Inleiding Dank u voor het vertrouwen dat u in de CATEYE V3n heeft gesteld. De V3n is een hoogwaardige fietscomputer voor fietsers die intensief willen trainen en hun trainingsgegevens willen analyseren. Zowel de snelheidssensor met geïntegreerde functies voor snelheid en cadans als de hartslagmeter maakt gebruik van draadloze digitale technologie met een uitzendfrequentie van 2,4 GHz, dezelfde technologie die ook voor draadloze computernetwerken wordt gebruikt.
Inhoud Inleiding....................................................1 Over de gebruiksaanwijzingen...................1 Inhoud......................................................2 Correct gebruik van de CatEye V3n...........3 Beschrijving van de fietscomputer en zijn onderdelen..........................................5 Fietscomputer........................................5 Accessoires...........................................5 Schermweergave......................................
Correct gebruik van de CatEye V3n Neem voor veilig gebruik de onderstaande aanwijzingen in acht. Betekenis van de in deze gebruiksaanwijzing gebruikte symbolen: Waarschuwing!!! : De met dit symbool aangeduide paragrafen zijn voor veilig gebruik van deze fietscomputer van groot belang. Volg deze aanwijzingen nauwgezet op. Belangrijke waarschuwingen over het. Let op : Gebruik en de bediening van de V3n. * Nuttige tips worden aangeduid met een asterisk.
Automatische herkenning van de snelheidssensor-ID De snelheidssensor heeft zijn eigen ID en de computer meet synchroon met de ID. Op een computer kunnen twee ID’s voor snelheidssensoren worden geregistreerd die automatisch twee snelheidssensoren kunnen identificeren nadat hun ID’s zijn geregistreerd. Omdat de omtrek van de band wordt ingesteld op het ID van de snelheidssensor is het niet langer nodig om het wiel met de hand te selecteren, zoals bij conventionele computers vereist was.
Beschrijving van de fietscomputer en zijn onderdelen Fietscomputer Voorzijde Verlichtingstoets (LT) Functie-1 toets (M1/+) Start-/stop-/entertoets (SSE) Functie-2 toets (M2/-) Rondetijdtoets (LAP) Achterzijde Batterijendeksel Menutoets (MENU) Alles wissen-toets (AC) Accessoires Houderriem Houder NL Snelheidssensor (SPEED/CADENCE) Opvulrubber voor houder Rubberkussen sensor Wielmagneet Cadansmagneet Kiezen * Alleen meegeleverd met de CC-TR310TW Kabelbinders (x5) Hartslagmeter hartslagband Ve
Schermweergave : Snelheidssensorsignaal Status van het signaal van de snelheidssensor weergeven. (blz. 19) : Alarm Licht op wanneer het hartslagalarm is ingeschakeld. : Sensorsymbool Geeft weer welke snelheidsensor op dit moment synchroniseert. : Hartslagmetersignaal Status van het signaal van de hartslagmeter weergeven. (blz. 19) : Doelzone Licht op wanneer de doelzone is ingeschakeld en knippert wanneer de hartslag niet binnen de doelzone ligt.
De fietscomputer op de fiets monteren de houder aan het stuur of de stuurpen 1 Monteer De FlexTight™ houder beugel kan worden verbonden aan stuur of stuurpen, afhankelijk van hoe de houder in de houderband past. Let op: Draai de draaiknop van de houderriem alleen met de hand vast. Als u de knop te stevig aandraait, kan de schroefdraad worden beschadigd. De FlexTight ™ houder aan de stuurpen monteren * Monteer de houder met de open zijde aan de rechterkant.
2 Monteer de snelheidsmeter en de magneetCadansmagneet Snelheidssensor Wielmagneet 2-1. De snelheidsensor tijdelijk vastzetten 1. Draai de schroef van de sensor los met een kruiskopschroevendraaier om te controleren of de sensorarm beweegt. * Draai de schroef er niet helemaal uit. 2. Verbind het rubberkussen van de sensor met de snelheidssensor, plaats de snelheidssensor op de linker achtervork als in de bovenstaande afbeelding en zet hem tijdelijk vast met de nylon binders.
