cover Copyright Veiligheidsinformatie Informatie over deze gebruikersh De functies van uw nieuwe laser Inleiding Aan de slag Netwerkinstelling (alleen bij Dell Basisinstellingen Afdrukmedia en lade Afdrukken Beheerprogramma’s Onderhoud Problemen oplossen Verbruiksartikelen Specificaties Bijlage Verklarende woordenlijst Dell 1130 Dell 1130n www.dell.com | www.support.dell.com file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/UG_DU/start_here.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/UG_DU/helpheaderc.
aanpassen aanpassen ladeformaat ladeformaat achterkant achterkant afdrukken afdrukken afdrukken naar een bestand afdrukken naar een bestand de standaardafdrukinstellingen wijzigen de standaardafdrukinstellingen wijzigen dubbelzijdig afdrukken dubbelzijdig afdrukken een document aan een bepaald papierformaat aanpassen een document een bepaald papierformaat aanpassen een documentaan afdrukken een document afdrukken Linux Linux Macintosh Macintosh Macintosh Macintosh poster verschillende pagina’s afdrukken op
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/UG_DU/helpsearch.
Copyright Copyright De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden. Reproductie van deze materialen op enigerlei wijze zonder schriftelijke toestemming van Dell Inc. is ten strengste verboden. Handelsmerken in deze tekst: Dell, het DELL-logo en Dell-tonerbeheersysteem zijn handelsmerken van Dell Inc.
Veiligheidsinformatie Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld. Bewaar dit document goed nadat u het gelezen hebt.
Veiligheidsinformatie Opgepast Haal de stekker uit het stopcontact tijdens een elektrische storm of als u het apparaat niet gebruikt. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. U kunt brandwonden oplopen.
Veiligheidsinformatie Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen veroorzaken of het apparaat beschadigen. Plaats het apparaat niet op een onstabiel oppervlak. Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen veroorzaken of het apparaat beschadigen. Steek het netsnoer in een geaard stopcontact. Dit kan immers een elektrische schok of brand veroorzaken. Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau, zoals aangegeven op het label.
Veiligheidsinformatie Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. Het kan een explosie of brand veroorzaken. Gerecycleerde verbruiksartikelen (bv. toner) kunnen het apparaat beschadigen. Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen zullen er reparatiekosten worden aangerekend. Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier.
Informatie over deze gebruikershandleiding Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen worden bij het gebruik van het apparaat. Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. (Zie Problemen oplossen.
Informatie over deze gebruikershandleiding benutten en biedt informatie over het onderhoud van uw apparaat, de oplossing van problemen en de vervanging van verbruiksartikelen. Hulp bij het printerstuurprogramma Deze help biedt ondersteunende informatie over het printerstuurprogramma en instructies voor de instelling van de afdrukopties. (Zie Help gebruiken.
De functies van uw nieuwe laserproduct De functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Speciale functies Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit U kunt afdrukken met een effectieve resolutie van maximaal 1.200 x 600 dpi (Dell 1130) of 1.200 x 1.200 dpi (Dell 1130n). De Dell 1130 kan tot 18 A4-pagina's per minuut (of tot 19 Letter-pagina's per minuut) afdrukken.
De functies van uw nieuwe laserproduct IPv6 Dit apparaat ondersteunt IPv6 (alleen bij Dell 1130n). Functies per model Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. Functies per model zijn onder andere: FUNCTIES Hi-Speed USB 2.0 Dell 1130 Dell 1130n ● [a] ● Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) [a] ● ● USB 1.1 (●: inclusief.
Inleiding Inleiding Dit hoodstuk biedt een overzicht van uw apparaat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Apparaatoverzicht Overzicht van het bedieningspaneel Kennismaking met het bedieningspaneel Apparaatoverzicht Voorkant Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model.
Inleiding Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model. 1 Achterklep 3 USB-poort 2 Netwerkpoort[a] 4 Aansluiting netsnoer [a] Alleen bij Dell 1130n. Overzicht van het bedieningspaneel Dit bedieningspaneel kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van het model. 1 Papierstoring Geeft aan of er papier is vastgelopen. (Zie LED’s.) 2 Online/Fout Toont de status van uw apparaat. (Zie LED’s.) 3 Annuleren Hiermee onderbreekt u een taak die wordt uitgevoerd.
