT SOUND OMGEVING U kunt navigeren met de page knoppen ( en de cursor toetsen ( / & / ). ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ) F1 F2 Kies de editors met de cursor toetsen en druk op ENTER om de gekozen functie te openen. F3 F4 F5 F6 Anderzijds kunt u de editors direct kiezen met de ). Met deze knoppen kunt page knoppen ( u de editors in oplopende of teruggaande volgorde kiezen zonder naar het hoofdmenu te gaan.
16•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ STATUS VAN HET INSTRUMENT IN EDIT SOUND MODE De instellingen van de Wheels, Pedalen, Aftertouch, Transpose en de andere parameters zijn die van de gekozen Performance. Wanneer u probeert een Song, Style, Performance of Klank te kiezen wanneer u Edit Sound tijdelijk heeft verlaten zal het display de volgende boodschap laten zien: BELANGRIJKE INFORMATIE 1. U kunt geen Rom-Klank overschrijven.
Edit Sound 16•9 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ WAVEFORM Edit Sound: Waveform editor programmeren Geldt voor alle Algoritmes. Single aktiveert een enkele Waveform editor terwijl alle Dual Algoritmes Waveform 1 en Waveform 2 aktiveren.
16•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Pitch Touch sensitivity Koppelt Pitch aan de Aftertouch. De Pitch (toonhoogte) van de Klank kan worden veranderd door de toetsen na het aanslaan in te drukken. Positieve waarden verhogen de Pitch terwijl negatieve waarden de Pitch verlagen. Toewijsbare waarden: -7 (laagste gevoeligheid= -2 halve tonen) ... +7 (hoogste gevoeligheid= +2 halve tonen).
Edit Sound 16•11 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Volume & Balance Edit Sound - Volume pagina De Volume editor bepaalt het volume van een enkele oscillator of het volume van twee oscillators in situaties waar de algoritmes een Balance functie hebben (Dual 3 en 4). Deze functie komt overeen met het maximaal beschikbare volume level van de Klank in elke situatie. Edit Sound - hoofd menu geselecteerd Volume editor Geldt voor alle Algoritmes.
16•12 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ VOLUME TRACKING Geldt voor alle Algoritmes. Met Tracking kunt u bepalen hoe het volume variëert over het klavier. Hier kunt u de aanwezigheid van een klank meer of minder versterken over het klavier om zo een grotere “trap” te simuleren zoals in de realiteit. Een akoestische piano kan bijvoorbeeld een hoger geluidsniveau bereiken in het bas register terwijl de hogere noten minder intensief zijn.
Edit Sound 16•13 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4. Kies de LEVEL parameter met de cursor toets ( ) en draai aan de DIAL om de gewenste waarde in te stellen. 2 2. Draai aan de DIAL om het punt (Point) te kiezen dat u wilt veranderen. 3. Kies de KEY parameter met de cursor toets ( ) en draai aan de DIAL om de gewenste waarde in te stellen. ○ Edit Sound - Volume Tracking: stel de Level parameter in 1.
16•14 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ BALANCE (F1) Geldt alleen voor Algoritmes Dual 3 en Dual 4. De Balance parameters Balance Regelt de Volume balans van de twee oscillators van de huidige layer. Positieve waarden versterken de eerste Waveform, negatieve waarden versterken de tweede Waveform. Toewijsbare waarden: -127..+127. Balance dyn. sensitivity Koppelt de Balance respons aan de aanslaggevoeligheid.
Edit Sound 16•15 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Amplitude Envelope & Balance Envelope Edit Sound - Amplitude Envelope control with Sustain active Segment 1 rate Segment 1 komt overeen met de dynamic sens. Attack fase. Deze parameter koppelt de Attack snelheid van de Klank aan de aanslaggevoeligheid. Positieve waarden verhogen de Attack snelheid bij een hardere aanslag terwijl negatieve waarden het omgekeerde effect geven. Toewijsbare waarden: -7...+7. 0= geen respons.
16•16 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ AMPLITUDE ENVELOPE KEY ON De Key On Envelope is een curve van maximaal 10 segmenten die het volume verloop van de klank uitbeeldt voor de gehele duur dat de toets is ingedrukt. Hiernaast worden enkele typische Amplitude Envelopes voorbeelden in diverse Zoom situaties afgebeeld. ZOOM (F7) Met de ZOOM optie kunt u het beeld van de envelope tot 4 keer vergroten op het gekozen segment.
Edit Sound 16•17 ○ De Key On Amp. Envelope bestaat uit 3 display parameters die met de cursor toetsen kunnen worden gekozen. Stelt het Klank level in van het segment op zijn eindpunt. Het maximale level komt overeen met het volume dat in de Volume editor is ingesteld. N.B.: het begin level van het eerste segment op het beginpunt is altijd nul (kan niet worden veranderd). Toewijsbare waarden: 0...127. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound - Key On Ampl.
16•18 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ VOORBEELD PROGRAMMEREN VAN EEN KEY ON OF KEY OFF ENVELOPE Edit Sound - Key On Envelope: kies een Segment Edit Sound - Key On Envelope: de Level parameter programmeren 1. Om een segment toe te voegen drukt u op F6 om het SEGMENT keuze venster te openen en druk op ENTER om de “Add Segm” optie te bevestigen (gekozen afgebeeld). 2. Draai aan de DIAL om het envelope segment te kiezen dat u wilt veranderen.
Edit Sound 16•19 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound 16•19 AMPLITUDE ENVELOPE TRACKING ○ De tracking wordt bepaald door 3 display parameters die u kunt kiezen met de cursor toetsen en kunt veranderen met de Dial. ○ ○ Geldt voor alle Algoritmes ○ ○ Point ○ ○ De tracking “curve” geeft de relatieve verandering weer van de totale tijd die de Amplitude Envelope nodig heeft, in relatie tot de gespeelde toets.
16•20 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ BALANCE ENVELOPE Geldt alleen voor Algoritmes Dual 3 en Dual 4. Edit Sound - Balance Envelope editor Edit Sound - Balance parameters De Balance Envelope is te vergelijken met een mixer voor de twee oscillators die een enkele Amplitude Envelope delen. Met de Key On en Key Off envelopes kunt u de aanwezigheid van de ene Waveform versterken ten opzichte tot de andere in de key on en release situaties.
Edit Sound 16•21 ○ Voor details over het programmeren van de Balance Key On & Key Off Envelopes verwijzen wij u naar het Amplitude Envelope voorbeeld op pagina 16. 18. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DE SEGMENT OPTIE GEBRUIKEN ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound 16•21 Segment ○ BALANCE ENVELOPE KEY ON & KEY OFF ○ Hiermee kunt u de segmenten met de DIAL kiezen. Het gekozen segment wordt aangeduid door het knipperende eindpunt.
16•22 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ BALANCE TRACKING Met Balance Tracking kunt u bepalen hoe de Balance variëert over het bereik van het klavier. Edit Sound - Balance Tracking SEGMENT (F6) De tracking wordt bepaald door 3 display parameters die u kunt kiezen met de cursor toetsen en kunt veranderen met de Dial; Point Komt overeen met één van de uiterste einden van een segment. Point 1 stelt de laagste noot van het klavier voor.
