Gebruikershandleiding
Gebruikte symbolen en tekens • Veiligheidssymbolen De documentatie en de projector gebruiken grafische symbolen om te tonen hoe u de projector veilig kunt gebruiken. Hieronder vindt u de symbolen en hun betekenis. Zorg dat u ze goed begrijpt voordat u deze handleiding leest. Waarschuwing Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of zelfs de dood als gevolg van foutief handelen.
Veiligheidswaarschuwingen Lees het volgende voordat u de beamer gebruikt. s Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen betreffende de installatie Als u de projector aan het plafond wilt ophangen, hebt u de optionele ophangbeugel nodig. s "Optionele accessoires" pag.251 3 Waarschuwing • Gebruik of installeer de beamer niet waar deze onderhevig kan zijn aan water, regen of hoge vochtigheid, zoals buitenshuis, in een badkamer, een douche enz. Anders kan brand of een elektrische schok worden veroorzaakt.
Veiligheidswaarschuwingen Waarschuwing • Wees voorzichtig bij het hanteren van de voedingskabel. Anders kan brand of een elektrische schok worden veroorzaakt. Let op het volgende wanneer u de voedingskabel hanteert. - Steek nooit meerdere voedingskabels in één stopcontact. - Sluit de voedingskabel niet aan als er vreemde stoffen zijn, zoals stof die eraan vast zit. - Zorg dat u de voedingskabel helemaal in het stopcontact steekt. - Sluit de voedingskabel niet aan en neem hem niet los met natte handen.
Veiligheidswaarschuwingen 5 Let op Let op • Zorg ervoor dat u de volgende ruimte rond de projector vastzet zodat de luchtuitlaat en de luchtinlaat niet wordt geblokkeerd. • Gebruik in de handel verkrijgbare M6-schroeven (tot een diepte van 12 mm) om de bevestigingspunten van de projector op vier punten aan het plafond en de standaard te monteren. • Wanneer u meerdere projectoren installeert, moet u tussen beide apparaten minstens 50 cm ruimte laten.
Veiligheidswaarschuwingen a • We raden u aan om minimaal 20 minuten voor u begint met projecteren de scherpstelling, zoom en lensverschuiving in te stellen, want de beelden zijn niet stabiel direct nadat de projector ingeschakeld wordt. Wacht tenminste 20 minuten. • Bij het instellen van de beeldhoogte met de verticale lensverschuiving, past u dit aan door het beeld van beneden naar boven te verplaatsen.
Veiligheidswaarschuwingen Let op Plaats geen voorwerpen die krom kunnen trekken of op een andere manier door warmte kunnen vervormen, in de buurt van de luchtafvoerventiel. Houd uw gezicht of handen niet in de buurt van de luchtuitlaat terwijl de projectie bezig is. Let op • Verwijder de lens alleen als dit echt nodig is. Als er stof of vuil in de projector komt, neemt de projectiekwaliteit af en kunnen storingen optreden. • Probeer het lensdeel niet aan te raken met uw hand of vingers.
Veiligheidswaarschuwingen Waarschuwingen betreffende de laser 8 Waarschuwing Zijkant Waarschuwing • Er zijn laserwaarschuwingslabels aangebracht aan de binnenkant en op de zijkant van de projector.
Veiligheidswaarschuwingen Waarschuwing • Open de behuizing van de projector niet. De projector bevat een krachtige laser. • Kijk tijdens de projectie niet in de laserstraal die door de projectielens wordt uitgestraald. (Gebaseerd op de RG2 IEC/EN 62471-5: 2015) • Deze projector kan RG3 worden wanneer een verwisselbare lens met een throw ratio van meer dan 2,5 (EB-L1755U/EB-L1750U/EB-L1715S/EB-L1710S) of 3,0 (EB-L1505UH/EB-L1500UH/EB-L1515S/EB-L1510S) is geïnstalleerd.
Inhoudsopgave 10 Gebruikte symbolen en tekens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Inleiding Namen van onderdelen en functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Voorzijde/Bovenzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Interface . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderkant . . . .
Inhoudsopgave Gebogen oppervlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoekmuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Puntcorrectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren) . . . . . . . . . . . . . . . . . De helderheid instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 12 De projector gebruiken op een netwerk Bekabelde netwerkprojectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 Bekabelde netwerkinstellingen selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 Draadloze netwerkprojectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 Draadloze netwerkinstellingen handmatig selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Windows . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 13 Problemen bij het starten van de projectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De projector gaat niet aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Overige problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geen geluid of zwak geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De afstandsbediening werkt niet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave ELPLL08/ELPLL07 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ELPLR04 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Projectie-afstand voor EB-L1715S/EB-L1710S/EB-L1515S/EB-L1510S . . . . . . . . . . ELPLM15/ELPLM09/ELPLS04 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ELPLX02 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding In dit hoofdstuk worden de namen van de verschillende onderdelen uitgelegd.
Namen van onderdelen en functies De afbeeldingen in deze handleiding tonen de lenseenheid die aan de projector is bevestigd. 16 Naam C Projectielens Functie Hierdoor wordt het beeld geprojecteerd. Waarschuwing Voorzijde/Bovenzijde Kijk tijdens het projecteren niet in de lens. Dit kan schade veroorzaken aan het gezichtsvermogen door het krachtig uitgestraalde licht. Let op Bij het verschuiven van de lens mogen uw handen zich niet in de buurt van de lenseenheid bevinden.
Namen van onderdelen en functies Naam Functie I Kabelbedekking Dekt het gedeelte met aansluitingen aan de achterzijde af. s "De kabelbedekking vastmaken" pag.57 J Afdekking voor lensvervanging Verwijderen wanneer u de lens bevestigt of verwijdert. s "De projectorlenseenheid verwijderen en vastmaken" pag.28 17 Achterkant Let op Bij het verplaatsen van de projector mag u de af‐ dekking voor lensvervanging niet vasthouden.
Namen van onderdelen en functies Naam Functie E Kabelhouder Plaats de kabelklem voor de voedingskabel zo, dat de voedingskabel niet wordt losgekoppeld onder het eigen gewicht. F Interface s "Interface" pag.18 G Schroefgaten voor kabeldeksel Schroefgaten om de kabeldeksel op zijn plaats te bevestigen. s "De kabelbedekking vastmaken" pag.57 18 Interface Naam Functie A BNC-ingang Voor analoge RGB-signalen van een computer en componentvideosignalen van andere videobronnen.
Namen van onderdelen en functies Naam Functie H Kabelhouder Gebruik een in de handel verkrijgbare kabelbinder om de kabels vast te zetten. I RS-232C poort Als u de projector vanaf een computer bedient, sluit de computer dan aan met een RS-232C-kabel. Deze poort dient voor besturing en wordt normaliter niet gebruikt. s "ESC/VP21-opdrachten" pag.239 J Remote poort Hierop sluit u de kabel van de optionele afstandsbediening aan en ontvangt u signalen van de afstandbediening.
Namen van onderdelen en functies Naam 20 Functie Naam Functie B Voeten aan achterzijde Als de projector op een plat oppervlak is geplaatst, bv. op een desk, kunt u deze voeten uitschuiven of intrekken om de horizontale beeldhoek aan te passen. s "De horizontale helling bijstellen (voor normale installatie)" pag.43 B [Source Search]-knop Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat een beeldsignaal doorgeeft.
Namen van onderdelen en functies Naam Functie H [Lens]-knop Geeft de aanpassingsschermen voor lensverschuivingen, zoom, focus en vervormingen weer, in deze volgorde, elke keer als de knop wordt ingedrukt. Indien de knop langer dan drie seconden wordt vastgehouden, zal de lenspositie naar de uitgangspositie terugkeren. I [ ]/[ ]-knoppen • Hiermee geeft u het menu Informatie in het Configuratiemenu weer. s "Menu Informatie (alleen weergave)" pag.
Namen van onderdelen en functies Naam A [ ]-knop 22 Functie Hiermee schakelt u de projector in. B [t]-knop Hiermee schakelt u de projector uit. C Knoppen om van ingang te veranderen Hiermee schakelt u over naar beelden die via de desbetreffende ingang binnenkomen. s "Met de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld" pag.64 De knop [SDI] werkt alleen voor EB-L1755U/EBL1750U/EB-L1505UH/EB-L1500UH. D [Aspect]-knop Bij iedere druk op deze knop verandert de hoogtebreedteverhouding.
Namen van onderdelen en functies Naam Functie 23 Naam Functie P [ ]-knop Hiermee geeft u het menu Informatie in het Configuratiemenu weer. s "Menu Informatie (alleen weergave)" pag.174 X [Geometry]-knop Corrigeert vervorming in de geprojecteerde afbeelding. s "Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren" pag.66 Q [User1]-knop [User2]-knop [User3]-knop Selecteer elk regelmatig gebruikte item vanuit de Configuratie menu-items en wijs deze toe aan een van deze knoppen.
Namen van onderdelen en functies Naam 24 Functie e [Color Mode]-knop Telkens u op deze knop drukt verandert de kleurmodus. s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)" pag.79 f [Search]-knop Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat een beeldsignaal doorgeeft. s "Het automatisch detecteren van ingangssignalen en het wijzigen van het geprojecteerde beeld (Bron zoeken)" pag.63 g [ ]-knop Hiermee worden de knoppen op de afstandsbediening ongeveer 15 seconden verlicht.
Namen van onderdelen en functies 25 waarschijnlijk dat de batterijen leeg zijn. Vervang in dat geval de batterijen. Zorg dat u twee alkaline- of mangaanbatterijen van AA-formaat bij de hand hebt. Het is niet mogelijk om andere batterijen dan alkaline- of mangaanbatterijen van AA-formaat te gebruiken. Let op Lees de volgende handleiding voordat u aan de slag gaat met de batterijen. s Veiligheidsvoorschriften a Verwijder de batterijklep.
Namen van onderdelen en functies 26 Bedieningsbereik van de afstandsbediening a a Stel Externe receiver in om de ontvangst van de bedieningssignalen van de afstandsbediening te beperken. s Instellingen - Externe receiver pag.156 Een kabel verbinden met de afstandsbediening U kunt bewerkingen veilig uitvoeren met de optionele kabelset voor afstandsbediening wanneer u meerdere eenheden van deze projector op dezelfde plaats gebruikt of als er obstakels zijn rond de externe receiver.
De projector voorbereiden In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de projector installeert en er projectiebronnen op aansluit.
De projector installeren 28 De projectorlenseenheid verwijderen en vastmaken Aanbrengen Let op • Wanneer u de lenseenheid vastmaakt, moet u eerst de stekker uit het stopcontact verwijderen. • Breng de lens niet aan met de opening voor de lens naar boven. Er zou stof of vuil in de projector kunnen vallen. • Probeer het lensdeel niet aan te raken met uw hand of vingers. Als vingerafdrukken of vetten achterblijven op het oppervlakte van de lens, verslechtert de projectiekwaliteit.
De projector installeren 29 Kalibratie lens Na het vervangen van de lenseenheid moet u de lens kalibreren, zodat de projector op de juiste wijze de lenspositie en verstelbereik kan verkrijgen. Na het bevestigen van een andere lenseenheid dan de vorige, wordt een bericht weergegeven wanneer de projector wordt ingeschakeld. Selecteer Ja om de lens te kalibreren. Lenskalibratie duurt tot ongeveer 100 seconden voordat deze is voltooid.
De projector installeren 30 Verwijderen Let op Bij het vervangen van de lenseenheid moet u eerst de stekker uit het stopcontact verwijderen. Als de lensverschuiving heeft plaatsgevonden, zet u voor het vervangen van de lenseenheid de lenspositie terug in de uitgangspositie. s "De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)" pag.34 a De projector gebruikt een laser als de lichtbron. Als veiligheidsmaatregel wordt de lichtbron uitgeschakeld wanneer de lens wordt verwijderd.
De projector installeren 31 Wanneer Voorkant de standaardinstelling is, zijn de richtingen voor elke projectiestand als volgt. Voorkant (standaard) Voor/bovenkant Scherminstellingen Stel Schermtype in volgens de hoogte-breedteverhouding van het scherm dat u gebruikt. Het deel waar het beeld wordt weergegeven stemt overeen met de vorm van het scherm.
De projector installeren a • Wanneer u Schermtype wijzigt, moet u ook de hoogtebreedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen. s "De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen" pag.84 32 d Gebruik de knoppen [ beeld aan te passen. ], [ ], [ ] en [ ] om de positie van het U kunt de huidige positie van het beeld controleren aan de hand van het achtergrondtestpatroon. • De functie Message Broadcasting voor Epson Projector Management ondersteunt deze functie niet.
De projector installeren 33 a Druk tijdens het projecteren op de knop [Test Pattern] op de afstandsbediening of de knop [ ] op het bedieningspaneel. b Druk op de knoppen [ ][ ] op de afstandsbediening of de knop [ ] op het bedieningspaneel om het testpatroon te wijzigen.
De projector installeren 34 Naam hoofdmenu Uitgebreid Submenu/Items Weergeven*2 Kleurkalibratie Multiprojectie*3 s pag.
De projector installeren 35 Wanneer u de ELPLX02 gebruikt Wanneer u de ELPLU04/ELPLW06/ELPLM09/ELPLM10/ELPLM11/ ELPLM15/ELPLL08 gebruikt A Lensmiddelpunt B Geprojecteerd beeld wanneer de lenspositie naar de uitgangspositie wordt verplaatst C Maximaal bewegingsbereik: V x 60% D Wanneer de horizontale richting op de maximale waarde is: V x 31% A Lensmiddelpunt B Geprojecteerd beeld wanneer de lenspositie naar de uitgangspositie wordt verplaatst C Maximaal bewegingsbereik: V x 20% (boven), V x 5% (onder)*
De projector installeren EB-L1715S/EB-L1710S/EB-L1515S/EB-L1510S 36 Wanneer u de ELPLU04/ELPLW06/ELPLM09/ELPLM10/ELPLM11/ ELPLM15/ELPLL08 gebruikt Wanneer u de ELPLU03/ELPLW05 gebruikt A Lensmiddelpunt B Geprojecteerd beeld wanneer de lenspositie naar de uitgangspositie wordt verplaatst C Maximaal bewegingsbereik: V x 16%* * Wanneer de horizontale richting op de maximale waarde staat, kan het beeld niet verticaal worden verplaatst.
De projector installeren Wanneer u de ELPLX02 gebruikt 37 a • Bij het instellen van de beeldhoogte met de verticale lensverschuiving, past u dit aan door het beeld van beneden naar boven te verplaatsen. Wanneer u van boven naar beneden te werk gaat, kan de beeldpositie na aanpassing nog iets naar onder schuiven. • We raden u aan om minimaal 20 minuten voor u begint met projecteren de scherpstelling, zoom en lensverschuiving in te stellen.
De projector installeren b 38 Druk op de knoppen[ ][ ][ ][ ]om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen. Op de afstandsbediening a Druk op de [Zoom]-knop op de afstandsbediening of op de [Lens]knop op het bedieningspaneel. Druk herhaaldelijk op de [Lens]-knop op het bedieningspaneel totdat het scherm voor zoomaanpassing wordt weergegeven. Op het bedieningspaneel Op de afstandsbediening b Op het bedieningspaneel Druk op de knoppen[ ][ ]om af te stemmen.
De projector installeren 39 a Scherpstellen a Druk op de [Focus]-knop of de [Lens]-knop op het bedieningspaneel. ELPLX02, ELPLU03, ELPLU04, ELPLW05, ELPLU02 s "Correctie van vervorming (kromtrekken van de afbeelding)" pag.39 Druk herhaaldelijk op de [Lens]-knop op het bedieningspaneel totdat het scherm voor focusaanpassing wordt weergegeven.
De projector installeren 40 a c Druk opnieuw op de [Focus]-knop op de afstandsbediening of op de [Lens]-knop op het bedieningspaneel. Druk herhaaldelijk op de [Lens]-knop op het bedieningspaneel totdat het scherm voor de vervormingsaanpassing wordt weergegeven. d Druk op de knop [ ][ ] om het beeld scherp te stellen van het omliggende gebied. Bij gebruik van de ELPLU02, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd om de vervorming handmatig aan te passen.
De projector installeren 41 Registreren en laden van lensaanpassingswaarden U kunt een lenspositie registreren waarvan lensverschuiving, zoom, focus en vervorming werden aangepast in het geheugen, en deze laden wanneer dat nodig is. U kunt maximaal 10 waarden registreren. a • Deze functie kan niet worden gebruikt als de volgende lenzen zijn bevestigd.
