Alienware Aurora R12 Onderhoudshandleiding Regelgevingsmodel: D23M Regelgevingstype: D23M003 april 2021 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2021 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Werken binnenin de computer.......................................................................................... 6 Veiligheidsinstructies............................................................................................................................................................6 Voordat u aan de computer gaat werken........................................................................................................................... 6 Voordat u begint......
De voedingseenheid van 1000 W plaatsen................................................................................................................ 37 Knoopbatterij......................................................................................................................................................................38 De knoopcelbatterij verwijderen.................................................................................................................................
De kaart van de aan-uitknop verwijderen...................................................................................................................85 De aan/uit-knopkaart plaatsen................................................................................................................................... 86 Systeemkaart.......................................................................................................................................................................
Werken binnenin de computer Veiligheidsinstructies Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer te beschermen tegen mogelijke schade. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van uitgegaan dat u de veiligheidsinformatie hebt gelezen die bij uw computer is geleverd. OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
OPMERKING: Wanneer u een ander besturingssysteem gebruikt, raadpleegt u de documentatie van uw besturingssysteem voor instructies voor het afsluiten hiervan. 3. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact. 4. Koppel alle aangesloten apparaten en randapparatuur, zoals het toetsenbord, de muis, de monitor enz. los van uw computer. 5. Verwijder eventueel aanwezige mediakaarten en optische stations uit uw computer, indien van toepassing. 6.
● Polsband en aardingssnoer - De polsband en het aardingssnoer kunnen ofwel direct tussen uw pols en blank metaal op de hardware worden bevestigd als de ESD-mat niet vereist is, of worden verbonden met de antistatische mat om hardware te beschermen die tijdelijk op de mat is geplaatst. De fysieke verbinding van de polsband en het aardingssnoer tussen uw huid, de ESD-mat en de hardware staat bekend als hechting. Gebruik alleen onderhoudskits met een polsband, mat en aardingssnoer.
6. Volg dezelfde technieken in omgekeerde volgorde om de last neer te zetten. Nadat u aan de computer heeft gewerkt Over deze taak WAARSCHUWING: Uw computer kan beschadigd raken als u er losse schroeven in achterlaat. Stappen 1. Breng alle schroeven opnieuw aan en zorg ervoor dat er geen losse schroeven in uw computer achterblijven. 2. Sluit alle externe apparaten, randapparaten of kabels die u eerder had losgekoppeld, weer aan voordat u aan uw computer werkt. 3.
Onderdelen verwijderen en plaatsen OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. De binnenkant van uw computer 1. 3. 5. 7. 9. 10 voeding 2,5-inch harde-schijfkooi moederbord processorventilator en koelvloeistofeenheid 3,5-inch harde-schijfkooi 2. 4. 6. 8.
Onderdelen van de systeemkaart 1. connector voor voeding 3. USB-kabel van het voorpaneel 1 (F_USB1) 5. SATA 6 Gbps-schijfconnector (SATA2) 7. SATA 6 Gbps schijfconnector (SATA4) 9. connector voorste chassisventilator (FRONT_FAN) 11. CMOS-resetjumper (CMOS_CLR) 13. LED-controllerconnector (LED_CONTROLLER) 15. PCI-Express x16 mechanische/x8 elektrische slot PCIe Gen4 (SLOT4) 17. PCI-Express x4-slot (SLOT2) 19. processorkoeling eenheid CPU-ventilatorconnector (CPU_FAN) 21.
● Plastic pennetje Lijst van schroeven OPMERKING: Bij het verwijderen van de schroeven van een component is het raadzaam om het schroeftype en de hoeveelheid schroeven te noteren en deze dan in de schroefopbergdoos te plaatsen. Dit is om ervoor te zorgen dat het juiste aantal schroeven en juiste schroeftype wordt gebruikt wanneer het component wordt teruggeplaatst. OPMERKING: Sommige computers hebben magnetische oppervlakken.
