Dell Latitude 3301 Servicehandleiding 1 Regelgevingsmodel: P114G Regelgevingstype: P114G001 June 2020 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2018 - 2019 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2018 - 2019 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken............................................................................................................... 6 Veiligheidsinstructies............................................................................................................................................................. 6 Uw computer uitschakelen: Windows 10............................................................................................................................
Problemen oplossen................................................................................................................... 63 Diagnostische Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA)................................................................................. 63 ePSA-diagnose uitvoeren............................................................................................................................................. 63 Diagnostische lampjes systeem...................................
1 Aan de computer werken Veiligheidsinstructies Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer te beschermen tegen mogelijke schade. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
1. Klik of tik op het 2. Klik of tik op het . en klik of tik vervolgens opAfsluiten. OPMERKING: Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan-uitknop 6 seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
2 Technologie en onderdelen OPMERKING: Instructies in dit gedeelte zijn van toepassing op computers die met het Windows 10-besturingssysteem zijn geleverd. Windows 10 is in de fabriek op deze computer geïnstalleerd. Onderwerpen: • • • • LPDDR3 HDMI 1.4- HDMI 2.
• • • Ondersteuning voor 4K - voor videoresoluties die veel groter zijn dan 1080p, ondersteuning voor next-generation beeldschermen die vergelijkbaar zijn met de Digital Cinema-systemen in veel commerciële bioscopen HDMI Micro-connector - een nieuwe, kleinere connector voor telefoons en andere draagbare apparaten, ondersteunt videoresoluties tot 1080p Automotive Connection System - nieuwe kabels en connectoren voor videosystemen in de auto-industrie, ontworpen om te voldoen aan de unieke vereisten van de a
bekend als USB 2.0 en 1.1, werken respectievelijk met een snelheid van 480 Mbps en 12 Mbps. Bovendien zijn beide snelheden achterwaarts compatibel. USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 behaalt de veel hogere prestaties door de volgende technische wijzigingen: • • • Een extra fysieke bus die parallel aan de bestaande USB 2.0-bus wordt toegevoegd (zie de afbeelding hieronder). USB 2.0 bevatte vier draden (voeding, aarde en een paar voor differentiële gegevens); USB 3.0/USB 3.
contacten in precies dezelfde locatie als voorheen. Op nieuwe USB 3.0/USB 3.1 Gen 1-kabels zitten vijf nieuwe connectoren voor het onafhankelijk doorgeven van ontvangen en verzonden gegevens. Deze komen alleen in contact wanneer ze zijn aangesloten op een correcte SuperSpeed USB-verbinding. Windows 10 biedt native ondersteuning voor USB 3.1 Gen 1-controllers. Dit is in tegenstelling tot eerdere versies van Windows, waarbij aparte drivers voor USB 3.0/USB 3.1 Gen 1-controllers nodig blijven.
5. Klik op Reboot (Opnieuw opstarten) om het uitschakelen van het Intel Optane geheugen te voltooien en uw computer opnieuw op te starten.
3 Belangrijke onderdelen van uw systeem 13
Belangrijke onderdelen van uw systeem 14 Belangrijke onderdelen van uw systeem
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Onderplaat Voedingsadapterpoort Solid State-schijf WLAN-kaart Systeemkaart Knoopcelbatterij Batterij Luidsprekers Touchpad Touchpadknoppen Beeldschermeenheid Palmsteuneenheid I/O-kaart Ventilator Koelplaat OPMERKING: Dell geeft een lijst met onderdelen en hun onderdeelnummers voor de originele, gekochte systeemconfiguratie. Deze onderdelen zijn beschikbaar volgens garantiedekkingen die door de klant zijn aangeschaft.