De projector installeren 42 Functie Functie Uitleg Ophalen uit geheugen Hiermee haalt u instellingen op die zijn opgeslagen in het geheugen. Als u een geheugennaam selecteert en op de knop [ ] drukt, wordt de lens automatisch aangepast aan de instellingen van het geselecteerde geheugen. Opslaan in geheugen Registreert huidige instellingen in het geheugen. Als u een naam in het geheugen selecteert en op de knop [ ] drukt, worden de instellingen opgeslagen.
De projector installeren 43 A De voetjes aan de voorzijde uitdraaien. B De voetjes aan de voorzijde intrekken. a Hoe groter de kantelhoek, des te moeilijker wordt het om scherp te stellen. Installeer de projector zo dat hij maar een kleine kantelhoek hoeft. De horizontale helling bijstellen (voor normale installatie) Gebruik de voetjes vooraan en achteraan om de horizontale helling van de projector bij te stellen. A De voetjes aan de voorzijde en achterzijde uitdraaien.
De projector installeren a 44 • Het gebruik van de afstandbediening is alleen mogelijk bij projectoren die binnen het bedieningsbereik van de afstandbediening liggen. s "Bedieningsbereik van de afstandsbediening" pag.26 • Wanneer Type afstandsbed. is ingesteld op Eenvoudig in het configuratiemenu, kunt u geen id instellen. s Uitgebreid - Bewerking - Geavanceerd - Type afstandsbed. pag.158 e f Selecteer Instellen en druk vervolgens op de [ ] knop.
De projector installeren 45 De tijd instellen U kunt de tijd instellen op de projector. De ingestelde tijd wordt gebruikt voor schema's. s "Werken met schema's" pag.123 a b • De eerste keer dat u de projector inschakelt, wordt de melding "Tijd instellen?" weergegeven. Als u Ja selecteert, wordt het scherm van stap 4 weergegeven. • Als Beveiliging plannen staat ingesteld op Aan in Wachtwoordbeveiliging, kunnen de tijd- en datumgerelateerde instellingen niet worden gewijzigd.
De projector installeren 46 Submenu Functie De instellingen die u bij Zomertijd instellen hebt opgegeven, worden toegepast. Instellen Internettijd Submenu Datum & tijd Submenu Functie Datum Stel de datum van vandaag in. Tijd Stel de tijd in. Tijdsverschil (UTC) Stel het tijdverschil in met de geco-ordineerde wereldtijd (UTC). Instellen De instellingen die u bij Datum & tijd hebt opgegeven, worden toegepast.
De projector installeren 47 Doel Overige instellingen Instellingen voor basishandelingen Doel Het projecteren starten/stoppen door de voeding in/uit te schakelen of de stekker van de projector in/uit het stopcontact te steken/trekken. Manieren van instellen Stel Dir. Inschakelen in op Aan. (Standaardwaarde: Uit) s Uitgebreid - Bewerking - Dir. Inschakelen pag.158 De projector kan direct worden uitgeschakeld met de stroomonderbreker, aangezien direct uitschakelen wordt ondersteund.
De projector installeren 48 Instellingen voor de weergave Doel Doel Manieren van instellen De positie van het menu aanpassen. Wijzig de instellingen bij Menu Positie. s Uitgebreid - Weergeven - Menu Positie pag.158 Om de menurichting te wijzigen. Wijzig de instellingen van OSD-rotatie. s Uitgebreid - Weergeven - OSD-rotatie pag.158 Om de weergave van de menu's, berichten of waarschuwingen op het scherm te voorkomen.
Apparatuur aansluiten 49 De naam van de ingang, de locatie, en de oriëntatie van de connector zijn afhankelijk van de bron die wordt aangesloten. Een computer aansluiten Om beelden van een computer te projecteren, sluit u de computer op een van de volgende manieren aan: A Als een in de handel verkrijgbare computerkabel wordt gebruikt Sluit de schermuitgang van de computer aan op de Computer-ingang van de projector.
Apparatuur aansluiten a 50 • Wijzig de audio-uitgang bij Audio-instellingen. s Uitgebreid - A/V-instellingen - Audio-instellingen pag.158 • Als de audio niet wordt meegestuurd via de HDMI-kabel, sluit dan een in de handel verkrijgbare audiokabel aan op de Audio3-ingang. Zo wordt de audio toch doorgestuurd. Zet HDMI-audio-uitvoer op Audio3. s Uitgebreid - A/V-instellingen - Audio-instellingen - HDMI-audio-uitvoer pag.
Apparatuur aansluiten 51 Beeldbronnen aansluiten Om videobeelden te projecteren, sluit u de projector op een van de volgende manieren aan: A Als een optionele video-componentkabel wordt gebruikt (D-sub/component-conversie) s "Optionele accessoires" pag.251 Sluit de componentuitgang van de beeldbron aan op de Computer-ingang van de projector.
Apparatuur aansluiten 52 Computer Y Cb/Pb Cr/Pr AUDIO OUT Audio1 Y Cb/Pb Cr/Pr BNC(R/Cr/Pr, G/Y, B/Cb/Pb) AUDIO OUT Audio2 HDMI OUT HDMI Let op • Als de gegevensbron reeds aan staat wanneer u de projector aansluit, kan dit voor een storing zorgen. • Als de oriëntatie of vorm van de stekker anders is, mag u deze niet proberen te forceren. Het toestel kan erdoor beschadigd worden of defect raken. a • Wijzig de audio-uitgang bij Audio-instellingen.
Apparatuur aansluiten 53 Externe apparatuur aansluiten U kunt beelden en geluid weergeven door een externe monitor of luidspreker aan te sluiten. A Als beelden worden weergegeven op een externe monitor Sluit met de kabel die bij de externe monitor werd geleverd de externe monitor aan op de Monitor Out-poort van de projector. B Als geluid wordt weergegeven op een externe luidspreker Sluit met een in de handel verkrijgbare audiokabel de externe luidspreker aan op de Audio Out-poort van de projector.
Apparatuur aansluiten 54 LAN-kabel aansluiten Sluit met een in de handel verkrijgbare 100BASE-TX of 10BASE-T LAN-kabel de LAN-poort van een hub of andere apparatuur aan op de LAN-poort van de projector. Door de projector met een computer te verbinden, kunt u via het netwerk beeld projecteren en de projectorstatus controleren. LAN a Gebruik een afgeschermde LAN-kabel van categorie 5 of hoger om storingen te voorkomen.
Apparatuur aansluiten 55 Een HDBaseT Transmitter aansluiten Sluit de optionele HDBaseT Transmitter aan met een in de handel verkrijgbare 100BASE-TX LAN-kabel. s "Optionele accessoires" pag.251 HDBaseT a • Lees de gebruikershandleiding van de HDBaseT Transmitter goed door vóór gebruik. • Gebruik als LAN-kabel een HDBaseT Alliance-aanbevolen STP kabel (recht) uit de 5e categorie of hoger. De bediening wordt echter niet gegarandeerd voor alle invoer-/uitvoerapparaten en omgevingen.
Apparatuur aansluiten 56 De draadloze LAN-eenheid installeren a b c Verwijder het luchtfilterdeksel. Neem het lipje van het luchtfilterdeksel tussen uw vingers. Trek het deksel omhoog en verwijder het terwijl u op het lipje drukt. d Bevestig de stopper met een schroef. e Bevestig het luchtfilterdeksel. Verwijder de stopper van de draadloze LAN-eenheid. Installeer de draadloze LAN-eenheid.
Apparatuur aansluiten 57 b Steek de lipjes op de kabelbedekking in de twee openingen aan de achterkant van de projector. c Draai de twee schroeven op de kabelafdekking aan. (U kunt de schroeven vastdraaien met uw vingers.) De kabelbedekking vastmaken Door de kabelbedekking te monteren kunt u de aangesloten kabels verbergen en krijgt u een nette installatie. (De illustraties zijn van een projector die aan het plafond hangt.) Waarschuwing Bind nooit de voedingskabel en andere aansluitkabels samen.
Apparatuur aansluiten 58
Basisgebruik In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u beelden projecteert en aanpast.
De projector inschakelen 60 Sluit voor het aanzetten van de projector uw computer of videoapparatuur aan op de projector. s "Apparatuur aansluiten" pag.49 a Sluit het netsnoer van de projector aan op een stopcontact. Het stroomlampje van de projector wordt blauw (het is in de standby modus). Dit geeft aan dat de projector stroom krijgt, maar dat hij nog niet is ingeschakeld. b Druk op de knop [ ] op het bedieningspaneel of de afstandsbediening om de projector aan te zetten.
De projector inschakelen 61 Als het Startscherm wordt weergegeven, gebruikt u de [ ][ ][ ][ ] knoppen op het bedieningspaneel of de afstandsbediening om een item te selecteren en drukt u vervolgens op de knop [ ]. Om het Startscherm te verbergen, drukt u opnieuw op de [ afstandsbediening. ] knop op de A Selecteer de ingangsbron die u wilt projecteren. B Geeft de QR-code weer en projecteert de gegevens van een smartphone of tablet. C Toont het Help-scherm. s "De Help-functie gebruiken" pag.
De projector uitschakelen a • Om een lange levensduur van de projector te garanderen, zet u de projector uit wanneer u deze niet gebruikt. De levensduur van de lichtbron varieert afhankelijk van de instellingen van het configuratiemenu, omgevingsfactoren en gebruiksomstandigheden. De helderheid van het geprojecteerde beeld neemt af naarmate de projectietijd verstrijkt. • De projector kan direct worden uitgeschakeld met de stroomonderbreker, aangezien direct uitschakelen wordt ondersteund.
Beelden projecteren 63 Het automatisch detecteren van ingangssignalen en het wijzigen van het geprojecteerde beeld (Bron zoeken) Druk op de knop [Search] om de beelden vanaf de poort te projecteren die op dat moment een beeld ontvangt. Op de afstandsbediening Op het bedieningspaneel *alleen EB-L1755U/EB-L1750U/EB-L1505UH/EB-L1500UH Wanneer twee of meer beeldbronnen zijn aangesloten, drukt u herhaaldelijk op de knop [Search] totdat het gewenste beeld wordt geprojecteerd.
Beelden projecteren 64 Met de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld • Druk op de knop [ ]. Afstandsbediening • Druk op de knop van de ingangsbron die u wilt projecteren. De ingangen van de knoppen worden hieronder weergegeven. Afstandsbediening Selecteer de ingangsbron die u wilt projecteren en druk op de [ Ingang D Hiermee schakelt u naar het beeld van een computer die via het netwerk is aangesloten. E Alleen voor EB-L1755U/EB-L1750U/EB-L1505UH/EB-L1500UH. ] knop.
Beelden projecteren 65 Het volume bijstellen U kunt het volume van het geluid van de Audio Out-poort aanpassen met een van de volgende methoden. • Druk op de afstandsbediening op de [Volume]-knoppen om het volume bij te stellen. [b] Verhoogt het volume. [a] Verlaagt het volume. Afstandsbediening • Pas het volume aan in het Configuratie. s Instellingen - Volume pag.156 Let op Begin niet met een hoog volume. Een plotseling extreem hard volume kan doofheid veroorzaken.
Geprojecteerde beelden bijstellen Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren U kunt keystonevervorming in het geprojecteerde beeld op een van de volgende manieren corrigeren. 66 • Gebogen oppervlak Corrigeert vervorming die optreedt bij projectie op een gebogen oppervlak en past de hoeveelheid uitzetting en krimp aan. s "Gebogen oppervlak" pag.69 • H/V-Keystone Hiermee kunt u vervorming in de horizontale en verticale richting afzonderlijk corrigeren. s "H/V-Keystone" pag.
Geprojecteerde beelden bijstellen a 67 • Door te drukken op de knop [Geometry] op de afstandsbediening of de knop [ ] op het bedieningspaneel, verschijnt een scherm voor het selecteren van de aanpassingsmethode. • Wanneer u de projectiepositie en andere zaken opnieuw wilt aanpassen, en u de correctiestatus tijdelijk wilt vrijgeven, zet u Geometrische corr. op Uit. Zelfs wanneer dit is ingesteld op to Uit, worden de correctiewaarden opgeslagen. s Instellingen - Geometrische corr. pag.
Geprojecteerde beelden bijstellen Corrigeer de keystone-vervorming met de V-Keystone en HKeystone. V-Keystone 68 a U kunt niet combineren met andere correctiemethoden. Quick Corner Hierdoor kunt u elk van de vier hoeken van het geprojecteerde beeld onafhankelijk corrigeren. H-Keystone Als de beeldverhouding niet juist is, past u de beeldbalans aan met behulp van V-balans en H-balans. a b c Druk tijdens de projectie op de knop [Menu]. Selecteer Geometrische corr. onder Instellingen.
Geprojecteerde beelden bijstellen a Als u de knop [Esc] ongeveer twee seconden ingedrukt houdt, wordt het scherm voor het bevestigen van het terugzetten van standaardwaarden weergegeven. 69 f g Herhaal stappen 4 en 5 als u nog meer hoeken wilt aanpassen. Wanneer de correcties zijn voltooid, drukt u op de knop [Menu]. Selecteer Ja om het resultaat van Quick Corner-correcties terug te draaien. Gebogen oppervlak e Gebruik de knoppen [ hoek aan te passen.
Geprojecteerde beelden bijstellen a • Projecteren op een gebogen oppervlak met dezelfde straal. • Als een erg sterke aanpassing wordt uitgevoerd, is na die aanpassingen de scherpte mogelijk niet helemaal uniform. 70 d Selecteer Gebogen oppervlak en druk vervolgens op de knop [ ]. e Selecteer Vorm corrigeren en druk op de knop [ • Als 4K verbetering is ingeschakeld, wordt een bericht weergegeven. Selecteer Ja om 4K verbetering uit te schakelen.
Geprojecteerde beelden bijstellen f Selecteer met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] het gebied dat u wilt aanpassen en druk vervolgens op de knop [ ]. 71 g Gebruik de knoppen [ passen. ], [ ], [ ] en [ ] om de vorm aan te Als de driehoek in de richting waarin u de vorm aanpast, grijs wordt, zoals weergegeven in de schermweergave hieronder, dan kunt u de vorm niet verder in die richting aanpassen. Wanneer u een hoek selecteert, kunt u de twee kanten grenzend aan die hoek bijstellen.
Geprojecteerde beelden bijstellen j Druk op de knop [Esc] om het scherm van stap 5 weer te geven. Selecteer Horizontale lin. of Verticale lin. en druk vervolgens op de knop [ ]. 72 l Pas de lineairiteit aan. Corrigeer dit zodat de afstand tussen de lijnen gelijk is. Bij het drukken op de [ ]-knop Wanneer Horizontale lin. is geselecteerd Selecteer Horizontale lin. om de mate van uitrekken en samendrukken in horizontale richting aan te passen en selecteer Verticale lin.
Geprojecteerde beelden bijstellen a U kunt de gecorrigeerde resultaten fine-tunen. Gebruik de Quick Corner om de kanteling van het beeld aan te passen en gebruik vervolgens Puntcorrectie om te fine-tunen. Selecteer Quick Corner of Puntcorrectie op het scherm vanaf stap 4. s "Quick Corner" pag.68 s "Puntcorrectie" pag.
Geprojecteerde beelden bijstellen 74 e "Als deze instelling is veranderd, kan het beeld vervormd raken." wordt weergegeven. Druk opnieuw op de knop [ ]. d Selecteer Hoekmuur en druk op de knop [ ]. Selecteer Hoektype en druk op de knop [ ].
Geprojecteerde beelden bijstellen f Selecteer volgens het projectiegebied Horizontale hoek of Verticale hoeken druk dan op de [ ] knop. Bij horizontale uitlijning van de oppervlakken: Selecteer Horizontale hoek. Bij verticale uitlijning van de oppervlakken: Selecteer Verticale hoek. De stappen hierna gaan uit van Horizontale hoek (als voorbeeld). g Druk op de knop [Esc] om het scherm van stap 5 weer te geven. Selecteer Vorm corrigeren en druk op de knop [ ].
Geprojecteerde beelden bijstellen i 76 Wanneer Verticale hoek is geselecteerd: Selecteer met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] het gebied dat u wilt aanpassen en druk vervolgens op de knop [ ]. Regel links en rechts bij op basis van het punt dat zich het dichtst bevindt bij de verticale lijn in het midden van het scherm. a Als u de knop [Esc] ongeveer twee seconden ingedrukt houdt, wordt het scherm voor het bevestigen van het terugzetten van standaardwaarden weergegeven.
