NL PX-560M GEBRUIKSAANWIJZING Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de Digitale Piano probeert te gebruiken. Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland. MA1612-B PX560-D-1B B PX560-D-1B.
Belangrijk! Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken. • Voordat u de los verkrijgbare AD-A12150LW netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is. • Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
Inhoudsopgave Algemene gids NL-4 Installeren van de muziekbladstandaard. . . . . . NL-5 Opslaan van instellingen en gebruiken van de paneelvergrendeling. . . . . . . . . . . . . . NL-6 Terugzetten van de Digitale Piano naar de standaardinstellingen die in de fabriek ingesteld waren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-6 Stopcontact NL-7 Gebruik van een netadapter . . . . . . . . . . . . . . . NL-7 In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Aansluiting op een computer NL-86 Minimale computersysteemvereisten . . . . . . . NL-86 Gebruik van MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-87 Referentie NL-88 Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oplossen van moeilijkheden . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningsvoorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . NL-88 NL-89 NL-91 NL-93 Informatie Vingerzettinggids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene gids 1 3 4 5 6 bp bq 7 8 9 bk bn ∗ bl br bm 2 dm dn Voorkant PHONES aansluitingen bo bs bt ck cl cp cq cm cr cs cn ct dl co dk Achterkant MIDI OUT/THRU, IN aansluitingen USB poort DC 12V aansluiting LINE IN R, L/MONO aansluitingen AUDIO VOLUME regelaar AUDIO IN aansluiting DAMPER, ASSIGNABLE PEDAL aansluitingen Onderkant LINE OUT R, L/MONO aansluitingen Pedaalaansluiting NL-4 PX560-D-1B.
Algemene gids • Deze handleiding gebruikt de hieronder gegeven nummers en namen die verwijzen naar de toetsen en bedieningsorganen.
Algemene gids LCD-paneel Het paneel van vloeibare kristallen van het monitorscherm maakt gebruik van hoge-precisie technologie die een pixelopbrengst levert van meer dan 99,99%. Er is slechts een hoeveelheid pixels die niet oplichten of voortdurend oplichten. Dit is een intrinsieke eigenschap van het paneel van vloeibare kristallen en duidt niet op een defect.
Stopcontact Uw Digitale Piano werkt op de spanning van het lichtnet. Vergeet niet de stroom uit te schakelen wanneer u de Digitale Piano niet gebruikt. Gebruik van een netadapter In- en uitschakelen van de stroom 1. • Raak het toetsenbord, de pedalen en de toetsen niet aan terwijl het startscherm op de display wordt aangegeven. Dit kan namelijk een probleem veroorzaken met de bediening.
Stopcontact Automatische stroomonderbreker Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom wordt verspild als gedurende een vooringestelde tijd geen bewerking wordt uitgevoerd. De activeringstijd voor de automatische stroomonderbreker is ongeveer vier uur. • Indien gewenst, kunt u de automatische stroomonderbreker annuleren. Zie “Auto Power Off” onder “SYSTEM SETTING scherm” (pagina NL-74). NL-8 PX560-D-1B.
Aansluitingen Aansluiten van de hoofdtelefoon • Voordat u een hoofdtelefoon aansluit dient u eerst de 2 VOLUME regelaar van de Digitale Piano op een laag niveau in te stellen. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft. • Wanneer de geluidsweergave via de luidsprekers is uitgeschakeld *, optimaliseert de Digitale Piano automatisch het geluid voor het luisteren met de hoofdtelefoon en via de LINE OUT.
Aansluitingen z Expressiepedaal U kunt een pedaal gebruiken om het volumeniveau en de effecttoepassing te regelen. Sluit het expressiepedaal aan op de ASSIGNABLE PEDAL aansluiting. Gebruik de “Pedal Edit” op het CONTROLLER scherm om in te stellen dat er een expressiepedaal aan de ASSIGNABLE PEDAL aansluiting is toegewezen. • Gebruik een in de handel verkrijgbaar expressiepedaal dat aan de onderstaande specificaties voldoet.
Aansluitingen Gebruik van de Digitale Piano voor weergave van de geluiden van een externe geluidsbron (Afbeelding 1 en 4) Een externe geluidsbron die op de LINE IN R (rechts) is aangesloten, wordt via de rechter luidspreker van de Digitale Piano weergegeven en een geluidsbron die op de LINE IN L/MONO is aangesloten, wordt via de linker luidspreker weergegeven. Gebruik los verkrijgbare aansluitsnoeren die passen bij de apparatuur waarop aangesloten wordt.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Gebruik van het displayscherm Overzicht van het displayscherm Wanneer u de Digitale Piano inschakelt, verschijnt er een MENU scherm en een MAIN scherm (dit toont de huidige instellingen) op de display. U kunt deze schermen gebruiken om een groot scala aan functies naar wens in te stellen. De navigatiepictogrammen op het snelpalet aan de rechterzijde van de display worden gebruikt om snel tussen de schermen te navigeren.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Bedieningsaanwijzingen Gebruik van het aanraakpaneel Uw Digitale Piano heeft een aanraakpaneel. U kunt het aanraakpaneel gebruiken om een groot scala aan functies naar wens in te stellen. Invoeren van teksttekens U kunt de toetsen van het beeldschermtoetsenbord aantippen om de namen voor de gegevensbestanden in te voeren. De Digitale Piano ondersteunt de invoer van alfanumerieke tekens en symbolen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Selecteren van een item in een lijst Een item dat met behulp van een lijst kan worden geselecteerd, wordt aangegeven door het “X” pictogram. 1. 2. Tip op het item waarvan u de instelling wilt veranderen. Op de lijst die verschijnt tipt u het item aan dat u wilt instellen. Veranderen van een ingestelde waarde Een ingestelde waarde die kan worden veranderd, wordt aangegeven door het “ ” pictogram. 1. 2.