Inleiding LED Status Papierstoring ( ) Oranje Online/Fout ( ) Uit Beschrijving Het papier is vastgelopen. (Zie Papierstoringen verhelpen.) Aan Het apparaat is offline. Groen Aan Het apparaat bevindt zich in energiebesparingsmodus. Het apparaat is online en kan gegevens ontvangen van de computer. Knipperen Wanneer de LED langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer. Wanneer de LED snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken. Rood Aan De klep is open. Sluit de klep.
Inleiding ingesteld voor Invoer. [a] Wanneer u de testpagina van de Dell 1130 afdrukt, wordt ook een configuratiepagina afgedrukt. [b] Alleen bij Dell 1130n. (Aan/Uit-knop) Gebruik deze knop om het apparaat in en uit te schakelen. Het apparaat inschakelen 1. 2. Het netsnoer aansluiten. Druk op (Aan/Uit-knop) op het bedieningspaneel. Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u deze knop 1 seconde ingedrukt. file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/UG_DU/introduction.
Aan de slag Aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het met USB verbonden apparaat en de software instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: De hardware installeren Een testpagina afdrukken Meegeleverde software Systeemvereisten Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat Uw printer lokaal delen De hardware installeren Dit deel beschrijft de stappen voor de installatie van de hardware, zoals toegelicht in de Beknopte installatiehandleiding.
Aan de slag 2. 3. 4. 5. 6. 7. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer alle bijgeleverde artikelen. Verwijder de tape rond het apparaat. Plaats de tonercassette. Plaats papier. (Zie Papier in de lade plaatsen.) Controleer of alle kabels met het apparaat zijn verbonden. Zet het apparaat aan. (Zie Het apparaat inschakelen.) Dit apparaat werkt niet wanneer het elektriciteitsnet uitvalt. Een testpagina afdrukken Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een testpagina afdrukken.
Aan de slag Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen. Vereisten (aanbevolen) BESTURINGSSYSTEEM Processor RAM vrije HDDruimte Windows 2000 Intel® Pentium® II 400 MHz (Pentium III 933 MHz) 64 MB (128 MB) 600 MB Windows XP Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (256 MB) 1,5 GB Windows Server® 2003 Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB Windows Server 2008 Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz) 512 MB (2.
Aan de slag Processor Pentium IV 2,4 GHz (Intel Core™2) RAM 512 MB (1.024 MB) Vrije HDD-ruimte 1 GB (2 GB) Het stuurprogramma installeren voor een USBapparaat Een lokale printer is een printer die via een USB-kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden.
Aan de slag 4. Selecteer Standaard voor een lokale printer. Klik vervolgens op Volgende. Als u Aangepast kiest, kunt u de apparaataansluiting kiezen en de te installeren onderdelen selecteren. Volg de instructies op het scherm. Als het apparaat niet op de computer is aangesloten, verschijnt het volgende venster. Nadat u het apparaat hebt verbonden klikt u op Volgende. Als u de printer nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende, waarna u in het volgende venster op Nee klikt.
Aan de slag 6. Als de testpagina juist wordt afgedrukt klikt u op Ja. Zo niet, klikt u op Nee om ze opnieuw af te drukken. 7. 1. 2. 3. Klik op Voltooien. Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het te repareren of opnieuw te installeren. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en aan staat.
Aan de slag 8. 9. 10. Selecteer Uninstall en klik op Uninstall. Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Continue. Nadat de installatie ongedaan is gemaakt klikt u op Quit. Linux Volg onderstaande stappen om het stuurprogramma voor Linux te installeren. Wanneer u het stuurprogramma installeert, wordt tegelijkertijd het pakket Unified Linux Driver automatisch geïnstalleerd.