Geprojecteerde beelden bijstellen m Druk op de knoppen[ ][ ]om de lineariteit aan te passen. Corrigeer dit zodat de afstand tussen de lijnen gelijk is. 77 a Bij het drukken op de [ ]-knop Wanneer Horizontale hoek is geselecteerd U kunt de gecorrigeerde resultaten fine-tunen. Gebruik de Quick Corner om de kanteling van het beeld aan te passen en gebruik vervolgens Puntcorrectie om te fine-tunen. Selecteer Quick Corner of Puntcorrectie op het scherm vanaf stap 4. s "Quick Corner" pag.
Geprojecteerde beelden bijstellen 78 "Als deze instelling is veranderd, kan het beeld vervormd raken." wordt weergegeven. Druk opnieuw op de knop [ ]. d Selecteer Puntcorrectie en druk vervolgens op de knop [ ]. e Selecteer Puntcorrectie en druk vervolgens op de knop [ ]. f Puntcorrectie Selecteer het puntnummer (3x3, 5x5, 9x9, 17x17) en stel dan de Puntcorrectie-instellingen in. Patroonkleur Selecteer de kleur van het raster bij het uitvoeren van correcties.
Geprojecteerde beelden bijstellen g 79 Ga met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] naar het punt dat u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop [ ]. a U kunt de gecorrigeerde resultaten fine-tunen. Selecteer Quick Corner op het scherm vanaf stap 4 om de kanteling van het beeld aan te passen. s "Quick Corner" pag.68 De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren) Voor optimale beeldkwaliteit selecteert u de instelling die het beste past bij de omgeving waarin u projecteert.
Geprojecteerde beelden bijstellen 80 Bij iedere druk op de knop [Color Mode] wordt de naam van de Kleurmodus weergegeven en wijzigt de Kleurmodus. Afstandsbediening a U kunt de Kleurmodus vanuit het Configuratie instellen. s Beeld - Kleurmodus pag.152 De helderheid instellen Stel de helderheid in voor de lichtbron. a b Druk tijdens de projectie op de knop [Menu]. Selecteer Helderheid onder Helderheidsinstell. c Selecteer Lichtmodus en druk vervolgens op de knop [ ].
Geprojecteerde beelden bijstellen d Selecteer het item dat u wilt instellen en druk dan op de knop [ ]. Normaal: Selecteer dit als u de helderheid niet wilt verminderen; Dit maakt de doelgebruikstijd ongeveer 20.000 uur. Stil: Selecteer dit als u zich zorgen maakt over het lawaai van de ventilator. Dit stelt de helderheid in op 70%. Dit maakt de doelgebruikstijd ongeveer 20.000 uur. Uitgebreid: Selecteer dit om de levensverwachting van de lichtbron te verlengen. Dit stelt de helderheid in op 70%.
Geprojecteerde beelden bijstellen Weergaveniveau a 82 A Geschat resterend B 10.000 uur of meer 100% 20.000 uur 8.000 tot 9.999 uur 90% 21.000 uur 6.000 tot 7.999 uur 80% 24.000 uur 4.000 tot 5.999 uur 70% 30.000 uur 2.000 tot 3.999 uur 60% 37.000 uur 0 tot 1.999 uur 50% 47.000 uur 40% 61.000 uur 30% 71.000 uur De tijd die wordt weergegeven op het scherm is slechts een aanwijzing. 30.000 of meer uren worden weergegeven in eenheden van 10.000; 2.000 tot 29.
Geprojecteerde beelden bijstellen a • Dit is slechts een referentie bij benadering en kan veranderen afhankelijk van het gebruik en de omgeving. • De bovenstaande tijden zijn de standaarduren bij ononderbroken gebruik van de projector zonder de instellingen Helderheidsniveau of Constante modus te wijzigen en zijn niet gegarandeerd. • Wanneer de gebruikstijd meer dan 20.000 uren is, moet u mogelijk onderdelen in de projector vervangen.
Geprojecteerde beelden bijstellen 84 De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen Hoogtebreedteverhouding Uitleg 4:3 Projecteert met een beeldverhouding van 4:3. U kunt de Hoogte-breedteverhoudingg van het geprojecteerde beeld aanpassen aan het type, de hoogte-breedteverhouding en resolutie van de ontvangen signalen. 16:9 Projecteert met een beeldverhouding van 16:9. Volledig Projecteert op volledige grootte van het geprojecteerde scherm.
Geprojecteerde beelden bijstellen 85 : Het deel waar geen beeld wordt weergegeven, afhankelijk van het ingestelde schermtype. : Het deel waar geen beeld wordt weergegeven, afhankelijk van de ingestelde hoogte-breedteverhouding.
Geprojecteerde beelden bijstellen 86 Hoogte-breedteverhouding van ingangssignaal 16:10 16:9 Hoogte-breedteverhouding van ingangssignaal 4:3 16:10 16:9 4:3*1 H-zoom 16:9 16:9 4:3 H-zoom V-zoom V-zoom Bronformaat*2 Bronformaat*2 *1 Wanneer u een HDTV-signaal invoert (720p/1080i/1080p), wordt de beeldverhouding van het signaal behouden terwijl het beeld links en rechts wordt bijgeknipt en weergegeven. *2 Alleen beeld van een computer en beeld dat binnenkomt via de HDMIingang/HDBaseT-ingang.
Geprojecteerde beelden bijstellen 87 Hoogte-breedteverhouding van ingangssignaal 16:10 16:9 4:3 V-zoom * Bronformaat* Ingesteld schermtype: 16:10 Hoogte-breedteverhouding van ingangssignaal 16:10 16:9 Volledig H-zoom V-zoom 16:9 4:3 Afhankelijk van de resolutie van het ingangssignaal kan het beeld verschillen. Het beeld bijstellen Afhankelijk van de resolutie van het ingangssignaal kan het beeld verschillen.
Geprojecteerde beelden bijstellen 88 Telkens als u drukt op de knop [ veranderen. f c d Selecteer RGBCMY en druk vervolgens op de knop [ ]. Gebruik de knoppen [ ][ ] om de kleur te kiezen die u wilt aanpassen en druk vervolgens op de knop [ ]. ] zal het aanpassingsscherm Wanneer de correcties zijn voltooid, drukt u op de knop [Menu]. Gamma-instelling U kunt verschillen in de halftoon helderheid aanpassen die optreedt, afhankelijk van het aangesloten apparaat.
Geprojecteerde beelden bijstellen 89 Als u DICOM SIM selecteert in Kleurmodus in het menu Beeld, selecteert u de aanpassingswaarde naargelang de projectiegrootte. • Projectiegrootte van 150 inch of minder: selecteer een kleine waarde. • Projectiegrootte van 150 inch of meer: selecteer een hoge waarde. a Medische beelden worden mogelijk niet correct weergegeven op basis van uw installatie-omgeving en de schermspecificaties.
Geprojecteerde beelden bijstellen 90 d Selecteer Op maaten bevestig dit door op de knop [ drukken. e Gebruik de [ ][ ] knoppen om de toon die u wilt wijzigen te ] te selecteren en gebruik dan de knoppen [ ][ ] om aan te passen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, bevestigt u dit met behulp van de knop [ ]. Als u gebruikmaakt van de knoppen [ ][ ] om de toon te selecteren die u wilt wijzingen, zal het beeld knipperen en kunt u het toongebied van de beoogde aanpassing controleren.
Geprojecteerde beelden bijstellen c Selecteer het interpolatieniveau vanaf Laag, Normaal of Hoog. Stel Uit in als er ruis optreedt na gebruik van de andere instellingen. 91 b Selecteer Beeldverbetering vanuit Beeld en druk vervolgens op de knop [ ]. Het volgende scherm wordt weergegeven. d Druk op de [Menu]-knop om af te sluiten.
Geprojecteerde beelden bijstellen b Selecteer een van de volgende opties en druk vervolgens op de knop [ ]. Uit: Schakelt 4K Verbetering uit. Als een signaal wordt ingevoerd dat het resolutiescherm van deze projector overschrijdt, wordt het beeld weergegeven volgens het resolutiescherm van deze projector. 92 Vooringest. Beeldst. Selecteer de optimale instelling volgens het geprojecteerde beeld van vijf voorinstellingen die op voorhand waren voorbereid.
Geprojecteerde beelden bijstellen Ruisvermindering U kunt ruwe beelden gladder maken voor een zachtere beeldkwaliteit bij het invoeren van progressieve signalen of progressieve interlacesignalen. a 93 a Dit is uitgeschakeld in de volgende gevallen. • Wanneer Beeldverwerking is ingesteld op Snel 2 • Wanneer 4K verbetering is ingeschakeld • Wanneer een signaal wordt ingevoerd met een resolutie die WUXGA overschrijdt • Wanneer Vooringest. Beeldst.
Geprojecteerde beelden bijstellen a Selecteer Super-resolution vanuit Beeldverbetering en druk dan op de knop [ ]. b Druk op de knoppen [ ][ ] om het item te selecteren en breng uw wijzigingen aan met de knoppen [ ][ ]. 94 b Druk op de knoppen [ ][ ] om het item te selecteren en breng uw wijzigingen aan met de knoppen [ ][ ]. Sterkte: Hoe hoger de waarde, hoe meer het contrast wordt verbeterd. Bereik: Hoe groter de waarde, hoe groter het bereik van detailverbetering.
Geprojecteerde beelden bijstellen a Bij gepolariseerde projectie stemt deze projector de richting af op R (rood), G (groen) en B (blauw). U hoeft het beeldsignaal voor G (groen) voor het linker- en rechteroog niet om te keren.
Nuttige functies Dit deel beschrijft de functies voor Multiprojectie, Split Screen, Geheugen, Schema en Veiligheid.
Multiprojectie U kunt meerdere projectoren instellen voor het projecteren van één groot en breed beeld. U kunt het verschil van de helderheid en de kleurtoon aanpassen tussen elk geprojecteerd beeld om een naadloos scherm te creëren. a • Stel 4K verbetering in op Uit.
Multiprojectie De geprojecteerde beelden aanpassen (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) Pas de beeldverhouding van de beelden aan. s "Scherminstellingen" pag.31 s "De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen" pag.84 Pas de lensverschuiving aan. s "De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)" pag.34 Pas de zoom en scherpstelling aan. s "De beeldgrootte bijstellen" pag.38 s "Scherpstellen" pag.39 Pas kleine verschillen in de beelden aan. s "Puntcorrectie" pag.
Multiprojectie 99 Het delen automatisch uitvoeren Deze sectie legt uit hoe u de projector die wordt gebruikt in Groeperen, moet selecteren. Configureer vervolgens automatisch de beelden die worden geprojecteerd. a Locatieconfiguratie wordt uitgevoerd met de camera die in de voorkant van de projector is ingebouwd. Blokkeer de camera of de geprojecteerde beelden niet. a b Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
Multiprojectie g 100 Selecteer Locatie instellen en druk dan op de knop [ ]. Het beeld wordt automatisch gepositioneerd. Wanneer het bericht "Wijst ID's toe aan projectors die zijn gevonden. Wilt u doorgaan? Als " wordt weergegeven, selecteert u Ja. Wanneer de instelling is voltooid, verschijnt het volgende scherm. h Voer het beeldsignaal in om het beeld weer te geven. s "Het automatisch detecteren van ingangssignalen en het wijzigen van het geprojecteerde beeld (Bron zoeken)" pag.
Multiprojectie 101 e Herhaal stappen 1 tot 4 voor elke projector die wordt gebruikt voor het delen. f Selecteer Locatie instellen en druk dan op de knop [ (1) ]. Randoverlapping U kunt de overlappende gebieden fijn afstemmen om een naadloos scherm te maken. Stel de posities van de geprojecteerde beelden in Rijvolgorde en Kolomvolgorde in. Rijvolgorde: Plaats schermen van boven naar beneden in de volgorde 1, 2, 3. Kolomvolgorde: Plaats schermen van links naar rechts in de volgorde A, B, C.
Multiprojectie 102 Submenu Hulpkleur d e Functie Selecteer een combinatie van hulplijnkleuren uit de zes geboden opties. Schakel Randoverlapping in. (1) Selecteer Randoverlapping en druk vervolgens op de knop [ (2) Selecteer Aan en druk op [ (3) Druk op de knop [Esc]. ]. Zet Lijnhulp op Aan. (1) Selecteer Lijnhulp en druk vervolgens op de knop [ Functie (2) Selecteer Aan en druk op [ Randoverlapping Stel dit in op Aan om Randoverlapping in te schakelen.
Multiprojectie 103 h In het bovenstaande voorbeeld moet u Linkerrand aanpassen omdat u de overlappende gebieden kunt zien aan de linkerzijde van het beeld (1). Selecteer Linkerrand en druk vervolgens op de knop[ (2) Selecteer Overlapping en druk vervolgens op de knop [ (3) Selecteer Aan en druk op [ (4) (5) Druk op de knop [Esc]. In Startpositie mengen lijnt u de startpositie voor overlapping uit met de rand (2) van het beeld. Druk op de knop [Esc]. In Overlappingsbereik, maakt u de rand (3) grijs.
Multiprojectie a • U kunt het Zwartniveau niet aanpassen wanneer een testpatroon wordt weergegeven. • Als de waarde voor Geometrische corr. erg hoog is, is een goede correctie misschien niet mogelijk. • Zelfs na correctie van het zwartniveau kunnen de helderheid en kleurtoon verschillen in delen met overlapping en andere delen. • Als u de instelling bij Bovenrand/Onderrand/Rechterrand/ Linkerrand wijzigt, wordt Zwartniveau teruggezet op de standaardwaarde. s "Randoverlapping" pag.
Multiprojectie c 105 Selecteer het gebied dat u wilt aanpassen en druk op de knop [ ]. Het geselecteerde gebied wordt weergegeven in oranje. a d e Als er meerdere schermen zijn die overlappen, past u dit aan op basis van het gebied met de meeste overlap (het helderste gebied). In de onderstaande afbeelding lijnt u eerst (2) af met (1) en dan past u aan zodat (3) in lijn is met (2). Als de tint daarna niet overeenkomt met sommige gebieden, past u ze aan via Gebiedscorrectie.
Multiprojectie 106 k Gebruik de knoppen [ l Druk op de knoppen[ ][ ][ ][ ] om de grenslijnposities aan te passen en druk dan op de knop [ ][ ]. ][ ][ ]om naar het punt te gaan dat u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop[ ]. Het geselecteerde punt wordt oranje weergegeven. Grenslijnen die aangeven waar de beelden elkaar overlappen, worden weergegeven. De grenslijnen worden weergegeven op basis van de instellingen voor Bovenrand/Onderrand/Rechterrand/Linkerrand.
Multiprojectie a n Als u Zwartniveau wilt terugzetten op de standaardwaarde, drukt u op [Esc] om terug te keren naar het scherm van stap 7. Vervolgens selecteert u [Resetten] en drukt u op de knop [ ]. Wanneer de aanpassing is voltooid, drukt u op de knop [Menu]. Schermafstemming Pas de tint en helderheid aan voor meerdere projectoren.
Multiprojectie • Het geprojecteerde beeld na het delen is rechthoekig • Alle geprojecteerde beelden zijn uitgelijnd zonder lege ruimtes (wij raden aan 15 tot 45% te gebruiken als de breedte van overlappende beelden) • De projector is parallel aan het projectie-oppervlak opgesteld a 108 a • Automatisch aanpassen wordt uitgevoerd met de camera die in de voorkant van de projector is ingebouwd. Blokkeer de camera of de geprojecteerde beelden niet.
Multiprojectie 109 Het aanpassingspatroon wordt weergegeven en de aanpassing wordt gestart. Als het geprojecteerde beeld wordt weergegeven vóór de aanpassing, is de procedure voltooid. a • Raadpleeg het volgende als er een fout optreedt. s "Automatische aanpassingen zijn niet correct uitgevoerd" pag.209 • Om terug te keren naar de status van voor de automatische aanpassing, selecteert u Ongedaan maken.
Multiprojectie Het volgende scherm wordt weergegeven. De helft van het overlappende gebied wordt in het zwart weergegeven zodat het gemakkelijk is de rand van het beeld te controleren. 110 e Selecteer Helderheid en gebruik dan de knoppen[ ][ ]om de helderheid aan te passen. f g Keer terug naar stap 2 en pas elk niveau aan. Druk op de knop [Esc] om naar het vorige scherm terug te keren. Weergave Geschaald beeld Een deel van het beeld wordt bijgesneden en weergegeven.