Spelen met verschillende tonen 6 bn cm bp bq Selecteren en spelen van een toon Uw Digitale Piano heeft 650 tonen. De tonen zijn verdeeld in 13 groepen. • Zie de afzonderlijke Appendix voor details. 1. Tip bq MAIN op het scherm aan. Het MAIN scherm verschijnt. 2. Tip de “Upper 1” toon aan. Het TONE SELECT scherm verschijnt. Upper 1 3. 5. cn co bt Tip bq MAIN op het scherm aan om terug te keren naar het MAIN scherm.
Spelen met verschillende tonen Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen U kunt het toetsenbord zodanig splitsen dat de linkerkant (lager bereik) één toon speelt en de rechterkant (hoger bereik) een andere toon speelt. • Op een gesplitst toetsenbord wordt de toon die aan het lage bereik is toegewezen een “splitstoon” (Lower 1) genoemd. Voorbeeld: Wanneer “GM Slap Bass 1” als de splitstoon is geselecteerd Splitstoon: GM Slap Bass 1 1.
Spelen met verschillende tonen Lagen van twee tonen U kunt lagen aanbrengen tussen twee verschillende tonen zodat ze tegelijkertijd spelen wanneer u een klaviertoets indrukt. • De Upper 1 toon wordt de “hoofdtoon” genoemd en de Upper 2 toon wordt de “gelaagde toon” genoemd. 1. Tip bq MAIN op het scherm aan. Het MAIN scherm verschijnt. 2. 3. Selecteer de hoofdtoon. Tip het Upper 2 pictogram aan. De lagenfunctie wordt ingeschakeld en de twee tonen worden gelaagd.
Spelen met verschillende tonen 2. Tip “Duet” aan. Het duet-spel wordt ingeschakeld. • Tip “Pan” aan om Duet Pan in te schakelen. Wanneer Duet Pan is ingeschakeld (aan), wordt het geluid van het linker toetsenbord via de linker luidspreker weergegeven en het geluid van het rechter toetsenbord wordt via de rechter luidspreker weergegeven. De onderstaande effecten worden niet toegepast.
Spelen met verschillende tonen Afstellen van de volumebalans van het toetsenbord Gebruik deze procedure om de volumebalans tussen de hoofdtoon en de gelaagde toon af te stellen. 1. Tip bp MENU op het scherm aan. Het MENU scherm verschijnt. 2. 3. Tip “BALANCE” aan. Tip de toon aan die u wilt afstellen en gebruik dan de bt w, q toetsen om het volume in te stellen. Upper 1: Hoofdtoon Upper 2: Gelaagde toon Lower 1: Splitstoon (hoofdtoon) Lower 2: Splitstoon (gelaagde toon) 4.
Spelen met verschillende tonen Veranderen van de tempoinstelling Er zijn twee verschillende methoden die u kunt gebruiken om de tempo-instelling te veranderen: gebruik van de cm TEMPO w, q toetsen voor een geleidelijke verandering of tikken van de maat met de cm TEMPO TAP toets (tikken-invoer). ■ Methode 1: Instellen van het tempo met de cm TEMPO w, q toetsen 1. Gebruik van de toonhoogteregelaar U kunt de hoogte van de noten d.m.v. de toonhoogteregelaar geleidelijk omhoog en omlaag verschuiven.
Spelen met verschillende tonen • Raak de regelaar of knoppen niet aan op het moment dat u de Digitale Piano inschakelt. Stand voor normale weergave (volledig omlaag gedraaid) Verschuiven van de toonhoogte van de Digitale Piano in eenheden van een halve toon (Transponeren) De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van de Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen van een halve toon. U kunt d.m.v.
Spelen met verschillende tonen Automatisch Arpeggio frasen laten klinken (Arpeggiator) Met de arpeggiator kunt u automatisch verschillende arpeggio’s en andere frasen spelen door gewoonweg klaviertoetsen aan te slaan op het toetsenbord. U kunt uit een aantal verschillende arpeggio-opties kiezen, inclusief het spelen van arpeggio’s van een akkoord, het automatisch spelen van verschillende frasen en andere keuzes. 1. 5. Configureer de arpeggiator-instellingen naar wens.
Bewerken van een toon bp bq br Gebruik de onderstaande procedures om tonen te bewerken en effecten toe te passen op de gewenste Upper 1 (hoofd) toon. Bewerken van een toon 1. 2. 3. 4. 5. Specificeer Upper 1 als de toon die bewerkt moet worden. Tip bp MENU aan. Tip “TONE” op het MENU scherm aan. 13. Tip het bestemming-toonnummer aan. • Als er reeds gegevens aan het toonnummer zijn toegewezen, staat er een sterretje (*) naast. 14. Tip “Execute” aan.
Bewerken van een toon Veranderen van de naam van een toon 1. 2. 3. 4. 5. 6. Tip “TONE” op het MENU scherm aan. Tip “Edit” aan. Tip “Rename” aan. Tip de toon aan die u wilt hernoemen. Voer een nieuwe naam in. Tip “Enter” aan nadat u klaar bent met het invoeren van de naam. Wissen van een toon 1. 2. 3. 4. 5. 6. Tip “Edit” op het MENU scherm aan. Tip “Edit” aan. Tip “Clear” aan. Tip de toon aan die u wilt wissen. Tip “Execute” aan. Tip “Yes” aan. • Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Bewerken van een toon Bewerkbare parameters • De gearceerde cellen geven een groep aan die bestaat uit meerdere instelitems. Tip “Enter” aan om de instelitems van een groep te tonen. ■ Bewerkbare melodietoon-parameters Displaytekst Pitch Beschrijving Instellingen Toonhoogtekromme. De bewerkbare parameters in deze groep zijn van invloed op de toonhoogte van de noten. Octave Shift Octaafverschuiving. Verandert de toon van noten in eenheden van een octaaf.
Bewerken van een toon Displaytekst Filter Beschrijving Instellingen Filter. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband houdt met filters (tonen). • Bij deze groep correspondeert de verticale (Level) as in het toonhoogtekrommediagram met hoe het filter wordt toegepast. Cutoff Afkapfrequentie. Specificeert de afkapfrequentie van het filter. –64 tot 0 tot +63 Resonance Resonantie. Specificeert de resonantie van de toon in de buurt van de afkapfrequentie.