Edit Sound 16•23 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Filter Edit Sound - Filter Control parameters Filter parameters Type Op pagina 39 van dit hoofdstuk vindt u wat extra algeme informatie over “Filters”. Geldig voor alle Algoritmes (filter-configuraties). In Algoritmes Dual 1 en Dual 3 staan de twee filters parallel [Filter os. 1, Filter os. 2]. In de Algoritmes Dual 2 en Dual 4 staan beide Filters (Filter 1, Filte r2) in serie.
16•24 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Filt. env amount dyn. sens. Cutoff dynamic Koppelt de Cutoff Frequency aan sensitivity de toetsaanslag. Positieve waarden verhogen de afsnijfrequentie naarmate er harder gespeeld wordt (het filter opent hetgeen resulteert in een helderder geluid), negatieve waarden hebben het omgekeerde effect (het filter sluit zodat de klank doffer wordt). Toewijsbare waarden: –7 ... 0 … +7. 0 = geen effect. Filt. env amnt.
Edit Sound 16•25 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Level Bepaalt de relatieve verandering van de Cutoff Frequency, ingesteld in de controls pagina. Normaal heeft de curve een lineair of gebroken stijgende lijn. Toewijsbare waarden: –63 … 0…+63 Voor details over het programmeren van de Filter Cut Off Tracking, zie ook het Volume Tracking voorbeeld op pagina 16. 13. Segment (F6) Key Point Bepaalt de relatieve verandering van de Cutoff Frequency, ingesteld in de controls pagina.
16•26 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ FILTER ENVELOPE KEY ON & KEY OFF Geldig voor alle Algoritmes. De Key On en Key Off Envelopes zijn curves die elk uit (maximaal) 10 segmenten kunnen bestaan. De Key On envelope bepaalt de variatie van de Filter cutoff frequency gedurende de tijd dat de toets vastgehouden wordt, terwijl de Key Off Envelope de Filtervariaties bepaalt nadat de toets losgelaten is.
Edit Sound 16•27 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Bepaalt een punt in de Tracking curve. Door de Dial te draaien kiest u een punt in de Tracking curve (1, 2, of 1, 2, 3, 4, of 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7). Edit Sound - Filter Envelope Tracking ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound 16•27 3 parameters, te kiezen met de Up/Down cursor toetsen, bepalen de tracking.
16•28 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Pitch Envelope Edit Sound - hoofdmenu - Pitch Envelope gekozen Edit Sound - Pitch Envelope control pagina Geldig voor alle Algoritmes. De Dual optie activeert onafhankelijike Pitch envelopes voor elke oscillator.(Pitch Envelope Os. 1 and Pitch envelope Os. 2). Dynamic rate Koppelt de totale Pitch Envelope tijd aan de toetsaanslag.
Edit Sound 16•29 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Met de optie “del segm.” kan de loop ongedaan gemaakt worden. Met behulp van 3 parameters, te kiezen met de Up/Down cursor toetsen, zijn de Pitch Key On & Key Off Envelopes samen te stellen. Met behulp van 3 parameters, te kiezen met de Up/Down cursor toetsen, zijn de Pitch Key On & Key Off Envelopes samen te stellen. Met de optie “del segm.” kan de loop ongedaan gemaakt worden.
16•30 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ PITCH ENVELOPE TRACKING De Pitch Envelope Tracking “curve”, geldig voor zowel Key On als Key Off envelopes vermeerdert of vermindert de totale envelope-tijd, afhankelijk van de plaats op het toetsenbord. 3 parameters, te kiezen met de Up/Down cursor toetsen, bepalen de tracking. Point Bepaalt een punt in de Tracking curve.
Edit Sound 16•31 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ LFO (Laag Frequent Oscillator) Edit Sound - hoofdmenu, LFO editor selected Sine In elk Algoritme is er een Laag Frequent Oscillator . Square Sine Random Sample&Hold Koppelt de diepte van de toonhoogte-modulatie aan Aftertouch. Bij gebruik van Aftertouch wordt de “Delay” parameter genegeerd en start de LFO onmiddelijk.
16•32 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Amplitude s.o.1 Voegt LFO modulatie toe aan Amplitude s.o.2 de amplitude, zodat een Tremolo-effect ontstaat. Deze parameters bepalen de modulatie-diepte van de LFO op het Volume van de oscilllators. Met negatieve waarden kan het effect van de LFO-golform geïnverteerd worden. (Vaak is dit fase-verschil niet hoorbaar anders). Hogere positieve of negatieve waarden verhogen de modulatie-diepte.
Edit Sound 16•33 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Pan De plaats van de klank in het stereobeeld kan dynamisch gecontroleerd worden door de Pan Envelope, welke onderverdeeld is in een “Pan Key On Envelope” en een “Pan Key Off Envelope”. Geldig voor alle Algoritmes. De Pan (links-rechts) Envelope geldt in Dual algoritmes altijd voor beide oscillators. Env. amount touch sens. Koppelt de positie van de klank aan Aftertouch.
16•34 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ PAN ENVELOPE KEY ON & KEY OFF De Pan Key On en Key Off Envelopes zijn curves die elk uit (maximaal) 10 segmenten kunnen bestaan. De Key On envelope bepaalt de plaats van de klank in het stereobeeld gedurende de tijd dat de toets vastgehouden wordt, terwijl de Key Off Envelope deze plaats bepaalt nadat de toets losgelaten is.
Edit Sound 16•35 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Level Bepaalt de relatieve verandering van plaats van de klank. Positieve waarden verschuiven de klank naar rechts, negatieve waarden naar links. Bij de waarde 0 klinkt de klank vanuit het midden. Toewijsbare waarden: –63 … 0…+63 Voor details over het programmeren van de Pan Envelope Tracking, zie ook het Volume Tracking voorbeeld op pagina 16. 13. Level Segment (F6) Key Point Bepaalt de toets voor het gekozen punt in de curve.
16•36 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De Hoofdmenu opties SAMPLE TRANSLATOR (F1) De Create optie creëert een tweede of derde laag binnen de huidige klank. Stel de parameters in en druk vervolgens op ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te annuleren. De Dynamic Range geeft aan binnen welke toetsaanslaggrenzen de huidige layer klinkt. Uitleg van de Sample Translator vindt u vanaf pagina 40.
Edit Sound 16•37 ABORT (F6) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Met deze toets sluit u de Soundedit af zonder ev. gewijzigde instellingen op te slaan. Zie ook “Edit Sound verlaten” op blz. 5 van dit hoofdstuk. SAVE (F8) Met deze toets kunt u de geprogrammeerde sound toevoegen aan de WK6/8 klankbibliotheek, waarna de Soundedit afgesloten wordt. Zie pagina 6 van dit hoofdstuk voor meer details. Zie pagina 6 van dit hoofdstuk voor meer details.
