Inhoudsopgave MULTIMEDIAPROJECTOR Veiligheidsinstructies Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Gebruikershandleiding Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage Index NLD
Gebruik van deze handleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van een Canon-projector. De WUX450/WX520/WUX400ST/WX450ST-multimediaprojector (hierna “de projector” genoemd) is een kwaliteitsprojector waarmee computerschermen met een hoge resolutie en digitale kwaliteitsbeelden op een groot scherm kunnen worden geprojecteerd. Deze handleiding Deze handleiding is een combinatie van de gebruikershandleiding voor de WUX450/WX520/WUX400ST/WX450ST-multimediaprojectoren.
Gebruik van deze handleiding Copyrightmededeling Houd er rekening mee dat als u een beeld voor commerciële doeleinden of publieke presentaties vergroot of verkleint u mogelijk inbreuk maakt op de wettelijk beschermde auteursrechten van de auteursrechtenhouder van het oorspronkelijke materiaal. Handelsmerken • Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation.
Belangrijke kenmerken van de projector Minimale ruimte voor installatie Het compacte apparaat van 337 x 134 x 370 mm (b x h x d) (WUX450/WX520) of 337 x 134 x 415 mm (b x h x d) (WUX400ST/WX450ST) heeft maar zeer weinig ruimte nodig. (P303) LCOS-projectie met hoge resolutie U projecteert beelden met 1920x1200 (WUXGA) voor de WUX450/WUX400ST en met 1440x900 (WXGA+) voor de WX520/WX450ST, dankzij de LCOS-schermen met hoge resolutie en reflecterend vloeibaar kristal.
Snelzoekgids Deze snelzoekgids helpt u bij het zoeken naar functies waarmee alle gebruiksmogelijkheden van de projector ten volle worden benut en die handig zijn bij het maken van aantrekkelijke presentaties, enz.
Inhoudsopgave Gebruik van deze handleiding ............................................................... 2 Belangrijke kenmerken van de projector.............................................. 4 Snelzoekgids ........................................................................................... 5 Veiligheidsinstructies........................................................................... 16 Veiligheidsvoorschriften ...................................................................................
Inhoudsopgave Bediening ....................................................................49 Stap 1 De projector inschakelen ......................................................... 52 Stap 2 Een ingangssignaal selecteren................................................ 53 Types ingangssignalen ............................................................................................53 Een ingangssignaal selecteren................................................................................
Inhoudsopgave Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie............75 Nuttige presentatiefuncties.................................................................. 76 Tijdelijk een beeld zwart maken...............................................................................76 Het beeld stilzetten ...................................................................................................76 Het volume instellen .......................................................................
Inhoudsopgave Gamma corrigeren ..................................................................................................100 Kleuren instellen .....................................................................................................101 Beeldruis onderdrukken (Ruisonderdrukking) ....................................................103 Dynamisch gamma instellen..................................................................................103 De geheugenkleur corrigeren ..................
Inhoudsopgave Installatie en onderhoud ..........................................125 Installeren.......................................................................................127 Vóór de installatie ............................................................................... 128 Voorzorgsmaatregelen bij het dragen/vervoeren van de projector ...................128 Voorzorgsmaatregelen voor installatie.................................................................128 ■ Bij plafondbevestiging ...
Inhoudsopgave Het schermaspect opgeven ...................................................................................150 Het formaat van geprojecteerde beelden instellen (WUX400ST/WX450ST) ......151 Digitale beeldverschuiving opgeven.....................................................................152 Micro-digitale beeldverschuiving opgeven ..........................................................153 De beeldregistratie instellen ....................................................................
Inhoudsopgave Netwerkinstellingen initialiseren ...........................................................................177 PJLink in- of uitschakelen......................................................................................177 Het gebruik van AMX Device Discovery opgeven................................................178 Het gebruik van Crestron RoomView opgeven ....................................................179 Computerinstellingen opgeven .............................................
Inhoudsopgave Bediening in elke modus ..............................................................225 Procedure ................................................................................................................226 Venster [Direct Mode] .............................................................................................228 De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) ........... 230 Een sessie maken .........................................................................
Inhoudsopgave Tips voor betere projectie via het netwerk ....................................... 279 ■ Verbindingslimieten niet overschrijden..............................................................279 ■ Bediening bij een verbroken verbinding ............................................................279 ■ Projectoren kunnen niet worden gedetecteerd .................................................279 Beperkingen ........................................................................................
Inhoudsopgave Productspecificaties........................................................................... 299 Index..................................................................................................... 307 Opties................................................................................................... 310 Menuconfiguratie ................................................................................ 311 15 Inhoudsopgave ■ Projector...........................................
Veiligheidsinstructies Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens de projector te installeren en in gebruik te nemen. De projector beschikt over vele handige gebruiksmogelijkheden en functies. Door een juist gebruik van de projector leert u deze functies te gebruiken en kunt u de projector gedurende een aanzienlijke tijd in goede conditie houden. Verkeerd gebruik kan niet alleen de levensduur van de projector verkorten, maar ook storingen, brandgevaar of andere ongevallen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies Veiligheidsvoorschriften • De projectielens van deze projector produceert een sterk licht. Staar niet rechtstreeks in de lens, anders bestaat de kans op oogletsel. Let er vooral op dat kinderen niet rechtstreeks in de lichtstraal kijken. • Installeer de projector in de juiste positie. Anders kan er brandgevaar ontstaan.
Veiligheidsinstructies ■ LEES DEZE HANDLEIDING GOED DOOR EN BEWAAR HEM ZODAT U ER LATER NOG EENS IETS IN KUNT OPZOEKEN. Lees alle veiligheids- en bedieningsvoorschriften voordat u het toestel gebruikt. Lees alle instructies die hier worden gegeven en bewaar ze voor later gebruik. Haal de stekker van de projector uit het stopcontact voordat u hem reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsproducten of producten in spuitbussen. Reinig het toestel met een vochtige doek.
Veiligheidsinstructies Steek nooit voorwerpen van enigerlei soort in deze projector door de openingen in de behuizing, aangezien delen die onder gevaarlijk hoge spanning staan geraakt kunnen worden of kortsluiting veroorzaakt kan worden met gevaar voor brand of een elektrische schok. Mors geen vloeistof van enigerlei aard op de projector. Deze projector mag alleen worden aangesloten op het type stroomvoorziening dat is aangegeven op het kenplaatje.
Veiligheidsinstructies VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET NETSNOER Het bij deze projector geleverde netsnoer voldoet aan de voorschriften voor gebruik in het land van aankoop. HET STOPCONTACT MOET ZICH DICHT BIJ HET APPARAAT BEVINDEN EN GEMAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
Veiligheidsinstructies Veiligheidssymbolen in deze handleiding Waarschuwing Geeft het risico aan op overlijden of ernstig letsel door verkeerd gebruik als deze informatie niet in acht wordt genomen. Neem voor een veilig gebruik deze informatie altijd in acht. Voorzichtig Geeft het risico aan op letsel door verkeerd gebruik als deze informatie niet in acht wordt genomen. Neem voor een veilig gebruik deze informatie altijd in acht. Geeft verboden handelingen aan.
Veiligheidsinstructies Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Aangezien dit hoofdstuk belangrijke informatie bevat met betrekking tot de veiligheid, moet u het hiernavolgende zorgvuldig doorlezen alvorens u uw projector correct en veilig kunt gebruiken. Waarschuwing Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker van de projector gemakkelijk toegankelijk is, zodat u de projector zo nodig direct kunt loskoppelen van de netvoeding. Of zorg voor een stroomonderbreker binnen handbereik.
Veiligheidsinstructies Waarschuwing Let voor wat betreft de stroomvoorziening, de stekker en de behandeling van de connector op de volgende punten. Als u dit niet doet, bestaat er de kans op brandgevaar, elektrische schokken of lichamelijk letsel. • De stekker of connector niet met natte handen losmaken. Voorzichtig Voorzichtig • Steek de stekker en connector volledig in het stopcontact. Gebruik ook geen beschadigde stekker of een loszittend stopcontact.
Veiligheidsinstructies Waarschuwing Let bij het installeren en de behandeling van de projector op de volgende punten. Als u dit niet doet, bestaat er de kans op brandgevaar, elektrische schokken of lichamelijk letsel. • De behuizing van de projector niet verwijderen of demonteren. Het interne gedeelte van de projector bevat hoogspanningsonderdelen, alsmede onderdelen die zeer heet worden. Neem contact op met het Canon Call Center als inspectie, onderhoud of reparatie vereist is.
Veiligheidsinstructies Waarschuwing Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u de lamp vervangt of als de lamp kapot is gesprongen. Wanneer dit niet gebeurt, kan dit elektrische schokken of lichamelijk letsel veroorzaken. • Een kapot gesprongen lamp zorgt voor glassplinters in de projector. Neem contact op met het Canon Call Center voor het reinigen en inspecteren van de binnenzijde van de projector en het vervangen van de lamp.
Veiligheidsinstructies Waarschuwing Voorzorgsmaatregelen voor de batterijen van de afstandsbediening Let bij de behandeling van de batterijen op de volgende punten. Als u dat niet doet, kan dit brand of lichamelijk letsel veroorzaken. • De batterijen niet verwarmen, kortsluiten of uit elkaar halen, en ze ook niet in een vuur leggen. • Probeer de batterijen die met de afstandsbediening worden meegeleverd niet op te laden.
Veiligheidsinstructies Voorzichtig Let bij het installeren en de behandeling van de projector op de volgende punten. • Delen van de behuizing rondom en boven de luchtuitlaatroosters kunnen tijdens het projecteren heet worden. Wanneer u deze gedeelten tijdens gebruik van de projector aanraakt, kan dit brandwonden op uw handen veroorzaken. Let vooral op dat kleine kinderen deze onderdelen niet aanraken. Plaats ook geen metalen voorwerpen rondom of boven de luchtuitlaatroosters.
Voor veilig gebruik Voorzichtig Let op het volgende wanneer u de projector draagt of vervoert. Voorzichtig • Deze projector is een precisie-instrument. Laat de projector niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken. Als u dit toch doet, kan dit storingen veroorzaken. • Gebruik de verpakking of het schokabsorberend materiaal dat met de projector is meegeleverd ten tijde van aankoop voor het vervoeren of verzenden van de projector niet opnieuw.
Voor veilig gebruik Voorzichtig Let op het volgende bij installatie en gebruik van de projector. 29 Voor veilig gebruik Voorzichtig • Raak de lens niet met blote handen aan. Dit kan verslechtering van de beeldkwaliteit veroorzaken. • Als de projector plotseling van een koele naar een warme ruimte wordt verplaatst, kan zich condens vormen op de lens of spiegels. Dit zorgt voor wazig beeld. Wacht totdat de condens verdampt is en het geprojecteerde beeld weer normaal wordt.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Vóór gebruik Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 31 Index
Meegeleverde accessoires Controleer dat de volgende accessoires bij de projector geleverd zijn. • Afstandsbediening • Batterijen voor afstandsbediening (AAA-formaat x2) (Onderdeelnr.: RS-RC06) Er zijn ook optionele afstandsbedieningen beschikbaar (RS-RC04, RS-RC05). Sommige knoppen worden echter niet ondersteund op deze projector. De RS-RC05 kan ook worden gebruikt als afstandsbediening met kabel.
Meegeleverde accessoires ■ De lenskap bevestigen Bij gebruik van de WUX450/WX520 lijnt u de uitsparing op de lenskap uit met de optische-zoomhendel, zoals getoond in de afbeelding en bevestigt u de kap. Bij gebruik van de WUX400ST/WX450ST hoeft u de lenskap niet uit te lijnen. Voorzichtig 33 Vóór gebruik Verwijder de kap altijd voordat u de projector gebruikt. Als u de kap per ongeluk tijdens de projectie op de lens laat zitten, kan de kap vervormd raken en de projector worden beschadigd.
De afstandsbediening voorbereiden ■ De batterijen van de afstandsbediening installeren 1 Maak het klepje van het batterijenvakje open. Schuif het klepje terwijl u het indrukt opzij. 2 Doe de batterijen er in. Steek 2 nieuwe AAAbatterijen in het vakje met de + en de – polen op de juiste plaats. 3 Doe het klepje van het vakje weer dicht. Schuif het klepje erover totdat u een klik hoort om het stevig vast te maken.
De afstandsbediening voorbereiden ■ Het bedieningsbereik van de afstandsbediening De afstandsbediening is van het type dat infrarood gebruikt. Richt het op de infraroodontvanger op de voor- of achterkant van de projector om het te bedienen. WUX450/WX520 WUX400ST/WX450ST 25° 25° 8m 25° 8m 8m 25° 25° 25° 25° • Gebruik de afstandsbediening binnen een hoek van 25° in alle richtingen vanaf recht voor de infraroodontvanger.
De afstandsbediening voorbereiden ■ Een optionele afstandsbediening met kabel gebruiken (RS-RC05) Gebruik de RS-RC05 (apart verkrijgbaar) als u een afstandsbediening met kabel wilt gebruiken voor de projector. Gebruik hiervoor een kabel met een stereoministekker van 3,5 mm ø (niet meegeleverd).
Benaming van de onderdelen Projector (WUX450/WX520) ■ Vooraanzicht Zijbedieningspaneel (P42) Projectielens (P45) Infraroodontvanger (P35) Aansluitingen en Luchtinlaatrooster connectoren (P44) Luchtfilter (P201) Netsnoerconnector (P145) • Blokkeer de luchtinlaat niet. Als u dit toch doet, kan dit storingen Voorzichtig veroorzaken. • Verwijder de kap altijd voordat u gaat projecteren. Als u de kap laat zitten, kan dit de projector beschadigen.
Benaming van de onderdelen Projector (WUX400ST/WX450ST) ■ Vooraanzicht Afsluitdopjes (P133) Voor bevestiging van de optionele voetjes (apart verkrijgbaar). Raadpleeg “De optionele voetjes (RS-FT01, apart verkrijgbaar) bevestigen” voor informatie over het verwijderen van de afsluitdopjes. Projectielens (P45) Zijbedieningspaneel (P42) Infraroodontvanger (P35) Aansluitingen en Luchtinlaatrooster connectoren (P44) Luchtfilter (P201) Netsnoerconnector (P145) Blokkeer de luchtinlaat niet.
Benaming van de onderdelen De projector aan het plafond bevestigen Vóór gebruik U kunt de projector aan het plafond bevestigen. Plafondbevestiging (Onderdeelnr.: RS-CL12 (WUX450/WX520), RSCL13 (WUX400ST/WX450ST)) is vereist om de projector aan het plafond te bevestigen. Afhankelijk van de installatieomgeving kan een verlengpijp (Onderdeelnr.: RS-CL08 of RS-CL09) ook vereist zijn. Neem voor meer informatie contact op met het Canon Call Center. • Zorg ervoor dat u de optionele plafondbevestiging gebruikt.
Benaming van de onderdelen Afstandsbediening U kunt deze projector bedienen via de knoppen op de afstandsbediening of de knoppen op het zijbedieningspaneel van de projector. Met de afstandsbediening kunt u alle functies van de projector bedienen. POWER-knop (P52, P74) Schakelt de projector in of uit. BLANK-knop (P76) Schakelt tussen beeld weergeven / niet weergeven. ASPECT-knop (P67) Verandert de aspectverhoudingmodus. KEYSTONE-knop (P68) Corrigeert de trapeziumvervorming.
Benaming van de onderdelen INPUT-knop (P54) Schakelt over op een ander ingangssignaal. MENU-knop (P84) Laat een menu zien op het scherm. Wordt ook gebruikt om een kanaal aan de afstandsbediening toe te wijzen. (P114) FREEZE-knop (P76) Zet het geprojecteerde beeld stil. Pijlknoppen (P85) Selecteert het bovenste, onderste, linker of rechter item in het menu. Wordt ook gebruikt om een kanaal aan de afstandsbediening toe te wijzen. (P114) OK-knop (P85) Bevestigt het item dat uit het menu geselecteerd is.
Benaming van de onderdelen Zijbedieningspaneel (6) (7) (5) (4) (3) (2) (1) (5) Pijlknoppen / VOL-knoppen (P77, P85) Stelt het geluidsvolume in. [ ] VOL+-knop: Verhoogt het volume. [ ] VOL–-knop: Verlaagt het volume. Selecteert het bovenste, onderste, linker of rechter item in het menu. (1) POWER-knop (P52, P74) Schakelt de projector in of uit. (2) INPUT-knop (P54) Schakelt over op een ander ingangssignaal. (3) AUTO PC-knop (P57) Stelt tracking etc.
