Dell™ 2130cn Color Laser Printer Gebruikershandleiding Dell™ 2130cn Color Laser Printer Gebruikershandleiding Informatie zoeken Over uw printer Installeren van de PHD-eenheid (printkopapparaat) en Tonercassettes Uw printer aansluiten Dell Printer Configuration Web Tool Als optie verkrijgbare Modules installeren Afdrukmediarichtlijnen Inleggen van de afdrukmedia Operatorpaneel Printerinstellingen Begrip van de Werkset-menu's De Printermenu's begrijpen Uw printersoftware begrijpen Afdrukken Instellingen opge
Terug naar inhoud pagina Afdrukmediarichtlijnen Papier Enveloppen Labels Opslag van afdrukmedia Identificatie van afdrukmediabronnen en specificaties Afdrukmedia omvatten papier, etiketten, enveloppen, gecoat papier en andere materialen. Uw printer biedt afdrukken van hoge kwaliteit op een ruime keuze aan afdrukmedia. De keuze van de juiste afdrukmedia voor uw printer is belangrijk voor het vermijden van afdrukproblemen.
Houtvezelgehalte Het meeste xerografisch kwaliteitspapier is gemaakt van 100% chemische houtpulp. Papier met andere vezels, zoals katoen, heeft eigenschappen die zouden kunnen leiden tot minder goede papierdoorvoer. Aanbevolen papier Voor de beste afdrukkwaliteit en betrouwbare doorvoer, gebruikt u 75 g/m2 (20 lb) xerografisch papier. Kantoorpapier voor algemeen zakelijk gebruik biedt ook een acceptabele afdrukkwaliteit.
l Vermijd papier met structuur of een ruw oppervlak. l Gebruik papier dat is voorgedrukt met warmtebestendige inkt, geschikt voor gebruik in xerographische kopieerapparaten. De inkt moet temperaturen van 225°C kunnen weerstaan zonder te smelten en zonder dat gevaarlijke stoffen vrijkomen. l Gebruik inktsoorten die niet worden aangetast door de hars in de toner of de siliconen in de Fuser. Inktsoorten op oliebasis of oxyde-fixering voldoen meestal wel aan deze eisen; latex inktsoorten mogelijk niet.
l Voor het laden van enveloppen in de enkele velinvoer, plaatst u de envelop met de flap gesloten en de korte kant van de envelop naar het binnenste van de printer gericht. De kant voor het afdrukken moet omlaag gericht zijn. l Zie "PlaatsenAfdrukmedia in de standaardlade voor 250 vel en de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer" of "Laden van enkele velinvoer" voor aanwijzingen voor het inleggen van een envelop. l l l Gebruik tijdens een afdruktaak slechts één formaat envelop.
Ondersteunde papierformaten Enkele velinvoer Standaardlade voor 250 vel 250 documentinvoer Duplexer A4 (210x297 mm) J J J J B5 (182x257 mm) J J J N A5 (148x210 mm) J J J N C5 (162x229 mm) J J N N Monarch (3.875x7.5 in) J J N N N J N N Envelop #10 (4.125x9.5 in) J J N N DL (110x220 mm) J J N N DL LEF (220x110 mm)*1 N J N N Letter (8.5x11 in) J J J J Legal (8.5x14 in) J J J J Folio (8.5x13 in) J J J J Executive (7.25x10.
Voorbladen dik 164-216 - Gecoat 106-163 Papier voor inkjetprinters kan niet worden gebruikt. Gecoat dik 164-216 Papier voor inkjetprinters kan niet worden gebruikt. Etiket 3R97408 Papier voor inkjetprinters kan niet worden gebruikt.
Terug naar inhoud pagina Inleggen van de afdrukmedia Standaardlade voor 250 vel en als optie verkrijgbare 250 documentinvoer PlaatsenAfdrukmedia in de standaardlade voor 250 vel en de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer Enkele velinvoer Laden van enkele velinvoer De functie Dubbelzijdig gebruiken De uitvoerlade gebruiken Het Uitvoerladeverlengstuk gebruiken Het juist inleggen van de afdrukmedia zorgt voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het papier vastloopt.
OPMERKING: Wanneer u papier invoert van de lade met papierformaat Legal, verlengt u de achterzijde van de lade. 3. Alvorens de afdrukmedia in te leggen, buigt u de stapel vellen wat heen en weer en waaiert u de stapel uit. Maak een nette stapel door de vellen op een egaal oppervlak gelijk te stoten. 4. Leg de afdrukmedia in de papierlade met de aanbevolen kant voor afdrukken boven. OPMERKING: Zorg dat de stapel niet boven het maximumstreepje in de lade uit komt.
8. Druk op de knop Menu. 9. Druk op de knop of totdat Lade-instelling verschijnt, en druk dan op de knop 10. Druk op de knop of totdat Lade 1 verschijnt, en druk dan op de knop 11. Druk op de knop of totdat Papiersoort verschijnt, en druk dan op de knop 12. Druk op de knop of totdat de papiersoorten van uw keuze verschijnen en druk dan op de knop 13. Druk op toets 14. Druk op de knop of totdat Papierformaat verschijnt, en druk dan op de knop 15.
Laad de korte rand invoer van de enveloppen met de vouw dicht en de afdrukkant omhoog. Zorg dat de flap aan de rechterkant komt als u voor het apparaat staat. Monarch of DL De Monarch of DL-enveloppen kunnen op een van de volgende manieren worden geladen: Laad de korte rand invoer van de enveloppen met de vouw dicht en de afdrukkant omhoog. Zorg dat de flap aan de rechterkant komt als u voor het apparaat staat. OF Leg de enveloppen opengevouwen langs de lange kant (LEF) met de afdrukkant omhoog.
l 1 vel standaardpapier. Afdrukmedia-afmetingen De enkele velinvoer accepteert afdrukmedia van de volgende afmetingen: l Breedte - 76,2 mm (3,00 inch) tot 215,9 mm (8,5 inch) l Lengte - 127 mm (5,00 inch) tot 355,6 mm (14,00 inch) Laden van enkele velinvoer 1. Stel de breedtegeleiders in op de breedte van de afdrukmedia. 2. Houd beide kanten van de afdrukmedia met de afdrukkant omlaag dicht bij de enkele velinvoer en duw de media in de printer totdat deze automatisch wordt doorgevoerd.
VOORZICHTIG: Plaats hierin echter geen vensterenveloppen, enveloppen met een binnenbekleding of zelfklevende enveloppen. Dergelijke enveloppen kunnen vastlopen en schade aan de printer veroorzaken. OPMERKING: Let erop dat u een envelop invoert met de flap goed gesloten. OPMERKING: Plaats een envelop met de flap omhoog gericht en met het postzegelgedeelte rechts bovenaan.
Het Uitvoerladeverlengstuk gebruiken Het Uitvoerladeverlengstuk is bedoeld om te voorkomen dat de afdrukmedia uit de printer vallen wanneer de afdruktaak is voltooid. Kijk of de uitbreiding van de uitvoerlade volledig is uitgeschoven voordat u een document gaat afdrukken.
Terug naar inhoud pagina Printerinstellingen Afdrukken van een printerinstellingenpagina Gebruik van het Operatorpaneel voor het wijzigen van de printerinstellingen De Werkset gebruiken om de printerinstellingen te wijzigen Gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool voor het wijzigen van de printerinstellingen Standaardwaarden herstellen NVRAM initialiseren voor Netwerkinstellingen U kunt de meeste systeeminstellingen wijzigen vanuit uw softwareprogramma's.
OPMERKING: Overigens kunnen de fabrieksinstellingen van land to land verschillen. Wanneer u een nieuwe instelling kiest in het operatorpaneel, verschijnt er in het menu een sterretje naast de instelling en wordt die gemarkeerd als de huidige vaste gebruikersinstelling. Deze instellingen blijven gelden totdat er nieuwe worden gekozen of de oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden hersteld. Als u een nieuwe waarde wilt instellen: 1. Druk op de knop Menu. 2.
5. Selecteer de waarde van uw keuze en klik vervolgens op de betreffende knop bij ieder menu-onderdeel. Stuurprogramma-instellingen kunnen voorrang krijgen boven eerder gemaakte instellingen en kunnen het nodig maken de oorspronkelijke Werkset te wijzigen. Gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool voor het wijzigen van de printerinstellingen Als uw printeris aangesloten op het netwerk, kunt u de Werkset-instellingen wijzigen vanuit uw Web-browser.
4. Druk op de knop totdat Stndwaard reset verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen). 5. De vraag Bent u zeker? verschijnt op het operatorpaneel. Druk op de knop 6. Zet de printer uit, en vervolgens weer aan zodat de instellingen geldig worden. (Instellen). Bij gebruik van de werkset 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 2130cn Color Laser Printer® Werkset. Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2.
Terug naar inhoud pagina Begrip van de Werkset-menu's Printerinstellingenrapport Printeronderhoud Diagnose U kunt de Werkset gebruiken voor het bekijken of specificeren van de printerinstellingen. U kunt de Werkset ook gebruiken voor een diagnose van de printerinstellingen. De Werkset bestaat uit de tabbladen Printerinstellingenrapport, Printeronderhoud en Diagnose.
Papier op toon Laat zien of een toon moet klinken wanneer het papier in de printer opraakt. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld. Toner laag toon Laat zien of een toon moet klinken wanneer toner of ander verbruiksmateriaal opraakt. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld. Basistoon Laat zien of de toon moet klinken wanneer het operatorpaneel in de standaardstand wordt teruggezet door middel van de menu-lus. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld.
Het weergeven van de huidige instellingen voor het TCP/IP-protocol (Transmission Control Protocol/Internet Protocol). Mogelijkheden: IP-adresmodus Toont de methode voor het verkrijgen van het IP-adres. IP-adres Toont het IP-adres van de printer. Subnetmasker Toont het subnetmasker. Gateway-adres Toont het gateway-adres.
Noors Zweeds Automatische logboekafdruk Uit* Genereert niet automatisch een log van voltooide taken vanuit de printer. Aan Genereert automatisch een log van voltooide taken vanuit de printer. Uit* Drukt niet een gebruikers-ID af. Links boven Afdruk-ID Rechts boven Drukt het gebruikers-ID af op de opgeschreven locatie. Links onder Rechts onder Uit Drukt de ontvangen PCL-gegevens niet als tekstgegevens af. Aan* Drukt de ontvangen PDL-gegevens als tekstgegevens af.
Druk, na het voltooien van de instellingen, op de knop Nieuwe instellingen toepassen en voer de wijzigingen door. Nieuwe instellingen toepassen Start de printer opnieuw op om nieuwe instellingen toe Voer de wijzigingen door door op de knop Start de printer opnieuw op om nieuwe instellingen te passen toe te passente drukken. Registratie-instelling Toepassing: Het instellen van de Instellingen kleurregistratie (individueel geel, magenta, cyaan correctie).
