Waar u bepaalde informatie kunt vinden Installatie Met behulp van deze handleiding kunt u uw printer instellen en gaan gebruiken. Hierin wordt beschreven hoe u uw printer instelt en de printersoftware installeert. Handleiding voor gebruik zonder computer Deze handleiding bevat informatie over rechtstreeks afdrukken, het oplossen van problemen en klantenservice.
® Kleureninkjetprinter Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij deze Epson-printer.
Een deel van de fotogegevens op de cd-rom met printersoftware is in licentie gegeven door Design Exchange Co., Ltd. Copyright © 2000 Design Exchange Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. DPOF™ is een handelsmerk van CANON INC., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co., Ltd. en Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Zip® is een gedeponeerd handelsmerk van Iomega Corporation. SD™ is een handelsmerk.
Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Waarschuwingen, Voorzorgsmaatregelen en Opmerkingen . . . . 12 Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Printeronderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afdrukkwaliteit verbeteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 De spuitkanaaltjes van de printkop controleren . . . . . . . . . . . . . . .70 De printkop reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 De printkop uitlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 De printer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76 De printer vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees alle instructies in dit gedeelte goed door voordat u de printer in gebruik neemt. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer zelf staan in acht. De printer installeren Houd bij de installatie van de printer rekening met het volgende: ❏ De openingen in de printerbehuizing mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt. ❏ Gebruik alleen de netspanning die staat vermeld op het etiket op de printer.
❏ Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons. ❏ Gebruik geen beschadigd of gerafeld netsnoer. ❏ Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer.
Een plaats kiezen voor de printer Houd bij het kiezen van een plaats voor de printer rekening met het volgende: ❏ Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. Laat als u de printer bij een muur plaatst meer dan 10 cm vrij tussen de achterkant van de printer en de muur. De printer werkt niet goed als hij scheef staat. ❏ Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt gehouden.
❏ Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op de printer morst. ❏ Steek uw hand niet in de printer en raak de cartridges niet aan tijdens het afdrukken. ❏ Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd. ❏ Zet de printer altijd uit met de aan-uitknop P. Wanneer deze knop wordt ingedrukt, gaat het LCD-scherm uit. Verwijder de stekker pas uit het stopcontact en sluit de stroom naar het stopcontact pas af wanneer het LCD-scherm uit is.
Het LCD-scherm of de voorbeeldmonitor gebruiken ❏ Het LCD-scherm of de voorbeeldmonitor kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen. Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het scherm beschadigd is. ❏ Maak het LCD-scherm en de voorbeeldmonitor alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische reinigingsmiddelen. ❏ Neem contact op met uw leverancier als het LCD-scherm van de printer of dat van de voorbeeldmonitor beschadigd is.
❏ Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven. Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt. ❏ De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat lekken.
❏ Als u een cartridge verwijdert voor later gebruik, dient u de inkttoevoer te beschermen tegen vuil en stof. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als de printer. Een ventieltje in de inkttoevoer maakt een deksel of stop overbodig, maar de inkt kan wel vlekken geven op voorwerpen die tegen dit deel van de cartridge komen. Raak de inkttoevoer of het gebied eromheen niet aan.
Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel Printeronderdelen papiersteun papiertoevoer printerkap voorbeeldmonitor klepje van kaartsleuven USB-aansluiting voor extern apparaat cd-/dvd-geleider uitvoerlade Nederlands zijgeleiders verlengstuk van uitvoerlade 13
Sleuf voor geheugenkaarten (vergroot weergegeven) Sleuf voor geheugenkaarten van het type Memory Stick/ Memory Stick PRO/SD/ MultiMediaCard Sleuf voor geheugenkaarten van het type SmartMedia/ xD-Picture Card Sleuf voor CompactFlash Type II-kaarten geheugenkaartlampje USB-aansluiting naar computer 14
cartridgekap LCD-scherm printkop bedieningspaneel Bedieningspaneel Nederlands a b c k j i d h e g f 15
Knoppen a. LCD-scherm: toont de items en instellingen die u kunt wijzigen met de knoppen van het bedieningspaneel. b. Knop Rechtstreeks opslaan: voor het opslaan van de inhoud van een geheugenkaart op een extern opslagapparaat. c. Customknoppen: als u deze knop langer dan twee seconden ingedrukt houdt, slaat u de instellingen op die op het LCD-scherm worden weergegeven. Door de knop eenmaal kort in te drukken kunt u de eerder opgeslagen instellingen oproepen. d.
Knop Functie P Hiermee zet u de printer aan en uit. Aan/uit Hiermee toont u instructies voor het verhelpen van storingen of wist u de volgende fouten: ( Onderhoud Geen inkt Geen cartridge/afwijking Geen papier (alleen losse vellen) Vastgelopen papier Meerdere pagina's ingevoerd Start het hulpprogramma Cartridge vervangen. Hiermee kunt u het menu Vervanging inktcartridge weergeven wanneer het onderhoudslampje ( uit is en op de knop wordt gedrukt in de geavanceerde modus.
Rechtstreeks afdrukken Inleiding In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u rechtstreeks vanaf een geheugenkaart kunt afdrukken met behulp van de instellingen van het LCD-scherm, dus zonder een computer te gebruiken. Opmerking: ❏ Druk eerst één vel af om de kwaliteit te controleren voordat u een grote taak afdrukt. ❏ Wij raden u aan de USB-kabel los te maken wanneer u rechtstreeks vanaf een geheugenkaart afdrukt.
5. Leg het papier met de afdrukzijde naar boven tegen de rechterzijgeleider en schuif het zo in de papiertoevoer. Schuif de linkerzijgeleider tegen de linkerkant van het papier aan. Zorg ervoor dat de stapel papier niet boven de aanduiding aan de binnenzijde van de geleiders uitsteekt. ❏ Laad papier altijd met de smalle kant eerst in de papiertoevoer. ❏ Zorg ervoor dat de stapel papier niet boven het driehoekje aan de binnenzijde van de geleiders komt.
