Operation Manual
Werken met het Notebook
26 10600402658
Energiespaarfuncties gebruiken
Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op die
manier kan u langer met accuvoeding werken voor u de accu weer moet opladen.
i
Als u aangesloten bent op een netwerk of als u een geïntegreerde modem, een PC-LAN-
kaart of een PC-modemkaart gebruikt, is het niet aan te bevelen om te schakelen naar
een energiespaarmodus. Hierdoor zou de netwerkverbinding namelijk verbroken kunnen
raken.
Als u het Notebook gedurende lange tijd niet gebruikt, dient u eerst de
energiespaarmodus te beëindigen en daarna het Notebook uit te schakelen. Schakel het
Notebook nooit uit met de Suspend/Resume-toets terwijl het Notebook zich in één van de
energiespaarmodi bevindt.
Als het Notebook zich in een energiespaarmodus bevindt:
• Sluit geen externe toestellen aan.
• Koppel het Notebook niet los van externe toestellen.
• Schakel het Notebook niet in zolang de ingebouwde accu leeg is.
• Wijzig de geheugenomvang niet.
• Steek geen PC-card in of trek geen PC-card uit.
Het besturingssysteem Windows XP gebruikt ACPI (Advanced Configuration and Power Interface)
voor het energiebeheer. De energiespaarfuncties kunt u instellen onder Start - Configuratiescherm -
Prestaties en onderhoud - Energiebeheer.
Bij Windows is de Slaapstand standaard geactiveerd.
PC-cards
Een PC-card-steekplaats (CardBus of PCMCIA) maakt het gebruik van een PC-card type I of type II
mogelijk.
!
Lees de documentatie bij uw PC-card en volg de instructies van de fabrikant.
Gebruik geen geweld om een PC-card te monteren of te demonteren.
Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de PC-card-sleuf terecht komen.