16•38 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Algemene info en tips voor Sound Programmering WAVEFORM KEY OFF ENVELOPE Niet alle Waveforms beslaan het hele toetsbereik. Zeker bij een 88-toets keyboard dient men hier rekening mee te houden. Dankzij de uitgebreide Key Off Envelopes (Release fase) van de WK6/8, is het mogelijk om ook na het loslaten van een toets een zeer levendig klankverloop te creeren.
Edit Sound 16•39 Filters RESONANTIE De werking van filters op een klank kan grafisch weergegeven worden: Resonantie versterkt de frequenties rond de Cutoff Frequentie, zodat een complexere curve ontstaat. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ dB Het verkrijgen van een 4-pool Filter: Resonantie Hz Hz dB High Pass (Hoogdoorlaat; de lagere frequenties worden verzwakt). De steilheid van bovenstaand curves wordt bepaald door de filters.
16•40 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Sample Translator versie 1.06 Edit Sound - Sample Translator display, geen samples geladen OVER DE SAMPLE TRANSLATOR In het Edit Sound menu vindt u het Sample Translator commando in de rechterkolom. Hiermee is het mogelijk om diverse sampleformaten in te lezen en te exporteren.
Edit Sound-Sample Translator 16•41 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit Sound-Sample Translator 16•41 Sample Translator opties ○ ○ SAMPLE TRANSLATOR HOOFDMENU ○ ○ Load (F1) ○ ○ Laad een sample in de gekozen plaats, direct uit de RAM -sound, van disk of via een externe MIDI-bron (computer, sampler, etc.). ○ ○ Save (F2) ○ ○ Het hoofdmenu van de Sample Translator bestaat uit 16 plaatsen waar een sample in geladen kan worden.
16•42 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 4. Druk op ENTER om dit te bevestigen, of op ESCAPE om de procedure af te breken. Samples laden LOAD (F1) Via de Load optie laadt u een sample vanuit een RAM -sound of van disk. 2. Kies de «Edit Sound» onder OPTION (zoals reeds uitgelegd op blz.4 van dit hoofdstuk). 1. Een sample uit een RAM Indien u op ENTER drukt wordt de sample geladen. De laadtijd hangt af van de grootte van de sample.
Edit Sound-Sample Translator 16•43 Na korte tijd krijgt u een display als onderstand voorbeeld, met daarin een of meerdere samples waaruit de Waveform is opgebouwd: A. Indien u de sample translator aktiveert vanuit een RAM -sound, krijgt u het venster met de vraag of u de sample uit deze RAM-sound wilt laden. Druk op ESCAPE om dit over te slaan. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Gebruik deze methode om een bestaande sample door een andere te vervangen. B.
16•44 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Samples en Programs laden Conversie beperkingen Enkele Sampleformaten, zoals Akai en Kurzweil, geven de mogelijkheid om individuele samples (zoals samples uit de WK6/8 ) en Programs (zoals Waveforms uit de WK6/8 )te laden. Een Waveform kan uit max. 16 samples bestaan. Een Akai S1000™ level bijv. kan tot 99 samples omvatten. Bij een conversie zullen de eerste (laagste)16 samples omgezet worden.
Edit Sound-Sample Translator 16•45 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De nieuwe Waveform is automatisch gekozen als basisklank in de Sound Edit. Als er bij het opslaan van een Waveform een of meerdere samples niet toegewezen zijn aan een toetsbereik, dan vraagt de WK6/8 in een venster of u de niet-toegewezen samples uit het geheugen wilt verwijderen, alvorens de Waveform op te slaan. Druk op ENTER om het opslaan te voltooien.
16•46 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Samples wissen Samples toewijzen DELETE (F3) ASSIGN (F4) Met de DELETE optie kunt u een sample uit de Sample Translator wissen. Met de Assign optie is aan een sample een zone op het toetsenbord toe te wijzen. Alleen samples waaraan een toetsbereik is toegewezen kunnen worden opgeslagen als Waveform Na het beluisteren en toewijzen van samples, kan het voorkomen dat u bepaalde samples wilt verwijderen.
Edit Sound-Sample Translator 16•47 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Overlappende samples Als twee samples elkaar overlappen, zal het volgende venster verschijnen als u op ENTER drukt: Herhaal bovenstaande procedure voor alle samples die deel uit moeten gaan maken van de nieuwe Waveform, en voorkom overlapping. 1. Draai met de dial om de onderste toets aan te geven 2. Druk op de rechtercursortoets ( ), en geef de bovengrens aan met de Dial. 2.
16•48 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Samples aanpassen Sample toewijzing ongedaan maken EDIT (F6) DEASSIGN (F5) De overige parameters corresponderen met de gekozen sample en zijn allen programmeerbaar. Het deassign commando maakt de toewijzing van de gekozen sample ongedaan. Geeft de grootte van de sample weer. 1. Kies de sample waarvan de toewijzing ongedaan gemaakt moet worden .
Edit Sound-Sample Translator 16•49 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Loop End Deze parameter geeft het eind van de sample aan, of het punt waarvanuit de sample terug zal springen naar het Loop Start punt, als de Loop Switch aan staat. Loop Switch Met deze parameter zet u de sample Loop (tussen de Loop Start en de Loop End punten) aan of uit. Staat de Loop Switch op off, dan zal de sample van voor tot achter gespeeld worden, en dan stoppen.
16•50 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 2. Druk op ENTER om de Gain waarde naar maximaal te brengen (100%). SAMPLE EDIT OPTIES Het kiezen van de Sample Edit aktiveert de volgende opties: Na een korte tijd is de sample Gain genormaliseerd tot 100%. TUNING (F1) De Tuning funktie geeft een referentietoon (sinus) die correspondeert met de ingedrukte toets, en waarmee de sample precies gestemd kan worden.
Edit Sound-Sample Translator 16•51 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ EXPORT (F7) Met de Export funktie is de huidige sample op te slaan op disk. Bij het opslaan kunt u kiezen tussen de twee meest gebruikte sampleformaten, nl. Sound Designer1 of Windows RIFF Wave (WAV). Na een korte tijd is de nieuwe waarde vastgelegd. Druk op ESCAPE om het Sample Edit display te verlaten. Na korte tijd is de sample opgeslagen op disk. CUT (F5) 2.
16•52 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 2. Kies een lege plaats in het hoofdmenu van de Sample Translator. Sample MIDI Dump 3. Druk op SAMPLE REQ (F7). SEND SAMPLE / SAMPLE REQUEST (F7) Samples kunnen verzonden worden tussen de WK6/8 en de meeste samplers en computers door gebruikt te maken van de Send Sample/ Sample Request optie, welke werkt volgens de MIDI Sample Dump Standaard.
Edit Sound-Sample Translator 16•53 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Abort (F8) Gebruik de Abort optie als u de Sample Translator wilt verlaten zonder samples op te slaan. Als u op Abort (F8) drukt, verschijnt er een venster in het display waarin u gevraagd wordt uw keuze te bevestigen. Drukt u op ENTER dan komt u terug in de Sound Edit, en gaan eventuele samples uit de Sample Translator verloren .