2-3. De afstand tot de magneet aanpassen 1. Kantel de snelheidsensor zodat de afstand tussen de ritmemagneet en de CADENCE kant van de snelheidsensor ongeveer 3 mm is, en zet hem stevig vast met de nylon binders. 2. Draai en stel de sensorarm af zodat de afstand tussen de wielmagneet en de sensorarm ongeveer 3 mm is en draai de sensorschroef stevig aan. 3 mm Snelheidsensor CADENCE kant Cadansmagneet 3 mm Sensorarm Schroef van sensor (of) 3 mm Wielmagneet 2-4.
Hartslagmeter De hartslag wordt gemeten wanneer de hartslagmeter op de borst wordt gedragen. Hartslagmeter Hartslagband Alvorens de hartslagmeter om te doen Waarschuwing!!! : De hartslagmeter mag NIET worden gedragen door mensen met een pacemaker. • Om foutieve metingen te voorkomen is het raadzaam om het elektrodekussen met water te bevochtigen. • Als u een zeer gevoelige huid heeft, dan kan de hartslagmeter zelfs over een dun onderhemd worden gedragen als het elektrodekussen met wat water is bevochtigd.
De fietscomputer instellen Voordat de fietscomputer kan worden gebruikt, moeten er enkele voorbereidingen worden getroffen. De isolatiefolie verwijderen Sluiten Open voordat u de fietscomputer in gebruik neemt eerst het batterijendeksel en verwijder de isolatiefolie. * Plaats het batterijendeksel terug nadat u de isolatiefolie heeft verwijderd. Openen Isolatiefolie 1 Herstelprocedure Het formatteren wordt direct na aankoop uitgevoerd of om alle standaardinstellingen te herstellen.
en tijd instellen 2 Datum Stel de huidige datum en tijd in. 1. Selecteer de datumnotatie. Selecteer een datumnotatie uit “YY/MM/DD”, “MM/DD/YY” en “DD/MM/YY” met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets. M1/+ Datumnotatie veranderen: M2/- (of) Bevestigen: SSE 2. Voer “jaartal”, “maand” en “datum” in. Voer “jaartal”, “maand” en “datum” in, in de in stap 1 gekozen volgorde, met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en bevestig de invoer met de SSE-toets.
wielomtrek instellen 3 De Voer de wielomtrek van het fietswiel in millimeters in. 1. Voer de laatste 2 cijfers in van de wielomtrek in. Voer de wielomtrek in met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en verplaats de cursor met de SSE-toets. Voer vervolgens op dezelfde wijze de eerste 2 cijfers in. Instelbereik: 0100 – 3999 mm Verhogen/verlagen: M1/+ M2/- (of) Ander cijfer kiezen: SSE 2. Druk als u klaar bent op de knop MENU om door te gaan naar “De snelheidseenheid selecteren” hieronder.
snelheidseenheid selecteren 4 De Selecteer de snelheidseenheid “km” of “mile (mijl)”. 1. Selecteer de snelheidseenheid. km ↔ mile: M1/+ M2/- (of) 2. Druk op de MENU-toets nadat u uw selectie heeft gemaakt. Hierna verschijnt het metingenscherm en is de instelling van de fietscomputer voltooid. Naar het meetscherm: MENU (Achterzijde) 5 Werkingstest Test de werking van de snelheidsensor (SPEED, CADENCE) en de hartslagsensor.
Belangrijk: Als de snelheid, het ritme en/of de hartslag niet worden weergegeven, kan dat de volgende oorzaken hebben: Snelheid en ritme worden niet weergegeven Controleer de onderdelen Zijn de pictogrammen voor snelheid- en ritmesensoren op ? Controleer of de afstand tussen elke sensorzone van de snelheidsensor en de magneet te groot is. Controleer of elke sensorzone van de snelheidsensor niet in het midden van de magneet ligt.
Formatteren/herstarten Er zijn twee verschillende handelingen voor het instellen van de computer: formatteren en herstarten. Volg de juiste, afhankelijk van de situatie. F o r m a t t e - Het formatteren wordt direct na aankoop uitgevoerd of om alle meetgering gevens te wissen en alle standaardinstellingen te herstellen. * De sensor-ID is niet beschikbaar. O p n i e u w Nadat u batterijen hebt vervangen of als een fout wordt weergegeven, opstarten wordt de herstartprocedure uitgevoerd.
