Eigenaarshandleiding voor de Dell™ XPS™ 630i Model DCDR01 w w w. d e l l . c o m | s u p p o r t . d e l l .
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen N.B.: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. KENNISGEVING: Een KENNISGEVING wijst op de mogelijkheid van schade aan hardware of gegevensverlies en geeft aan hoe het probleem kan worden vermeden. LET OP: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. ____________________ De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoud Informatie zoeken 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Over de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vooraanzicht van de computer . . . . . . . . . . . . . 19 19 Achteraanzicht van de computer . . . . . . . . . . . . 21 Aansluitingen op het voorpaneel . . . . . . . . . . . . 22 Aansluitingen op het achterpaneel 2 11 De computer installeren . . . . . . . . . . . 23 . . . . . . . . . . . . . 27 De computer in een kast opstellen Een internetverbinding maken . . . . .
Twee monitors aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . Twee monitoren met VGA-aansluiting aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een monitor met VGA-aansluiting en een monitor met een DVI-aansluiting aansluiten Een televisie aansluiten . 39 . . . . . . . . . . . . . . 39 . . . . . . . 40 . . . . . . . . . . . 40 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Voedingsbeschermingsapparaten . Spanningsstabilisatoren . . . . . . . . . . . . . . 41 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Componentvideo en S/PDIF digitale audio . De Cyberlink (CL)-koptelefoons instellen . . . . . 63 . . . . . 66 De beeldscherminstellingen voor een televisie activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een mediakaartlezer gebruiken (optioneel) . . 67 . . . . . . 68 Instructies voor het instellen van een bestand met draadloze Bluetooth-technologie . . . . . 4 . . 70 . . . . . . . . . . . . 71 RAID Level 0-configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . 71 RAID Level 1-configuratie . . . .
Systeeminstellingen . Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 . . . . . . . . . . . . . 84 Opties van het systeemsetupprogramma . . . . . . . . 86 . . . . . . . . . . . 89 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Boot Sequence (Opstartvolgorde) . Opties De opstartvolgorde voor de huidige opstartprocedure wijzigen . . . . . . . . . . . . . De opstartvolgorde voor toekomstige opstartprocedures wijzigen. . . . . .
Dell Diagnostics . . . . . . 104 . . . . . . 105 Als u gebruik maakt van Dell Diagnostics Dell Diagnostics starten vanaf de vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dell Diagnostics starten vanaf de cd Drivers and Utilities . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het hoofdmenu van Dell Diagnostics . 9 Problemen oplossen 106 107 109 . . . . . . . . . . . . . 109 . . . . . . . . . . . . . . 110 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Problemen met stations Foutberichten . . . . . . .
Stuurprogramma’s en hulpprogramma's opnieuw installeren . . . . . . . . . . . . De cd Drivers and Utilities gebruiken . . . . . 128 . . . . . . 129 Problemen met software en hardware oplossen in Microsoft® Windows® XP en Windows Vista® . . . Het besturingssysteem herstellen . . 131 . . . . . . . . . . 132 Systeemherstel van Microsoft Windows gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 Dell™ PC Restore en Dell Factory Image Restore gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 134 . .
A Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FCC-kennisgeving (alleen Verenigde Staten) . . . . . . 155 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156 FCC Klasse B Macrovision Verklarende woordenlijst Index 155 . . . . . . . . . . . . . . . . 157 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud
Informatie zoeken N.B.: Sommige functies en cd’s zijn optioneel en mogelijk niet bij uw computer geleverd. Sommige functies of media zijn in bepaalde landen niet beschikbaar. N.B.: Mogelijk werd er bij uw computer extra informatie meegeleverd. Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • Een diagnostisch programma voor de computer • Stuurprogramma's voor de computer • Desktop System Software (DSS) De cd Drivers and Utilities N.B.
Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • • • • • • Dell™ Productinformatiegids Garantiegegevens Voorwaarden (alleen V.S.
Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • Servicetag en code voor express-service Servicetag en Microsoft® Windows®licentie • Microsoft Windows-licentielabel N.B. Het servicelabel en het Microsoft® Windows®-licentielabel bevinden zich op uw computer. Het servicelabel bevat zowel een servicelabelnummer als een code voor express-service. • Gebruik het servicelabel om de computer te identificeren als u gebruikmaakt van support.dell.com of contact opneemt met de afdeling Support.
Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • Oplossingen - Tips voor het oplossen van problemen, artikelen van technici, online-cursussen, FAQ's • Community - Online discussies met andere gebruikers van Dell-producten • Upgrades - Upgradegegevens voor componenten, zoals het geheugen, de vaste schijf en het besturingssysteem • Klantenservice - Contactgegevens, de status van reparatieverzoeken en bestellingen, informatie over garantie en reparatie • Service en ondersteuning - De status van reparatiever
Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • Desktop System Software (DSS) - Als Ga als volgt te werk om Desktop System u het besturingsysteem van de Software te downloaden: computer opnieuw installeert, moet u 1 Ga naar support.dell.com en klik op het DSS-hulpprogramma ook Drivers and Downloads opnieuw installeren. DSS biedt (Stuurprogramma's en downloads). belangrijke updates voor uw 2 Klik op Select Model.
Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • Informatie over het gebruik van Microsoft Windows XP of Windows Vista® • Informatie over het werken met programma's en bestanden • Informatie over het aanpassen van mijn bureaublad Help en ondersteuning van Windows Microsoft Windows XP 1 Klik op de knop Start en vervolgens op Help en ondersteuning.
Waarnaar bent u op zoek? Hier kunt u het vinden • Informatie over het opnieuw installeren van het besturingssysteem De cd Operating System Het besturingssysteem is reeds op de computer geïnstalleerd. U kunt de cd Operating System gebruiken om het besturingssysteem opnieuw te installeren. Zie het gedeelte "Het besturingssysteem herstellen" op pagina 132 in de gebruikshandleiding of Eigenaarshandleiding.
Informatie zoeken
Over de computer Vooraanzicht van de computer 1 2 10 9 3 4 5 6 8 7 1 LED-lampjes op het voorpaneel (3) Aan de voorzijde van de computer bevinden zich gekleurde lampjes. 2 paneel voor optisch station Dit paneel dekt het optisch station af. U kunt het optisch station gebruiken om een cd of dvd af te spelen.
3 optioneel compartiment voor optisch station Dit compartiment biedt ruimte voor een optisch station. 4 FlexBay-station Biedt ruimte voor een diskettestation, een mediakaartlezer of een extra vaste schijf (SATA of SAS). 5 I/O-aansluitingen, voorzijde Sluit USB-apparatuur en andere apparaten aan op de overeenkomstige aansluitingen (zie het gedeelte "Aansluitingen op het voorpaneel" op pagina 22). 6 aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in te schakelen.
9 uitwerkknop FlexBay- Druk hier om het diskettepaneel of het station mediakaartlezerpaneel te openen of te sluiten. 10 uitwerpknop op paneel van optisch station (2) Druk op deze knop om het optisch station te openen of te sluiten.
Deze knop wordt gebruikt om de stroomvoorziening te testen. 1 testknop stroomvoorziening 2 diagnostisch lampje Dit lampje geeft de beschikbare stroom aan. stroomvoorziening • Groen lichtje — Geeft de beschikbare stroom aan. • Geen lichtje — Geeft aan dat er geen stroom beschikbaar is of dat de stroomvoorziening niet werkt. Zie voor meer informatie het gedeelte "Aan/uit-lampjes" op pagina 97. 3 Bieden toegang tot aansluitingen voor geïnstalleerde PCI- of PCI Express-kaarten. kaartsleuven N.B.
1 IEEE 1394-aansluiting Gebruik de optionele IEEE 1394-aansluiting voor apparaten met hoge gegevenssnelheden, zoals digitale videocamera's en externe opslagapparaten. 2 microfoonaansluiting Gebruik de microfoonaansluiting voor het aansluiten van een pc-microfoon om gesproken tekst of muziek in te voeren in een audio- of telefonieprogramma. 3 koptelefoonaansluiting Gebruik de koptelefoonaansluiting om koptelefoons of externe luidsprekers aan te sluiten. 4 USB 2.
1 muisaansluiting U kunt een standaard PS/2-muis op de groene muisaansluiting aansluiten. Schakel de computer en de aangesloten apparaten uit voordat u een muis op de computer aansluit. Als u een USBmuis hebt, sluit u deze aan op een USBaansluiting. 2 IEEE 1394-aansluiting Gebruik de optionele IEEE 1394-aansluiting voor apparaten met hoge gegevenssnelheden, zoals digitale videocamera's en externe opslagapparaten.
5 verbindingsintegriteitsslampje • Groen — Er is sprake van een goede verbinding tussen een 10 Mbps-netwerk en de computer. • Oranje — Er is sprake van een goede verbinding tussen een 100 Mbps-netwerk en de computer. • Geel — Er is sprake van een goede verbinding tussen een 1.000 Mbps (1 Gbps)-netwerk en de computer. • Uit — De computer detecteert geen fysieke netwerkverbinding. 6 surround sound-aansluiting Op de (zwarte) aansluiting voor surroundgeluid kunt u multichannel-luidsprekers aansluiten.
12 USB 2.0-aansluitingen (4) Gebruik de achterste USB-aansluitingen voor apparaten die normaal gesproken altijd aangesloten zijn, zoals printers en toetsenborden. Gebruik de voorste USB-aansluitingen voor apparaten die u af en toe aansluit, zoals sleutels met flashgeheugen of camera's, of voor opstartbare USB-apparaten. 26 13 optische S/PDIFaansluiting U kunt de optische S/PDIF-aansluiting gebruiken voor het doorgeven van digitaal geluid zonder dat dit eerst wordt omgezet naar een analoog signaal.