Bewerken van een toon Displaytekst LFO Beschrijving Instellingen Laag-frequentie oscillator. Dit is een groep van bewerkbare LFOparameters uitgeoefend op de toonhoogte, filter en versterker. Pitch Wave FilterAmpWave Golftype. Specificeert een van de volgende golftypen die gebruikt moet worden voor LFO. FilterAmpWave wordt gemeenschappelijk voor filter en versterker gebruikt.
Bewerken van een toon ■ Bewerkbare drumtoon-parameters Displaytekst Inst Edit Beschrijving Instellingen Instrumentbewerking. Dit is een groep van bewerkbare instrumenten toegewezen aan elk toetsenbord. • Druk op een klaviertoets om de toets te specificeren die moet worden bewerkt. C-1 - G9 Inst Select Instrumentnummer-selectie. Specificeert het nummer van de drumtoon die is toegewezen aan elke klaviertoets. Zie de “Instrumentenlijst” in de afzonderlijke Appendix. Note Off Mode Noot-uit modus.
Bewerken van een toon Displaytekst Beschrijving Effect Gemeenschappelijk effect. Dit is een groep van bewerkbare effectfunctieparameters. Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details. • Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details betreffende de onderstaande instelitems. Chorus Send, Delay Send, Reverb Send Pan Pan. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband houdt met de pan (geluidstereopositie) werking.
Bewerken van een toon ■ Bewerkbare Hex Laag toonparameters Displaynaam Beschrijving Instellingen Volume Volume. Totale hex laag volume. 0 t/m 127 Keyoff Velocity Mode Toets-uit gevoeligheidsmodus (toets-loslaatsnelheid). Selecteer “KeyOff” KeyOff, KeyOn, Both om de toets-uit gevoeligheid als toets-uit gevoeligheid te gebruiken of “KeyOn” om de toets-aan gevoeligheid te selecteren. Selecteer “Both” om beide gevoeligheden (toets-aan en toets-uit) te reflecteren. Layer Laag.
Bewerken van een toon Displaynaam Beschrijving Instellingen Split Shift Splitsingsverschuiving. Tellend vanaf de klaviertoets die wordt ingedrukt, is de golfvorm die klinkt de vorm die is toegewezen aan de klaviertoets die de gespecificeerde hoeveelheid splitsingsverschuiving boven of beneden de ingedrukte toets is. De gebruikte toonhoogte is de toonhoogte die correspondeert met de ingedrukte klaviertoets. –12 tot 0 tot +12 LFO Layer Depth LFO-laagdiepte.
Bewerken van een toon Displaynaam Low Key Beschrijving Laag toets. Past het laag toetsopeenvolgingseffect toe op de toetsen aan de laagbereik (links) zijde van de toets die door deze instelling is gespecificeerd. Instellingen C-1 - G9 (Low Key High Key) High Key Follow Hoog toetsopeenvolging. Stelt de hoeveelheid filterverandering tussen –128 tot 0 tot +127 aangrenzende klaviertoetsen bij. Een grotere waarde betekent een grotere verandering.
Bewerken van een toon Displaynaam Pitch Beschrijving Instellingen Toonhoogte. De bewerkbare parameters in deze groep zijn van invloed op de toonhoogte van de noten. Detune Ontstemmen. Hierdoor zal de stemming van de Lagen 1 - 6 ietwat afwijken van elkaar. Een hogere instelwaarde verhoogt de mate van ontstemming. De maximumwaarde (31) geeft een verschil van 100 cent (halve tonen) tussen Laag 1 en Laag 6.
Bewerken van een toon ■ Bewerkbare DSP-parameters • Selecteer “Through” als u de toepassing van DSP wilt uitschakelen. - -: Through Selecteer deze optie als u geen DSP-effect wilt toepassen. Er zijn geen parameters die kunnen worden ingesteld wanneer deze optie is geselecteerd. 01: Equalizer Dit is een equalizer met drie frequentiebanden. Parameterwaarde-bereiken: 1 :EQ1 Frequency (100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1.0k, 1.3k, 1.6k, 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.3k, 8.
Bewerken van een toon 06: Phaser Produceert een karakteristiek pulserend, breed geluid door een LFO te gebruiken om de fase te veranderen van het ingangssignaal en dat dan met het oorspronkelijke ingangssignaal te mengen. Parameterwaarde-bereiken: 1 :Resonance (0 t/m 127) Regelt de sterkte van de feedback. 2 :Manual (–64 tot 0 tot +63) Regelt de hoeveelheid verschuiving van de referentie-phaser. 3 :LFO Rate (0 t/m 127) Regelt de LFO-snelheid. 4 :LFO Depth (0 t/m 127) Regelt de LFO-diepte.
Bewerken van een toon 13: LFO Wah Dit is een “wah” effect dat de frequentie automatisch kan beïnvloeden d.m.v. een LFO. Parameterwaarde-bereiken: 1 :Input Level (0 t/m 127) Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd raken wanneer het niveau van het ingangssignaal, het aantal akkoorden of de resonantiewaarde groot is. Regel deze parameter om dergelijke vervorming te elimineren. 2 :Resonance (0 t/m 127) Regelt de sterkte van de feedback.
Bewerken van een toon 18: Ring Modulator Vermenigvuldigt het ingangssignaal met een intern oscillatorsignaal om een metaalachtig geluid aan te maken. Parameterwaarde-bereiken: 1 :OSC frequency (0 t/m 127) Stelt de referentiefrequentie van de interne oscillator in. 2 :LFO Rate (0 t/m 127) Regelt de LFO-snelheid. 3 :LFO Depth (0 t/m 127) Regelt de LFO-diepte. 4 :Tone (0 t/m 127) Regelt het timbre van het ingangsgeluid van de ringmodulator. 5 :Wet Level (0 t/m 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
Gebruik van automatische begeleiding cl 7 8 9 bk bl bm Bij automatische begeleiding kunt u gewoonweg het gewenste begeleidingsritme selecteren en zal de begeleiding (drums, gitaar enz.) automatisch spelen terwijl u een akkoord speelt met uw linkerhand. Het is net alsof u uw persoonlijke band heeft die u begeleidt waar u maar gaat. bp bq br 3. cm bt Tip de groep aan die het ritme bevat dat u wilt gebruiken. • Om tussen de groepen te navigeren, tipt u “UU” of “II” aan.