Mogelijkheden: Starten initialiseert systeemparameters. Geen Dell-toner Het gebruik van een tonercassette die niet van het merk Dell is, kan uw printer ernstig beschadigen en de gevolgen worden mogelijk niet gedekt door uw garantie. Toepassing: Specificeert of er wel of geen tonercartridge van een andere fabrikant gebruikt kan worden. Mogelijkheden: Uit* Schakelt het gebruik van de tonercartridge van een andere fabrikant uit. Aan Schakelt het gebruik van de tonercartridge van een andere fabrikant in.
x 3,875") DL (110 x 220 mm) DL LEF (220 x 110 mm) C5 (162 x 229 mm) Envelop #10 (4,125 x 9,5") Aangpst formaat Lade 1 Aangepast formaat - Y Bepaalt de lengte van papier met aangepast formaat dat in de standaardlade voor 250 vel is gelegd. Het beschikbare bereik is van 127 mm (5,0 inch) tot 215 mm (14,0 inch). Lade 1 Aangepast formaat - X Bepaalt de breedte van papier met aangepast formaat dat in de standaardlade voor 250 vel is gelegd. Het beschikbare bereik is van 77 mm (3,0 inch) tot 215 mm (8,5 inch).
Stelt het IP-adres handmatig in. Gateway-adres*1 Het is gespecificeerd met behulp van het nnn.nnn.nnn.nnn formaat. Ieder achttal dat nnn.nnn.nnn.nnn vormt, is een waarde in het bereik van 0 tot 254. Nieuwe instellingen toepassen Druk, na het voltooien van de instellingen, op de knop Nieuwe instellingen toepassen en voer de wijzigingen door.
Bedieningscontrole REGI Machinecontrole CLUTCH Klik op Starten om de REGI CLUTCH in werking te stellen. Bevestig dat u de clutch kunt horen klikken. Controle inspuitmotor (Geel) Controle inspuitmotor (Magenta) Controle inspuitmotor (Cyaan) Klik op Starten om de inspuitmotor in werking te stellen voor iedere tonercassette. Bevestig het motorgeluid.
Toepassing: Om de ontwikkelmotor te roteren en de toner om te roeren in de tonercassette. Mogelijkheden: Roerfunctie ontwikkelaar Klik op Starten om de toner te roeren. Vernieuwenmodus Toepassing: Een tonercassette of PHD-eenheid gebruiken wanneer u die moet vervangen voordat die op is, of toner in een nieuwe tonercassette om te schudden. OPGELET: De Verversfunctie gebruikt extra toner. Mogelijkheden: Geel Klik op Geel om de gele cassette te reinigen.
Terug naar inhoud pagina De Printermenu's begrijpen Rapport/Lijst Beheermenu Lade-instelling Opslag afdruk Instellen Paneelvergrendeling Als uw printer is geconfigureerd als een netwerkprinter die beschikbaar is voor een aantal gebruikers, kan de toegang tot het Beheermenu worden beperkt. Dit voorkomt dat andere gebruikers via het operatorpaneel onbedoeld een standaardinstelling van een gebruiker van de printer te wijzigen die is ingesteld door de beheerder.
Afdrukmeter Toepassing: Het afdrukken van rapporten over het totaalaantal afgedrukte pagina's. Of u het afdrukt via het bedieningspaneel van de printer of via Dell Printer Configuration Web Tool de titel van het rapport is Afdrukvolumerapport. Kleurtestpagina Toepassing: Het afdrukken van een pagina voor het testen van de kleuren. Opgeslagen doc Toepassing: Het afdrukken van een lijst van alle bestanden die zijn opgeslagen als Veilige afdruk en Proefafdruk op de RAM-schijf.
Toepassing: Het initialiseren van de instellingen van het draadloze netwerk. Wanneer u deze functie hebt uitgevoerd en de printer opnieuw hebt gestart, zijn alle instellingen van het draadloze netwerk terug op hun oorspronkelijke waarden. OPMERKING: Dit onderdeel wordt alleen weergegeven wanneer de als optie verkrijgbare draadloze printeradapter is geïnstalleerd. TCP/IP Toepassing: Het configureren van TCP/IP-instellingen.
IP-filter Toepassing: Het blokkeren van gegevens die van bepaalde IP-adressen over het bekabelde of draadloze netwerk worden ontvangen. U kunt maximaal vijf IP-adressen instellen. Eventuele aangebrachte wijzigingen worden van kracht wanneer u de printer hebt uitgezet en daarna weer hebt aangezet. Mogelijkheden: Nr. n/Address (n is 1-5.)*1 Nr. n/Mask (n is 1-5.)*1 Stelt het IP-adres in voor Filter n. Stelt het adresmasker in voor Filter n. Uit* Uitschakelen van de functie IP-filter voor Filter n. Nr.
Modus 1 3min.* Bepaalt hoe lang de printer wacht voordat hij terugschakelt naar de energiebesparingsstand 1 na het voltooien van een afdruktaak. 1-30min. 10min.* Modus 2 Bepaalt hoe lang de printer wacht voordat hij overgeschakeld naar de energiebesparingstand 2, nadat energiebesparingstand 1 is 5-60min. ingeschakeld. Kies 3 als u de printer drie minuten na de laatste taak wilt laten overschakelen naar de Spaarstandmodus.
30 sec* Specificeert de hoeveelheid tijd dat de printer moet wachten op gegevens die afkomstig zijn van de computer. 5-300 sec Uit Stelt geen time-out wachttijd in. Paneeltaal Toepassing: Het bepalen van de keuze van de taal van de tekst in het operatorpaneel-scherm. Mogelijkheden: English* Français Italiano Deutsch Español Dansk Nederlands Norsk Svenska Auto logafdruk Toepassing: Het automatisch afdrukken van een log van voltooide taken na iedere 20 taken.
OPMERKING: U kunt voorkomen dat de documenten door elkaar raken door een scheidingsvel aan elk van de documenten toe te voegen. Mogelijkheden: Uit* Er wordt niet een scheidingsvel ingevoegd. Voor Drukt af aan het begin van het document. Achter Drukt af aan het eind van het document. Invoegpositie Voor- & achter Drukt af zowel aan het begin als aan het eind van het document. Lade opgeven* 1 Lade 1* Het scheidingsvel wordt in de standaardlade voor 250 vel gelegd.
Eerst volg form* Kiest ter vervanging het eerstvolgende formaat. mm/inch Toepassing: Bepaalt de maateenheid die wordt aangegeven achter de numerieke waarde op hett operatorpaneel. Mogelijkheden: millimeter (mm) Selecteert millimeter als de standaard meeteenheid. inch (") Selecteert de inch als de standaard meeteenheid. OPMERKING: Wat de standaardwaarde voor mm/inch is, hangt af van de standaardwaarde voor het Papierformaat.
0* Transparant -6 - +6 0* Voorbladen -6 - +6 0* Voorbladen dik -6 - +6 0* Etiket -6 - +6 0* Gecoat -6 - +6 0* Gecoat dik -6 - +6 0* Envelop -6 - +6 0* Gerecycled -6 - +6 Fuser instellen VOORZICHTIG: De afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel. Toepassing: Voor het aanpassen van de temperatuurinstelling van de fuser voor iedere papiersoort.
Toepassing: Opgeven of u de aanpassing van de kleurregistratie zelf wilt uitvoeren. U moet zelf de Instellingen kleurregistratie uitvoeren, bijvoorbeeld wanneer de printer is verplaatst. OPMERKING: De functie Kleurreg-instel kan worden geconfigureerd wanneer Auto kleurregin op Uit staat. Mogelijkheden: Auto correctie Voert automatisch Kleurregistratie-correctie uit. Kleurreg schema Drukt een kleurregistratieschema af.
Stndwaard reset Toepassing: Het initialiseren van de NV-geheugen (Niet-vluchtig geheugen). Na het uitvoeren van deze functie en opnieuw opstarten van de printer zijn alle menuparameters, behalve de netwerk-parameters, teruggezet op hun oorspronkelijke waarden. Opslag wissen Toepassing: Het wissen van alle bestanden die zijn opgeslagen als Veilig, Opslag en Proefafdruk in het als optie verkrijgbare geheugen.
Envelop #10 Aangpst formaat * 1 Dit zijn specifieke, per land verschillende fabrieksinstellingen. OPMERKING: Na keuze van aangepast papierformaat wordt u verzocht de gewenste lengte en breedte in te voeren. Richting Toepassing: Om te bepalen in welke richting de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Mogelijkheden: Staand* Voor afdrukken van afbeeldingen en tekstregels die parallel lopen aan de korte kant van het papier.
ITCBookman Lt ITCBookman LtIt ITCBookmanDm ITCBookmanDm It HelveticaNr HelveticaNr Ob HelveticaNr Bd HelveticaNrBdOb N C Schbk Roman N C Schbk It N C Schbk Bd N C Schbk BdIt ITC A G Go Bk ITC A G Go BkOb ITC A G Go Dm ITC A G Go DmOb ZapfC MdIt ZapfDingbats Tekenset Toepassing: Voor keuze van een stel lettertekens en symbolen voor het gekozen lettertype.
Formulierregel Toepassing: Voor instellen van het aantal regels op een pagina. Mogelijkheden: 60*1 Specificeert de waarden in veelvoud van 1. 5-128 * 1 Dit zijn specifieke, per land verschillende fabrieksinstellingen. Het printer stelt de afstand tussen de regels tekst (de verticale regelafstand) in op basis van menu-onderdelen Formulierregel en Richting. Kies eerst de juiste Formulierregel en Richting instellingen, voordat u de Formulierregel waarde kiest.
Regelterminatie Toepassing: Voor toevoegen van de regelterminatie-commando's. Mogelijkheden: Uit* Er wordt geen regelterminatie-commando toegevoegd. CR=CR, LF=LF, FF=FF Toevoegen-LF Het LF commando wordt toegevoegd. CR=CR-LF, LF=LF, FF=FF Toevoegen-CR Het CR commando wordt toegevoegd. CR=CR, LF=CR-LF, FF=CR-FF CR-XX De CR en LF commando's worden toegevoegd. CR=CR-LF, LF=CR-LF, FF=CR-FF Standaardkleur Toepassing: Stelt de kleurkeuze in op Kleur of Zwart.
OPMERKING: De waarden die zijn gemarkeerd met een asterisk (*) zijn de oorspronkelijke menu-instellingen af-fabriek. Popup weergeven Toepassing: Bepalen of een popup-menu wordt weergegeven of niet, wanneer papier in de standaardlade voor 250 vel of de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer wordt gelegd. Mogelijkheden: Aan Papierlade Bepaalt het formaat en de soort van het papier dat in de standaardlade voor 250 vel of de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer wordt gelegd.