Basisbediening van de fietscomputer Functies van het metingenscherm Het metingenscherm toont 4 verschillende soorten van meetgegevens, waartussen u kunt wisselen met behulp van de M1/+ of M2/- -toets. De weergegeven gegevens zijn: Bovenste gegevensdisplay Toont gegevens met betrekking tot de snelheid. Middelste gegevensdisplay Toont gegevens met betrekking tot de hartslag. Toont gegevens met betrekking tot de cadans. Wisselen m.b.v.
De metingen starten/stoppen De eenheid voor snelhheid (km/h of mph) knippert tijdens het meten. Aanvankelijk is de functie automatische modus AAN die het meten automatisch start of stopt, synchroon met de beweging van de fiets. Automatisch meten wordt omgeschakeld naar handmatig meten en omgekeerd met de handeling AAN/UIT in de automatische modus. * Zie voor het instellen van de auomatische modus het menuscherm “De auto modus instellen” (blz. 35).
De meetgegevens resetten Om de meetgegevens (met uitzondering van de totale tijd, totale afstand, datum en klok) en de rondegegevens te resetten, drukt u tegelijkertijd op de knoppen SSE en M1/+ of M2/- op het meetscherm. * Bij het resetten van de meetgegevens worden de gegevens automatisch in een bestand opgeslagen (blz. 26). * Het scherm bevriest gedurende ongeveer 2 seconden na het resetten en de werking van de knop wordt uitgeschakeld, maar alle metingen blijven normaal werken. * De aftelafstand (C.D.
Metingenscherm Bovenste en middelste gegevensdisplay 1 2 3 M1/+ 4 5 6 M1/+ 7 M1/+ 8 9 1 Huidige snelheid Toont de huidige snelheid. Wordt iedere seconde geactualiseerd. 2 Hartslag Toont de hartslag in real-time. Wordt iedere seconde geactualiseerd. 3 Cadans Toont het aantal pedaalomwentelingen per minuut. Wordt iedere seconde geactualiseerd. 4 Gemiddelde snelheid (*1) Toont de gemiddelde snelheid vanaf het moment waarop de meting is gestart.
Onderste gegevensdisplay Verstreken tijd Toont de tijd die is verstreken vanaf het moment waarop de meting is gestart, tot op 1/10 van een seconde. Wanneer de verstreken tijd de waarde van 99:59’59” overschrijdt, begint de teller weer bij 00’00”0. * Vanaf een verstreken tijd van 1 uur worden de 1/10 van seconden niet meer getoond. M2/- Ritafstand Toont de ritafstand vanaf het moment waarop de meting is gestart. M2/- Aftelafstand (blz. 24) Toont de actuele afstand tot aan het als doel ingestelde punt.
Tempofunctie De huidige snelheid en de hartslag worden op het scherm met behulp van 2 soorten tempopijlen weergegeven. De tempopijlen geven aan of de huidige snelheid (hartslag) hoger of lager is dan de gemiddelde snelheid (gemiddelde hartslag). Geen pijlen Huidige snelheid Verschijnt wanneer de huidige waarde hoger is dan de gemiddelde waarde. Verschijnt wanneer de huidige waarde lager is dan de gemiddelde waarde. Wanneer de huidige waarde gelijk is aan de gemiddelde waarde of gelijk is aan nul.
De ronde opslaan De geregistreerde rondegegevens worden opgeslagen in een bestand als u de resetbewerking uitvoert (blz. 19) en worden weergegeven op het menuscherm “Bestanden bekijken” (blz. 26). * Als u op de knop LAP drukt terwijl het totale aantal rondes 99 bereikt, worden de rondegegevens getoond maar verschijnt “--” in plaats van het rondenummer om aan te geven dat verdere registratie niet mogelijk is. * Per bestand wordt een ronde gebruikt zelfs als er geen rondegegevens zijn.
Aftelafstand De optie aftelafstand toont de aftelafstand naar een voorbepaalde doel-ritafstand en meldt wanneer nul bereikt is. Als de doelritafstand bereikt is, schakelt de computer elke weergave voor meetgegevens naar de aftelweergave en meldt dit door de puntweergave te knipperen en een alarm te laten klinken. Doelafstand van 20 km Voorbeeld van het gebruik van de aftelafstand 1.