EPSON Premium Semigloss Photo Paper Maximaal 20 vellen. EPSON Photo Stickers Vel voor vel. EPSON Iron-On Cool Peel Transfer Paper Vel voor vel. Geheugenkaarten in de printer plaatsen Geschikte opslagmedia Digitale foto's worden opgeslagen in het ingebouwde geheugen van de digitale camera of op losse kaarten die in de camera kunnen worden geplaatst (geheugenkaarten genoemd). Een geheugenkaart kan in de camera worden geplaatst en even gemakkelijk weer worden verwijderd.
c Let op: Het precieze gebruik van de geheugenkaarten hangt af van het kaarttype. Raadpleeg daarom altijd de documentatie bij uw geheugenkaart voor meer informatie hierover. Opmerking: Raadpleeg “Gegevensindeling van een geheugenkaart” op pagina 21 voor de specificaties van de geheugenkaarten die met deze printer kunnen worden gebruikt.
Geheugenkaarten in de printer steken Zet de printer aan, open het klepje van de kaartsleuven en steek een geheugenkaart in de printer (zie illustratie). Wanneer de geheugenkaart goed is geplaatst, gaat het geheugenkaartlampje branden.
c Let op: ❏ U steekt een geheugenkaart altijd met de bovenzijde van de kaart naar rechts gekeerd in de printer (zie illustratie). ❏ Door een geheugenkaart op een andere manier dan hier getoond in de printer te plaatsen kunnen de printer en/of de kaart beschadigd raken. ❏ Gebruik altijd maar één type geheugenkaart tegelijk. Verwijder de geplaatste geheugenkaart altijd eerst voordat u een ander type kaart plaatst. ❏ Sluit het klepje van de kaartsleuven wanneer de geheugenkaart in gebruik is.
Een index afdrukken U kunt een of meer exemplaren afdrukken van een index van alle foto’s op de geheugenkaart in de printer. Een index kan handig zijn om te bepalen welke foto moet worden afgedrukt. 1. Zorg ervoor dat de basismodus is geselecteerd. Opmerking: Wanneer de geavanceerde modus is geselecteerd, drukt u op de keuzeknop voor de modus Basis/Geavanceerd gevolgd door de knop OK om over te schakelen naar de basismodus. 2.
Losse foto's afdrukken In dit voorbeeld wordt één foto afgedrukt op Premium Glossy Photo Paper van het formaat 10 × 15 cm met de instelling Randloos en normale afdrukkwaliteit. Fotonummer 1. Als u een index hebt afgedrukt, zoekt u op de index het nummer van de foto die u wilt afdrukken. Het nummer staat onder de foto. Ga door naar stap 2 als u geen index hebt afgedrukt. 2. Selecteer Selecteer foto met de knop u of d en druk op de knop OK. 3.
4. Selecteer Aantal, druk op de knop OK om het aantal exemplaren te kunnen opgeven, selecteer het gewenste aantal afdrukken en druk vervolgens op de knop OK. 5. Druk op de knop Print om te beginnen met afdrukken. Alle foto’s van de geheugenkaart afdrukken Alle: Hiermee drukt u alle foto’s van de geheugenkaart af. 1. Selecteer Alle bij Selecteer foto en druk vervolgens op de knop OK. Opmerking: De eerste afbeelding wordt weergegeven op de voorbeeldmonitor. 2.
1. Selecteer Individueel bij Selecteer foto en druk vervolgens op de knop OK. 2. Selecteer het nummer van de foto die u wilt afdrukken met de knop u of d en druk op de knop OK. Het geselecteerde nummer wordt weergegeven op de voorbeeldmonitor. 4. Herhaal stap 2 tot 3 als u nog meer foto's wilt vastleggen Opmerking: Als u het aantal exemplaren wilt wissen, selecteert u de foto en drukt u op de knop OK. Het aantal springt op 0 en het selectievakje wordt uitgeschakeld. 5.
6. Wanneer alle gewenste fotonummers zijn vastgelegd, drukt u op de knop Print om de geselecteerde foto's af te drukken. DPOF-gegevens afdrukken Deze printer voldoet aan de norm DPOF 1.10 (Digital Print Order Format). Met DPOF kunt u vóór het afdrukken de fotonummers en het aantal exemplaren van de foto's in de digitale camera instellen. Om DPOF-gegevens te kunnen aanmaken moet u wel een digitale camera gebruiken die DPOF ondersteunt. Raadpleeg de documentatie bij uw digitale camera voor meer informatie.
2. Druk op de knop u of d om bij Van: het nummer te selecteren van de eerste foto die u wilt afdrukken. Druk vervolgens op de knop OK. Selecteer vervolgens bij Tot: het nummer van de laatste foto die u wilt afdrukken en druk op de knop OK. 3. Selecteer de gewenste waarde bij Aantal en druk op Print om de geselecteerde foto's af te drukken. P.I.F.-index afdrukken 1. Selecteer P.I.F.-index bij Selecteer foto en druk vervolgens op de knop OK. 2. Zorg ervoor dat 1 van elk is geselecteerd bij Aantal. 3.
Zie de gebruikershandleiding op het bureaublad als u wilt afdrukken vanaf een op de printer aangesloten computer. Houd bij het afdrukken op een cd/dvd rekening met het volgende: Opmerking: ❏ Gebruik alleen cd's/dvd's die duidelijk bedoeld zijn om te worden bedrukt. Dit wordt op de verpakking doorgaans aangegeven met opschriften als “Printable on the label surface” (Bedrukbare labelzijde) of “Printable with ink jet printers” (Kan worden bedrukt met een inkjetprinter).
Opmerking: Als de cd-/dvd-geleider wordt geopend tijdens het afdrukken of als er papier in de papiertoevoer ligt, treedt er een fout op. 3. Steek de geheugenkaart met de fotogegevens die u wilt afdrukken in de geheugenkaartsleuf. Lay-out selecteren 1. Zorg ervoor dat Layout is geselecteerd in de instellingen op het LCD-scherm en druk vervolgens op de knop OK. Bij het afdrukken op een cd/dvd hebt u de volgende lay-outmogelijkheden.
Foto's selecteren om af te drukken 1. Ga naar Selecteer foto met de knop d en druk op de knop OK. 2. Selecteer de gewenste foto met de knop d (kijk op de voorbeeldmonitor) en druk op de knop OK. Opmerking: Dit scherm verschijnt wanneer u hebt gekozen voor een lay-out met vier of twaalf foto's. 3. Geef het aantal afdrukken per foto op met de knop u (als u hebt gekozen voor een lay-out met vier of twaalf foto's).