Aan de slag Als u de grafische interface niet gebruikt of het stuurprogramma niet hebt kunnen installeren, moet u het stuurprogramma in de tekstmodus gebruiken. Volg de stappen 1 tot en met 3, voer [root@localhost Linux]# ./install.sh in en volg daarna de instructies op het terminalscherm. De installatie is voltooid. Voor het verwijderen van het stuurprogramma volgt u de bovenstaande installatie-instructies, maar voert u [root@localhost Linux]# ./uninstall.sh in op het terminalscherm. 1. 2.
Aan de slag 4. 5. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista klikt u op Eigenschappen. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Eigenschappen van printer in het snelmenu. Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 6. 7. 8. 9. Selecteer het tabblad Delen. Selecteer Opties voor delen wijzigen. Schakel het selectievakje voor Deze printer delen in.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) gebruik met het TCP/IP-protocol. (Zie IP instellen via het programma SetIP.) TCP/IPv6 wordt niet door dit programma ondersteund. Een bedraad netwerk gebruiken U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u dit kunt doen. U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt aangesloten op de overeenkomstige poort op uw computer.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) 4. 5. 6. Dubbelklik op Setup.exe om het programma te installeren. Klik op OK. Selecteer de gewenste taal in de vervolgkeuzelijst. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Het programma starten 1. 2. 3. 4. 5. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel. Zet het apparaat aan. In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma’s > Dell-printers > SetIP > SetIP.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) 1. Start uw webbrowser en typ het nieuwe IP-adres van de printer in de adresbalk van de browser. Bijvoorbeeld, 2. 3. 4. Wanneer het venster Embedded Web Service wordt geopend, klikt u op Netwerkinstellingen. Klik op Terugstellen. Klik vervolgens op Wissen voor netwerk. Schakel het apparaat uit en weer in om de instellingen toe te passen.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) 5. Er verschijnt een lijst van de beschikbare printers in het netwerk. Selecteer in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende. Als uw printer niet in de lijst staat, klikt u op Bijwerken om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IPpoort toevoegen. om uw printer aan het netwerk toe te voegen. Om de printer aan het netwerk toe te voegen, voert u de poortnaam en het IP-adres van de printer in.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Volgende. In het andere geval klikt u gewoon op Volgende en gaat u verder met stap 8. 7. Als de testpagina juist wordt afgedrukt klikt u op Ja. Zo niet, klikt u op Nee om ze opnieuw af te drukken. 8. Klik op Voltooien. 1. 2. 3. Na installatie van het stuurprogramma mag u de firewall inschakelen.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) opnieuw. Doe het volgende om de installatie van het stuurprogramma voor Macintosh ongedaan te maken. 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-/dvd-station. 3. Dubbelklik op het cd-rompictogram op het bureaublad van uw Macintosh-computer. 4. Dubbelklik op de map MAC_Installer. 5. Dubbelklik op het pictogram Installer OS X. 6. Voer het wachtwoord in en klik op OK. 7.
Netwerkinstelling (alleen bij Dell 1130n) 5. 6. Klik op Een lokale printer toevoegen in het venster Printer toevoegen. Volg de weergegeven instructies. Als het apparaat niet werkt in de netwerkomgeving, activeer dan IPv6. Zie het volgende deel. Een netwerkconfiguratierapport afdrukken U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. In dit rapport worden de huidige netwerkinstellingen van het apparaat weergegeven.
Basisinstellingen Basisinstellingen Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt.
Basisinstellingen 2. 3. Selecteer de juiste instelling in de vervolgkeuzelijst Luchtdrukaanpassing. Klik op de knop Toepassen. Dit kan ook worden aangepast via Embedded Web Service. De standaardlade en het papier instellen U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken. Op de computer Windows 1. 2. Klik op het menu Start in Windows. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. In Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
Basisinstellingen In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. 3. 4. 5. 6. Selecteer het stuurprogramma van uw apparaat en klik op uw rechtermuisknop om Eigenschappen te openen. In de eigenschappen van het printerstuurprogramma selecteert u Apparaatopties. Selecteer de gewenste tijd in de vervolgkeuzelijst Energiespaarstand. Klik op OK.