16•54 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 16•54 Referentie Handleiding ○ ○ ○
Edit General 17•1 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ • 17 Edit General Edit General -Hoofd menu In «Edit General» kunt u de algemene parameters aanpassen die het instrument in zijn geheel beïnvloeden. Deze parameters kunnen niet in een Performance worden opgeslagen. Een deel van de parameter instellingen worden in RAM bewaard en naar disk weggeschreven als een Setup.
17•2 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Algemene functies Tuning/Scale Edit General: Algemene bediening KEYBOARD SENSITIVITY MASTER PITCH Bepaalt de respons van het klavier op verschillen in aanslaggevoeligheid. Fijnstemmen van het instrument in zijn geheel in fracties van 1/64e van een halve toon. Toewijsbare waardes: Soft, Medium Soft, Medium, Medium Hard, Hard. Toewijsbare waardes: -63...+63.
Edit General 17•3 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Zet het volgende hogere oktaaf in edit. Octave down (F6) Zet het volgende lagere oktaaf in edit. Catch note...(F7) Kiest de toets om te editen. Druk op F7. De volgende boodschap verschijnt in het display: Save...(F8) Speel de noot die u wilt editen. Save...(F8) Speel de noot die u wilt editen. DE TUNING/SCALE OPTIES Slaat de User scale op in de Setup.
17•4 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Pedalboard/Computer Pedaal Functie Pedaal Functie De PEDALBOARD en COMPUTER aansluiting kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Het kiezen van de ene sluit de andere uit. C2 Start/Stop C#2 Tempo – D2 Intro D#2 Tempo + E2 Ending F2 Var 1 Om één van de twee aansluitingen te aktiveren kiest u de betreffende optie met de cursor toetsen («Pedalboard» of «Computer»).
Edit General 17•5 Mode (F8) - Computer opties ○ Date & Time Opties om met een computer te communiceren. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Edit General; Date & Time Voor het instellen van de interne kalender en klok. SET DATE (F1) SET TIME (F2) Voor het instellen van de tijd in edit. Zet de cursor op het uur, minuut en seconden met de cursor toetsen en geef de waardes in met de DIAL . Bevestig met ENTER of F2.
17•6 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Display controls Mic/Line Input Edit General - Display controls Edit General - Mic/Line In (AV interface niet geïnstalleerd) Bedieningsfuncties voor het display. Deze instellingen blijven in het geheugen bewaard na het uitzetten. Ze kunnen niet naar diskette worden weggeschreven. CHORD LANGUAGE Bepaalt of de akkoorden in het Engels (C, D, E) of Italiaans (Do, Re, Mi) worden afgebeeld.
Edit General 17•7 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ clipping Bepaalt de positie van het binnenkomend signaal in het stereo beeld. Toewijsbare waardes: -32 (helemaal links)...0 (midden)...+31 (helemaal rechts). Bij hoge volume levels kan het signaal gaan vervormen (“klippen”). Dit voorkomt u door het signaal level in te stellen met de impedantie knop. Eff Group Geeft het level van het input signaal weer.
17•8 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ E2 Send MIC/LINE ON/OFF (F1) Bepaalt het level van het modulatie effect. Toewijsbare waardes: 0...127. Voor het aan en uitzetten van de audio MIC/LINE ingangen. Wanneer deze functie aan staat wordt de totale polyfonie vermindert met twee stemmen; wanneer u de audio ingangen niet gebruikt kunt u deze functie uitzetten om zo de twee stemmen voor de interne WK6/8 klanken te gebruiken.
Edit General 17•9 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ De Edit General Hoofd Menu Opties Edit General hoofd menu opties kolom SYSTEM INFO (F2) Laat de datum van de versie van het besturingssysteem zien en laat zien hoever de oplaadbare batterij is geladen. Deze optie geeft informatie over de aanwezigheid (of afwezigheid) van de diverse accesoires die in de WK6/8 kunnen worden geïnstalleerd.
17•10 Referentie Handleiding ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ RESTORE ALL (F3) RESTORE STYLE PERFORMANCES (F7) De handeling wist de totale inhoud van het RAM geheugen (Performances, User Styles, StylePerformances, Songs) en herstelt alle originele fabrieks (ROM) instellingen. Deze functie wist de aangepaste StylePerformances van de ROM Styles (knoppen 8BEAT...LATIN2). De namen van de ROM Styles met een veranderde Performance worden aangegeven met een sterretje [*].
Bijlage • Sound tabellen • Drum tabellen • Style tabellen • Performance tabellen • Effects tabellen • RAM-Golfvormen • Wave tables • MIDI Implementatie • MIDI Controllers • System Exclusive Implementation • Index (alfabetisch) • Index (alfabetisch) • System Exclusive Implementation • MIDI Controllers • MIDI Implementatie • Wave tables • RAM-Golfvormen • Effects tabellen • Performance tabellen • Style tabellen • Drum tabellen • Sound tabellen Bijlage
A•2 Bijlage ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ROM-Sounds Bank 1 PIANO group 1 Piano12 2 Piano22 3 Piano32 4 HonkyTonk2 5 E.Piano11 6 E.Piano22 7 Harpsichor1 8 Clavinet1 CHROM PERC.
Tabellen A•3 ROM-Sounds ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ST_Nylon1 ST_Steel31 ST_12Strng1 ST_Steel41 ST_Steel21 16 ○ ○ 16 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Tabellen A•3 15 ○ ○ 14 ○ ○ 13 ○ ○ 12 ST_Mandolin1 ST_Steel11 ○ ROM-Sounds 15 ○ 11 14 ○ 10 13 ○ ST_Steel21 12 ○ ST_Mandolin1 ST_Steel11 11 ○ ST_Nylon1 ST_Steel31 ST_12Strng1 ST_Steel41 10 ○ Bank 9 PIANO group 1 2 3 4 5 6 7 8 CHROM PERC.
A•4 Bijlage ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ROM-Sounds ○ Bank 1 BASS group 33 AcoustcBs11 34 FingeredBs1 35 PickBass1 36 Fretless2 37 SlapBass11 38 SlapBass22 39 SynBass11 40 SynBass22 STRINGS group) 41 Violin1 42 Viola1 43 Cello1 44 Contrabass1 45 TremoloStr1 46 Pizzicato1 47 Harp1 48 Timpani1 ENSEMBLE group) 49 Strings1 50 SlwStrings1 51 SynStrg12 52 SynStrg22 53 Choir1 54 VoiceOohs2 55 SynVox2 56 OrchHits2 BRASS group 57 Trumpet1 58 Trombone1 59 Tuba2 60 MutedTrp11 61 French
Tabellen A•5 ROM-Sounds 13 14 15 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 16 ST_AcousBs1 ST_FngrdBs1 ST_PickBs21 ST_Fretls11 ST_Fretls21 ST_FngrBs21 ST_Fretls31 ST_Fretls41 Vang.Bass2 ST_PickBs11 ST_SynBas42 ST_AcousBs1 ST_FngrdBs1 ST_PickBs21 ST_Fretls11 ST_Fretls21 ST_FngrBs21 ST_PickBs11 ST_Fretls31 ST_SynBas42 ST_Fretls41 16 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Tabellen A•5 15 ○ 14 ○ 13 ○ 12 ○ 11 ○ ROM-Sounds 12 ○ 10 11 ○ Vang.