4 Onderdelen verwijderen en plaatsen Aanbevolen hulpmiddelen Voor de procedures in dit document heeft u het volgende gereedschap nodig: • • • • • Kruiskopschroevendraaier #0 Kruiskopschroevendraaier #1 Kruiskopschroevendraaier #2 Plastic pennetje T-30 Torx-schroevendraaier OPMERKING: De #0 schroevendraaier is voor schroeven 0-1 en de #1 schroevendraaier is voor schroeven 2-4 Lijst van schroeven OPMERKING: Bij het verwijderen van de schroeven van een onderdeel is het raadzaam om het schroeftype en de hoeve
Tabel 3. Lijst van schroeven(vervolg) Onderdeel Vast aan Type schroef Aantal M.2 2230/2280 Solid State-schijf Polssteun- en toetsenbordeenheid M2x2.5 1 Warmteafleider Moederbord Borgschroeven 7 Scharnieren Polssteun- en toetsenbordeenheid M2.5x3.5 2 Scharnierbeugels Achterplaat van het beeldscherm en antenne-assemblage M2.5x3.5 1 Scharnierbeugels Achterplaat van het beeldscherm en antenne-assemblage M2x2 2 I/O-kaart Polssteun- en toetsenbordeenheid M2.5x3.
1. 2. 3. 4. Draai de drie geborgde schroeven op de onderplaat los. Verwijder de vier schroeven (M2x6) waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. Haal de onderplaat los en begin bij de linkerbovenhoek van de polssteun- en toetsenbordeenheid. Til de onderplaat weg van de polssteun- en toetsenbordeenheid. De onderplaat plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. 2. 3. 4. Plaats de computer met de scharnieren naar u gericht. Plaats de onderplaat op de polssteun- en toetsenbordeenheid en klik de onderplaat vast op zijn plaats. Plaats de vier schroeven (M2x6) terug waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Draai de drie borgschroeven vast waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 1. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
• Als een batterij vast komt te zitten in een apparaat als gevolg van zwellen, moet u niet proberen deze los te maken omdat het doorboren, buigen of pletten van een lithium-ionbatterij gevaarlijk kan zijn. Neem in een dergelijk geval contact op voor hulp en verdere instructies. • Als de batterij vast komt te zitten in de computer als gevolg van zwellen, moet u niet proberen deze los te maken omdat het doorboren, buigen of pletten van een lithium-ionbatterij gevaarlijk kan zijn.
1. Sluit de batterijkabel aan op het moederbord. 2. Plaats de vier schroeven (M2x2) terug waarmee de batterij op de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Plaats de schroef (M1.6x4) terug waarmee de batterij aan de systeemkaart en de polssteun- en toetsenbordassemblage wordt bevestigd. 1. Plaats de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Knoopbatterij De knoopbatterij verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
1. Koppel de kabel van de knoopbatterij los van het moederbord. 2. Verwijder de kabel van de knoopbatterij uit de geleider. 3. Trek de knoopcelbatterij los van de polssteun- en toetsenbordeenheid. De knoopcelbatterij plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van de knoopcelbatterij aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. 1.
Solid State-station De M.2 2280 Solid State-schijf verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de batterij. De volgende afbeelding geeft de locatie van de Solid State-schijf aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de Solid State-schijf aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Schuif de Solid State-schijf uit de sleuf op de systeemkaart om deze te verwijderen. De M.
1. Lijn de inkeping op de Solid State-schijf uit met het lipje op de sleuf van de Solid State-schijf en schuif de Solid State-schijf in de sleuf op de systeemkaart. 2. Plaats de schroef (M2x2.5) terug waarmee de Solid State-schijf aan de systeemkaart wordt bevestigd. 1. Plaats de batterij. 2. Plaats de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De M.2 2230 Solid State-schijf verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat.
1. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de beugel van de Solid State-schijf aan het moederbord is bevestigd. 2. Schuif de beugel van de Solid State-schijf uit de Solid State-schijf op het moederbord om deze te verwijderen. 3. Schuif de Solid State-schijf uit de sleuf op het moederbord om deze te verwijderen. De M.2 2230 Solid State-schijf plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. Plaats de batterij. 2. Plaats de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleider De koelplaat verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de batterij. De volgende afbeelding geeft de locatie van de warmteafleider aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Verwijder de tape waarmee de warmteafleider op het moederbord is bevestigd. 2.