De computer installeren De computer in een kast opstellen Als u uw computer in een besloten ruimte opstelt, kan de luchtstroom worden beperkt. Dit kan de prestatie van de computer nadelig beperken en ervoor zorgen dat deze oververhit raakt. Volg de richtlijnen hieronder wanneer u de computer in een kast installeert: KENNISGEVING: De bedrijfstemperatuur die in deze handleiding is opgegeven, geeft de maximale bedrijfstemperatuur van de werkruimte weer.
• 28 Als de computer in een hoek wordt geplaatst of onder een bureau, moet u ervoor zorgen dat er minstens 5,1 cm tussen de achterkant van de computer en de muur vrij is om te zorgen dat er genoeg lucht kan worden aangezogen voor ventilatie.
KENNISGEVING: Installeer de computer niet in een kast zonder luchtstroom. Bij onvoldoende luchtstroom gaan de computerprestaties achteruit en kan de computer oververhit raken. Een internetverbinding maken N.B. Het aanbod van internetproviders verschilt per land Als u verbinding wilt maken met internet, hebt u een modem of netwerkverbinding nodig en een internetprovider (ISP), zoals AOL of MSN. Uw internetaanbieder biedt een of meer van de volgende opties voor internetverbinding.
Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u voor het instellen van de internetverbinding een telefoonlijn aansluiten op de modemconnector op de computer en op de telefoonaansluiting. Als u een ADSL- of kabel/satellietmodem gebruikt, moet u contact opnemen met uw internetprovider of mobiele provider voor installatieinstructies.
5 Klik op Volgende. Ga door naar stap 6 als u de optie Ik wil handmatig een verbinding instellen hebt gekozen. Zo niet, dan volgt u de instructies op het scherm op om het instellen te voltooien. N.B. Neem contact op met uw internetprovider als u niet weet welk verbindingstype u moet selecteren. 6 Klik op de juiste optie onder Op welke manier wilt u contact met het Internet maken? en vervolgens op Volgende.
Gegevens overbrengen naar een nieuwe computer Met de "wizards" van uw besturingssysteem kunt u bestanden en andere gegevens overzetten van de ene computer naar de andere – bijvoorbeeld van een oude naar een nieuwe computer. Raadpleeg het volgende gedeelte voor instructies voor het besturingssysteem dat op uw computer draait. Microsoft® Windows® XP Microsoft Windows XP biedt de Wizard Bestanden en Instellingen overzetten om gegevens van een broncomputer naar een nieuwe computer over te zetten.
De Wizard Bestanden en Instellingen overbrengen uitvoeren met de cd met het besturingssysteem N.B. Voor deze procedure hebt u de cd Operating System nodig. De nieuwe computer voorbereiden voor de bestandsoverdracht: 1 Open de Wizard Bestanden en Instellingen overzetten door te klikken op Start→ Alle programma's→ Accessoires→ Systeemwerkset→ Wizard Bestanden en Instellingen overzetten. 2 Klik in het welkomstvenster van de Wizard Bestanden en Instellingen overbrengen op Volgende.
2 Selecteer in het scherm Waar bevinden zich de bestanden en instellingen? de methode die u voor de overdracht van uw instellingen en bestanden hebt gekozen en klik op Volgende. De wizard leest de verzamelde bestanden en instellingen en brengt deze over naar de nieuwe computer. Nadat alle instellingen en bestanden zijn overgezet, verschijnt het scherm Voltooid. 3 Klik op Voltooid en start de nieuwe computer opnieuw op.
4 Klik in het welkomstvenster van de Wizard Bestanden en instellingen overbrengen op Volgende. 5 Klik in het scherm Oude of nieuwe computer? op de optie Oude computer→ Volgende. 6 Selecteer de gewenste methode in het scherm Op welke manier wilt u uw bestanden en instellingen overzetten?. 7 Selecteer in het scherm Wat wilt u overzetten? de items die u wilt overzetten en klik op Volgende. Nadat de gegevens zijn gekopieerd, zal het scherm Gegevens verzamelen worden weergegeven. 8 Klik op Voltooien.
Volg de instructies van de wizard Windows Easy Transfer op het scherm. Een printer installeren KENNISGEVING: Zorg dat de installatie van het besturingssysteem is voltooid voordat u een printer op de computer aansluit.
1 2 3 1 USB-aansluiting op de computer 3 USB-printerkabel 2 USB-aansluiting op de printer 3 Zet de printer aan en zet vervolgens de computer aan. 4 Afhankelijk van het besturingssysteem van de computer kan er een printerwizard aanwezig zijn die u begeleidt tijdens het installeren van het stuurprogramma van de printer. Als Microsoft® Windows® XP op de computer draait en het venster Nieuwe hardware toevoegen verschijnt, klikt u op Annuleren.
Twee monitors aansluiten WAARSCHUWING: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. Als u een grafische kaart hebt aangeschaft die twee monitoren ondersteunt, dient u de volgende instructies op te volgen voor het aansluiten en inschakelen van de monitoren.
1 2* 3* 4 *Mogelijk niet op uw computer 1 optionele DVI-adapter 2 DVI-aansluiting (wit) 3 TV-OUT-aansluiting 4 VGA-aansluiting (blauw) Een monitor met VGA-aansluiting en een monitor met een DVIaansluiting aansluiten 1 Zet de computer uit. 2 Sluit de VGA-aansluiting van de eerste monitor aan op de (blauwe) VGAaansluiting aan de achterzijde van de computer. 3 Sluit de DVI-aansluiting vna de tweede monitor aan op de (witte) DVIaansluiting aan de achterzijde van de computer. 4 Start de computer opnieuw op.
2 Sluit het ene uiteinde van de S-videokabel aan op de TV-OUTaansluiting aan de achterzijde van de computer. 3 Sluit het andere uiteinde van de S-videokabel aan op de S-videoaansluiting op de televisie 4 Sluit de VGA- of DVI-monitor aan op de computer. 5 Start de computer opnieuw op. De beeldscherminstellingen wijzigen 1 Nadat u de monitor(s) of televisie hebt aangesloten, zet u de computer aan. Het bureaublad van Microsoft® Windows® verschijnt op de primaire monitor.
Veel piekbeveiligers hebben een telefoonaansluiting voor modembeveiliging. Zie de documentatie van de piekbeveiliger voor instructies voor een modemverbinding. KENNISGEVING: Niet alle piekbeveiligers bieden beveiliging voor netwerkadapters. Ontkoppel de netwerkkabel tijdens elektrische stormen altijd van de netwerkwandaansluiting. Spanningsstabilisatoren KENNISGEVING: Spanningsstabilisatoren beveiligen niet tegen stroomonderbrekingen.
N.B. Windows XP Professional bevat beveiligings- en netwerkfuncties die niet beschikbaar zijn in Windows XP Home Edition. Wanneer een computer met Windows XP Professional is aangesloten op een netwerk, verschijnen er in bepaalde vensters verschillende opties voor beveiliging en netwerken. N.B. De procedures voor het activeren van de stand-bymodus en slaapstand kunnen per besturingssysteem verschillen.
U schakelt de slaapstand uit door op de aan/uit-knop te drukken. Het kan even duren voordat de slaapstand is uitgeschakeld. Aangezien het toetsenbord en de muis niet werken in de slaapstand, kunt u de computer niet uit de slaapstand halen door een toets in te drukken of de muis te verplaatsen. Voor de slaapstand wordt een speciaal bestand op de vaste schijf vereist met voldoende schijfruimte om de inhoud van het computergeheugen op te slaan.
• Thuis/kantoor — Als u uw computer thuis wilt laten draaien met laag stroomverbruik. • Portable/Laptop — Als u een draagbare computer hebt die u meeneemt op reis. • Presentatie — Als u de computer zonder onderbreking wilt laten draaien (geen energiebesparing). • Minimaal energieverbruik — Als u wilt dat de computer met minimaal energieverbruik werkt. • Accu vol — Als de computer draagbaar is en u deze langere tijd op een accu laat werken.
2 Klik in het venster Prestaties en onderhoud op Energie besparen op de computer. Energiebeheeropties in Windows Vista Met de energiebeheerfuncties van Microsoft® Windows® XP kunt u de hoeveelheid elektriciteit die de computer gebruikt, reduceren wanneer deze is ingeschakeld maar niet wordt gebruikt. Dit is mogelijk door de energie te beperken tot de monitor of de vaste schijf, of de stand-bymodus of slaapstand te gebruiken.
De computer installeren
Multimedia gebruiken Cd's en dvd's afspelen KENNISGEVING: Oefen geen druk uit op de cd- of dvd-lade wanneer u deze opent of sluit. Zorg dat de lade gesloten is wanneer u het station niet gebruikt. KENNISGEVING: Verplaats de computer niet terwijl u een cd of dvd afspeelt. 1 Druk op de uitwerpknop op de voorkant van het station. 2 Plaats de schijf met het label omhoog in het midden van de lade. 3 Druk op de uitwerpknop of druk de lade zachtjes terug in de computer.
Een cd-speler bevat de volgende basisknoppen: Afspelen Terugspoelen binnen het huidige nummer Pauze Vooruitspoelen binnen het huidige nummer Stoppen Naar het vorige nummer Uitwerpen Naar het volgende nummer Een dvd-speler bevat de volgende basisknoppen: Stoppen Het huidige hoofdstuk opnieuw beginnen Afspelen Vooruitspoelen Pauze Achteruitspoelen Eén frame vooruit in de pauzemodus Naar de volgende titel of het volgende hoofdstuk De huidige titel of het huidige hoofdstuk doorlopend afspelen Naar de vorige ti
Cd's en dvd's kopiëren N.B. Houd rekening met de copyrightwetgeving wanneer u cd’s of dvd’s brandt. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op computers met een cd-rw-, dvd+/rw- of cd-rw/dvd (combi) -station. N.B. De typen cd- of dvd-stations die door Dell worden aangeboden, verschillen per land. De volgende instructies geven aan hoe u met Roxio Creator Plus - Dell Edition een exacte kopie maakt van een cd of dvd.