Mogelijkheden: Normaal* Normaal dik Gerecycled Papiersoort Normaal zijde2*1 Gerecycled zijde2*1 Norm dik zijde2*1 A4*2 A5 B5 Letter*2 Papierformaat 8.5x13" Legal Executive * 1 "zijde2" betekent afdrukzijde 2 van het papier. * 2 Dit zijn specifieke, per land verschillende fabrieksinstellingen. Opslag afdruk Dit Opslag afdruk menu biedt enkele speciale afdrukmogelijkheden zoals Veilige afdruk en Proefafdruk.
2. Druk op de knop totdat Beheermenu verschijnt, en druk dan op de knop 3. Druk op de knop totdat Paneelinstel verschijnt, en druk dan op de knop 4. Paneelvergrend wordt weergegeven. Druk op de knop 5. Druk op de knop 6. Druk op knop 7. Druk op de knop 8. Voer het oude wachtwoord in (voor, wanneer u dat voor de eerste keer doet na het uitvoeren van de instellingen, toets dan 0000 in), en druk daarna op de knop 9. 10. (Instellen). (Instellen). (Instellen) .
Terug naar inhoud pagina Uw printersoftware begrijpen Hulpprogramma Printerinstellingen Installeer met behulp van de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD die bij uw printer is verzonden, een combinatie van software-programma's die past bij uw besturingssysteem. Printerstatus-venster Het venster Printerstatus waarschuwt u wanneer er een fout optreedt of iets uw aandacht vraagt, zoals wanneer het papier is vastgelopen of de toner bijna op is.
Software bijwerken De updates van de firmware en/of stuurprogramma's kunt u downloaden van de Dell ondersteuningswebsite op support.dell.com. Hulpprogramma Printerinstellingen In het venster Snelstartprogramma kunt u Statusvenster, Werkset, Updater en Problemen oplossen openen. Wanneer u de Dell-software installeert, wordt het Snelstartprogramma ook geïnstalleerd. Nadere informatie over het installeren van de software vindt u onder "Instellingen opgeven voor gedeeld afdrukken".
Terug naar inhoud pagina Afdrukken Tips voor succesvol afdrukken Een afdruktaak naar de printer sturen Annuleren van een afdruktaak Afdrukken van een rapportpagina Gebruik van de functie Afdrukken en Bewaren Dit hoofdstuk geeft tips voor het afdrukken, voor het afdrukken van lijsten met informatie over uw printer en voor het annuleren van een afdruktaak. Tips voor succesvol afdrukken Tips voor de Opslag van afdrukmedia Berg uw afdrukmedia goed op. Zie voor meer informatie "Opslag van afdrukmedia".
1. Druk opCancel. OPMERKING: Het afdrukken wordt geannuleerd, maar alleen voor de huidige taak. Alle volgende taken zullen gewoon worden afgedrukt. Annuleren van een afdruktaak vanaf een computer die draait onder Windows Annuleren van een taak vanaf de taakbalk Wanneer u een taak voor afdrukken verzendt, verschijnt er een klein printerpictogram in de rechterhoek van de taakbalk. 1. Dubbelklik op het printerpictogram. Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster. 2.
De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. Bij gebruik van de werkset 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 2130cn Color Laser Printer® Werkset. Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2. Klik op de naam van deze printer die wordt genoemd in Printernaam en klik daarna op OK. De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport. 4. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina. De pagina Rapporten verschijnt. 5.
lijst. Als u kiest voor Veilige afdruk, moet u daarna het wachtwoord invoeren dat u hebt gekozen in het printerstuurprogramma toen u de afdruktaak naar de printer verzond. Zie "Veilige afdruk" voor nadere informatie.
OPMERKING: De printer bewaart de taak totdat u die verwijdert via het operatorpaneel of totdat u de printer uitschakelt. De gegevens worden uit het geheugen gewist wanneer u de printer uitschakelt. VOORZICHTIG: Wanneer u Verwd na afdruk kiest, wordt de vastgehouden taak na het afdrukken automatisch verwijderd.
Terug naar inhoud pagina Instellingen opgeven voor gedeeld afdrukken Aanwijzen en afdrukken Peer-to-peer U kunt uw nieuwe printer met anderen delen op een netwerk, gebruik daarvoor de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD die bij uw printer is geleverd, of via de methode aanwijzen-e n-afdrukken of de methode "peer-to-peer" van Microsoft®.
l Controleer of het printer-object in de mapPrinters of Printers en faxapparatenaangeeft dat deze printer wordt gedeeld. Een pictogram van gedeeld gebruik wordt onder het printerpictogram weergegeven. l Blader door het Netwerk of Mijn netwerklocaties. Zoek naar de host-naam van de server en kijk of de gedeelde naam die u voor de printer hebt gekozen, wordt weergegeven.
d. Klik op het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken. Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van de printer voltooid. Windows Vista, Windows Vista 64-bit Edition 1. Klik op het Windows-bureaublad van de client-computer op Starten® Netwerk. 2. Zoek de hostnaam van de server-computer op en dubbelklik op de hostnaam. 3. Klik met de rechtermuisknop op de gedeelde printernaam, en klik dan op Verbinding maken. 4. Klik op Stuurprogramma installeren. 5.
3. Klik op Volgende. 4. Selecteer een Netwerkprinter of een printer die met een andere computer is verbonden en klik dan op Volgende (Bij Windows 2000 selecteert u de netwerkprinter uit de lijst Gedeelde printers). Als de printer niet in de lijst voorkomt, toetst u het pad van de printer in in het tekstvakje. De server host-naam is de naam van de server-computer waaronder die is geregistreerd op het netwerk. De gedeelde printer-naam is de naam die is toegewezen tijdens het server-installatieproces. 5.
De server host-naam is de naam van de server-computer waaronder die is geregistreerd op het netwerk. De gedeelde printer-naam is de naam die is toegewezen tijdens het server-installatieproces. 4. Als dit een nieuwe printer is wordt u misschien gevraagd een printerstuurprogramma te installeren. Als er geen printerstuurprogramma beschikbaar is, zult u een pad moeten opgeven naar beschikbare stuurprogramma's. 5. Selecteer of u wilt dat deze printer de standaardprinter is voor de client, klik op Volgende.
Terug naar inhoud pagina
Terug naar inhoud pagina Lettertypen begrijpen Letterontwerp en lettertypen Bitmap-lettertypen en Schaalbare lettertypen Residente lettertypen Tekensets Letterontwerp en lettertypen Een lettertype is een samenstel van lettertekens en symbolen die zijn gebaseerd op een bepaald ontwerp. Het specifieke ontwerp noemen we een letterontwerp. De letterontwerpen die u kiest verlenen een zekere persoonlijkheid aan een document. Zorgvuldig gekozen letterontwerpen maken een document beter leesbaar.
De tekenhoogte of het punt-formaat van een lettertype is gedefinieerd als de afstand van de top van het hoogste letterteken tot de onderkant van het laagste teken in het lettertype. Vanwege deze definitie van de lettergrootte kunnen verschillende lettertypen die zijn afgedrukt in hetzelfde punt-formaat wel eens aanzienlijk verschillen in gemiddelde of schijnbare grootte. Dat komt omdat er nog andere lettertype-parameters zijn die bepalen hoe het lettertype er uit ziet.
CG Times BdIt Univers Md Univers MdIt Univers Bd Univers BdIt Univers MdCd Univers MdCdIt Univers BdCd Univers BdCdIt AntiqueOlv AntiqueOlv It AntiqueOlv Bd CG Omega CG Omega It CG Omega Bd CG Omega BdIt Garamond Antiqua Garamond Krsv Garamond Hlb Garamond KrsvHlb Courier Courier It Courier Bd Courier BdIt LetterGothic LetterGothic It LetterGothic Bd Albertus Md Albertus XBd Clarendon Cd Coronet Marigold Arial Arial It Arial Bd Arial BdIt TimesNew TimesNew It TimesNew Bd TimesNew BdIt Symbol W
Times Roman Times It Times Bd Times BdIt Helvetica Helvetica Ob Helvetica Bd Helvetica BdOb CourierPS CourierPS Ob CourierPS Bd CourierPS BdOb SymbolPS Palatino Roman Palatino It Palatino Bd Palatino BdIt ITCBookman Lt ITCBookman LtIt ITCBookmanDm ITCBookmanDm It HelveticaNr HelveticaNr Ob HelveticaNr Bd HelveticaNr BdOb N C Schbk Roman N C Schbk It N C Schbk Bd N C Schbk BdIt ITC A G Go Bk ITC A G Go BkOb ITC A G Go Dm ITC A G Go DmOb ZapfC MdIt ZapfDingbats Tekensets Een tekenset is de verzamel
Roman 8 (Default) ISO 8859-1 Latin 1 ISO 8859-2 Latin 2 ISO 8859-9 Latin 5 ISO 8859-10 Latin 6 P C-8 P C-8 DN P C-775 Baltic P C-850 Multilingual P C-852 Latin 2 P C-1004 OS/2 PC Turkish Windows 3.1 Latin 1 Windows 3.1 Latin 2 Windows 3.1 Latin 5 DeskTop PS Text MC Text Microsoft Publishing Math 8 PS Math Pi Font Legal ISO 4 United Kingdom ISO 6 ASCII ISO 11 Swedish:names ISO 15 Italian ISO 17 Spanish ISO 21 German ISO 60 Norwegian v1 ISO 69 French Windows 3.
Terug naar inhoud pagina Meldingen van de Printer begrijpen Het operatorpaneel van de printer laat meldingen zien die de actuele staat van de printer beschrijven en geeft een aanduiding van mogelijke printerproblemen die u moet oplossen. In dit onderdeel wordt een lijst van alle printermeldingen gegeven, wordt uitgelegd wat zij betekenen en wordt vermeld hoe u de meldingen kunt wissen.
016-365 Herstart printer NPA herinst Er is een communicatiekaartfout opgetreden tussen de Netwerkprotocol-adapter en de controlekaart. Zet de printer uit, installeer de Netwerkprotocol-adapter opnieuw en zet de printer weer aan. Neemt contact op met Dell als dit het probleem niet verhelpt. Zie "Contact opnemen met Dell". Contact onderst NNN-NNN Herstart printer XXX herinstal XXX is niet volledig en goed geplaatst. Fout NNN-NNN heeft te maken met printerproblemen.
Nu Zie "Contact opnemen met Dell". Contact onderst 094-911 Zet de printer uit en daarna weer aan. Contact onderst 094-911 De levensduur van de DTB-unit is bijna verstreken. Neemt contact op met Dell als dit het probleem niet verhelpt. Zie "Contact opnemen met Dell". AlsBerichtRetour CRUM ID 093-NNN Cassette XXX herinstalleren Er is een niet-ondersteunde eenheid geïnstalleerd. Neem de niet-ondersteunde eenheid uit en plaats er een die wel wordt ondersteund. XXX duidt een lade aan die u vervangt.