Multiprojectie c d Selecteer Schaal en druk vervolgens op de knop [ ]. (2) Selecteer Zoomweergave of Volledige weerg. en druk vervolgens op de knop [ ]. Zoomweergave: Voor aanpassing volgens het beeld dat nu wordt weergegeven. Vergroten Schakel Schaalin. (1) Selecteer Schaal en druk vervolgens op de knop [ (2) Selecteer Automatisch of Handmatig en druk dan op de knop [ ]. Automatisch: Past het bijgesneden gebied automatisch aan volgens de aanpassingswaarden in Randoverlapping en Kantelen.
Multiprojectie f 112 Pas de schaal aan. Selecteer de manier van aanpassen met de knoppen [ vervolgens bij met de knoppen [ ][ ]. ][ ] en stel -+: Hiermee wordt het beeld tegelijk horizontaal en verticaal groter of kleiner gemaakt. Verticaal schalen: Hiermee wordt het beeld verticaal groter of kleiner gemaakt. Horizontaal schalen: Hiermee wordt het beeld horizontaal groter of kleiner gemaakt. g Het beeld wordt bijgesneden en aangepast. (1) Selecteer Uitsnede-aanpassing, en druk dan op de knop [ ].
Projectiefuncties Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen) Beeld uit twee bronnen kan tegelijkertijd links en rechts op het scherm geprojecteerd worden. 113 Invoerbronnen voor projectie met split screen De combinaties van invoerbronnen die op een split screen kunnen worden geprojecteerd, zijn hieronder opgesomd.
Projectiefuncties 114 c d Bedieningsprocedures Op een split screen projecteren a Selecteer Bron en druk vervolgens op de knop [ ]. Selecteer de gewenste invoerbron voor Links en Rechts. Druk tijdens het projecteren op de knop [Split] op de afstandsbediening. Het beeld van de huidige bron wordt links in het scherm geprojecteerd. Afstandsbediening a b U kunt hetzelfde doen via het Configuratiemenu. a s Instellingen - Split Screen pag.156 Druk op de [Menu]-knop.
Projectiefuncties b 115 Selecteer Omwisselen Schermen en druk op [ Nadat de schermgrootte is ingesteld, zullen de geprojecteerde beelden verschijnen zoals hieronder weergegeven. ]. Het beeld links en rechts wordt omgewisseld. Gelijk Links groter Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts a b c Rechts groter Druk tijdens projectie op een gedeeld scherm op [Menu]. Selecteer Schermgrootte en druk op [ ]. Selecteer de gewenste weergavegrootte en druk op [ ].
Projectiefuncties c Selecteer de audio die u wilt weergeven en druk vervolgens op de knop [ ]. Wanneer u Automatisch selecteert, wordt audio uitgevoerd voor het vergrote scherm. Als de schermafmetingen Gelijkzijn, dan is de audio-uitgang die van het scherm aan de linkerkant. 116 • Er kan alleen hulp worden weergegeven als er geen beeldsignalen worden ingevoerd of als er een fout- of waarschuwingsmelding is weergegeven. • Het gebruikerslogo wordt niet weergegeven.
Projectiefuncties 117 Telkens wanneer u op de [A/V Mute]-knop drukt, wordt A/V dempen inof uitgeschakeld. Afstandsbediening a • Als u wilt uit- of infaden bij het aan- of uitzetten van de video, stelt u het gewenste aantal seconden in bij Uitfaden en Infaden. s Uitgebreid - Bewerking - AV-dempinstellingen - Uitfaden, Infaden pag.158 • Wanneer A/V dempen is geactiveerd en ongeveer 2 uur lang geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de projector automatisch uitgeschakeld.
Projectiefuncties 118 Het beeld bevriezen (Bevriezen) Als de functie Bevriezen wordt ingeschakeld tijdens bewegend beeld, blijft het bevroren beeld geprojecteerd worden en kunt u een bewegend beeld frame voor frame, als foto projecteren. U kunt de functie Bevriezen ook gebruiken om tussentijds handelingen uit te voeren, bijvoorbeeld als u tijdens presentaties vanaf een computer bestanden wilt wisselen zonder beeld te projecteren.
Projectiefuncties c 119 Vergroten. Een gebruikerslogo opslaan Afstandsbediening [z]-knop: Vergroot het gebied telkens als deze wordt ingedrukt. U kunt versneld vergroten door de knop ingedrukt te houden. [x]-knop: Verkleint afbeeldingen die reeds werden vergroot. [Esc]-knop: Annuleert E-Zoom. a • Druk tijdens een uitvergrote projectie op [ [ ], [ ], [ ] of U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd als gebruikerslogo opslaan.
Projectiefuncties d Verplaats het kader om het deel van het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken, te selecteren. U kunt dezelfde handelingen uitvoeren vanaf het bedieningspaneel van de projector. Afstandsbediening a U kunt een beeld opslaan met een afmeting van 400x300 beeldpunten. e Als u op de [ ]-knop drukt en het bericht "Dit beeld kiezen?" wordt weergegeven, selecteert u Ja. f g Selecteer de zoomfactor in het instellingsvenster voor zoom.
Geheugenfunctie 121 De instellingen voor de afbeelding die momenteel wordt weergegeven en de waarden voor geometrische correctie worden opgeslagen als een herinnering, zodat u deze kunt laden wanneer dat nodig is. Het geheugen bewaren/laden/verwijderen en resetten a Druk op de knop [Memory] tijdens het projecteren. Afstandsbediening Geheugen: Instellingen voor de volgende menu-items worden opgeslagen in het geheugen. U kunt maximaal 10 waarden registreren.
Geheugenfunctie 122 Functie Functie Uitleg Ophalen uit geheugen Hiermee haalt u instellingen op die zijn opgeslagen in het geheugen. Als u een geheugenpositie selecteert en op de knop [ ] drukt, worden de instellingen voor het huidige beeld vervangen door de instellingen uit het geheugen. Opslaan in geheugen Registreert huidige instellingen in het geheugen. Als u een naam in het geheugen selecteert en op de knop [ ] drukt, worden de instellingen opgeslagen.
Werken met schema's U kunt de projector aan/uit zetten en de invoerbron omschakelen volgens een vooringesteld schema door deze handelingen op te nemen als gebeurtenissen in het schema of tijdrooster. Geregistreerde gebeurtenissen worden automatisch uitgevoerd op de opgegeven tijd en de opgegeven data of wekelijks. U kunt maximaal 30 gebeurtenissen registreren in Schema en één gebeurtenis in Uitgebreid schema. 123 d Stel het schema in.
Werken met schema's 124 Een gebeurtenis controleren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een Schema-gebeurtenis kunt controleren. a b a Druk tijdens de projectie op de knop [Menu]. Selecteer Instellingen rooster onder Uitgebreid. De indicator gaat aan wanneer een gebeurtenis wordt opgeslagen. • De kalibratie van de lichtbron start niet automatisch wanneer de projector langer dan 24 uur ononderbroken wordt gebruikt of wanneer het direct uitschakelen regelmatig wordt gebruikt.
Werken met schema's c 125 Druk op de knoppen[ ][ ]om de datum die u wilt controleren, te markeren. De details van de gebeurtenissen die zijn geregistreerd op de geselecteerde datum, worden weergegeven. d Selecteer de gebeurtenis die u wilt bewerken en druk vervolgens op de knop [Esc]. e Bewerk de gebeurtenis. (Blauw): ingeschakelde gebeurtenis (Grijs): uitgeschakelde gebeurtenis : regelmatige gebeurtenis Een gebeurtenis bewerken a Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
Werken met schema's Naam submenu f 126 Functie Bewerken Hiermee bewerkt u de inhoud van de geselecteerde gebeurtenis. Selecteer Opslaan en druk vervolgens op de knop [ ] om het bewerken te voltooien. Wissen Hiermee verwijdert u de geselecteerde gebeurtenis. Nieuw toevoegen Slaat een nieuwe gebeurtenis op. Selecteer Opslaan en druk vervolgens op de knop [ ] om het registreren te voltooien. Selecteer Installatie voltooid gevolgd door Ja om het bewerken te voltooien.
Beveiligingsfuncties De projector beschikt over de volgende geavanceerde beveiligingsfuncties. • Wachtwoordbeveiliging U kunt het aantal gebruikers van de projector beperken. • Toetsvergrendeling/Toetsvergrendeling afstandsbediening U kunt voorkomen dat personen zonder toestemming de instellingen op de projector wijzigen. s "Bediening beperken" pag.129 • Antidiefstalvergrendeling De projector is uitgerust met de volgende antidiefstalbeveiliging. s "Antidiefstalvergrendeling" pag.
Beveiligingsfuncties a 128 Houd tijdens het projecteren de [Freeze]-knop ongeveer vijf seconden ingedrukt. c Het instellingenmenu voor Wachtwoordbeveiliging wordt weergegeven. Afstandsbediening d Selecteer Aan en druk op [ Druk op de knop [Esc] om naar het scherm van stap 2 terug te keren. Het wachtwoord instellen. (1) Selecteer Wachtwoord en druk op [ (2) Het bericht "Wachtwoord wijzigen?" wordt weergegeven. Selecteer Ja en druk op [ ]. Het standaardwachtwoord is "0000".
Beveiligingsfuncties 129 Bediening beperken Voor de projector zijn de volgende drie soorten functies voor het beperken van de bediening beschikbaar. • Toetsvergrendeling Dit is nuttig op evenementen of shows waar u alle knoppen wilt deactiveren tijdens projectie, of op scholen waar u de knopbediening wilt beperken. Zodra het correcte wachtwoord is ingevoerd, wordt de wachtwoordbeveiliging tijdelijk opgeheven.
Beveiligingsfuncties a b 130 U kunt ook instellingen opgeven met Toetsvergrendeling in het configuratiemenu. s Instellingen - Slotinstelling Toetsvergrendeling pag.156 Selecteer Voll. vergrend. of Toetsvergrend. volgens uw doel. Stel de Lensvergrendeling in op Aan in het menu Configuratie. s Instellingen - Slotinstelling - Lensvergrendeling pag.156 Toetsvergrendeling afstandsbediening Deze functie vergrendelt de volgende toetsen op de afstandsbediening.
Beveiligingsfuncties 131 Telkens u de knop [ ] ongeveer 5 seconden ingedrukt houdt, wordt de toetsvergrendeling afstandsbediening in- of uitgeschakeld. Afstandsbediening a Het draadslot installeren Leid een draadslot ter voorkoming van diefstal door het installatiepunt. Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met het draadslot voor instructies bij het vastzetten. Zelfs wanneer de toetsvergrendeling van de afstandsbediening is ingeschakeld, blijven de volgende handelingen mogelijk.
De projector gebruiken op een netwerk Volg de instructies in deze secties om uw projector in te stellen voor gebruik op een netwerk.
Bekabelde netwerkprojectie U kunt beelden verzenden naar uw projector via een vast netwerk. Verbind hiervoor de projector met uw netwerk en stel dan uw projector en computer in voor netwerkprojectie. 133 b Selecteer het menu Netwerk en druk op [Enter]. c d Selecteer Netwerkconfiguratie en druk op [Enter]. e Selecteer de basisopties zoals nodig. Na het verbinden en instellen van de projector, installeert u Epson iProjection vanaf de Epson Projector Software CD-ROM (indien beschikbaar) of website.
Bekabelde netwerkprojectie 134 • Projectornaam: voer de projectornaam in die wordt gebruikt voor het identificeren van de projector via een netwerk. U kunt maximaal 16 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren. • Wachtwoord PJLink: hiermee kunt u een wachtwoord instellen voor het gebruik van het PJLink-protocol voor projectorbediening. U kunt maximaal 32 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
Bekabelde netwerkprojectie a Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] op de afstandsbediening en selecteer dan het cijfer dat u wilt invoeren op het weergegeven schermtoetsenbord. Druk op de knop [Enter] om te bevestigen. h Om te voorkomen dat het IP-adres wordt weergegeven op het LAN stand-byscherm en Startscherm, zet u de instelling Weergave IP-adres op Uit. i Als u klaar bent met het opgeven van de instellingen, selecteert u Installatie voltooid.
Draadloze netwerkprojectie U kunt beelden verzenden naar uw projector via een draadloos netwerk. Hiervoor moet u de Epson 802.11b/g/n draadloze LAN-module installeren en dan uw projector en computer instellen voor draadloze projectie. s "De draadloze LAN-eenheid installeren" pag.56 U kunt de projector verbinden met uw draadloos netwerk door de verbinding handmatig te configureren via de menu's Netwerk van de projector. Stel de tijd van de projector in voordat u het menu Netwerk configureert.
Draadloze netwerkprojectie c Stel Draadloze voeding in op Draadloos LAN Aan. 137 • Projectornaam: voer de projectornaam in die wordt gebruikt voor het identificeren van de projector via een netwerk. U kunt maximaal 16 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren. • Wachtwoord PJLink: hiermee kunt u een wachtwoord instellen voor het gebruik van het PJLink-protocol voor projectorbediening. U kunt maximaal 32 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
Draadloze netwerkprojectie a Gebruik het weergegeven toetsenbord om de naam en het wachtwoord in te voeren. Druk op de knoppen [ ][ ][ 138 [ ] op de afstandsbediening om tekens te markeren en druk op [Enter] om ze te selecteren. g a ] j Selecteer het menu Draadl. LAN en druk op [Enter]. Als u de SSID handmatig wilt toewijzen, selecteert u SSID om de SSID in te voeren. Voor de verbindingsmodus Geavanceerd, wijst u de IP-instellingen toe voor uw netwerk, zoals nodig.
Draadloze netwerkprojectie m Druk op de knop [LAN] op de afstandsbediening. De instellingen voor het vaste netwerk zijn voltooid als u het juiste IP-adres ziet op het LAN stand-byscherm. 139 Draadloze netwerkinstellingen selecteren in Windows Voordat u verbinding maakt met de projector, selecteert u het juiste draadloze netwerk op uw computer. Als u klaar bent met het maken van draadloze instellingen voor uw projector, moet u het draadloos netwerk selecteren op uw computer.
Draadloze netwerkprojectie Draadloze netwerkbeveiliging instellen 140 e Selecteer het menu Draadl. LAN en druk op [Enter]. f Selecteer de instelling Beveiliging en druk op [Enter]. g Selecteer de beveiligingsinstellingen in overeenstemming met uw netwerkinstellingen. U kunt de beveiliging instellen voor het gebruik van uw projector op een draadloos netwerk.
Draadloze netwerkprojectie • WPA2-PSK, WPA/WPA2-PSK: Selecteer Installatie voltooid. Volg de instructies op het scherm om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten. • WPA2-EAP, WPA/WPA2-EAP: Selecteer EAP-instelling en druk op [Enter]. h i 141 n Voer een wachtwoord in en druk op [Enter]. o Selecteer uw EAP-instellingen zoals nodig. Het certificaat wordt geïmporteerd en een voltooiingsbericht verschijnt. Selecteer het protocol voor verificatie als de instelling EAP-type.
Draadloze netwerkprojectie p 142 Als u klaar bent met het opgeven van de instellingen, selecteert u Installatie voltooid. Volg de instructies op het scherm om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten. * U kunt een wachtwoord instellen met maximaal 64 alfanumerieke tekens Gebruik de webbrowser voor tekstinvoer als u meer dan 32 tekens wilt invoeren. s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Epson Web Control)" pag.
Draadloze netwerkprojectie Een QR-code gebruiken om te verbinden met een mobiel apparaat Na het opgeven van de draadloze netwerkinstellingen voor uw projector, kunt u een QR-code weergeven op het scherm en deze gebruiken om een mobiel apparaat te verbinden via de Epson iProjection (iOS/Android)-app. a a • Controleer of u de nieuwste versie van Epson iProjection hebt geïnstalleerd op uw apparaat (Epson iProjection V1.3.0 of later ondersteunt deze functie).
Draadloze netwerkprojectie 144 a Een USB-sleutel gebruiken om een Windowscomputer te verbinden U kunt uw USB-flashstation instellen als USB-sleutel om de projector snel te verbinden met een Windows-computer met ondersteuning voor draadloos LAN. Via de USB-sleutel kunt u de draadloze netwerkinstellingen van een computer automatisch selecteren en uw presentatie draadloos projecteren. a Stel de USB-sleutel in met Epson iProjection (Windows/Mac). b c d Zorg dat de draadloze LAN-module is geïnstalleerd.