1. Lijn de schroefgaten in de warmteafleider uit met de schroefgaten op de systeemkaart en plaats de warmteafleider. 2. Maak in de juiste volgorde (aangegeven op de warmteafleider) de zeven geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider op het moederbord is bevestigd. 3. Bevestig de ventilatorkabel met de tape op de systeemkaart. 1. Plaats de batterij. 2. Plaats de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Ventilator De ventilator verwijderen 1.
1. Koppel de kabel van de I/O-kaart los van het moederbord en van de I/O-kaart. OPMERKING: Deze stap is alleen van toepassing voor computers met een WWAN-configuratie. 2. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de ventilator op het moederbord wordt bevestigd. 3. Til de ventilator iets weg van de polssteun- en toetsenbordeenheid. 4. Koppel de ventilatorkabel los van het moederbord en til de ventilator volledig weg van de polssteun- en toetsenbordeenheid.
1. 2. 3. 4. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord. Lijn de schroefgaten op de ventilator uit met de schroefgaten op de polssteun- en toetsenbordeenheid. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de ventilator aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Sluit de kabel van de I/O-kaart aan op de systeemkaart en de I/O-kaart. OPMERKING: Deze stap is alleen van toepassing voor computers die zijn geleverd met een WWAN-configuratie. 1. Plaats de batterij. 2.
1. 2. 3. 4. Open de vergrendeling en koppel de touchpadkabel los van het moederbord. Maak de luidsprekerkabel los van het moederbord. Trek de tape los waarmee de luidsprekerkabel aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. Noteer hoe de luidsprekerkabel loopt en verwijder de luidsprekerkabel uit de geleiders op de polssteun- en toetsenbordeenheid. OPMERKING: Noteer de positie van de rubberen dichtingsringen voordat u de luidsprekers optilt. 5.
1. Gebruik de uitlijningspunten en rubberen dichtingsringen om de luidsprekers in de sleuven op de polssteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Leid de luidsprekerkabel door de kabelgeleiders op de polssteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plak de tape vast waarmee de luidsprekerkabel aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord. 5. Sluit de touchpadkabel aan op het moederbord en sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen. 1.
1. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de beugel van de WLAN-kaart aan de WLAN-kaart is bevestigd en til de beugel van de WLAN-kaart uit de WLAN-kaart. 2. Ontkoppel de antennekabels van de WLAN-kaart. 3. Verwijder de WLAN-kaart door deze uit de sleuf van de WLAN-kaart te schuiven. De WLAN-kaart plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
3. Lijn de WLAN-kaartbeugel uit en plaats deze op de WLAN-kaart. 4. Plaats de schroef (M2x2.5) terug waarmee de WLAN-kaartbeugel aan de WLAN-kaart wordt bevestigd. 1. Plaats de batterij. 2. Plaats de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. WWAN-kaart De WWAN-kaart verwijderen OPMERKING: Deze procedure is alleen van toepassing voor computers die zijn geleverd met een WWAN-configuratie. 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat.
1. Lijn de inkeping op de WWAN-kaart uit met het lipje op de sleuf voor de WWAN-kaart en plaats de WWAN-kaart onder een hoek in de sleuf. 2. Sluit de antennekabels aan op de WWAN-kaart en lijn de WWAN-kaartbeugel uit op de WWAN-kaart. 3. Verwijder de enkele schroef (M2x2.5) waarmee de WWAN-beugel aan de WWAN-kaart is bevestigd. 1. Plaats de batterij. 2. Plaats de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Toetsenblok De touchpad verwijderen 1.