Nadat u de bron-cd of -dvd hebt gekopieerd, wordt de cd of dvd die u hebt gemaakt, automatisch uitgeworpen. Lege cd's en dvd's gebruiken Cd-rw-stations kunnen naar alleen naar cd-opnamemedia schrijven (inclusief snelle cd-rw-media), terwijl dvd-beschrijfbare stations naar zowel cd- als dvdopnamemedia kunnen schrijven. Gebruik lege cd-r's om muziek op te nemen of gegevensbestanden permanent op te slaan.
Nuttige tips • Gebruik Microsoft® Windows® Explorer om bestanden naar een cd-r of cdrw te slepen als u Roxio Creator Plus hebt gestart en een Creator-project hebt geopend. • Gebruik cd-r's om muziek-cd's te branden die u in normale stereoapparatuur wilt afspelen. Cd-rw's kunnen op veel stereoapparatuur, thuis of in de auto, niet worden afgespeeld. • U kunt geen audio-dvd's maken met Roxio Creator Plus.
Windows Vista® 1 Klik op de knop start van Windows Vista , klik op Configuratiescherm en klik vervolgens op Vormgeving en aanpassing. 2 Selecteer onder Aanpassing de optie Beeldschermresolutie bijstellen. Het venster Eigenschappen beeldscherm verschijnt. 3 Klik onder Resolutie: op de balk en sleep deze naar links om een lagere resolutie in te stellen. 4 Klik in het vervolgmenu voor Kleuren: op Gemiddeld (16 bits). 5 Klik op OK. De computer aansluiten op een televisie of audioapparaat N.B.
2 1 3 4 5 1 S-video TV-out-aansluiting 2 composietvideo-adapter 3 digitale S/PDIF-audio-aansluiting 4 composietvideo-aansluiting 5 S-video-aansluiting 1 2 3 4 5 6 1 S-video TV-out-aansluiting 2 componentvideo-adapter 3 digitale S/PDIF-audio-aansluiting 4 Pr (rood) componentvideouitvoeraansluiting 5 Pb (blauw) componentvideouitvoeraansluiting 6 Y (groen) componentvideouitvoeraansluiting Als u uw computer op een televisie of een audioapparaat wilt aansluiten, wordt u aangeraden om v
Wanneer u klaar bent met het aansluiten van de video- en audiokabels tussen uw computer en de televisie, moet u de computer in staat stellen om met de televisie samen te werken. Zie "De beeldscherminstellingen voor een televisie activeren" op pagina 67 voor informatie over het instellen van de computer voor het correct herkennen van en samenwerken met de televisie. Zie daarnaast "S/PDIF digitale audio inschakelen" op pagina 66 voor informatie als u S/PDIF digitale audio gebruikt.
N.B. Als uw televisie- of audioapparaat wel ondersteuning biedt voor S-video maar niet voor digitale S/PDIF-audio, kunt u een S-video-kabel direct op de S-video TVout-aansluiting van de computer aansluiten (zonder de televisie-/digitale audioadapterkabel). 2 Sluit een uiteinde van de S-video-kabel aan op de S-videouitvoeraansluiting op de computer. 3 Sluit het andere uiteinde van de S-videokabel aan op de S-video-ingang op de televisie.
1 2 3 1 composietvideo-adapter 3 S/PDIF digitale audiokabel 2 S-video-kabel 1 Schakel de computer uit en zet ook de televisie en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten. 2 Sluit de composietvideo-adapter aan op de S-video TV-out-aansluiting op de computer. 3 Sluit een uiteinde van de S-video-kabel aan op de S-videouitvoeraansluiting op de composietvideo-adapter.
1 1 2 composietvideo-adapter 2 S/PDIF digitale audiokabel 6 Sluit het andere uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de audio-invoeraansluiting op de televisie of het audioapparaat. 7 Zet de aangesloten televisie aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet vervolgens de computer aan.
1 2 3 1 composietvideo-adapter 3 standaardaudiokabel 2 composietvideo-kabel 1 Schakel de computer uit en zet ook de televisie en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten. 2 Sluit de composietvideo-adapter aan op de S-video TV-out-aansluiting op de computer. 3 Sluit een uiteinde van de composietvideo-kabel aan op de composietvideouitvoeraansluiting op de composietvideo-adapter.
5 Sluit het uiteinde met de enkele audiokabel aan op de koptelefoonaansluiting op de computer. 6 Sluit de twee RCA-aansluiting op het andere uiteinde van de audiokabel aan op de invoeraansluitingen op de televisie of het andere audioapparaat. 7 Zet de aangesloten televisie aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet vervolgens de computer aan.
1 2 3 1 composietvideo-adapter 3 standaardaudiokabel 2 composietvideo-kabel 1 Schakel de computer uit en zet ook de televisie en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten. 2 Sluit de composietvideo-adapter aan op de S-video TV-out-aansluiting op de computer. 3 Sluit een uiteinde van de composietvideo-kabel aan op de composietvideoinvoeraansluiting op de composietvideo-adapter.
1 1 2 composietvideo-adapter 2 S/PDIF digitale audiokabel 6 Sluit het andere uiteinde van de digitale audiokabel aan op de S/PDIFinvoeraansluiting op de televisie of het andere audioapparaat. 7 Zet de aangesloten televisie aan, zet het eventueel aangesloten audioapparaat aan (indien van toepassing) en zet vervolgens de computer aan.
1 2 3 1 3 componentvideo-adapter standaardaudiokabel 2 componentvideo-kabel 1 Schakel de computer uit en zet ook de televisie en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten. 2 Sluit de componentvideo-adapter aan op de S-video TV-out-aansluiting op de computer. 3 Sluit alle drie de uiteinden van de componentvideokabel aan op de componentvideo-uitvoeraansluitingen op de componentvideo-adapter.
4 Sluit alle drie de uiteinden van de andere kant van de componentvideokabel aan op de componentvideo-invoeraansluitingen op de televisie. Zorg ervoor dat de rode, groene en blauwe kleuren van de kabel op de overeenkomstige kleuren van de tv-invoeraansluitingen zijn aangesloten. 5 Sluit het uiteinde met de enkele audiokabel aan op de koptelefoonaansluiting op de computer.
1 2 3 1 componentvideo-adapter 3 standaardaudiokabel 2 componentvideo-kabel 1 Schakel de computer uit en zet ook de televisie en/of het audioapparaat uit dat u wilt aansluiten. 2 Sluit de componentvideo-adapter aan op de S-video TV-out-aansluiting op de computer. 3 Sluit alle drie de uiteinden van de componentvideokabel aan op de componentvideo-uitvoeraansluitingen op de componentvideo-adapter.
2 1 1 3 componentvideo-adapter componentvideo-kabel 3 2 componentvideo-uitvoeraansluitingen 4 Sluit alle drie de uiteinden van de andere kant van de componentvideokabel aan op de componentvideo-invoeraansluitingen op de televisie. Zorg ervoor dat de rode, groene en blauwe kleuren van de kabel op de overeenkomstige kleuren van de tv-invoeraansluitingen zijn aangesloten. 5 Sluit een uiteinde van de S/PDIF digitale audiokabel aan op de S/PDIFaudioaansluiting op de componentvideo-adapter.
S/PDIF digitale audio inschakelen Als uw computer is uitgerust met een dvd-station, kunt u digitale audio voor het afspelen van dvd's activeren. 1 Open de toepassing Cyberlink PowerDVD. 2 Plaats een dvd in het dvd-station. Druk op de stopknop zodra de dvd begint te spelen. 3 Klik op de optie Settings. 4 Klik op de optie DVD. 5 Klik op het pictogram DVD Audio Setting. 6 Klik op de pijlen naast de instelling Speaker Configuration om de opties te doorlopen, en selecteer de optie SPDIF.
4 Klik op de optie DVD. 5 Klik op het pictogram DVD Audio Setting. 6 Klik op de pijlen naast de instelling Speaker Configuration om de opties te doorlopen, en selecteer de optie Headphones. 7 Klik op de pijlen naast de instelling Audio listening mode om de opties te doorlopen, en selecteer de optie CL Headphone. 8 Klik op de pijlen naast de optie Dynamic range compression om de meest passende optie te selecteren. 9 Klik eenmaal op de knop Back.
3 Klik op Geavanceerd. 4 Klik op het tabblad voor de grafische kaart in uw computer. N.B. Raadpleeg Windows Help en ondersteuning om vast te stellen welk type grafische kaart in uw computer is geïnstalleerd. U kunt Help en ondersteuning openen in Windows Vista door de klikken op de knop Start van Windows Vista → Help en ondersteuning. Klik bij Kies een taak op Gebruik Hulpprogramma's als u gegevens over deze computer wilt weergeven en problemen wilt onderzoeken.