Beveiligde HTTP U kunt het HTTPS-protocol gebruiken om de beveiliging tussen de projector en de webbrowser die ermee communiceert, te verbeteren. Hiervoor maakt u een servercertificaat aan, installeert u het op de projector en schakelt u de instelling Beveiligde HTTP in de projectormenu's in om de betrouwbaarheid van de webbrowser te controleren. s Netwerk - Netwerkconfiguratie - Overige -Beveiligde HTTP pag.
Beveiligde HTTP e Selecteer het menu Overige en druk op [Enter]. 146 l Voer een wachtwoord in en druk op [Enter]. Het certificaat wordt geïmporteerd en een voltooiingsbericht verschijnt. Ondersteunde webservercertificaten U kunt deze types digitale certificaten registreren. Webservercertificaat (Beveiligde HTTP) Item f g h i Selecteer Aan als de instelling Beveiligde HTTP. Selecteer Webservercertificaat en druk op [Enter]. Selecteer Registreren en druk op [Enter].
Configuratiemenu In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van het Configuratieen de daarin opgenomen functies.
Het Configuratie gebruiken In dit gedeelte wordt ingegaan op het gebruik van het Configuratie. Hoewel de stappen worden uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening, kunt u dezelfde handelingen ook via het bedieningspaneel uitvoeren. In de help bij het menu vindt u uitleg bij de beschikbare knoppen. a b 148 c Selecteer een item uit een submenu. d Wijzig de instellingen. Open het Configuratie. Selecteer een item uit een hoofdmenu.
Lijst met functies 149 Tabel van het configuratiemenu. Naam hoofdmenu De instelbare items hangen af van het gebruikte model en het beeldsignaal en de beeldbron die wordt geprojecteerd. Naam hoofdmenu Menu Beeld s pag.152 Menu Signaal s pag.154 Naam submenu Kleurmodus Items of instellingswaarden Dynamisch, Presentatie, Natuurlijk, Cinema, BT.
Lijst met functies Naam hoofdmenu 150 Naam submenu Testpatroon Menu Uitgebreid s pag.158 Items of instellingswaarden Standaard, Kruislijnen, Kruislijnen R, Kruislijnen G, Kruislijnen B, Kleurbalken V, Kleurbalken H, Grijstinten, Grijsbalken V, Grijsbalken H, Schaakbord 1, Schaakbord 2, Wit, Zwart, Beeldkader Geheugen Geheugen, Lenspositie, Geometrische corr. Startscherm Startscherm auto weerg, Aangepaste functie 1, Aangepaste functie 2 Weergeven Naam hoofdmenu Menu Informatie s pag.
Lijst met functies Naam hoofdmenu Menu Draadl. LAN s pag.167 151 Naam submenu Items of instellingswaarden Wachtwoord PJLink - Wachtwoord Remote - Wachtwoord webctrl - Moderatorwachtwoord - Trefwoord projector Aan, Uit Weergave zoekwoord Aan, Uit LAN-info weergeven Tekst en QR-code, Tekst Aansluitmodus Snel, Geavanceerd Toegangspunt zoeken Naam hoofdmenu Menu Vast netwerk s pag.
Lijst met functies Naam hoofdmenu 152 Naam submenu Items of instellingswaarden Submenu Functie Kleurmodus Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past. s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)" pag.79 Aan, Uit Helderheid Hiermee wordt de helderheid van het beeld ingesteld. Art-Net Art-Net, Net, Sub-Net, Universe, Kanaal starten Contrast Stel hier het verschil in tussen licht en schaduw in het beeld.
Lijst met functies Submenu Frame-interpolatie *1, 2, 3, 4, 5 Beeldverbetering 153 Functie U kunt snel bewegende beelden vloeiend weergeven door tussen de oorspronkelijke frames (samenstellende beeldjes) tussenbeeldjes te laten produceren. U kunt de beeldresolutie aanpassen. s "Aanpassen van de beeldresolutie (Beeldverbetering)" pag.91 4K verbetering*6: (alleen EB-L1755U/EB-L1750U/EBL1505UH/EB-L1500UH) U kunt projecteren met een verdubbelde resolutie. Vooringest. Beeldst.
Lijst met functies Submenu Resetten 154 Functie Hier kunt u alle correctiewaarden die u hebt ingesteld in het menu Beeld herstellen naar hun standaardwaarden. U vindt meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden voor de menu-items in: s "Menu Resetten" pag.176 *1 Dit kan niet worden ingesteld als E-Zoom wordt gebruikt. *2 Dit kan niet worden ingesteld wanneer signalen worden ingevoerd met resoluties die hoger zijn dan die van WUXGA-signalen of wanneer 4K verbetering is ingeschakeld.
Lijst met functies Submenu 155 Functie Tracking (Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGBcomputersignaal wordt ingevoerd.) Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen in het beeld verschijnen. Sync. (Alleen beschikbaar wanneer een analoog RGBcomputersignaal wordt ingevoerd.) Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of wazig is, of als er interferentie optreedt.
Lijst met functies Submenu 156 Functie Schaal Als u één beeld projecteert met meerdere projectoren, stel dan het bereik bij van het beeld van elke projector. s "Weergave Geschaald beeld" pag.110 Resetten U kunt hier alle instellingwaarden in het menu Signaal terugzetten op hun standaardwaarden, behalve Ingangssignaal en EDID. U vindt meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden voor de menu-items in: s "Menu Resetten" pag.
Lijst met functies Submenu Geometrische corr. 157 Functie U kunt vervorming corrigeren. s "Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren" pag.66 • Uit: Annuleert tijdelijk de geometrische correctie. • H/V-Keystone: Past V-Keystone, V-balans, H-Keystoneen H-balans aan om verticale en horizontale keystone-vervorming te corrigeren. • Quick Corner: Selecteer en corrigeer de vier hoeken van het geprojecteerde beeld.
Lijst met functies 158 Submenu Functie Externe receiver U kunt de ontvangst van het werkingssignaal van de afstandsbediening begrenzen. Als deze is ingesteld op Uit, kunt u de afstandsbediening niet gebruiken. Als u de afstandsbediening toch wilt gebruiken, houdt u op de afstandsbediening de [Menu]-knop ten minste 15 seconden ingedrukt om de instelling terug te zetten naar de standaardwaarde.
Lijst met functies Submenu Weergeven 159 Functie Hier kunt u instellingen vastleggen voor het venster van de projector. Menu Positie: Selecteer de positie om het menu op het geprojecteerde scherm weer te geven. Berichtpositie: Selecteer de positie om het bericht op het geprojecteerde scherm weer te geven. Bericht: Indien ingesteld op Uit, worden de volgende items niet weergegeven.
Lijst met functies Submenu Bewerking 160 Functie Dir. Inschakelen: Als u dit instelt op Aan wordt de projector ingeschakeld wanneer u de stekker insteekt. Als de voedingskabel is aangesloten, moet u er rekening mee houden dat de projector automatisch wordt ingeschakeld na bijvoorbeeld een stroomstoring. Sluimerstand: Wanneer deze functie op Aan staat, wordt de projectie automatisch gestopt als er geen signaal meer binnenkomt en het apparaat verder ook niet wordt gebruikt.
Lijst met functies Submenu 161 Functie stroom wordt in- of uitgeschakeld of dat de afkoelperiode is afgelopen. • Indicatoren: Wanneer dit is ingesteld op Uit, dan worden de indicatielampjes van de projector uitgeschakeld, met uitzondering van afwijkingen of waarschuwingen. • Meteen uit: Wanneer dit is ingesteld op Ingeschakeld, gaat de beamer ongeveer drie seconden na het uitschakelen naar stand-by.
Lijst met functies 162 Submenu Functie Stand-by modus Stand-by modus: als u dit instelt op Communicatie aan, kunt u de volgende handelingen nog uitvoeren, zelfs als de projector in stand-by staat. • De projector controleren en beheren via het netwerk. • Beeld en geluid uitvoeren naar een extern apparaat. (Alleen als A/V-uitvoer op Altijd staat.) • Communicatie via de HDBaseT-poort is ingeschakeld. (Alleen als Bediening&communicatie op Aan staat.
Lijst met functies Submenu Multiprojectie 163 Functie Geef instellingen op voor het projecteren met meerdere projectoren. s "Multiprojectie" pag.97 Projector-id: Hiermee stelt u de id in op een waarde van 01 t/m 30. Uit geeft aan dat er geen id is ingesteld. s "Id-instellingen" pag.43 Groeperen: Wanneer u meerdere projectoren gebruikt voor het projecteren van één beeld, selecteert u de projectors die worden gebruikt. Kantelen: Stel het aantal split screens en posities van elk geprojecteerde beeld in.
Lijst met functies 164 Submenu Menu Netwerk Als Netwerkbeveil. is ingesteld op Aan onder Wachtwoordbeveiliging, wordt er een melding weergegeven en kunnen de instellingen niet worden gewijzigd. Stel Netwerkbeveil. in op Uit en configureer vervolgens het netwerk. Netwerkinfo Draadloos Hier wordt de volgende statusinformatie over de netwerkinstellingen gegeven. • Aansluitmodus • Draadl. LAN-syst.
Lijst met functies Submenu 165 Functie QR-code weergeven Wanneer u iOS- of Android-apparaten verbindt via Epson iProjection, leest u de weergegeven QR-code. Netwerkconfiguratie De volgende menu's zijn beschikbaar voor netwerkinstellingen. Basis, Draadl. LAN, Vast netwerk, Melding, Overige, Resetten Toeg. externe camera Stel dit in op Aan om het vanaf een externe locatie geprojecteerde beeld te controleren.
Lijst met functies 166 Menu Basis Submenu Projectornaam Wachtwoord PJLink Wachtwoord Remote Submenu Wachtwoord webctrl Stel een verificatiewachtwoord in om te gebruiken bij het maken van de instellingen en de bediening van de projector met behulp van Webcontrole in Epson Web Control. U kunt maximaal acht enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren (*: en spaties kunnen niet worden gebruikt). De standaard gebruikersnaam is "EPSONWEB" en het standaard wachtwoord is "admin".
Lijst met functies 167 Menu Draadl. LAN Submenu Om de projector op een computer aan te sluiten via een draadloze LAN, installeert u de Draadloze LAN-eenheid (ELPAP10). SSID Voer een SSID in. Als het draadloos LAN-systeem waarvan de projector deel uitmaakt beschikt over een SSID, voer de SSID dan in. U kunt maximaal 32 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren. Beveiliging Selecteer het beveiligingstype volgens de draadloze LANinstellingen. Openen: Er is geen beveiliging ingesteld.
Lijst met functies Submenu EAP-instelling 168 Functie Stel protocollen in voor WPA2-EAP- en WPA/WPA2EAP-verificatie. EAP-type: selecteer het certificeringsprotocol. • PEAP: Verificatieprotocol dat veel gebruikt wordt in Windows Server. • PEAP-TLS: Verificatieprotocol dat gebruikt wordt in Windows Server. Selecteer dit bij gebruik van een clientcertificaat. • EAP-TLS: Verificatieprotocol dat veel gebruikt wordt met een clientcertificaat.
Lijst met functies 169 Submenu Functie Weergave IPadres Om te voorkomen dat het IP-adres op het LAN standbyscherm wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit. IPv6-instellingen Voer de instellingen in voor het gebruik van de IPv6protocollen. a • De volgende functies ondersteunen IPv6protocollen. - Epson Web Control - PJLink • Wanneer u het IPv6-adres handmatig in‐ stelt, geeft u instellingen op in Geavan‐ ceerd vanuit Epson Web Control.
Lijst met functies 170 Scherm Toegangspunt zoeken Menu Vast netwerk De gedetecteerde toegangspunten worden op een lijst getoond. Submenu Ververs Functie Het toegangspunt opnieuw zoeken. Geeft een reeds ingesteld toegangspunt aan. Geeft toegangspunten met beveiliging aan. Als u een toegangspunt selecteert waarvoor geen beveiligingsinstellingen zijn ingesteld, wordt het menu Draadloos LAN weergegeven.
Lijst met functies Submenu IP-instellingen Weergave IPadres 171 Functie Hier kunt u instellingen uitvoeren met betrekking tot de volgende adressen. DHCP: Ingesteld op Aan om het netwerk te configureren met DHCPg. Als dit is ingesteld op Aan, kunt u geen adressen meer instellen. IP-adres: Hier kunt u het IP-adresg invoeren dat is toegewezen aan de beamer. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden. 0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.
Lijst met functies 172 s "E-mail met foutmeldingen lezen" pag.238 Submenu Stel in op Aan om een e-mailbericht te versturen naar de vooraf ingestelde adressen wanneer zich een probleem voordoet of een melding wordt gegeven met betrekking tot een projector. SMTP-server U kunt het IP-adresg voor de SMTP-server voor de projector invoeren. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden. 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.
Lijst met functies 173 Submenu Functie Submenu Functie Gemeld IP-adres Voer het IP-adres in van de computer waarnaar u meldingen over de gebruiksstatus van de projector wilt verzenden met de PJLink-meldingsfunctie. U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden. 127.x.x.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.
Lijst met functies 174 Menu Resetten Menu Informatie (alleen weergave) Hiermee stelt u alle netwerkinstellingen opnieuw in. Submenu Functie Netwerkinstellingen resetten. Om alle netwerkinstellingen opnieuw in te stellen, selecteert u Ja. Hier kunt u de status van de beeldsignalen die worden geprojecteerd en de status van de projector controleren. Welke items kunnen worden weergegeven is afhankelijk van de bron die wordt geprojecteerd.
Lijst met functies Submenu Info licht Versie Statusinfo 175 Functie Status Dit betreft informatie over fouten die zich hebben voorgedaan met de projector. Deze informatie kan van belang zijn als u technische ondersteuning nodig hebt. Serienummer Hiermee wordt het serienummer van de projector weergegeven. Lenstype Toont het modelnummer van uw lens.
Lijst met functies 176 Menu Resetten Submenu Functie Reset alle geheugens Reset alle namen en instellingen die zijn opgeslagen in Geheugen, Lenspositieen Geometrische corr. s "Geheugenfunctie" pag.121 Alle standaardw. Hier kunt u alle items uit het Configuratieterugzetten naar hun standaardwaarden.
Batchinstelling Nadat de inhoud van het menu Configuratie is ingesteld voor een beamer, kunt u deze gebruiken om een batch-instelling uit te voeren voor meerdere beamers (batchinstellingsfunctie). De batchinstellingsfunctie is alleen voor beamers met hetzelfde modelnummer. 177 Instellen met behulp van een USB-flashstation In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de batchinstelling moet worden uitgevoerd met een USB-flashstation. Gebruik een van de volgende methoden.
Batchinstelling a c • Sluit het USB-flashstation rechtstreeks op de beamer aan. Als het USB-flashstation is aangesloten op de beamer via een USB-hub, worden de instellingen misschien niet correct opgeslagen. • Sluit een leeg USB-flashstation aan. Als het USB-flashstation andere gegevens bevat dan het batchinstellingsbestand, worden de instellingen misschien niet correct opgeslagen.
Batchinstelling 179 Opgeslagen instellingen weerspiegelen op andere beamers Wanneer het schrijven normaal voltooid is, gaat de beamer naar standby. a Koppel de voedingskabel los van de beamer en controleer of alle lampjes op de beamer zijn gedoofd. b Sluit het USB-flashstation met het opgeslagen batchinstellingsbestand aan op de aansluiting van de draadloze LAN-eenheid van de beamer. Voeding Blauw - Aan Wanneer de beamer in standby is, verwijdert u het USB-flashstation.
Batchinstelling c 180 Houd de knop [Menu] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel ingedrukt en sluit de voedingskabel aan op de beamer. Wanneer de lampjes van de beamer als volgt oplichten, laat u de knop [Menu] los. Voeding Blauw - Aan Status Blauw - Aan Laser Temp Oranje - Aan Oranje - Aan De lampjes blijven opgelicht gedurende ongeveer 75 seconden. Wanneer alle lampjes beginnen te knipperen, worden de instellingen geschreven.
Batchinstelling 181 Instellen door de computer en de beamer met elkaar te verbinden via een USB-kabel a De volgende besturingssystemen ondersteunen de batchinstellingsfunctie. • Windows Vista of later • Mac OS X 10.7.x of nieuwer Wanneer de lampjes van de beamer als volgt oplichten, laat u de [Esc]-knop los. Instellingen opslaan naar een computer a Koppel de voedingskabel los van de beamer en controleer of alle lampjes op de beamer zijn gedoofd.
Batchinstelling a Wanneer u OS X gebruikt, voert u "Remove EPSON_PJ" uit. De beamer gaat naar standby. 182 Opgeslagen instellingen weerspiegelen op andere beamers a Koppel de voedingskabel los van de beamer en controleer of alle lampjes op de beamer zijn gedoofd. b Sluit de USB-aansluiting van de computer aan op de Serviceaansluiting via een USB-kabel.