De fietscomputer configureren Het menuscherm verschijnt wanneer de MENU-toets vanuit het metingenscherm wordt ingedrukt. In het menuscherm kunt u de opgeslagen bestanden bekijken en wissen en de diverse instellingen van de fietscomputer veranderen. * Gebruik de M1/+ en M2/- -toets om het menu te doorlopen. * Bevestig de gewijzigde instellingen door op de MENU-toets te drukken. Controleer de instellingen voordat u dit doet.
M2/- M1/+ Bestanden bekijken De meet- en rondegegevens worden automatisch in een bestand opgeslagen wanneer de gegevens op nul worden gesteld (De meetgegevens nulstellen blz. (blz. 19) In de bestandsweergave kunt u het opgeslagen bestand weergeven of verwijderen. Meetgegevens die in bestanden worden opgeslagen De computer kan maximaal 14 bestanden vastleggen. Het nieuwste bestand wordt altijd opgeslagen als F-01 en het oudste wordt automatisch verwijderd als 14 bestanden zijn opgeslagen.
2. Selecteer het nummer van het bestand met de knoppen M1/+ en M2/- en bevestig met de knop SSE. M1/+ Van bestandsnummer veranderen: M2/- Bestandsnummer Aantal ronden dat in een bestand is gebruikt (of) 3. Blader met behulp van de SSE-toets door de gegevens die in elk bestand zijn opgeslagen. De weergegeven gegevens zijn als volgt.
De rondegegevens bekijken U kunt de rondegegevens bekijken die in de fietscomputer zijn opgeslagen. 1. Selecteer het bestandsnummer van het bestand dat u wilt bekijken met behulp van het menuscherm “Bestanden bekijken” (blz. 26). 2. Druk op de knop LAP om de rondegegevens weer te geven in het geselecteerde bestand. De gemiddelde en maximale waarden worden als volgt afwisselend weergegeven: Druk nogmaals op de knop LAP om terug te keren uit de rondegegevens.
Bestanden wissen U kunt de door de fietscomputer opgeslagen bestanden wissen. De computer verwijdert en overschrijft een oud bestand automatisch; maar u kunt het betreffende bestand ook handmatig verwijderen. 1. Ga naar het menuscherm “Bestanden bekijken” (blz. 26). 2. Druk de SSE-toets en de M1/+ of de M2/--toets tegelijk in om over te gaan naar het wisscherm te gaan.
M2/- M1/+ Datum en tijd instellen Stel de “tijdsnotatie”, de “uren”, de “minuten”, de “datumnotatie”, het “jaartal”, de “maand” en de “datum” in. * Houd de knop M1/+ of M2/- ingedrukt om het nummer snel te verhogen of verlagen. 1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het bovenste menuscherm te openen. Ga naar het CLOCK.DATE-scherm met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets.
M2/- M1/+ 6. Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste menuscherm (CLOCK. DATE-scherm) en uw verandering(en) te bevestigen. Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het metingenscherm. Naar het bovenste menuscherm/metingenscherm: MENU (Achterzijde) De wielomtrek instellen Stel de wielomtrek in op SP1 (Snelheidsensor 1) en SP2 (Snelheidsensor 2) gesynchroniseerd volgens “Het sensor-ID synchroniseren” (blz. 32). * Zie voor de wielomtrek “Wielomtrek” (blz. 13).
M2/- M1/+ * Als u een computer voor een enkele fiets gebruikt, stelt u de wielomtrek alleen in op ID:1 (Sensor 1). Als u een computer gewoonlijk voor twee fietsen gebruikt, stelt u de wielomtrek van de tweede fiets in op ID:2 (Sensor 2). * Ga naar het meetscherm om het geselecteerde sensorpictogram te bekijken ( of ).
3. Druk op de knop SSE om de ID te controleren. Starten met zoeken: SSE Druk terwijl de waarde op het scherm verandert op de knop RESET op de te controleren sensor. Snelheidssensor RESET Hartslagsensor RESET Als de hartslag of snelheid (ritme) wordt weergegeven met “ID-OK” op het scherm, is de synchronisatie voltooid. * De computer gaat na de ID-synchronisatie gedurende vijf minuten in de zoekmodus over.