Afdrukmedia en lade Afdrukmedia en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Afdrukmedia selecteren De grootte van de lade aanpassen Papier in de lade plaatsen Afdrukken op speciale media De papieruitvoersteun gebruiken Afdrukmedia selecteren U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals op normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten.
Afdrukmedia en lade afdrukken voorbedrukt papier, kringlooppapier, bankpostpapier, archiefpapier. (handmatig) [a] [a] alleen 75 tot 90 g/m 2 De grootte van de lade aanpassen De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht. Om het formaat te wijzigen moet u de papiergeleiders aanpassen. 1. 2. 3. 4. Ondersteunende geleider Papierlengtegeleider Vergrendeling van de geleider Papierbreedtegeleider 1.
Afdrukmedia en lade 4. Houd de breedtegeleiders ingedrukt en verschuif ze tot het gewenste formaat zoals aangegeven op de bodem van de papierlade. Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier omdat het papier daardoor kan buigen. Als u de breedtegeleider niet aanpast kan het papier vastlopen. Gebruik geen papier met een krul van meer dan 6 mm. Papier in de lade plaatsen Lade 1 1. Trek de lade uit. Pas het formaat van de lade aan het formaat van de geplaatste media aan.
Afdrukmedia en lade 4. Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie De standaardlade en het papier instellen). Controleer als u problemen ondervindt met de papierinvoer of het papier beantwoordt aan de specificaties van de afdrukmedia. (Zie Specificaties van het afdrukmateriaal.) Lade voor handmatige invoer In de lade voor handmatige invoer kunnen speciale typen en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen.
Afdrukmedia en lade Afdrukken op speciale media Onderstaande tabel toont de beschikbare speciale afdrukmedia voor elke lade. Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren. Controleer hoeveel vellen u maximaal in elke lade mag plaatsen. (Zie Specificaties van het afdrukmateriaal.
Afdrukmedia en lade Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. 1. Hendel Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren: Gewicht: het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan 90 g/m 2 bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
Afdrukmedia en lade Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, mag u uitsluitend transparanten gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. De te gebruiken transparanten moeten bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van het apparaat. Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat hebt gehaald. Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, wat aanleiding geeft tot vlekken bij het afdrukken.
Afdrukmedia en lade Druk niet af op materialen die smaller zijn dan 76 mm en korter dan 127 mm. Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van de afdrukmedia. Probeer via de achterklep af te drukken (voorkant naar boven) als het afdrukmateriaal zwaarder is dan 160 g/m 2 .
Afdrukmedia en lade oppervlak niet aan en houd kinderen uit de buurt. De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de papieruitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s worden uitgelijnd. De uitvoer wordt standaard naar de uitvoerlade gestuurd. Als u de uitvoerlade wilt gebruiken, moet de achterklep gesloten zijn. Als u A5-papier gebruikt, moet u de uitvoerlade openklappen Om te vermijden dat de afgedrukte pagina’s geen rechte stapel vormen of vastlopen.
Afdrukken Afdrukken In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
Afdrukken Het venster Voorkeursinstellingen in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat het afhankelijk is van het gebruikte apparaat. Het venster Voorkeursinstellingen bevat echter vrijwel dezelfde eigenschappen. Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat. Zie Compatibiliteit met besturingssystemen onder Printerspecificaties. (Zie Systeemvereisten.
Afdrukken Als bij het item Afdruktaken weergeven het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. 4. Selecteer Annuleren in het menu Document. U kunt dit venster ook openen door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( Windows. U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op ) in de taakbalk van op het bedieningspaneel.
Afdrukken 3. Klik op Toevoegen. Als u instellingen opslaat onder Vooraf ingest., worden alle huidige stuurprogrammainstellingen opgeslagen. Als u op Toevoegen klikt, verandert de knop Toevoegen in de knop Wijzigen. Selecteer meer opties en klik op Wijzigen. De instellingen worden toegevoegd aan de Vooraf ingest. Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u het uit de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. De printer is nu ingesteld om af te drukken volgens de instellingen van de geselecteerde favoriet.