Gebruik van automatische begeleiding 6. Druk op de bm ACCOMP ON/OFF toets zodat het lampje gaat branden. Hierdoor gaat ACCOMP aan zodat alle begeleidingsdelen klinken. • Schakel ACCOMP uit zodat het ACCOMP lampje uit is om enkel de slagwerkdelen (drum, percussie) te laten klinken. • Bij meermalen indrukken van de toets wordt ACCOMP beurtelings in- en uitgeschakeld. Brandt 9. Speel andere akkoorden met de linkerhand terwijl u de melodie met uw rechterhand speelt.
Gebruik van automatische begeleiding Selecteren van een akkoordvingerzetmodus U kunt kiezen uit de volgende vijf akkoordvingerzetmodi. Fingered 1 Fingered 2 Fingered 3 CASIO Chord Full Range 1. 2. 3. Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan. Tip “Chord Input Type” aan. Tip de akkoord-invoermethode aan die u wilt gebruiken. Er wordt overgeschakeld naar de geselecteerde akkoord-invoermethode. ■ Fingered 1, 2, 3 Met deze drie akkoord-vingerzetmodi speelt u akkoorden op het akkoord-toetsenbord d.m.v.
Gebruik van automatische begeleiding Wijzigen van automatische begeleidingspatronen Er zijn zes verschillende automatische begeleidingspatronen, zoals hieronder getoond. U kunt overschakelen tussen patronen tijdens de begeleidingsweergave en zelfs patronen wijzigen. Gebruik de toetsen 7 t/m bk om het gewenste patroon te selecteren.
Gebruik van automatische begeleiding Toevoegen van harmonie aan de melodienoten (automatische harmonisatie) Met automatische harmonisatie (Auto Harmonize) wordt harmonie toegevoegd aan de melodienoten die u speelt met de rechterhand om meer melodische diepte te verkrijgen. U kunt kiezen uit één van de 12 typen automatische harmonisatie. 1. Tip bq MAIN op het scherm aan. Het MAIN scherm verschijnt. 2. Tip “Auto Harmonize” aan om de functie in te schakelen.
Gebruik van automatische begeleiding 5. Gebruik de toetsen 7 t/m bk om het begeleidingspatroon te selecteren dat u wilt bewerken. De toets die u indrukt gaat branden om aan te geven dat het patroon bewerkt wordt. • Bij enkele malen indrukken van 8 wordt er omgeschakeld tussen NORMAL en FILL-IN en bij enkele malen indrukken van 9 wordt er omgeschakeld tussen VARIATION en FILL-IN. De betreffende toets knippert terwijl het invulpatroon wordt geselecteerd.
Gebruik van automatische begeleiding 13. Tip het bestemming-gebruikersritmenummer aan. • Als er reeds gegevens aan het ritmenummer zijn toegewezen, staat er een sterretje (*) naast. Bestemming-gebruikersritmenummer 14. Tip “Execute” aan. Als er geen gegevens aan het geselecteerde ritmenummer zijn toegewezen, verschijnt de melding “Sure?”. Als er wel gegevens aan zijn toegewezen, verschijnt de melding “Replace?”. 15. Tip “Yes” aan. De gegevens worden in het geheugen opgeslagen.
Demonstratiemelodie bl bm bt Weergeven van demonstratiemelodieën 1. Houd de bm ACCOMP ON/OFF toets ingedrukt en druk dan op de bl a toets. Hierdoor wordt opeenvolgende weergave gestart van de demonstratiemelodieën, beginnend bij melodie 1. • U kunt de bt w, q toetsen gebruiken om over te schakelen naar een andere demonstratiemelodie. 2. Druk op de bl a toets. Hierdoor wordt de weergave van de demonstratiemelodie gestopt.
Muziekvoorkeuzes bl bm Met de muziekvoorkeuzes kunt u door middel van een druk op één toets toon-, ritme-, akkoord- en andere instellingen maken die geoptimaliseerd zijn voor specifieke muziekgenres en melodieën. Naast ingebouwde voorkeuzes kunt u uw eigen originele muziekvoorkeuzes (gebruikersvoorkeuzes) creëren. Er zijn in totaal 305 ingebouwde muziekvoorkeuzes, die verdeeld zijn in negen groepen. Er is een tiende groep voor de gebruikersvoorkeuzes. • Zie de afzonderlijke Appendix voor details.
Muziekvoorkeuzes Creëren van een originele gebruikersvoorkeuze (Gebruikersvoorkeuzes) Er is een muziekvoorkeuze-editor om u uw eigen originele muziekvoorkeuzes (gebruikersvoorkeuzes) te laten creëren. Er kunnen maximaal 100 gebruikersvoorkeuzes worden opgeslagen in de gebruikersgroep. 1. 2. 3. Voer stap 1 t/m 3 uit in de procedure onder “Oproepen van muziekvoorkeuzes” (pagina NL-46) om de voorkeuze te selecteren die u wilt gebruiken als de basis voor uw gebruikersvoorkeuze. Tip “Edit” aan. 5. 6. 8.
Muziekvoorkeuzes 2. Bewerk de stap naar wens. • U kunt de bewerkte progressie weergeven en controleren door op de bl a toets te drukken. Bewerken van een akkoordprogressie is niet mogelijk terwijl de akkoordprogressie wordt weergegeven. 3. Wanneer u klaar bent, tipt u br EXIT aan om terug te keren naar het bewerkingstypeselectiescherm (pagina NL-47). • Een enkele voorkeuze kan maximaal ongeveer 999 maten bevatten.
Muziekvoorkeuzes Veranderen hoe een automatische begeleiding wordt gespeeld 1. Tip op het bewerkingstype-selectiescherm (pagina NL-47) “Parameter Edit” aan om het onderstaande bewerkingsscherm voor automatische begeleiding te laten verschijnen. Parameter 2. Instelling Tip de parameter aan waarvan u de instelling wilt veranderen en gebruik dan de bt w, q toetsen om de ingestelde waarde te veranderen.