1. 2. 3. 4. 5. 6. Verwijder de tapes waarmee de touchpad aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. Open de vergrendeling en koppel de touchpadkabel los van het moederbord. Verwijder de drie schroeven (M1.6x2) waarmee de beugel van de touchpad aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. Til de touchpadbeugel weg van de polssteun- en toetsenbordeenheid. Verwijder de twee schroeven (M1.6x2) waarmee de touchpad aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
1. 2. 3. 4. Lijn de touchpad uit en plaats die in de sleuf op de polssteun- en toetsenbordeenheid. Plaats de twee (M1.6x2) schroeven terug waarmee de touchpad aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. Lijn de beugel van de touchpad uit en plaats die in de sleuf op de polssteun- en toetsenbordeenheid. Plaats de drie schroeven (M1.6x2) terug waarmee de beugel van de touchpad aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 5.
1. 2. 3. 4. 5. 6. Verwijder de schroef (M2.5x3.5) waarmee de beeldschermkabelbeugel aan de systeemkaart is bevestigd. Verwijder de schroef (M2x4) waarmee het rechter beeldschermscharnier aan de systeemkaart is bevestigd. Open de beeldschermscharnieren onder een hoek van 90 graden. Trek de kabel van de netstroomadapterpoort los uit het moederbord. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de voedingsadapterpoort aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
1. 2. 3. 4. 5. 6. Sluit de kabel van de netstroomadapterpoort aan op het moederbord. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de voedingsadapterpoort aan de polssteun- en toetsenbordeenheid vastzit. Lijn de beugel van de beeldschermkabel uit en plaats deze op het moederbord. Plaats de schroef (M2.5x3.5) terug waarmee de beugel van de beeldschermkabel op het moederbord wordt bevestigd. Gebruik de uitlijningspunten om de beeldschermscharnieren te sluiten.
1. 2. 3. 4. Verwijder de schroef (M2.5x3.5) waarmee de beeldschermkabelbeugel aan de systeemkaart is bevestigd. Til de bracket van de beeldschermkabel weg van het moederbord. Gebruik het treklipje om de beeldschermkabel los te koppelen van het moederbord. Verwijder de twee schroeven (M2.5x3.5) terug waarmee het linker beeldschermscharnier aan de I/O-kaart en polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 5.
De beeldschermeenheid plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van de beeldschermeenheid aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
1. Lijn de polssteun- en toetsenbordeenheid uit en plaats deze op de beeldschermeenheid. 2. Gebruik de uitlijningspunten om de beeldschermscharnieren te sluiten. 3. Plaats de twee schroeven (M2.5x3.5) terug waarmee het linker beeldschermscharnier aan de I/O-kaart en polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Plaats de schroef (M2x4) terug waarmee het rechter beeldschermscharnier aan de systeemkaart wordt bevestigd. 5. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op de systeemkaart 6.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de I/O-kaart aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Verwijder de twee schroeven (M2.5x3.5) waarmee linkerscharnier van het beeldscherm aan de I/O-kaart en de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Open de beeldschermscharnieren onder een hoek van 90 graden. 3. Verwijder de tape waarmee de kabel van de I/O-kaart op de I/O-kaart is bevestigd. 4. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de I/O-kaart los van de I/O-kaart.
1. 2. 3. 4. 5. 6. Lijn de I/O-kaart uit en plaats die op de polssteun- en toetsenbordeenheid. Plaats de schroef (M2x3) terug waarmee de I/O-kaart aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Sluit de kabel van de I/O-kaart aan op de I/O-kaart en sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen. Plaats de tape waarmee de I/O-kaart aan de I/O-kaart wordt bevestigd. Gebruik de uitlijningspunten om de beeldschermscharnieren te sluiten. Plaats de twee schroeven (M2.5x3.
5. Verwijder de ventilator. 6. Verwijder de I/O-kaart. De volgende afbeelding geeft de locatie van de aan/uit-knop aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Verwijder de schroef (M1.6x2) waarmee de aan/uit-knopbeugel op de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Verwijder de schroef (M1.6x2) waarmee de aan/uit-knopkaart op de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd en til de aan/uitknopkaart van de polssteun- en toetsenbordeenheid.