Afdrukken 2. 3. 4. 5. 6. 7. Klik op het tabblad Basis en selecteer Meerdere pagina’s per vel in de vervolgkeuzelijst Type. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16). Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde. Als u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u Paginakaders afdrukken. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.
Afdrukken Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier zonder - of -markering). 4. 5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Vervolgens kunt u de pagina’s vouwen en nieten. Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven.
Afdrukken Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken. 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.) 2. 3. 4. 5. Klik op het tabblad Papier.
Afdrukken 2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. 3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties. 4. 5. Klik op Wijzigen als u de wijzigingen op wilt slaan. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Een watermerk verwijderen 1.
Afdrukken 5. Als het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst Tekst staat, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken. Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen. Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays. 6.
Afdrukken enige tijd in beslag neemt, verlopen afdruktaken mogelijk sneller als u deze optie selecteert. Als u deze optie inschakelt, probeert de printer lettertypen uit het geheugen te selecteren die zoveel mogelijk overeenkomen met de lettertypen in het document. Als u in uw document echter lettertypen gebruikt die sterk afwijken van de lettertypen in het geheugen van de printer, zal de afdruk er heel anders uitzien dan het document op het scherm.
Afdrukken Als bij het item Als standaardprinter instellen het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. Afdrukken naar een bestand (PRN) Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken: 1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in. 2. 3. Klik op Afdrukken Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK. Bijvoorbeeld C:\Temp\besta
Afdrukken 4. 5. 6. Open het menu File en klik op Print. Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken. Klik op Print. Printerinstellingen wijzigen U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Open een toepassing en selecteer Print in het menu File. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende.
Afdrukken Border: hiermee kunt u rond elke pagina op het vel een kader wilt afdrukken. Reverse Page Orientation: hiermee kunt u het papier 180 graden draaien. Grafisch Het tabblad Graphics bevat opties voor de selectie van de Resolution. Selecteer Graphics in de vervolgkeuzelijst onder Orientation om toegang te krijgen tot de grafische functies. Resolution(Quality): met deze optie stelt u de afdrukresolutie in. Hoe hoger de instelling, hoe scherper tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Afdrukken Toner Save Mode: als u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat. Printer Setting: als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u op het bedieningspaneel van het apparaat hebt opgegeven. On: selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder toner per pagina verbruikt. Off: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten.
Afdrukken Afdrukken in Linux Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze toepassingen afdrukken. 1. 2. 3. Open een toepassing en selecteer Print uit het menu File. 4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen. Selecteer rechtstreeks Print via lpr.
Afdrukken General: met deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen. Text: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen. Graphics: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte of positie van de afbeelding.
Afdrukken 1. Open Unified Driver Configurator. Schakel indien nodig over naar Printers configuration. 2. 3. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op Properties. Het venster Printer Properties wordt geopend. Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen: General: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst in Printers configuration.
Beheerprogramma’s Beheerprogramma’s Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
Beheerprogramma’s E-mailservice installeren U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie in te stellen. Als u gegevens zoals het IPadres, de hostnaam, het e-mailadres en SMTP-servergegevens instelt, wordt de apparaatstatus (tonercassette bijna leeg of machinefout) automatisch naar het opgegeven e-mailadres verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door een apparaatbeheerder. 1. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Beheerprogramma’s 1 Afdrukstatus De Printerstatusmonitor geeft de actuele status van de printer weer. 2 Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. 3 Artikelen best. Reservetonercassette(s) on line bestellen. Help me De knop Help me verschijnt wanneer een fout optreedt. U kunt rechtstreeks het deel met de probleemoplossing openen in de gebruikershandleiding. 4 De Probleemoplossingsgids openen In de Probleemoplossingsgids vindt u oplossingen voor problemen.
Beheerprogramma’s Hulpprogramma voor het updaten van de firmware te kiezen. Werken met Unified Linux Driver Configurator Op de meegeleverde software-cd vindt u het pakket Unified Linux Driver om uw apparaat gemakkelijk te kunnen gebruiken op een Linux-computer. Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat voornamelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten.