❏ Wanneer u foto's selecteert voor een lay-out met vier of twaalf foto's, kunt u eventueel ook minder foto's selecteren. De ongebruikte delen van de lay-out blijven leeg. Als u een hoger aantal opgeeft en de afbeeldingen dus niet meer op één cd of dvd passen, dan worden de extra afbeeldingen toegevoegd aan een lay-out voor een extra cd/dvd. In dat geval wordt u gevraagd of u na het afdrukken van de eerste cd/dvd nog een tweede cd/dvd in de printer wilt laden. Cd/dvd in de printer plaatsen 1.
4. Druk op de knop Back om terug te keren naar het lay-outscherm. De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven op de voorbeeldmonitor. Druk vervolgens op de knop Print om de cd/dvd af te drukken. Opmerking: ❏ We raden u aan om eerst een proefafdruk te maken op een testschijfje, voordat u de echte cd/dvd bedrukt. ❏ Eventueel kunt u dan de afdrukpositie aanpassen. Zie “De afdrukpositie aanpassen” op pagina 34 voor meer informatie.
3. Selecteer de richting en mate waarin de afbeelding moet worden verschoven met de knop u of d en druk op de knop OK. 5. Selecteer de richting en mate waarin de afbeelding moet worden verschoven met de knop u of d en druk op de knop OK. 6. Druk op de knop Terug om terug te keren naar het lay-outscherm en druk op de knop Print om de cd/dvd te bedrukken. 35 Nederlands 4.
Opmerking: De printer onthoudt de ingestelde afdrukpositie, ook wanneer u de printer uitzet. U hoeft de afdrukpositie dus niet steeds opnieuw in te stellen wanneer u de cd-/dvd-functie gebruikt. De afdrukdichtheid aanpassen Volg de onderstaande instructies om de hoeveelheid inkt aan te passen die wordt gebruikt bij het afdrukken van foto's op een cd of dvd. Hierdoor wijzigt u de kleurdiepte van de afdruk. 1. Selecteer Cd-instelling met de knop u of d en druk op de knop OK. 2.
Geheugenkaarten uit de printer verwijderen Wanneer alle taken zijn afgedrukt, kunt u de geheugenkaart verwijderen. 1. Controleer of het lampje van de geheugenkaart niet meer knippert. 2. Open het klepje van de kaarsleuven en trek de kaart uit de printer. ❏ Wanneer de printer bezig is met afdrukken of wanneer het lampje bij de kaartsleuf knippert mag u de geheugenkaart niet verwijderen en de printer niet uitschakelen. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
Diverse instellingen Geavanceerd afdrukken Belangrijkste instellingen a b c d e Opmerking: Druk, als de basismodus actief is, op de knop Basis/Geavanceerd om de geavanceerde modus te activeren. a. Selecteer foto In dit menu bepaalt u hoe gegevens die op een geheugenkaart zijn opgeslagen, moeten worden afgedrukt. 38 Alle Hiermee drukt u alle foto’s van de geheugenkaart af. Index Hiermee drukt u een index af van alle foto’s op de geheugenkaart.
P.I.F.-index Hiermee drukt u een index af van de PRINT Image Framer-kaders op de geheugenkaart. Fotonummer Hiermee drukt u één geselecteerde foto van de geheugenkaart af. Individueel Hiermee drukt u bepaalde geselecteerde foto’s van de geheugenkaart af. b. Aantal Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken. c. Papiertype Glossy Bij gebruik van EPSON Premium Glossy Photo Paper of EPSON Premium Semigloss Photo Paper. Foto Bij gebruik van EPSON Photo Paper.
e. Layout In dit menu kan de afdruklay-out worden opgegeven. Randloos Hiermee drukt u af zonder marges. Staand. Eén foto Hiermee drukt u af met een marge van 3 mm aan alle zijden. Staand. Bovenste helft Hiermee drukt u af op de bovenste helft, randloos. Twee Hiermee drukt u twee afbeeldingen (liggend) af op één vel papier. Vier Hiermee drukt u vier afbeeldingen (staand) af op één vel papier. Acht Hiermee drukt u acht afbeeldingen (liggend) af op één vel papier.
❏ Omdat deze functie de afbeelding iets groter maakt dan het eigenlijke papierformaat, wordt het deel van de afbeelding dat buiten de randen van het papier valt niet afgedrukt. ❏ De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen. ❏ Druk eerst één vel af om de kwaliteit te controleren voordat u een grote taak afdrukt.
Voor het basispunt kunt u kiezen uit negen opties: Links boven, Midden links, Beneden links, Midden boven, Midden, Beneden midden, Boven rechts, Midden rechts en Beneden rechts. Voor de vergrotingsfactor kunt u kiezen uit 1.2 en 1.5. Op de voorbeeldmonitor wordt de uitsnede aangegeven met een geel kader. Voorbeeld. Midden 1.5× Opmerking: Doordat wordt ingezoomd, is het mogelijk dat de afbeelding een beetje wazig wordt. Dit hangt af van de resolutie van de originele foto.
Zie “Afdrukken met Exif Print en PRINT Image Matching” op pagina 49 voor meer informatie over het afdrukken met PRINT Image Matching. P.I.M. (PRINT Image Matching) Hiermee drukt u af met de functie PRINT Image Matching. Als de fotogegevens geen PRINT Image Matching-gegevens bevatten, druk dan af met PhotoEnhance. PhotoEnhance Afbeeldingen die van de geheugenkaart worden geïmporteerd, worden automatisch verbeterd.
Verzadiging Hiermee past u de levendigheid van uw afdrukken aan. De normale instelling is Standaard. Scherpte Hiermee past u de scherpte van uw afdrukken aan. De normale instelling is Standaard. Datum Hiermee kunt u de datum afdrukken die in uw fotogegevens is opgenomen. De normale instelling is Geen. In de onderstaande voorbeelden zijn de diverse opties voor het instellen van de datum te zien. Geen Hiermee wordt de datum niet afgedrukt. mmm.dd.jjjj Dec.31.2003 dd.mmm.yyyy 31.Dec.2003 jjjj.mm.