Batchinstelling c 183 Houd de knop [Menu] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel ingedrukt en sluit de voedingskabel aan op de beamer. e Voer "USB-apparaat verwijderen" uit op uw computer en koppel dan de USB-kabel los. a Wanneer u OS X gebruikt, voert u "Remove EPSON_PJ" uit. Wanneer alle indicatielampjes beginnen te knipperen, worden de instellingen geschreven. Wanneer de lampjes van de beamer als volgt oplichten, laat u de knop [Menu] los.
Batchinstelling 184 Wanneer het instellen mislukt De lampjes geven aan wanneer een fout optreedt. Controleer de status van de lampjes. Status van de lampjes Oplossing Het batchinstellingsbestand is misschien beschadigd of het USB-flashstation is misschien niet goed aangesloten. Koppel het USBflashstations los, trek de voedingskabel van de beamer eruit, sluit deze opnieuw aan en probeer het dan opnieuw.
Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen kunt opsporen en hoe u ze kunt oplossen.
De Help-functie gebruiken 186 Als er een probleem optreedt met de projector, kunt u het Help-scherm weergeven om u te helpen. U kunt de projector ook instellen op een geschikte status door het beantwoorden van de vragen. a Druk op de knop [ ]. Het Startscherm wordt getoond. Afstandsbediening b Selecteer Help en druk dan op de knop [ c Selecteer een menuoptie. d Bevestig de selectie. Afstandsbediening ]. Afstandsbediening Vragen en oplossingen worden op het onderstaande scherm weergegeven.
De Help-functie gebruiken a Als de Help-functie geen oplossing biedt voor uw probleem, vindt u meer informatie in: s "De indicatielampjes aflezen" pag.
De indicatielampjes aflezen 188 Deze projector heeft de volgende vijf indicatielampjes om de status van de projector aan te duiden. A Voedingsindicatielampje Geeft de beamerstatus weer. B Status-indicator Geeft de beamerstatus weer. C Laserindicator Geeft de status van de lichtbron aan. D Temp-indicator Geeft de interne temperatuurstatus weer. Dit is gewoonlijk uitgeschakeld. E Filter indicator Geeft de status van het luchtfilter aan. Dit is gewoonlijk uitgeschakeld.
De indicatielampjes aflezen 189 Indicatielampje Voeding Blauw Aan Blauw Aan Blauw knippert Status Blauw Aan Blauw knippert Uit Laser De status verschilt Uit Uit Temp Uit Uit Uit Filter Status van de beamer Uitleg Projecteren De projector projecteert. Afkoelstatus Dit is de status direct na het uitschakelen van de voeding. In deze status zijn alle knoppen uitgeschakeld. Netwerkbewaking voorbereiden Het controleren en bedienen van deze beamer via het netwerk voorbereiden.
De indicatielampjes aflezen 190 Wanneer een fout is opgetreden in de beamer, wordt de foutstatus aangeduid door de kleur van de indicator en de combinatie van knipperend en opgelicht. Raadpleeg de tabel op de volgende pagina voor informatie over de betekenis van de indicatielampjes en hoe u de door deze lampjes aangegeven problemen kunt oplossen.
De indicatielampjes aflezen 191 Indicatielampje Voeding Uit Uit Uit Status Blauw knippert Blauw knippert Blauw knippert Laser Oranje Aan Uit Oranje Aan Temp Off Uit Oranje Aan Oorzaak Oplossing of status Laserfout Fout retarderings‐ plaat Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
De indicatielampjes aflezen 192 Indicatielampje Voeding Status Laser Temp Oorzaak Oplossing of status Filter Waarschuwing: la‐ Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met ser uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
De indicatielampjes aflezen 193 Indicatielampje Voeding Status Laser Temp Oorzaak Oplossing of status Filter Lenswaarschuwing Er is een niet-ondersteunde lens bevestigd. Gebruik een ondersteunde lens. s "Optionele accessoires en verbruiksmateriaal" pag.251 Blauw - De status Oranje - De status De status knippert verschilt knippert verschilt verschilt Luchtstroom laag Blauw - De status De status De status knippert verschilt verschilt verschilt Oranje Aan Dit is geen fout.
De indicatielampjes aflezen a 194 • Zie onderstaande als de projector niet naar behoren werkt, zelfs al geven alle indicatielampjes aan dat alles normaal is. s "Problemen oplossen" pag.203 • Als de fout niet wordt weergegeven in deze tabel, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
De statusweergave lezen 195 U kunt de operationele status van de projector van het geprojecteerde beeld weergeven. U kunt de gedetailleerde status van de projector controleren met behulp van knoppen. a Druk op de knop [ ] tijdens de projectie. b Selecteer Statusinfo en druk op de knop [ Afstandsbediening Elke weergavecategorie bevat de volgende informatie a c Bedieningspaneel ].
De statusweergave lezen 196 Uitleg over de inhoud van de weergave Categorie Status Information Item System Statusweergave Uitleg Toont de beamerstatus. Raadpleeg het volgende voor meer informatie over het oplossen van fouten en waarschuwingen. s "De indicatielampjes aflezen" pag.188 OK De beamer is in de normale status. Warm-Up De beamer is bezig met opwarmen. Standby De beamer is in standby. Cool Down De beamer is in afkoelstatus. Temp Error Er is een fout door hoge temperatuur opgetreden.
De statusweergave lezen Categorie Status Information 197 Item Source Statusweergave HDMI Uitleg Toont de bronnaam voor het aangesloten apparaat vanaf waar momenteel wordt geprojecteerd. HDBaseT DVI-D SDI Computer BNC LAN On-Screen Display On Off A/V Mute On Toont de instellingen voor de Weergave op scherm. Wanneer dit is ingesteld op Off, worden de menu's of berichten niet weergegeven op de geprojecteerde beelden. Toont de status van A/V dempen.
De statusweergave lezen Categorie 198 Item Laser Status Statusweergave Uitleg Voedingsflikkering: als de ingangsspanning daalt tot minder dan 85 V gedurende meer dan 40 msec en de spanning terugkeert binnen 60 msec, worden logboeken weergegeven gedurende ongeveer één seconde voordat de voedingsflikkering werd gedetecteerd (60 logboeken) en gedurende ongeveer 0,1 seconde erna (6 logboeken).
De statusweergave lezen Categorie Source 199 Item Statusweergave Uitleg Video Signal - Toont het huidige invoervideosignaal. Color Space RGB Toont de kleurruimte van het huidige ingangssignaal. YCbCr YPbPr H-Frequency - Toont de horizontale frequentie van het huidige ingangssignaal. V-Frequency - Toont de verticale frequentie van het huidige ingangssignaal. Sync Polarity H:Posi / V:Posi Toont de synchronisatiepolariteit.
De statusweergave lezen Categorie Signal Information 200 Item 5V Detection Statusweergave Detected Uitleg Toont de detectieresultaten van 5V-signalen. Not Detect TMDS Clock - Toont de TMDS-frequentie van het huidige ingangssignaal. TMDS H-Frequency - Toont de horizontale frequentie van het huidige ingangssignaal. TMDS V-Frequency - Toont de verticale frequentie van het huidige ingangssignaal. DetChg 5CFHMP123 - Toont de factoren van de signaalwijzigingen.
De statusweergave lezen Categorie Network Wired 201 Item Statusweergave Uitleg Projector Name - De naam waarmee de projector wordt geïdentificeerd in een netwerk. Connection Mode HDBaseT Toont het verbindingspad voor LAN. LAN DHCP On Toont de DHCP-instellingen. Off IP Display On Toont de weergave-instellingen van het IP-adres Off Network Wireless IP Address - Toont het IP-adres. MAC Address - Toont het MAC-adres.
De statusweergave lezen Categorie Maintenance Version 202 Item Statusweergave Uitleg Operation Time - Toont de totale bedrijfsduur van de beamer. Laser Op.Time - Toont de gebruikstijd van de laser voor elke instelling in Lichtmodus. Serial No. - Hiermee wordt het serienummer van de projector weergegeven. Main - Geeft informatie weer over de firmwareversie van de projector.
Problemen oplossen 203 Als een van hieronder beschreven problemen zich voordoet en de indicatielampjes geen oplossing bieden, raadpleeg dan de betreffende pagina. Problemen bij het starten van de projectie • De projector gaat niet aan Problemen met het beeld s • Geen beeld De projectie start niet, het projectiegebied is geheel zwart, of het pag.204 projectiegebied is geheel blauw. s pag.210 Overige problemen s • Geen bewegende beelden Video's die van een computer worden weergegeven zijn zwart of pag.
Problemen oplossen 204 Problemen met het beeld Geen beeld Controleer Oplossing ]van de afstandsbediening of het Hebt u op de knop[ bedieningspaneel gedrukt? Druk op de knop[ ]om de voeding in te schakelen. Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening. Sluit de voedingskabel van de projector correct aan. Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Problemen oplossen 205 Geen bewegende beelden Controleer Oplossing Wordt het beeldsignaal van de computer op het LCD-scherm en de Stel het beeldsignaal van de computer op uitsluitend externe uitvoer in. Kijk dit na in de documentatie bij uw computer of neem contact op met de computerfabrikant.
Problemen oplossen 206 "Geen signaal." wordt weergegeven Controleer Oplossing Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten. Controleer of er geen kabels zijn losgekomen en er geen kabels zijn die slecht contact maken. Is de juiste poort geselecteerd? Druk op de knop [Search] om het beeld te wijzigen. s "Het automatisch detecteren van ingangssignalen en het wijzigen van het geprojecteerde beeld (Bron zoeken)" pag.
Problemen oplossen 207 Interferentie of vervormd beeld Controleer Oplossing Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten. s "Apparatuur aansluiten" pag.49 Gebruikt u een verlengsnoer? Als u een verlengsnoer gebruikt kunnen de signalen door elektrische interferentie worden vervormd.
Problemen oplossen Controleer 208 Oplossing Wordt het weergavebereik beperkt door Wissen? Stel op de juiste wijze Wissen in het configuratiemenu in. s Signaal - Wissen pag.154 Is de beeldpositie juist ingesteld? (Alleen voor projectie van analoge RGB-signalen van de Computer-poort.) Druk op de knop [Auto] op de afstandsbediening of [ ] op het bedieningspaneel om de positie aan te passen. U kunt de positie ook vanuit het Configuratie aanpassen. s Signaal - Positie pag.
Problemen oplossen 209 Controleer Oplossing Is de Kleuraanpassing juist? Pas de Gamma of RGBCMY-instellingen aan vanuit het menu Configuratie. s Beeld - Geavanceerd pag.152 s "Het beeld bijstellen" pag.87 Zijn de instellingen voor kleurverzadiging en tint juist ingesteld? Pas de instellingen voor Kleurverzadiging en Tint in het Configuratiemenu aan. s Beeld - Kleurverzadiging, Tint pag.
Problemen oplossen 210 Controleer Oplossing Komen het Lenstype en de lens die wordt gebruikt, overeen? Als u de volgende lenzen gebruikt, moet u controleren of het Lenstype en de lens die wordt gebruikt, overeenkomen. Als er een andere lens is geselecteerd, werkt de automatische aanpassing niet correct. ELPLS04, ELPLU02, ELPLW04, ELPLM06, ELPLM07 s Uitgebreid - Bewerking - Geavanceerd - Lenstype pag.
Problemen oplossen 211 Controleer Oplossing Zijn de indicatielampjes uitgeschakeld? De voedingskabel is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening. Koppel de voedingskabel los en sluit deze vervolgens opnieuw aan. Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken. Gaan de indicatielampjes aan en uit als de voedingskabel wordt aangeraakt? Er is waarschijnlijk een los contact in de voedingskabel of de voedingskabel is defect.
Problemen oplossen 212 Controleer Oplossing Staat het volume van de computer of de beeldbron laag? Pas het volume aan zodat er geluid hoorbaar is. Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de knop [A/V Mute] om A/V dempen uit te schakelen. s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)" pag.116 Is de waarde voor de audiokabel "No resistance" (Geen weerstand)? Als u een reguliere audiokabel gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is aangegeven.
Problemen oplossen 213 Controleer Oplossing Is de optionele afstandsbedieningskabel aangesloten op de Remote- Wanneer de afstandsbedieningskabel is aangesloten, is de ontvanger op de projector uitgeschakeld. Wanneer u de aansluiting van de projector? afstandsbedieningskabel niet gebruikt, moet u deze kabel uit de Remote-aansluiting op de projector halen. Is Bediening&communicatie of Extron XTP ingesteld op Aan? De Remote-poort is uitgeschakeld.
Problemen oplossen 214 Er wordt geen e-mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de projector Controleer Oplossing Is Stand-by modus ingesteld op Communicatie aan? Om de functie E-mailmelding te kunnen gebruiken als de projector stand-by staat, schakelt u Communicatie aan in onder Stand-by modus in het Configuratiemenu. Ook nadat Poort is gewijzigd volgens de netwerkomgeving waarin deze wordt gebruikt. s Uitgebreid - Stand-by modus pag.
Informatie over Event ID 215 Controleer het identificatienummer en pas de volgende tegenmaatregelen toe. Als u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder, of met uw plaatselijke dealer of het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector. s Adressenlijst Epson Projector Event ID Oorzaak Oplossing 0432 0435 Opstarten netwerksoftware mislukt. Start de projector opnieuw op. 0434 0481 0482 0485 Netwerkcommunicatie is instabiel.
Informatie over Event ID Event ID 216 Oorzaak 089D Uitwisseling sleutels mislukt. 0920 De interne stroomvoorziening die uw klokinstellingen bewaart is bijna leeg. Oplossing Neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
Onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over de onderhoudsprocedures waarmee uw projector gedurende een lange periode de beste prestaties zal leveren.
Reinigen U moet de projector reinigen als deze vies wordt of als de kwaliteit van de geprojecteerde beelden minder begint te worden. Let op Trek de stekker uit het stopcontact vóór het reinigen. Anders kan een elektrische schok optreden. Het oppervlak van de projector reinigen U reinigt het oppervlak van de projector door dit met een zachte doek zachtjes schoon te vegen.
Reinigen b 219 Verwijder het luchtfilterdeksel. Neem het lipje van het luchtfilterdeksel tussen uw vingers. Trek het deksel omhoog en verwijder het terwijl u op het lipje drukt. Let op Als u te hard slaat, kan het luchtfilter vervormen of barsten en daardoor onbruikbaar worden. c d Verwijder de luchtfilter. Neem het lipje van het luchtfilter vast en trek het recht naar buiten.
Reinigen 220 a • Als een melding vaak wordt weergegeven, zelfs na reiniging, moet u het luchtfilter vervangen. Vervang het luchtfilter. s "De luchtfilter vervangen" pag.221 • Het is aanbevolen de luchtfilter elke 20.000 uur te reinigen. Reinig de filter vaker als u de projector gebruikt in een bijzonder stofrijke omgeving. • De indicatielampjes of berichten met betrekking tot de Melding luchtfilter worden uitsluitend weergegeven als Melding luchtfilter in het configuratiemenu is ingesteld op Aan.
Verbruiksmateriaal vervangen Hier vindt u informatie over het vervangen van het luchtfilter. 221 c Verwijder de luchtfilter. d Monteer het nieuwe luchtfilter. e Bevestig het luchtfilterdeksel. Neem het lipje van het luchtfilter vast en trek het recht naar buiten. De luchtfilter vervangen Vervangingsperiode luchtfilter Als het bericht vaak wordt weergegeven (zelfs na reiniging van de luchtfilter), moet u de luchtfilter vervangen.
Verbruiksmateriaal vervangen a Gooi gebruikte luchtfilters overeenkomstig de lokale regelgeving weg.
Beeldonderhoud Kleurkalibratie Past de verslechtering van de kleurtint automatisch aan voor het volledige scherm op basis van de standaard kleurinstellingen. 223 a • Na de automatische aanpassing, wordt het bewegingsbereik voor de lensverschuiving verminderd voor sommige lenzen. s "De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving)" pag.
Beeldonderhoud 224 Paneeluitlijning Hiermee past u de pixelkleurverschuiving aan voor het LCD-paneel. U kunt de pixels horizontaal en verticaal aanpassen in stappen van 0,25 pixels binnen een bereik van ±1 pixel. a Het aanpassingspatroon wordt weergegeven en de aanpassing wordt gestart. Als het geprojecteerde beeld wordt weergegeven vóór de aanpassing, is de procedure voltooid. a • Na een LCD-uitlijning kan de beeldkwaliteit afnemen.