M2/- M1/+ De maateenheid instellen De snelheidseenheid (km of mile (mijl)) veranderen. 1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het bovenste menuscherm te openen. Ga naar het UNIT-scherm met behulp van de M1/+ of M2/-toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets. Huidige snelheidseenheid MENU Bovenste menuscherm: (Achterzijde) M1/+ Van menu verwisselen: M2/- (of) Bevestigen: SSE 2. Selecteer de snelheidseenheid met behulp van de M1/+ of M2/--toets. km ↔ mile: M1/+ M2/- (of) 3.
M2/- M1/+ 2. Voer de totaalafstand in met behulp van de M1/+ of M2/-toets en verplaats de cursor met de SSE-toets. * De totale afstand wordt weergegeven met een heel getal, te beginnen met een weergave van vier cijfers, inclusief kleine letters die naar rechts schuiven. Instelbereik: 0 – 999999 km [mijl] M1/+ Verhogen/verlagen: M2/- (of) De laatste 4 cijfers worden weergegeven. Ander cijfer kiezen: SSE 3.
M2/- M1/+ De aftelafstand instellen Voer de afstand in die u wilt afleggen (blz. 24). * Houd de knop M1/+ of M2/- ingedrukt om het nummer snel te verhogen of verlagen. 1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het bovenste menuscherm te openen. Ga naar het C.D.DST→-scherm met behulp van de M1/+ of M2/--toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets. Huidige instelling MENU Bovenste menuscherm: (Achterzijde) M1/+ Van menu verwisselen: M2/- (of) Bevestigen: SSE 2.
M2/- M1/+ Het geluid instellen U kunt het alarmsignaal voor de doelzone en het bedieningsgeluid van de toetsen aanen uitzetten. 1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het bovenste menuscherm te openen. Ga naar het SOUND-scherm met behulp van de M1/+ of M2/-toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets. MENU Bovenste menuscherm: (Achterzijde) M1/+ Van menu verwisselen: M2/- (of) Bevestigen: SSE 2.
1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het bovenste menuscherm te openen. Ga naar het HR.ZONE-scherm met behulp van de M1/+ of M2/--toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets. Bovenste menuscherm: Van menu verwisselen: MENU (Achterzijde) M1/+ M2/- (of) Bevestigen: SSE Huidige instelling 2. Selecteer de HR-doelzone. Selecteer uit OFF, 1, 2, 3, of 4 met de knoppen M1/+ en M2/-. Selecteer bij gebruik van de HR-doelzone uit 1 tot 4, bevestig met de knop SSE en ga door naar stap 3.
Hartslagtraining Dit gedeelte is slechts een algemeen overzicht van training met hartslagdata. Voor meer informatie zijn er boeken en websites met meer diepgaande informatie. In het algemeen neemt de hartslag toe tijdens trainen en wordt deze hoger naarmate de intensiteit van de oefening toeneemt. Het meten van de hartslag is een goede indicatie van de intensiteit van de oefening. Door het instellen van de doel-hartslagzones en u te houden aan vooraf bepaalde oefeningen, kunt u efficiënter trainen.
2 Competitietraining Meet uw hartslag in rust net nadat u ‘s ochtends wakker wordt en uw maximale hart- slag (bijvoorbeels tijdens competitie).
doelzone gebruiken 3 De Wanneer tijdens meting de hartslag buiten de doelzone ligt, dan geeft de fietscomputer een alarmsignaal en knippert op het scherm. De fietscomputer beschikt over 4 instelbare doelzones voor de hartslag. Voor een training waarbij u mikt op een hartslag van bijvoorbeeld 140 tot 160 slagen per minuut, selecteert u HR.ZONE:3, zoals in onderstaande tabel. De fietscomputer geeft een alarmsignaal wanneer de hartslag lager is dan 139, of hoger is dan 161 slagen per minuut.