A•6 Bijlage ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ROM-Sounds ○ Bank 1 REED group 65 Soprano1 66 SoftSax1 67 TenorSax1 68 BaritonSax1 69 Oboe1 70 EnglisHorn2 71 Bassoon1 72 Clarinet1 PIPE group 73 Piccolo1 74 Flute1 75 Recorder2 76 PanFlute1 77 BottleBlow2 78 Shakuhachi2 79 Whistle1 80 Ocarina2 SYNTH LEAD group 81 SquareWave2 82 SawWave2 83 SynCalliop2 84 ChiffLead3 85 Charang2 86 SoloVox2 87 5thSawWave4 88 BassLead3 SYNTH PAD group 89 Fantasia3 90 WarmPad2 91 Polysynth2 92 SpaceVoice
Tabellen A•7 ROM-Sounds 11 12 13 14 FxShape2 SharpBuzz2 MinStack4 MajStack4 DimStack4 Maj5Stack4 Min7Stack4 Maj7Stack4 Eerie12 Eerie22 Eerie32 Eerie42 VocoWah2 ThinWha2 FatAttak12 FatAttak22 Vangelis1 Vangelis2 An A.Logic Spiral Phat Pulse Soft Seq.
A•8 Bijlage ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ROM-Sounds ○ Bank 1 SYN SFX group 97 IceRain3 98 Soundtrack2 99 Crystal2 100 Atmosphere2 101 Brightness3 102 Goblin2 103 EchoDrops1 104 StarTheme2 ETHNIC group 105 Sitar1 106 Banjo2 107 Shamisen1 108 Koto1 109 Kalimba1 110 Bagpipe1 111 Fiddle1 112 Shanai1 PERCUSSIVE group 113 TinkleBell2 114 Agogo1 115 SteelDrums2 116 Woodblock1 117 Taiko2 118 Melo.
Tabellen A•9 ROM-Sounds ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Tabellen A•9 ROM-Sounds 16 ○ 15 BDSTD31 CLAP_MIX1 EFF_RIM1 SDSTD11 ROLL_F1 BD_AC_2B1 TOM_10_DYN2 OPSURDO21 ○ 14 BD_DEEP_DN2 TOMLOW22 TOMHIGH22 BD11 BORDER_12 BORDER_22 Sinus1 Empty1 13 SD12 SD22 SD32 909_SD_LNG2 BD_Z1_HHC2 BD_DN3_HI2 BD_DN2_HI2 BD_DMG_SD2 ○ ○ 12 SD_HEAVY12 SD_HEAVY22 SD_HEAVY32 SD_HEAVY42 BD_DN1_ZP2 BD_DN2_ZP2 BD_DN3_ZP2 BN_DN3_SD2 ○ ○ 11 Noisnare12 Noisnare22 Noisnare32 Noisnare42 BrokeNoise2 HatOrSnare2 Fal
< < < < < < < < < < < < < < < < Drumkits C8 108 107 105 103 101 100 98 C7 96 95 93 91 89 88 86 C6 84 83 81 79 77 106 104 102 97 99 94 92 90 87 85 82 80 78 75 < < < < < < < < < < < < < < < < 76 < < < < < < < < < < < < < < < < 74 < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < “<“ = same as DK_STAND1 113-2-1 WHISTLE 110-
71 69 67 65 64 62 C4 60 59 57 55 53 52 50 C3 48 47 45 43 41 40 38 C2 36 35 33 31 29 70 68 66 63 61 58 56 54 51 49 46 44 42 39 37 34 32 30 27 DK_JAZZ 118-2-1 < < < < < < < < < < < BDJAZZ 97-12 < SDJAZZ3 100-12 < SDSTD3 101-10 TOMJAZZ 104-11 HHTGHT1 105-13 TOMJAZZ 104-11 < TOMJAZZ 104-11 HHOPEN1 105-11 TOMJAZZ 104-11 TOMJAZZ 104-11 < TOMJAZZ 104-11 < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 28 DK_HOUSE 117-2-1 < < < < < < < < < < BDHOUSE2 97-10 BDHOUSE HOUSERIM 99-11 < < HOUSESD2 101-13 HOUSETCON 109-16 HO
< < < < < < < < < < < < < < < < Drumkits C8 108 107 105 103 101 100 98 C7 96 95 93 91 89 88 86 C6 84 83 81 79 77 106 104 102 97 99 94 92 90 87 85 82 80 78 75 < < < < < < < < < < < < < < < < 76 < < < < < < < < < < < < < < < < BONGOLOW 109-11 BONGOLOW 109-11 CONGASLAP 109-12 CONGAHIGH 109-14 CONGALOW 109-15 GUIROLONG 111-9 QUICALOW 111-14 TIMBALES 110-9 TIMBALES 110-9 AGOGO 110-11 TRIANLONG 111-15 WHISTLE 110-15 BDHOUSE1 97-9 NOISEPERC 116-9 HOUSSD1 101-12 VOICES1 114-9 VOICES 3 114-11 VOICES2 114-10 V
71 69 67 65 64 62 C4 60 59 57 55 53 52 50 C3 48 47 45 43 41 40 38 C2 36 35 33 31 29 70 68 66 63 61 58 56 54 51 49 46 44 42 39 37 34 32 30 27 DK_DANCE 116-3-1 < < < < < < < < < < BDELECT1 97-11 BDELECT1 97-11 < SDELECT 100-9 < SDROOM1 100-14 TOMELEC 104-9 < TOMELEC 104-9 < TOMELEC 104-9 HHOPEN1 105-11 TOMELEC 104-9 TOMELEC 104-9 < TOMELEC 104-9 < ReverseCym 120-1 < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 28 DK_STD.