Foto-informatie Als uw fotogegevens informatie bevatten conform de Exif-norm, maakt deze instelling het mogelijk om deze informatie af te drukken. De volgende informatie wordt afgedrukt: Belichtingstijd/sluitertijd (als beide waarden bestaan, krijgt de belichtingstijd voorrang, bijvoorbeeld 1/30s) F-waarde (bijvoorbeeld F2.8) ISO-waarde (bijvoorbeeld ISO100) De normale instelling is Uit.
Kwaliteit Hiermee past u de kwaliteit van uw afdrukken aan. De normale instelling is Hoog. Bi-D afdrukken Met deze instelling schakelt u het bidirectioneel afdrukken in, zodat uw printer zowel van links naar rechts als van rechts naar links afdrukt. Er wordt sneller afgedrukt, maar wel met een mindere kwaliteit. De normale instelling is Aan. Opmerking: Als er verkeerd uitgelijnde verticale lijnen zichtbaar worden bij bidirectioneel afdrukken, kan het nodig zijn de printkop opnieuw uit te lijnen.
Spuitkanaaltjes controleren Met deze optie kan een spuitkanaaltjespatroon worden afgedrukt. & Zie “De spuitkanaaltjes van de printkop controleren” op pagina 70 Papiertoevoer/Papieruitvoer Druk in dit menu op de knop OK en vervolgens nogmaals op OK ter bevestiging. De functie voor het toevoeren/uitvoeren van het papier wordt uitgevoerd. Printkop uitlijnen Kleuren-LCD-contrast Met deze optie kan het contrast van de voorbeeldmonitor worden uitgelijnd.
Geheugenkaart overschrijven Met deze optie bepaalt u of schrijven van de computer op de geheugenkaart al dan niet is toegestaan wanneer de printer is aangesloten op een computer. De normale instelling is Wel. Wel Met deze instelling is schrijven op de kaart vanaf de computer toegestaan. Het is mogelijk om bestanden/mappen op te slaan, te verwijderen, te formatteren en te maken. Niet Met deze instelling is schrijven op de kaart vanaf de computer niet toegestaan.
BT Toestelnaam BT Communicatiemodus BT Encryptie BT Instelling paswoord BT Toesteladres Deze instelling kan worden gebruikt wanneer de als optie verkrijgbare Bluetooth-adapter op de printer is aangesloten. Zie "De Bluetooth Photo Printer Adapter gebruiken" in de online-gebruikershandleiding voor meer informatie. Exif versie 2.
Werking Exif Print Wanneer u foto’s maakt met een digitale camera die compatibel is met Exif Print, wordt informatie over de camera-instellingen en de omstandigheden waarin de foto werd gemaakt, opgeslagen bij de fotogegevens. Het betreft hier bijvoorbeeld de instellingen voor belichting, witbalans, versterking, contrast, verzadiging en scherpte. Op basis van deze gegevens kan de printer de fotogegevens corrigeren en verbeteren.
Afdrukken zonder pc Steek de geheugenkaart van de digitale camera in de kaartsleuf en selecteer de afbeelding die moet worden afgedrukt. De opdrachten die bij het afbeeldingsbestand zijn opgeslagen worden opgevraagd, zodat het bestand kan worden afgedrukt. Exif Print en PRINT Image Matching zijn compatibel met het volgende afdrukmateriaal. Kies voor uw afdrukken dus een van deze materialen.
2. Geef de gewenste instellingen op bij Papiertype, Papierformaat en Layout. Het aantallenmenu toont het aantal vellen papier dat nodig is voor de geselecteerde lay-out. Opmerking: De instelling Layout is niet beschikbaar wanneer de DPOF-instellingen bedoeld zijn voor een indexafdruk. 3. Druk op de knop Print om te beginnen met afdrukken. PRINT Image Framer 1. Steek de geheugenkaart met digitale foto’s en PRINT Image Framer-gegevens in de daarvoor bestemde sleuf van de printer.
4. Selecteer in het menu Papierformaat het formaat van het papier dat u in de printer hebt geladen. Zorg ervoor dat het formaat van het geladen papier overeenstemt met het formaat dat is opgegeven voor de PRINT Image Framer-gegevens. Welke formaten precies in het menu Papierformaat voorkomen, hangt af van het geselecteerde Papiertype. Het is dus mogelijk dat bij bepaalde papiertypen het juiste formaat voor de PRINT Image Framer-gegevens niet wordt vermeld. Nederlands 5.
Opmerking: U kunt de lay-out van PRINT Image Framer-bestanden bekijken op de voorbeeldmonitor. U kunt op dit moment echter geen foto's weergeven. 6. Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken en het aantal exemplaren per foto. U gebruikt hiervoor de menu’s Selecteer foto en Aantal. 7. Druk op de knop Print om te beginnen met afdrukken. Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera U kunt deze functie gebruiken met digitale camera's die USB DIRECT-PRINT of PictBridge ondersteunen.
4. Zet de digitale camera aan en sluit de printer en camera op elkaar aan met een USB-kabel. 6. U kunt nu afdrukken vanaf de digitale camera. Opmerking: ❏ Maak geen kopie voordat of terwijl de digitale camera op de printer aangesloten is. ❏ Uw printer heeft twee USB-aansluitingen: één op de voorzijde en één op de achterzijde.
❏ Afhankelijk van het type digitale camera bestaat de mogelijkheid dat afbeeldingen met DPOF-gegevens niet kunnen worden gebruikt voor het bedrukken van cd's of dvd's. Instellingen opslaan en laden Als u bepaalde instellingen van het LCD-scherm vaak gebruikt, kunt u die instellingen opslaan onder de zogeheten Customknoppen. Wanneer u vervolgens op een van die Customknoppen drukt, worden de eerder opgeslagen instellingen weer actief.