Beeldonderhoud 225 (2) (3) g e f (1) Selecteer Paneeluitlijning en druk vervolgens op de knop [ (2) Selecteer Aan en druk op [ (3) Druk op de knop [Esc] om naar het vorige scherm terug te keren. ]. a Selecteer de kleur die u wilt bijstellen. Selecteer Kleur selecteren en druk vervolgens op de knop [ (2) Selecteer R (rood) of B (blauw) en druk vervolgens op de knop [ (3) Druk op de knop [Esc] om naar het vorige scherm terug te keren. ]. ].
Beeldonderhoud k Wanneer u alle vier de hoeken hebt gedaan, selecteert u Afsluiten en vervolgens drukt u op de knop [ ]. 226 Kleurgelijkheid Stel hier de kleurtint voor het hele scherm in. a Als u vindt dat na correctie van alle vier de punten verdere correctie noodzakelijk is, selecteert u Snijpunt selecteren en aanpassing doorvoeren en gaat u door met corrigeren. a b c Ook na uw aanpassingen is de tint mogelijk niet helemaal uniform. Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
Beeldonderhoud 227 Kleurgelijkheid: Schakelt kleuruniformiteit in of uit. Aanpassingsniveau: Er zijn acht niveaus van wit tot zwart via grijs. U kunt elk niveau afzonderlijk bijstellen. Aanpassingen starten: Hiermee start u het aanpassen van de kleurgelijkheid. Resetten: Hiermee maakt u alle met Kleurgelijkheid aangebrachte aanpassingen en instellingen ongedaan (standaardwaarden). a Tijdens het aanpassen van Kleurgelijkheid kan het beeld vertekenen.
Bijlage
Controle en bediening Epson Projector Management Met Epson Projector Management kunt u bijvoorbeeld vanaf een computer meerdere Epson-projectors bedienen en hun status op een netwerk in de gaten houden. Download de Epson Projector Management-software van de volgende website. http://www.epson.
Controle en bediening a Sluit uw apparaat aan op hetzelfde netwerk als de aangesloten projector. De aansluitmethode varieert afhankelijk van het apparaat. Lees voor informatie de handleiding die met uw apparaat is meegeleverd. Controleer de Wifi-instellingen als u een mobiel apparaat gebruikt. b c Start de webbrowser op uw apparaat. Sluit aan door het adres van de aangesloten projector in het URLveld van de webbrowser in te voeren. Het Home wordt weergegeven.
Controle en bediening 231 Scherm Basic Control U kunt basis projectorfuncties uitvoeren. A B C D E F G Verplaatst naar het Startscherm. Hiermee schakelt u de projector in. Schakelt om naar het doelbeeld. Hiermee schakelt u video en audio in en uit. U kunt hier het volume aanpassen. Detecteert automatisch het ingangssignaal. Hiermee schakelt u de projector uit. Scherm OSD Control Pad U kunt het menu Configuratie van de projector gebruiken. A Verplaatst naar het Startscherm.
Controle en bediening a Items in het menu Configuratie die niet kunnen worden ingesteld in Epson Web Control worden hieronder vermeld. 232 Focus/vervorming bedieningsscherm • • • • • Menu Signaal - EDID, DDC-buffer Menu Instellingen - Knop gebruiker Uitgebreid menu - Weergeven - Berichtpositie Menu Uitgebreid - Gebruikerslogo Menu Uitgebreid - Bewerking - Geavanceerd - BNC Sync. beëindig.
Controle en bediening 233 D Beweegt de lenspositie naar de uitgangspositie als u op de knop OK op het bevestigingsscherm drukt. E Toont de horizontale positie van het beeld. U kunt de positie direct opgeven door erop te tikken en een nummer in te voeren. Testpatroon bedieningsscherm A Verplaats de slider om de zoom aan te passen. B Druk op de knoppen om de zoom aan te passen. Lensverschuiving bedieningsscherm A Hiermee geeft u een testpatroon weer. B Sluit het testpatroon.
Controle en bediening A B C D E Laadt een geheugen. Bewaart een geheugen. Toont een geheugenlijst. Wist een geheugen. Wijzigt een geheugennaam. Scherm Status Information U kunt de status van de projector controleren. Zie het volgende voor weergavedetails. s "De statusweergave lezen" pag.195 234 A B C D Verplaatst naar het Startscherm. Toont de itemnaam. Toont de status van elk item. Selecteert een categorie uit het volgende.
Controle en bediening 235 a A B C D • Controleer of Beveiligde HTTP is ingesteld op Aan vanaf het menu Netwerk - Overige. • Dit kan niet worden gebruikt wanneer ELPLX02 is bevestigd. • De functie voor toegang tot de externe camera is niet beschikbaar wanneer u de volgende functies gebruikt.
Controle en bediening 236 b Selecteer Toeg. externe camera via Netwerk. c Selecteer Wachtwoord en druk op [ ]. U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens van één byte invoeren voor het wachtwoord (* : en spaties kunnen niet worden gebruikt). d Zet Toeg. externe camera op Aan. e Start de webbrowser op de computer of het mobiele apparaat dat verbonden is met het netwerk. f Voer het IP-adres van de projector in het adresinvoervak van de browser in om te verbinden met het scherm Epson Web Control.
Controle en bediening g Selecteer Toeg. externe camera. Wanneer het aanmeldingsscherm wordt weergegeven, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in. (De gebruikersnaam is EPSONWEB; het standaard wachtwoord is admin.) 237 i Als het wachtwoordscherm verschijnt, voert u het wachtwoord dat u in stap 3 hebt ingesteld,in voor Toeg. externe camera Wachtwoord en drukt u vervolgens op OK. Er wordt een bericht weergegeven op het geprojecteerde beeld en de opname start.
Controle en bediening d Voer het IP-adres van de projector in het adresinvoervak van de browser in om te verbinden met het scherm Epson Web Control. Het scherm Epson Web Control wordt weergegeven. 238 i Wanneer de instellingen zijn voltooid, klikt u op Toepassen. Problemen rapporteren via een E-mailmelding Als u de functie E-mailmelding instelt, wordt er, wanneer zich met de projector een probleem voordoet, een e-mailmelding verstuurd naar de emailadressen die u vooraf hebt opgegeven.
Controle en bediening Regel 3 en verder: Nadere bijzonderheden van het probleem. De details van het probleem worden regel voor regel weergegeven. Hieronder ziet u de belangrijkste meldingen. 239 Beheer via SNMP • Constant brightness expired (Const. helder. Eind) Door SNMP in te stellen op Aan in het menu Configuratie wordt wanneer zich een probleem of waarschuwing voordoet een e-mailmelding verstuurd naar de gespecificeerde computer.
Controle en bediening 240 Hieronder ziet u de belangrijkste inhoud.
Controle en bediening 241 • Pariteit: Geen • Stopbit: 1 bit • Flowbesturing: Geen • Ingangspoorten en overeenkomend nummer van de ingangsbron Naam ingangspoort Over PJLink PJLink is opgericht door de JBMIA (Japan Business Machine and Information System Industries Association) als een standaardprotocol voor het bedienen van netwerkcompatibele projectors, en ingesteld in het kader van hun streven om bedieningsprotocollen voor projectors te standaardiseren.
Controle en bediening 242 • Controleer of de computer en de projector op het netwerk zijn aangesloten. ® Hieronder vindt u een overzicht van Crestron RoomView . • Bediening op afstand via een browser U kunt een projector vanaf uw computer bedienen net alsof u een afstandsbediening gebruikt. • Stel Crestron RoomView in op Aan in het menu Netwerk. s Netwerk - Overige - Crestron RoomView pag.
Controle en bediening 243 C U kunt de volgende handelingen uitvoeren door op de knoppen te klikken. Om knoppen weer te geven die niet in de Source List zijn opgenomen, klikt u op (c) of (d) om naar links of rechts te scrollen. Het bedieningsvenster gebruiken Knop Freeze Druk op deze knop om het beeld te pauzeren of te hervatten. s "Het beeld bevriezen (Bevriezen)" pag.118 Contrast Stel hier het verschil in tussen licht en schaduw in het beeld.
Controle en bediening Knop 244 Functie Auto Indien aangeklikt tijdens de projectie van analoge RGBsignalen van de Computer-ingang, kunt u Tracking, Sync. en Positie automatisch optimaliseren. Search Hiermee schakelt u naar het volgende invoerapparaat dat een beeldsignaal doorgeeft. s "Het automatisch detecteren van ingangssignalen en het wijzigen van het geprojecteerde beeld (Bron zoeken)" pag.63 Esc Deze knop heeft dezelfde functie als de [Esc]-knop op de afstandsbediening.
Controle en bediening Item 245 Functie Item Functie DHCP Schakel het selectievakje Enabled in om DHCP te gebruiken. U kunt geen IP-adres invoeren met DHCP ingeschakeld. New Password Voer het nieuwe wachtwoord in als het wachtwoord wordt gewijzigd om het bedieningsvenster te openen. (U kunt maximaal 26 alfanumerieke tekens invoeren.) IP Address Voer het IP-adres in dat aan de projector die op dat ogenblik verbonden is moet worden toegewezen.
Controle en bediening 246 Art-Net Art-Net is een ethernetcommunicatieprotocol dat is gebaseerd op het TCP/IP-protocol. U kunt de projector bedienen met een DMX-controller of een toepassingssysteem. Kanaaldefinities Hieronder vindt u informatie over de kanaaldefinities die worden gebruikt bij het bedienen van de projector in Art-Net.
Controle en bediening Kanaal 4 5 Functie Lenspositie Horizontale lensverschuiving 247 Bewerking Parameters Niet-operationeel 0 - 31 Verplaatsen naar de uitgangspositie 32 - 63 Niet-operationeel 64 - 255 (+) lensaanpassing Verplaatsing Groot 0 - 31 Standaard Bewerkingsinhoud 0 Verplaats de lenspositie naar de uitgangspositie. 128 Voert de horizontale lensverschuiving uit met de opgegeven hoeveelheid beweging.
Controle en bediening Kanaal 7 Functie Elektronisch zoomen 248 Bewerking (+) lensaanpassing Parameters Verplaatsing Groot 224 - 255 Verplaatsing Groot 0 - 31 Standaard Bewerkingsinhoud 128 Voert de elektronische zoom uit met de opgegeven hoeveelheid beweging. 128 Voert de elektronische scherpstelling uit met de opgegeven hoeveelheid beweging.
Controle en bediening Kanaal 9 249 Functie Elektronische vervorming Bewerking (+) lensaanpassing Verplaatsing Groot Parameters 0 - 31 Standaard Bewerkingsinhoud 128 Voert de elektronische vervorming uit met de opgegeven hoeveelheid beweging. 0 Laadt het opgegeven lensgeheugen. 128 Hiermee schakelt u de projector in of uit.
Controle en bediening Kanaal 12 13 a 250 Functie Geometrische corr.
Optionele accessoires en verbruiksmateriaal De volgende accessoires en verbruiksmaterialen zijn als optie verkrijgbaar. U kunt deze producten naar wens aanschaffen. De volgende lijst met optionele accessoires en verbruiksmateriaal is van toepassing vanaf augustus 2017. De accessoiregegevens kunnen zonder voorafgaande opgaaf van redenen worden gewijzigd en de beschikbaarheid van accessoires verschilt per land.
Schermgrootte en projectieafstand Projectie-afstand voor EB-L1755U/EB-L1750U/EBL1505UH/EB-L1500UH 252 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 122x91 226 tot 370 -101 tot +9 80" 163x122 304 tot 497 -134 tot +12 100" 203x152 383 tot 623 -168 tot +15 120" 244x183 461 tot 749 -201 tot +18 150" 305x229 578 tot 938 -252 tot +23 200" 406x305 773 tot 1253 -335 tot +31 250" 508x381 969 tot 1569 -419 tot
Schermgrootte en projectieafstand 253 Eenheid: cm 16:10 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 250" 508x381 293 tot 353 -282 tot -99 440" 894x671 519 tot 624 -497 tot -174 60" 130x81 199 tot 326 -89 tot +8 80" 172x108 268 tot 438 -119 tot +11 100" 215x135 337 tot 549 -148 tot +14 120" 258x162 406 tot 661 -178 tot +16 150" 323x
Schermgrootte en projectieafstand 16:10 Schermgrootte 254 A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 200" 431x269 206 tot 249 -199 tot -70 250" 538x337 259 tot 312 -249 tot -87 60" 133x75 82 tot 100 -87 tot +13 400" 862x539 416 tot 500 -399 tot -140 80" 177x100 111 tot 135 -116 tot +17 500" 1077x673 521 tot 626 -49
Schermgrootte en projectieafstand 255 Eenheid: cm ELPLW05 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 130x81 94 tot 135 -60 tot -21 16:10 Schermgrootte 60" 122x91 108 tot 154 -68 tot -24 80" 172x108 129 tot 182 -80 tot -28 80" 163x122 147 tot 207 -90 tot -32 100" 215x135 163 tot 229 -100 tot -35 100" 203x152 185
Schermgrootte en projectieafstand 256 Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven ELPLM10/ELPLM06 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 133x75 154 tot 212 -87 tot +13 80" 177x100 207 tot 285 -116 tot +17 60" 122x91 349 tot 537 -101 tot +9 100" 221x125 261 tot 358 -145 tot +21 80" 163x122 469 tot 720 -134 tot +12 120" 266
Schermgrootte en projectieafstand 257 Eenheid: cm 16:10 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 130x81 306 tot 473 -89 tot +8 60" 133x75 458 tot 706 -87 tot +13 80" 172x108 413 tot 635 -119 tot +11 80" 177x100 618 tot 949 -116 tot +17 100" 215x135 519 tot 797 -148 tot +14 100" 221x125 779 tot 1
Schermgrootte en projectieafstand 258 Eenheid: cm ELPLL08/ELPLL07 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 130x81 664 tot 941 -89 tot +8 16:10 Schermgrootte 60" 122x91 756 tot 1069 -101 tot +9 80" 172x108 896 tot 1265 -119 tot +11 80" 163x122 1019 tot 1436 -134 tot +12 100" 215x135 1128 tot 1589 -148 tot +14 100
Schermgrootte en projectieafstand 259 Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B 60" 133x75 89 -37 80" 177x100 121 -50 100" 221x125 153 -62 120" 266x149 185 -75 150" 332x187 233 -93 200" 443x249 313 -125 250" 553x311 393 -156 440" 974x548 697 -274 Projectie-afstand voor EB-L1715S/EB-L1710S/EBL1515S/EB-L1510S Eenheid: cm 16:10 Schermgrootte A B 60" 130x81 87 -40 80" 172x108 118 -54 100" 215x135 149 -67 120" 258x162 180 -81 150" 323x202 227 -101 200" 431x2
Schermgrootte en projectieafstand 260 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven Eenheid: cm 16:10 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 122x91 193 tot 318 -96 tot +5 60" 129x81 205 tot 338 -94 tot +13 80" 163x122 260 tot 427 -128 tot +6 80" 172x108 277 tot 453 -125 tot +17 100" 203x152 328 tot 536 -160 tot +8 100" 215x135 348 tot 568
Schermgrootte en projectieafstand 4:3 Schermgrootte 261 A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 16:10 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 180" 366x274 180 tot 218 -181 tot -93 120" 258x162 126 tot 153 -112 tot -50 200" 406x305 201 tot 242 -201 tot -104 150" 323x202 159 tot 192 -140 tot -62 300" 610x457 302 tot 365 -302 tot -155 180" 388x242 191 tot 231 -168 tot -75
Schermgrootte en projectieafstand 262 Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven ELPLW05 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 133x75 85 tot 104 -92 tot +17 80" 177x100 115 tot 140 -123 tot +23 60" 122x91 92 tot 132 -60 tot -31 100" 221x125 145 tot 176 -154 tot +29 80" 163x122 125 tot 177 -80 tot -41 120" 266x149 175 t
Schermgrootte en projectieafstand 16:9 Schermgrootte 450" 996x560 16:10 Schermgrootte 263 A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 805 tot 1117 -400 tot -161 4:3 Schermgrootte B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 100" 203x152 247 tot 339 -160 tot +8 120" 244x183 298 tot 408 -192 tot +9 Eenheid: cm 150" 305x229 375 tot 511 -240 tot +11 A B 180" 366x274 452 tot 615 -288 tot +14 Minimu
Schermgrootte en projectieafstand 264 Eenheid: cm 16:10 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 129x81 155 tot 213 -94 tot +13 80" 172x108 209 tot 286 -125 tot +17 100" 215x135 263 tot 359 -156 tot +22 120" 258x162 317 tot 433 -187 tot +26 150" 323x202 398 tot 543 -234 tot +32 180" 388x242 479 tot 652 -281 tot +39 200" 431x269 533 tot 726 -312 tot +43 300" 646x404 804 tot 1092 -469 tot +65 450" 969x606
Schermgrootte en projectieafstand 16:10 Schermgrootte 265 A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 150" 323x202 811 tot 1243 -234 tot +32 180" 388x242 975 tot 1495 -281 tot +39 60" 133x75 472 tot 730 -92 tot +17 200" 431x269 1085 tot 1662 -312 tot +43 80" 177x100 637 tot 981 -123 tot +23 300" 646x404 1635 tot 2500
Schermgrootte en projectieafstand 266 ELPLL08/ELPLL07 Eenheid: cm 4:3 Schermgrootte A B Minimum (Veraf) tot maximum (Kortbij) Verticale lensverschuiving Onder naar boven 60" 122x91 645 tot 916 -96 tot +5 80" 163x122 871 tot 1232 -128 tot +6 100" 203x152 1096 tot 1547 -160 tot +8 120" 244x183 1322 tot 1863 -192 tot +9 150" 305x229 1661 tot 2337 -240 tot +11 180" 366x274 2000 tot 2811 -288 tot +14 200" 406x305 2225 tot 3127 -320 tot +15 300" 610x457 3354 tot 4706 -480 to
Schermgrootte en projectieafstand 267 4:3 Schermgrootte A B 180" 366x274 266 -137 200" 406x305 296 -152 300" 610x457 448 -229 500" 1016x762 751 -381 16:10 Schermgrootte A B 450" 716 -303 969x606 Polarisator (ELPPL01) Installatie-afstand (alleen EB-L1505UH/EB-L1500UH/EB-L1515S/EB-L1510S) Eenheid: cm 16:9 Schermgrootte A B 60" 133x75 92 -37 80" 177x100 125 -50 100" 221x125 158 -62 120" 266x149 191 -75 150" 332x187 241 -93 180" 398x224 291 -112 200" 443x
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden 268 EB-L1755U/EB-L1750U/EB-L1505UH/EB-L1500UH H/V-Keystone Horizontaal gebogen oppervlak (hol) s "H/V-Keystone" pag.
