Handleiding

NL-76
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
CONTROLLER scherm
Gebruik dit scherm om de instellingen voor de pedalen en de toonhoogteregelaar te configureren.
Item Beschrijving Instelling
Knob1-3 Edit Dit is een groep van bewerkbare parameters voor de bn knoppen (K1 t/m K3).
Target Selecteert de parameters die geregeld worden door een bedieningsregelaar.
Bijvoorbeeld, de “CC67:Soft” instelling specificeert een zacht pedaaleffect.
Er kunnen twee doelen voor één bedieningsregelaar worden gespecificeerd.
No Assign: Geen doel gespecificeerd.
CC00 t/m CC97: MIDI-controleverandering*
1
NRPN, RPN: MIDI NRPN en RPN-parameters*
1
*
2
Pressure: MIDI-kanaaldruk*
1
Tempo: Tempo-instelling (pagina NL-20)
EQ Low Gain - EQ High Gain: Master EQ >Low Gain - High Gain (pagina NL-81)
Upper 1 On/Off t/m Lower 2 On/Off: Aan/Uit instelling van elke toon
Upper 1 Volume t/m Metronome Volume: Balansinstelling van het toetsenbord,
automatische begeleiding en andere volumeniveaus
Layer Detune: Laag-ontstemming (pagina NL-33)
Layer 1 - Layer 6: Toonparameter-instellingen van elke laag
De volgende functies kunnen worden toegewezen: On/Off, Volume (volume),
Pan (panning), OctShift (octaafverschuiving), DspOnOff (DSP aan/uit),
LfoPitch (LFO-toonhoogte), LfoFiltr (LFO-filter), LfoAmp (LFO-versterker).
Zie de bewerkbare parameters onder “Bewerken van een toon” (pagina NL-23)
voor details betreffende de instellingen.
DSP Bypass: De DSP wordt tijdelijk overgeslagen.
Dsp Param 1-16: DSP-parameters
SysFX Bypass: De systeemeffecten worden tijdelijk overgeslagen.
MasFX Bypass: De hoofdeffecten worden tijdelijk overgeslagen.
Zie de
informatie
links
hiernaast.
Min Value Instelling van de minimum-uitgangswaarde van de bedieningsregelaar. 0 t/m 127
Max Value Instelling van de maximum-uitgangswaarde van de bedieningsregelaar. 0 t/m 127
Upper1 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Upper1 toon toegepast.
Off, On
Upper2 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Upper2 toon toegepast.
Off, On
Lower1 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Lower1 toon toegepast.
Off, On
Lower2 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Lower2 toon toegepast.
Off, On
*1 Zie de MIDI implementatietabel en/of de MIDI documentatie voor details
betreffende de instellingen.
*2 Na het selecteren van deze parameters moeten de onderstaande parameters
worden ingesteld.
MSB: CC99 voor NRPN, CC101 voor RPN (instelbereik: 000 t/m 127)
LSB: CC98 voor NRPN, CC100 voor RPN (instelbereik: 000 t/m 127)
Data Entry MSB/LSB: Specificeert welke Data Entry (MSB (CC06) of LSB
(CC38)) door een bedieningsregelaar wordt geregeld. (Instellingen: MSB, LSB)
PX560-D-1B.indd 78 2016/12/15 11:39:52