Opmerking: ❏ Deze functie is niet beschikbaar in de basismodus. ❏ U kunt de instellingen niet laden of opslaan, of opgeslagen instellingen wijzigen, wanneer er een fout optreedt, tijdens het afdrukken van het spuitkanaaltjespatroon, tijdens het reinigen van de printkop, tijdens het vervangen van de cartridges en tijdens het uitlijnen van de printkop. ❏ U kunt instellingen opslaan voor Filter, Helderheid, Verzadiging, Contrast en Scherpte wanneer Alle is ingesteld bij Fotonummer in Meer opties.
Opmerking: ❏ Het medium moet over voldoende vrije ruimte beschikken voor de kopie. ❏ Het medium mag maar één partitie hebben. ❏ Het maken van de kopie is niet mogelijk wanneer met de printer op hetzelfde moment wordt afgedrukt vanaf een computer. ❏ Sluit het externe opslagapparaat niet aan op het moment dat de computer de geheugenkaart in de printer raadpleegt. ❏ Het bericht “Kan het geladen medium niet herkennen.
Sluit het externe opslagapparaat aan op de printer en ga te werk volgens de instructies op het LCD-scherm. Zie “Een extern apparaat aansluiten” op pagina 59 voor meer informatie over het aansluiten van een extern opslagapparaat. c Let op: Tijdens het kopiëren mag u het opslagmedium niet uit het externe opslagapparaat verwijderen en de kabel van de printer niet losmaken.
❏ Gebruik een USB-kabel van 2 m of minder. ❏ Er kan geen USB-hub worden gebruikt. ❏ Zelfs als de printer is aangesloten op een computer, kan de computer het externe opslagapparaat niet herkennen. Steek de USB-kabel in de USB-aansluiting voor het externe apparaat en steek het andere uiteinde in het externe opslagapparaat zelf. Afdrukken vanaf een extern apparaat 1. Steek een medium met fotogegevens in het externe opslagapparaat. 2.
❏ Selecteer de map waarin de fotogegevens die u wilt afdrukken zich bevinden. U doet dit met de optie Selecteer map als er een kopie van de gegevens in het externe opslagapparaat is gemaakt met de functie Backup van de printer. Het menu Selecteer map wordt weergegeven wanneer de gegevens in het externe opslagapparaat worden herkend en wanneer op de knop Terug wordt gedrukt. Nederlands 3. Stel de afzonderlijke items in en druk de foto’s af.
Cartridges vervangen De hoeveelheid inkt controleren Met behulp van het LCD-scherm Kijk op het LCD-scherm om te bepalen welke cartridge moet worden vervangen. Druk in de geavanceerde modus op de knop u of d tot Meer opties wordt weergegeven. Op het LCD-scherm worden onder Meer opties een aantal inktpictogrammen weergegeven. ✽ ✽ inktpictogram Het inktpictogram geeft aan hoeveel inkt er nog is: Inktpictogram gaat branden Resterende inkt en De cartridge is bijna leeg.
Een lege cartridge vervangen Deze printer gebruikt cartridges met een chip. De chip houdt precies bij hoeveel inkt elke cartridge verbruikt. Op die manier wordt alle inkt opgebruikt, ook als de cartridge wordt verwijderd en later weer wordt geïnstalleerd. Telkens wanneer de cartridge in de printer wordt geplaatst, wordt wel steeds een beetje inkt verbruikt, doordat de printer een controle uitvoert. U kunt een cartridge vervangen met behulp van het bedieningspaneel van de printer.
c Let op: ❏ Epson adviseert het gebruik van originele Epson-cartridges. De garantie van Epson is niet van toepassing wanneer uw printer schade oploopt door het gebruik van cartridges die niet door Epson zijn gemaakt. ❏ Laat de oude cartridge in de printer zitten tot u een nieuwe hebt aangeschaft; anders kan de inkt in de spuitkanaaltjes van de inktkop opdrogen. ❏ Probeer de cartridges niet bij te vullen. De printer berekent de hoeveelheid resterende inkt met behulp van een speciale chip op de cartridge.
De knoppen op het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1. Controleer of de printer aanstaat en niet aan het afdrukken is. Open vervolgens de papiersteun en de printerkap, en breng de uitvoerlade omlaag. Opmerking: ❏ Het hulpstuk voor cd's/dvd's mag niet in de printer aanwezig zijn wanneer u cartridges wilt gaan vervangen. 2. Controleer of op het LCD-scherm wordt gemeld dat de inkt op is en druk op de onderhoudsknop. Deze melding wordt niet weergegeven als er nog een beetje inkt aanwezig is.
c Let op: Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd. Gebruik altijd de knop OK om de printkop te verplaatsen. 4. Neem de nieuwe cartridge uit de verpakking. c Let op: ❏ Pas goed op dat u de haken aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt wanneer u de cartridge uit de verpakking haalt. ❏ De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat lekken. ❏ Raak de groene chip voor op de cartridge niet aan.
❏ Installeer na het verwijderen van de oude cartridge altijd onmiddellijk een nieuwe. Als er niet meteen een cartridge wordt geïnstalleerd, kan de printkop uitdrogen en onbruikbaar worden. 5. Open de cartridgekap. Knijp in de zijkant van de cartridge die u wilt vervangen. Haal de cartridge uit de printer en gooi de cartridge weg. Houd hierbij rekening met de plaatselijke milieuvoorschriften. Bewaar de gebruikte cartridge niet en probeer deze niet bij te vullen.
6. Plaats de cartridge verticaal in de cartridgehouder. Druk de cartridge nu omlaag tot hij vastklikt. 7. Sluit de cartridgekap wanneer u klaar bent met het vervangen van de cartridge. 8. Druk op de knop OK. De printkop verplaatst zich en het inkttoevoersysteem wordt geladen. Wanneer de inkt is geladen, gaat de printkop terug naar de uitgangspositie. c 68 Let op: Tijdens het laden van de inkt is op het LCD-scherm een voortgangsbalk zichtbaar.
9. Wanneer op het LCD-scherm de mededeling ‘Vervanging van de inktcartridge is gedaan’ wordt weergegeven, drukt u op OK. Nederlands Opmerking: Als wordt aangegeven dat de inkt op is nadat de printkop naar zijn uitgangspositie is geschoven, is de cartridge misschien niet goed geïnstalleerd. Druk nogmaals op de onderhoudsknop ( en installeer de cartridge opnieuw. Let er daarbij goed op dat de cartridge vastklikt.