Tabel 1. Lijst van schroeven Component Vast aan Type schroef Aantal I/O-panel voorzijde Montagekader M3x4 4 Systeemkaart Chassis #6-32 8 Afbeelding schroef Kap links De linkerplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de linkerplaat weer en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de linkerplaat aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Stappen 1. Zoek de lipjes van de linkerplaat en de slots op het chassis. 2. Draai de linkerplaat in de richting van het chassis totdat de kap vastklikt. 3. Plaats de schroef (6-32x12-7L) terug waarmee het ontgrendelingslipje van de zijplaat aan het chassis wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen Trek aan de bovenplaat, beginnend aan de achterzijde, en verwijder deze uit het chassis. OPMERKING: De bovenplaat is stevig bevestigd op het chassis met klemmen en het kan mogelijk wat kracht vereisen om deze te verwijderen van het chassis. De bovenplaat plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen Lijn de lipjes van de bovenplaat uit met de slots in het chassis en druk de bovenplaat op zijn plaats. Vervolgstappen 1. Plaats de linkerplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Rechterplaat De rechterplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de linkerkap. 3. Verwijder de bovenkap.
Stappen 1. Trek vanaf het bovenste lipje de rechterplaat weg van het chassis. 2. Verwijder de klep rechts van het chassis. De rechterplaat plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de rechterplaat weer en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen 1. Lijn de lipjes op de rechterplaat uit met de slots op het chassis. 2. Draai de rechterplaat in de richting van het chassis totdat hij vastklikt. Vervolgstappen 1. Plaats de bovenplaat. 2. Plaats de linkerplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Rechter tron-lichtkaart De rechter tron-lichtkaart verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de linkerkap. Verwijder de bovenplaat. Verwijder de afdekplaat rechts.
Stappen 1. Koppel de tron-lichtkabel los. 2. Verwijder de vier schroeven (#6-32) waarmee de tron-lichtkaart aan het chassis wordt bevestigd. 3. Verwijder de rechter tron-lichtkaart uit het chassis. De rechter tron-lichtkaart plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de tron-lichtkaart aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten in de tron-lichtkaart uit met de schroefgaten in het chassis. 2. Plaats de vier schroeven (#6-32) terug waarmee de tron-lichtkaart aan het chassis wordt bevestigd. 3. Sluit de tron-lichtkabel aan. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. Plaats de rechterplaat. Plaats de bovenplaat. Plaats de linkerplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
2,5-inch harde schijf De 2,5-inch harde schijf verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de linkerkap. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de 2,5 inch harde schijf aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Koppel de gegevens- en voedingskabels los van de harde schijf. 2.
OPMERKING: Let op de stand van de beugel van de harde schijf, zodat u weet hoe u deze correct moet terugplaatsen. OPMERKING: Herhaal de stappen om een extra 2,5 inch harde schijf van uw computer te verwijderen. De 2,5 inch harde schijf plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
OPMERKING: Let op de richting van de hardeschijfhouder om deze juist terug te plaatsen. Stappen 1. Lijn de harde schijf uit met de pinnen op de hardeschijfhouder. 2. Gebruik de lipjes aan de tegenoverliggende zijde om de houder te openen en de pinnen aan de andere zijde in te voegen. 3. Schuif de harde schijf in de stationskooi van de harde schijf totdat deze vastklikt. 4. Sluit de datakabel en de voedingskabel aan op de harde schijf. Vervolgstappen 1. Plaats de linkerplaat. 2.
Het storageapparaat identificeren in System Setup (BIOS) Stappen 1. Zet uw computer aan of start de computer opnieuw op. 2. Druk op F2 als u het Dell-logo op het scherm ziet om naar het BIOS-setupprogramma te gaan. Er wordt een lijst met harde schijven weergegeven onder System Information (Systeem informatie) in de groep General (Algemeen). Het storageapparaat identificeren in Apparaatbeheer Stappen 1. Klik op de taakbalk op het vak Zoeken, en typ vervolgens Apparaatbeheer. 2. Klik op Apparaatbeheer.
Stappen 1. Koppel de gegevens- en voedingskabels los van de harde schijf. 2. Druk op de ontgrendelingslipjes op de hardeschijfdrager en schuif de hardeschijfdrager uit de behuizing van de harde schijf. 3. Wrik aan de drager van de harde schijf om de lipjes op de drager te verwijderen uit de slots op de harde schijf. 4. Til de harde schijf uit de hardeschijfeenheid. OPMERKING: Let op de stand van de beugel van de harde schijf, zodat u weet hoe u deze correct moet terugplaatsen.