1. 2. 3. 4. Lijn het schroefgat op de aan/uit-knopkaart uit met het schroefgat op de polssteun- en toetsenbordeenheid. Plaats de schroef (M1.6x2) terug waarmee de aan/uit-knopkaart op de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Lijn het schroefgat op de aan/uit-knop uit met het schroefgat op de polssteun- en toetsenbordeenheid. Plaats de schroef (M1.6x2) terug waarmee de aan/uit-knopbeugel op de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Plaats de I/O-kaart.
De aan/uit-knop met vingerafdruklezer plaatsen OPMERKING: Deze procedure is alleen van toepassing voor computers met een vingerafdruklezer. Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van de aan/uit-knop met vingerafdruklezer aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. 1.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Verwijder de schroef (M2x4) waarmee het rechter beeldschermscharnier aan de systeemkaart is bevestigd. Verwijder de schroef (M2x4) waarmee de beugel van de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd. Verwijder de schroef (M2.5x3.5) waarmee de USB Type-C-poort aan de systeemkaart is bevestigd. Verwijder de tape waarmee de kabel van de I/O-kaart aan het moederbord is bevestigd.
1. Schuif de poorten op de systeemkaart in de sleuven in de polssteun- en toetsenbordeenheid en lijn de schroefgaten in de systeemkaart uit met de schroefgaten in de polssteun- en toetsenbordeenheid. 2. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op de systeemkaart 3. Sluit de kabel van de netstroomadapterpoort aan op het moederbord. 4. Sluit de kabel van de knoopbatterij aan op het moederbord. 5.
6. 7. 8. 9. Plaats de M.2 2280 Solid State-schijf of M.2 2230 Solid State-schijf, welke van toepassing is. Plaats de batterij. Plaats de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Montagekader van het beeldscherm Het montagekader van het beeldscherm verwijderen OPMERKING: Deze procedure is niet van toepassing op computers met een WWAN-configuratie. 1. 2. 3. 4. 5. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij.
Lijn de schermrand uit met de achterplaat van het beeldscherm en de antenne, en klik de schermrand voorzichtig op zijn plaats. 1. 2. 3. 4. 5. Plaats de beeldschermeenheid. Plaats de WLAN-kaart. Plaats de batterij. Plaats de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Beeldschermpaneel Het beeldschermpaneel verwijderen OPMERKING: Deze procedure is niet van toepassing op computers met een WWAN-configuratie. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 51
1. Gebruik een plastic pennetje en schuif het treklipje van de SR-tape aan beide zijden uit het beeldschermpaneel. 2. Trek een klein gedeelte van de SR-tape eruit. 3. Rol de SR-tape rond het plastic pennetje. OPMERKING: Trek een klein gedeelte van de SR-tape eruit en rol dit rond het plastic pennetje om te voorkomen dat de SR-tape scheurt/breekt. 4. Til het beeldschermpaneel uit de achterzijde van het beeldscherm. 5.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 53
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Trek de doorzichtige beschermende folie van de SR-tapes. Lijn de beide SR-tapes uit met de plastic rand van de achterplaat van het beeldscherm en plak deze erop. Trek de blauwe beschermende folie van de SR-tapes. Lijn van bovenaf het beeldschermpaneel uit op de achterplaat van het beeldscherm en plaats het. Verwijder het beschermpapier van de drukfolie. Bevestig de drukfolie op het beeldschermpaneel.
6. Verwijder het montagekader van het beeldscherm. De volgende afbeelding geeft de locatie van de beeldschermscharnieren aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Verwijder de vier (M2.5x2.5) schroeven waarmee de beeldschermscharnieren aan de achterzijde van het beeldscherm vastzitten. 2. Verwijder de twee (M2x2) schroeven waarmee de beeldschermscharnieren aan de achterzijde van het beeldscherm vastzitten. 3. Til de beeldschermscharnieren weg van de beeldschermkap.