Het aantal af te drukken pagina's te verminderen door bijvoorbeeld de afdrukgegevens op te splitsen. Druk op Meer vrije geheugenruimte te creëren door gegevens op de RAMdisk die u niet meer nodig hebt, te verwijderen. Zie "Afdrukken van opgeslagen taken en proefafdruk-taken". PDL-verzoek 016-720 Dataschending Fout doet zich voor die verband met problemen met de PDL-emulatie. Druk op de knop (Instellen) en wis de melding, annuleer de actuele afdruktaak en voer eventueel een volgende afdruktaak uit.
Terug naar inhoud pagina Vastgelopen papier verwijderen Voorkomen van vastlopend papier Opzoeken van de plaats waar papier is vastgelopen Verwijderen van vastgelopen papier uit de enkele velinvoer Verwijderen van vastgelopen papier uit de standaardlade voor 250 vel Verwijderen van vastgelopen papier uit de Fuser Verwijderen van vastgelopen papier uit duplexer Verwijderen van vastgelopen papier uit de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer Vastlopen van het papier is meestal te voorkomen door keuze van d
3 Enkele velinvoer 4 250 documentinvoer 5 Standaardlade voor 250 vel 6 Voorpaneel Verwijderen van vastgelopen papier uit de enkele velinvoer OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1. Trek het vastgelopen papier uit de enkele velinvoer. Als er geen vastgelopen papier te vinden is of als het moeilijk te verwijderen is, ga dan door met de volgende stap om het vastgelopen papier uit de printer te verwijderen.
5. Sluit de riemeenheid door deze naar boven te duwen. 6. Sluit de voorklep. 7. Schuif de papierlade terug in de printer en duw de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. Verwijderen van vastgelopen papier uit de standaardlade voor 250 vel OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1.
3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig los zodat het niet scheurt. Als de papierstoring zich zo niet gemakkelijk laat verhelpen, verwijder het vastgelopen papier dan als volgt uit de printer. 4. Open de voorklep door op de knop aan de zijkant te drukken. 5. Open de riemeenheid totdat deze stopt en verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er geen snippers papier in de printer zijn achtergebleven. 6. Sluit de riemeenheid door deze naar boven te duwen. 7. Sluit de voorklep.
8. Schuif de papierlade in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. Verwijderen van vastgelopen papier uit de Fuser OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1. Wacht 30 minuten. 2. Druk op de knop aan de zijkant en open de voorklep. 3. Open de riemeenheid totdat deze stopt.
6. Sluit het deksel van de Fuser en druk de hendels aan weerszijden van de Fuser omlaag. 7. Controleer of er geen papiersnippers binnenin de printer zijn achtergebleven en sluit dan de riemeenheid. 8. Sluit de voorklep. Verwijderen van vastgelopen papier uit duplexer OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1. Druk op de knop aan de zijkant en open de voorklep. 2. Open de klep van de duplexer. 3.
4. Sluit de klep van de duplexer. 5. Sluit de voorklep. Verwijderen van vastgelopen papier uit de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1. Trek de lade voorzichtig uit de printer. Houd de lade met beide handen vast en neem de lade uit de printer.
4. Open met een druk op de knop aan de zijkant de voorklep en verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er geen snippers papier in de printer zijn achtergebleven. 5. Sluit de voorklep. OPMERKING: Als de melding van vastgelopen papier niet is verdwenen als u de voorklep hebt gesloten, trek dan de standaardlade voor 250 vel uit de printer en verwijder het vastgelopen papier. 6. Schuif de papierlade terug in de printer en duw de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade.
Terug naar inhoud pagina Gids voor het verhelpen van storingen Simpele problemen met de printer Schermweergaveproblemen Afdrukproblemen Afdrukkwaliteitsproblemen Abnormaal lawaai Problemenmet papierstoring/uitlijning Problemen met optionele accessoires Overige problemen Contact opnemen met de servicedienst Simpele problemen met de printer Sommige problemen met de printer kunt u zelf vrij eenvoudig verhelpen.
Bepaal welk host-interface u gebruikt. Druk een Paneel-instellingenpagina af om te zien of de huidige interface-instellingen juist zijn. Raadpleeg "Afdrukken van een pagina Paneelinstellingen" voor nadere bijzonderheden over het afdrukken van een paneelinstellingen-pagina. Controleer of de gebruikte afdrukmedia voldoen aan de specificaties voor uw printer. Zie "Ondersteunde papierformaten" voor nadere informatie.
Is het probleem opgelost? Zet de Tonerspaarmodus uit in het printerstuurprogramma. 3 1. Het is belangrijk dat het tabblad Geavanceerd het keuzevakje Tonerspaarmodus niet is geselecteerd. De taak is voltooid. Ga naar actie 4. De taak is voltooid. Ga naar actie 5. De taak is voltooid. Ga naar actie 6. De taak is voltooid. Ga naar actie 7. Ga naar actie 8. Neem contact op met Dell. Ga naar actie 9. Neem contact op met Dell. De taak is voltooid. Ga naar actie 10. De taak is voltooid.
1 OPMERKING: De Verversfunctie gebruikt extra toner. 4. 5. De taak is voltooid. Ga naar actie 2. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Na gebruik van de Vernieuwenmodus selecteert u de Grafiekafdruk in de lijst op het tabblad Diagnose. Klik op de knop Configuratiegrafiek 4 kleuren . Dan wordt het Configuratiegrafiek 4 kleuren afgedrukt. Is het probleem opgelost? Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 1. 2 2. 3. Vervang de PHD-eenheid.
2 Zorg ervoor dat de PHD-eenheid juist is geïnstalleerd. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren". De taak is voltooid. Ga naar actie 3. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Is het probleem opgelost? Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 1. 3 2. 3. Vervang de PHD-eenheid. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren".
Oplossing Ja Nee De taak is voltooid. Ga naar actie 2. De taak is voltooid. Ga naar actie 3. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Wellicht zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe. Bevestig de hoeveelheid toner die resteert in elk van de printercassettes. 1 1. 2. Controleer het tonerniveau in het tabblad Status in de Statusmonitor. Vervang de tonercassettes als dat nodig is.
3. contact op met Dell. Vergelijk de kleurstippen op uw uitvoer met die op de Configuratiegrafiek tekenbreedte en probeer het probleem te localiseren. Is de oorzaak van het probleem gevonden? Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 1. Vervang de PHD-eenheid. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren". Klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose na het plaatsen van de PHD-eenheid. Klik op de knop Configuratiegrafiek tekenbreedte. 2. 2a 3.
Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 1. Vervang de PHD-eenheid. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren". Klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose na het plaatsen van de PHDeenheid. Klik op de knop Configuratiegrafiek ghost. 2. 2a 3. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Ga naar actie 3. Ga naar actie 2a. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. De Configuratiegrafiek ghost wordt afgedrukt.
1 1. 2. 3. Start de Werkset en klik op Vernieuwenmodus op het tabblad Diagnose. Klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose na het starten van de PHD Vernieuwenmodus. Klik op de knop Configuratiegrafiek 4 kleuren . De taak is voltooid. Ga naar actie 2. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Dan wordt het Configuratiegrafiek 4 kleuren afgedrukt. Is het probleem opgelost? Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 1. 2 2. 3. Vervang de PHD-eenheid.
Banden Oplossing Ja Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van de MQ-grafiek. 1 1. 2. Start de Werkset en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose. Klik op de knop Configuratiegrafiek tekenbreedte. Nee Ga verder met de actie die overeenkomt met de locatie van het probleem: l l De Configuratiegrafiek tekenbreedte wordt afgedrukt. l PHD-eenheid - 2a Fuser - 2b Hoofdeenheid van de printer - neem contact op met Dell. Neem contact op met Dell.
Is het probleem opgelost? Gekreukt/gevlekt papier Oplossing 1 Ja Controleer of de juiste afdrukmedia wordt gebruikt. Zie "Ondersteunde papierformaten". Als het niet het geval is, gebruik dan de afdrukmedia die wordt aanbevolen voor de printer. Bij afdrukken op een envelop gaat u naar actie 2a. De taak is voltooid. Is het probleem opgelost? 2a Controleer de kreuk. Bevindt de kreuk zich binnen 30 mm van de vier randen van de envelop? Nee Dit type kreuk is normaal. Uw printer maakt geen fout.
2 2. Klik op de knop Geluid afspelen en controleer het motorgeluid. Neem contact op met Dell. Ga naar actie 3. Neem contact op met Dell. Ga naar actie 4. Neem contact op met Dell. Ga naar actie 5. Neem contact op met Dell. Ga naar actie 6. Neem contact op met Dell. Neem contact op met Dell. Komt het geluid dat door de printer wordt gemaakt overeen met het geluid na het indrukken van de knop Geluid afspelen? 1. 2. 3.
1 1. 2. Start de Werkset en klik op Registratie-instelling op het tabblad Printeronderhoud. Klik op Automatische correctie onder Instellingen kleurregistratie. De taak is voltooid. Ga naar actie 2. Is het probleem opgelost? 2 Ga naar actie Ga naar actie 3a. 3b. Heeft u een reserve PHD-eenheid? Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 1. 3a 2. Vervang de PHD-eenheid. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren".
Vervang de PHD-eenheid als u een reserve-exemplaar hebt. 4b Is het probleem opgelost? De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Storing register Oplossing 1 Zorg ervoor dat de PHD-eenheid juist is geïnstalleerd. Zie "Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat)" en "De PHD-eenheid installeren". Ja Nee De taak is voltooid. Ga naar actie 2. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Is het probleem opgelost? 2 Vervang de PHD-eenheid indien u een reserve heeft.
De volgende tabel geeft een overzicht van de als optie verkrijgbare accessoires voor de printer en de oplossingen voor problemen die zich kunnen voordoen. Bel onze klantenservice, als de gegeven oplossing niet het gewenste effect heeft. Probleem Oplossing l 250 documentinvoer l Controleer of de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer goed op de printer is aangesloten. Installeer de 250 documentinvoer opnieuw.
Terug naar inhoud pagina Printerstuurprogramma's installeren Persoonlijke Printerinstallatie Netwerk Printerinstelling De pagina met de printerinstellingen afdrukken en controleren Lokale Netwerkprinterinstelling Externe Netwerkprinterinstelling Beveiliging instellen Instructies voor verhelpen van storingen Persoonlijke Printerinstallatie 1. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in uw computer om de Eenvoudige installatie navigator te starten.
De pagina met de printerinstellingen afdrukken en controleren Druk, voordat u het printerstuurprogramma op uw computer installeert, de printerinstellingenpagina af zodat u het IP-adres van uw printer kunt controleren. Bij gebruik van het Operatorpaneel 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de knop 3. totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop Printerinstell wordt weergegeven en u drukt dan op de knop (Instellen). (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. 4.
OPMERKING: De functie Dell Printer Configuration Web Tool is niet beschikbaar wanneer de printer direct is aangesloten op een lokale computer of afdrukserver. U kunt de functie Dell Printer Configuration Web Tool starten door het IP-adres van de printer in te toetsen in uw Web-browser en de printerconfiguratie verschijnt op uw scherm. U kunt de functie Dell Printer Configuration Web Tool zo instellen dat u een e-mailbericht ontvangt zodra voor de printer materiaal of een ingreep nodig is.