1 6 1 4 2 4 5 xD-Picture-kaarten en SmartMedia (SMC)-kaarten Bluetooth verbindingsknop 2 5 3 Memory Stick (MS/MS Pro/MS Duo/MS Pro Duo)-kaarten Bluetooth-lampje 3 6 Secure Digital-kaarten (SD/miniSD)/MultiMedia-Card (MMC/RS-MMC)-kaarten CompactFlash Type-I en IIkaarten (CF I/II) en MicroDrive-kaarten Multimedia gebruiken 69
1 Ga na hoe het medium of de kaart moet worden geplaatst. 2 Schuif de mediakaart in de juiste sleuf van de mediakaartlezer totdat deze volledig in de aansluiting is geïnstalleerd. 3 Als u weerstand ondervindt, moet u de kaart verwijderen, ervoor zorgen dat de kaart in de juiste richting wijst en het opnieuw proberen. Instructies voor het instellen van een bestand met draadloze Bluetoothtechnologie 1 Zet het apparaat aan. 2 Druk op de verbindingsknop op het apparaat.
Over RAID-configuraties KENNISGEVING: Als u de migratieoptie wilt gebruiken om een RAID-configuratie te converteren zonder gegevens te verliezen, moet uw vaste schijf in eerste instantie zijn ingesteld als een single drive RAID 0 array voordat het besturingssysteem de schijf wordt gezet (zie het gedeelte "Met het hulpprogramma NVIDIA MediaShield ROM" op pagina 74 voor instructies).
Een ander voordeel van een RAID level 0-configuratie is dat de volledige opslagcapaciteit van de stations wordt benut. Een voorbeeld: twee vaste schijven van 120 GB bieden samen 240 GB schijfruimte voor de opslag van gegevens. N.B. In een RAID level 0-configuratie is de omvang van de configuratie gelijk aan de omvang van de kleinste schijf, vermenigvuldigd met het aantal schijven in de configuratie.
Uw vaste schijven configureren voor RAID De computer kan worden geconfigureerd voor RAID, zelfs als u tijdens de aanschaf van de computer niet voor de RAID-configuratie hebt gekozen. Zie het gedeelte "Over RAID-configuraties" op pagina 71 voor uitleg over RAID levels en wat hiervoor nodig is. Zie voor informatie over het installeren van een vaste schijf het gedeelte "Een vaste schijf installeren" in Onderdelen installeren en verwijderen op de Dell Support-website: support.dell.com.
2 Druk op de pijltoetsen om Drives (Stations) te selecteren en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de toepasselijke SATA-schijf te selecteren en druk op . 4 Druk op de pijltoetsen om de optie RAID On (RAID aan) te selecteren en druk op . Druk ten slotte op Esc. Herhaal deze procedure voor elke SATA-schijf. N.B. Zie het gedeelte "Opties van het systeemsetupprogramma" op pagina 86 voor meer informatie over de RAID-opties.
N.B. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft Windows wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw. Het venster Define a New Array verschijnt. 4 Druk op om naar het veld RAID Mode te gaan. Als u een RAID 0-configuratie wilt maken, gebruikt u de pijltjestoetsen om Striping te selecteren.
NVIDIA MediaShield gebruiken Met NVIDIA MediaShield kunt u RAID-configuraties maken, weergeven en beheren. N.B. Gebruik NVIDIA MediaShield alleen voor het maken van een RAIDconfiguratie wanneer u een of meer vaste schijven toevoegt aan een bestaande (niet van RAID voorziene) computer met één schijf en de nieuwe schijven wilt configureren in een RAID-array. U kunt vaste schijven van elke grootte gebruiken om een RAID-configuratie te maken met NVIDIA MediaShield.
N.B. Alleen schijven waarvoor RAID is ingeschakeld, worden weergegeven als vrije schijven. 8 Klik om de schijven te selecteren waarmee u de RAID-configuratie gaat samenstellen, klik op Next, en klik vervolgens nogmaals op Next. N.B. Uw computer biedt ondersteuning voor maximaal twee schijven per RAID 1-array en vier schijven per RAID 0-array. Het venster Clearing System Data wordt weergegeven. KENNISGEVING: Met de optie Clear System Data verwijdert u alle gegevens van de geselecteerde schijf.
Een RAID-configuratie naar een andere RAID-configuratie converteren KENNISGEVING: Als u de migratieoptie wilt gebruiken om een RAID-configuratie te converteren zonder gegevens te verliezen, moet uw vaste schijf in eerste instantie zijn ingesteld als RAID 0-array met een enkele schijf voordat het besturingssysteem de schijf wordt gezet (zie het gedeelte "Met het hulpprogramma NVIDIA MediaShield ROM" op pagina 74 voor instructies).
Het venster van het hulpprogramma MediaShield voor RAID-beheer wordt afgebeeld en toont de status van het upgraden of migreren, samen met de andere geïnstalleerde vaste schijven. N.B. Hoe lang de conversie van een array duurt, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de snelheid van de processor, het type en de grootte van de vaste schijf die wordt gebruikt, het besturingssysteem, etc.
Over RAID-configuraties
De computer reinigen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. Computer, toetsenbord en monitor LET OP: Verwijder de stekker van de computer uit het stopcontact alvorens u de computer schoonmaakt. Reing de computer met een zachte, vochtige doek. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen uit een spuitbus, want deze kunnen ontvlambare stoffen bevatten.
5 Plaats de wieltjes indien nodig weer in het midden in de kanalen. Zorg ervoor dat er geen watten van de wattenstokjes op de wieltjes achterblijven. 6 Plaats het balletje en de zekeringring terug en draai daarna de zekeringring met de klok mee totdat deze op zijn plaats klikt. Diskettestations KENNISGEVING: Maak de aandrijfkoppen niet met een wattenstokje schoon. De mogelijkheid bestaat dat u de koppen verkeerd uitlijnt, waardoor het station niet meer werkt.
Systeeminstellingen Overzicht U kunt het systeemsetupprogramma gebruiken om: • De systeemconfiguratie te wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd • Een door een door de gebruiker te selecteren optie zoals een wachtwoord te wijzigen of in te stellen • De huidige hoeveelheid geheugen of het type vaste schijf dat is geïnstalleerd te raadplegen Voordat u het systeemsetupprogramma gebruikt gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van het systeemsetupprogramma te noteren zod
Schermen van het systeemsetupprogramma In het systeemsetupprogramma ziet u de huidige of instelbare configuratiegegevens voor uw computer. De informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma is opgedeeld in vijf gebieden: een menuveld, een optielijst, een lijst met actieve opties, het helpveld en toetsenfuncties.
Menu — Wordt bovenin het venster van het systeemsetupprogramma weergegeven. Dit veld bevat een menu dat toegang tot de opties van het systeemsetupprogramma geeft. Druk op de toetsen < > en < > om in het menu te navigeren. Als u een optie van het Menu markeert, zal in het gedeelte Options List een overzicht worden weergegeven van de opties die definiëren welke hardware er op uw computer is geïnstalleerd. Options List — Deze lijst verschijnt links van het venster System Setup.
Opties van het systeemsetupprogramma N.B. Mogelijk worden de items in dit gedeelte niet weergegeven of wijken de items enigszins af van de weergave in dit gedeelte. Dit is afhankelijk van uw computer en de geïnstalleerde apparaten. Algemeen System Info Geeft de naam van het computermodel weer. BIOS Info Geeft de BIOS-versie weer. Servicelabel Geeft het servicelabel van de computer weer. Code voor expressservice Geeft de code voor express-service weer. Asset Tag Geeft het inventarislabel weer.
Geavanceerd CPU Feature Stelt u in staat om de CPU-functies die de prestatie van de computer verbeteren, te activeren of deactiveren. Integrated Peripherals Stelt u in staat om de ingebouwde apparaten en poorten van uw computer te activeren of deactiveren. IDE/SATA Configuration Stelt u in staat om waarden op te geven en te wijzigen voor IDE- en SATA-apparaten zoals vaste schijven, optische stations etc. die op de computer zijn aangesloten.
Voeding ACPI Suspend Type Geeft het opschortingstype van de ACPI weer. De standaardwaarde is S3. AC Recovery Geeft het gedrag van de computer na het herstellen van een stroomstoring aan. • On — De computer wordt ingeschakeld nadat deze van een stroomstoring is hersteld. • Off — De computer blijft uitgeschakeld. • Last — De computer keert terug naar de stand waarin deze zich voor de stroomstoring bevond.
Boot Sequence (Opstartvolgorde) Met deze functie kunt u de opstartvolgorde wijzigen voor de apparatuur met opstartfunctie die op uw computer is aangesloten. Opties • Diskette Drive (Diskettestation) — De computer probeert op te starten vanaf het diskettestation.
De opstartvolgorde voor de huidige opstartprocedure wijzigen U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om de computer opdracht te geven om te starten vanaf het cd-station, zodat u Dell Diagnostics vanaf de cd Driver and Utilities kunt uitvoeren en de computer vanaf de vaste schijf opstart wanneer de diagnostische tests zijn voltooid. U kunt deze functie gebruiken om bijvoorbeeld uw computer opnieuw op te starten vanaf een USB-apparaat, zoals een diskettestation, een geheugenstick of een cd-rwstation. N.B.
De opstartvolgorde voor toekomstige opstartprocedures wijzigen 1 Open het systeemsetupprogramma (zie het gedeelte "Het systeemsetupprogramma openen" op pagina 83). 2 Gebruik de pijltoetsen om het menu Boot Sequence (Opstartvolgorde) te markeren en druk vervolgens op om het menu te openen. N.B. Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt herstellen. 3 Druk op de pijl-omhoog en pijl-omlaag om door de lijst met apparaten te gaan.
Systeeminstellingen
Wachtwoorden en CMOSinstellingen wissen Wachtwoorden wissen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. 1 Volg de procedures die zijn beschreven in het gedeelte "Voordat u begint" in de Onderhoudshandleiding op de website van Dell Support op support.dell.com.