Benaming van de onderdelen ■ Combinatie van LED-lampjes De LED-lampjes knipperen of gaan branden om de werkingsstatus van de projector aan te geven. : Uit POWER ON (groen) : Brandt : Knippert LED-lampje WARNING (rood) LAMP (oranje) Bedrijfstoestand TEMP (rood) Projector is niet op het stopcontact aangesloten. Ingeschakeld. Projector is in standbystand (knippert langzaam: elke 4 seconden). Standbystand wordt beëindigd of geactiveerd (knippert: elke seconde). Het is bijna tijd om de lamp te vernieuwen.
Benaming van de onderdelen Ingangsaansluitingen (1) (3) (2) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (1) AUDIO OUT-aansluiting (AUDIO OUT) (P141, P144) Voert het audiosignaal uit naar externe AV-apparatuur. Dit voert het audiosignaal uit dat bij het geprojecteerde beeldsignaal hoort. (2) AUDIO IN-aansluiting (AUDIO IN) (P139, P140, P143) Voor de ontvangst van het audiosignaal voor 2 soorten beeldinvoer behalve HDMI. De ingebouwde luidspreker geeft het audiosignaal van het geselecteerde beeldsignaal weer.
Benaming van de onderdelen Lensinstelwiel (1) Vóór gebruik (2) (1) Lensinstelwiel (verticaal) Schuift de lens omhoog of omlaag voor verticale beeldinstelling. (2) Lensinstelwiel (horizontaal) Schuift de lens naar links of rechts voor horizontale beeldinstelling. Raadpleeg “Lensinstelfunctie” (P136) voor meer informatie over de lensinstelling.
Open-sourcesoftware Het product bevat modules met open-sourcesoftware. Zie voor meer informatie “ThirdPartySoftware.pdf” (licentie voor software van derden) in de map OpenSourceSoftware van de map LICENSE op de Setup-cd-rom. In dezelfde map vindt u ook de licentievoorwaarden voor elke module. ■ Software onder de GPL en LGPL Het product bevat modules die in licentie zijn gegeven onder de GPL en LGPL. U kunt de broncode bekijken in de mappen GPL en LGPL op de meegeleverde Setup-cd-rom.
Open-sourcesoftware GEEN ONDERSTEUNING Canon Inc., en al haar dochterondernemingen en dealers, bieden geen enkele ondersteuning met betrekking tot de broncode. Canon Inc., en al haar dochterondernemingen en dealers, reageren niet op vragen of verzoeken om inlichtingen, van u of van andere klanten, met betrekking tot de broncode.
MULTIMEDIAPROJECTOR Bediening 49
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Een beeld projecteren Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 51 Index
Stap 1 De projector inschakelen 1 Controleer de verbinding tussen de projector en de computer of AVapparaat. (P139 - P142) Zie “De projector op het stopcontact aansluiten” (P145) voor informatie over het aansluiten van het netsnoer. 2 Druk op de POWER-knop. Het [POWER ON]-lampje begint te knipperen (groen) en blijft daarna constant branden. Afstandsbediening Projector Het aftelscherm wordt ongeveer 20 seconden weergegeven, waarna de projectie start.
Stap 2 Een ingangssignaal selecteren Selecteer het ingangssignaal in het menu [Ingang] wanneer u een signaal van een digitale PC of een AV-apparaat wilt projecteren of om over te schakelen tussen ingangssignalen wanneer meerdere computers of AV-apparaten zijn aangesloten. Sla deze stap over als u het ingangssignaal niet veranderd hebt sinds de laatste projectie.
Stap 2 Een ingangssignaal selecteren Een ingangssignaal selecteren 1 Druk op de INPUT-knop om het onderstaande scherm te openen. Afstandsbediening Projector Het ingangssignaal dat op dit moment actief is, is met een groene cirkel en oranje kader gemarkeerd. Een ingangssignaal dat gereed is voor projectie, wordt wit weergegeven. Als er geen ingangssignaal wordt ontvangen, wordt het grijs weergegeven.
Stap 3 Het beeld instellen De schermresolutie van de computer instellen Stel de schermresolutie van de computer, op basis van de maximale resolutie van de projector, in op de resolutie die het dichtst bij de uitgangssignaalresolutie van de projector komt. (P296) ■ Windows 8 Verplaats de cursor naar de rechterboven- of onderhoek om het menu te openen. 2 3 Klik op [Instellingen] en vervolgens op [Configuratiescherm].
Stap 3 Het beeld instellen ■ Windows Vista ■ Windows XP 1 Open [Configuratiescherm] in het startmenu en selecteer vervolgens [Vormgeving en personalisatie] [Schermresolutie instellen] onder [Start configuratiescherm]. 1 Klik met de rechtermuisknop op het Bureaublad en selecteer [Eigenschappen] om het venster [Eigenschappen voor beeldscherm] te openen. 2 Selecteer onder [Resolutie] de resolutie die het dichtst in de buurt komt van de maximale resolutie van de projector. 2 3 Klik op de [OK]-knop.
Stap 3 Het beeld instellen Auto PC-instelling ■ De Auto PC-functie uitvoeren Afstandsbediening Projector Als de bijstelling door Auto PC niet voldoende is, kunt u het volgende doen. • Selecteer het ingangssignaal dat overeenkomt met de resolutie van de computer uit [Ingangssignaalkeuze].
Stap 3 Het beeld instellen De beeldpositie instellen Draai aan de lensinstelwielen om het geprojecteerde beeld verticaal of horizontaal in te stellen. Het geprojecteerde beeld verschijnt op de gewenste positie doordat de lens omhoog, omlaag, naar links of naar rechts wordt verplaatst. • In plaats van de positie in te stellen waar het beeld wordt geprojecteerd, kunt u ook het beeld zelf verplaatsen. Raadpleeg “Digitale beeldverschuiving opgeven” (P152) voor meer informatie.
Stap 3 Het beeld instellen ■ WUX400ST/WX450ST Lensinstelwiel (verticaal) (1) (3) (4) Bediening (2) (1) Bovenste lensinstelwiel met de klok mee draaien: Verplaatst het beeld omhoog. (2) Bovenste lensinstelwiel tegen de klok in draaien: Verplaatst het beeld omlaag. (3) Onderste lensinstelwiel met de klok mee draaien: Verplaatst het beeld naar rechts. (4) Onderste lensinstelwiel tegen de klok in draaien: Verplaatst het beeld naar links.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm Selecteer een optimale aspectverhouding voor het geprojecteerde beeld (schermaspect) of een optimale schermmodus (aspect) die overeenkomt met de aspectverhouding van het scherm, het type beeldingangssignaal, enzovoort, zodat de projectie het beste gebruik maakt van het schermformaat. [Schermaspect] Selecteer dezelfde schermaspectverhouding als het scherm dat u gebruikt.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm 3 Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen [Schermaspect] en druk vervolgens op de OK-knop. Afstandsbediening Projector Bediening Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen om de gewenste gegevens te selecteren. Afstandsbediening Projector 16:10 Selecteer dit als u een scherm met een aspectverhouding van 16:10 wilt gebruiken of beelden op een muur wilt projecteren. Met deze modus kunt u trapeziumvervorming corrigeren.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm 16:9 D. beeldversch. Selecteer dit als u een scherm gebruikt met een aspectverhouding van 16:9. Trapeziumcorrectie kan in deze modus niet uitgevoerd worden. Echter, wanneer er horizontaal geprojecteerd wordt, kan het beeld omhoog of omlaag verschoven worden. Voor details omtrent het verschuiven van het beeld, raadpleeg pagina 63. 4:3 D. beeldversch. Selecteer dit als u een scherm gebruikt met een aspectverhouding van 4:3.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm Het beeld verplaatsen met 16:9 D. beeldverschuiving Met deze optie past u beeldverwerking toe om het beeld te verplaatsen. Daarom wordt het digitale beeldverschuiving genoemd. Als het schermaspect [16:9 D. beeldversch.] is, drukt u op de MENU-knop om het menu te openen. Projector Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen het tabblad [Installatie-instellingen].
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm 4 Verplaats met [ ] / [ ]-knoppen het beeld omhoog of omlaag. Afstandsbediening Projector [ ]-knop Verplaatst het beeld omhoog. [ ]-knop Verplaatst het beeld omlaag. Scherm 5 Druk wanneer het beeld op het scherm past op de OK-knop. Het beeld verplaatsen met 4:3 D. beeldverschuiving 1 Als het schermaspect [4:3 D. beeldversch.] is, drukt u op de MENU-knop om het menu te openen.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm 3 Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen [Digitale beeldverschuiving] en druk vervolgens op de OK-knop. Afstandsbediening Projector Bediening Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen om het beeld te verplaatsen. Afstandsbediening Projector [ ]-knop Verplaatst het beeld naar rechts. 5 [ ]-knop Verplaatst het beeld naar links. Druk wanneer het beeld op het scherm past op de OK-knop.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm Het aspect selecteren Selecteer [Aspect] op basis van het type ingangssignaal, de aspectverhouding van het scherm en de resolutie. Raadpleeg “Relatie tussen aspect en schermaspect” op pagina 291 voor meer informatie over aspectverhoudingen. Types aspectverhoudingen Automatisch Een beeld wordt geprojecteerd met de aspectverhouding van het ingangssignaal. Selecteer deze modus voor normale beeldprojectie.
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect) selecteren die overeenkomt met het scherm Een aspectverhouding selecteren Druk op de afstandsbediening op de ASPECT-knop om de juiste aspectverhouding te selecteren. Druk op de ASPECT-knop om het type aspectverhouding te wijzigen. Raadpleeg “Relatie tussen aspect en schermaspect” op pagina 291 voor meer informatie over aspectverhoudingen.
Stap 5 De beeldvervorming corrigeren Trapeziumvervorming corrigeren Druk op de KEYSTONE-knop om de trapeziumvervorming te corrigeren. Er zijn twee types correctie beschikbaar: horizontale/verticale correctie en aanpassing van de hoeken. Met horizontale/verticale trapeziumcorrectie wordt de beeldbreedte en -hoogte aangepast. Met hoekaanpassing wordt het beeld ten opzichte van elke hoek aangepast.
Stap 5 De beeldvervorming corrigeren 2 Druk op de pijlknoppen om de afmetingen in te stellen. Afstandsbediening Projector Bediening [ ]-knop Maakt de onderrand kleiner. [ ]-knop Maakt de bovenrand kleiner. Een beeld projecteren Scherm [ ]-knop Maakt de linkerrand kleiner. 3 [ ]-knop Maakt de rechterrand kleiner. Wanneer de trapeziumvervorming is gecorrigeerd, drukt u op de OKknop.
Stap 5 De beeldvervorming corrigeren 2 Druk op de pijlknop van de hoek die u wilt corrigeren en druk vervolgens op de OK-knop. Afstandsbediening 3 Druk op de pijlknoppen om de hoek aan te passen. Afstandsbediening 4 Projector Projector Als u de correctie hebt voltooid, druk dan op de OK-knop. Instellingen voor hoekaanpassing worden gewist als u vervolgens [Zoom] (P151) in het menu [Installatie-instellingen] gebruikt (WUX400ST/WX450ST).
Stap 6 De beeldkwaliteit selecteren (beeldmodus) U kunt een beeldmodus selecteren die geschikt is voor het beeld dat moet worden geprojecteerd. In elke beeldmodus kunt u helderheid, contrast, scherpte, gamma, kleurinstelling, geavanceerde instellingen en lampmodus verder instellen. (P97) De beeldmodi die geselecteerd kunnen worden varieren enigszins afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal.
Stap 6 De beeldkwaliteit selecteren (beeldmodus) ■ Een beeldmodus selecteren Druk op de IMAGE-knop op de afstandsbediening om de optie te selecteren. De beeldmodus verandert telkens wanneer op de IMAGE-knop wordt gedrukt. (De weergegeven beeldmodi veranderen afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal.) Afstandsbediening U kunt ook elke willekeurige beeldmodus in het menu [Beeldmodus] selecteren.
Stap 7 Energiebesparingsinstellingen selecteren Druk op de ECO-knop op de afstandsbediening om energiebesparingsinstellingen te kiezen. De volgende drie instellingen zijn mogelijk. • Lampinstellingen • Automatische uitschakeling Hiermee wordt de de projector automatisch uitgeschakeld als deze een bepaalde tijd niet is gebruikt en geen ingangssignaal heeft ontvangen. Hiermee geeft u op of netwerkfuncties in de standbystand actief moeten zijn. 1 Druk op de ECO-knop om het onderstaande scherm te openen.
Stap 8 1 De projector uitschakelen Druk op de POWER-knop om het onderstaande venster weer te geven. Afstandsbediening 2 Projector Druk in dit scherm nogmaals op de POWER-knop om de projector uit te schakelen. Als u de projector hebt uitgeschakeld, wordt de standbystand geactiveerd zodra het apparaat is afgekoeld. Als u door wilt gaan met de projectie zonder de projector uit te schakelen, drukt u op een andere knop dan de POWER-knop of wacht u totdat het bevestigingsbericht is verdwenen.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 75 Index
Nuttige presentatiefuncties Tijdelijk een beeld zwart maken Het beeld stilzetten Handig als: • U een handeling op de computer wilt uitvoeren die onbelangrijk is voor de voortgang van de presentatie. • U een bewegend beeld stil wilt zetten. Handig als: • U de presentatie beëindigd hebt. • U de aandacht van de aanwezigen af wilt leiden van het scherm. Afstandsbediening Afstandsbediening Druk op de FREEZE-knop om het bewegende beeld stil te zetten. De projector geeft het volgende pictogram weer.
Nuttige presentatiefuncties Het volume instellen Het geluid dempen Handig als: Handig als: • U het volume van de projector of externe luidsprekers wilt instellen. • U onnodig geluid tijdelijk wilt dempen. • U het geluid onmiddellijk wilt dempen. Afstandsbediening Afstandsbediening Bediening Druk op de MUTE-knop om het geluid te dempen. De projector geeft het volgende pictogram weer. • U kunt het volume ook met de [ ] / [ ]knoppen van de projector instellen.
Nuttige presentatiefuncties Inzoomen op een beeld Handig als: • U op een object zoals een kleine grafiek wilt inzoomen tijdens de presentatie (maximaal 12x). • U het huidige onderwerp wilt scherpstellen. Druk op de + D.ZOOM-knop om een deel van het beeld te vergroten. Druk op de – D.ZOOM-knop om het beeld te verkleinen. U kunt het vergrote gebied verschuiven met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen.
Beelden vanaf een USB-flashstation projecteren Beelden die zijn opgeslagen op een USB-flashstation kunnen als volgt worden geprojecteerd. U kunt beelden selecteren of u kunt beelden automatisch na elkaar projecteren. JPEG-beelden van maximaal 7000x7000 kunnen worden geprojecteerd. • Beveiligde USB-flashstations worden niet herkend door de projector en kunnen niet als beeldbron worden geselecteerd.
Beelden vanaf een USB-flashstation projecteren 4 Selecteer met de pijlknoppen een bestand en druk vervolgens op de OKknop om het beeld te projecteren. Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen een bestand. Druk op de [ ] / [ ]-knoppen om een andere pagina te bekijken (als er meerdere pagina’s zijn). Selecteer een map en druk op de OK-knop om naar een hogere of lagere map te gaan. Bij de projectie van JPEG-bestanden vanaf een USB-flashstation is het niet mogelijk bewegingsonscherpte te onderdrukken.
Gesplitste weergave U kunt twee beelden naast elkaar projecteren. Dit wordt de gesplitste weergave genoemd. Als u de gesplitste weergave activeert, verschijnt het huidige beeld links en het nieuwe beeld rechts. U kunt de bron van de beelden die aan elke kant worden weergeven via de INPUT-knop wijzigen. U kunt echter niet één ingangssignaal (aansluiting) opgeven als bron voor beide kanten. • U kunt geen netwerk- en USB-ingangssignalen combineren met andere types ingangssignalen voor gesplitste weergave.
Gesplitste weergave 4 Druk op de INPUT-knop om het ingangssignaal te selecteren voor de kant met besturingsrechten. Het menu [Ingang] verschijnt. Controleer aan de hand van het scherm-ID (in oranje) rechts boven in het menu welke kant besturingsrechten heeft. De kant zonder besturingsrechten is te herkennen aan een witte cirkel. Raadpleeg “Een ingangssignaal selecteren” (P54) voor meer informatie over het selecteren van ingangssignalen.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Functies instellen via het menusysteem Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 83 Index
Menu’s gebruiken Gebruik de menu’s om de bediening van de projector tot in detail in te stellen. Menuconfiguratie Het menuscherm wordt in 6 tabbladen onderverdeeld, zoals hieronder getoond. Tabblad [Systeeminstelling] Hier kunt u de bediening van de projector instellen. Tabblad [Installatieinstellingen] Deze instellingen wordt gebruikt bij het installeren van de projector. Tabblad [Netwerkinstelling] Deze instelling is voor wanneer de projector vanaf een PC via een netwerk gebruikt wordt.