Muziekvoorkeuzes ■ Instelling van de timing en de akkoordprogressieweergave In dit gedeelte wordt beschreven hoe akkoordprogressies worden weergegeven overeenkomstig de “Timing Set” instellingen in stap 2 onder “Veranderen hoe een automatische begeleiding wordt gespeeld” (pagina NL-49). Merk op dat deze instelling alleen de weergave beïnvloed. Het verandert de akkoordprogressiegegevens niet. z Normal Speelt akkoorden op dezelfde timing als de opname.
Muziekvoorkeuzes z 3/4 Speelt akkoorden maat-voor-maat bij een timing die 3/4 is van die van de opname. Deze instelling is het beste voor gebruik met een 6/8 tijdritme. Weergeven van een akkoordprogressie zoals die getoond voor “Half” hierboven terwijl “3/4” gespecificeerd is, geeft het resultaat in de progressie die hieronder wordt getoond.
Registreren van de toon- en ritme-instellingen bt Het registratiegeheugen laat u basisinstellingen (toon, ritme enz.) van de Digitale Piano opslaan voor onmiddellijk oproepen wanneer u deze instellingen nodig heeft. Het registratiegeheugen vereenvoudigt het uitvoeren van complexe stukken waarbij achtereenvolgende veranderingen in toon en ritme nodig zijn. U kunt maximaal 96 basisinstellingen opgeslagen hebben in het registratiegeheugen.
Registreren van de toon- en ritme-instellingen Oproepen van een registratiebasisinstelling 1. Druk op de cp BANK toets om de bank te selecteren die de basisinstelling bevat die u wilt oproepen. • Het huidige geselecteerde bank- en gebiednummer worden op het MAIN scherm en door de lampjes van de toetsen aangegeven. 2. Gebruik de REGISTRATION toetsen (cq t/m ct) om het gebied te selecteren waarvan u de basisinstelling wilt oproepen.
Opname en weergave 345 bt Uw Digitale Piano kan opnemen wat u op het toetsenbord speelt en dit naderhand weergeven. De Digitale Piano heeft twee opnamefuncties: een MIDI-recorder en een audiorecorder. Selecteer de functie die geschikt is voor het type opname dat u wilt maken. • CASIO COMPUTER CO., LTD.
Opname en weergave MIDI-recorder Audiorecorder Wat u kunt doen... Opnemen op één spoor tijdens weergave van het andere spoor Systeemspoor Toetsenbordspel 3 Spoor 1 · · · Tijdens de weergave... Toetsenbordspel Wat u kunt doen...
Opname en weergave Opnemen in het geheugen van de Digitale Piano (MIDI-recorder) 4. Er kunnen nu nieuwe gegevens op het systeemspoor worden opgenomen. 5. Voer de onderstaande stappen uit om uw toetsenbordspel in het geheugen van de Digitale Piano op te nemen. 1. 2. 3. Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm aan. Speel iets op het toetsenbord. Het opnemen begint zodra u iets begint te spelen. • U kunt ook beginnen met opnemen door “X” aan te tippen.
Opname en weergave Opnemen op een specifiek spoor (Gedeelte) U kunt specifieke instrumenten, het linker- en rechterhand gedeelte of andere gedeelten van een melodie afzonderlijk opnemen en ze dan combineren tot een uiteindelijke melodie. ■ Wat is een spoor? Een “spoor” is een afzonderlijk opgenomen onderdeel van een melodie. De MIDI-recorder van deze Digitale Piano heeft in totaal 17 sporen, waarvan er een het systeemspoor is zoals hieronder beschreven.
Opname en weergave 7. Speel iets op het toetsenbord. 1. Het opnemen begint samen met de weergave van wat u op het systeemspoor heeft opgenomen, zodat u samen met het systeemspoor kunt spelen. 8. (1) Tip “Monitor” aan. Het weergave-eigenschappenscherm van de MIDI-recorder verschijnt. (2) U kunt “Mute” of “Solo” voor elk van de sporen selecteren. Mute: Spoor wordt niet weergegeven. Solo: Alleen het geselecteerde spoor wordt weergegeven.
Opname en weergave Opnieuw opnemen van een specifiek bereik (Automatische toets-voor-toets opname) U kunt de volgende procedure gebruiken om een bepaald bereik voor toets-voor-toets opname te specificeren. Startmaat Eindmaat ■ Opnieuw opnemen van een gedeelte dat kleiner is dan één maat Gebruik de onderstaande procedure om een toetsvoor-toets opnamegebied te specificeren dat een gedeelte van een maat omvat.
Opname en weergave 5. 6. Tip “YW” aan om terug te keren naar het begin van de melodie of gebruik “s” en “d” om de positie af te stellen waar de weergave moet beginnen. Tip “Rec Type” aan. U kunt de onderstaande procedure gebruiken voor automatische weergave van MIDI-gegevens (MIDIopnamegegevens of SMF-bestanden) opgeslagen in het geheugen van de Digitale Piano of op een USB flashdrive, en dan samen hiermee oefenen op het toetsenbord.
Opname en weergave 2. Dit pictogram: Doet dit: d Snel voorwaarts gaan. Eenmaal aantippen om één maat vooruit te gaan, vasthouden om continu snel voorwaarts te gaan. k Pauzeert of hervat de MIDI-gegevens die nu worden weergegeven. Het pictogram knippert wanneer de weergave gepauzeerd is. a Start de weergave van de MIDI-gegevens of stopt de weergave. 0 Beurtelings omschakelen tussen de opnamemodus en de weergavemodus. 6.
Opname en weergave Hernoemen van opgenomen MIDIgegevens 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm aan. Tip de gegevensnaam aan. Tip “User Data Edit” aan. Tip “Rename” aan. Tip de gegevens aan die u wilt hernoemen. Voer een nieuwe naam in. Tip “Yes” aan. Kopiëren van opgenomen MIDI-gegevens 2. 3. 4. 5. 6. 7. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Tip “Enter” aan nadat u klaar bent met het invoeren van de naam. • Tip “No” aan om de hernoembewerking te annuleren. 1.