5 Breng de computerkap opnieuw aan (zie het gedeelte "De computerkap opnieuw aanbrengen" in de Onderhoudshandleiding op de website van Dell Support op support.dell.com). 6 Sluit de toetsenbord en muis aan, sluit de stekker van de computer en monitor op het stopcontact aan en zet de computer en monitor aan. 7 Zet de computer uit nadat het bureaublad van Microsoft® Windows® is verschenen. N.B. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en zich niet in een energiebeheermodus bevindt.
De CMOS-instellingen wissen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. 1 Volg de procedures die zijn geschreven in het gedeelte "Voordat u begint" in de Onderhoudshandleiding op de website van Dell Support op support.dell.com. N.B. Om de CMOS-instellingen te wissen moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
De BIOS flashen Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen indien een update beschikbaar is of wanneer u het moederbord vervangt. 1 Zet de computer aan. 2 Zoek naar het updatebestand voor de BIOS van uw computer op de Dell Support-website: support.dell.com. 3 Klik op Download Now om het bestand te downloaden. 4 Als het venster Export Compliance Disclaimer verschijnt, klikt u op Yes, I Accept this Agreement. Het venster File Download zal verschijnen.
Hulpprogramma's voor probleemoplossing Aan/uit-lampjes LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. Het lampje van de aan/uit-knop aan de voorzijde van de computer geeft verschillende statussen van de computer aan. • Zie het gedeelte "Geluidscodes" op pagina 98 als het aan/uit-lampje groen is en de computer niet reageert.
• Verwijder mogelijke storingsbronnen. Mogelijke zijn: – Stroom-, toetsenbord- en muisverlengkabels – Er zijn teveel apparaten op een stekkerdoos aangesloten – Er zijn meerdere stekkerdozen op hetzelfde stopcontact aangesloten Het diagnostische lampje voor de stroomvoorziening aan de achterzijde van de computer geeft de verschillende statussen van de stroomvoorziening aan. Druk op de stroomtoevoerschakelaar om de stroomvoorziening te testen.
Code(herhaalde Beschrijving korte pieptonen) Mogelijke oplossing 1 Fout in de BIOSchecksum. Mogelijke moederbordfout. Neem contact op met Dell (zie het gedeelte "Contact opnemen met Dell" op pagina 153). 2 Er zijn geen geheugenmodules gedetecteerd. • Als er twee of meer geheugenmodules zijn geïnstalleerd, moet u de modules verwijderen (zie het gedeelte "Geheugen verwijderen" in de Onderhoudshandleiding op de Dell Support-webiste support.dell.com).
Code(herhaalde Beschrijving korte pieptonen) Mogelijke oplossing 3 Chipset error. Neem contact op met Dell (zie het gedeelte "Contact opnemen met Dell" op pagina 153). Time-of-day clock test failure. • Vervang de batterij (zie de Onderhoudshandleiding op de Dell Support-website op support.dell.com). • Als het probleem aanhoudt, moet u contact met Dell opnemen (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 153). Gate A20 failure. Mogelijke moederbordfout.
Code(herhaalde Beschrijving korte pieptonen) Mogelijke oplossing 4 • Ga na of er sprake is van speciale installatievereisten voor de geheugenmodule of geheugenaansluiting (zie het gedeelte "Geheugen" in Onderdelen installeren en verwijderen op de Dell Support-website: support.dell.com). RAM-lees/schrijffout. • Controleer of het type geheugen dat u gebruikt door de computer wordt ondersteund (zie het gedeelte "Geheugen" in Onderdelen installeren en verwijderen op de Dell Support-website: support.dell.
Systeemmeldingen N.B. Als het door u ontvangen bericht niet in de tabel wordt vermeld, raadpleegt u de documentatie bij het besturingssysteem of het programma dat werd uitgevoerd toen het bericht verscheen. W A A R S C H U W I N G ! P R E V I O U S A T T E M P T S A T B O O T I N G T H I S S YS T E M H A V E F A I L E D A T C H E C K P O I N T [ N N N N ] .
N O B O O T D E V I C E A V A I L A B L E — Het systeem kan geen opstartbaar apparaat of opstartbare partitie vinden. • Als het diskettestation uw opstartapparaat is, controleert u of de kabels zijn aangesloten en of het station een opstartbare diskette bevat. • Is de vaste schijf uw opstartapparaat, dan controleert u of de kabels zijn aangesloten en of het station juist is geïnstalleerd en als opstartapparaat is gepartitioneerd.
4 Selecteer in de lijst Probleemoplosser voor hardware de optie die het probleem het beste omschrijft en klik op Volgende om de overige stappen voor probleemoplossing te volgen. Windows Vista: 1 Klik op de knop Start van Windows Vista ondersteuning. , en klik op Help en 2 Typ probleemoplosser voor hardware in het zoekveld en druk op om de zoekactie te starten. 3 Selecteer in de zoekresultaten de optie die het probleem het beste omschrijft en volg de overige stappen voor probleemoplossing.
Het is raadzaam om deze procedures af te drukken voordat u begint. KENNISGEVING: Dell Diagnostics werkt alleen op Dell™-computers. N.B. De cd Drivers and Utilities is optioneel en is mogelijk niet met uw computer meegeleverd. Zie het gedeelte "Systeeminstellingen" op pagina 83 voor informatie over het raadplegen van de configuratie van uw computer, en controleer of het apparaat dat u wilt testen in het systeemsetupprogramma wordt weergegeven en is ingeschakeld.
Dell Diagnostics starten vanaf de cd Drivers and Utilities 1 Plaats de cd Drivers and Utilities in het cd-station. 2 Zet de computer uit en start deze opnieuw. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op . N.B. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht u totdat het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Vervolgens sluit u de computer af en probeert u het opnieuw. N.B. Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd.
Het hoofdmenu van Dell Diagnostics 1 Nadat Dell Diagnostics is geladen en het hoofdmenu wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie. N.B. Het wordt aanbevolen om Test System (Computer testen) te selecteren om een volledige test van uw computer uit te voeren.
3 Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem. Noteer de foutcode en een beschrijving van het probleem en raadpleeg het gedeelte "Contact opnemen met Dell" op pagina 153. N.B. Het serviceplaatje voor de computer bevindt zich boven aan elk testvenster. Als u contact opneemt met Dell, zullen de medewerkers van de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
Problemen oplossen Maak gebruik van de volgende tips voor het oplossen van problemen met uw computer: • Als u een onderdeel hebt toegevoegd of verwijderd voordat het probleem begon, neemt u de installatieprocedures nogmaals door en controleert u of het onderdeel correct is geïnstalleerd. • Als een randapparaat niet werkt, controleert u of het apparaat correct is aangesloten. • Als er een foutmelding op het scherm verschijnt, schrijft u deze exact over.
Problemen met stations LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. CONTROLEER OF MICROSOFT WINDOWS HET STATION HERKENT — Windows XP: • Klik op de knop Start en klik op Deze computer. Windows Vista®: • Klik op de knop Start van Windows Vista™ en klik op Computer.
C O N T R O L E E R D E L U I D S P R E K E R S E N D E S U B W O O F E R — Zie het gedeelte "Problemen met geluid en luidsprekers" op pagina 120. Problemen met het schrijven naar een optisch station S L U I T A N D E R E P R O G R A M M A ' S — Het optische station moet tijdens het schrijven een continue stroom gegevens ontvangen. Als de stroom wordt onderbroken, treedt er een fout op. Probeer alle programma's te sluiten voordat u naar de optische schijf schrijft.
A R E Q U I R E D . D L L F I L E W A S N O T F O U N D — Het programma dat u wilt openen, mist een essentieel bestand. U kunt het programma als volgt verwijderen en opnieuw installeren: Windows XP: 1 Klik op Start→ Configuratiescherm→ Software→ Programma's wijzigen of verwijderen. 2 Selecteer het programma dat u wilt verwijderen. 3 Klik op Wijzigen/Verwijderen. 4 Raadpleeg de documentatie bij het programma voor installatie-instructies.
C O N T R O L E E R O F W I N D O W S H E T IEEE 1394- A P P A R A A T H E R K E N T — Windows XP: 1 Klik op de knop Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2 Klik onder Kies een categorie op Prestaties en onderhoud→ Systeem→ Systeemeigenschappen → Hardware→ Apparaatbeheer. Windows Vista: 1 Klik op Start → Configuratiescherm→ Hardware en geluiden. 2 Klik op Apparaatbeheer. Als uw IEEE 1394-apparaat wordt vermeld, herkent Windows het apparaat.
Vastlopers en softwareproblemen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. De computer start niet op CONTROLEER OF DE STROOMKABEL GOED IS AANGESLOTEN OP DE COMPUTER EN HET STOPCONTACT De computer reageert niet meer KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit.
Er is een programma dat is ontwikkeld voor een eerdere versie van het Microsoft Windows-besturingssysteem VO E R D E W I Z A R D P R O G R A M M A C O M P A T I B I L I T E I T U I T — Windows XP: Met de wizard Programmacompatibiliteit wordt een programma zodanig geconfigureerd dat dit wordt uitgevoerd in een omgeving die vergelijkbaar is met een andere omgeving dan die van het besturingssysteem Windows XP. 1 Klik op Start→ Alle programma's→ Bureau-accessoires→ Wizard Programmacompatibiliteit→ Volgende.
MAAK DIRECT EEN RESERVEKOPIE VAN UW BESTANDEN GEBRUIK EEN VIRUSSCANNER OM DE VASTE SCHIJF, DISKETTES, CD'S OF DVD'S TE SCANNEN BEWAAR EN SLUIT ALLE GEOPENDE BESTANDEN OF PROGRAMMA'S EN SLUIT DE COMPUTER AF VIA HET MENU START Problemen met geheugen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven.