Menu’s gebruiken Basisbediening van menu’s 1 Druk op de MENU-knop om het menuscherm weer te geven. Afstandsbediening 2 Projector Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen een tabblad. Bediening Afstandsbediening Projector 3 Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen een item. Afstandsbediening 4 Projector Selecteer de gegevens. Het selecteren van de gegevens kan per item verschillen. Selecteren in een lijst Voorbeeld: Aspect (P87) 1. Selecteer [Aspect]. 2.
Menu’s gebruiken Afstellen met de [ ] / [ ]-knoppen Voorbeeld: Contrast (P99) 1. Selecteer [Contrast]. 2. Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen voor het afstellen van de instelling. Selecteren vanaf een ander scherm (1) Voorbeeld: Menupositie (P156) 1. Select [Menupositie]. 2. Druk op de OK-knop om een ander scherm weer te geven. 3. Volg vervolgens de instructies op het scherm. Selecteren vanaf een ander scherm (2) Voorbeeld: Tracking (P89) 1. Selecteer [Ingangssignaalinstellingen]. 2.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Het aspect selecteren AutoEen beeld wordt geprojecteerd met matisch de aspectverhouding van het ingangssignaal. Selecteer deze modus voor normale beeldprojectie. > [Invoerinstellingen] > [Aspect] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB 16:10 Het beeld wordt geprojecteerd met een aspectverhouding van 16:10. • Er kunnen gevallen zijn waarin dit niet geselecteerd kan worden, afhankelijk van het ingangssignaal en/of de resolutie.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Instellen via Auto PC Een ingangssignaal selecteren > [Invoerinstellingen] > [Auto PC] HDMI Digital PC Component Analog PC > [Invoerinstellingen] > LAN USB [Ingangssignaalkeuze] HDMI Digital PC Stelt automatisch de verkeerde uitlijning van de displaypositie en flikkeringen van het scherm bij. Het resultaat van de bijstelling wordt opgeslagen in het geheugen.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Het ingangssignaal instellen Het ingangssignaal instellen (Totaal aantal beeldpunten) (Tracking) > [Invoerinstellingen] > [Ingangssignaalinstellingen] > [Totaal > [Invoerinstellingen] > [Ingangssignaalinstellingen] > aantal beeldpunten] HDMI Digital PC Component Analog PC [Tracking] LAN USB HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen een waarde.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Het ingangssignaal instellen Het ingangssignaal instellen (Horizontale positie) (Verticale positie) > [Invoerinstellingen] > [Ingangssignaalinstellingen] > > [Invoerinstellingen] > [Ingangssignaalinstellingen] > [Horizontale positie] HDMI Digital PC Component Analog PC [Vertikale positie] LAN USB HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt de horizontale positie van het scherm instellen wanneer het geprojecteerde beeld in horizontale richt
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Het ingangssignaal instellen Het ingangssignaal instellen (Horizontale beeldpunten) (Verticale beeldpunten) > [Invoerinstellingen] > [Ingangssignaalinstellingen] > > [Invoerinstellingen] > [Ingangssignaalinstellingen] > [Horizontale beeldpunten] HDMI Digital PC Component Analog PC [Vertikale beeldpunten] LAN USB HDMI Digital PC LAN USB U kunt het aantal beeldpunten in verticale richting instellen als het scherm te lang of te kort is in verticale r
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Het HDMIingangsniveau instellen Het HDMIkleurformaat instellen > [Invoerinstellingen] > [HDMI- kleurruimte] > [Invoerinstellingen] > [HDMI- ingangsniveau] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB Component Analog PC LAN USB Selecteer de kleurenweergave voor het HDMI-signaal. U kunt dit indien nodig selecteren als u visuele software wilt projecteren met gebruik van een HDMI-signaal.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) HDMI-overscan opgeven Progressieve beeldverwerking opgeven > [Invoerinstellingen] > [HDMI- > [Invoerinstellingen] > [Progressief] overscan] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB Component Analog PC LAN USB Hiermee voert u progressieve beeldverwerking uit die is geoptimaliseerd voor stilstaande beelden in films of bewegende beelden in video’s.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) De interval voor de diavoorstelling opgeven • [Film/auto] is de fabrieksinstelling. • Selecteer [Uit] wanneer u flikkeringen en horizontale lijnen ziet in beeldmateriaal met veel snelle actiebeelden. • Deze functie is niet beschikbaar bij gesplitste weergave. > [Invoerinstellingen] > [Interval diavoorstelling] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt beelden op een USBflashstation automatisch achter elkaar projecteren.
De weergavestatus instellen (Invoerinstellingen) Gesplitste weergave opgeven • [Uit] is de fabrieksinstelling. • U kunt ook met de SPLIT-knop op de afstandsbediening [Gesplitst scherm]instellingen selecteren. • Als u midden in het beeldgebied of ziet, schakelt u over naar het andere beeld door op de afstandsbediening op de [ ] / [ ]-knoppen te drukken. • Als u overschakelt op gesplitste weergave, ziet u in een dialoogvenster de linker- en rechtersignalen en de ingangsstatus.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) De beeldprioriteit in de gesplitste weergave opgeven Kan voor elke kant apart worden geconfigureerd Helderheid (P99), Contrast (P99), Gamma (P100), Kleurinstelling (P101), Gammacorrectie (P105) > [Beeldinstelling] > [Beeldprioriteit] HDMI Digital PC Component Analog PC Instelling voor [Primair] is ook van toepassing op [Secundair] Beeldmodus (P97), Geavanceerde instellingen (behalve Gammacorrectie) (P102-P106), Lampmodus (P107) LAN USB Sommige beeldverwerk
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) De beeldmodus opgeven Druk op de OK-knop om uw instelling te bevestigen en druk vervolgens op de MENU-knop of de EXIT-knop. > [Beeldinstelling] > [Beeldmodus] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt een beeldmodus (P71) selecteren die geschikt is voor het geprojecteerde beeld. U kunt de beeldmodus ook met de IMAGE-knop op de afstandsbediening selecteren.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) Een gebruikersprofiel maken/opslaan • Het aantal getoonde gebruikersgeheugens is 5, echter het is mogelijk andere instellingen op te slaan voor wanneer de aangesloten apparatuur een computer is (ANALOG PC, DIGITAL PC of HDMI (wanneer [HDMI In] (P115) is [Computer]) en wanneer AV-apparatuur is aangesloten (COMPONENT, HDMI (wanneer [HDMI In] (P115) is [Automatisch])). Als gevolg is het mogelijk in totaal 10 instellingen op te slaan.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) De helderheid instellen Het contrast instellen > [Beeldinstelling] > [Contrast] > [Beeldinstelling] > [Helderheid] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB Component Analog PC LAN USB U kunt het contrast van beelden instellen. Stel het verschil tussen de lichte en donkere delen van het beeld in om een beeld met benadrukt contrast of een zacht beeld te produceren. U kunt de helderheid van beelden instellen.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) De scherpte instellen Gamma corrigeren > [Beeldinstelling] > [Scherpte] HDMI Digital PC Component Analog PC > [Beeldinstelling] > [Gamma] LAN USB HDMI Digital PC U kunt de scherpte van beelden instellen. [ ] Vergroot de scherpte van een beeld. [ ] Vermindert de scherpte van een beeld. Component Analog PC LAN USB U kunt een correctie uitvoeren op delen van een beeld die moeilijk te zien zijn omdat ze te donker of te licht zijn.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) Kleuren instellen Druk na het instellen op de MENU-knop of de EXIT-knop. > [Beeldinstelling] > [Kleurinstelling] HDMI Digital PC Component Analog PC • De door u gemaakte instellingen worden opgeslagen als afgestelde waarden voor de ingangssignalen en beeldmodus van de huidige projectie. LAN USB U kunt de kleurdiepte en tint van beelden voor elk van de primaire kleuren (rood, groen en blauw) instellen. U kunt ook de kleurtemperatuur aanpassen.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) Het omgevingslicht instellen Niveau L H (Omgevingslicht) Selecteer dit als het omgevingslicht normaal is. Selecteer dit als het omgevingslicht sterk is. > [Beeldinstelling] > [Geavanceerde instellingen] > [Omgevingslicht] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Voorbeelden van instellingen van het omgevingslicht Niveau Voorbeeldlocatie U kunt het beeld corrigeren en meer effectief projecteren in overeenstemming met het omgevingslicht op het scherm.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) Beeldruis onderdrukken Dynamisch gamma instellen (Ruisonderdrukking) > [Beeldinstelling] > [Geavanceerde instellingen] > [Dynamisch gamma] > [Beeldinstelling] > [Geavanceerde instellingen] > [Ruisonderdrukking] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB Component Analog PC LAN USB U kunt de gradatierepresentatie van lichte en donkere delen van een beeld automatisch instellen. U kunt beeldruis onderdrukken.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) De geheugenkleur corrigeren Kleuren nauwkeurig instellen (6-weg kleurinstelling) > [Beeldinstelling] > [Geavanceerde instellingen] > > [Beeldinstelling] > [Geavanceerde instellingen] > [6-weg kleurinst.] [Geheugenkleurcorrect] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB HDMI Digital PC Maakt huidtinten, blauwe luchten en groene kleuren intensiever, zodat ze meer overeenkomen met wat mensen zich herinneren.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) Gamma nauwkeurig instellen • [Uit] is de fabrieksinstelling. • De door u gemaakte instellingen worden opgeslagen als afgestelde waarden voor de ingangssignalen en beeldmodus van de huidige projectie. • De instellingen worden niet weergegeven op het geprojecteerde menuscherm zelf.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) Het contrast regelen • De door u gemaakte instellingen worden opgeslagen als afgestelde waarden voor de ingangssignalen en beeldmodus van de huidige projectie. • Raadpleeg pagina pagina 100 voor meer informatie over gammacorrectie. • U kunt het RGB-verschil (ten opzichte van 0) instellen via de functie Rood-/Groen-/ Blauw-verschil (“Kleuren instellen” (P101)). • De instellingen worden niet toegepast op het geprojecteerde menu zelf.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling) De lampmodus opgeven Beeldinstellingen terugstellen > [Beeldinstelling] > [Lampmodus] > [Beeldinstelling] > [Terugstellen] HDMI Digital PC HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Projecteert beelden op volle sterkte. Energiebesparing Vermindert de sterkte van de lamp om energie te besparen. U kunt de huidige beeldinstellingen terugstellen naar de fabrieksinstelling.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Gebruikerslogo’s registreren Druk op de OK-knop om uw instelling te bevestigen en druk vervolgens op de MENU-knop of de EXIT-knop. > [Systeeminstelling] > [Gebruikersbeeldinstellingen] > [Logo-opname] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Registreert het huidige beeld als gebruikerslogo. U kunt een geregistreerd gebruikerslogo weergeven als er geen signaal wordt ontvangen, als u op de BLANK-knop drukt of bij het opstarten.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) De positie van gebruikerslogo’s vastleggen Geen-signaal beeld > [Systeeminstelling] > [Gebruikers beeldinstellingen] > [Geen-signaal beeld] > [Systeeminstelling] > [Gebruikers beeldinstellingen] > HDMI Digital PC [Positie van logo] HDMI Digital PC Component Analog PC Component Analog PC LAN USB Als er geen ingangssignaal is, kunt u kiezen uit een zwart of een blauw scherm of uw geregistreerde gebruikerslogo.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Scherm indien blanco Een opstartlogo selecteren > [Systeeminstelling] > [Gebruikers beeldinstellingen] > > [Systeeminstelling] > [Gebruikers beeldinstellingen] > [Scherm indien blanco] HDMI Digital PC Component Analog PC [Projector inschakelen] LAN USB HDMI Digital PC Als u op de BLANK-knop op de afstandsbediening drukt, wordt het geprojecteerde beeld tijdelijk vervangen door een zwart of een blauw scherm of het geregistreerde gebruikerslogo.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Automatische uitschakeling opgeven Direct inschakelen selecteren > [Systeeminstelling] > [Direct inschakelen] > [Systeeminstelling] > [Automatische uitschakeling] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB LAN USB U kunt de projector inschakelen door alleen de netsnoerstekker in het stopcontact te steken zonder op de POWER-knop te hoeven drukken.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Een bedieningssignaal instellen Toetsherhaling opgeven > [Systeeminstelling] > [Toetsherhaling] > [Systeeminstelling] > [Pieptoon] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB Schakelt de pieptoon uit. Aan Schakelt de pieptoon in. LAN USB Als u op de knop op de projector of de afstandsbediening drukt en deze ingedrukt houdt, kunt u de Toetsherhaling bedienen op dezelfde manier als de knop herhaaldelijk wordt ingedrukt.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) De knoppen op de projector of afstandsbediening vergrendelen De toetsvergrendelingsfunctie treedt in werking vanaf het moment dat u op de OK-knop drukt na het selecteren van [Apparaat] of [Afstand (draadloos)]. Bediening via het geselecteerde onderdeel zal dan geblokkeerd worden. > [Systeeminstelling] > [Toetsvergrendeling] HDMI Digital PC Component Analog PC De toetsvergrendelingsfunctie ontgrendelen LAN USB Schakelt de toetsvergrendeling uit.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Een kanaal aan de afstandsbediening toewijzen Een kanaal kiezen op de afstandsbediening U kunt als volgt het kanaal op de afstandsbediening wijzigen. > [Systeeminstelling] > [Kanaal Kanaal 1 Houd de OK-knop en [ ]knop tegelijkertijd gedurende 3 seconden ingedrukt. Kanaal 2 Houd de OK-knop en [ ]knop tegelijkertijd gedurende 3 seconden ingedrukt. Kanaal 3 Houd de OK-knop en [ ]knop tegelijkertijd gedurende 3 seconden ingedrukt.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Bewegingsonscherpte onderdrukken HDMI-invoer opgeven > [Systeeminstelling] > [HDMI In] > [Systeeminstelling] > [Onderdr. HDMI Digital PC bewegingsonscherpte] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Component Analog PC LAN USB Stel het type apparatuur in dat op de HDMI-poort is aangesloten. Bediening Bewegingsonscherpte is onscherpte die ontstaat tijdens het afspelen van videobeelden.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Een schermtaal selecteren Druk na het instellen op de OK-knop om uw instelling te bevestigen en vervolgens op de MENU-knop of de EXIT-knop. > [Systeeminstelling] > [Taal] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt de taal selecteren waarin de menu’s worden getoond. Gebruik de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen om de menutaal te selecteren en druk vervolgens op de OK-knop.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Een wachtwoord verplicht stellen voor gebruik Het wachtwoord annuleren > [Systeeminstelling] > [Overige instellingen] > [Wachtwoordinstellingen] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Schakelt de projector uit tenzij het juiste wachtwoord wordt ingevoerd. U kunt de projector gebruiken zelfs als u geen wachtwoord hebt ingevoerd. Aan U kunt de projector niet gebruiken tenzij u uw wachtwoord invoert.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) Een wachtwoord instellen De oorspronkelijke gamma-instellingen herstellen > [Systeeminstelling] > [Overige instellingen] > > [Systeeminstelling] > [Overige instellingen] > [Wachtwoord registreren] HDMI Digital PC Component Analog PC [Gamma herstellen] LAN USB HDMI Digital PC U kunt een wachtwoord instellen om de projectie te starten.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) De gebruiksuren terugstellen Als Gamma herstellen wordt uitgevoerd, worden de toonkenmerken en achromatische kleur hersteld tot zo dicht mogelijk bij de fabrieksinstellingen. Het is echter niet mogelijk om de oorspronkelijke staat compleet te herstellen. Dus het veranderen en afstemmen van de kleur kan niet geheel verwijderd worden.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) ■ De weergave van de gebruiksuren • Bij gebruiksuren ziet u een schatting van de tijd die resteert totdat de lamp moet worden vervangen. Deze waarde is gebaseerd op het aantal gebruikte uren en de huidige belasting van de lamp. • Het aangegeven aantal uren geldt voor gebruik met de volgende instellingen: [Verticale projectie] (P154) is ingesteld op [Uit] en [Lampmodus] (P107) is ingesteld op [Volledig energieverbruik].
Het systeem instellen (Systeeminstelling) De luchtfilterteller terugstellen De firmware updaten > [Systeeminstelling] > [Overige instellingen] > [Firmware] > [Systeeminstelling] > [Overige instellingen] > [Luchtfilterteller] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB Component Analog PC LAN USB Hiermee wordt de teller teruggesteld, hetgeen u erop wijst dat het tijd is om de luchtfilter schoon te maken en vervangen.