Opname en weergave Kopiëren van het ene naar het andere spoor Invoegen van een blanco maat op een specifieke plaats in een specifiek spoor 1. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm aan. Tip “Monitor” aan. Tip “Edit” aan. Tip “Copy” aan. Tip in de “Source” lijst het spoor aan dat u wilt kopiëren. Tip in de “Destination” lijst het bestemmingsspoor aan. 2. 3. 4. 5. 6. Tip “Execute” aan. • Tip “No” aan om de kopieerbewerking te annuleren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Opname en weergave Wissen van een specifieke maat van een specifiek spoor 1. 2. 3. 4. 5. 6. Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm aan. Tip “Monitor” aan. Tip “Edit” aan. Tip “Delete Measure” aan. Tip het spoor aan dat de maat bevat die u wilt wissen. Tip het item aan waarvan u de instelling wilt veranderen en gebruik dan de bt w, q toetsen om de instelling te veranderen. Measure: Specificeert het maatnummer vanaf waar het wissen begint. Size: Specificeert het aantal maten dat moet worden gewist. 7. 8.
Opname en weergave Toonsleutelverschuiving van een specifieke maat van een specifiek spoor 1. 2. 3. 4. 5. 6. Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm aan. Tip “Monitor” aan. Tip “Edit” aan. Tip “Key Shift” aan. Tip het spoor aan waarvan u de toonsleutel wilt verschuiven. Tip het item aan waarvan u de instelling wilt veranderen en gebruik dan de bt w, q toetsen om de instelling te veranderen. Shift: Specificeert de omvang van de toonsleutelverschuiving.
Opname en weergave 3. Tip “0” aan. Hierdoor worden de recorder en de opnamemodus ingeschakeld. • Bij enkele malen indrukken van “0” worden de modi doorlopen zoals hieronder is aangegeven. Weergavemodus • U kunt de opnamemodus ook inschakelen door op de 3 REC MODE toets te drukken en dan “AUDIO RECORDER” aan te tippen. Opnemen van het toetsenbordspel met weergave uit het geheugen van de Digitale Piano 1. 2. Tip “AUDIO RECORDER” op het MENU scherm aan. Tip “0” aan om de opnamemodus in te schakelen.
Opname en weergave Meespelen met geluidsgegevens die opgenomen zijn op een USB flash-drive 1. Doet dit: k Pauzeert of hervat de geluidsgegevens die nu worden weergegeven. Het pictogram knippert wanneer de weergave gepauzeerd is. a Start de weergave vanaf het begin van de geluidsgegevens of stopt de weergave. 0 Beurtelings omschakelen tussen de opnamemodus en de weergavemodus. Tip “AUDIO RECORDER” op het MENU scherm aan.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano 1 bn bs br ck bt Op het MENU scherm kunt u de geselecteerde toon en het ritme veranderen en tevens kunt u de instellingen voor de klaviertoetsen, de aanslaggevoeligheid, de pedaal- en MIDI-instellingen en diverse andere instellingen veranderen. Dit betekent dat u de bediening en het gebruik van de Digitale Piano volledig kunt aanpassen aan uw eigen wensen. Configureren van de instellingen van de Digitale Piano 1. 2. 3.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ TONE scherm Gebruik dit scherm om de toon en andere toetsenbordinstellingen te configureren. • U kunt het TONE scherm ook laten verschijnen door op de ck TONE toets te drukken. Item Upper 1, Upper 2, Lower 1, Lower 2 Beschrijving Instelling Schakelt elk gedeelte in of uit en specificeert de toon ervan. Off (uit), On (aan) Edit Zie pagina NL-23. – Octave Verandert het bereik van elk gedeelte in eenheden van een octaaf.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ BALANCE scherm Gebruik dit scherm om de volume-instellingen voor het toetsenbord, de automatische begeleiding enz. aan te passen. Item Upper 1 Volume Beschrijving Zie pagina NL-19. Instelling 0 t/m 127 Upper 2 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127 Lower 1 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127 Lower 2 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127 Keyboard Volume Stelt de volumeniveaus in van alle gedeelten die geregeld worden door het toetsenbord.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ EFFECT scherm Gebruik dit scherm om diverse akoestische effecten op de noten toe te passen. Uw Digitale Piano heeft drie typen effecten; elk van deze bevat de effecten die hieronder worden beschreven. A) Digitale signaalverwerker (DSP) Een verzameling van veelzijdige normale DSP-effecten die helpen om het geluid van de tonen te verbeteren. Vervorming kan bijvoorbeeld toegepast worden op een elektrische gitaar waardoor deze krachtiger klinkt.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano Item Beschrijving Instelling Chorus Edit Chorus Type Selecteert het zwevingstype. Chorus1, Chorus2, Chorus3, Chorus4, FB Chorus, Flanger1, Flanger2, Flanger3, Flanger4, Short Delay1, Short Delay2, Short Delay3, Short Delay4, Soft Chorus, Bright Chorus, Deep Chorus LFO Rate Regelt de LFO snelheid. 0 t/m 127 LFO Depth Regelt de LFO diepte. 0 t/m 127 Feedback Regelt de hoeveelheid feedback. 0 t/m 127 Tone Regelt de toon.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano Item Beschrijving Instelling Attack Regelt de tijd totdat het compressie-effect begint. Bij een lagere 0 t/m 127 waarde wordt de werking van de compressor geactiveerd, hetgeen de aanzet van het ingangssignaal onderdrukt. Bij een hogere waarde wordt de werking van de compressor uitgesteld, waardoor de aanzet van het ingangssignaal afgegeven wordt zonder verandering. Release Regelt de vrijgavetijd.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ SYSTEM SETTING scherm Gebruik dit scherm om globale instellingen van de Digitale Piano te configureren. Item Beschrijving Instelling Speaker Specificeert of het geluid via de luidsprekers van de Digitale Piano moet worden weergegeven (On) of moet worden gedempt (Off). Off, On Touch Response Stelt de toetsaanslag bij.