OPMERKING: Let op de richting van de hardeschijfhouder om deze juist terug te plaatsen.
Stappen 1. Lijn de harde schijf uit met de pinnen op de hardeschijfhouder. 2. Gebruik de lipjes aan de tegenoverliggende zijde om de houder te openen en de pinnen aan de andere zijde in te voegen. 3. Schuif de harde schijf in de stationskooi van de harde schijf totdat deze vastklikt. 4. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op de harde schijf. Vervolgstappen 1. Plaats de linkerplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 3.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (#6-32) waarmee de behuizing van de 2,5 inch harde schijf aan het chassis is bevestigd. 2. Schuif en verwijder de behuizing van de 2,5 inch harde schijf uit het chassis. OPMERKING: Herhaal de procedure vanaf stap 1 tot en met stap 2 om de andere behuizing van de 2,5 inch harde schijf te verwijderen.
3,5-inch harde-schijfkooi De behuizing van de 3,5 inch harde schijf verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de linkerkap. 3. Volg procedure in de stappen 1 tot en met 2 onder “De harde schijf van 3,5 inch verwijderen”. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de 3,5 inch harde schijf aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
Stappen 1. Plaats de behuizing van de 3,5 inch harde schijf in het slot op het chassis. 2. Lijn de lipjes op de kooi uit met de lipjes op het chassis. 3. Plaats de twee schroeven (#6-32) terug waarmee de behuizing van de 3,5 inch harde schijf aan het chassis wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Volg de procedure van stap 3 tot en met 4 in De harde schijf van 3,5 inch verwijderen, indien van toepassing. 2. Plaats de linkerplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (#6-32) waarmee de beugel van de voedingseenheid aan de behuizing van de voedingseenheid is bevestigd. 2. Til de beugel van de voedingseenheid van de behuizing van de voedingseenheid. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op en draai deze weg van het chassis. 5. Druk op de ontgrendelklemmen op de voedingskabelconnectors. 6.
GEVAAR: De kabels en poorten op de achterzijde van de voeding zijn kleurgecodeerd om de wattage aan te geven. Zorg ervoor dat u de kabel aansluit op de juiste poort. Als u dit niet doet, kunnen de voeding en/of systeemonderdelen beschadigd raken. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen 1. Plaats de voeding op het chassis. 2. Lijn de schroefgaten in de voeding uit met de schroefgaten in het chassis. 3. Plaats de vier schroeven (#6-32) terug waarmee de voedingseenheid aan het chassis wordt bevestigd. 4. Til en draai de behuizing van de voedingseenheid weg van het chassis. 5. Sluit de stroomkabel van de processor en de voedingskabel van de systeemkaart aan op de systeemkaart. 6. Sluit de voedingskabels aan op de harde schijven. 7.
OPMERKING: Noteer hoe alle kabels lopen voordat u kabels verwijdert, zodat u deze correct kunt terugplaatsen wanneer u de voeding terugplaatst. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (#6-32) waarmee de beugel van de voedingseenheid aan de behuizing van de voedingseenheid is bevestigd. 2.
De voedingseenheid van 1000 W plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. GEVAAR: De kabels en poorten op de achterzijde van de voeding zijn kleurgecodeerd om de wattage aan te geven. Zorg ervoor dat u de kabel aansluit op de juiste poort. Als u dit niet doet, kunnen de voeding en/of systeemonderdelen beschadigd raken.
6. Plaats de twee schroeven (#6-32) terug waarmee de beugel van de voedingseenheid aan de behuizing van de voedingseenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Plaats de linkerplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Knoopbatterij De knoopcelbatterij verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
Stappen 1. Leg de computer op de rechterkant.
2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op en draai deze weg van het chassis. 5. Druk de batterijontgrendeling voorzichtig weg van de knoopbatterij, totdat de knoopbatterij omhoog komt. 6. Til de knoopbatterij uit de houder.