Het systeem instellen (Systeeminstelling) De fabrieksinstellingen terugstellen • In bepaalde gevallen is het niet mogelijk de update te downloaden. Neem in dat geval contact op met het Canon Call Center. • Deze firmwareversie is een voorbeeld. Het daadwerkelijke nummer zal anders zijn.
De projectorinformatie bekijken > [Informatie] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt informatie over de signaaltypes van de geprojecteerde beelden en andere informatie bekijken. Bediening Item Verklaring Modelnaam WUX450/WX520/WUX400ST/WX450ST Ingangssignaal Informatie over het momenteel geselecteerde ingangssignaal Informatie zoals het type, de resolutie en de frequentie van het signaal wordt getoond. Firmware Huidige firmwareversie Serienr.
MULTIMEDIAPROJECTOR Installatie en onderhoud Laat de projector zo mogelijk installeren door een bevoegde monteur of neem contact op met het Canon Call Center. Vraag met name bij installatie aan het plafond altijd om een bevoegde monteur of neem contact op met het Canon Call Center.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Installeren Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 127 Index
Vóór de installatie Voorzorgsmaatregelen bij het dragen/ vervoeren van de projector Bereid de projector voor zoals hieronder is beschreven, alvorens u hem meedraagt. Voorzichtig • Maak de kabels los die aan de projector zijn aangesloten. Het meedragen van de projector terwijl de kabels nog aangesloten zijn kan een ongeluk veroorzaken. • Trek de verstelvoetjes in.
Vóór de installatie ■ De projector niet in de volgende omgevingen gebruiken Bedrijfstemperatuur 0°C – 40°C Bedrijfsluchtvochtigheid Tot 85% Opslagtemperatuur -20°C – 60°C ■ Raak de lens niet met blote handen aan Raak de lens niet met blote handen aan. Dit kan de beeldkwaliteit negatief beïnvloeden. Vanwege de warmte van de lamp is de scherpstelpositie na het opstarten mogelijk nog niet stabiel. Bij het scherpstellen is het ook handig het testpatroon (10) (P295) te gebruiken.
Vóór de installatie ■ Pas op voor condensatie Als de kamertemperatuur plotseling mocht toenemen, kan de vochtigheid in de lucht condenseren op de projectorlens en -spiegel, waardoor het beeld onscherp wordt. Wacht totdat de condens verdampt is en het geprojecteerde beeld weer normaal wordt. ■ Pas de instellingen aan bij een hoogte van meer dan 2.300 m Projectorinstellingen moeten worden aangepast als u de projector gebruikt op een hoogte van 2.300 m of meer.
Vóór de installatie ■ Installeer de projector in de juiste richting Voorzichtig Zoals u hieronder ziet, kan de projector in elke richting*1 worden geïnstalleerd. Projectie omhoog ( ) of omlaag ( ) kan echter de levensduur van de lamp verkorten. Als u de projector in deze richting installeert, moet u ook de projectorinstellingen aanpassen. Raadpleeg bij projectie omhoog of omlaag met name de instructies voor [Verticale projectie] (P154) in het menu [Installatie-instellingen].
Installatieprocedure De projector instellen ■ De projector voor het scherm plaatsen Plaats de projector voor het scherm. Op sommige schermen kunnen kleuren wat vervormd lijken als u beelden vanaf de zijkant bekijkt. Dit duidt echter niet op een probleem met de projector. Gebruik voor het beste resultaat een mat scherm met een brede kijkhoek (WUX400ST/WX450ST).
Installatieprocedure ■ Installatie schuin omhoog Als u trapeziumvervorming bij een schuin omhoog gerichte projector (bijvoorbeeld met verstelvoetjes) wilt corrigeren, voert u trapeziumcorrectie (P152) of hoekaanpassing (P152) uit. ■ Projectie vanaf een hoogte Voor projectie vanaf een plank of ander hoog oppervlak kunt u de projector ondersteboven installeren en het geprojecteerde beeld omdraaien. Bevestig in dat geval de optionele voetjes boven op de projector.
Installatieprocedure Afsluitdopjes met de aanduiding (2) verwijderen Open het lampdeksel en duw met een schroevendraaier of vergelijkbaar stuk gereedschap de dopjes van beneden uit omhoog en eraf. Afsluitdopje • Bewaar de dopjes op een veilige plaats om te voorkomen dat u ze verliest. • U kunt de optionele voetjes in combinatie met de verstelvoetjes gebruiken.
Installatieprocedure Relatie tussen beeldformaat en projectieafstand 4:3 Breedte Breedte WUX450/WX520 Beeldformaat (diag.
Installatieprocedure ■ Lensinstelfunctie U kunt het beeld in alle richtingen verplaatsen door aan de lensinstelwielen aan de zijkant van de projector te draaien. Daarmee draait u de lens omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Raadpleeg “Lensinstelwiel” (P45) voor instructies. ■ Mate van lensverschuiving De mate van verschuiving wordt in percentages aangegeven in verhouding tot hoogte en breedte van het beeld. In de volgende tabel ziet u het lensverschuivingsbereik voor elk projectormodel.
Installatieprocedure Maximale beweging omhoog (A) en horizontaal (B) met lensverschuiving (referentiewaarden, in cm) WUX450/WX520 Beeldformaat (diag.
Aansluitprocedure Aansluitbare apparatuur en ingangsaansluitingen HDMI HDMIaansluiting Gebruik deze naam om de beeldingang te selecteren. Richting van signaal en gegevensstroom De naam van de aansluiting waarop u apparatuur aansluit (Pxxx) geeft de pagina’s aan die u kunt raadplegen.
Aansluitprocedure Een computer aansluiten Sluit de projector aan op de computer. Een digitale verbinding (P140) wordt aanbevolen voor het projecteren van beelden van hoge kwaliteit. Bij gebruik van een computer met een HDMI-uitgangsaansluiting, kan een digitale verbinding (P141) gemaakt worden met behulp van een HDMI-kabel. Schakel vóór het aansluiten van de kabels zowel de projector als de computer uit.
Aansluitprocedure • Gebruik een VGA-DVI-I-kabel waarvan alle pennen zijn aangesloten. Als de kabel van het type is waarvan niet alle pennen zijn aangesloten, dan kan het beeld mogelijk niet correct worden weergegeven. • Gebruik een audiokabel zonder ingebouwde weerstand. Het gebruik van een audiokabel met ingebouwde weerstand vermindert het audiovolume. • De AUDIO IN-aansluiting kan gewijzigd worden in het scherm Audio-ingang selecteren (P155).
Aansluitprocedure • Gebruik een audiokabel zonder ingebouwde weerstand. Het gebruik van een audiokabel met ingebouwde weerstand vermindert het audiovolume. • De AUDIO IN-aansluiting kan gewijzigd worden in het scherm Audio-ingang selecteren (P155). ■ Aansluiten met een HDMI-kabel (type ingangssignaal: [HDMI] P53) Computer Projector Digitale videouitgangsaansluiting (HDMI-aansluiting) HDMI-kabel (niet inbegrepen) * Als u een HDMI-kabel aansluit, wordt digitale audio tegelijkertijd ook aangesloten.
Aansluitprocedure Een AV-apparaat aansluiten Sluit de projector en het AV-apparaat aan. De hier weergegeven beschrijving is slechts één voorbeeld. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het AV-apparaat voor gedetailleerde informatie over de aangesloten AV-apparatuur. Voorzichtig Schakel zowel de projector als het AV-apparaat uit voordat u de kabels aansluit.
Aansluitprocedure ■ Aansluiten op analoge video-uitgangsaansluiting (analoge aansluiting) Aansluiten met een componentkabel (type ingangssignaal: [Component] P53) U kunt componentvideosignalen van AV-apparatuur aan de projector leveren door de componentkabel aan te sluiten op de COMPONENT-aansluiting van de projector. Gebruik een in de handel verkrijgbare componentkabel (niet inbegrepen) die past bij het type aansluiting op het AV-apparaat om een relaisverbinding te maken.
Aansluitprocedure ■ Audio naar luidsprekers doorgeven U kunt audio van de geprojecteerde beelden doorgeven naar AV-apparatuur of versterkte luidsprekers. Projector Luidspreker Naar AUDIO OUT-aansluiting RCA-aansluiting Audiokabel (niet inbegrepen) Ministekker AUDIO IN-aansluiting (AUDIO IN) Gebruik een audiokabel zonder ingebouwde weerstand. Het gebruik van een audiokabel met ingebouwde weerstand vermindert het audiovolume.
Aansluitprocedure De projector op het stopcontact aansluiten Sluit het netsnoer aan op de projector en steek de stekker in het stopcontact. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer de projector niet gebruikt wordt. 145 Installeren • Steek de stekker van het netsnoer volledig in het contact. • Nadat de projector is uitgeschakeld, tenminste 5 minuten wachten alvorens deze opnieuw in te schakelen.
De projectie starten De projectie starten en stoppen ■ De projectie starten Druk op de POWER-knop op de afstandsbediening of op de projector. Het [POWER ON]-lampje begint te knipperen (groen) en blijft daarna constant branden. Afstandsbediening Projector ■ De projectie stoppen Druk tweemaal op de POWER-knop op de afstandsbediening of op de projector. Afstandsbediening Projector ■ Het taalkeuzescherm wordt weergegeven Als u de projector voor de eerste keer inschakelt, verschijnt er een scherm.
De projectie starten ■ “Geen signaal” wordt weergegeven Voor een laptop geldt dat de gebruiker de externe monitoruitgang moet inschakelen. (P147) Druk op de INPUT-knop om het ingangssignaal te selecteren. (P54) ■ Het computerscherm van de laptop wordt niet weergegeven Stel uw laptop zodanig in dat signalen naar een externe monitor worden doorgegeven. Raadpleeg “De computerschermuitgang van een laptop wijzigen” hieronder voor meer informatie.
Menu-instellingen voor de installatie Installatie-instellingen vergrendelen De beeldweergave omkeren > [Installatie-instellingen] > > [Installatie-instellingen] > [Positievergrendeling] HDMI Digital PC Component Analog PC [Beeldomkeer H/V] LAN USB HDMI Digital PC Bediening van functies die aan installatie gerelateerd zijn kan verhinderd worden. Uit De positievergrendeling wordt niet gebruikt. Aan Installatie-gerelateerde functies kunnen niet gebruikt worden.
Menu-instellingen voor de installatie Normaal (Geen) Plafondbevestiging Installatie en onderhoud Projectie vanaf de achterkant Installeren Achter, plafondbevestiging • Gebruik de optionele steun om de projector aan het plafond te bevestigen. Neem voor meer informatie contact op met het Canon Call Center. • Als u het beeld omkeert, wordt de instelling voor de trapeziumcorrectie teruggesteld.
Menu-instellingen voor de installatie Het schermaspect opgeven 4:3 D. beeldversch. > [Installatie-instellingen] > [Schermaspect] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Selecteer overeenkomstig de aspectverhouding van het projectiescherm. (P60) 16:10 Selecteer dit als u een scherm met een aspectverhouding van 16:10 wilt gebruiken. 16:9 Selecteer dit als u een scherm gebruikt met een aspectverhouding van 16:9. 4:3 Selecteer dit als u een scherm gebruikt met een aspectverhouding van 4:3.
Menu-instellingen voor de installatie Het formaat van geprojecteerde beelden instellen (WUX400ST/WX450ST) > [Installatie-instellingen] > [Zoom] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB Geprojecteerde beelden die te groot zijn voor het scherm kunnen digitaal verkleind worden geprojecteerd. Installatie en onderhoud • [Zoom] is niet beschikbaar als u de volgende functies gebruikt.
Menu-instellingen voor de installatie Trapeziumcorrectie opgeven Digitale beeldverschuiving opgeven > [Installatie-instellingen] > [Trapezium] HDMI Digital PC > [Installatie-instellingen] > [Digitale Component Analog PC beeldverschuiving] LAN USB HDMI Digital PC Er zijn twee types trapeziumcorrectie beschikbaar: horizontale-verticale correctie en aanpassing van de hoeken. U kunt trapeziumcorrectie ook weer terugstellen. U past trapeziumcorrectie toe door op de KEYSTONE-knop te drukken.
Menu-instellingen voor de installatie Micro-digitale beeldverschuiving opgeven De beeldregistratie instellen > [Installatie-instellingen] > [Professionele instellingen] > > [Installatie-instellingen] > [Professionele instellingen] > [Micro- [Registratie] digitale beeldverschuiving] HDMI Digital PC Component Analog PC HDMI Digital PC LAN USB LAN USB Uit Voert geen micro-digitale beeldverschuiving uit. Voert geen beeldregistratie uit. Instel- Voert micro-digitale beeldverschuiving len uit.
Menu-instellingen voor de installatie De ventilatorstand opgeven Verticale projectie opgeven > [Installatie-instellingen] > [Professionele instellingen] > > [Installatie-instellingen] > [Professionele instellingen] > [Ventilatorstand] HDMI Digital PC Component Analog PC [Verticale projectie] LAN USB HDMI Digital PC Zorg voor gepaste koeling door de juiste ventilatorstand te kiezen bij gebruik op een hoogte van meer dan 2.300 m. Normaal Bij gebruik op hoogtes die lager zijn dan 2.300 m.
Menu-instellingen voor de installatie De AUDIO INaansluiting selecteren Kleuren afstemmen op de schermkleur > [Installatie-instellingen] > [Audio- > [Installatie-instellingen] > ingang selecteren] HDMI Digital PC Component Analog PC [Schermkleur] LAN USB HDMI Digital PC Er is geen audio-uitvoer. Audio In 1 Voert het audiosignaal uit dat wordt ingevoerd via audioingang 1. Audio In 2 Voert het audiosignaal uit dat wordt ingevoerd via audioingang 2. HDMI Voert het HDMI-audiosignaal uit.
Menu-instellingen voor de installatie Een menupositie selecteren Het gidsscherm weergeven/verbergen > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > [Menupositie] > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > [Gids] HDMI Digital PC HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt de positie van de weergegeven menu’s wijzigen. Component Analog PC LAN USB U kunt selecteren of u het gidsscherm waarin de bediening wordt uitgelegd, wilt weergeven of verbergen.
Menu-instellingen voor de installatie De ingangsstatus weergeven/verbergen Oververhittingswaarschuwingen weergeven/verbergen > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > [Ingangsstatus > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > weergeven] HDMI Digital PC Component Analog PC [Oververhit.
Menu-instellingen voor de installatie De menuweergavetijd opgeven Lampvervangingswaarschuwingen weergeven/verbergen > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > [Menuweergavetijd] HDMI Digital PC Component Analog PC > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > LAN USB [Lampwaarschuwing] HDMI Digital PC De instelling voor de menuweergavetijd kan verlengd worden van de normale 10 of 30 seconden tot 3 minuten. Normaal Het menu wordt 10 of 30 seconden weergegeven.
Menu-instellingen voor de installatie Filterreinigingswaarschuwingen weergeven/verbergen De ID van het gesplitste scherm weergeven/verbergen > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > > [Installatie-instellingen] > [Op het scherm] > [Luchtfilterwaarschuwing] HDMI Digital PC Component Analog PC [Weergave ID gesplitst scherm] LAN USB HDMI Digital PC Geef op of u het cijfer (1 of 2) dat de schermen in de gesplitste weergave aangeeft, wilt weergeven of verbergen.
Menu-instellingen voor de installatie Het testpatroon weergeven/verbergen > [Installatie-instellingen] > [Testpatroon] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB U kunt een testpatroon (P295) projecteren om zonder ingangssignaal de resolutie, kleur en andere details te controleren. Uit Het testpatroon wordt niet getoond. Aan Toont het testpatroon. Druk op de OK-knop om uw instelling te bevestigen en druk vervolgens op de MENU-knop of de EXIT-knop. • [Uit] is de fabrieksinstelling.
Menu-instellingen voor de installatie Vanaf meerdere projectoren tegelijkertijd projecteren (randovergang) > [Installatie-instellingen] > [Professionele instellingen] > [Randovergang] HDMI Digital PC Component Analog PC LAN USB ■ Basisinstructies Volg onderstaande stappen als u twee projectoren naast elkaar gebruikt. 1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele instellingen] > [Randovergang]. 2 Selecteer [Instellen].
Menu-instellingen voor de installatie U kunt de volgende instellingen in het menu Randovergang gebruiken. Uit Geen overgang voor overlappende gebieden. Instellen Opent het menu voor de overgang van overlappende gebieden. Links, Rechts, Boven, Onder Uit Projecteert het beeld zonder correctie. Instellen Markering Uit Verbergt de markeringen. Aan Geeft met markeringen het instelbare overgangsgebied aan. De ene lijn geeft de startpositie (rood) aan en de andere de eindpositie (groen).