Muisproblemen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. CONTROLEER DE MUISKABEL — • Controleer of de kabel is beschadigd of getwist en controleer de aansluitingen op gebroken of verbogen pinnen. Maak eventueel verbogen pinnen recht. • Verwijder alle muisverlengkabels en sluit de muis direct aan op de computer.
C O N T R O L E E R D E N E T W E R K K A B E L A A N S L U I T I N G — Controleer of de netwerkkabel stevig in de netwerkaansluiting aan de achterkant van de computer en de netwerkaansluiting is gestoken. CONTROLEER DE NETWERKLAMPJES AAN DE ACHTERZIJDE VAN DE COMPUTER — Als het netwerkintegriteitslampje uit is (zie het gedeelte "Schakelaars en lampjes" op pagina 144) vindt er geen netwerkcommunicatie plaats. Vervang de netwerkkabel.
V E R W I J D E R M O G E L I J K E S T O R I N G S B R O N N E N — Mogelijke storingsbronnen : • Stroom-, toetsenbord- en muisverlengkabels • Er zijn teveel apparaten aangesloten op dezelfde stekkerdoos • Er zijn meerdere contactdozen aangesloten op hetzelfde stopcontact Printerproblemen LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. N.B.
I N S T A L L E E R H E T P R I N T E R S T U U R P R O G R A M M A O P N I E U W — Raadpleeg de documentatie bij de printer voor informatie over het opnieuw installeren van het printerstuurprogramma. Problemen met een scanner LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. N.B. Als u technische ondersteuning voor uw scanner nodig hebt, moet u contact opnemen met de scannerfabrikant.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers N.B. De volumeregeling in MP3-spelers en andere mediaspelers neemt voorrang op de Windows-volume-instelling. Controleer altijd of het volume van mediaspelers niet is verlaagd of uitgeschakeld. C O N T R O L E E R D E K A B E L A A N S L U I T I N G E N V A N D E L U I D S P R E K E R S — Controleer of de luidsprekers zijn aangesloten zoals is weergegeven in het setupdiagram dat bij de luidsprekers is geleverd.
Problemen met de grafische kaart of het beeldscherm LET OP: Voordat u met de procedures in dit gedeelte begint, dient u de veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn beschreven. KENNISGEVING: Als de computer met een voorgeïnstalleerde grafische PCIkaart werd geleverd, hoeft de kaart niet te worden verwijderd wanneer u extra grafische kaarten wilt installeren; de kaart is vereist voor het oplossen van problemen. Berg de kaart na verwijdering op een veilige plaats op.
L U I S T E R N A A R E V E N T U E L E P I E P T O O N C O D E S — Zie het gedeelte "Geluidscodes" op pagina 98. C O N T R O L E E R D E M O N I T O R I N S T E L L I N G E N — Raadpleeg de documentatie bij de monitor voor instructies voor het aanpassen van het contrast, de helderheid en het demagnetiseren (degaussing) van de monitor en het uitvoeren van de zelftest.
Als de externe monitor werkt, houdt dit in dat het beeldscherm of de grafische controller van de computer mogelijk defect zijn. Neem contact op met Dell (zie het gedeelte "Contact opnemen met Dell" op pagina 153). Problemen met overklokken Overklokken kan ertoe leiden dat de computer instabiel wordt. Na drie mislukte opstartpogingen zal de computer automatisch de overklokinstellingen in het systeemsetupprogramma resetten naar de standaard BIOS-instellingen.
• – Omzeil voedingsbeschermingsapparaten, stekkerdozen en verlengkabels om te controleren of de computer aangaat. – Controleer of er stroom uit het stopcontact komt door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten. – Ga na of de hoofdstroomkabel en de kabel van het voorpaneel stevig zijn aangesloten op het moederbord (zie de Onderhoudshandleiding op de Dell Support-website op support.dell.com). Verwijder mogelijke storingsbronnen.
Problemen oplossen
Software opnieuw installeren Stuurprogramma’s Wat is een stuurprogramma? Een stuurprogramma is een programma waarmee een apparaat, zoals een printer, muis of toetsenbord, wordt bestuurd. Voor alle apparaten is een stuurprogramma nodig. Een stuurprogramma fungeert als omzetter voor het apparaat en de overige programma's die het apparaat gebruiken. Elk apparaat beschikt over een eigen reeks speciale opdrachten die alleen door het bijbehorende stuurprogramma worden herkend.
Microsoft® Windows® XP 1 Klik op Start→ Configuratiescherm. 2 Klik op Kies een categorie, klik op Prestaties en onderhoud en klik op Systeem. 3 Klik in het venster Systeemeigenschappen op het tabblad Hardware en klik op Apparaatbeheer. Windows Vista® 1 Klik op de knop Start van Windows Vista rechtermuisknop op Computer. en klik met de 2 Klik op Eigenschappen→ Apparaatbeheer. N.B. Het venster Gebruikersaccountbeheer wordt mogelijk weergegeven.
2 Klik met de rechtermuisknop op het apparaat waarvoor een nieuw stuurprogramma is geïnstalleerd en klik op Eigenschappen. 3 Klik op het tabblad Stuurprogramma's tab→ Stuurprogramma terugzetten. Windows Vista: 1 Klik op de knop Start van Windows Vista rechtermuisknop op Computer. en klik met de 2 Klik op Eigenschappen→ Apparaatbeheer. N.B. Het venster Gebruikersaccountbeheer wordt mogelijk weergegeven.
N.B. De cd Drivers and Utilities geeft alleen stuurprogramma's weer voor hardware die binnen uw computer is geïnstalleerd. Als u additionele hardware hebt geïnstalleerd, worden de stuurprogramma's voor de nieuwe hardware mogelijk niet weergegeven door de Drivers and Utilities media. Als deze stuurprogramma's niet worden weergegeven, moet u het programma Drivers and Utilities sluiten. Raadpleeg de documentatie die u bij de apparatuur hebt gekregen voor informatie over stuurprogramma's.
Windows Vista: 1 Klik op de knop Start van Windows Vista rechtermuisknop op Computer. en klik met de 2 Klik op Eigenschappen→ Apparaatbeheer. N.B. Het venster Gebruikersaccountbeheer wordt mogelijk weergegeven. Als u een beheerder op de computer bent, klik dan op Doorgaan; neem anders contact op met de beheerder om naar Apparaatbeheer te gaan. 3 Dubbelklik op het type apparaat waarvoor u het stuurprogrammma installeert (bijvoorbeeld Audio of Video).
4 Selecteer in de lijst Probleemoplosser voor hardware de optie die het probleem het beste omschrijft en klik op Volgende om de overige stappen voor probleemoplossing te volgen. Windows Vista: 1 Klik op de knop Start van Windows Vista ondersteuning. , en klik op Help en 2 Typ probleemoplosser voor hardware in het zoekveld en druk op om de zoekactie te starten. 3 Selecteer in de zoekresultaten de optie die het probleem het beste omschrijft en volg de overige stappen voor probleemoplossing.
Systeemherstel van Microsoft Windows gebruiken De besturingssystemen van Windows bieden een optie Systeemherstel, waarmee u uw computer terug kunt zetten naar een eerdere besturingsstatus (zonder dat dit van invloed is op uw gegevensbestanden) als de computer niet meer goed functioneert na wijzigingen aan de hardware, software of andere systeeminstellingen. Alle wijzigingen die Systeemherstel aan uw computer aanbrengt, kunnen volledig ongedaan worden gemaakt.
Het laatste systeemherstel ongedaan maken KENNISGEVING: Voordat u het laatste systeemherstel ongedaan maakt, dient u alle geopende bestanden te sluiten en dient u alle geopende programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het systeemherstel is voltooid. Windows XP: 1 Klik op Start→ Alle programma's→ Accessoires→ Systeemwerkset→ Systeemherstel. 2 Klik op De laatste herstelbewerking ongedaan maken en klik op Volgende.
Gebruik Dell PC Restore (Windows XP) of Dell Factory Image Restore (Windows Vista) alleen als laatste redmiddel om het besturingssysteem te herstellen. Met deze opties kunt u de vaste schijf terugbrengen in de toestand waarin deze verkeerde toen u de computer kocht. Alle programma's en bestanden die u hebt toegevoegd nadat u de computer hebt gekocht — inclusief gegevensbestanden — worden permanent van de vaste schijf verwijderd.
PC Restore kunt u als volgt verwijderen: KENNISGEVING: Als u het hulpprogramma Dell PC Restore van de vaste schijf verwijdert, wordt het hulpprogramma PC Restore definitief van uw computer verwijderd. Nadat u Dell PC Restore hebt verwijderd, kunt u het hulpprogramma niet meer gebruiken om het besturingssysteem van uw computer te herstellen. Met Dell PC Restore kunt u de vaste schijf terugzetten naar de oorspronkelijke status; de status op het moment dat u de computer kocht.
Windows Vista: Dell Factory Image Restore 1 Zet de computer aan. Druk wanneer het Dell-logo verschijnt herhaalde malen op om het venster met geavanceerde opstartopties van Vista te openen. 2 Selecteer Repair Your Computer. Het venster System Recovery Options wordt weergegeven. 3 Selecteer een toetsenbordindeling en klik op Next. 4 Als u toegang wilt tot de herstelopties, moet u zich aanmelden als een lokale gebruiker.
op pagina 128. Als u het probleem niet kunt verhelpen met Vorig stuurprogramma, zet u het besturingssysteem via Systeemherstel terug in de status waarin het was voordat u het nieuwe stuurprogramma installeerde. Zie het gedeelte "Systeemherstel van Microsoft Windows gebruiken" op pagina 133. KENNISGEVING: Voordat u de installatie uitvoert, dient u een back-up te maken van alle gegevensbestanden op uw primaire harde schijf.