Voor Windows Server 2008: 1. Klik op Start® Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Windows Firewall. 3. Klik op Instellingen wijzigen. 4. Selecteer in het tabblad Uitzonderingen het keuzevakje Bestands- en printerdeling en klik op OK. Voor Windows XP: 1. Klik op Start® Configuratiescherm. 2. Selecteer Beveiligingscentrum. 3. Klik op Windows Firewall. 4. Selecteer in het tabblad Uitzonderingen het keuzevakje Bestands- en printerdeling en klik op OK.
7. Start de computer opnieuw op. Voor Windows Server 2008: 1. Klik op Start® Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Gebruikersaccounts. 3. Klik op Gebruikersaccountbeheer in- of uitschakelen. 4. Verwijder de selectie van het keuzevakje Gebruik Gebruikersaccountbeheer (UAC) om uw computer beter te beveiligen. 5. Klik op OK. 6. Start de computer opnieuw op.
1. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in uw computer en start de Eenvoudige installatie navigator. OPMERKING: Als de CD niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start® Alle Programma's (alleen voor Windows Vista)® Accessoires (alleen voor Windows Vista)® Uitvoeren en daarna typt u D:\setup_assist.exe (waarbij D de letter is van uw CD-station) en klikt u op OK. 2. Start de installatiesoftware door op Aangepaste installatie te drukken. 3. Selecteer Netwerkinstallatie en klik op Volgende.
3. Druk op de knop totdat Paneelinstel verschijnt en druk dan op de knop (Instellen). 4. Paneelvergrend wordt weergegeven. Druk op de knop 5. Druk op de knop 6. Druk op Cancel als u wilt terugkeren naar het vorige menu. 7. Druk op de knop 8. Voer ter bevestiging van het wachtwoord dat u hebt ingevoerd, het wachtwoord opnieuw in en druk dan op de knop (Instellen). totdat Inschakelen verschijnt en druk dan op de knop (Instellen).
4. Selecteer Terugstellen in de lijst links op de pagina. De pagina Terugstellen verschijnt. 5. Klik op Starten. De printer wordt uitgeschakeld en de instellingen worden toegepast.
Terug naar inhoud pagina Afdrukken met Web-services op Apparaten (WSD) Rollen van Afdrukservices toevoegen Printerinstelling Dit hoofdstuk geeft informatie over het afdrukken over een netwerk met WSD, het nieuwe Windows Vista® en Windows Server® 2008-protocol van Microsoft®. Rollen van Afdrukservices toevoegen Wanneer u Windows Server 2008 gebruikt moet u de rollen van afdrukservices aan de Windows Server 2008 client toevoegen. 1. Klik op Start® Administratieve taken® Server Manager. 2.
Terug naar inhoud pagina Uw printer onderhouden Bepalen van de toestand van de benodigdheden Besparen op materiaalkosten Bestellen van benodigdheden Opslag van afdrukmedia Opslag van verbruiksmaterialen Vervangen van tonercassettes Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat) Vervangen van de Vertragingsrol De invoerrol in de printer reinigen De CTD-sensor binnenin de printer reinigen Bijstellen van de Kleurregistratie Als u een optimale afdrukkwaliteit wilt handhaven, zult u regelmatig bepaalde onderho
4. b. Kies een URL Internet-adres uit de lijst Nabestel URL selecteren. c. Klik op Bezoek Dells bestelwebsite voor printersupplies. Als u telefonisch wilt bestellen, belt u het nummer dat verschijnt onder de kopregel Telefonisch bestellen. Opslag van afdrukmedia Voorkom mogelijk problemen met de papiertoevoer en een ongelijkmatige afdrukkwaliteit, houd u aan de volgende aanwijzingen.
3. Trek de cassettehouder naar buiten totdat deze klikt en trek vervolgens de tonercassette uit de houder. OPGELET: Schud de tonercassettes niet omdat u anders toner kunt morsen. Installeren van een nieuwe tonercassette 1. Controleer voordat u de toner vervangt of de kleur van de nieuwe tonercassette overeenkomt met de kleur die staat aangegeven op de hendel. Schud de tonercassette vijf of zes keer heen en weer zodat de toner gelijkmatig wordt verdeeld. 2.
3. Sluit de zijklep. Vervangen van de PHD-eenheid (printkopapparaat) OPGELET: Voordat u één van de volgende handelingen verricht, leest en volgt u vooral eerst de veiligheidsvoorschriften in uw Productinformatiegids. VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de PHD (Printkopapparaat) tegen fel licht, sluit de riemeenheid binnen drie minuten. Als de riemeenheid langer dan drie minuten open blijft staan, kan dat de afdrukkwaliteit aantasten.
5. Draai de vier vergrendelingshendels van de PHD naar links. 6. Trek de PHD-eenheid uit de printer. De PHD-eenheid installeren 1. Open de PHD-verpakking. 2. Haal de PHD-eenheid uit de verpakking.
3. Verwijder alle acht gele linten uit de PHD-eenheid. 4. Verwijder de achterste bescherming van de PHD-eenheid. OPMERKING: Verwijder de voorste beschermkap nu nog niet. 5. Plaats de PHD-eenheid helemaal tot de lijn op de hendel is uitgelijnd met de witte lijn op de printer. 6. Vergrendel de PHD-eenheid door de PHD-vergrendelingshendels 90 graden naar rechts te draaien.
7. Verwijder voorzichtig de beschermkap van de PHD-eenheid. VOORZICHTIG: Let vooral goed op dat u niet de riemeenheid raakt wanneer u de voorste beschermkap verwijdert. 8. Sluit de riemeenheid door deze naar boven te duwen. 9. Sluit de voorklep. 10. Schuif de standaardlade voor 250 vel in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden.
De gebruikte vertragingsrol in de standaardlade voor 250 vel verwijderen OPMERKING: Verwijder alle papier of media uit de lade en trek de lade uit de printer. 1. Trek de de standaardlade voor 250 vel voorzichtig uit de printer. Houd de lade met beide handen vast en neem de lade uit de printer. OPMERKING: Controleer dat u alle papier uit de standaardlade voor 250 vel hebt verwijderd voordat u de vertragingsrol verwijdert.
3. Leg weer papier in de printer. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. De invoerrol in de printer reinigen Reinig de invoerrol in de printer als de afdrukmedia niet juist wordt ingevoerd. VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de PHD (Printkopapparaat) tegen fel licht, sluit de riemeenheid binnen drie minuten. Als de riemeenheid langer dan drie minuten open blijft staan, kan dat de afdrukkwaliteit aantasten.
5. Draai de vier vergrendelhendels van de PHD naar links en trek dan de PHD-eenheid uit de printer. OPMERKING: Bewaar de PHD-eenheid op een donkere plaats. Voorkom dat de PHD wordt blootgesteld aan licht. 6. Reinig de invoerrol in de printer met een droge doek. 7. Plaats de PHD-eenheid totdat deze stopt, draai de vier vergrendelhendels van de PHD naar rechts en zet de PHD-eenheid vast.
8. Sluit de riemeenheid door deze omhoog te duwen. 9. Sluit de voorklep. 10. Schuif de standaardlade voor 250 vel in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. De CTD-sensor binnenin de printer reinigen Reinig de CTD-sensor alleen wanneer u een alarm voor de CTD-sensor ziet verschijnen op de Statusmonitor of het operatorpaneel.
3. Druk op de knop aan de zijkant en open de voorklep. 4. Open de riemeenheid. 5. Reinig de CTD-sensor in het apparaat met een droog wattenstaafje. 6. Sluit de riemeenheid door deze omhoog te duwen. 7. Sluit de voorklep.
8. Schuif de standaardlade voor 250 vel in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. Bijstellen van de Kleurregistratie Volg onderstaande procedure als u de kleurregistratie wilt bijstellen nadat u de printer op een andere plaats hebt gezet. Het Kleurregistratieschema afdrukken Bij gebruik van het Operatorpaneel 1. Druk op de knop Menu. 2.
Hierna wordt uitgelegd hoe u de aanpassingswaarden voor het snel scannen en het langzaam scannen kunt bepalen met behulp van Grafiek 1 en Grafiek 2. Snel scannen Zoek op Grafiek 1 van het kleurregistratieschema de rechtste lijnen waar de twee zwarte lijnen en de gekleurde lijn voor elk van de kleuren het dichtst zijn uitgelijnd (G, M en C). Vindt u de rechtste lijn, noteer dan de waarde (-9 - +9) die voor iedere kleur door de rechtste lijn wordt aangeduid.
Waarden invoeren Bij gebruik van het Operatorpaneel Via het operatorpaneel voert u de waarden in die u hebt gevonden in het kleurregistratieschema en maakt u de aanpassing. 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de knop totdat Beheermenu verschijnt, en druk dan op de knop 3. Druk op de knop totdat Onderhoud verschijnt, en druk dan op de knop 4. Druk op de knop totdat Kleurreg-instel verschijnt, en druk dan op de knop 5. Druk op de knop totdat Nummer invoeren verschijnt en druk dan op de knop 6.
11. Druk op of totdat u de waarde bereikt (bijvoorbeeld, +3) die wordt aangegeven in het schema. 12. Druk eenmaal op 13. Herhaal de stappen 11 en 12 totdat u alle cijfers voor Langzaam scannen hebt ingevoerd en druk op de knop 14. Druk op de knop Cancel. 15. Druk op de knop en verplaats zo de cursor naar de volgende waarde. totdat Kleurreg schema verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen). (Instellen). Het kleurregistratieschema wordt dan afgedrukt met de nieuwe waarden. 16.
Terug naar inhoud pagina Optionele accessoires verwijderen De als optie verkrijgbare 250 documentinvoer verwijderen Verwijderen van een Duplexer Verwijderen van geheugen De Netwerkprotocol-adapter verwijderen De Draadloze printer-adapter verwijderen Als de printer moet worden verplaatst of de printer en de optionele accessoires voor het verwerken van afdrukmedia moeten worden vervoerd naar een nieuwe locatie, moeten alle optionele accessoires voor de verwerking van afdrukmedia van de printer worden gehaald
5. Schuif de standaardlade voor 250 vel in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. 6. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. Verwijderen van een Duplexer 1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Druk op de knop aan de zijkant en open de voorklep. 3.
Verwijderen van geheugen 1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3. Verwijder de bedieningspaneelklep. OPMERKING: Neem de onderste rand van de bedieningspaneelklep los door de bedieningspaneelklep te draaien met het scharnier in de bovenste rand. Verwijder vervolgens de bedieningspaneelklep door deze uit de printer te trekken. 4.
7. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. De Netwerkprotocol-adapter verwijderen 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Koppel daarna alle kabels aan de achterzijde van de printer los. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3. Verwijder de bedieningspaneelklep. OPMERKING: Neem de onderste rand van de bedieningspaneelklep los door de bedieningspaneelklep te draaien met het scharnier in de bovenste rand.