Beheerprogramma’s 1 Schakelt over naar Printers configuration. 2 Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven. 3 Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven. De besturingsknoppen van de printer zijn: Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten. Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe. Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat. Set as Default: hiermee stelt u het huidige apparaat in als standaardapparaat.
Beheerprogramma’s 1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. 2 Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan. Refresh: de lijst met klassen vernieuwen. Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen. Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse. Port configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
Beheerprogramma’s 1 Schakelt over naar Ports configuration. 2 Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer. 3 Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer. Refresh: hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen. Release port: hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven. file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/UG_DU/management_tools.
Onderhoud Onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette.
Onderhoud Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren) ongeveer 10 seconden ingedrukt. Reinigingspagina voor de OPC-drum: reinigt de OPC-drum van de tonercassette. Deze handeling resulteert in een pagina met tonerafval die u moet weggooien. Uw apparaat neemt automatisch een vel papier uit de papierlade op en drukt een reinigingspagina af waaraan stof- of tonerdeeltjes blijven kleven. De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen.
Onderhoud 5. 6. Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan. De tonercassette bewaren Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Dell raadt u aan de aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Dell-tonercassette.
Onderhoud cassette, een gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan Dell. Geschatte gebruiksduur van tonercassette De geschatte gebruiksduur van een tonercassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die nodig is voor uw afdruktaken. Het eigenlijke aantal afdrukken kan verschillen afhankelijk van de afdrukdichtheid, de omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Problemen oplossen Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Toner herverdelen Tips om papierkrulling te vermijden Tips om papierstoringen te voorkomen Papierstoringen verhelpen Andere problemen oplossen Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: Verschijnen er witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk. Knippert de -LED rood.
Problemen oplossen juiste positie tot ze vastklikt. 5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. Tips om papierkrulling te vermijden 1. 2. Open de achterklep. Duw de hendel aan weerskanten naar beneden. 1. Hendel Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. Doe dit enkel als de afdruk meer dan 20 mm omgekruld is. Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken.
Problemen oplossen Zorg ervoor dat het papier in de lade ligt met de te bedrukken zijde naar onder of in de lade voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven. Papierstoringen verhelpen Als het papier vastloopt, licht de -LED op het bedieningspaneel oranje op. Zoek en verwijder het vastgelopen papier. Om door te gaan met afdrukken na het verwijderen van vastgelopen papier, moet u de voorklep openen en vervolgens weer sluiten.
Problemen oplossen 2. Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan met afdrukken. Binnen in het apparaat Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 1. Open de klep aan de voorzijde en trek de tonercassette naar buiten door ze voorzichtig naar beneden te drukken. 2.
Problemen oplossen 1. Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet. 2. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand ondervindt wanneer u eraan trekt, en ga door met de volgende stap. 3. 4. Open de achterklep. Duw de hendels naar beneden en verwijder het papier. Zet de hendels terug in de oorspronkelijke positie. 1. Hendel Ga naar de volgende stap als u geen vastgelopen papier ziet. 5.
Problemen oplossen 7. Open en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Andere problemen oplossen In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen met de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Stroomproblemen Klik op deze koppeling om een animatie over stroomproblemen te bekijken.
Problemen oplossen Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. (Zie Specificaties van het afdrukmateriaal.) Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit. In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven. Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van dezelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht. Afdrukpapier wordt niet ingevoerd.
Problemen oplossen geconfigureerd. Voorkeurinstellingen openen.) Het printerstuurprogramma is mogelijk niet goed geïnstalleerd. Herstel de apparaatsoftware. (Zie Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat, Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat via het netwerk is aangesloten.) Het apparaat werkt niet goed. Controleer of de LED’s op het bedieningspaneel een systeemfout aangeven. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Problemen oplossen pagina’s. Er is mogelijk een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord). Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en de Acrobat-producten. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding.
Problemen oplossen af. Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk. (Zie Specificaties van het afdrukmateriaal.) De hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier. Stel de resolutie van de printer anders in en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken...
Problemen oplossen Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat er wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken. Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.
Problemen oplossen vervangen.) Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Openingen in tekens Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn: Als dit probleem optreedt bij transparanten probeert u een ander soort transparant. Omwille van de samenstelling van de transparanten zijn enkele onvolledige tekens normaal.