N.B. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht u totdat het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Vervolgens sluit u de computer af en probeert u het opnieuw. N.B. Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd. De volgende keer dat u de computer opstart, gebeurt dit op basis van de programma's die in de instellingen van het systeem zijn opgeslagen.
Software opnieuw installeren
Specificaties N.B.: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van uw computer op Start→ Help en ondersteuning en selecteer de optie om informatie over uw computer weer te geven. Processor Processortype Intel® Core™ 2 Duo Intel Core 2 Quad Intel Core 2 Extreme (dual en quad-core processor) Cache minimaal 1 MB FSB-snelheid 1.066/1.
Uitbreidingsbus Bustype PCI Express x1, x8, and x16 PCI 32-bits PCI (SLOT5 en SLOT6) uitgang twee aansluitingformaat 124 pins maximale gegevensbreedte aansluiting 32 bits bussnelheid 33 MHz PCI Express (SLOT2) uitgang één x1 aansluitingformaat 36 pins maximale gegevensbreedte aansluiting een PCI Express-baan busdoorvoer x1 sleuf bidirectionele snelheid — 2,5 Gbps PCI Express (SLOT3) aansluiting één x8 aansluitingformaat 98 pinnen maximale gegevensbreedte aansluiting 1 PCI Express lane
Poorten en aansluitingen Externe aansluitingen: Audio microfoonaansluiting, line-in-aansluiting, lineout-aansluiting, surround sound-aansluiting zijkant, LFE-aansluiting in het midden, surround sound-aansluiting achterzijde IEEE 1394 6-pins seriële aansluiting Netwerkadapter RJ-45-poort PS/2 toetsenbord/muis 6-pins mini-DIN-aansluiting USB 4-pins USB 2.
Schakelaars en lampjes Aan/uit-schakelaar drukknop Aan/uit-lampje wit lampje — Aanhoudend brandend voor aanstand knipperend wit lampje — Knipperend wit voor energiebesparende stand Lampje van de vaste schijf wit Lampje voor de verbindingsintegriteit (op de geïntegreerde netwerkadapter) groen lampje — Er is een goede verbinding tussen een 10 Mbps-netwerk en de computer. oranje lampje — Er is een goede verbinding tussen een 100 Mbps-netwerk en de computer.
Video Type grafische kaart PCI Express Audio Type geluidskaart HDA 7.1 channel Voeding Gelijkstroomvoedingseenheid LET OP: Verminder het risico van brand, elektrische schok of letsel door overbelasting van stopcontacten, powerstrips of stoppenkasten te vermijden. De totale belasting van alle producten die op een stopcontact, powerstrip of stoppenkast zijn aangesloten mag niet meer zijn dan 80 procent van de aangegeven waarde voor de betreffende elektrische groep.
Omgeving Temperatuurbereik: Tijdens bedrijf 0° tot 40°C Tijdens opslag –40° to 65°C Relatieve vochtigheid (maximum): Tijdens bedrijf 10% tot 90% (niet-condenserend) Tijdens opslag 5% tot 95% (niet-condenserend) Maximale trilling (met behulp van een willekeurig vibrerend spectrum dat de gebruikersomgeving simuleert): Tijdens bedrijf 0,9 GRMS Tijdens opslag 1,3 GRMS Maximale schok (gemeten met vaste schijf in de parkeerstand bij een halve sinuspuls van 2 ms): Tijdens bedrijf 122 G Tijdens opslag
Hulpinformatie raadplegen Hulp verkrijgen LET OP: Wanneer u de computerkap wilt verwijderen, moet u eerst de kabel van de computer en modem uit het stopcontact verwijderen. Als u een probleem met de computer ondervindt, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het probleem te identificeren en op te lossen: 1 Zie het gedeelte "Problemen oplossen" op pagina 109 voor informatie en procedures met betrekking tot het computerprobleem.
Technische ondersteuning en klantenservice De support-afdeling van Dell staat klaar om al uw vragen met betrekking tot de hardware van Dell™ te beantwoorden. Onze supportmedewerkers maken gebruik van diagnostische functionaliteit op de computer voor snelle, nauwkeurige antwoorden. Zie het gedeelte "Voordat u belt" op pagina 151 als u contact met de afdeling Support van Dell wilt opnemen en raadpleeg vervolgens de contactgegevens voor uw regio, of ga naar support.dell.com.
• E-mailadressen voor Dell Support mobile_support@us.dell.com support@us.dell.com la-techsupport@dell.com (alleen landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied) apsupport@dell.com (alleen landen in Azië/aan de Grote Oceaan) • E-mailadressen Dell Marketing en Sales apmarketing@dell.com (alleen landen in Azië/aan de Grote Oceaan) sales_canada@dell.com (alleen Canada) • Anonymous file transfer protocol (FTP) ftp.dell.com Log in als de gebruiker anonymous en gebruik uw e-mailadres als wachtwoord.
Problemen met een bestelling Als u een probleem hebt met uw bestelling, zoals ontbrekende onderdelen, verkeerde onderdelen of onjuiste facturering, dient u contact met Dell op te nemen. Houd uw factuur of pakbon bij de hand wanneer u belt. Zie het gedeelte "Contact opnemen met Dell" op pagina 153 voor het telefoonnummer dat u voor uw regio moet bellen. Productinformatie Als u informatie over andere Dell-producten nodig hebt of een bestelling wilt plaatsen, kunt u de website van Dell bezoeken op www.dell.
De verzendkosten zijn voor rekening van de klant. U bent verantwoordelijk voor het verzekeren van de geretourneerde producten en aansprakelijk voor het risico van eventueel verlies tijdens het retourneren van de items naar Dell. Materiaal dat onder rembours wordt verzonden, zal niet worden geaccepteerd. Als aan bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan, zullen de geretourneerde producten bij het magazijn van Dell worden geweigerd en aan u worden geretourneerd. Voordat u belt N.B.
Diagnostische checklist Naam: Datum: Addres: Telefoonnummer: Servicelabel (de streepjescode aan de onderzijde van de computer): Code voor express-service: Machtigingsnummer voor het retourneren van materiaal (indien verstrekt door een medewerker van de afdeling Support van Dell): Besturingssysteem en versie: Apparaten: Uitbreidingskaarten: Bent u op een netwerk aangesloten? Ja Nee Netwerk, versie en netwerkadapter: Programma's en versies: Raadpleeg de documentatie die bij uw besturingssysteem werd geleverd
Contact opnemen met Dell Klanten in de V.S. kunnen bellen met 800-WWW-DELL (800-999-3355). N.B. Als u niet over een actieve internetverbinding beschikt, kunt u contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt verschillende online en telefonische supportdiensten en mogelijkheden. De beschikbaarheid hiervan verschilt per land en per product. Sommige diensten zijn mogelijk niet in uw regio beschikbaar.
Hulpinformatie raadplegen
Bijlage FCC-kennisgeving (alleen Verenigde Staten) FCC Klasse B Door deze apparatuur wordt radiofrequentie gegenereerd, gebruikt en uitgezonden. Indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan deze apparatuur storing veroorzaken tijdens de ontvangst van radio- en tvsignalen. Deze apparatuur is getest en geschikt bevonden binnen de grenzen van Klasse B digitale apparatuur, in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-richtlijnen. Dit apparaat voldoet aan de FCC-richtlijnen, deel 15.
Overeenkomstig de FCC-richtlijnen, wordt de volgende informatie verstrekt voor het apparaat of de apparaten waarop dit document van toepassing is: • Naam product: Dell™ XPS™ 630i • Modelnummer: DCDR01 • Bedrijfsnaam: Dell Inc. Worldwide Regulatory Compliance & Environmental Affairs One Dell Way Round Rock, TX 78682 USA 512-338-4400 N.B.: Raadpleeg voor meer informatie over overheidsvoorschriften de Productinformatiegids.
Verklarende woordenlijst Begrippen in deze woordenlijst zijn alleen voor informatieve doeleinden bestemd. De beschreven begrippen hebben al dan niet betrekking op uw specifieke computer. A AC — Alternating Current (wisselstroom) — Het soort elektriciteit dat uw computer van stroom voorziet wanneer u de netadapter aansluit op het elektriciteitsnet. Achtergrond — Het patroon of de afbeelding op de achtergrond van het bureaublad van Windows. Verander uw achtergrond via het Configuratiescherm in Windows.
B Batterij, levensduur — Het aantal jaren dat de batterij van een draagbare computer meegaat. Batterij, werkingsduur — Het aantal uren of minuten dat de batterij van een draagbare computer tijdens gebruik meegaat. BIOS — Basic Input/Output System — Een (hulp)programma dat functioneert als interface tussen de hardware van een computer en het besturingssysteem. Wijzig deze instellingen niet, tenzij u op de hoogte bent van de effecten ervan op uw computer.
Cd-r — Cd-recordable (beschrijfbare cd) — Een cd waarop u kunt opnemen. Op een cd-r kunnen slechts eenmaal gegevens worden opgenomen. Wanneer de gegevens zijn opgenomen, kunnen ze niet worden gewist of overschreven. Cd-rw — Cd-rewritable (herschrijfbare cd) — Een cd waarop u meerdere keren kunt opnemen. Op een cd-rw kunt u gegevens opnemen, deze wissen en overschrijven (opnieuw opnemen).
DDR2 SDRAM — Double Date Rate 2 SDRAM (SDRAM met dubbele gegevenssnelheid) — Een type DDR SDRAM dat gebruik maakt van een 4-bit prefetch en andere architectonische veranderingen om de geheugensnelheid te verhogen tot meer dan 400MHz. Dell Travel-afstandsbediening — Een kleine afstandsbediening opgeslagen in de ExpressCard-sleuf van de draagbare computer, die eenvoudige functionaliteit bevat voor het gebruik van multimediacontent.