Afdrukkwaliteit verbeteren De spuitkanaaltjes van de printkop controleren Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, controleer dan eerst de spuitkanaaltjes van de printkop. Opmerking: ❏ U kunt de printkop niet reinigen als op het LCD-scherm wordt aangegeven dat de inkt op is of als het inktpictogram knippert. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.
4. Plaats de cursor met behulp van de knop d op Spuitkanaaltjes controleren en druk op de knop OK. 5. Volg de instructies op het LCD-scherm en druk op de knop OK. 6. Het spuitkanaaltjespatroon wordt afgedrukt. Raadpleeg de volgende afbeelding. Als het nodig is om de printkop schoon te maken, drukt u op OK en selecteert u Printkop reinigen. De printer drukt een controlepagina af met daarop een spuitkanaaltjespatroon. Hierna volgen enkele voorbeelden.
De printkop reinigen Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, kunt u proberen het probleem op te lossen door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op de juiste wijze door de spuitkanaaltjes wordt toegevoerd. Opmerking: ❏ Bij het reinigen van de printkop wordt inkt gebruikt. Om geen inkt te verspillen dient u de printkop alleen te reinigen als de afdrukkwaliteit afneemt, bijvoorbeeld als de afdrukken wazig worden of als de kleuren niet kloppen of ontbreken.
2. Druk in de geavanceerde modus nogmaals op de onderhoudsknop(. 3. Plaats de cursor met behulp van de knop d op Printkop reinigen en druk op de knop OK. c Let op: Schakel de stroom naar de printer nooit uit wanneer op het LCD-scherm een voortgangsbalk zichtbaar is. Dit kan de printer beschadigen. 4. Volg de instructies op het LCD-scherm en druk op de knop OK. 5. Het reinigen van de printkop begint.
De printkop uitlijnen Als verticale lijnen niet goed worden uitgelijnd of als u horizontale strepen ziet, kunt u dit probleem via het LCD-scherm oplossen. Opmerking: Het hulpstuk voor cd's/dvd's mag niet in de printer aanwezig zijn en de cd-/dvd-geleider moet omhoog geklapt zijn wanneer u het hulpprogramma Printkop uitlijnen wilt gaan gebruiken. De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken Om de printkop uit te lijnen met de knoppen op het bedieningspaneel gaat u als volgt te werk. 1.
Nederlands 4. Volg de instructies op het LCD-scherm en druk op de knop OK. Het volgende uitlijningsblad wordt afgedrukt. 5. Kies uit het uitlijningspatroon van set 1 op het afgedrukte controleblad de verticale lijn die het best is uitgelijnd. Selecteer het nummer van de betreffende lijn met de knop u of d en druk op de knop OK. 6. Herhaal stap 5 voor de uitlijningspatronen van set 2, 3 en 4. 7. Druk ter afsluiting op de knop OK.
De printer schoonmaken Voor een optimale werking van de printer dient u deze een paar keer per jaar grondig schoon te maken. Dit doet u als volgt. 1. Haal de stekker van de printer uit het stopcontact. 2. Verwijder al het papier uit de printer. 3. Veeg met een zachte borstel al het stof en vuil uit de papiertoevoer. 4. Als de papiertoevoer van buiten of binnen vies is, maakt u dit onderdeel schoon met een zachte en schone, vochtige doek met een mild schoonmaakmiddel.
c Let op: ❏ Smeer geen vet op de metalen delen onder de printkop. ❏ Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemische stoffen kunnen zowel de behuizing als de onderdelen van de printer beschadigen. ❏ Zorg ervoor dat er nooit water terechtkomt op het printermechanisme of de elektronische componenten. ❏ Gebruik geen harde of schurende borstels. ❏ Spuit geen smeermiddelen in de printer. Wanneer u de verkeerde olie gebruikt, kunt u het mechanisme beschadigen.
2. Verwijder de interfacekabel van de printer. 3. Verwijder het papier uit de printer. 4. Open de printerkap opnieuw. Plak de houder van de cartridges met plakband vast (zie illustratie) en sluit de kap. 5. Sluit de cd-/dvd-geleider als deze is geopend. Klap de uitvoerlade omhoog en sluit de printerkap en papiersteun. 6. Plaats het beschermende materiaal aan weerszijden van de printer. 7. Plaats de printer en het netsnoer in de oorspronkelijke doos. 8. Houd de printer recht tijdens het vervoer. 9.
Probleemoplossing De hier beschreven oplossingen zijn voor problemen bij het rechtstreeks afdrukken vanaf een geheugenkaart. Weergave van foutberichten De meest voorkomende printerproblemen kunt u identificeren aan de hand van het LCD-scherm op het bedieningspaneel van uw printer. LCD-scherm Oplossing Inkt op. Zwart: T0481 Cyaan: T0482 Magenta: T0483 Geel: T0484 Lichtcyaan: T0485 Lichtmagenta: T0486 Vervang de aangegeven cartridges door nieuwe.
Papier vastgelopen. Raadpleeg de documentatie bij uw printer voor het verhelpen van dergelijke problemen. Druk op de onderhoudsknop ( om het vastgelopen papier uit de printer te voeren. Raadpleeg “Vastgelopen papier” op pagina 87 voor meer informatie. Cartridges worden niet herkend. Zwart: T0481 Cyaan: T0482 Magenta: T0483 Geel: T0484 Lichtcyaan: T0485 Lichtmagenta: T0486 Installeer de aangegeven cartridge opnieuw. De originele EPSON inktcartridges hierboven zijn aanbevolen. Onderhoudsbeurt nodig.
Het cd-/dvd-hulpstuk is niet goed geplaatst. Plaats het hulpstuk opnieuw en druk op de onderhoudsknop. Plaats het cd-/dvd-hulpstuk opnieuw en druk op de onderhoudsknop (. De ingestoken kaart kan niet worden gebruikt met deze printer. Gebruik een compatibele en geformatteerde geheugenkaart. Fout in de Bluetooth Photo Print Adapter. Verwijder de adapter van de printer en sluit de adapter vervolgens opnieuw aan. Maak de adapter los en sluit de adapter vervolgens opnieuw op de printer aan. Systeemfout.