Drumkits C8 108 107 105 103 101 100 98 C7 96 95 93 91 89 88 86 C6 84 83 81 79 77 76 106 104 102 99 97 94 92 90 87 85 82 80 78 75 < < < < < < < < < < < < < < < < < GUIRLONG 111-9 < < < < < < < < FINGERSNAP 113-9 CELESTA 9-1-9 BARCHIMES 16-2-1 < DARBKHIGH 112-15 DARBKLOW 112-16 DROP 113-13 WATER 113-12 VOICES1 114-9 VOXTAP 114-13 VOXTIP 114-14 CLACKSON 113-16 DOOR 113-13 RASPY RIDE 116-10 BABYVOX 114-16 EMPTY 74 BreathNois 122-1 VIBRASLAP 108-12 VOICES1 114-9 VOICES1 114-9 VOICES1 114-9 VOICES1 114-9 VOI
71 69 67 65 64 62 C4 60 59 57 55 53 52 50 C3 48 47 45 43 41 40 38 C2 36 35 33 31 29 70 68 66 63 61 58 56 54 51 49 46 44 42 39 37 34 32 30 27 < < < < < < < < BDTEKNO 98-9 BDJAZZ 97-12 HOUSERIM 99-11 HOUSSD1 101-12 < HOUSESD2 101-13 HOUSETCON 109-16 HHCLO2 105-16 HOUSETCON 109-16 HHTGHT1 105-13 HOUSETCON 109-16 HOUSERIDE 107-11 HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 HHOPEN2 106-9 HOUSETCON 109-16 ReverseCym 120-1 < < < < HOUSECOWB 108-13 < < < < < HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 DYNSDJAZZ 100-
< GUIROLONG 113-9 < < < < < < < < FINGERSNAP 113-9 CELESTA 9-1 BARCHIMES 16-2 < DARBKHIGH 112-15 DARBKLOW 112-16 DROP 113-10 WATER 113-12 VOICES1 114-9 VOXTAP 114-13 VOXTIP 114-14 CLAKSON 113-16 DOOR 113-13 RASPYRIDE 116-10 BABYVOX 114-16 EMPTY 128-16 Drumkits C8 108 107 105 103 101 100 98 C7 96 95 93 91 89 88 86 C6 84 83 81 79 77 106 104 102 99 97 94 92 90 87 85 82 80 78 75 < GUIROLONG 113-9 < < < < < < < < FINGERSNAP 113-9 CELESTA 9-1 BARCHIMES 16-2 < DARBKHIGH 112-15 DARBKLOW 112-16 DROP 113-10 WATER
71 69 67 65 64 62 C4 60 59 57 55 53 52 50 C3 48 47 45 43 41 40 38 C2 36 35 33 31 29 70 68 66 63 61 58 56 54 51 49 46 44 42 39 37 34 32 30 27 DK_ORCHWX 120-4-1 ZAPP 115-10 ZAPP 115-10 HHCLO1S 105-10 HHCLO1L 105-9 HHOPEN2 106-9 RIDECYMB 107-13 < BDELECT1 97-11 RIMSHOT1 99-9 BABYVOX 114-16 < TIMPANI 48-1 < SDJAZZ3 100-12 FINGERSNAP 113-8 SDJAZZ3 100-12 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TIMPANI 48-1 TI
< < < < Drumkits C8 108 107 105 103 101 100 98 C7 96 95 93 91 89 88 86 C6 84 83 81 79 77 106 104 102 99 97 94 92 90 87 85 82 80 78 75 < GUIROLONG 113-9 < < < < < < < < FINGERSNAP 113-9 CELESTA 9-1 BARCHIMES 16-2 < DARBKHIGH 112-15 DARBKLOW 112-16 DROP 113-10 WATER 113-12 VOICES1 114-9 VOXTAP 114-13 VOXTIP 114-14 CLAKSON 113-16 DOOR 113-13 RASPYRIDE 116-10 BABYVOX 114-16 EMPTY 128-16 76 < GUIROLONG 113-9 < < < < < < < < FINGERSNAP 113-9 CELESTA 9-1 BARCHIMES 16-2 < DARBKHIGH 112-15 DARBKLOW 112-16 DROP
71 69 67 65 64 62 C4 60 59 57 55 53 52 50 C3 48 47 45 43 41 40 38 C2 36 35 33 31 29 70 68 66 63 61 58 56 54 51 49 46 44 42 39 37 34 32 30 27 DK_RIDE IT 118-5-1 28 DK_HOUSE2WX 117-5-1 ZAPP 115-10 ZAPP 115-10 < KITCHEN 113-14 SCRATCH1 115-12 < < < RIMSHOT1 99-9 BABYVOX 114-16 < BDHOUSE2 97-10 < SDSTD2 101-9 < SDJAZZ3 100-12 TOMHIGH 104-10 < TOMHIGH 104-10 < TOMHIGH 104-10 < TOMHIGH 104-10 < < < < < < < < < < < < HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 HOUSETCON 109-16 < TIMBALE
A•20 Bijlage ○ ○ ○ ROM-Styles CC00 PC Style CC00 PC Style CC00 PC Style CC00 PC Style 8 BEAT Bank 1 ROCK Bank 2 DANCE2 Bank 1 U.S. TRAD Bank 2 32 00 8Beat 1 32 40 Rock 3 32 80 70' Disco 32 01 8Beat 2 41 Rock 4 81 Disco 01 121 Org.March 02 8Beat 3 42 Shuffle 82 Disco 02 122 Welkish 03 8Beat 4 43 SlowRock 3 83 Disco 03 123 Organsel 04 8Beat 5 44 SlowRock 4 84 Disco 04 124 Hawaiian 05 8Beat 6 45 Rock 5 85 Latin D.
Tabellen A•21 User Styles/Songs ○ CC00 PC Style-Perf. † CC00 PC User Style CC00 PC Song † LATIN 1 Bank 1 36 00 USER 1 55 33 32 Bossa Nova 01 44 33 SoftBossa 34 ChaCha 1 35 33 ChaCha 1 SoftBossa 33 32 LATIN 1 03 02 Bossa Nova Bank 1 CC00 PC Style 01 36 00 CC00 PC Style-Perf.
A•22 Bijlage ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Performances (RealTime) Effects CC00 PC Performances† CC00 PC Performances† CC16 DSP A/B select † CC16 DSP A/B select † Group 1 Group 5 64 65 † On MIDI Common channel only 48 33 ChrousGtr 0 1 EPSymphony 34 RockOrgan CC48 Rev Eff type select † CC48 Mod.
Tabellen A•23 Wavetables 135. BARCHIME 202. SHAMISEN 201. KALIUMBA 200. BANJO 199. FLANGED 198. VOC-DUKN 197. SAX_BARI 196. ORROCK_F 195. OR_THEAT 194. KOTO 193. ICE_RAIN 192. GTR_KURZ 191. JAZZ_GT2 190. DIST_GTR 189. HARMGT_L 188. HARMGT_H 187. FLUTE 186. FRETLES 185. BASSLAP_L 184. BASSLAP_H 183. HARMELBS 182. THUMBASS 181. EL_BASS_L 180. ELBASS_H 249. WHAWHA4 248. WHAWHA3 247. WHAWHA2 246. WHAWHA1 245. PIK_GRT2 244. PIK_GRT1 243. GT_HARMO 242. FKG_G_WS 241. VIOLIN 240. VIOLA 239. HARPSI_S 238.
† These messages are available on the Common channel only (1) Vocal Processor Controllers Aux Messages Notes Mode 2 OMNI ON - MONO Mode 4 OMNI OFF - MONO Active sensing All Sound Off Reset All Contr.
Tabellen A•25 Control Change reception: Key’s Ch’s After Touch Pitch Bender Note ON Note OFF Velocity True voice Default Messages Altered Mode Note Number Default Changed Basic Channel FUNCTION Data Entry Volume Pan Expression Contr.