Menu-instellingen voor de installatie Standaard worden de groene en rode markering op dezelfde positie weergegeven, dus is alleen de rode markering zichtbaar. Selecteer [Startpositie] en verplaats met de [ ] [ ]-knoppen van de afstandsbediening de markeringen naar de rechterrand, waar de beelden elkaar overlappen. 6 Selecteer [Breedte] en verplaats met de [ ] [ ]-knoppen van de afstandsbediening de markeringen naar het overlappende gebied.
Menu-instellingen voor de installatie ■ Instructies voor geavanceerde instellingen: Zwartniveauinstelling Bij overlappende projectie worden donkere kleuren in het overlappende gebied met minder intensiteit geprojecteerd dan andere kleuren. Daarom vallen overlappende beeldgebieden soms meer op als de beelden zelf donker zijn. U kunt deze overlappende gebieden minder opvallend maken door het zwartniveau van nietoverlappende beeldgebieden aan te passen.
Menu-instellingen voor de installatie U kunt de volgende instellingen in het menu Randovergang gebruiken. Zwartniveau- Stel het zwartniveau van niet-overlappende beeldgebieden in. instelling Uit Instellen Instellingstype Zwartniveau D-gebied basis Stel het zwartniveau van gebied D in. D-gebied rood Stel de rode component van het zwartniveau van gebied D in. D-gebied blauw Stel de blauwe component van het zwartniveau van gebied D in. Selecteer [Instellingstype] > [Zwartniveau].
Menu-instellingen voor de installatie ■ Instructies voor geavanceerde instellingen: Meer vloeiende overlapping Instellingen van de gebieden A, B en C kunnen ervoor zorgen dat het zwartniveau langs de rechterrand van gebied D (de rand die grenst aan het overgangsgebied) meer opvalt dan de omringende gebieden. Stel ter compensatie elk gebied als volgt in. Positie van eindmarkering (verborgen) Linkerbeeld Gebied A: Zwartniveau kan niet worden ingesteld.
Menu-instellingen voor de installatie Selecteer [B-breedte] en geef met de [ ] [ ]-knoppen van de afstandsbediening de breedte van gebied B op. Hierdoor wordt de breedte van gebied D kleiner. 3 Stel de breedte van gebied B in zodat die ruwweg overeenkomt met het gebied waar het zwartniveau zichtbaar is en gebruik dan de volgende randovergangsinstellingen om het zwartniveau van gebied B in te stellen. Stel het zwartniveau van gebied B op dezelfde manier in als u dit voor gebied D hebt gedaan.
Menu-instellingen voor de installatie Het is echter mogelijk dat afwijkingen bij de beeldranden niet verdwijnen als u [Contrast], [Schermkleur] of andere instellingen aanpast. • Gebruik op elke projector dezelfde lensverschuivingspositie en beeldmodus (bij voorkeur [sRGB]). Dit vergemakkelijkt de instelling. • Voer de volgende aanpassingen uit voor de beste randovergangsresultaten.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Aansluiten op een netwerk Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 169 Index
Aansluiten op een netwerk - overzicht Als u de projector aansluit op een netwerk, kunt u de projector bedienen via een computer en per e-mail berichten ontvangen over projectorfouten. Instellingen die betrekking hebben op de netwerkverbinding kunnen uitgevoerd worden via de projector (P171) of via de computer (P180). Afhankelijk van de methode waarop het netwerk verbonden is kan voorbereiding via de computer noodzakelijk zijn. Hieronder volgt een beschrijving van voorbereiding via de computer.
Projectorinstellingen opgeven Netwerkinstelling vergrendelen/ vrijgeven In het menuscherm van de projector kunnen de netwerkinstellingen geconfigureerd worden op het tabblad [Netwerkinstelling]. Raadpleeg “Menu’s gebruiken” (P84) voor informatie over het gebruik van de menu’s. > [Netwerkinstelling] > [Netwerkinst. vergrendelen] U kunt de netwerkinstellingen vergrendelen zodat ze niet gewijzigd kunnen worden. Vergrendelen De instellingen vergrendelen.
Projectorinstellingen opgeven Het netwerkwachtwoord inschakelen/ uitschakelen • De fabrieksinstelling voor het netwerkwachtwoord is [ ] [ ] [ ] [ ]. De netwerkvergrendeling geforceerd opheffen Druk in het invoerscherm van het netwerkwachtwoord in de volgende volgorde op de knoppen om de instellingen vrij te geven: [ ] [OK] [ ] [OK] [ ] [OK]. Op deze manier wordt het netwerkwachtwoord teruggezet naar [ ] [ ] [ ] [ ]. > [Netwerkinstelling] > [Netw.
Projectorinstellingen opgeven Een netwerkwachtwoord registreren Functies voor een netwerk met kabel inschakelen/ uitschakelen > [Netwerkinstelling] > [Netw.wachtwrd registreren] Registreer het netwerkwachtwoord van de projector. > [Netwerkinstelling] > [Netwerkfunctie (kabel)] U kunt de netwerkfunctie in- of uitschakelen. Energie kan bespaard worden door de functie [Uit] te schakelen. Uit Schakelt de netwerkfunctie uit. Installatie en onderhoud Als u [Netw.
Projectorinstellingen opgeven Het energieverbruik in de standbystand opgeven Het IP-adres bekijken > [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen(kabel)] > [IP-adres] Bekijk het IP-adres van de projector als volgt. U kunt de informatie alleen bekijken, niet wijzigen. Als u de instellingen wilt wijzigen, gaat u naar DHCP- of TCP/IPinstellingen. > [Netwerkinstelling] > [Netwerkstandby-instellingen] Geef als volgt de werkingsstatus van de netwerkfuncties in de standbystand op.
Projectorinstellingen opgeven Het gateway-adres bekijken Het MAC-adres bekijken > [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen(kabel)] > [Gateway- > [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen(kabel)] > [MAC-adres] adres] Bekijk het MAC-adres van de projector als volgt. U kunt de informatie alleen bekijken, niet wijzigen. Bekijk het gateway-adres van de projector als volgt. U kunt de informatie alleen bekijken, niet wijzigen.
Projectorinstellingen opgeven DHCP inschakelen/ uitschakelen TCP/IP-instellingen opgeven > [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen(kabel)] > [DHCP] > [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen(kabel)] > [TCP/IP- instel.] U kunt de DHCP-functie in- en uitschakelen. Uit Configureer de TCP/IP-instellingen van de projector. Schakelt de DHCP-functie uit. TCP/IPinstellingen zijn mogelijk. Als [TCP/IP-instel.] geselecteerd wordt verschijnt het onderstaande venster.
Projectorinstellingen opgeven Netwerkinstellingen initialiseren PJLink in- of uitschakelen > [Netwerkinstelling] > [PJLink] > [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen(kabel)] > [Initialiseren U kunt de PJLink-netwerkfunctie inof uitschakelen. Als de functie ingeschakeld is, is bediening mogelijk via het LAN-netwerk door opdrachten te gebruiken die overeenstemmen met de PJLinknormen. netwerkinstel.] U kunt de netwerkinstellingen van de projector initialiseren.
Projectorinstellingen opgeven Het gebruik van AMX Device Discovery opgeven Wat is PJLink? In september 2003 werd de PJLink Working Group opgericht onder het Data Projector Committee. Gedurende het eerste jaar heeft de PJLink Working Group het PJLink-protocol gestandaardiseerd als nieuwe interfacespecificatie voor projectors. PJLink is een geünificeerde norm voor bediening en controle van projectoren.
Projectorinstellingen opgeven Het gebruik van Crestron RoomView opgeven > [Netwerkinstelling] > [Crestron RoomView] Aansluiten op een netwerk Uit Installatie en onderhoud Met Crestron RoomView kunt u meerdere projectoren centraal via een netwerk beheren. U kunt bijvoorbeeld projectoren op afstand bedienen om problemen op te lossen, de levensduur van lampen te controleren of de projectoren in of uit te schakelen. Geef als volgt op of u Crestron RoomView wilt gebruiken. Schakelt Crestron RoomView uit.
Computerinstellingen opgeven Een IP-adres opgeven Hieronder volgt een beschrijving van de manier waarop u het IP-adres van de PC kunt instellen voor elk besturingssysteem. ■ Windows 7 1 2 In het [Start]-menu van de PC selecteert u [Configuratiescherm]. 3 In het menu aan de linkerkant van het venster klikt u op [Adapterinstellingen wijzigen]. 4 Klik met de rechtermuisknop op [LAN-verbinding] en open [Eigenschappen].
Computerinstellingen opgeven ■ Windows Vista 1 2 3 In het [Start]-menu van de PC selecteert u [Configuratiescherm]. 4 Klik met de rechtermuisknop op [LAN-verbinding] en open [Eigenschappen]. 5 Selecteer [Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4)] en klik op de knop [Eigenschappen]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen (IP-adres, subnetmasker, standaardgateway, enz.). 6 Selecteer [Het volgende IP-adres gebruiken] en stel het IP-adres en het subnetmasker in.
Computerinstellingen opgeven ■ Windows XP 1 2 In het [Start]-menu van de PC selecteert u [Configuratiescherm]. 3 Klik met de rechtermuisknop op [LAN-verbinding] en open [Eigenschappen]. 4 Selecteer [Internetprotocol (TCP/IP)] en klik op de knop [Eigenschappen]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen (IP-adres, subnetmasker, standaardgateway, enzovoort). 5 Selecteer [Het volgende IP-adres gebruiken] en stel het IP-adres en het subnetmasker in.
Computerinstellingen opgeven Selecteer [Built-in Ethernet] en klik op het tabblad [TCP/IP]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen (IP-adres, subnetmasker, router, DNS-server, enz.). 4 Creëer een nieuwe netwerkomgeving en stel IP-adres en subnetmasker in. De fabrieksinstelling van het IP-adres voor de projector is “192.168.254.254”. Stel een IP-adres in dat hiervan afwijkt. Voorbeeld IP-adres:192.168.254.1 Subnetmasker:255.255.255.0 5 Klik op [Pas toe] om het netwerkvoorkeurvenster te sluiten.
Computerinstellingen opgeven 2 Start een webbrowser, typ “http://(IP-adres van de projector)” in de adresbalk en druk op Enter. Het webscherm van de projector wordt weergegeven. De volgende informatie wordt weergegeven. Network Multiple Projection Download Voor het downloaden van het programma voor multi-projectie via het netwerk (NMPJ). (P215) Projector control Geeft het scherm voor projectorbesturing weer. Settings Geeft het scherm met instellingen weer.
Computerinstellingen opgeven 3 Klik in het webscherm op [Settings]. Het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven. 4 Voer in het wachtwoordinvoerscherm de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op [OK]. De fabrieksinstelling voor de gebruikersnaam is “root” en het wachtwoord “system”. ■ Netwerkinstelling 1 Klik in het webscherm op [Settings] in stap 3 van “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183) om het scherm met instellingen te openen.
Computerinstellingen opgeven 2 Selecteer de functie die u wilt instellen op het menu (1) en voer dan de instelling in het getoonde veld (2) en klik op [OK] (3). (1) (2) (3) 3 Een bevestigingsscherm wordt weergegeven. Controleer de gegevens en als deze correct zijn klikt u op [Apply]. De instellingen worden op de projector toegepast. Als u in het menu [Network] selecteert, verschijnt het volgende bericht: “Save completed. Please change setting and reconnect.
Computerinstellingen opgeven Instellen van de basisinformatie [Network] Vanuit [Network] in het scherm met instellingen kunt u inloggen op het webscherm en de basisnetwerkinformatie instellen. Raadpleeg voor de instellingsprocedure “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183). Standaard fabrieksinstelling Verklaring Password Voer bij het inloggen op het webscherm de gebruikersnaam in 1-byte alfanumerieke tekens en symbolen in (4 -15 tekens).
Computerinstellingen opgeven Instellingen voor multi-projectie via het netwerk opgeven: [NMPJ Password] Vanuit [NMPJ Password] in het scherm met instellingen kunt u de items opgeven die nodig zijn voor NMPJ-authenticatie. Raadpleeg voor de instellingsprocedure “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183). Item Verklaring Standaard fabrieksinstelling Password Voer het authenticatiewachtwoord in voor multi-projectie via het netwerk. Gebruik hiervoor alfanumerieke tekens van één byte (0-15 tekens).
Computerinstellingen opgeven E-mail instellen [Mail] Vanuit [Mail] in het scherm met instellingen kunt u de items instellen die noodzakelijk zijn om foutmails en testmails te kunnen versturen. Raadpleeg voor de instellingsprocedure “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183). Item Voer het adres van de ontvanger voor foutmails in 1-byte alfanumerieke tekens en symbolen in (1 - 63 tekens).
Computerinstellingen opgeven Mail-authenticatieinstellingen [Mail auth] Vanuit [Mail auth] in het scherm met instellingen kunt u de instellingen configureren voor authenticatie van mail die verstuurd wordt wanneer er zich een fout voordoet. Raadpleeg voor de instellingsprocedure “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183). Item Verklaring Standaard fabrieksinstelling Mail authentication Selecteer de mailauthenticatiemethode.
Computerinstellingen opgeven Versturen van een testmail [Send test mail] Vanuit [Send test mail] in het scherm met instellingen kunt u een testmail sturen naar het mailadres dat in [Mail] is ingesteld. U kunt de instellingen vanuit dit scherm niet wijzigen. Item Verklaring Het ontvangeradres dat ingesteld is vanuit [Mail] in het scherm met instellingen (P189) wordt getoond. Cc: Het CC-adres dat ingesteld is vanuit [Mail] in het scherm met instellingen (P189) wordt getoond.
Computerinstellingen opgeven Item Verklaring Standaard fabrieksinstelling Password Voer het community-instellingen wachtwoord in 1-byte alfanumerieke tekens en symbolen in (8 15 tekens). Dit kan alleen ingesteld worden wanneer de SNMP-versie V3 is. Confirm password Voer voor bevestiging hetzelfde wachtwoord in dat u bij [Password] hebt ingevoerd. Projectorinformatie [Projector info.] instellen Vanuit [Projector info.
Computerinstellingen opgeven PJLink instellen [PJLink] Vanuit [PJLink] in het scherm met instellingen kunt u de PJLink-functies instellen die de standaard zijn voor het beheer van projectoren in een netwerk. Raadpleeg voor de instellingsprocedure “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183). Raadpleeg voor informatie over PJLink “Wat is PJLink?” (P178). Verklaring Standaard fabrieksinstelling Schakelt de PJLink functie in of uit.
Computerinstellingen opgeven Item Verklaring Fabrieksinstelling IP ID Geef het IP-ID van de controller op. 3 IP address Geef het IP-adres van de controller op. 127.0.0.1 Port number Geef het poortnummer van de controller op. 41794 Instellingsfouten Bij een instellingsfout wordt de foutnaam op het scherm getoond en wordt een “!” teken getoond naast het invoerveld dat de fout heeft veroorzaakt. De foutbetekenissen zijn hieronder weergegeven.
Computerinstellingen opgeven De netwerkinstellingen terugstellen naar de fabrieksinstellingen Voer stap 1 - 3 van “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P183) uit om het scherm met instellingen te openen. 2 Klik op [Initialize]. 3 Een bevestigingsscherm wordt weergegeven. Klik op [OK]. ■ Foutmeldingsmails De berichten die in onderstaande lijst met foutmeldingen worden getoond worden verstuurd wanneer er zich een fout in de projector voordoet.
Computerinstellingen opgeven Fouten die betrekking hebben op de lamp Fouten die betrekking hebben op de ventilator Fouten die betrekking hebben op het luchtfilter Fouten die betrekking hebben op de voeding Foutnaam Faulty lamp (Defecte lamp) Tekst The lamp has burnt out. Replace the lamp with a new one. If the same warning occurs again, the lamp drive circuit may be defective. Contact your dealer. Betekenis De lamp is verbrand. Vervang de lamp door een nieuwe.
Computerinstellingen opgeven Besturing via het webscherm Wanneer de projector is aangesloten op een netwerk, is het mogelijk de projector vanuit een computer via het netwerk te besturen. 1 2 Zet de computer en projector aan. Start een webbrowser, typ “http://(IP-adres van de projector)” in de adresbalk en druk op Enter. Het webscherm van de projector wordt weergegeven. De fabrieksinstelling van het IP-adres voor de projector is “192.168.254.254”.
