MG5500 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Nederlands (Dutch)
Inhoud Lees dit eerst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Gebruik van de online handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handelsmerken en licenties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 10 Zoektips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Binnenaanzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Controleer of de printer is ingeschakeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De printkop reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170 Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172 De printkop uitlijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174 Onderhoud uitvoeren vanaf een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231 Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . 232 Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233 Info over netwerkinstellingen afdrukken. .
Venster Poort associëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291 Venster Netwerkgegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292 Bijlage voor netwerkcommunicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293 De kaartsleuf gebruiken via een netwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lees dit eerst Opmerkingen over het gebruik van de online handleiding Afdrukinstructies Opmerkingen over het gebruik van de online handleiding • Het is verboden tekst, foto's of afbeeldingen die zijn gepubliceerd in de Online handleiding (hierna ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten.
3. Schakel het selectievakje Achtergrond afdrukken (kleuren en afbeeldingen) (Print Background (colors & images)) bij Opmaak en opties (Format & Options) in.
Gebruik van de online handleiding Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
Handelsmerken en licenties • Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. • Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Windows Vista is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Internet Explorer is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Voorbeeld: '(modelnaam van uw product) papier plaatsen', '(modelnaam van uw product) 1000' Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking • Het weergegeven scherm kan verschillen.
Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties U kunt doelpagina's makkelijk vinden door de naam van de toepassing in te voeren, plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt.
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Windows 8 operating system (hierna Windows 8 genoemd) wordt gebruikt.
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een aangename fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Handige functies die beschikbaar zijn via het netwerk U kunt op een handigere manier afdrukken door middel van integratie met smartphones en andere apparaten of met webservices.
Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte Op het apparaat zijn de volgende nuttige functies beschikbaar vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte. • Eenvoudig foto's afdrukken • Met gemak draadloos verbinden • Inhoud downloaden Eenvoudig foto's afdrukken met een toepassing Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan.
Als er een item is dat u bevalt, kunt u dit eenvoudig in slechts twee stappen afdrukken. 1. Selecteer in Afbeeldingsweergave van Quick Menu het item dat u wilt afdrukken. 2. Druk het item af met My Image Garden. Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst. Diverse andere functies My Image Garden biedt een groot aantal andere nuttige functies. Raadpleeg 'De mogelijkheden van My Image Garden' voor meer informatie.
Schakel via eenvoudige stappen naar de 'toegangspuntmodus' om draadloos te kunnen scannen en afdrukken. Als u het apparaat met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de naam van het toegangspunt van het apparaat en de beveiligingsinstelling opgeven.
Opmerking • De ontwerpen van premium inhoud op deze pagina kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Handige functies die beschikbaar zijn via het netwerk De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een nog aangenamere fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken.
• Sjabloonformulieren van internet afdrukken Canon biedt op internet diverse sjabloonformulieren, onder andere voor feestdagen en kalenders. U kunt uw favoriete sjabloonformulieren op elk gewenst moment downloaden en afdrukken, zo vaak als u wilt. U hoeft alleen het apparaat maar te gebruiken. Afdrukken in verschillende omgevingen met Google Cloud Print Het apparaat is compatibel met Google Cloud Print (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.).
De printer beheren vanaf een externe locatie met Externe UI (Remote UI) Met Externe UI (Remote UI) kunt u dit apparaat instellen, de apparaatstatus controleren en zelfs onderhoud uitvoeren vanaf een computer of smartphone. Aangezien u deze service kunt gebruiken vanaf een externe locatie via het netwerk, kunt u de printerinformatie zelfs controleren als u niet in de buurt van de printer bent. Raadpleeg 'Externe UI gebruiken' voor meer informatie.
Nadat de verbinding is voltooid, wordt de software Canon Inkjet Print Utility, waarmee u uitgebreide afdrukinstellingen kunt opgeven, automatisch gedownload. Met Canon Inkjet Print Utility kunt u de printerstatus controleren en uitgebreide afdrukinstellingen opgeven. (De beschikbare functies hangen af van de gebruiksomgeving en de verbindingsmethode.
Integratiefunctie voor online opslag Het apparaat kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd. Als u Evernote wilt gebruiken, moet u een account aanmaken.
Afdrukken met Google Cloud Print Het apparaat is compatibel met Google Cloud Print™ (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen. 1. Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden 2.
Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden Als u wilt afdrukken met Google Cloud Print, hebt u een Google-account nodig en moet u het apparaat eerst registreren bij Google Cloud Print. Een Google-account maken Als u al een Google-account hebt, moet u het apparaat registreren. Het apparaat registreren bij Google Cloud Print Een Google-account maken Zorg eerst dat u een Google-account hebt zodat u het apparaat kunt registreren bij Google Cloud Print.