Dual-core — Een technologie van Intel®, waarbij een enkele processor twee fysieke calculatie-eenheden bevat, waardoor de efficiëntie van berekeningen en de mogelijkheid tot het uitvoeren van meerdere taken tegelijk verbetert. Dubbele schermmodus — In deze schermmodus kunt u een tweede monitor gebruiken als uitbreiding op uw beeldscherm. Dit wordt ook wel Dual Display-modus genoemd. Dvd-r — Dvd-recordable (beschrijfbare dvd) — Een dvd waarop u kunt opnemen.
Express servicecode — Een numerieke code, weergegeven op een sticker op uw Dell™ computer. Gebruik de Express servicecode als u voor ondersteuning contact opneemt met Dell. De Express-servicecode is in sommige landen mogelijk niet beschikbaar. Expresskaart — Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-norm. Modems en netwerkadapters zijn gangbare types expresskaart. Expresskaarten ondersteunen zowel de PCI Express als de USB 2.0 standaard.
Geheugen — Een ruimte voor tijdelijke gegevensopslag in uw computer. Omdat de gegevens in het geheugen niet blijvend zijn, wordt aanbevolen om uw bestanden regelmatig op te slaan terwijl u er aan werkt, en deze altijd op te slaan voordat u de computer uitschakelt. Uw computer kan verschillende soorten geheugen bevatten, zoals RAM, ROM en videogeheugen. Vaak wordt het woord geheugen gebruikt als synoniem voor RAM. Geheugenadres — Een specifieke locatie waar gegevens tijdelijk worden opgeslagen in RAM.
H HTTP — HyperText Transfer Protocol — Een protocol voor het uitwisselen van bestanden tussen computers die een verbinding hebben met internet. Hyperthreading — Hyperthreading is een technologie van Intel die de algehele prestaties van een computer kan verbeteren door een fysieke processor te laten functioneren als twee logische processoren, en zo in staat is bepaalde taken tegelijkertijd uit te voeren. Hz — Hertz — Een eenheid van frequentie, die gelijk is aan 1 cyclus per seconde.
IrDA — Infrared Data Association — De organisatie die internationale normen vaststelt voor infraroodcommunicatie. IRQ — Interrupt ReQuest — Een elektronisch pad, toegewezen aan een bepaald apparaat, zodat het apparaat met de processor kan communiceren. Aan elke apparaatverbinding moet een IRQ worden toegewezen. Hoewel dezelfde IRQ aan twee apparaten kan worden toegewezen, kunt u niet op hetzelfde moment met beide apparaten werken.
M Map — Een term die gebruikt wordt om de ruimte op een schijf of station te beschrijven waar bestanden worden geordend en gegroepeerd. Bestanden in een map kunnen worden weergegeven en geordend op verschillende manieren, bijvoorbeeld alfabetisch, op datum of op grootte. Mb — Megabit — Een eenheid van geheugenchipcapaciteit die gelijk is aan 1.024 Kb. MB — Megabyte — Een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan 1.048.576 bytes. 1 MB is gelijk aan 1.024 KB.
N Netwerkadapter — Een chip die netwerkmogelijkheden biedt. Een computer heeft mogelijk een netwerkadapter op de systeemkaart, of heeft een pc-kaart met een adapter. Een netwerkadapter wordt ook wel een NIC (Network Interface Controller, netwerkinterfacekaart) genoemd. Netwerkverbindingen worden niet beschermd door stroomstootbeveiliging. Ontkoppel de netwerkkabel tijdens onweer altijd van de netwerkconnector. NIC — Zie netwerkadapter.
PCI-bus — Peripheral Component Interconnect — Een PCI-bus is een lokale bus die 32- en 64-bits gegevenspaden ondersteunt en een gegevenstraject biedt voor communicatie met hoge snelheid tussen de processor en apparaten zoals de grafische kaart, stations en netwerken. Pc-kaart — Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-norm. Modems en netwerkadapters zijn gangbare types pc-kaart.
Readme-bestand — Een tekstbestand bij een softwarepakket of hardwareproduct. Readme-bestanden bevatten normaliter informatie over de installatie en beschrijven productverbeteringen of -correcties, die nog niet eerder zijn gedocumenteerd. Reismodule — Een plastic apparaat dat past in de modulesleuf van een draagbare computer om het gewicht van de computer te verminderen. Resolutie — De scherpte en helderheid van een afgedrukte of op een scherm weergegeven afbeelding.
Seriële aansluiting — Een I/O-poort die wordt gebruikt voor de aansluiting van apparaten, zoals een digitale handheld of digitale camera, op een computer. Serviceplaatje — Een label met streepjescode op uw computer die als identificatie dient als u naar Dell Support gaat op support.dell.com of als u telefonisch contact opneemt met Dell voor klantenservice of technische ondersteuning. SIM-kaart — Subscriber Identity Module-kaart — Een SIM-kaart bevat een microchip die spraak- en gegevenstransmissies codeert.
SVGA — Super Video Graphics Array — Een videonorm voor videokaarten en controllers. Veel voorkomende SVGA-resoluties zijn 800 x 600 en 1.024 x 768. Het aantal kleuren en de resolutie die een programma weergeven is afhankelijk van de mogelijkheden van de monitor, de grafische controller en de bijbehorende stuurprogramma’s en de hoeveelheid videogeheugen dat op de computer is geïnstalleerd.
U Uitbreidingskaart — Een printplaat die wordt geïnstalleerd in een uitbreidingssleuf op de systeemkaart van sommige computers, waarmee de mogelijkheden van de computer worden uitgebreid. Denk hierbij aan grafische-, modem- en geluidskaarten. Uitbreidingssleuf — Een connector op de systeemkaart (in sommige computers) waar een uitbreidingskaart in geplaatst kan worden, zodat er een verbinding ontstaat met de systeembus. Uitgebreide pc-kaart — Een pc-kaart die bij plaatsing uit de kaartsleuf steekt.
Vernieuwingsfrequentie — De frequentie, gemeten in Hz, waarmee de horizontale lijnen op uw scherm worden herladen (soms ook verticale frequentie genoemd). Hoe hoger de vernieuwingsfrequentie, des te minder flikkeringen in het beeld het menselijk oog kan waarnemen. Vingerafdruklezer — Een sensor die uw unieke vingerafdruk gebruikt om uw gebruikersidentiteit te verifiëren voor een betere beveiliging van uw computer.
Z ZIF — Zero Insertion Force — Een type contact of aansluiting die een soepele, probleemloze plaatsing of verwijdering van een computerchip mogelijk maakt. Zip — Een populaire indeling voor gegevenscompressie. Bestanden die zijn gecomprimeerd met de zip-indeling worden zip-bestanden genoemd en hebben normaliter de extensie .zip. Een speciaal soort zip-bestand is een zelfuitpakkkend bestand, dat de extensie .exe heeft. U kunt een zelfuitpakkend bestand uitpakken door erop te dubbelklikken.
Index A aan/uit-knop, 20 aan/uit-lampje, 124 aansluiten audio-apparaat, 52 televisie, 52 audio-apparaat aansluiten, 52 activeren, 66 cd's kopiëren algemene informatie, 49 methode, 49 nuttige wenken, 51 cd-rw-station problemen, 111 CMOS-instellingen wissen, 95 batterij problemen, 109 computer geluidscodes, 98 herstellen naar een eerdere werkende stand, 132 loopt vast, 114-115 reageert niet meer, 114 specificaties, 141 beeldscherm kloonmodus, 40 uitgebreide bureaumodus, 40 weergave-instellingen, 40 confl
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's), 106 Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de harde schijf, 105 Dell Support-website, 14 E energie opties, 43 opties, schema's, 43 slaapstand, 42, 44-45 stand-bymodus, 42 energiebeheer eigenschappen, 43 DellConnect, 148 diagnostiek Dell, 104 pieptooncodes, 98 digitale S/PDIF-audio activeren, 66 documentatie ergonomie, 12 garantie, 12 Gebruiksrechtovereenkomst, 12 online, 14 Productinformat
I N IEEE 1394 problemen, 112 netwerk problemen, 117 informatie omtrent garantie, 12 informatie omtrent wet- en regelgeving, 12 O informatie over ergonomie, 12 ondersteuning contact opnemen met Dell, 154 informatie overbrengen naar een nieuwe computer, 32 Internetverbinding instellen, 30 opstartvolgorde optie-instellingen, 89 wijzigen, 91 IRQ-conflicten, 103, 131 P L labels Microsoft Windows, 13 servicetag, 13 M mediakaartlezer gebruiken, 68 meldingen fout-, 111 monitor DVI-monitor aansluiten, 38
computer loopt vast, 114-115 computer reageert niet meer, 114 conflicten, 103, 131 Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek), 104 foutmeldingen, 111 geheugen-, 116 geluidscodes, 98 herstellen naar een eerdere werkende stand, 132-133 IEEE 1394, 112 muis, 117 netwerk, 117 printer, 119 programma loopt vast, 114 programma reageert niet meer, 114 software, 114-115 stations, 110 toetsenbord, 113 vaste schijf, 111 volume aanpassen, 121 problemen oplossen conflicten, 103, 131 Dell Diagnostics, 104 Probleemoplosser voor h
systeeminstellingen system setup, 83 system setup, 83 T telefoonnummers, 154 televisie aansluiten, 52 op computer aansluiten, 38-39 toetsenbord problemen, 113 U uninterruptible power supply (continue stroomvoorziening).
Index