Stappen 1. Plaats een nieuwe knoopbatterij (CR2032) in de batterijhouder met de positieve zijde naar boven en druk de batterij vervolgens op zijn plaats. 2. Draai de behuizing van de voedingseenheid in de richting van het chassis. 3. Sluit de voedingskabels aan op de grafische kaart. 4. Schuif de ontgrendelingslipjes van de voedingseenheid naar de vergrendelde stand. Vervolgstappen 1. Plaats de linkerplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de geheugenmodules aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. Leg de computer op de rechterkant. 2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op en draai deze weg van het chassis. 5. Duw de borgklemmetjes weg van de geheugenmodule. 6.
Stappen 1. Zorg ervoor dat de borgklemmetjes van de sleuf van de geheugenmodule weg zijn gedrukt. 2. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule. 3. Plaats de geheugenmodule in de bijbehorende sleuf en druk de geheugenmodule omlaag totdat hij vastklikt en de borgklemmetjes vastklikken. WAARSCHUWING: Om schade aan de geheugenmodule te voorkomen, houdt u de geheugenmodule vast bij de randen. Raak de componenten van de geheugenmodule niet aan.
Tabel 2. Geheugenconfiguratiematrix Sleuf Configuration (configuratie) XMM1 XMM2 32 GB DDR4 16 GB 16 GB 64 GB DDR4 16 GB 16 GB 16 GB XMP 8 GB 8 GB 32 GB XMP 16 GB 16 GB 64 GB XMP 16 GB 128 GB XMP 32 GB XMM3 XMM4 16 GB 16 GB 16 GB 16 GB 16 GB 32 GB 32 GB 32 GB Vervolgstappen 1. Verwijder de linkerkap. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Enkele grafische kaart De enkele grafische kaart verwijderen Vereisten 1.
Stappen 1. Leg de computer op de rechterkant. 2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op en draai deze weg van het chassis. 5. Hef voor de vrijgave de beugel van de grafische kaart uit het chassis. 6.
OPMERKING: Installeer AMD Vega 20 alleen in PCIe-slot 1 van uw computer. Indien deze is geïnstalleerd in PCIe-slot 4, kan de voedingseenheid (PSU) niet worden gesloten. OPMERKING: Als u een andere grafische kaart gebruikt dan AMD Vega 20, kan deze in de juiste PCIe-slot, dat wil zeggen X4, X8 of X16, van uw computer worden geïnstalleerd. Stappen 1. Plaats de kaart in het X16-slot en druk hem stevig aan totdat de grafische kaart op zijn plaats vastklikt. 2. Sluit de voedingskabels aan op de grafische kaart.
Solid State-station De SSD verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. WAARSCHUWING: Solid-state schijven zijn kwetsbaar. Wees voorzichtig wanneer u met een solid-state schijf werkt. OPMERKING: Om geen gegevens te verliezen, mag de schijf niet worden verwijderd als de computer aan staat of in slaapmodus is. 2. Verwijder de linkerkap. 3.
Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de SSD aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Stappen 1. Lijn de uitsparing op de SSD uit met het lipje op de slot. 2. Plaats de SSD onder een hoek van 45 graden op de systeemkaart. 3. Druk het andere uiteinde van de SSD omlaag en plaats de schroef (M2x2.5) terug waarmee de SSD aan de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. Plaats de enkele grafische kaart Plaats de linkerplaat.
5. Verwijder de enkele grafische kaart Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van het montagekader aan de voorkant weer en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. Zet de computer rechtop neer. 2. Koppel de kabels van de USB, de LED-controller en de audio los van de systeemkaart en verwijder de kabels uit de geleiders aan de binnenkant van het chassis. 3. Draai en trek het montagekader aan de voorkant weg van de voorzijde van het chassis om de lipjes op het montagekader uit de slots van het voorpaneel te verwijderen. 4. Verwijder de twee schroeven (#6-32) waarmee de afdekplaat van het slot op het voorpaneel aan het chassis wordt bevestigd. 5.
Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van het montagekader weer en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen 1. Leid de kabels door het slot op het voorpaneel, lijn het montagekader uit en klik het op zijn plaats. 2. Sluit de kabels van de USB, de LED-controller en de audio aan op de systeemkaart en leid de kabels door de geleiders aan de binnenkant van het chassis. 3. Lijn het schroefgat in de afdekplaat van het kabelbeheer uit met het schroefgat in het chassis. 4. Plaats de twee schroeven (#6-32) terug waarmee de afdekplaat van het kabelbeheer aan het chassis wordt bevestigd. 5.