Problemen met de afdrukkwaliteit Horizontale strepen ❏ Het papier is met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer geplaatst. ❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 72 ❏ Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. & Zie “De printkop uitlijnen” op pagina 74 ❏ Verbruik de cartridges binnen zes maanden na opening van de verpakking. ❏ Gebruik altijd originele Epson-cartridges.
❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 72 ❏ Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. & Zie “De printkop uitlijnen” op pagina 74 ❏ Zorg ervoor dat de instelling bij Papiertype op het LCD-scherm overeenkomt met het type afdrukmateriaal dat zich in de papiertoevoer van de printer bevindt. Onjuiste of ontbrekende kleuren ❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
❏ Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, vuil of te oud is. ❏ Zorg ervoor dat het papier droog is en met de afdrukzijde naar boven in de printer is geladen. ❏ Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de richting van de afdrukzijde. ❏ Controleer of de instelling bij Papiertype op het LCD-scherm klopt. ❏ Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de uitvoerlade, vooral als u transparanten gebruikt.
Afdrukproblemen die geen verband houden met de afdrukkwaliteit Er worden blanco pagina's afgedrukt ❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 72 Vegen op de afdruk ❏ Laad droog papier in de printer en voer het weer uit. Doe dit enkele keren achter elkaar. Als het probleem hiermee niet is opgelost, kan er inkt in de printer zijn gelekt.
❏ Het papier mag geen krullen of vouwen vertonen. ❏ Het papier mag niet te oud zijn. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie. ❏ De stapel papier mag niet boven de met een driehoek aangegeven laadlimiet op de linkerzijgeleider uitkomen. ❏ De stapel papier mag niet hoger komen dan de aanduidingen aan de binnenzijde van de geleiders. ❏ Het papier mag niet vastgelopen zijn in de printer. Verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
❏ Verwijder de stapel papier en zorg ervoor dat het papier niet te dun is. & Zie “Papier” op pagina 98 ❏ Waaier de randen van de stapel papier los en plaats het papier vervolgens opnieuw. Vastgelopen papier Druk op de onderhoudsknop ( om het vastgelopen papier uit de printer te voeren. Als het papier vast blijft zitten, zet u de printer uit en opent u de printerkap en cd-/dvd-geleider. Verwijder al het papier, inclusief eventuele afgescheurde stukjes, uit de printer en sluit de cd-/dvd-geleider.
❏ Het aantal vellen in de stapel mag niet meer bedragen dan het maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven. ❏ De linkerzijgeleider moet tegen het papier aangeschoven zijn. ❏ De printer moet op een vlakke, stabiele ondergrond staan die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed als hij scheef staat. Papier niet goed geladen Als u het papier te ver in de printer hebt gestoken, kan het papier niet goed in de printer worden gevoerd.
Cd-/dvd-hulpstuk wordt uitgeworpen op het moment dat u opdracht geeft een cd/dvd te bedrukken Als het cd-/dvd-hulpstuk wordt uitgeworpen op het moment dat u een afdruktaak voor het bedrukken van een cd of dvd naar de printer stuurt en er verschijnt een foutbericht op het LCD-scherm of op het scherm van de computer, dan moet u de instructies op het LCD-scherm volgen om het probleem te verhelpen. De printer drukt niet af LCD-scherm is uit ❏ Druk op de aan-uitknop P om te controleren of de printer aanstaat.
Het LCD-scherm gaat branden en gaat vervolgens weer uit Het voltage van de printer komt mogelijk niet overeen met dat van het stopcontact. Zet de printer uit en verwijder onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Controleer dan de etiketten op de printer. c Let op: STEEK DE STEKKER NIET MEER IN HET STOPCONTACT als de voltages niet overeenkomen. Neem contact op met uw leverancier. Het onderhoudslampje knippert of brandt ❏ Controleer of er geen verpakkingsmateriaal in de printer is achtergebleven.
Probleem met het loopstuk van de printkop Afdrukproblemen bij het gebruik van de Bluetooth-adapter Zie "De Bluetooth Photo Printer Adapter gebruiken" in de online-gebruikershandleiding als u problemen ondervindt bij het gebruik van de printer met de Bluetooth-adapter erop aangesloten. 91 Nederlands Open het deksel van de printkop en druk de cartridges goed vast (klik!), als het deksel niet dicht kan of de printkop niet naar de uitgangspositie beweegt.
Communicatiefout Het aan-uitlampje gaat niet branden Oorzaak Oplossing Misschien zit het netsnoer Zet de printer uit en controleer of het niet goed in het netsnoer goed is aangesloten tussen printer stopcontact. en stopcontact. Zet de printer vervolgens weer aan. Misschien wordt het stopcontact geregeld met een externe schakelaar of een automatische timer. Controleer of die schakelaar is ingeschakeld of steek een ander elektrisch apparaat in het stopcontact om te kijken of het stopcontact goed werkt.
Er kunnen zich bepaalde fouten hebben voorgedaan. & Zie “Weergave van foutberichten” op pagina 79 Misschien is de printer defect. Druk een spuitkanaaltjespatroon af om te controleren of de printer defect is. & Zie “Een printercontrole uitvoeren” in de online-gebruikershandleiding Wordt er niets afgedrukt, dan kan de printer defect zijn. Neem contact op met uw leverancier. Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd in de toepassing waarmee u aan het werk bent.
Hulp inroepen Hulp inroepen Als uw Epson-printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van EPSON.
Technische ondersteuning (website) Ga via http://www.epson.com naar uw lokale Epson-website voor de nieuwste drivers, vragen en antwoorden, handleidingen en ander materiaal om te downloaden. Nederlands Deze website van EPSON biedt u technische ondersteuning bij problemen die u niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie.
Opties en verbruiksmaterialen Opties Voor uw printer zijn de volgende opties verkrijgbaar. Bluetooth Photo Print Adapter De als optie verkrijgbare Bluetooth-adapter is een module die draadloze communicatie mogelijk maakt tussen de printer en andere apparatuur met Bluetooth-technologie, zoals een digitale foto- of videocamera, PDA of Mobile PC. Kabels zijn in dit geval niet meer nodig.