3. Selecteer Instellen (Setup). 4. Selecteer Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Registreren bij Google Cloud Print (Register with Google Cloud Print). Opmerking • Als u het apparaat al hebt geregistreerd bij Google Cloud Print, wordt een bevestigingbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het apparaat opnieuw te registreren. 5.
Als de printer geen LCD-monitor heeft 2. Start Externe UI 3. Selecteer Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Registreren bij Google Cloud Print (Register with Google Cloud Print) Opmerking • Als u het apparaat al hebt geregistreerd bij Google Cloud Print, wordt een bevestigingbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het apparaat opnieuw te registreren. 4. Wanneer het bevestigingsbericht over het registeren van het apparaat wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes). 5.
Als de printer geen LCD-monitor heeft 2. Start Externe UI 3. Selecteer Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Verwijder uit Google Cloud Print (Delete from Google Cloud Print). 4. Wanneer het bevestigingsbericht over het verwijderen van het apparaat wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes).
Afdrukken vanaf een computer of smartphone met Google Cloud Print Wanneer u afrukgegevens verzendt met Google Cloud Print, ontvangt het apparaat deze gegevens en worden ze automatisch afgedrukt als het apparaat is ingeschakeld. Wanneer u afdrukt vanaf een computer, smartphone of ander apparaat met Google Cloud Print, moet u tevoren papier plaatsen in het apparaat. De afdrukgegevens verzenden met Google Cloud Print 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
• Als u een ander mediumtype dan normaal papier selecteert of als u een ander papierformaat dan A4/Letter/B5/A5 selecteert, worden de afdrukgegevens enkelzijdig afgedrukt, ook al hebt u dubbelzijdig afdrukken geselecteerd. (* Het papierformaat hangt af van het model van uw printer. Voor informatie over ondersteunde papierformaten gaat u naar de startpagina van de Online handleiding en raadpleegt u 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt' voor uw model.
PIXMA Cloud Link gebruiken Als u PIXMA Cloud Link gebruikt, kunt u uw printer verbinden met een cloudservice, zoals CANON iMAGE GATEWAY, Evernote of Twitter, en de volgende functies gebruiken zonder dat u een computer nodig heeft: • Afbeeldingen afdrukken vanaf een fotodeelservice • Documenten afdrukken vanaf een service voor gegevensbeheer • Twitter gebruiken om de printerstatus te melden, zoals geen papier of inkt op Daarnaast kunt u diverse functies gebruiken door apps toe te voegen en te registeren die
• Netwerkomgeving De printer moet zijn verbonden met een LAN en met internet. Als de printer niet is verbonden met een LAN, klikt u hier en stelt u de verbinding in. Voor informatie over de LAN- en internetinstellingen raadpleegt u de handleiding van uw netwerkapparaten of neemt u contact op met de fabrikant. Belangrijk • De kosten van de internetverbinding zijn voor rekening van de gebruiker. • Versie van de printersoftware (firmware) Als de versie van de printerfirmware lager is dan versie 2.
5. Lees de meldingen in de vensters Licentieovereenkomst en Privacyverklaring en selecteer Akkoord als u akkoord gaat Opmerking • Als u Niet akk. (Disagree) selecteert, wordt een bevestigingsscherm over het annuleren van de registratie van de gebruikersgegevens weergegeven. Als u Ja (Yes) selecteert, wordt de registratie van de gebruikersgegevens geannuleerd en keert u terug naar het startscherm. Als u Niet akk.
7. Selecteer in de lijst met tijdzones de dichtstbijzijnde regio Voor sommige regio's kan een scherm voor het toepassen van de zomertijd worden weergegeven. 8. Als het bericht wordt weergegeven dat de app nu beschikbaar is, selecteert u Apps De registratie van de printergegevens is voltooid en een lijst met apps wordt weergegeven. Klik hier voor een beschrijving van het scherm met de lijst met apps.
2. Voer de gegevens in aan de hand van de instructies in het verificatiescherm en selecteer daarna Aanmelden (Log in) Belangrijk • Sommige apps worden mogelijk niet helemaal weergegeven in het weergavegebied. In dat geval kunt u omhoog, omlaag, naar rechts en naar links schuiven om weergavegebied te wijzigen. : Zichtbaar gebied • Het aanmeldingsscherm van apps kan verschillen. • Voer in het aanmeldingsscherm het account en wachtwoord in en meld u aan.
5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Kleur (Color) 6. Er wordt een bericht weergegeven met de melding dat de afdruktaak is verzonden en het afdrukken begint U beëindigt het afdrukken door Afsluiten (Exit) te selecteren. De lijst met apps wordt opnieuw weergegeven. Als u het afdrukken wilt vervolgen, selecteert u Doorgaan (Continue) en voert u de bewerking uit vanaf stap 3.