Bovenste montagekader Het bovenste montagekader verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de linkerkap. Verwijder de bovenkap. Verwijder de afdekplaat rechts. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder het montagekader. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van het bovenste montagekader weer en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
2. Til de bovenkap van het chassis af. De bovenste bezel plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de bovenste bezel weer en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Stappen 1. Leid de antennekabel door de slots in het chassis. 2. Lijn de lipjes van de kap uit met de slots in het chassis en druk de bovenplaat op zijn plaats. 3.
2. 3. 4. 5. 6. Plaats de draadloze kaart. Plaats de rechterplaat. Plaats de kap. Plaats de linkerplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Onderkap De onderplaat verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de linkerkap. Verwijder de bovenkap. Verwijder de afdekplaat rechts. Verwijder de behuizing van de 2,5 inch harde schijf. Verwijder het montagekader.
2. Druk op het vergrendelingslipje om de onderkap los te maken uit de slots in het chassis. 3. Verwijder de onderkap van het chassis. De onderplaat plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de onderplaat aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Stappen 1.
Processorventilator en warmteafleider De processorventilator en koelplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. OPMERKING: Tijdens normaal gebruik kan de warmteafleider heet worden. Laat de warmteafleider voldoende lang afkoelen voordat u deze aanraakt. WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmeoverdracht op de warmteafleider niet aan.
Stappen 1. Leg de computer op de rechterkant. 2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op en draai deze weg van het chassis. 5. Koppel de kabel van de processorventilator los van de systeemkaart. 6.
Stappen 1. Plaats de processorventilator en koelplaat op de processor. 2. Lijn de geborgde schroeven op de processorventilator en de koelplaat uit met de schroefgaten in de systeemkaart. 3. Draai in de juiste volgorde de vier geborgde schroeven vast waarmee de processorventilator en koelplaat op de systeemkaart zijn bevestigd. 4. Sluit de kabel van de processorventilator aan op de systeemkaart. 5. Draai de behuizing van de voedingseenheid in de richting van het chassis. 6.
GEVAAR: Hoewel de vloeistofkoeling van de processor van een plastic hoes is voorzien, kan deze tijdens een normale werking uiterst heet worden. Laat de onderdelen enige tijd afkoelen alvorens ze aan te raken. 2. 3. 4. 5. WAARSCHUWING: U zorgt ervoor dat de processor maximaal wordt gekoeld door de warmteoverdrachtszones op de vloeistofkoeling van de processor niet aan te raken. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtvermogen van thermisch vet verminderen. Verwijder de linkerkap. Verwijder de kap.
Stappen 1. Leg de computer op de rechterkant. 2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op. 5. Draai de behuizing van de voedingseenheid weg van het chassis. 6. Draai de drie geborgde schroeven los waarmee de VR-koelplaat aan de systeemkaart is bevestigd. 7.
De koelvloeistofeenheid van de processor plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. WAARSCHUWING: Onjuiste uitlijning van de vloeistofkoeling van de processor kan de systeemkaart en de processor beschadigen. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de koelvloeistofeenheid van de processor weer en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen 1. Schuif de radiator en ventilator in de radiator- en ventilatorbehuizing. OPMERKING: Zorg ervoor dat de slangen naar de voorkant van het systeem zijn gericht. 2. Lijn de schroefgaten van de processorkoeler uit met de schroefgaten van de systeemkaart. 3. Draai in de juiste volgorde (aangegeven op de processorkoeler) de vier borgschroeven vast waarmee de processorkoeler op de systeemkaart is bevestigd.
Processor De processor verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de linkerkap. 3. Verwijder de koelvloeistofeenheid van de processor of de processorventilator en de warmteafleider, welke van toepassing is. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de processor aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
Stappen 1. Zorg ervoor dat de ontgrendelingshendel op de processorsocket volledig is uitgeklapt en dat de processorkap volledig in de open positie staat. WAARSCHUWING: U moet de processor correct in de processorsocket plaatsen om blijvende schade aan de processor te voorkomen. 2. Houd de pin-1-hoek van de processor boven de pin-1-hoek van de houder en plaats de processor vervolgens in de processorsocket.