Cartridges U kunt de volgende cartridges gebruiken voor uw printer. Type inkt Productnummers van de inkt Zwarte cartridge T0481 Kleurencartridge Cyaan Magenta Geel Lichtcyaan Lichtmagenta T0482 T0483 T0484 T0485 T0486 Opmerking: De productnummers van cartridges kunnen van land tot land verschillen. Epson levert speciaal afdrukmateriaal voor inkjetprinters dat voldoet aan de hoogste eisen met betrekking tot de afdrukkwaliteit.
Printerspecificaties Printerspecificaties Afdrukken Afdrukmethode On-demand inkjet Configuratie van spuitkanaaltjes Monochroom (zwart) 90 spuitkanaaltjes Kleur (cyaan, magenta, geel, lichtcyaan, lichtmagenta) 450 spuitkanaaltjes (90 × 5 kleuren) Papier Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment kan worden gewijzigd door de fabrikant, kan Epson niet instaan voor de kwaliteit van papier dat niet door Epson zelf wordt geleverd.
Papierspecificaties Formaat A4 (210 × 297 mm) 10 × 15 cm (4 × 6 inch) 13 × 18 cm (5 × 7 inch) A6 (105 × 148 mm) A5 (148 × 210 mm) B5 (182 × 257 mm) 9 × 13 cm (3,5 × 5 inch) 13 × 20 cm (5 × 8 inch) 20 × 25 cm (8 × 10 inch) Letter (8,5 × 11 inch) Legal (8,5 × 14 inch) Papiersoorten Gewoon papier, speciaal afdrukmateriaal van Epson Dikte (voor gewoon papier) 0,08 tot 0,11 mm (0,003 tot 0,004 inch) Gewicht (voor gewoon papier) 64 g/m² (17 lb) tot 90 g/m² (24 lb) Opmerking: ❏ Papier van slechte kwalitei
Afdrukgebied Losse vellen en indexkaarten Normaal Randloos A B-L B-R C Diagonale lijnen geven het afdrukgebied aan. A: De bovenmarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). B-L: De linkermarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). B-R: De rechtermarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). C: De ondermarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). Opmerking: Afhankelijk van het gebruikte afdrukmateriaal, kan de afdrukkwaliteit minder zijn aan de boven- en onderkant van de afdruk, of kunnen deze gedeelten vegen vertonen.
Cartridges Zwart (T0481) Cyaan (T0482) Magenta (T0483) Geel (T0484) Lichtcyaan (T0485) Lichtmagenta (T0486) Kleur Zwart. Cyaan, magenta, geel, lichtcyaan en lichtmagenta Levensduur 6 maanden na openen verpakking, bij 25 °C [77 °F] Temperatuur Opslag: -20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F) 1 maand bij 40 °C (104 °F) Vriespunt:* -16 °C (3,2 °F) c Let op: ❏ Epson adviseert het gebruik van originele Epson-cartridges.
Mechanische specificaties Papierpad Papiertoevoer, achterinvoer Capaciteit papiertoevoer Circa 120 vel papier van 90 g/m² (24 lb) Afmetingen Opslag Breedte: 498 mm (19,6 inch) Diepte: 264 mm (10,4 inch) Hoogte: 225 mm (8,9 inch) Afdrukken Breedte: 498 mm (19,6 inch) Diepte: 476 mm (18,7 inch) Hoogte: 289 mm (11,4 inch) Gewicht 6,0 kg (13,2 lb) zonder de cartridges Elektrische specificaties 120 V-model 220-240 V-model Invoervoltage 99 tot 132 V 198 tot 264 V Frequentiebereik 50 tot 60 Hz Inv
Opmerking: Het voltage van uw printer staat vermeld op het etiket op de achterkant van de printer.
Ingebouwde kaartsleuven Kaartsleuven CF Type IIkaartsleuf Compatibel met versie 1.4 van de specificaties voor CF+ en CompactFlash SmartMediakaartsleuf Compatibel met versie 2000 van de SmartMedia-norm Memory Stick-/ MemoryStick PRO-kaartsleuf Compatibel met versie 1.3 van de Memory Stick-norm SD-/MMCkaartsleuf Compatibel met deel 1 van de SD Memory Card-specificaties, versie 1.0 van de specificaties voor de fysieke laag Compatibel met versie 1.
Compatibele geheugenkaarten CompactFlash SmartMedia* Memory Stick Memory Stick PRO Memory Stick Duo** Memory Stick PRO Duo** MagicGate Memory Stick MagicGate Memory Stick Duo** Microdrive SD-kaart (Secure Digital) MultiMediaCard miniSD Card** xD-Picture Card Spanningsvereisten 3,3 V Stroom maximaal 500 mA * De maximumcapaciteit bedraagt 128 MB. Afdrukmateriaal (instellingen) De instelling bij Afdrukmateriaal bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen.
Gewoon Gewoon papier Enveloppen EPSON Premium Ink Jet Plain Paper (A4) S041214 EPSON Bright White Ink Jet Paper (A4) S041442 Iron-On EPSON Iron-On Cool Peel Transfer Paper (A4) S041154 Matte EPSON Matte Paper-Heavyweight (A4) S041256 EPSON Photo Paper (A4) S041140 S041622 S041857 EPSON Photo Paper (10 × 15 cm/4 × 6 inch) S041134 Foto Glossy 106 EPSON Premium Glossy Photo Paper (A4) S041287 S041624 EPSON Premium Glossy Photo Paper (10 × 15 cm/4 × 6 inch) S041822 EPSON Premium Glossy Photo
Stickers EPSON Photo Stickers 4 S041176 EPSON Photo Stickers 16 S041144 Externe opslagapparatuur Verbindingen Universal Serial Bus* Bitsnelheid: 12 Mbps (Full Speed) Connectortype: USB A Aanbevolen kabellengte: Minder dan 2 meter Voeding Stroom maximaal 500 mA Nederlands * Niet alle USB-apparatuur wordt ondersteund. Raadpleeg de lokale ondersteuning voor meer informatie.
Normen en goedkeuringen Amerikaans model: Veiligheid UL 60950 CSA No.60950 EMC FCC lid 15 sublid B klasse B CSA C108.