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano Item Beschrijving Instelling Operation Lock Wanneer deze functie wordt aangezet, worden de toetsen van de Digitale Piano vergrendeld (behalve de 1 P toets en de toetsen die vereist zijn voor het ontgrendelen), zodat geen bediening kan worden uitgevoerd. Schakel de bedieningsvergrendeling in wanneer u wilt beveiligen tegen per ongeluk bedienen van de toetsen en het controlepaneel.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ CONTROLLER scherm Gebruik dit scherm om de instellingen voor de pedalen en de toonhoogteregelaar te configureren. Item Knob1-3 Edit Target Beschrijving Instelling Dit is een groep van bewerkbare parameters voor de bn knoppen (K1 t/m K3). Selecteert de parameters die geregeld worden door een bedieningsregelaar. Bijvoorbeeld, de “CC67:Soft” instelling specificeert een zacht pedaaleffect.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano Item Auto Resolution (Alleen de knoppen 1, 2, 3) Beschrijving Bij inschakelen van deze instelling is de hoeveelheid verandering uitgeoefend wanneer een knop wordt gedraaid overeenkomstig de “Target”, “Min Value” en “Max Value” instellingen. Wanneer deze instelling is uitgeschakeld, verandert elke klik van een knop de corresponderende instelling met één.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ MIXER scherm Gebruik dit scherm om de toon van elk gedeelte te veranderen en om het volume en de nagalm ervan aan te passen. Niveaumeter Item Betekenis Instelling Gedeelte Een gedeelte dat is ingeschakeld wordt weergegeven. Schakel de gedeelten uit die u niet wilt weergeven. Off (uit), On (aan) Tone Verandert de toon. 650 Volume Stelt het volume in. Het volumeniveau van elk gedeelte wordt aangegeven door een niveaumeter op het scherm.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ MIDI scherm Gebruik dit scherm om de MIDI-instellingen te configureren. Zie “Toewijzing van de delen en MIDI-kanalen en het blokdiagram” (pagina A-5) voor informatie betreffende de MIDI-kanalen die aan elke poort zijn toegewezen. Item Beschrijving Instelling Keyboard Channel Selecteert het kanaal om MIDI-gegevens van het toetsenbordspel naar een extern toestel (toetsenbordkanaal) te zenden.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ REGISTRATION scherm U kunt specificeren welke huidige instellingen onveranderd moeten blijven wanneer parameterinstellingen worden opgeroepen met de registratiefunctie. Item Beschrijving Instelling Split Point Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van de splitstpuntinstelling uitgeschakeld. Off, On Transpose Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van de transponeerinstelling uitgeschakeld.
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano ■ EQUALIZER scherm Regelt de frequentiekarakteristieken van alle tonen. Item Beschrijving Instelling Low Frequency Selecteert de afkapfrequentie van het lage bereik. 50, 63, 80, 100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800 (Hz) Low Gain Regelt de versterking van het lage bereik. –12 tot 0 tot +12 Mid1 Frequency Selecteert de afkapfrequentie van het lage middenbereik. 100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1.0k, 1.3k, 1.6k, 2.
USB flash-drive Uw Digitale Piano ondersteunt de volgende bewerkingen van de USB flash-drive. z Formatteren van een USB flash-drive z Opslaan van gegevens op een USB flash-drive • Melodiegegevens die opgenomen worden met de MIDI-recorder van de Digitale Piano worden ongewijzigd of als een MIDI-bestand (SMF formaat 0) opgeslagen op een USB flash-drive. • Standaard geluidsgegevens van een computer (WAV-bestanden) kunnen ook worden opgeslagen op een USB flash-drive en worden weergegeven op de Digitale Piano.
USB flash-drive Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de USB flash-drive poort • Zorg ervoor de voorzorgsmaatregelen op te volgen die worden gegeven in de documentatie die met de USB flash-drive wordt meegeleverd. • Vermijd het gebruik van een USB flash-drive onder de volgende omstandigheden. Dergelijke omstandigheden kunnen de gegevens beschadigen die opgeslagen zijn op de USB flash-drive.
USB flash-drive Formatteren van een USB flash-drive • Formatteer een USB flash-drive op de Digitale Piano voordat u deze voor de eerste maal gebruikt. • Voordat u een USB flash-drive formatteert, moet u controleren of er geen waardevolle gegevens op opgeslagen zijn. • De formatteerbewerking zoals uitgevoerd door deze Digitale Piano is zogenaamd “snel formatteren”. Als u alle gegevens op de kaart volledig wilt wissen, dient u de USB flash-drive op een computer of andere apparatuur te formatteren.
USB flash-drive Laden van gegevens van een USB flash-drive naar het geheugen van de Digitale Piano U kunt d.m.v. de onderstaande procedure gegevens laden van een USB flash-drive naar het geheugen van de Digitale Piano. • Plaats de gegevens (bestand) dat u wilt laden in de MUSICDAT map op de USB flash-drive. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Steek de USB flash-drive in de USB flashdrive poort van de Digitale Piano. Tip “MEDIA” op het MENU scherm aan. Tip “Load” aan.
Aansluiting op een computer U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer en MIDI-gegevens verzenden tussen deze apparaten. U kunt gegevens van de Digitale Piano zenden naar de los verkrijgbare muzieksoftware die op uw computer draait of u kunt MIDI-gegevens vanaf uw computer zenden naar de Digitale Piano voor weergave. Minimale computersysteemvereisten Hieronder volgen de minimale vereisten voor het computersysteem wanneer MIDI-gegevens worden verzonden en ontvangen.
Aansluiting op een computer • Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is er geen probleem als de USB-kabel aangesloten gehouden wordt en uw computer en/of uw Digitale Piano uitgeschakeld wordt. • Deze Digitale Piano komt overeen met General MIDI Level 1 (niveau 1 van algemene MIDI) (GM).