Computerinstellingen opgeven Item 5 Verklaring Projector name Geeft de naam van de aangesloten projector weer. (P192) IP address Geeft het IP-adres van de aangesloten projector weer. (P197) Refresh Vernieuwt de weergegeven inhoud en laat de meest recente informatie zien. Power Schakelt de voeding van de projector in of uit. Input Selecteer een ingangssignaal en klik op [Apply] om over te schakelen naar dat ingangssignaal.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Onderhoud Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 199 Index
De projector schoonmaken Maak de projector zeer regelmatig schoon om te voorkomen dat het apparaat te stoffig wordt. Een vuile lens kan de kwaliteit van de geprojecteerde beelden aantasten. Voorzichtig Als u de projector wilt reinigen, schakelt u de projector uit, wacht u totdat de koelventilator stopt, verwijdert u de stekker uit het stopcontact en laat u de projector minimaal 1 uur staan.
Het luchtfilter schoonmaken en vervangen Het luchtfilter vervangen Voer onderstaande procedure uit als u het luchtfilter vervangt. 1 2 Zet de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact. 3 Open het filterdeksel en verwijder het. 4 Verwijder het luchtfilter. Druk op de boven- en onderkant van het luchtfilterdeksel om dit te ontgrendelen.
Het luchtfilter schoonmaken en vervangen 5 Volg deze procedure in omgekeerde volgorde om een nieuw luchtfilter te installeren. • Wees voorzichtig met het luchtfilter. Als het filter beschadigd is, werkt het niet goed meer. • Wanneer de lamp wordt vervangen, wordt het aanbevolen eveneens het luchtfilter te reinigen of te vervangen. • Neem voor verdere informatie contact op met het Canon Call Center.
De lamp vervangen Als het aantal gebruiksuren van de lamp een bepaalde grens bereikt, verschijnt het volgende bericht (twee soorten) 10 seconden lang op het scherm telkens als de projector wordt ingeschakeld. 2.700 uur - 3.000 uur 3.000 uur of meer 203 Onderhoud Vervang de lamp en volg daarbij de procedures die op pagina 205 worden beschreven als dit scherm wordt weergegeven. • Alleen de POWER-knop is beschikbaar terwijl dit scherm wordt weergegeven.
De lamp vervangen Vervangende lamp Deze projector gebruikt de volgende lampen. Lamponderdeelnr.: RS-LP08 Neem contact op met het Canon Call Center om advies bij de aanschaf van een vervangende lamp. Voorzorgsmaatregelen bij de vervanging van defecte lampen Als het licht ineens wegvalt tijdens het gebruik van de projector of nadat u deze hebt ingeschakeld, kan de lamp kapot zijn. Probeer in dat geval nooit de lamp zelf te vervangen. Vraag altijd het Canon Call Center om serviceverlening.
De lamp vervangen De lamp vervangen 1 2 Zet de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact. 3 Houd de ontgrendelingsknop ingedrukt, schuif het lampdeksel naar achteren en til het deksel op om het te openen. Druk op de ontgrendelingsknop van het lampdeksel om het deksel te ontgrendelen. 4 Draai de drie schroeven waarmee de lampeenheid vast zit, los. 205 Onderhoud Voorzichtig Let op dat u uw vingers niet klemt als u het lampdeksel naar achteren schuift.
De lamp vervangen 5 Verwijder de lampeenheid. 6 Volg deze procedure in omgekeerde volgorde om een nieuwe lampeenheid te installeren. 7 Zet het apparaat aan. Open het menu en selecteer [Systeeminstelling] [Overige instellingen] - [Gebruiksuren]. 8 Selecteer [Terugstellen] - [Ja] om het aantal gebruiksuren weer op nul te zetten. • We raden u aan bij het vervangen van de lamp het luchtfilter (onderdeelnr.: RS-FL02) te reinigen of te vervangen.
De lamp vervangen ■ Het lampdeksel laat los Lijn het bevestigingspunt op het lampdeksel uit met de gleuf op de projector en duw het lampdeksel voorzichtig vast.
MULTIMEDIAPROJECTOR Multi-projectie via netwerk (NMPJ) 209
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Multi-projectie via het netwerk overzicht Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 211 Index
Multi-projectie via het netwerk - introductie ■ Projectie via een netwerk Multi-projectie via het netwerk (NMPJ) is een projectorfunctie waarmee u computerschermen via een lokaal netwerk kunt projecteren. U kunt meerdere computers en projectoren aansluiten voor een groot aantal projectiescenario’s. LAN Koppelt computers en projectoren aan elkaar via een netwerkverbinding.
Multi-projectie via het netwerk - introductie ■ De projectiemonitor selecteren Voor computers met meerdere monitoren kunt u het primaire of het secundaire scherm projecteren. LAN LAN 1 2 1or 2 Primaire of secundaire monitor selecteren voor projectie U kunt voor elke computer de monitor selecteren waarvan u de beelden wilt projecteren. LAN 213 Multi-projectie via het netwerk - overzicht • Bij sommige computers is het niet mogelijk te schakelen tussen projectie van de primaire en secundaire monitor.
Installeren Als u de NMPJ-functie wilt gebruiken, moet u de NMPJ-programma installeren. De instructies in deze handleiding hebben betrekking op installatie in een Windows 7-omgeving. Systeemvereisten Voor de toepassing gelden de volgende systeemvereisten. Processor Geheugen Vaste schijf Monitor Core 2 Duo P8600, 2,4 GHz of meer (32- of 64-bits) 1 GB of meer 32 GB of meer Minimale resolutie van 1024x768 De toepassing kan niet worden geïnstalleerd op computers met een lagere resolutie dan 1024x768.
Installeren Installeren De toepassing bevindt zich in het interne geheugen van de projector. Installeer de toepassing op een computer. Ga hiervoor op de computer via een webbrowser naar de projector en download de toepassing. In deze instructies worden Engelse schermafbeeldingen gebruikt. • Raadpleeg “Aansluiten op een netwerk” (P169) voor informatie over verbinding met de computer via een netwerk. • Dubbelklip op de installer.
Installeren 4 Selecteer [Run] als er een bevestigingsbericht verschijnt. 5 Klik op [Yes] als er een [User Account Control]-bericht verschijnt. 6 Volg de instructies op het scherm om het installatieproces te voltooien. • In Windows 7 en Windows Vista kunnen er tijdens de installatie of verwijdering van de toepassing bevestigingsberichten of waarschuwingen verschijnen. In deze berichten wordt gevraagd of de huidige gebruiker beschikt over administratorbevoegdheden.
De installatie ongedaan maken 2 Klik op [Yes] als er een [User Account Control]-bericht verschijnt. 3 Klik op [OK] als het bevestigingsbericht verschijnt. 217 Multi-projectie via het netwerk - overzicht Selecteer [Starten] > [Alle programma’s] > [Canon NMPJ] > [Uninstall network multiple projection].
De installatie ongedaan maken 4 Klik op [OK] als het bevestigingsbericht verschijnt nadat de toepassing is verwijderd. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten om het verwijderingsproces te voltooien. Start de computer altijd opnieuw op als dit wordt gevraagd. 5 Verwijder de volgende map handmatig.
Van opstarten tot afsluiten De procedure vanaf het opstarten tot het afsluiten van de toepassing is als volgt. De getoonde voorbeeldvensters zijn uit de directe modus. Maak de installatie van de toepassing ongedaan als u de toepassing niet kunt opstarten en er een bericht verschijnt dat NMPJSystem.dll niet kon worden gevonden. Start de computer altijd opnieuw op als dit wordt gevraagd. Installeer de toepassing nogmaals en probeer het opnieuw.
Van opstarten tot afsluiten 2 Als de computer is uitgerust met meerdere netwerkadapters, verschijnt er een selectievenster. Klik op [OK] bij de gewenste netwerkadapter. Rechts boven in dit venster en volgende vensters ziet u dezelfde drie knoppen. (In sommige vensters worden nog meer knoppen weergegeven.) [ ] Help-informatie van de toepassing bekijken. [ ] Het venster minimaliseren tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien. [ ] Het venster sluiten.
Van opstarten tot afsluiten (3) Classroom Mode (Klaslokaalmodus) Als meerdere computers zijn aangesloten op meerdere projectoren. Geeft één presentator controle over de specifieke computer en projector die worden gebruikt voor de projectie. (P249) (4) Broadcast Mode (Uitzendmodus) Als één computer is aangesloten op meerdere projectoren. Handig als meerdere projectoren op verschillende posities in een auditorium zijn geïnstalleerd om hetzelfde beeld te projecteren.
Van opstarten tot afsluiten 7 Klik rechtsboven op moduskeuzemenu. 8 Klik op [Return to menu] als er een bevestigingsbericht verschijnt. 9 Klik rechtsboven in het moduskeuzemenu op sluiten.
Van opstarten tot afsluiten ■ Projectiesessies Een sessie bestaat uit alle computers en projectoren die worden gebruikt voor de projectie. In de vergader- en klaslokaalmodus moet de eerste gebruiker een sessie maken voor de betrokken computers en projectoren. Andere gebruikers kunnen zich bij de sessie aansluiten door deze in een lijst met sessies te selecteren. In de uitzendmodus kunnen gebruikers automatisch een sessie maken door een projector te selecteren.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Bediening in elke modus Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 225 Index
De projector gebruiken in Direct Mode (directe modus) In deze modus wordt één computer via het netwerk aangesloten op één projector. Procedure 1 Selecteer in het moduskeuzemenu [Direct Mode]. 2 Het venster [Direct Mode] wordt weergegeven. Klik op . Als u verbinding wilt met projectoren in een ander subnet, voert u in het veld [PJ IP address] het IP-adres van de projector in en klikt u op .
De projector gebruiken in Direct Mode (directe modus) 3 Het projectorkeuzemenu verschijnt. Klik op de projector waarmee u verbinding wilt. Raadpleeg “Het projectorkeuzemenu gebruiken” (P262) voor meer informatie over het projectorkeuzemenu. 4 Het venster [Direct Mode] wordt opnieuw weergegeven. Klik op [Start projecting]. Multi-projectie via het netwerk • Als in het scherm met instellingen van de projector de optie [NMPJ Password] is ingesteld (P188), wordt nu het wachtwoord gevraagd.
De projector gebruiken in Direct Mode (directe modus) Venster [Direct Mode] (1)(2)(3)(4)(5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (13) (14) (15) (1) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (2) Terug naar moduskeuze Keer terug naar het moduskeuzemenu. (3) Compacte weergave Bekijk een compacte versie van het venster. (P278) (4) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien.
De projector gebruiken in Direct Mode (directe modus) (7) IP-adres Als u verbinding wilt met projectoren in een ander subnet, voert u hier het IPadres van de projector in en klikt u op (8). (8) Projectoren zoeken Zoek de projector met het in (7) ingevoerde IP-adres. De resultaten van de zoekopdracht naar projectoren worden weergegeven in (9).
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) In de vergadermodus worden meerdere computers aangesloten op meerdere projectoren. Deze modus is bedoeld voor groepsbijeenkomsten waar meerdere computers worden gebruikt. U kunt maximaal tien computers en zes projectoren aansluiten. Een sessie maken 1 Selecteer in het moduskeuzemenu [Meeting Mode]. 2 Het sessiekeuzemenu verschijnt. Klik op [New].
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) 3 Het projectorkeuzemenu verschijnt. Klik links in de lijst met projectoren op de projector waarmee u verbinding wilt. U kunt maximaal 6 projectoren selecteren. Geselecteerde projectoren verschijnen rechts. 4 Klik op [Next]. Multi-projectie via het netwerk • Als in het scherm met instellingen van de projector de optie [NMPJ Password] is ingesteld (P188), wordt nu het wachtwoord gevraagd. Voer het wachtwoord in.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) 5 Er verschijnt een venster waarin u de sessie kunt maken. Geef een sessienaam, wachtwoord, bijnaam en bureaublad (primaire of secundaire monitor voor projectie) op en klik op [OK]. • Als u een sessiewachtwoord instelt, moeten andere gebruikers dit wachtwoord invoeren om deel te nemen aan de sessie. Klik op [Set] om een wachtwoord in te stellen en voer een wachtwoord in.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) Selecteer in de rechtse lijst een computer die u wilt gebruiken met de aangewezen projector. Sleep de computer naar de gewenste positie in het lay-outgebied. U kunt maximaal vier computers naar wens rangschikken in het lay-outgebied. 8 Versleep desgewenst in het lay-outgebied de computers die u voor projectie wilt gebruiken, om ze te herschikken.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) 9 Klik op [Start projecting]. Beelden worden nu geprojecteerd vanaf de computers in het lay-outgebied. • Klik op [Stop projecting] om de projectie te beëindigen. • Klik nogmaals op [Start projecting] als u de lay-out tijdens de projectie wilt wijzigen. Als u de lay-out gewoon wijzigt, wordt de nieuwe lay-out niet toegepast op de projectie. 10 Klik rechtsboven op of om de sessie te beëindigen.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) 11 Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven. Klik op [Close] om de volledige sessie te beëindigen. Klik op [Exit] om de sessie te verlaten. Keer terug naar het moduskeuzemenu. [Exit] wordt alleen weergegeven als er andere computers zijn aangesloten.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) Deelnemen aan een sessie 1 Selecteer in het moduskeuzemenu [Meeting Mode]. 2 Het sessiekeuzemenu verschijnt. Klik op [Enter] naast de sessie waaraan u wilt deelnemen. Als u wilt deelnemen aan een sessie in een ander subnet, klikt u op en voert u het IP-adres van de projector in om de projector te zoeken. Er wordt gezocht naar sessies in het andere subnet. Raadpleeg “Het sessiekeuzemenu gebruiken” (P260) voor meer informatie.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) 3 Er verschijnt een sessieaanmeldvenster. Geef het sessiewachtwoord, uw bijnaam en een bureaublad (primaire of secundaire monitor voor weergave) op en klik op [OK]. [ Bureaubladkeuze is alleen beschikbaar bij computers die twee monitoren ondersteunen. 4 Het venster [Meeting Mode] wordt weergegeven. Volg vervolgens de instructies vanaf stap 6 in “Een sessie maken” (P230).
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) Venster [Meeting Mode] (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (15) (16) (13) (14) (1) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (2) Terug naar moduskeuze Keer terug naar het moduskeuzemenu. (3) Compacte weergave Bekijk een compacte versie van het venster. (P278) (4) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien.
De projector gebruiken in Meeting Mode (vergadermodus) (7) Vervolgkeuzelijst met projectoren Geeft een lijst met aangesloten projectoren. Uw handelingen in dit scherm zijn van toepassing op de projector die u hier selecteert. (8) Computers Geeft een lijst met aangesloten computers. Als u computers wilt klaarzetten voor projectie, sleept u ze naar het lay-outgebied. Uw eigen computer staat bovenaan. In wordt de weergavepositie van de computer aangegeven met een wit vierkant.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) In de klaslokaalmodus worden meerdere computers aangesloten op meerdere projectoren. Eén presentator kan elke computer of projector die voor projectie wordt gebruikt aansturen, of het nu om het eigen apparaat gaat of om die van andere aanwezigen. U kunt maximaal tien computers en zes projectoren aansluiten. Een nieuwe sessie leiden 1 Selecteer in het moduskeuzemenu [Classroom Mode]. 2 Het sessiekeuzemenu verschijnt. Klik op [New].