5. Installeer de bedieningspaneelklep. OPMERKING: Schuif het bovenste scharnier van de bedieningspaneelklep in de bovenste inkeping op de printer. Schuif vervolgens het onderste scharnier van de bedieningspaneelklep in de onderste inkeping op de printer. 6. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. 7. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. De Draadloze printer-adapter verwijderen 1.
4. Verwijder de Draadloze printer-adapter uit de printer door de haak van de adapter los te maken uit de onderzijde van de aansluiting van de Draadloze printer-adapter, zoals de volgende afbeelding laat zien. 5. Installeer de bedieningspaneelklep. OPMERKING: Schuif het bovenste scharnier van de bedieningspaneelklep in de bovenste inkeping op de printer. Schuif vervolgens het onderste scharnier van de bedieningspaneelklep in de onderste inkeping op de printer. 6.
Terug naar inhoud pagina Printerspecificatiies Besturingssysteem-geschiktheid Stroomvoorziening Afmetingen Geheugen Pagina-beschijvingstaal (PDL)/emulatie, besturingssysteem en interface Omgeving Kabels Besturingssysteem-geschiktheid Uw Dell™ 2130cn Color Laser Printer is geschikt voor Microsoft® Windows® 2000, Windows XP, Windows XP 64-bit Edition, Windows Server® 2003, Windows Server 2003 64-bit Edition, Windows Server 2008, Windows Server 2008 64-bit Edition, Windows Vista® en Windows Vista 64-bit Edit
Interfaces Standaard netwerk: 10Base-T/100Base-TX Ethernet Optioneel netwerk: IEEE802.11b/802.11g (Draadloos) MIB beheersysteem-geschiktheid Een Management Informatie-Bank (MIB) is een database die gegevens bevat over de netwerk-apparatuur (zoals adapters, bruggen, routers, of computers). De opgeslagen informatie helpt de netwerkbeheerder bij diens taak het netwerkverkeer te regelen (analyse van de werking, verkeersstromen, foutanalyse, enz.).
Terug naar inhoud pagina
Terug naar inhoud pagina Appendix Dell technisch ondersteuningsbeleid Garantie en beleid voor retourzending Contact opnemen met Dell Dell technisch ondersteuningsbeleid Technische ondersteuning door onderhoudstechnici vereist de medewerking en participatie van de klant in het proces van storingzoeken, en bestaat uit het herstellen van het besturingssysteem, software-programma en hardware-stuurprogramma's in hun oorspronkelijke configuratie zoals bij aflevering door Dell, en ook de verificatie van de juist
Voor specifieke informatie over de wereldwijde recycle-programma's van Dell, zie www.dell.com/recyclingworldwide. Contact opnemen met Dell Voor klanten in de Verenigde Staten: bel 800-W W W-Dell (800-999-3355). OPMERKING: Als u niet kunnen beschikken over een werkende Internet-verbinding, kunt u de contactinformatie vinden op uw aankoopfactuur, pakbon, rekening, in uw Dell-catalogus. Dell biedt u tal van service-mogelijkheden voor online-ondersteuning en telefonische ondersteuning.
Terug naar inhoud pagina Dell™ 2130cn Color Laser Printer Gebruikershandleiding Klik op de koppelingen links voor informatie over de kenmerken, mogelijkheden en bediening van uw printer. Zie voor nadere informatie over de andere documenten die bij uw printer geleverd zijn "Informatie zoeken". Vooraanzicht 250 documentinvoer 1 Operatorpaneel 6 OPMERKING: Uw printer kan maximaal 3 laden bevatten (de standaardlade voor 250 vel, de 250 documentinvoer en de enkele velinvoer).
Als u het pictogram niet op uw bureaublad kunt vinden, volgt u de procedure hieronder. a. Klik op DLRMM.EXE van "C:\Program Files\Dell Printers\Additional Color Laser Software\Reorder". OPMERKING: "C:\Program Files\" kunnen verschillen afhankelijk van de doelbestemming van de map waar u de Dell-software en documentatie heeft geïnstalleerd. 2. b. Klik op Bestand op de werkbalk en daarna op Snelkoppeling maken op het uitklapmenu dat verschijnt. c.
Terug naar inhoud pagina Operatorpaneel Gebruik van de Operatorpaneel-knoppen Afdrukken van een pagina Paneelinstellingen Gebruik van de Operatorpaneel-knoppen Het operatorpaneel heeft een tweeregelig LCD-scherm (Liquid Crystal Display) van 16 tekens, zeven knoppen en twee indicatielampjes die knipperen wanneer de printer gereed is voor gebruik en wanneer er zich een fout voordoet.
Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2. Klik op de naam van deze printer die wordt genoemd in Printernaam en klik daarna op OK. De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport. 4. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina. De pagina Rapporten verschijnt. 5. Klik op de knop Paneelinstellingen. Dan wordt de pagina Paneelinstellingen afgedrukt.
Terug naar inhoud pagina Informatie zoeken OPMERKING: De volgende items dient u zelf apart aan te schaffen.
Expresservice-code en Service-tag-nummer De Expres-servicecode en Service-tagnummers staan aangegeven binnenin de voorklep van uw printer. Zie de ondersteuningswebsite van Dell op support.dell.com De Dell ondersteunings-website,support.dell.
Terug naar inhoud pagina Over uw printer Operatorpaneel Uw printer beschermen De volgende afbeeldingen tonen de standaard Dell™ 2130cn Color Laser Printer. 250 documentinvoer 1 Operatorpaneel 6 OPMERKING: Uw printer kan maximaal 3 laden bevatten (de standaardlade voor 250 vel, de 250 documentinvoer en de enkele velinvoer).
U kunt uw printer beschermen tegen diefstal door middel van de als optie verkrijgbare Kensington-vergrendeling. Bevestig de Kensington-vergrendeling op de veiligheidssleuf van uw printer. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de bedieningsinstructies die bij de Kensington-vergrendeling worden geleverd.
Terug naar inhoud pagina Installeren van de PHD-eenheid (printkopapparaat) en Tonercassettes Installeren van de PHD-eenheid (printkopapparaat) Installeren van de tonercassettes OPGELET: Voordat u één van de volgende handelingen verricht, leest en volgt u vooral eerst de veiligheidsvoorschriften in uw Productinformatiegids. Installeren van de PHD-eenheid (printkopapparaat) 1. Neem de tape uit de printer en trek het beschermvel uit de printer. Installeren van de tonercassettes 1. Open de zijklep. 2.
Terug naar inhoud pagina
Terug naar inhoud pagina Uw printer aansluiten Keuze van de juiste aansluitkabel De printer direct aansluiten op een computer Aansluiten van de printer op een netwerk De RESET-knop gebruiken Keuze van de juiste aansluitkabel Uw aansluitkabel van uw Dell™ 2130cn Color Laser Printer moet voldoen aan de volgende eisen: Aansluitingstype Aansluitingsspecificaties USB USB 2.0 Draadloos (Optie) IEEE802.11b/802.
VOORZICHTIG: Steek niet een USB-kabel in de USB-poort op uw toetsenbord (Indien aanwezig). Voor een USB-aansluiting hebt u een USB-kabel nodig. Let op dat het USB-symbool op de kabel overeenkomt met dat op de printer. Steek het andere uiteinde van de kabel in een USB-aansluiting aan de achterkant van de computer. Zet de printer aan. 1. Sluit het netsnoer aan op de printer een steek de stekker in het stopcontact. Gebruik geen verlengsnoeren of verdeelstekkers.
U sluit de printer aan op het netwerk door Ethernet-kabel aan te sluiten op de Ethernet-aansluiting aan de achterzijde van de printer en op een LANverbindingspunt of -verdeelpunt (hub). Steek voor een draadloze verbinding de draadloze printer-adapter in de aansluiting van de draadloze printer-adapter aan de achterzijde van de printer. Raadpleeg voor een draadloze verbinding "Installeren en configureren van de Draadloze printer-adapter". Zet de printer aan. 1.
2. Klik op de naam van deze printer die wordt genoemd in Printernaam en klik daarna op OK. De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport. 4. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina. De pagina Rapporten verschijnt. 5. Klik op de knop Printerinstellingen. De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. Een IP-adres toewijzen OPMERKING: Wanneer u zelf een IP-adres toewijst in IPv6-modus, gebruik dan de Dell Printer Configuration Web Tool.
16. Herhaal de stappen 8 en 9 voor het instellen van het Subnetmasker en druk dan op 17. Zet de printer uit en daarna weer aan. (Instellen). Bij gebruik van de Werkset (voor IPv4-modus) OPMERKING: Wanneer u IPv6-modus gebruikt voor netwerkprinten, kunt u niet met de Werkset een IP-adres toewijzen. 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 2130cn Color Laser Printer® Werkset. Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2.
1. Zet de printer aan en druk vervolgens op de knop TEST. l Als de knop RESET wordt ingeschakeld en de printer wordt uitgeschakeld, werkt de detector goed. U kunt met de knop RESET de printer weer inschakelen. l Als de knop RESET niet wordt ingeschakeld, neem dan contact op met Dell. Gebruik de printer niet als de detector voor lekstromen niet werkt.
Terug naar inhoud pagina Dell Printer Configuration Web Tool Gebruik van de Dell Printer Configuration Web Tool Installatie van uw web-browser Pagina weergaveformaat Instellingen van de menu-onderdelen wijzigen OPMERKING: Deze web-tool is alleen beschikbaar als de printer op het netwerk is aangesloten met behulp van een netwerkkabel of de draadloze printer-adapter.
1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de knop 3. totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. Bij gebruik van de werkset OPMERKING: Wanneer de printer is aangesloten op de lokale poort, kan Netwerkinstellingen niet worden weergegeven. 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 2130cn Color Laser Printer® Werkset.
OPMERKING: Voor het gebruik van deze functie moet u zich aanmelden als beheerder. Afdrukvolume Gebruik de optie Afdrukvolume voor het inzien van de afdrukgeschiedenis, zoals papiergebruik en het soort taken dat wordt afgedrukt, en om het aantal gebruikers te beperken met toegang tot kleurendruk en het maximaal aantal pagina's te bepalen dat kan worden afgedrukt.
3. Selecteer de gewenste talen voor de aanduidingen in volgorde van uw voorkeur in de Taallijst. Bijvoorbeeld: l Italiaans (Italië) [it] l Spaans (traditioneel gesorteer) [es] l Duits (Duitsland) [de] l Frans (Frankrijk) [fr] l Engels [en] of Engels (Verenigde Staten) [en-us] l Deens [da] l Nederlands [nl] l Noors [no] l Zweeds [sv] Het IP-adres van de printer instellen op Non-proxy 1. Selecteer Internet-opties in het menu Extra. 2.
