Operation Manual

12
ELEKTRISCHE AANSLUITING
- Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of de netspanning overeenkomt met
de op uw toestel aangeduide spanning in Volt (V) en of het stopcontact en de voedingsleiding qua
afmetingen op de vereiste belasting zijn afgestemd.
- DIT APPARAAT IS CONFORM DE EG-RICHTLIJN 2004/108 INZAKE DE ELEKTROMAGNETI-
SCHE COMPATIBILITEIT.
INSTALLATIE
Het apparaat kan gebruikt worden in de draagbare versie of, indien voorzien van een beugel, beve-
stigd worden op de muur. Modellen met een gemotoriseerde basis kunnen niet op de muur geïnstal-
leerd worden. Ga voor de montage op de muur als volgt te werk:
- Bevestig de beugel aan de muur, overeenkomstig de minimumafstanden aangegeven in fig. 2.
- Als het apparaat geïnstalleerd wordt in een badkamer of doucheruimte, moet het “bescherming-
svolume” getoond in fig. 1 in acht genomen worden en moet het sowieso uit de buurt van kranen,
wastafels, douches, enz. geïnstalleerd worden.
- Haak het apparaat vervolgens vast aan de bovenste haak van de beugel en draai het iets zodat
het wordt vastgehaakt aan de onderste tand van de beugel (fig. 3).
- Het apparaat mag niet recht onder een vast stopcontact geplaatst worden.
Opmerking: als u het apparaat niet op de muur wilt installeren, haak dan niet de beugel aan het
apparaat.
WERKING EN GEBRUIK
Modellen met functieschakelaar en thermostaat.
Controleer of het apparaat uitgeschakeld is alvorens de stekker in het stopcontact te steken.
1. Steek de stekker in het stopcontact; het controlelampje gaat branden.
2. Draai de thermostaatknop naar de maximumstand.
3. Zomerstand (alleen ventilatie): draai de functieschakelaar in de stand .
4. Werking met min. vermogen: draai de functieschakelaar in de stand 1 (bij de modellen met 2
ventilatiesnelheden, is de ventilatorsnelheid minimaal).
5. Werking met gemiddeld vermogen: draai de functieschakelaar in de stand 2 (bij de modellen
met 2 ventilatiesnelheden, is de ventilatorsnelheid maximaal).
6. Werking met max. vermogen: draai de functieschakelaar in de stand 3 (maximum ventilatie-
snelheid).
7. Uitschakelen: draai de functieschakelaar in de stand “0”. Opmerking: Bij modellen met slechts 2
vermogensniveaus, komt de stand 2 overeen met het maximumvermogen.
Regeling thermostaat
Plaats de temperatuur in de maximumstand; draai, wanneer de temperatuur in de ruimte het gewen-
ste niveau heeft bereikt, de thermostaatknop langzaam linksom tot een klik wordt gehoord (de ventila-
tor gaat uit). De op deze manier ingestelde temperatuur wordt automatisch door de thermostaat gere-
geld en constant gehouden.
ANTIVRIESFUNCTIE
Met de functieschakelaar in de stand 3 en de thermostaatknop in de stand , behoudt het apparaat
een temperatuur van ongeveer 5°C in het vertrek. Zo worden vriestemperaturen vermeden, met een
minimaal energieverbruik.
Modellen met alleen thermostaat
Het apparaat wordt ingeschakeld door de knop rechtsom te draaien tot de aanslag in de maximum-
stand. Om het apparaat volledig uit te schakelen, draait u de knop linksom naar de minimumstand en
haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact.
MODELLEN MET 24-URENTIMER
Om de verwarming te programmeren, gaat u als volgt te werk:
Kijk op uw horloge. Stel dat het 10 uur is. Draai de genummerde schijf van de programmeerinrich-
ting in wijzerzin, tot het cijfer 10 van de schijf overeenkomt met de referentie aangeduid op de
programmeerinrichting. Stel de tijdsperioden in waarin u het apparaat wilt laten werken, door de ver-
tandingen naar buiten te duwen. Elk tandje komt overeen met een tijdsperiode van 30 min. Door het
apparaat op deze manier in te stellen, zal het elke dag op het geprogrammeerde tijdstip inge-
schakeld worden. Belangrijk: de stekker moet altijd in het stopcontact zitten.
- Om de programmering te veranderen, brengt u de vertandingen in hun oorspronkelijke positie
terug en stelt u de nieuwe werkingsperiodes in.
NL

Summary of content (2 pages)