Stappen 1. Verwijder de schroef (M2x2.5) waarmee de draadloze kaart aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Til de beugel van de draadloze kaart van de draadloze kaart. 3. Haal de twee antennekabels los van de draadloze kaart. 4. Verwijder de draadloze kaart door deze uit de sleuf van de draadloze kaart te schuiven. De draadloze kaart installeren Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart. In de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabels voor de draadloze kaart die door uw computer wordt ondersteund. Tabel 3. Kleurschema antennekabels Connectoren op de draadloze kaart Kleur van de antennekabel Hoofd (witte driehoek) Wit Hulp (zwarte driehoek) Zwart 2. Plaats de beugel van de draadloze kaart op de draadloze kaart. 3.
Antennes De antennes verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de linkerkap. Verwijder de kap. Verwijder de afdekplaat rechts. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder het montagekader. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de antennes aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Verwijder de vier schroeven (M3x4t) waarmee de antennes op de bovenste bezel zijn bevestigd. 2.
Stappen 1. Maak de antenne vast aan het chassis. 2. Plaats de vier schroeven (M3x4t) terug waarmee de antennes aan het chassis worden bevestigd. 3. Leid de antennekabels door de geleiders op de bovenste bezel. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Plaats het montagekader. Plaats de draadloze kaart. Plaats de rechterplaat. Plaats de bovenplaat. Plaats de linkerplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. I/O-panel voorzijde Het I/O-voorpaneel verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5.
Stappen 1. Verwijder de vier schroeven (M3x4) waarmee het I/O-voorpaneel aan het montagekader aan de voorkant is bevestigd. 2. Verwijder de kabel uit de geleiders in het I/O-voorpanel. 3. Druk op de twee klemmen en til het I/O-voorpaneel uit het montagekader. Het I/O-voorpaneel plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op het I/O-voorpaneel uit met de schroefgaten in het montagekader aan de voorkant en druk het op zijn plaats. 2. Leid de kabels door de geleiders van het I/O-voorpaneel. 3. Plaats de vier schroeven (M3x4) terug waarmee het I/O-voorpaneel aan het montagekader aan de voorkant wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. Plaats het montagekader aan de voorkant. Plaats de rechterplaat. Plaats de linkerplaat. Plaats de kap.
Stappen 1. Maak de kabel van de voorste chassisventilator los van de systeemkaart. 2. Duw op het lipje om de voorste chassisventilator uit het chassis te verwijderen. 3. Schuif en til de voorste chassisventilator weg van het chassis. De voorste chassisventilator plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de lipjes op de voorste chassisventilator uit met de slots in het chassis en schuif de ventilator totdat deze vastklikt. 2. Sluit de kabel van de voorste chassisventilator aan op de systeemkaart. Vervolgstappen 1. Plaats de enkele grafische kaart 2. Plaats de linkerplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Bovenste chassisventilator De bovenste chassisventilator verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2.
Stappen 1. Leg de computer op de rechterkant.
2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart. 3. Schuif de ontgrendelingslipjes van de behuizing van de voedingseenheid naar de ontgrendelde stand. 4. Til de behuizing van de voedingseenheid op en draai deze weg van het chassis. 5. Verwijder de schroef die de bovenste chassisventilator op het chassis vastzet. 6. Koppel de kabel van de bovenste chassisventilator los van de systeemkaart. 7.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten in de bovenste chassisventilator uit met de gaten in de bovenste chassisventilatorbeugel 2. Steek de uiteinden van de rubberen dichtingsringen door de openingen in elke hoek van de ventilator. 3. Lijn de dichtingsringen in de ventilator uit met de gaten op elke hoek van de bovenste chassisventilatorbeugel en trek ze door de gaten totdat ze vastklikken. 4. Plaats de schroef (#6-32) terug waarmee de bovenste chassisventilator op het chassis is bevestigd. 5.
AlienFX LED-kaarten aan de voorzijde De AlienFX LED-kaart aan de voorzijde verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de linkerkap. Verwijder de afdekplaat rechts. Verwijder de kap. Verwijder het montagekader. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de voorste AlienFX LED-kaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Maak de kabel van de AlienFX LED-kaart los van de Y-kabel. 2.