Referentie Foutmeldingen Eén van de onderstaande foutmeldingen verschijnt op de display wanneer er een probleem optreedt. • Tip br EXIT aan om een foutmelding te wissen en terug te gaan naar de normale display. Displaymelding No Media No File No Data Read Only Media Full Too Many Files Not SMF01 Size Over Wrong Data Memory Full Format Error Media Error Measure Limit Data Full Oorzaak 1. De USB flash-drive is niet aangesloten op de USB flash-drive poort van de Digitale Piano. 2.
Referentie Oplossen van moeilijkheden Probleem Oorzaak Maatregel Er wordt geen geluid 1. De VOLUME regelaar is 1. Draai de VOLUME regelaar meer in de geproduceerd bij het aanslaan ingesteld op “MIN”. richting van “MAX”. van een klaviertoets. 2. De hoofdtelefoon of een 2. Haal de stekker uit de PHONES adapterstekker is aangesloten op aansluiting. één van de PHONES aansluitingen. 3. Upper 1 pictogram is uit. 3. Tip het Upper 1 pictogram aan om dit aan te zetten. 4. De “Speaker” SYSTEM SETTING 4.
Referentie Probleem De weergave stopt halverwege tijdens het oversturen van de melodiegegevens vanaf de computer. Oorzaak Digitale storing van de USB-kabel of het netsnoer is er de oorzaak van dat gegevenscommunicatie tussen uw computer en de Digitale Piano onderbroken wordt. Maatregel Zie pagina ) NL-86 Stop met het weergeven van melodieën, verbreek de aansluiting van de USB-kabel met de Digitale Piano en breng de aansluiting daarna weer tot stand. Probeer de melodie opnieuw weer te geven.
Referentie Technische gegevens Model PX-560MBE Toetsenbord Pianotoetsenbord met 88 toetsen • Snelheidsresolutie: Maximaal 16.
Referentie Ingangsaansluitingen/ uitgangsaansluitingen • • • • • • • • • • • PHONES aansluitingen: Stereo mini-aansluitingen × 2 DAMPER PEDAL aansluiting: Standaardaansluiting × 1 ASSIGNABLE PEDAL aansluiting: Stereo standaardaansluiting × 1 Spanning: 12 V gelijkstroom MIDI OUT/IN aansluitingen LINE IN R, L/MONO aansluitingen: Standaardaansluitingen × 2 Ingangsimpedantie: 9,0 KΩ Ingangsspanning: 200 mV LINE OUT R, L/MONO aansluitingen: Standaardaansluitingen × 2 Uitgangsimpedantie: 2,3 KΩ Uitgangsspann
Referentie Bedieningsvoorzorgsmaatregelen Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen. • Bij een model met een opnamefunctie of een andere gegevensopslagfunctie dient u de gegevens die u wilt behouden op een ander medium vast te leggen voordat u dit product voor onderhoud of reparatie afgeeft. Tijdens onderhoud of reparatie kan er toegang plaatsvinden tot de opgeslagen gegevens of worden deze gegevens mogelijk gewist. ■ Plaats Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Referentie Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de netadapter Model: AD-A12150LW 1. Lees deze aanwijzingen. 2. Houd deze aanwijzingen bij de hand. 3. Neem alle waarschuwingen in acht. 4. Volg alle aanwijzingen. 5. Gebruik dit product niet in de buurt van water. 6. Reinig alleen met een droge doek. 7. Niet installeren in de buurt van radiatoren, uitblaasroosters van kachels, kachels of andere warmtebronnen (inclusief versterkers). 8.
Referentie STLport Copyright 1994 Hewlett-Packard Company Copyright 1996,97 Silicon Graphics Computer Systems, Inc. Copyright 1997 Moscow Center for SPARC Technology. Permission to use, copy, modify, distribute and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that the above copyright notice appear in all copies and that both that copyright notice and this permission notice appear in supporting documentation.
Informatie Vingerzettinggids Fingered 1, Fingered 2 akkoorden C C6 *1 *3 Cm Cm6 *2 *3 Cdim Cadd9 Caug *3 Cmadd9 C 5 C69 *3 Csus4 *3 Cm69 *3 Csus2 *3 C7 ( 9) C7 C7 (9) Cm7 *3 C7 ( 9) C7 ( 11) CM7 CmM7 C7 ( 13) Cdim7 *3 C7 (13) CdimM7 Cm7 (9) C7 5 *3 Cm7 (11) *3 Cm7 5 *3 CM7 (9) CM7 5 CmM7 (9) Caug7 C5 (Alleen grondtoon en 5de) *4 CaugM7 grondtoon of grondtoon plus C8 (Alleen octaaf) *4 C7sus4 *1 Met Fingered 2, geïnterpreteerd als Am7.
Informatie Fingered 3, Full Range akkoorden Naast de akkoorden waarvan de vingerzetting gemaakt kan worden met Fingered 1 en Fingered 2 worden de volgende akkoorden ook herkend.
PX560-D-1B.
PX560-D-1B.indd 101 Root C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B • Daar het invoerbereik voor akkoorden beperkt is, is het mogelijk dat dit model bepaalde akkoorden die hierboven getoond worden niet ondersteunt.
Informatie Toewijzing van de delen en MIDI-kanalen en het blokdiagram Hoewel deze Digitale Piano een geluidsbron heeft die simultane weergave van 48 gedeelten ondersteunt, biedt de MIDIstandaard ondersteuning voor het werken met de informatie van in totaal 16 gedeelten. Daarom zijn de 48 gedeelten van de Digitale Piano verdeeld over drie poorten van 16 gedeelten, wat resulteert in drie ingebouwde MIDI-geluidsbronnen van 16 gedeelten.
Informatie Blokschema Mono Chorus Send Port A : Part1-5 Stereo Delay Send Tone Generator Volume Reverb Send Opmerking 1: Twee DSP’s, één voor Poort A Gedeelte 1 t/m 5 voor het toetsenbordspel en één voor de andere gedeelten, worden in combinatie gebruikt.
PX560-D-1B.
PX560-D-1B.
NL PX-560M GEBRUIKSAANWIJZING Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de Digitale Piano probeert te gebruiken. Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland. MA1612-B PX560-D-1B B PX560-D-1B.