A•26 Bijlage ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ RECOGNIZED CONTROL CHANGE MESSAGES (MIDI CONTROLLERS) CONTROL CHANGE ON TRACKS CC00,32 Bank change. A ControlChange message activates a Controlller, determined by the first ControlChange value. CC01 Modulation. CC06,38 Data Entry. CC07 Main Volume. CC10 Pan (panorama). CC11 Expression.
System Exclusive A•27 WK6/WK8 System Exclusive Implementation ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ UNIVERSAL NON-REAL TIME SYSTEM MESSAGES device ID Sample number (LSB first) Sample format(# of significant bits from 8-28) Sample period in nanoseconds (LSB first) Sample length in words (LSB first) Sustain loop start point word number (LSB first) Sustain loop end point word number (LSB first) Loop type (00=forward,01=backward/forward,7F=loop off) NACK (handshake message): F0H
A•28 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DATA PACKET: F0H 7EH cc 02H kk <120 bytes> ll F7H = = = = = = = = System Exclusive Message status Non-Real Time extension device ID DATA PACKET ID running packet count (0-127) data (7 bit data format) checksum (XOR of 7E cc kk <120 bytes>) EOX DEVICE INQUIRY To be able to identify a MIDI device, the following two messages are utilized; the first used for the inquiry: INQUIRY MESSAGE: F0H = System Exclusive Message status 7EH
System Exclusive A•29 ○ System Exclusive Message status ID number (manufacturer ID) = GENERAL MUSIC Command ID: 3 RealTime, c = Device ID (0-F) Get subfunction / Set subfunction Model ID, 00 = WK4 c = checksum (0:1), f = Data Format (0:4) 1 c=1 checksum present, c=0 absent; starting address code (MSB first) amount of required data bytes (MSB first) Data byte : first data byte to be sent Data byte : last data byte to be sent checksum ( optional ) EOX ( End Of Exclusive ) ○ ○ ○ ○ EOX F7 F7 ○ ○ ○ ○ ○
A•30 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ (1)Exclusive Status (2)manufacturer ID=GENERAL MUSIC (3)Command ID(3=RealTime) + device ID (1=2° device ID) (4)Set Subfunction (5)Model ID (0=WK4) (6)c=1(Yes checksum),f=0(7 bit data value) (7)EOX : To know the value of the parameter HighGain of the Equalizer using common channel 9 and format 0 (7 bit data value).
System Exclusive A•31 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ F7 (6) Size (H) Range(H) Parameter Description (1)Exclusive Status (2)manufacturer ID=GENERAL MUSIC (3)Command ID(3=RealTime) + device ID (8=9° device ID) (4)Get Subfunction (5)Model ID (0=WK4) (6) EOX Address(H) 0=English 0=English 0=Positive Default (GENERAL) DISPLAY CONTROLS Size (H) Address(H) 00 00 00 01 01 01 Range(H) Footswitch[1] Footswitch[2] Footswitch[3] Parameter 0=Normally closed, 1=open 0=N
A•32 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ (GENERAL) NOTE TUNING/SCALE ( xx = NOTE = 0 - 7F ) Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description Default xx 06 00 xx 06 01 0 -> 127 -63 -> +63; 00 00 01 00 00 01 00 01 7F 7F coarse finetune (GENERAL) TUNING/SCALE Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description Default 00 07 00 00 07 01 00 00 01 00 00 01 01 00 Master_pitch kbd_scale -63 -> +63; 0 -> +13 0 0=Equal 7F 0D MIDI CLOCK Address(H) Size (H
System Exclusive A•33 MIDI_CHANNELS ( xx = CHANNEL3 = 0 - 1F ) ○ Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description Default xx 0D 00 xx 0D 01 xx 0D 02 xx 0D 03 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 01 01 01 01 Midi_IN_Port Midi_IN_Ch Midi_OUT_Port Midi_OUT_Ch 1 = MidiIn A, 2= MidiIn B 1->10 = channels 1->16 1 = MidiOut A, 2= MidiOut B 1->10 = channels 1->16 1=In A Description 02 10 02 10 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1=Out A (GENERAL) PEDALBOARD/COMPUTER MODE
A•34 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Range(H) Size (H) ○ Address(H) ○ 00 00 00 00 00 00 ○ 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 02 01 7F 03 01 7F ○ xx 18 00 xx 18 01 xx 18 02 xx 18 03 xx 18 04 xx 18 05 ○ PERFORMANCE PARAMETERS EFFECTS A Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description Default 00 13 00 00 13 01 00 13 02 00 13 03 00 13 04 00 13 05 00 13 06 00 13 07 00 13 08 00 13 09 00 13 0A 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01
System Exclusive A•35 ○ ○ ○ MIDI IN FILTER ( xx = CHANNEL = 0 - 1F ) Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description Default xx 19 00 xx 19 01 xx 19 02 xx 19 03 xx 19 04 xx 19 05 xx 19 06 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 00 00 00 00 00 filter_in1 filter_in2 filter_in3 filter_in4 filter_in5 filter_in6 filter_in7 0 -> 100 0 -> 100 0 -> 100 0 -> 100 0 -> 100 0 -> 100 0 -> 100 00H 00H 00H 00H 00H 00H 00H ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Default LA
A•36 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DYNAMIC SWITCH Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description 00 1E 00 00 00 01 00 DynSwitch 00 127 7F Default LAYER2 SOUND PATCH ( xx = NOTE = 0 - 7F ) Subfunction ID: cc F7H = = EOX ○ Address(H) Size (H) Range(H) Parameter Description xx 1F 00 xx 1F 01 xx 1F 02 xx 1F 03 xx 1F 04 xx 1F 05 xx 1F 06 xx 1F 07 xx 1F 08 xx 1F 09 00 00 02 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01 00 00 01
System Exclusive A•37 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ The transmission of one of the available resources starts by sending a message (File Header message) to indentify the successve blocks of data desired (File Data message).
A•38 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ACK message: F0H = 2FH = 5cH = 7FH = 00 = 00 = pp = F7H = System Exclusive Message status ID number (manufacturer ID) = GENERAL MUSIC Command ID: 5=Resource Access, c=device ID(0-F) Subfunction ID = ACK Model ID, 00 = WK4 not checksum, format 0 packet number (00:7fH) EOX NACK message: F0H = 2FH = 5cH = 7EH = 00 = 00 = pp = F7H = System Exclusive Message status ID number (manufacturer ID) = GENERAL MUSIC Command ID: 5=Resource
System Exclusive A•39 00 (8) 00 (6) 05 (7) 03 (8) ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ F7 (9) System Exclusive Message status Manufacturer ID = GENERAL MUSIC Command ID: 5=Resource Access, c=device ID(0-F) Subfunction ID = PARAMETER REQUEST Model ID, 00 = WK4 not checksum, format 0 Parameter ID Bank Select PrChange Select (only for SOUND) EOX 00 (5) ○ 0 1 2 3 4 5 03 (4) ○ Parameter Data message: : Request for the 3rd Song in the System: 2F 50 (2) (3) ○ F7 (9) (1)Exclusive Status (2
A•40 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 41H 00 cf pp cc F7H = = = = Subfunction ID = PARAMETER DATA Model ID, 00 = WK4 checksum=1, format (5 per Status, 0 altrimenti) packet number (00:7fH) = = checksum EOX The data sent refer to the structure as described below. ∑ Status Data. The data relates to the parameters contained in the following fields (the quantities of memory are expressed in Kbyte): bytes 1 1 1 1 4 4 4 4 4 rel.addr.