Stappen 1. Lijn het schroefgat op de AlienFX LED-kaart uit met het schroefgat op het montagekader aan de voorkant. 2. Plaats de vier schroeven (M3x4) terug waarmee de AlienFX LED-kaart aan het montagekader aan de voorkant is bevestigd. 3. Sluit de kabel van de AlienFX LED-kaart aan op een Y-kabel. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. Plaats het montagekader aan de voorkant. Plaats de bovenplaat. Plaats de rechterplaat. Plaats de linkerplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee de aan/uit-knopmodule aan het montagekader aan de voorkant is bevestigd. 2. Til de aan/uit-knopmodule van het bovenste montagekader. 3. Koppel de kabels los van de voedingsmodule. De aan/uit-knopkaart plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de aan/uit-knopmodule uit met de schroefgaten in het montagekader aan de voorkant. 2. Plaats de twee schroeven (M2x4) terug waarmee de aan/uit-knopmodule aan het montagekader aan de voorkant wordt bevestigd. 3. Sluit de kabels aan op de aan/uit-knopmodule. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. Plaats het montagekader aan de voorkant. Plaats de bovenplaat. Plaats de rechterplaat. Plaats de linkerplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
5. 6. 7. 8. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de koelvloeistofeenheid van de processor of de processorventilator en de warmteafleider, welke van toepassing is. Verwijder de enkele grafische kaart Verwijder de processor. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. Koppel alle kabels los van de systeemkaart. OPMERKING: Noteer hoe alle kabels lopen voordat u ze verwijdert, zodat u deze correct kunt terugplaatsen wanneer u de systeemkaart terugplaatst. Voor informatie over sytsteemkaartconnectoren, zie "onderdelen van de systeemkaart". 2. Verwijder de acht schroeven (#6-32) waarmee de systeemkaarteenheid aan het chassis is bevestigd. 3. Til de systeemkaart weg van het chassis.
Stappen 1. Lijn de poorten op de systeemkaarteenheid uit met de slots in het chassis en zet de systeemkaarteenheid op de juiste plaats. 2. Schuif de systeemkaarteenheid om de lipjes waarmee deze aan het chassis is bevestigd te vergrendelen. 3. Plaats de acht schroeven (#6-32) terug waarmee de systeemkaarteenheid aan het chassis is bevestigd. 4. Plaats de kabels die u hebt losgekoppeld van de systeemkaarteenheid en bevestig deze.
2. Druk op F2 als u het Dell-logo ziet om naar het BIOS-setupprogramma te gaan. 3. Ga naar het tabblad Hoofdmenu en voer de servicetag in het veld Service Tag Input (Invoer van de servicetag) in. Vervolgstappen OPMERKING: De Service tag is de alfanumerieke identificatiecode die zich bevindt op de achterzijde van uw computer.
Apparaatstuurprogramma's Besturingssysteem ● Windows 10 Home (64-bits) ● Windows 10 Professional (64-bits) De audiodriver downloaden Stappen 1. Schakel de computer in. 2. Ga naar www.dell.com/support. 3. Voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (Verzenden). OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor uw model computer. 4. Klik op Drivers & downloads. 5. Klik op de knop Drivers detecteren. 6.
4. Klik op Drivers & downloads. 5. Klik op de knop Drivers detecteren. 6. Controleer de voorwaarden voor gebruik en accepteer deze om SupportAssist te kunnen gebruiken en klik vervolgens op Continue (Doorgaan). 7. Indien nodig gaat uw computer over op het downloaden en installeren van SupportAssist. OPMERKING: Bekijk de instructies op het scherm voor browserspecifieke instructies. 8. Klik op Drivers voor mijn systeem bekijken. 9.
17. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met het USB-stuurprogramma en volg de instructies op het scherm om het stuurprogramma te installeren. De wifi-driver downloaden Stappen 1. Schakel de computer in. 2. Ga naar www.dell.com/support. 3. Voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (Verzenden). OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor uw model computer. 4. Klik op Drivers & downloads. 5.
9. Klik op Downloaden en installeren om alle gedetecteerde updates van drivers voor uw computer te downloaden en installeren. 10. Selecteer een locatie om de bestanden op te slaan. 11. Als u hierom wordt gevraagd, keurt u aanvragen van User Account Control (Beheer gebruikersaccount) om wijzigingen in het systeem aan te brengen goed. 12. De toepassing installeert alle geïdentificeerde drivers en updates. OPMERKING: Niet alle bestanden kunnen automatisch worden geïnstalleerd.