Probleemoplossing Indien de fietscomputer niet naar behoren functioneert, controleer dan eerst de onderstaande punten voordat u voor reparatie of ondersteuning contact opneemt met CatEye of uw CatEye-dealer. Problemen met de display Probleem De bewegingen op het scherm worden trager. Controlepunt Is de omgevingstemperatuur laag (lager dan nul graden Celsius of 32 graden Fahrenheit)? knippert op het De batterij van de fietscomscherm. puter is bijna leeg.
Probleem Controlepunt De signalen van de Heeft u de sensor-ID gesynhartslagmeter wor- chroniseerd? den niet ontvangen. Werd het ID van de fietscomputer gesynchroniseerd met de sensor van iemand anders? Is het hartslagmetersymbool uitgeschakeld ? Oplossing Controleer het sensor-ID (blz. 32) van de HR (hartslagmeter). Vervolgd NL-43 NL Wanneer het hartslagmetersymbool is uitgeschakeld , kan de fietscomputer geen hartslaggegevens ontvangen.
Problemen met de bediening Probleem De verlichting gaat niet aan wanneer op de LT-toets wordt gedrukt. Meten start zelfs niet tijdens het rijden. Het synchroniseren van het sensor-ID van de hartslagmeter (snelheidssensor) is mislukt. De rondegegevens kunnen niet worden opgeslagen. Er verschijnen ongewone waarden. Het is niet mogelijk om via de menu’s de instellingen te veranderen. De gemeten gegevens kunnen niet worden opgeslagen.
De batterij vervangen De fietscomputer wordt geleverd met op de fabriek geïnstalleerde batterijen. Volg onderstaande instructies om een lege batterij te vervangen door een nieuwe. Waarschuwing!!! : Bewaar de batterijen buiten het bereik van kinderen en behandel ze bij het weggooien volgens de geldende wetgeving. Raadpleeg onmiddellijk een arts indien een batterij per ongeluk wordt doorgeslikt.
Onderhoud Volg voor het dagelijks onderhoud de volgende aanwijzingen op. • Controleer regelmatig of de magneten en sensoren nog op de juiste plaats en goed vast zitten. • Reinig de fietscomputer, de hartslagmeter en de snelheidssensor met water of veeg ze af met een zachte doek die is bevochtigd met een neutraal reinigingsmiddel en droog alle onderdelen goed af. Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine of alcohol, daar dergelijke stoffen de afwerking kunnen aantasten.
Specificaties Displayfuncties Bovenste display Middelste display Onderste display Huidige snelheid Gemiddelde snelheid Maximum snelheid hartslag Gemiddelde hartslag Maximum hartslag Kadans Gemiddelde kadans Maximum kadans Datum Klok Calorieverbruik 0,0 (4,0) − 150,0 km/u [0,0 (3,0) − 93,0 mpu] Voor een bandenmaat van 27 inch 0,0 − 150,0 km/u [0,0 − 93,0 mpu] 0,0 (4,0) − 150,0 km/u [0,0 (3,0) − 93,0 mpu] 0 (30) − 240 s/m 0 − 240 s/m 0 (30) − 240 s/m 0 (20) − 199 s/m 0 − 199 s/m 0 (20) − 199 s/m ‘00.01.
Registratie CATEYE website (http://www.cateye.com) Voor de garantie dient u uw V3n te registreren. U wordt verzocht dit zo snel mogelijk te doen. CATEYE voorziet u zo goed mogelijk van technische ondersteuning en informatie over nieuwe producten. Registreer online via onze website of stuur de onderstaande registratiekaart rechtstreeks naar onze klantendienst. Vergeet a.u.b. niet het serienummer van het product in te vullen (het 7-cijferige nummer op het batterijendeksel van uw fietscomputer).
コンピュータ裏面のバッテリーカバーに記載の7桁の数字をご記入ください。 Veuillez indiquer le numéro à 7 chiffres indiqué sur le couvercle de la pile de l’unité principale. Geben Sie bitte die siebenstellige Nummer an, die auf der Batterieabdeckung der Haupteinheit steht. Vul de 7-cijferige nummers in die op de batterijendeksel van de computer staan. Por favor, complete el número de 7 dígitos mostrado en la tapa de las pilas de la unidad principal). Inserire il codice di 7 cifre indicato sul coperchio del vano batterie dell’unità principale.
2