System Exclusive A•41 ○ APPENDIX A ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ DATA FORMAT The messages used to control the system exclusives accept data in the following formats: format =0 (7 bit data value): the natural data format with values from 0 to 127. Does not require any form of treatment. which when shown on the terminal gives the stream “12345678”, representing the initial data.
A•42 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Observations: The Set function of the System Exclusive is able to automatically identify the amount of the field to update, regardless of the format with which the data is sent with the following exceptions: ∑ the format 0 always modifies a bytes relating to the addres of the variable to update, therefore, if for example, we want to modify with format 0 a variable of 32 bits of the current value equalling 0x12345678 (hexadecimal
System Exclusive A•43 Referring to the Resource Request Message command detailed above, setting the value of 0 in the field ss we will obtain all the resources, while specifying a number greater than 0 we will obtain the transmission of the single resource required.
A•44 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ }; ○ // total 2 bytes struct F_HEAD { unsigned char name[8],ext[3],flags; // 12 TIME_INF time; DATE_INF date; long length; }; // // // // 2 2 4 total 20 bytes For completion, the description of the file inside the HEADER.
System Exclusive A•45 APPENDIX C ○ MIDI FILTERS conversion table N. Description N. Description 0 Filter off 50 77 S.C. (Undef.) 1 Prg. change 51 78 S.C. (Undef.) 2 Pitch 52 79 S.C. (Undef.) 3 Mono touch 53 80 Gen. purp. c.5 4 Poly touch 54 81 Gen. purp. c.6 5 0 Bank sel 55 82 Gen. purp. c.7 6 1 Modulation 56 83 Gen. purp. c.8 7 2 Breath cnt. 57 84 Portam. cnt. 8 3 Undef. cnt. 58 85 Undef. cnt. 9 4 Foot cnt. 59 86 Undef. cnt. 10 5 Portamento time 60 87 Undef. cnt. 11 6 Data en. MSB 61 88 Undef. cnt.
A•46 Appendix ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ 1 see Appendix A on Data Format 2 0=Echo LCD, 1=All, 2=All on 2 lines, 3=Lyric only, 4=Chord only 3 The values 00H-0FH relatve to the Midi Port-A and 10H-1FH to Port-B 4 00=No Midi, No Keyboard, 1=only Keyboard, 2=only Midi, 3=Midi & Keyboard 5 00=N0 Midi, No Generation, 1=only Generation, 2=only Midi, 3=Midi & Generation 6 see Appendix A on Data Format 7 see paragraph “Device Parameter Access” 8 Infact the Resour
Index A•47 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Index A•47 Index ○ ○ A ○ ○ Aanzetten 2. 1 Abort 16. 37, 16. 53 Achterzijde (aansluitingen) 1. 2 Add segment 16. 16 Aiff 16. 40 Akai 16. 40 Akkoord herkennings modes 2. 33 Akkoord symbolen invoegen 7. 23 Algemene «DiSK» procedure 3. 4 Algemene Edit procedure 15. 1 Algemene info en tips voor Sound Programmering 16. 38 Algemene load procedure 3. 7 Algemene save procedure 3. 15 Algorithm 16.
A•48 Index ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Detune 10. 4, 14. 2 Dialoog vensters 1. 8 Diffusion 10. 3 Digital Signal Processor 2. 37 Diplay controls 17. 6 Disk & Hard Disk 3. 1 Display 1. 3 Display Hold 2. 22, 5. 9 Display mode 17. 6 Drum mask 9. 18 Drumkit 2. 17, 15. 5 Drumkit/Soundpatch 15. 6 Dual 1 Algoritme 16. 2 Dual 2 Algoritme 16. 2 Dual 3 Algoritme 16. 2 Dual 4 Algoritme 16. 2 Duet 14. 4 Dynamic 16. 11 Dynamic Arrange 2. 34 Dynamic Range 16. 36 Dynamic switch 15.
Index A•49 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Index A•49 Hard disk sleep time 3. 31 Hardcopy 13. 3 Harde schijf 3. 1 Harmony 2. 30, 14. 4 Harmony On/Off 2. 30 Harmony type 14. 4 Help 5. 1, 5. 10 Help language 17. 6 Herkende formaten 16. 40 High Gain 10. 4 High Pass 16. 39 High-pass 15. 3 Hoofdmenu opties 16. 36 Hoofdtelefoon 2. 11 ○ ○ I Macintosh 2. 64, 17. 5 Mask 9. 17 Master 2. 61 Master pitch 17. 2 Master Track 7. 17 Master Track (F4) 7.
A•50 Index ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ P Octave 1 14. 4 Octave 2 14. 4 Octave down 17. 3 Octave up 17. 3 Oktaaf transponeren 2. 10 One finger 2. 33 Open 1 14. 4 Open 2 14. 4 Opnemen (User Style) 8. 3 Opnemen met de Record methode 6. 7 Opstart Performance 2. 40 Originele Performance instellingen herstellen 2. 43 Oscillators en Layers 15. 2 Oscillators en layers 16. 1 Oscilleren 16. 23 Over de Sample Translator 16. 40 Overdub 6. 10, 8. 4 O Name 7. 2 Navigatie 1.
Index A•51 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Index A•51 Reverbs 2. 37 Reverbs (effect table) 10. 5 Riff 8. 5, 9. 3 Riff (all tracks) 9. 3 Riff (all tracks) (F6) 9. 6 Rock 14. 4 ROM-Klank 2. 17 Room Size 10. 3 Root 7. 24, 7. 26 Rotary 10. 3 ○ ○ S Tekst invoeren 1. 4 Tempo 8. 5 Tempo Lock 2. 30 Tijdelijk verlaten 16. 5 Time 16. 17 Time Signature 6. 4, 8. 3, 8. 5 Time Signature (Maatverdeling) 6. 11 Title 7. 2 To octave 17.
A•52 Index ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ Y Waarschuwingen 1. 8 Wat is een Riff? 8. 1 Wat is een Song 6. 1 Wave 16. 40 Wave Vector 16. 9 Waveform 16. 9, 16. 38 Wavestart 16. 10 Werk diskette formatteren 3. 29 Wv. Start Dyn mode 16. 10 Wv. Start Dyn sns. 16. 10 WX2/SX2 Songs en Styles laden 3. 14 W Var (all riffs) 9. 3 Var (all riffs) (F7) 9. 6 Variatie 9. 3 Variation 8. 5 Velocity 7. 12, 9. 12 Velocity curve 14. 3 Velocity Mode 7. 12 Velocity mode 9. 12 Velocity range 14.