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) 3 Het projectorkeuzemenu verschijnt. Klik links in de lijst met projectoren op de projector waarmee u verbinding wilt. U kunt maximaal 6 projectoren selecteren. Geselecteerde projectoren verschijnen rechts. 4 Klik op [Next]. Multi-projectie via het netwerk • Als in het scherm met instellingen van de projector de optie [NMPJ Password] is ingesteld (P188), wordt nu het wachtwoord gevraagd. Voer het wachtwoord in.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) 5 Er verschijnt een venster waarin u de sessie kunt maken. Geef een sessienaam, wachtwoord, bijnaam en bureaublad (primaire of secundaire monitor voor projectie) op en klik op [OK]. • Als u een sessiewachtwoord instelt, moeten andere gebruikers dit wachtwoord invoeren om deel te nemen aan de sessie. Klik op [Set] om een wachtwoord in te stellen en voer een wachtwoord in.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) Selecteer in de rechtse lijst een computer die u wilt gebruiken met de aangewezen projector. Sleep de computer naar de gewenste positie in het lay-outgebied. U kunt maximaal vier computers naar wens rangschikken in het lay-outgebied. 8 Versleep desgewenst in het lay-outgebied de computers die u voor projectie wilt gebruiken, om ze te herschikken.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) 9 Klik op [Start projecting]. Beelden worden nu geprojecteerd vanaf de computers in het lay-outgebied. • Klik op [Stop projecting] om de projectie te beëindigen. • Klik nogmaals op [Start projecting] als u de lay-out tijdens de projectie wilt wijzigen. Als u de lay-out gewoon wijzigt, wordt de nieuwe lay-out niet toegepast op de projectie. 10 Klik rechtsboven op of om de sessie te beëindigen.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) 11 Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven. Klik op [Close]. Keer terug naar het moduskeuzemenu.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) Deelnemen aan een bestaande sessie 1 Selecteer in het moduskeuzemenu [Classroom Mode]. 2 Het sessiekeuzemenu verschijnt. Klik op [Enter] naast de sessie waaraan u wilt deelnemen. Als u wilt deelnemen aan een sessie in een ander subnet, klikt u op en voert u het IP-adres van de projector in om de projector te zoeken. Er wordt gezocht naar sessies in het andere subnet. Raadpleeg “Het sessiekeuzemenu gebruiken” (P260) voor meer informatie.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) 3 Er verschijnt een sessieaanmeldvenster. Geef het sessiewachtwoord, uw bijnaam en een bureaublad (primaire of secundaire monitor voor weergave) op en klik op [OK]. Bureaubladkeuze is alleen beschikbaar bij computers die twee monitoren ondersteunen. 4 Multi-projectie via het netwerk Het venster [Classroom Mode] (voor deelname aan een sessie) wordt weergegeven.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) 5 Klik rechtsboven op 6 Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven. Klik op [Exit]. of om de sessie te beëindigen. Keer terug naar het moduskeuzemenu.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) Venster [Classroom Mode] (een sessie starten) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (15) (13) (14) (1) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (2) Terug naar moduskeuze Keer terug naar het moduskeuzemenu. (4) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien. (5) Afsluiten Keer terug naar het moduskeuzemenu.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) (7) Vervolgkeuzelijst met projectoren Geeft een lijst met aangesloten projectoren. Uw handelingen in dit venster zijn van toepassing op de projector die u hier selecteert. (8) Computers Geeft een lijst met aangesloten computers. Als u computers wilt klaarzetten voor projectie, sleept u ze naar het lay-outgebied. Uw eigen computer staat bovenaan. In wordt de weergavepositie van de computer aangegeven met een wit vierkant.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) Venster [Classroom Mode] (deelnemen aan een sessie) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (10) (11) (1) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (3) Compacte weergave Bekijk een compacte versie van het venster. (P278) (4) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien. (5) Afsluiten Keer terug naar het moduskeuzemenu.
De projector gebruiken in Classroom Mode (klaslokaalmodus) (6) Vervolgkeuzelijst met projectoren Geeft een lijst met aangesloten projectoren. Uw handelingen in dit venster zijn van toepassing op de projector die u hier selecteert. (7) Lay-outgebied Geeft een lijst van computers die zijn geselecteerd voor projectie. (8) Projectiestatus Geeft de projectiestatus aan. (9) Computer U ziet hier alleen een cijfer als op de computer connectiviteit met een secundaire monitor is geactiveerd.
De projector gebruiken in Broadcast Mode (uitzendmodus) In de uitzendmodus wordt één computer aangesloten op maximaal 12 projectoren. Voordat u in de uitzendmodus beelden via projectoren in andere subnetten kunt projecteren, moet u de multicast-routeringsinstellingen van de router configureren. Vraag uw netwerkbeheerder om meer informatie. Procedure Selecteer in het moduskeuzemenu [Broadcast Mode]. 2 Het projectorkeuzemenu verschijnt.
De projector gebruiken in Broadcast Mode (uitzendmodus) • Als in het scherm met instellingen van de projector de optie [NMPJ Password] is ingesteld (P188), wordt nu het wachtwoord gevraagd. Voer het wachtwoord in. • Klik rechts boven in de lijst met projectoren op als u een geselecteerde projector wilt wissen. • Raadpleeg “Het projectorkeuzemenu gebruiken” (P262) voor meer informatie over het projectorkeuzemenu. 3 Klik op [Next]. 4 Het venster [Broadcast Mode] wordt weergegeven.
De projector gebruiken in Broadcast Mode (uitzendmodus) 5 Klik rechtsboven op 6 Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven. Klik op [Close]. of om de sessie te beëindigen. Multi-projectie via het netwerk 255 Bediening in elke modus Keer terug naar het moduskeuzemenu.
De projector gebruiken in Broadcast Mode (uitzendmodus) Venster [Broadcast Mode] (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (1) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (2) Terug naar moduskeuze Keer terug naar het moduskeuzemenu. (3) Compacte weergave Bekijk een compacte versie van het venster. (P278) (4) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien. (5) Afsluiten Keer terug naar het moduskeuzemenu.
De projector gebruiken in Broadcast Mode (uitzendmodus) (7) Projectiestatus Geeft de status van het geprojecteerde beeld aan. (8) Schakelen tussen primaire/secundaire monitor U ziet hier alleen een cijfer als op de computer connectiviteit met een secundaire monitor is geactiveerd. Als u op het cijfer klikt, schakelt u tussen de primaire en de secundaire monitor. (9) Het projectorbeeld verbergen Onderbreek de projectie. Klik nogmaals om de projectie te hervatten.
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Functies in alle modi Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 259 Index
Het sessiekeuzemenu gebruiken Sessiekeuzemenu (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (1) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (2) Terug naar moduskeuze Keer terug naar het moduskeuzemenu. (3) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien. (4) Afsluiten Keer terug naar het moduskeuzemenu. (5) [New] Start een nieuwe sessie. (P230) (6) Sessie zoeken Zoek sessies van projectoren in een ander subnet.
Het sessiekeuzemenu gebruiken (8) [Enter] Neem deel aan de sessie. (P236) Sessies zoeken U kunt sessies zoeken vanuit het sessiekeuzemenu. 1 Klik in het sessiekeuzemenu op 2 Het zoekvenster wordt weergegeven. Voer het IP-adres van een projector in de gewenste sessie in en klik vervolgens op om de projector te zoeken. Zodra er sessies worden gevonden, verschijnen ze in de lijst. .
Het projectorkeuzemenu gebruiken Projectorkeuzemenu (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (1) Projectoren zoeken Zoek projectoren in een ander subnet. (P264) (2) Sorteren Wijzig de sorteervolgorde van de projectorlijst. (P267) (3) Help Bekijk Help-informatie over de toepassing. (4) Terug naar moduskeuze Keer terug naar het moduskeuzemenu. (5) Minimaliseren Minimaliseer het venster tot pictogram op de taakbalk. Klik op het pictogram op de taakbalk om het venster weer te zien.
Het projectorkeuzemenu gebruiken (7) Projectorlijst De projectoren worden hier weergegeven. U ziet de volgende informatie: de naam, de installatielocatie en het IP-adres van de projectoren. Beschikbare projectoren worden aangegeven met witte tekst. Grijze tekst geeft aan dat de projector niet beschikbaar is, omdat deze is uitgeschakeld, in gebruik is door andere computers of om andere redenen niet beschikbaar is.
Het projectorkeuzemenu gebruiken ■ Projectoren zoeken U zoekt als volgt projectoren in andere subnetten. 1 Klik in het projectorkeuzemenu op 2 Het zoekvenster wordt weergegeven. Voer het IP-adres van de projector in en klik vervolgens op . 264 .
Het projectorkeuzemenu gebruiken 3 Klik op [OK] zodra de projector is gevonden. De geselecteerde projector wordt nu toegevoegd aan de projectorlijst. ■ Met wachtwoord beveiligde projectoren selecteren Als u een met wachtwoord beveiligde projector selecteert, verschijnt er een veld waarin u het wachtwoord kunt invoeren. Voer het wachtwoord in.
Het projectorkeuzemenu gebruiken ■ De functie Favorieten gebruiken U kunt veelgebruikte projectoren registreren als favorieten. Favoriete projectoren verschijnen boven aan de lijst als u op de -knop drukt (sorteren op favorieten). U kunt maximaal vijf projectoren registreren als favoriet. Klik op het pictogram Favorieten in het projectorkeuzemenu als u een projector wilt registreren als favoriet. De projector is nu geregistreerd als favoriet. Dit wordt aangegeven met een ster in de kolom Favorieten.
Het projectorkeuzemenu gebruiken ■ De projectorlijst sorteren U kunt met de sorteerknoppen de sorteervolgorde van de projectorinformatie wijzigen. Sorteren op projectornaam. Sorteren op installatielocatie. Ingeschakelde projectoren boven aan de lijst plaatsen. Favoriete projectoren boven aan de lijst plaatsen. ■ Projectoren inschakelen Projectoren die uitgeschakeld zijn, worden in het projectorkeuzemenu aangegeven met . (U kunt deze projectoren niet selecteren voor projectie.
Lay-outfuncties gebruiken ■ Andere projectoren gebruiken in de lay-out In het lay-outvenster kunt u de projectorlay-out instellen. Als u een andere projector wilt kiezen voor de lay-out, selecteert u deze in de vervolgkeuzelijst met projectoren. ■ Alle projectoren tegelijkertijd aansturen Als u in één keer de projectielay-out voor alle projectoren wilt instellen, selecteert u [ALL] in de vervolgkeuzelijst met projectoren.
Lay-outfuncties gebruiken ■ Projecteren vanuit meerdere projectoren (multi-projectie) In de vergader- en klaslokaalmodi kunt u aparte beelden van meerdere projectoren samen projecteren. Dit wordt “multi-projectie” genoemd. In het lay-outvenster van de vergader- of klaslokaalmodus kunt u de projectielay-out voor elke gebruikte projector instellen. 2 Selecteer in de vervolgkeuzelijst nog een projector die u wilt gebruiken.
Lay-outfuncties gebruiken ■ Schakelen tussen primaire/secundaire monitor Via de toepassing kunt u schakelen tussen projectie via de primaire of via de secundaire monitor. Als uw computer twee monitoren ondersteunt, zijn de computerpictogrammen voorzien van cijfers. De primaire monitor wordt aangeduid met een “1” en de secundaire met een “2”. Als u voor de projectie wilt overschakelen naar de andere monitor, klikt u op het pictogram van een computer met een cijfer.
Lay-outfuncties gebruiken ■ Sessie-informatie projecteren U kunt sessie-informatie projecteren die anderen nodig hebben voor deelname aan de sessie, bijvoorbeeld de sessienaam en het IP-adres van de projector. Klik op om sessie-informatie te projecteren. Klik nogmaals op om de weergave te annuleren. ■ De projectie volledig verbergen Multi-projectie via het netwerk Het verbergen van projectiebeelden houdt in dat u tijdelijk de projectie van beelden vanuit computers stopt.
Lay-outfuncties gebruiken Venster [Meeting Mode] Venster [Classroom Mode] (een sessie starten) 272
Lay-outfuncties gebruiken Venster [Broadcast Mode] ■ De projectie verbergen vanuit uw computer In de vergader- en klaslokaalmodus kunt u alleen de projectie van beelden van uw eigen computer verbergen. Klik op in de computerlijst om de projectie vanuit uw computer te verbergen. Klik nogmaals op om terug te keren naar normale projectie.
Lay-outfuncties gebruiken Venster [Classroom Mode] (deelnemen aan een sessie) ■ Controleren op computers die zich aansluiten bij sessies of sessies verlaten In de vergader- en klaslokaalmodus kunnen computergebruikers zich aansluiten bij sessies of deze verlaten. Computers die zich aansluiten bij een sessie, worden toegevoegd aan de computers die in het lay-outvenster staan.
Lay-outfuncties gebruiken Computers die een sessie verlaten, worden verwijderd uit de lijst met computers.
Projectie-instellingen opgeven via de toepassing U kunt toepassingsinstellingen configureren om de beeldkwaliteit van de computerprojectie, bijnamen van gebruikers en andere details op te geven. 1 Klik naast het computerpictogram op 2 Het venster met instellingen wordt weergegeven. Geef de gewenste instellingen op en klik vervolgens op [OK]. . De volgende instellingen zijn beschikbaar. (Het type instellingen verschilt enigszins per modus.
Projectie-instellingen opgeven via de toepassing Picture qual setting Real Projection type Multicast address Functies in alle modi 277 Multi-projectie via het netwerk Nickname Selecteer een van de volgende opties, afhankelijk van de gewenste beeldkwaliteit en framesnelheid. High : Projectie met een lagere framesnelheid ten behoeve van de beeldkwaliteit. Selecteer deze modus als een lagere beeldkwaliteit niet acceptabel is.
Vensters verkleinen tot een compact formaat Een compacte versie van vensters is in alle modi beschikbaar. U ziet dan alleen het minimale aantal knoppen en informatie. 1 Klik op . Het venster is nu verkleind tot een compact formaat. De titelbalk is niet langer zichtbaar als de cursor niet in het venster staat, waardoor het venster nog compacter wordt. 2 Klik op om terug te keren naar het oorspronkelijke formaat.
Tips voor betere projectie via het netwerk ■ Verbindingslimieten niet overschrijden Het maximale aantal computers en projectoren dat u kunt aansluiten is afhankelijk van de modus. Als u deze limiet overschrijdt, is het niet mogelijk computers of projectoren toe te voegen aan een sessie. Als de limiet voor het aantal computergebruikers dat op hetzelfde moment wil deelnemen aan een sessie, wordt overschreden, kan het verzoek tot deelname worden geweigerd.
Beperkingen ■ Routerverbindingen Hoewel de toepassing ook computers en projectoren via een netwerk en een router kan koppelen, wordt de werking alleen gegarandeerd voor één routerhop. Voordat u in de uitzendmodus beelden kunt projecteren via projectoren in andere subnetten, moet u de multicast-routeringsinstellingen van de router configureren. Vraag uw netwerkbeheerder om meer informatie.
MULTIMEDIAPROJECTOR Bijlage 281
Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies Bijlage Vóór gebruik Een beeld projecteren Bediening Nuttige functies die beschikbaar zijn bij een presentatie Functies instellen via het menusysteem Installatie en onderhoud Installeren Multi-projectie via het netwerk Multi-projectie via het netwerk - overzicht Aansluiten op een netwerk Onderhoud Bediening in elke modus Functies in alle modi Overige informatie Bijlage 283 Index
Problemen oplossen Betekenis van LED-lampjes Wanneer de projector wordt uitgeschakeld terwijl deze te maken heeft met een probleem, gaat het LED-lampje aan de zijkant van de projector branden of onophoudelijk knipperen. • Als u het probleem wilt verhelpen, wacht u eerst totdat de koelventilator is gestopt en haalt u de stekker uit het stopcontact. Status LEDBetekenis lampje De WARNING- Abnormale en TEMPtemperatuur lampjes branden. De WARNING- Defecte lamp en LAMPlampjes branden.
Problemen oplossen Status LEDBetekenis lampje Het WARNING- Defect lampje knippert lampdeksel 3 keer, het LAMP-lampje brandt. Maatregel Het lampdeksel is open. Haal de stekker van de projector uit het stopcontact. Breng vervolgens het lampdeksel op de juiste manier aan en schakel de projector weer in. Als het lampdeksel correct is aangebracht, kan de detectieschakelaar van de lampdeksel defect zijn. Neem contact op met het Canon Call Center.
Problemen oplossen Symptomen en oplossingen ■ U kunt de projector niet inschakelen Oorzaak Het netsnoer is niet correct aangesloten. Het netsnoer is onlangs aangesloten. Maatregel Controleer of het netsnoer correct is aangesloten. (P145) Steek de stekker van de projector in het stopcontact en wacht ten minste één seconde voordat u op de POWER-knop drukt. U kunt de projector niet onmiddellijk inschakelen nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken. (P52) Het lampdeksel is open.
Problemen oplossen Oorzaak Het type ingangssignaal is onjuist. De BLANK-functie is ingeschakeld. Er wordt geen beeld geprojecteerd door een probleem in de computer. De externe monitoruitgang is niet correct ingesteld op de laptop. Maatregel Controleer of het geselecteerde type ingangssignaal juist is. (P88, P296) Druk op de BLANK-knop op de afstandsbediening. (P76) Schakel eerst de projector en dan de computer uit en dan weer in.
Problemen oplossen ■ Er is geen geluid Oorzaak De audiokabel is niet correct aangesloten. De MUTE-functie is ingeschakeld. Het volumeniveau is ingesteld op het minimum. Er is een audiokabel met een ingebouwde weerstand gebruikt. Audio-ingang selecteren staat op [Uit]. Maatregel Controleer de aansluiting van de audiokabel. (P138) Druk op de MUTE-knop op de afstandsbediening. (P77) Druk op de VOL-knop op de afstandsbediening of op de VOL+-knop op het zijbedieningspaneel om het volumeniveau aan te passen.