3. Klik op Netwerk in het dialoogvenster Opties. 4. Klik op Verbinding® Instellingen. 5. Kies een van de volgende werkwijzen: l Selecteer het keuzevakje Directe verbinding met het internet. l Selecteer het keuzevakje Proxyinstellingen voor dit netwerk automatisch detecteren. l Selecteer het keuzevakje Handmatige proxyconfiguraie en tik dan het IP-adres van de printer in in het tekstvak Geen proxy voor. l Selecteer het keuzevakje URL voor automatische proxyconfiguratie.
Knoppen in het rechter kader Knop Vernieuwen Ontvangt de huidige printerconfiguratie en toont de meest recente informatie in het Kader rechts. Knop Nieuwe instellingen toepassen Stuurt nieuwe instellingen, gemaakt via de Dell Printer Configuration Web Tool, naar de printer. De oude printerinstellingen worden vervangen door de nieuwe instellingen. Knop Instellingen herstellen Herstelt de oude instellingen van voor de laatste wijzigingen. De nieuwe instellingen worden niet naar de printer gezonden.
"Afdrukvolume" "Afdrukvolume" "Dell ColorTrack" "Lade-instellingen" * 1 Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de RAM-disk aan staat. * 2 Het onderdeel kan alleen worden weergegeven als de als optie verkrijgbare Netwerkprotocol-adapter is geïnstalleerd. * 3 Dit onderdeel is alleen beschikbaar als de als optie verkrijgbare draadloze printeradapter is geïnstalleerd.
Dell servicetag-nummer Toont het Dell servicetag-nummer. Asset-tagnummer Toont het Asset-tagnummer van de printer. Serienummer printer Toont het serienummer van de printer. Geheugencapaciteit Toont de geheugencapaciteit. Processorsnelheid Toont de verwerkingssnelheid. Firmware-versie Toont de revisiedatum (revisieniveau). Revisieniveaus printer Network Firmware-versie Toont de revisiedatum (revisieniveau).
Weergeven van de huidige instellingen in de menu's van het operatorpaneel. Mogelijkheden: Stroomspaar-timer-stand 1 Toont de tijd voor het inschakelen van stroomspaarstand 1. Stroomspaar-timer-stand 2 Toont de tijd voor het inschakelen van stroomspaarstand 2. Bedieningspaneeltoon Laat zien of een toon moet klinken wanneer de invoer van het bedienigspaneel juist is. Uit duidt aan dat de toon is uitgeschakeld.
Voorbladen Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor voorbladenpapier. Voorbladen dik Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor dik voorbladenpapier. Label Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor etiketten. Gecoat Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor gecoat papier. Gecoat dik Toont de spanningsinstelling van de overdraagrol (van -6 tot -6) voor dik gecoat papier.
Printerinstellingen Het tabblad Printerinstellingen omvat de pagina's Systeeminstellingen, USB-instellingen, PCL-instellingen en Paneelinstellingen. Systeeminstellingen Toepassing: Het configureren van de instellingen van de printer. Mogelijkheden: Stroomspaar-timer-stand 1 Stelt de tijd in voor het inschakelen var Stroomspaarstand 1. Stroomspaar-timer-stand 2 Stelt de tijd in voor het inschakelen van Stroomspaarstand 2.
Papierformaat Bepaalt het papierformaat. Aangepast formaat Y Bepaalt de lengte van aangepast papierformaat. Aangepast formaat - X Bepaalt de breedte van aangepast papierformaat. Richting Bepaalt in welke richting de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Dubbelzijdig Stelt dubbelzijdig afdrukken in als standaard voor alle afdruktaken. Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de als optie verkrijgbare Duplexer is geïnstalleerd.
Voorbladen Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor voorbladenpapier in het bereik van -6 tot 6. Voorbladen dik Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor dik voorbladenpapier in het bereik van -6 tot 6. Label Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor etiketten in het bereik van -6 tot 6. Gecoat Stelt de aangegeven spanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor gecoat papier in het bereik van -6 tot 6.
Vernieuwen cyaan toner Reinigt de toner in de cyaan tonercartridge. Vernieuwen zwarte toner Reinigt de toner in de zwarte tonercartridge. Vernieuwen drum Reinigt de oppervlakte van de PHD-eenheid. Hoogte regelen Toepassing: Het opgeven van de hoogte van de locatie waar de printer is geplaatst. Het ontlaadverschijnsel voor het opladen van de fotogeleider verschilt bij verschillende waarden voor de barometrische druk.
Afdrukserverinstellingen Stel in het menu Afdrukserverinstellingen het type printer-interface en de vereiste voorwaarden voor communicatie in. De volgende tabblad-pagina's worden bovenin het Kader Rechts getoond. Afdrukserverrapporten In het tabblad Afdrukserverrapporten vindt u de Instellingenpagina afdrukserver, de NetWare instellingenpagina en de Instellingenpagina emailwaarschuwing.
Poortstatus Toont de status van de poort. Poortnummer Toont het nummer van de poort. Gelijktijdige verbindingen Toont het aantal verbindingen dat tegelijkertijd wordt ontvangen door de client. Time-out verbinding Toont de duur van de time-out voor de verbinding. Poortstatus Toont de status van de poort. Activeer SNMP v1/v2c Protocol*4 Toont de status van de functie SNMP v1/v2c. Activeer SNMP v3 Protocol*4 Toont de status van de functie SNMP v3. HTTPS Toont de HTTPS-status van de poort.
Instellingen e-mailserver Primaire SMTP-gateway Toont de primaire SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) gateway. SMTP-poortnummer Toont het nummer van de SMTP-aansluitpoort. Verzendverificatie e-mail Toont de verificatiemethode voor uitgaande e-mail. POP3-serveradres Toont het POP3 (Post Office Protocol 3) server-adres. POP3-poortnummer Toont het nummer van de POP3 aansluiting. Antwoordadres Toont het IP-adres van de server aangesloten via het SMTP-protocol wanneer er gegevens binnenkomen.
MAC-adres Toont het MAC-adres van de printer. LPD Selecteer het aankruisvakje als u LPD wilt inschakelen. Port9100 Selecteer het aankruisvakje als u Port9100 wilt inschakelen. WSD*2 Selecteer het aankruisvakje als u de WSD-poort wilt inschakelen. Poortstatus NetWare* 2 Selecteer het aankruisvakje als u de NetWare-poort wilt inschakelen. U kunt ook het overdrachtprotocol dat moet worden gebruikt, configureren. U kunt TCP/IP kiezen als overdrachtprotocol.
DNS-serveradres ophalen Selecteer het keuzevakje als u het DNS-serveradres automatisch van de DHCPvan DHCP server wilt ophalen. IPv4 Handmatig DNSserveradres DNS Stelt het DNS-serveradres in. DNS-serveradres ophalen Selecteer het keuzevakje als u het DNS-serveradres automatisch van de DHCPv6van DHCPv6-lite lite-server wilt ophalen. IPv6 Handmatig DNSserveradres Voorrang aan IPv6 DNSnaamresolutie Selecteer het aankruisvakje als u de functie DNS-naamresolutie wilt inschakelen.
iv. Klik op de eerste kolom van de Toegangslijst rij 2. v. Voer de cijfers "0.0.0.0" in in het veld Adres, en "0.0.0.0" in het veld Adresmasker. vi. Selecteer Toestaan. vii. Klik op Nieuwe instellingen toepassen. c. Toestaan en blokkeren van het afdrukken vanaf netwerk-adressen U kunt het afdrukken bijvoorbeeld toestaan vanaf alle "192.168" netwerk-adressen of het afdrukken blokkeren vanaf alle "192.168.200" netwerk-addressen.
Instellingen emailserver SMTP-poortnummer Bepaalt het nummer van de SMTP-poort. Dit moet 25, 587 of een getal tussen 5000 en 65535 zijn. Verzendverificatie e-mail Bepaalt de verificatiemethode voor uitgaande e-mail. SMTP-gebruikerslogin Bepaalt de SMTP-gebruikerslogin. U kunt tot 63 letters en cijfers, punten en liggende streepjes, onderstrepingen en apenstaartjes (@) gebruiken. Als u meer dan één adres opgeeft, plaatst u komma's tussen de adressen.
openbaar. Gebruikersgroepnaam opnieuw invoeren (Alleen lezen)* 1 Voer de gebruikersgroepnaam(alleen lezen) voor toegang tot gegevens nogmaals ter bevestiging in. Gebruikersgroepnaam (Lezen/schrijven)* 1 Bepaalt de gebruikersgroepnaam voor toegang (lezen en schrijven) tot de gegevens op maximaal 31 alfanumerieke tekens. De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. De tekens die voor de gebruikersgroepnaam zijn ingevoerd in de vorige instellingen worden niet op het scherm getoond.
Mogelijkheden: Beheerderwachtwoord Stelt het wachtwoord in op maximaal 10 alfanumerieke tekens. In plaats van het wachtwoord verschijnen er sterretjes (*) in het veld wanneer u het invoert. Beheerderwachtwoord bevestigen Bevestig het wachtwoord door het nogmaals in te voeren. SSL/TLS Toepassing: Het opgeven van de instellingen voor de communicatie van de SSL-codering met de printer.
Mogelijkheden: Activeer IEEE 802.1x Selecteer het keuzevakje als u IEEE 802.1x-validatie wilt inschakelen. EAP-MD5 Verificatiemethode EAP-MS-CHAPv2 Selecteer Verificatiemethode die moet worden gebruikt voor IEEE 802.1x-validatie. PEAP/MS-CHAPv2 Aanmeldingsnaam: (Apparaatnaam) Bepaalt de aanmeldingsnaam (apparaatnaam) voor IEEE 802.1x-validatie met maximaal 128 alfanumerieke tekens. Wachtwoord Bepaalt het wachtwoord voor aanmelding voor IEEE 802.1x-validatie met maximaal 128 alfanumerieke tekens.
Dell ColorTrack Toepassing: Bepalen welke gebruikers toegang hebben tot kleurendruk en het afdrukvolume per gebruiker beperken. Mogelijkheden: Beperking printergebruiker Selecteer het keuzevakje als u gebruikers het gebruik van de printer wilt ontzeggen. Afdrukken toestaan zonder gebruikerspecificatie Selecteer het keuzevakje als u de printer wilt laten gebruiken zonder gebruiksbeperkingen. Gebruikerregistratie Verschijnt wanneer Beperking printergebruiker is ingeschakeld.
Toepassing: De gebruikersvermeldingen wissen die op de pagina Registratie printergebruiker bewerken staan. De volgende onderdelen bevinden zich in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de knop Gebruiker verwijderen klikt op pagina Registratie printergebruiker bewerken. Mogelijkheden: Nummer gebruikerregistratie Toont het geselecteerde gebruikersregistratienummer. Gebruikersnaam Toont de naam van de gebruiker die is geregistreerd onder het Gebruikerregistratienummer.
