User Manual

Table Of Contents
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het ven‐
tilatierooster aan.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
Deur gaat niet makkelijk
open.
U probeerde de deur na
het sluiten meteen weer te
openen.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de
stand-by-stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie de rubriek over 'Het
lampje vervangen'.
Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De
deur sluiten'.
De pakking is vervormd of
vuil.
Zie de rubriek over 'De
deur sluiten'.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is fout in‐
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Apparaat is volledig gela‐
den en is ingesteld op de
laagste temperatuur.
Stel een hogere tempera‐
tuur in. Raadpleeg het
hoofdstuk 'Bedieningspa‐
neel'.
De ingestelde temperatuur
in het apparaat is te laag
en de omgevingstempera‐
tuur is te hoog.
Stel een hogere tempera‐
tuur in. Raadpleeg het
hoofdstuk 'Bedieningspa‐
neel'.
Er loopt water over de ach‐
terkant van de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces, ontdooit de
rijp tegen de achterwand.
Dat is juist.
Er bevindt zich teveel con‐
denswater op de achter‐
wand van de koelkast.
De deur is te vaak geo‐
pend.
Open de deur alleen als
het nodig is.
De deur is niet volledig ge‐
sloten.
Zorg ervoor dat de deur
volledig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat u het in
het apparaat plaatst.
Er loopt water in de koel‐
kast.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop‐
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de produc‐
ten de achterwand niet ra‐
ken.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
NEDERLANDS 13