2. Ga naar www.dell.com/support. 3. Voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (Verzenden). OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor uw model computer. 4. Klik op Drivers & downloads. 5. Klik op de knop Drivers detecteren. 6. Controleer de voorwaarden voor gebruik en accepteer deze om SupportAssist te kunnen gebruiken en klik vervolgens op Continue (Doorgaan). 7.
Systeemsetup OPMERKING: Afhankelijk van de computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte worden vermeld wel of niet worden weergegeven. Systeeminstallatie WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor dit programma niet te wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt.
● Verwijderbare schijf (mits beschikbaar) ● STXXXX-schijf (indien beschikbaar) OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf. ● Optisch station (mits beschikbaar) ● SATA-harde schijf (indien beschikbaar) ● Diagnostiek In het scherm voor de opstartvolgorde wordt ook de optie weergegeven voor het openen van het scherm systeeminstallatie.
Tabel 5. Opties voor System Setup—Advanced (Geavanceerd) menu Geavanceerd AC Recovery Bepaalt welke acties door de computer worden uitgevoerd bij het herstellen van de voeding. Deep Sleep Control Hiermee kunt u de besturingen definiëren wanneer Deep Sleep (Diepe slaap) is ingeschakeld. USB Wake Support (S3) Hiermee kunt u instellen of de USB-apparaten het systeem uit de stand-bystand mogen ontwaken. USB PowerShare (S4/S5) Hiermee is het mogelijk externe apparaten op te laden.
Tabel 6. Opties voor System Setup - menu Beveiliging Beveiliging Status systeemwachtwoord Geeft aan of het systeemwachtwoord is ingesteld. HDD Password Status Geeft aan of het wachtwoord van de harde schijf is ingesteld. Beheerderswachtwoord Toont het beheerderswachtwoord. Systeemwachtwoord Toont het systeemwachtwoord. HDD Password Toont het wachtwoord van de harde schijf. Firmware-TPM Toont de TPM-firmware. Tabel 7.
Stappen 1. Koppel de stroomkabel van het moederbord los van het moederbord. 2. Verwijder de jumperplug van pin 217 en plaats deze op pin 216 (P216). 3. Wacht 5 seconden. 4. Verwijder de jumperplug van pin 216 en plaats deze op pin 217. 5. Sluit de stroomkabel van het moederbord aan op het moederbord. Vervolgstappen 1. Verwijder de linkerkap. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Resetten van vergeten wachtwoord Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
Stappen 1. Verwijder de jumperplug van pin 215. 2. Schakel uw computer in en wacht totdat het besturingssysteem volledig is geladen. 3. Sluit de computer af. 4. Plaats de jumperplug terug op de pinnen 215. Vervolgstappen 1. Verwijder de linkerkap. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Problemen oplossen SupportAssist-diagnose Over deze taak De SupportAssist-diagnose (voorheen bekend als ePSA-diagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit. De SupportAssist-diagnose maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart. De SupportAssist-diagnose biedt een aantal opties voor specifieke apparaten of apparaatgroepen.
voordat uw computer opstart naar het besturingssysteem. Hiermee kunt u hardwareproblemen diagnosticeren, uw computer herstellen, een back-up van uw bestanden maken of uw computer herstellen naar de fabrieksinstellingen. U kunt het hulpprogramma ook downloaden van de supportwebsite van Dell om uw computer te herstellen en de problemen op te lossen als het niet lukt om op te starten naar het primaire besturingssysteem als gevolg van software- of hardwarefouten.
Stappen 1. Zet de computer uit. 2. Schakel de modem uit. 3. Schakel de draadloze router uit. 4. Wacht 30 seconden. 5. Schakel de draadloze router in. 6. Schakel de modem in. 7. Zet de computer aan. Reststroom verwijderen Over deze taak Reststroom is de statische elektriciteit die op de computer nog achterblijft nadat deze is uitgeschakeld en de accu verwijderd is. De volgende procedure bevat de instructies voor het verwijderen van de reststroom: Stappen 1. Zet de computer uit. 2.