Terug naar inhoud pagina Als optie verkrijgbare Modules installeren De als optie verkrijgbare 250 documentinvoer installeren Een Duplexer installeren Een Geheugen installeren De Netwerkprotocol-adapter installeren Installeren en configureren van de Draadloze printer-adapter U kunt de printer functioneler maken door de opties te installeren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de opties van de printer kunt installeren, zoals de Duplexer en de als optie verkrijgbare 250 documentinvoer.
OPMERKING: Het gat voor de schroef bevindt zich in de holte van 216 millimeter aan de voorzijde van de printer. 7. Schuif de standaardlade voor 250 vel in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. 8. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. OPMERKING: De printer zal automatisch de bevestigde lade detecteren maar niet welk soort papier erin zit. 9.
b. Druk op de knop totdat Lade-instelling verschijnt, en druk dan op de knop c. Druk op de knop totdat de geïnstalleerde lade verschijnt, en druk dan op de knop d. Druk op de knop totdat Papiersoort verschijnt, en druk dan op de knop e. Druk op de knop totdat de papiersoort voor de geïnstalleerde lade verschijnt, en druk dan op de knop f. 11. (Instellen). (Instellen). (Instellen). (Instellen).
1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Verwijder alle verpakkingsmateriaal van de duplexer. 3. Druk op de knop aan de zijkant en open de voorklep. 4. Verwijder de connectorkap. 5. Installeer de duplexer aan de binnenzijde van de voorklep. OPMERKING: Let erop dat de duplexer parallel is aan de voorklep wanneer u de handeling verricht. OPMERKING: Breng de groef op de rechterpunt van de duplexer tegenover het uitstekende gedeelte op de voorklep.
6. Bevestig de duplexer door deze stevig met uw duimen aan te drukken. OPMERKING: Controleer dat de duplexer stevig vastzit. 7. Sluit de voorklep. 8. Zet de printer aan. 9. Druk een pagina met de printerinstellingen af om te controleren of de duplexer goed is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop c. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen). (Instellen).
a. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 2130cn Color Laser Printer® Werkset. Het dialoogvenster Printer selecteren opent. b. Klik op de naam van deze printer die wordt genoemd in Printernaam en klik daarna op OK. De Werkset opent. c. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport. d. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina. De pagina Rapporten verschijnt. e. Klik op de knop Printerinstellingen. De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. f.
3. Klik op Toepassen, en klik op OK. 4. Sluit het dialoogvenster Printers en faxapparaten (of Printers). Een Geheugen installeren Uw printer ondersteunt 512 MB en 1024 MB aan extra geheugen. 1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3. Verwijder de bedieningspaneelklep. OPMERKING: Neem de onderste rand van de bedieningspaneelklep los door de bedieningspaneelklep te draaien met het scharnier in de bovenste rand.
OPMERKING: Schuif het bovenste scharnier van de bedieningspaneelklep in de bovenste inkeping op de printer. Schuif vervolgens het onderste scharnier van de bedieningspaneelklep in de onderste inkeping op de printer. 7. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. 8. Zet de printer aan. 9. Druk een pagina met de printerinstellingen af om te controleren of het geheugen is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop c.
elke client bijwerken. Voor Windows Vista/Vista x64 a. Klik op Starten®Configuratiescherm®Hardware en geluiden®Printers. b. Klik met de rechter muisknop op het printerpictogram van de Dell 2130cn Color Laser Printer en selecteer Eigenschappen. c. Klik op het tabblad Opties en selecteer Informatie ophalen van de printer. d. Klik op Toepassen, en klik op OK. e. Sluit het dialoogvenster Printers. Voor Windows Server 2008/Server 2008 x64 a. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers. b.
* 2 Ondersteunt EAP-MD5, EAP-MS-CHAPv2 en PEAP/MS-CHAPv2 voor de verificatiemethode. * 3 Ondersteunt alleen Support Pack 1.1 of recenter. 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en alle kabels inclusief het netsnoer los zijn getrokken uit de achterzijde van de printer. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3. Verwijder de bedieningspaneelklep.
6. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. 7. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. 8. Druk een pagina met de printerinstellingen af zodat u kunt controleren of de netwerkprotocol-adapter goed is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop c. d. totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop Printerinstell wordt weergegeven.
Onderdeel Specificatie Verbindingstechnologie Draadloos Geschikte standaarden 802.11b/802.11g Bandbreedte 2,4 GHz Snelheid gegevensoverdracht 802.11g: 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9, 6 Mbps 802.11b: 11, 5.5, 2, 1 Mbps Beveiliging 64 (40-bit code)/ 128 (104-bit code) WEP, WPA- PSK (TKIP, AES), WPA2-PSK (AES) (IEEE802.1x verificatiefunctie van WPA 1x niet-overeenkomend) OPMERKING: Wanneer de draadloze printeradapter is geïnstalleerd, kunt u niet IEEE 802.
Of Instructies op papier Raadpleeg de Handleiding Installeren en configureren van de Draadloze printer-adapter. Installeren van de Draadloze printer-adapter 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en maak alle kabels inclusief het netsnoer los van de achterkant van de printer. 2. Gebruik een USB-kabel en sluit tijdelijk het vierkante uiteinde aan op de achterkant van uw printer en het andere uiteinde op uw computer. 3. Verwijder de kap van de aansluiting van de draadloze printer-adapter. 4.
OPMERKING: Het is belangrijk dat de adapter volledig wordt geplaatst en vastgezet. 5. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de printer aan. 6. Druk een pagina met Printerinstellingen af en ga daarbij volgens één van deze twee methoden te werk. Methode 1: Het operatorpaneel van de printer gebruiken a. Druk op de knop Menu b. Druk op de knop c. Printerinstellingen wordt weergegeven. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen). (Instellen).
10. Stel de SSID van de printer in door op de knop Draadloze printer-adapter te klikken en op Video overslaan te klikken. Het venster Draadloze instellingenhulp opent. Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Zie "Draadloze installatie met behulp van Wireless Settings Tool" voor meer informatie over het configureren van de Draadloze printeradapter. De instellingen voor het draadloze netwerk bepalen U kunt de draadloze printer alleen instellen als u de instellingen voor het draadloze netwerk weet. Neem voor de details van de instellingen contact op met uw netwerkbeheerder.
9. Klik in het scherm Voltooi de draadloze instellingen op Voltooien, voltooi de draadloze instelling en sluit de Wireless Settings Tool. Scène 2. Bouw een nieuwe omgeving voor een draadloos netwerk op voor zowel de computer als de printer (Wanneer een draadloze instelling nodig is voor uw computer) 1. Sluit de printer aan op de computer met behulp van een USB-kabel. 2. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in uw computer en start de Eenvoudige installatie navigator.
j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt, uit de netwerk- items in de lijst in Verbinding met een netwerk maken. f. g. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft.
a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer dell_device bij de items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken. f. g. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt bevestigd dat de verbinding is gelukt. Voor Windows Server 2008: a.
e. Selecteer de oorspronkelijke instelling uit de netwerk-items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken en klik daarna op Verbinding maken. Voor Windows Server 2008: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerkcentrum. c. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. d. Selecteer de oorspronkelijke instelling uit de netwerk-items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken en klik daarna op Verbinding maken. Voor een Vast IP-netwerk: 1.
OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer dell_device bij de items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken. f. g.
5. Wijzig de draadloze instelling van de printer in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies.
Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer de oorspronkelijke instelling uit de netwerk-items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken en klik daarna op Verbinding maken. Voor Windows Server 2008: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerkcentrum. c. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. d.
i. Klik op de knop Omhoog als u de pas toegevoegde SSID naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen. j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten. OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d.
4. Open de Dell Printer Configuration Web Tool met een WEB-browser. 5. Maak de draadloze instelling van de printer aan in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer.
OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies. Voor Windows XP en Windows Server 2003: a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen. b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen. c.
e. f. g. h. Klik op de knop Geavanceerd. Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd. Klik op de knop Toevoegen zodat van het Draadloze netwerk eigenschappen verschijnen. Voer in het tabblad Geassocieerd de volgende informatie in en klik op OK. Netwerknaam (SSID): dell_device Netwerkvalidatie: Open Gegevenscodering: Uit Adhoc-netwerk: aangevinkt i. Klik op de knop Omhoog als u de pas toegevoegde SSID naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen. j.
3. Stel het IP-adres op de printer in. a. Druk op de knop Menu. b. Blader naar het Beheermenu. c. Selecteer NetWerk. d. Selecteer TCP/IP. e. Selecteer IPadres ophalen. f. Selecteer Paneel. g. Blader terug naar IP-adres. h. Voer zelf het IP-adres in met de pijltoetsen op het bedieningspaneel en druk op de knop Enter. IP-adres 172.031.000.041* 4. Open de Dell Printer Configuration Web Tool met de WEB-browser.
5. Wijzig de draadloze instelling van de printer in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies.
OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e.
OPMERKING: Schrijf vooral de geldende draadloze instellingen van de computer op in stap d en g, u kunt ze dan later herstellen. e. f. Klik op de knop Geavanceerd. Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd. g. Klik op de knop Toevoegen zodat van het Draadloze netwerk de eigenschappen verschijnen. h. Voer in het tabblad Geassocieerd de volgende informatie in en klik op OK.
3. Ga naar Dell Printer Configuration Web Tool met uw computer-browser. a. Wijs het IP-adres van de PC toe voor de stand DHCP (Wijzig de TCP/ IP-eigenschappen zodat het IP-adres automatisch wordt opgehaald). b. Het is belangrijk dat uw computer hetzelfde bereik voor het IP-adres heeft als het draadloze adapter van de printer. e.g. 169.254.xxx.zzz c.
6. Herstel de eerdere draadloze instellingen voor uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies. Voor Windows XP en Windows Server 2003: a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen. b.
OPMERKING: Schrijf vooral de geldende draadloze instellingen van de computer op in stap d en f, u kunt ze dan later herstellen. e. f. Klik op de knop Geavanceerd. Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd. g. Klik op de knop Toevoegen zodat van het Draadloze netwerk de eigenschappen verschijnen. h. Voer in het tabblad Koppeling de volgende informatie in en klik op OK.
Subnetmasker: 255.255.0.0 4. Stel het IP-adres vanaf het bedieningspaneel van de printer zo in dat het in hetzelfde bereik ligt als dat van uw computer. Pas de subnetmasker- en gateway-adressen van de printer aan aan uw computerinstellingen. a. Druk op de knop Menu. b. Blader naar het Beheermenu. c. Selecteer NetWerk. d. Selecteer TCP/IP. e. Selecteer IPadres ophalen. f. Selecteer Paneel. g. Blader terug naar IP-adres. h.
7. Herstel de eerdere draadloze instellingen voor uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies. Voor Windows XP en Windows Server 2003: a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen. b.
e. f. g. Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt, uit de netwerk- items in de lijst in Verbinding met een netwerk maken. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt bevestigd dat de verbinding is gelukt. Voor Windows Server 2008: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerkcentrum. c. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. d.