Problemen oplossen ■ U kunt een beeld niet goed projecteren Oorzaak Maatregel Het geprojecteerde beeld De instelling voor plafondbevestiging of plaatsing is in verticale of horizontale aan de achterkant is onjuist. Controleer de instelling richting omgekeerd. [Beeldomkeer H/V] in het menu [Installatieinstellingen]. (P148) De ‘dot clock’ van het Stel de ‘dot clock’ van het signaal op uw computer in signaal van het op 162 MHz of lager. ingangssignaal is hoger dan 162 MHz met een BNC-kabel.
Problemen oplossen ■ De afstandsbediening werkt niet Oorzaak Maatregel De batterijen zijn niet goed Controleer of de batterijen goed geïnstalleerd zijn. geïnstalleerd of zijn leeg. Als de batterijen goed zijn geïnstalleerd, vervang ze dan door nieuwe batterijen. (P34) U bedient de Controleer of u de afstandsbediening gebruikt binnen afstandsbediening buiten het werkingsbereik van de afstandsbediening ten het bruikbare bereik van de opzichte van het hoofdapparaat van de projector. afstandsbediening.
Relatie tussen aspect en schermaspect In dit gedeelte wordt de relatie tussen schermaspect (P60) en aspect (P66) beschreven. Selecteer een optimale aspectverhouding voor het geprojecteerde beeld (schermaspect) of een optimale schermmodus (aspect) die overeenkomt met de aspectverhouding van het scherm, het type beeldingangssignaal, enzovoort, zodat de projectie het beste gebruik maakt van het schermformaat.
Relatie tussen aspect en schermaspect ■ Projectie op een 16:9-scherm Aspectverhouding van aangesloten apparaat Instelling voor schermaspect (P60) Aspectinstelling (P66) (16:10) 1920 x 1200 1440 x 900 1280 x 800 (16:9) 1920 x 1080 1280 x 720 Schermbeeld [16:9] [16:9] [16:9 D. beeldversch.
Relatie tussen aspect en schermaspect ■ Projectie op een 16:10-scherm in de aspectverhouding van het aangesloten apparaat Aspectverhouding van aangesloten apparaat Instelling voor schermaspect (P60) Aspectinstelling (P66) (16:10) 1920 x 1200 1440 x 900 1280 x 800 (16:9) 1920 x 1080 1280 x 720 Schermbeeld [16:10] [Automatisch] [16:9] [Automatisch] [16:10] (4:3) 1600 x 1200 1400 x 1050 640 x 480 [4:3] [Automatisch] ■ Projectie op een 16:9-scherm in de aspectverhouding van het aangesloten apparaat A
Relatie tussen aspect en schermaspect ■ Projectie op een 4:3-scherm in de aspectverhouding van het aangesloten apparaat Aspectverhouding van aangesloten apparaat Instelling voor schermaspect (P60) Aspectinstelling (P66) (16:10) 1920 x 1200 1440 x 900 1280 x 800 (16:9) 1920 x 1080 1280 x 720 [Automatisch] [4:3] [4:3 D. beeldversch.
Testpatronen weergeven U geeft het testpatroon weer door op de TEST PATTERN-knop te drukken. Gebruik dit wanneer er geen beeldsignaal, etc. is. Wanneer de testpatronen worden weergegeven, kunt u de [ ] / [ ] gebruiken om over te gaan op een ander testpatroon. En als er een optiepatroon beschikbaar is, kunt u met [ ] / [ ] van patroon wisselen. Tijdens de weergave van het testpatroon ziet u een dialoogvenster met identificatie van het huidige testpatroon en bedieningsinstructies.
Ondersteunde signaalsoorten Deze projector ondersteunt de volgende signaalsoorten. Als uw computer of AV-apparatuur compatibel is met een van deze signaalsoorten, dan selecteert de automatische PC-functie van de projector de signaalsoort om het beeld correct te kunnen projecteren.
Ondersteunde signaalsoorten Resolutie (punten) Signaalsoort 1920 x 1080 – 1080PsF (1920 x 1080i) – 1920 x 1200 D-WUXGA Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) 27,000 24,000 56,250 50,000 67,500 60,000 27,000 24,000 28,125 25,000 33,750 30,000 59,950*2 74,038*2 HDMI Aansluiten op een computer Resolutie (punten) 640 x 480 800 x 600 1024 x 768 Signaalsoort VGA SVGA XGA 1280 x 800 WXGA 1280 x 1024 1366 x 768 SXGA – 1400 x 1050 SXGA+ 1440 x 900 WXGA+ 1600 x 900 1600 x 1200 – UX
Ondersteunde signaalsoorten *1: WX520/WX450ST, *2: WUX450/WUX400ST * De specificaties in de tabel hierboven kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. * Deze projector ondersteunt geen uitgangssignalen van de computer met een ‘dot clock’ van hoger dan 162 MHz. * Gebruik een computerkabel waarvan alle pennen zijn aangesloten. Als de kabel van het type is waarvan niet alle pennen zijn aangesloten, dan kan het beeld mogelijk niet correct worden weergegeven.
Productspecificaties ■ Projector WUX450/WX520 Modelnaam Weergavesysteem Projectielens Beeldschermapparaat Optisch systeem Type Afmeting / Aspectverhouding Aandrijfsysteem Aantal beeldpunten / Totaal aantal beeldpunten Zoomverhouding / Brandpuntslengte / F-waarde Inzoomen / Scherpstellen van het systeem WUX450 WX520 RGB liquid crystal system (vloeibare kristalsysteem) Kleurscheiding door dichroïsche spiegel / polariserende straalsplitter en kleurcompositie door prisma Reflecterend vloeibaar kristalpaneel
Productspecificaties Ingangssignaal Ingangsaansluitingen Modelnaam DVI-I-aansluiting HDMI-aansluiting ANALOG PC / COMPONENT-aansluiting LAN-aansluiting USB-poort CONTROL-aansluiting REMOTE-aansluiting AUDIO IN-aansluiting AUDIO OUT-aansluiting Digital PC Analog PC Componentvideo Audio Geluid Bedrijfstemperatuur Stroomvoorziening Stroomverbruik (Volledig energieverbruik / energiebesparing / energiebesparende standbystand met LAN aan / standbystand met LAN uit) Afmetingen Gewicht Accessoires WUX450 WX52
Projectielens Beeldschermapparaat Productspecificaties Modelnaam Type Afmeting / Aspectverhouding Aandrijfsysteem WUX400ST Reflecterend vloeibaar kristalpaneel Aantal beeldpunten / Totaal aantal beeldpunten 2.304.000 (1920 x 1200) x 3 schermen / 6.912.000 Brandpuntslengte / F-waarde Scherpstellen van het systeem 0,71'' x 3 / 16:10 WX450ST 0,70'' x 3 / 16:10 Actief matrixsysteem 1.296.000 (1440 x 900) x 3 schermen / 3.888.
Productspecificaties Ingangssignaal Modelnaam Digital PC Analog PC Componentvideo Audio Geluid Bedrijfstemperatuur Stroomvoorziening Stroomverbruik (Volledig energieverbruik / energiebesparing / energiebesparende standbystand met LAN aan / standbystand met LAN uit) WUX400ST WX450ST TMDS (Transition Minimized Differential Signaling) 0,7 Vp-p, positieve polariteit, impedantie = 75Ω Horizontale / verticale synchronisatie: TTL-niveau, negatieve of positieve polariteit COMPONENT: Apart Y Cb/Pb Cr/Pr-signaal
Productspecificaties ■ Extern aanzicht 72 mm WUX450/WX520 362 mm 134 mm 118 mm 91,5 mm 370 mm 337 mm 144,5 mm 301 mm 144,5 mm Bevestigingsgaten (M6 x 4) voor het installeren van de plafondbevestiging 289 mm 33 mm 362 mm 134 mm 118 mm 91,5 mm 72 mm WUX400ST/WX450ST 144,5 mm 144,5 mm 303 301 mm Overige informatie Bevestigingsgaten (M6 x 4) voor het installeren van de plafondbevestiging 289 mm 33 mm Bijlage 415 mm 337 mm
Productspecificaties ■ ANALOG PC-2 / COMPONENT-aansluiting Deze aansluiting wordt gebruikt als ANALOG PC-ingangs- of COMPONENTingangsaansluiting voor de computer. Gebruik een D-sub computerkabel. De aansluitingsspecificaties voor de ANALOG PC-ingang en COMPONENT-ingang zijn hetzelfde. Mini D-sub, 15-pens Pennr. 1 R Signaal 2 G 3 4 B OPEN Aarde (horizontale sync.) Aarde (R) Aarde (G) Aarde (B) 5 6 7 8 Pennr. Signaal 9 +5 V spanning Aarde 10 (verticale sync.
Productspecificaties Bedieningsopdrachten Opdrachten Stroomvoorziening Uitschakelen POWER=OFF 50h 4Fh 57h 45h 52h 3Dh 4Fh 46h 46h 0Dh GET=POWER 47h 45h 54h 3Dh 50h 4Fh 57h 45h 52h 0Dh HDMI INPUT=HDMI 49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 48h 44h 4Dh 49h 0Dh Digital PC INPUT=D-RGB 49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h 47h 42h 0Dh Analog PC-1 INPUT=A-RGB1 49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 41h 2Dh 52h 47h 42h 31h 0Dh Analog PC-2 INPUT=A-RGB2 49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 41h 2Dh 52h 47h 42h 32h 0Dh C
Productspecificaties Opdrachten ASCII-representatie Binaire representatie ScherpteInstelling instellingsfunctie scherptewaarde SHARP= 53h 48h 41h 52h 50h 3Dh 0Dh Scherpteacquisitie GET=SHARP 47h 45h 54h 3Dh 53h 48h 41h 52h 50h 0Dh CONT= 43h 4Fh 4Eh 54h 3Dh 0Dh GET=CONT 47h 45h 54h 3Dh 43h 4Fh 4Eh 54h 0Dh Automatisch ASPECT=AUTO 41h 53h 50h 45h 43h 54h 3Dh 41h 55h 54h 4Fh 0Dh 4:3 ASPECT=4:3 41h 53h 50h 45h 43h 54h 3Dh
Index Cijfers Direct inschakelen ...........................111 Directe modus .................................226 DVI ............................................53, 140 DVI-I ........................................139, 140 DVI-I-ingangsaansluiting ...................44 Dynamisch gamma .........................103 6-weg kleurinstelling ....................... 104 A Aansluiting op computer ................. 139 Afstandsbediening .............. 34, 40, 114 Analog PC.........................
Index I O IMAGE .............................................. 72 Informatie .................................. 84, 123 Ingangsaansluitingen ........................ 44 Aansluiten op een AV-apparaat ..... 142 Aansluiting op computer................ 139 Ingangssignaalkeuze ........................ 53 Initialiseren netwerkinstel................ 177 INPUT ............................................... 54 Inzoomen op een beeld .................... 78 OK .....................................................
Index Trapeziumvervorming ....................... 68 Trapeziumvervorming corrigeren ...... 68 U Uitzendmodus ................................. 253 USB................................................... 79 USB-poort ......................................... 44 V Vergadermodus............................... 230 Verticale beeldpunten ....................... 91 Verticale positie................................. 90 VOL................................................... 77 Volume instellen......................
Opties • Lamp Onderdeelnr.: RS-LP08 • Plafondbevestiging Onderdeelnr.: RS-CL12 (WUX450/WX520) • Plafondbevestiging Onderdeelnr.: RS-CL13 (WUX400ST/WX450ST) • Plafondbevestigingspijp (400 - 600 mm) Onderdeelnr.: RS-CL08* • Plafondbevestigingspijp (600 - 1.000 mm) Onderdeelnr.: RS-CL09* • Luchtfilter Onderdeelnr.: RS-FL02 • Afstandsbediening Onderdeelnr.: RS-RC06 RS-RC05 • Optionele voetjes Onderdeelnr.: RS-FT01 * Gebruik deze materialen om de projector aan het plafond op te hangen.
Menuconfiguratie Menu Invoerinstellingen *: Fabrieksinstellingen (instelling na terugstellen) Digital PC / Analog PC-1/2 / HDMI (als [HDMI In] op [Computer] staat) Automatisch* 16:10 16:9 4:3 Ware grootte HDMI (als [HDMI In] op [Auto] staat) /Component Automatisch* 16:9 4:3 Zoom Ware grootte USB / LAN Automatisch P87 Auto PC Analog PC-1 / 2 P88 Ingangssignaalkeuze Analog PC-1 / 2 640 x 480 : 1920 x 1200 P88 Ingangssignaalinstellingen Analog PC-1 / 2 Totaal aantal beeldpunten Tracking Horizontale
Menuconfiguratie Interval diavoorstelling USB [--:--] : [60:00] P94 Gesplitst scherm Digital PC / Analog PC-1/2 / HDMI / Component P95 Uit* Aan Instellingen Gesplitst scherm Uit Aan Besturingsrechten Linkerscherm Rechterscherm Menu Beeldinstelling Beeldprioriteit (in gesplitste weergave) P96 Algemeen Primair Secundair Beeldmodus Algemeen Foto/sRGB* Gebruiker 1 - 5 (bij het maken van een profiel) Digital PC / Analog PC-1/2 / HDMI (als [HDMI In] op [Computer] staat) / LAN / USB Standaard Presen
Menuconfiguratie Geavanceerde instellingen Omgevingslicht (als Foto/sRGB is geselecteerd) P102 Uit* Instellen Type Gloeilamp TL Niveau L H Ruisonderdrukking*2 Uit Zwak Normaal Sterk P103 Dynamisch gamma*3 Uit Zwak Normaal Sterk P103 Geheugenkleurcorrect*4 Huid Lucht Groen 6-weg kleurinst.
Menuconfiguratie Menu Installatie-instellingen Positievergrendeling Uit* Aan P148 Beeldomkeer H/V GEEN* Plafondbevestiging Achter Achter, aan plafond P148 Schermaspect 16:10* 16:9 4:3 16:9 D. beeldversch. 4:3 D. beeldversch. P150 Zoom (WUX400ST/WX450ST) P151 Trapezium Horiz.-verticaal trapezium* Hoekaanpassing Terugstellen Digitale beeldverschuiving D.
Menuconfiguratie Digital PC Uit Audio In 1* Audio In 2 P155 Analog PC-1 Uit Audio In 1* Audio In 2 P155 Analog PC-2 Uit Audio In 1 Audio In 2* P155 Component Uit Audio In 1 Audio In 2* P155 Normaal* Groen schoolbord Instellen P155 Schermkleur Op het scherm Menupositie P156 Gids Uit Aan* P156 Ingangsstatus weergeven Uit Aan* P157 Oververhit.
Menuconfiguratie Menu Systeeminstelling Gebruikers beeldinstellingen Logo-opname OK Annuleren* P108 Positie van logo Linksboven Rechtsboven Midden* Linksonder Rechtsonder P109 Geen-signaal beeld Zwart Blauw* Gebruikerslogo P109 Scherm indien blanco Zwart* Blauw Gebruikerslogo P110 Projector inschakelen Overslaan Canon-logo* Gebruikerslogo P110 Automatische uitschakeling 5 min. 10 min. 15 min.* 20 min. 30 min. 60 min.
Menuconfiguratie HDMI In Automatisch* Computer Taal Engels Duits Frans Italiaans Spaans Portugees Zweeds Russisch Nederlands Fins Noors P115 Turks Pools Hongaars Tsjechisch Deens Arabisch Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans P116 Overige instellingen Wachtwoordinstellingen Uit* Aan P117 Wachtwoord registreren Wachtwoord invoeren P118 Gamma herstellen Uit* Instellen P118 Gebruiksuren Terug Terugstellen (Ja / Nee) P119 Luchtfilterteller Terug Terugstellen (Ja / Nee) P
Menuconfiguratie Gateway-adres P175 MAC-adres P175 DHCP Uit* Aan P176 TCP/IP-instel. IP-adres Subnetmasker Gateway-adres Invoeren P176 Initialiseren netwerkinstel. P177 IP-adres (kabel) Geeft het IP-adres PJLink Uit Aan* P177 AMX Device Discovery Uit* Aan P178 Crestron RoomView Uit* Aan P179 Informatie Modelnaam Ingangssignaal Firmware Serienr.
CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan U.S.A. CANON U.S.A. INC. One Canon Park, Melville, New York 11747, U.S.A. For all inquires concerning this product, call toll free in the U.S. 1-800-OK-CANON CANADA CANON CANADA INC. HEADQUARTERS 6390 Dixie Road, Mississauga, Ontario L5T 1P7, Canada CANON CANADA INC. MONTREAL BRANCH 5990, Côte-de-Liesse, Montréal Québec H4T 1V7, Canada CANON CANADA INC. CALGARY OFFICE 2828, 16th Street, N.E.