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Zijaanzicht ELPLL08/ELPLL07 0,10 Verticale lensverschuiving: Boven 269 Horizontaal gebogen oppervlak (bol) L A B L R R Zijaanzicht 0,10 Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Bovenaanzicht Lenstype ELPLM15/ELPLM09/ ELPLS04 Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale l
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Verticaal gebogen oppervlak (hol) 270 Lenstype L A B L R R Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLM15/ELPLM09/ ELPLS04 0,19 0,22 ELPLX02 - 2,09 ELPLU03 0,31 0,32 ELPLU04/ELPLU02 0,37 0,63 ELPLR04 0,35 - EL
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Verticaal gebogen oppervlak (bol) 271 Lenstype L A B L R R Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLM15/ELPLM09/ ELPLS04 Verticale lensverschuiving: Boven 0,28 0,33 ELPLX02 - 3,52 ELPLU03 0,87 0,92 ELPLU04/ELPLU02 1,10 1,29 ELPLR04 0,94 - E
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden EB-L1715S/EB-L1710S/EB-L1515S/EB-L1510S 272 Lenstype Horizontaal gebogen oppervlak (hol) Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven Zijaanzicht Zijaanzicht L A B L R R Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Bovenaanzicht Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschui
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Horizontaal gebogen oppervlak (bol) L Verticaal gebogen oppervlak (hol) A B L R R 273 L Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is ELPLM15/ELPLM09/ ELPLS04 L R R Bovenaanzicht Lenstype A B Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven 274 Verticaal gebogen oppervlak (bol) L A B L R R Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLL08/ELPLL07 0,07 Scherm Middelpunt van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is Projectieafstand Straal van de cirkel, waarvan het gekromde oppervlak een boog is 0,08 Zijaanzicht Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLM15/ELPLM09/
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven 275 EB-L1755U/EB-L1750U/EB-L1505UH/EB-L1500UH Holle horizontale hoekcorrectie (correctie van horizontale symmetrie met behulp van de hoeken als middellijn) Ș Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLL08/ELPLL07 0,08 A Scherm α Hoek van mogelijke projectorbeweging 0,08 Bovenaanzicht Hoekmuur Lenstype s "Hoekmuur" pag.
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Bolle horizontale hoekcorrectie (correctie van tweezijdige symmetrie met behulp van de hoeken als middellijn) Ș A Scherm α Hoek van mogelijke projectorbeweging 276 Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLL08/ELPLL07 Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven Holle verticale hoekcorrectie (correctie van horizontale symmetrie met behulp van
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven 277 Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven Ș Ș Ș Ș Zijaanzicht Zijaanzicht Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLX02 - - ELPLU03 32˚ 20˚ ELPLM15/ELPLM09/ ELPLS04 ELPLU04/ELPLU02 33˚ 2˚ ELPLR04 32˚ - ELPLW05 32˚ ELPLW06/ELPLW04 20˚ 8˚ ELPLX02 - - ELPLU03 11˚ 2˚ 21˚ ELPLU04/ELPLU02 9˚ : 31˚ 13˚ EL
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden EB-L1715S/EB-L1710S/EB-L1515S/EB-L1510S Holle horizontale hoekcorrectie (correctie van horizontale symmetrie met behulp van de hoeken als middellijn) A 278 Bolle horizontale hoekcorrectie (correctie van tweezijdige symmetrie met behulp van de hoeken als middellijn) α Scherm α Hoek van mogelijke projectorbeweging Scherm Ș Ș A Hoek van mogelijke projectorbeweging Bovenaanzicht Bovenaanzicht Lenstype Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Holle verticale hoekcorrectie (correctie van horizontale symmetrie met behulp van de hoeken als middellijn) A 279 Bolle verticale hoekcorrectie (correctie van horizontale symmetrie met behulp van de hoeken als middellijn) Scherm A Scherm α Hoek van mogelijke projectorbeweging Ș α Ș Hoek van mogelijke projectorbeweging Zijaanzicht Lenstype Zijaanzicht Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie Verticale lensverschuiving: Boven Lenstype Verticale
Aanpassingsbereik voor geprojecteerde beelden Lenstype Verticale lensverschuiving: Uitgangspositie 280 Verticale lensverschuiving: Boven Ș Ș Zijaanzicht Zijaanzicht ELPLL08/ELPLL07 24˚ 20˚ *Kan niet nauwkeurig worden gecorrigeerd. Verplaats de lenspositie naar de uitgangspositie.
Ondersteunde monitorbeeldschermen 281 EB-L1755U/EB-L1750U/EB-L1505UH/EB-L1500UH Wanneer de resolutie van de ingangssignalen groter is dan de paneelresolutie van de beamer, kan de beeldkwaliteit verminderen. Signalen met een vinkje worden ondersteund.
Ondersteunde monitorbeeldschermen Signaal Type Signaal Indeling Resolutie (Beeldpunt) V Sync (Hz) WXGA++ 1600 900 60 SXGA 1152 864 70 282 Computer/BNC RGB 75 85 1280 960 60 75 85 1280 1024 60 75 85 SXGA+ 1400 1050 60 75 WSXGA+ 1680 1050 60 UXGA 1600 1200 60 1920x1080 1920 1080 50 60 SD WUXGA RB*1 1920 1200 60 QXGA 2048 1536 60 WQHD 2560 1440 60 WQXGA RB*1 2560 1600 60 SDTV (480i) 720 480 59,94 SDTV (576i) 720 576 50 SDTV (480p) 720 480 59,94
Ondersteunde monitorbeeldschermen Signaal Type HD Signaal Indeling HDTV (720p) Resolutie (Beeldpunt) 1280 720 V Sync (Hz) 50 59,94 60 HDTV (1080i) 1920 1080 50 59,94 60 HDTV (1080p) 1920 1080 23,98 24 29,97 30 50 59,94 60 4K 3840x2160 3840 2160 23,98 24 25 29,97 30 50 59,94 60 4096x2160 SMPTE 4096 2160 23,98 24 50 283 Computer/BNC RGB YCbCr HDMI RGB (8bits) HDBaseT YCbCr (8-bits) 4:4:4 4:2:2 4:2:0 RGB (8bits) DVI-D YCbCr (8-bits) 4:4:4 4:2:2 4:2:0 RGB (8bits) YCbCr (8
Ondersteunde monitorbeeldschermen Signaal Type Signaal Indeling Resolutie (Beeldpunt) V Sync (Hz) 284 Computer/BNC RGB HDMI YCbCr RGB (8bits) 59,94 60 *1 Gebaseerd op VESA CVT-RB (Reduced Blanking) *2 Alleen wanneer Veraf is geselecteerd onder Resolutie in het menu Signaal.
Ondersteunde monitorbeeldschermen Modus Signaal Indeling Resolutie (Beeldpunt) V Sync (Hz) 285 SDI YCbCr (10bits) Niveau 4:2:2 3G-SDI HDTV (1080p) 1920 1080 50 A 59,94 A 60 A EB-L1715S/EB-L1710S/EB-L1515S/EB-L1510S Wanneer de resolutie van de ingangssignalen groter is dan de paneelresolutie van de beamer, kan de beeldkwaliteit verminderen. Signalen met een vinkje worden ondersteund.
Ondersteunde monitorbeeldschermen Signaal Type Signaal Indeling Resolutie (Beeldpunt) V Sync (Hz) 286 Computer/BNC RGB 85 WXGA 1280 768 60 1280 800 60 75 85 WXGA+ 1366 768 60 1440 900 60 75 85 WXGA++ 1600 900 60 SXGA 1152 864 70 75 85 1280 960 60 75 85 1280 1024 60 75 85 SXGA+ 1400 1050 60 75 WSXGA+ 1680 1050 60 UXGA 1600 1200 60 1920x1080 1920 1080 50 *2 YCbCr HDMI RGB (8bits) HDBaseT YCbCr (8-bits) 4:4:4 4:2:2 4:2:0 RGB (8bits) DVI-D YCbCr (8-bit
Ondersteunde monitorbeeldschermen Signaal Type Signaal Indeling Resolutie (Beeldpunt) V Sync (Hz) 287 Computer/BNC RGB YCbCr HDMI RGB (8bits) 60 SD HD WUXGA RB*1 1920 1200 60 SDTV (480i) 720 480 59,94 SDTV (576i) 720 576 50 SDTV (480p) 720 480 59,94 SDTV (576p) 720 576 50 HDTV (720p) 1280 720 50 59,94 60 HDTV (1080i) 1920 1080 50 59,94 60 HDTV (1080p) 1920 1080 23,98 24 29,97 30 50 59,94 60 *1 Gebaseerd op VESA CVT-RB (Reduced Blanking) *2 Alleen wanneer Veraf is g
Technische gegevens 288 Algemene specificatie van de projector Productnaam EB-L1755U EB-L1750U EB-L1505UH EB-L1500UH EB-L1715S EB-L1710S 586 (B) x 185 (H) x 492 (D) mm (zonder uitstekende delen) Afmetingen 1,03" breed LCD-scherm grootte 1,06" Polisiliconen TFT actieve matrix Weergavemethode 2.304.000 WUXGA (1920 (B) x 1200 (H) beeldpunten) x 3 Resolutie 1.470.
Technische gegevens Gebieden met 220 tot 240 V Bedrijfshoogte Temperatuur tijdens gebruik Opslagtemperatuur Gewicht *1 289 Nominaal stroomverbruik: 1024 Nominaal stroomverbruik: 908 Nominaal stroomverbruik: 1024 Nominaal stroomverbruik: 908 W W W W Stroomverbruik in standStroomverbruik in standStroomverbruik in standStroomverbruik in standbystand (Communicatie aan): bystand (Communicatie aan): bystand (Communicatie aan): bystand (Communicatie aan): 2,0 W 2,0 W 2,0 W 2,0 W Stroomverbruik in standStroomve
Technische gegevens 290 EB-L1755U EB-L1750U Productnaam Aansluitingen EB-L1505UH EB-L1500UH EB-L1715S EB-L1710S EB-L1515S EB-L1510S Computer-ingang 1 15-pens Mini D-Sub (vrouwtje) blauw Audio1-ingang 1 Stereo mini-aansluiting (3,5Φ) BNC-ingang 1 5BNC (vrouwtje) Audio2-ingang 1 Stereo mini-aansluiting (3,5Φ) DVI-D-poort 1 Compatibel met DVI-D 24 pennen enkele link HDCP HDMI-ingang 1 Audio3-ingang 1 Stereo mini-aansluiting (3,5Φ) Audio Out-uitgang 1 Stereo mini-aansluiting (3,5Φ)
Afmetingen 291 95 211 Eenheid: mm 293 18 586 Lensmiddelpunt 290 334 Afstand van lensmidden tot bevestigingspunten ophangbeugel 492 A B 180 250 500
Woordenlijst 292 In dit gedeelte worden kort de moeilijke termen uitgelegd die niet zijn toegelicht in de tekst van deze handleiding. Raadpleeg eventueel andere in de winkel verkrijgbare publicaties voor meer informatie. AMX Device Discovery AMX Device Discovery is een door AMX ontwikkelde technologie waarmee AMX-regelsystemen bepaalde apparatuur gemakkelijk kunnen aansturen.
Woordenlijst 293 Hoogtebreedteverhouding De verhouding tussen de lengte en de breedte van een beeld. Schermen met een hoogte-breedteverhouding van 16:9, zoals HDTV-schermen, noemt men ook breedbeeldschermen. SDTV en gewone computermonitors hebben een hoogte-breedteverhouding van 4:3. IP-adres Een nummer waarmee een computer die op een netwerk is aangesloten kan worden herkend. Progressief Projecteert informatie om telkens één scherm op te bouwen waarbij het beeld van één frame wordt weergegeven.
Algemene opmerkingen Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in dit document.
Algemene opmerkingen In deze handleiding wordt naar bovenstaande besturingssystemen verwezen als "OS X 10.7.x", "OS X 10.8.x", "OS X 10.9.x", "OS X 10.10.x", "OS X 10.11.x" en "macOS 10.12.x". Bovendien wordt de gemeenschappelijke benaming "OS X" gebruikt om naar al deze systemen te verwijzen. Handelsmerken en copyright "EPSON" is een gedeponeerd handelsmerk van Seiko Epson Corporation. "EXCEED YOUR VISION" en "ELPLP" zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
Lijst van veiligheidsymbolen die voldoen aan IEC60950-1 A2 De volgende tabel toont de betekenis van de labels met veiligheidssymbolen op de apparatuur. Nr. Symboolmarkering Goedgekeurde standaarden Betekenis A IEC60417 Nr. 5007 "AAN" (voeding) Om de aansluiting op de netstroom aan te geven. B IEC60417 Nr. 5008 "UIT" (voeding) Om de loskoppeling van de netstroom aan te geven. C IEC60417 Nr.
Lijst van veiligheidsymbolen die voldoen aan IEC60950-1 A2 Nr. N Symboolmarkering Goedgekeurde standaarden IEC60417 Nr. 5031 297 Betekenis Nr. Gelijkstroom Om aan te duiden op het typeplaatje dat de apparatuur uitsluitend geschikt is voor gelijkstroom; voor het identificeren van de relevante terminals. W IEC60417 Nr. 5266 Stand-by, gedeeltelijke stand-by Om aan te geven dat dit deel van de apparatuur in de klaar-status staat. X ISO3864 IEC60417 Nr.
Index 298 A BT.709 ........................................................... 79 A/V dempen ......................................... 21, 116 A/V Mute ...................................................... 20 A/V-instellingen ........................................ 161 Achtergrond weergeven ............................ 159 Achterkant .................................................. 159 Afdekking voor lensvervanging ................. 28 Afstand ........................................................
Index Instellingen rooster ................................... 163 IP-adres ............................................... 168, 171 299 N Namen van onderdelen en functies .......... 16 Natuurlijk ..................................................... 79 Netwerkconfiguratie ................................. 165 Netwerkinfo ................................................ 164 Netwerkinformatie .................................... 164 Netwerkmenu ............................................
Index 300 Subnetmasker .................................... 168, 171 Synchronisatie ............................................ 155 Synchronisatie-info ................................... 174 T Weergeven .................................................. 159 Witbalans .................................................... 152 Z Zwartniveau ................................................ 163 Taal .............................................................. 163 Technische gegevens ....................