Problemen oplossen Het apparaat drukt niet af. Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in het venster Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of het apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Verbruiksartikelen Verbruiksartikelen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Aankoopmogelijkheden Verkrijgbare verbruiksartikelen De tonercassette vervangen De beschikbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper om de lijst met beschikbare accessoires te ontvangen.
Verbruiksartikelen 3. 4. Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking. 5. Trek de afdichtingstape aan het uiteinde van de tonercassette voorzichtig uit de cassette en gooi de tape weg. Verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen. Het afsluittape is als het op de juiste wijze verwijderd is, langer dan 60 cm. U moet de tape recht van de inktcassette trekken om deze te verwijderen. Let op dat de tape niet afscheurt. Als dit gebeurt, is de tonercassette onbruikbaar.
Verbruiksartikelen 8. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/UG_DU/supplies_and_accessories.
Specificaties Specificaties In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over de specificaties van het apparaat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Hardwarespecificaties Omgevingsvoorwaarden Elektrische specificaties Specificaties van het afdrukmateriaal De specificaties zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Zie www.dell.com of support.dell.com voor actuele informatie.
Specificaties Stroomverbruik Gemiddelde bedrijfsmodus Minder dan 360 W Gereedmodus Dell 1130: Minder dan 45 W Dell 1130n: Minder dan 60 W Energiebesparende modus Dell 1130: Minder dan 4,5 W Dell 1130n: Minder dan 6,5 W Uitgeschakelde toestand Minder dan 0,8 W [a] Zie het typeplaatje op het apparaat voor de juiste spanning, de frequentie (hertz) en het type stroom voor uw apparaat.
Specificaties Transparanten Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 138 tot 146 g/m 2 Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 120 tot 150 g/m 2 Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5, Statement, Briefkaart 4x6 Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade 1 105 tot 163 g/m 2 Minimaal formaat (aangepast) 76 × 127 mm 60 tot Maximaal formaat (aangepast) 216 × 356 mm Etiketten [c] Kartonpapier
Bijlage Bijlage Beleid van Dell voor technische ondersteuning Indien bij het oplossen van problemen gebruik wordt gemaakt van technische ondersteuning door een technicus, is medewerking en actieve deelname van de klant vereist. De ondersteuning herstelt het besturingssysteem, de applicatiesoftware en de hardwarestuurprogramma’s door deze terug te zetten in de oorspronkelijke, door Dell geleverde standaardconfiguratie.
Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. 802.11 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). 802.11b/g 802.11b/g kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt bandbreedtes tot 11 Mbps; 802.
Verklarende woordenlijst gemaakt. Bedieningspaneel Een bedieningspaneel is het plat, doorgaans verticaal, gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat. Dekkingsgraad Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat.
Verklarende woordenlijst Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een Duplex-eenheid kan dubbelzijdig afdrukken. Afdrukvolume Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkt levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar.
Verklarende woordenlijst Halftint Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal dots te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal dots, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal dots bestaan. HDD De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op sneldraaiende platen met een magnetisch oppervlak.
Verklarende woordenlijst ITU-T Nr. 1 chart Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten. JBIG JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
Verklarende woordenlijst gebaseerd op de klassiek Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX. OPC OPC (Organic Photo Conductor) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig. De belichtingseenheid van een drum slijt langzaam door het gebruik van de printer en moet van tijd tot tijd worden vervangen, omdat de papierkorrel hierop krassen veroorzaakt.
Verklarende woordenlijst PS Zie PostScript. PSTN PSTN (Public-Switched Telephone Network) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. RADIUS Remote Authentication Dial In User Service (RADIUS) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand.
Verklarende woordenlijst kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt door de hitte van de fixeereenheid gesmolten, waardoor het zich aan de vezels in het papier gaat hechten. TWAIN Een standaard voor scanners en software.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/common/swf/jam_tray1.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/common/swf/jam_mp.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/common/swf/jam_inside.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/common/swf/jam_exitarea.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/common/swf/offline.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1130n/du/common/swf/replace_toner.