1. Lijn de schroefgaten op de scharnieren uit met de schroefgaten in de achterplaat van het beeldscherm. 2. Plaats de twee schroeven (M2x2) terug waarmee de beeldschermscharnieren aan de achterplaat van het beeldscherm worden bevestigd. 3. Plaats de vier (M2.5x2.5) schroeven terug waarmee de beeldschermscharnieren aan de achterplaat van het beeldscherm worden bevestigd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Plaats het montagekader van het beeldscherm. Plaats de beeldschermeenheid. Plaats de WLAN-kaart. Plaats de batterij.
1. 2. 3. 4. Haal de tape los waarmee de camera aan de achterplaat van het beeldscherm is bevestigd. Wrik met een plastic pennetje de camera los van het uitlijningspunt op de achterplaat van het beeldscherm. Keer de camera om en koppel de camerakabel los van de camera. Haal de tape van de camera en til deze van de achterplaat van het beeldscherm. De camera plaatsen OPMERKING: Deze procedure is niet van toepassing op computers met een WWAN-configuratie.
2. Gebruik het uitlijnpunt om de camera om te draaien en te bevestigen aan de achterkap van beeldscherm. 3. Breng de tape aan waarmee de camera aan de achterkap van beeldscherm is bevestigd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Plaats het beeldschermpaneel. Plaats het montagekader van het beeldscherm. Plaats de beeldschermeenheid. Plaats de WLAN-kaart. Plaats de batterij. Plaats de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de achterkap van het beeldscherm aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Plaats de achterzijde van het beeldscherm op een plat oppervlak. OPMERKING: Antennekabels zijn een onderdeel van de polssteun- en toetsenbordeenheid voor computers met een WLAN-configuratie. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. De camera plaatsen. De beeldschermkabel plaatsen. Plaats het beeldschermpaneel. Plaats de beeldschermscharnieren.
1. Trek de tape los waarmee de beeldschermkabel aan de achterplaat is bevestigd. 2. Trek de beeldschermkabel van de achterplaat van het beeldscherm. De beeldschermkabel plaatsen OPMERKING: Deze procedure is niet van toepassing op computers met een WWAN-configuratie. Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. Breng de tape aan waarmee de beeldschermkabel aan de achterkap wordt bevestigd. 2. Bevestig de beeldschermkabel aan de achterkap van het beeldscherm. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Plaats het montagekader van het beeldscherm. Plaats het beeldschermpaneel. Plaats de beeldschermeenheid. Plaats de batterij. Plaats de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Polssteun- en toetsenbordeenheid De polssteun- en toetsenbordeenheid verwijderen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Plaats de polssteun- en toetsenbordeenheid op een vlak oppervlak. OPMERKING: Antennekabels zijn een onderdeel van de achterplaat van het beeldscherm voor computers die zijn geleverd met WWAN-configuratie. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 62 Plaats de touchpad. Plaats de voedingsadapterpoort. Plaats de aan/uit-knop met vingerafdruklezer of de aan/uit-knopkaart, welke van toepassing is. Plaats de beeldschermeenheid. Plaats het moederbord. De luidsprekers plaatsen. Plaats de WLAN-kaart. Plaats de batterij.
5 Problemen oplossen Diagnostische Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA) De ePSA-diagnose (ook bekend als systeemdiagnose) voert een volledige controle van uw hardware. ePSA maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart.
Bijvoorbeeld, het statuslampje van de voeding en de batterij knippert twee keer oranje gevolgd door en pauze, en knippert vervolgens drie keer gevolgd door een pauze. Dit 2,3-patroon houdt aan totdat de computer is uitgeschakeld en geeft aan dat er geen geheugen of RAM werd gevonden. De volgende tabel bevat de verschillende lichtpatronen voor de stroom- en batterijstatus en bijbehorende problemen. Tabel 4.
1. Zet de computer aan. 2. Ga naar www.dell.com/support. 3. Klik op Product support (productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (verzenden). OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor uw model computer. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf). Selecteer het besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd.
6 Behulpzame informatie vinden Onderwerpen: • Contact opnemen met Dell Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u contactgegevens ook vinden op uw factuur, pakbon, rekening of productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.