Opmerking • Bij een draadloze LAN-verbinding kan het enkele minuten duren voordat communicatie mogelijk is nadat de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer is verbonden met het draadloze netwerk en wacht even voordat u het afdrukken start. • Als de printer niet is ingeschakeld of geen verbinding heeft met internet, en als een afdruktaak daardoor niet wordt verwerkt binnen 24 uur nadat deze is verzonden, wordt de afdruktaak automatisch geannuleerd.
Toepassingen beheren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u apps toevoegt, verwijdert en sorteert. Apps toevoegen U kunt uw favoriete apps toevoegen aan de printer. Voer de onderstaande stappen uit om apps toe te voegen. 1. Selecteer Cloud in het startscherm van de printer 2. Selecteer Toev/verw (Add/delete) in het hoofdscherm van de cloud 3. Selecteer Apps registreren (Register apps) 4. Selecteer de categorie van de app in de lijst 5.
Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 6. Selecteer Registreer (Register) De registratie is voltooid en de app wordt toegevoegt aan de lijst met apps. Herhaal de procedure vanaf stap 5 als u nog een app wilt registreren. Als u de registratie van apps wilt beëindigen, selecteert u Terug (Back) en keert u terug naar het hoofdscherm van de cloud. Belangrijk • Sommige apps vereisen dat u een account hebt voordat u de app kunt gebruiken.
3. Selecteer Geregist. apps verwijderen (Delete registered apps) 4. Selecteer de app die u wilt verwijderen in de lijst met apps Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht of niet beschikbaar is in uw regio. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 5. Selecteer Verwijder. (Delete) Nadat het verwijderen is voltooid, is de app verwijderd uit de lijst met apps in het hoofdscherm.
2. Selecteer Toev/verw (Add/delete) in het hoofdscherm van de cloud. 3. Selecteer Sorteren (Sort) 4. Selecteer de app die u wilt sorteren in de lijst met apps Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht of niet beschikbaar is in uw regio. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 5. Gebruik de knoppen / om de app te verplaatsen 6.
Het sorteren is voltooid. Als u wilt doorgaan met sorteren, herhaalt u de procedure vanaf stap 4. Als u het sorteren van apps wilt beëindigen, selecteert u Terug (Back) en keert u terug naar het hoofdscherm van de cloud.
Cloudvensters In dit gedeelte worden het hoofdscherm van Cloud en de beschikbare services in het hoofdscherm beschreven. Over het hoofdscherm Apps registreren (Register apps) Geregistreerde apps verwijderen Sorteren (Sort) Afm. bij alle apps (Log out of all apps) Licentieovereenkomst / Privacyverklaring Instellingen (Settings) Over het hoofdscherm Wanneer u de Cloud-functie gebruikt, volgt u eerst de onderstaande stappen om het hoofdscherm weer te geven. 1.
: Zichtbaar gebied • De app wordt niet weergegeven als deze nog niet is uitgebracht of als een taal die niet beschikbaar in uw regio, is geselecteerd als weergavetaal. (1) Weergavegebied De weergave verandert op basis van het geselecteerde menu. Direct nadat u de cloud hebt gestart, worden geregistreerde apps weergegeven in de lijst. U start een app door de gewenste app te selecteren in de lijst.
Klik hier voor informatie over het sorteren van de lijst met apps (3) Knop Beheren (Manage) Gebruik deze knop om u af te melden bij een app, de licentieovereenkomst en privacyverklaring weer te geven en de tijdzone in te stellen. Afm. bij alle apps (Log out of all apps) U kunt zich in één keer afmelden bij alle apps waarbij u bent aangemeld. Opmerking • In sommige apps kunt u zich niet afmelden wanneer u bent aangemeld.
Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Canon Inkjet Cloud Printing Center is een service die is gekoppeld aan de cloudfunctie van de printer. Hiermee kunt u bewerkingen uitvoeren zoals apps registreren en beheren vanaf uw smartphone of tablet, en de afdrukstatus, afdrukfouten en inktstatus van de printer controleren. U kunt ook foto's en documenten afdrukken vanuit uw apps. Als u deze service gebruikt vanaf de computer, kunt u de apps beheren.
• Versie van de printersoftware (firmware) Als de versie van de printerfirmware lager is dan versie 2.000, moet u een firmware-update uitvoeren. Raadpleeg 'Firmware bijwerken' voor uw model via de startpagina van de Online handleiding voor meer informatie. Belangrijk • Wanneer u de firmware van dit product bijwerkt, kunnen de weergegeven schermen, de bedieningsprocedures en de functies veranderen.
4. Selecteer de taal die moet worden gebruikt voor de afdrukinstellingen 5. Volg de weergegeven instructies en druk de URL van de verificatiesite en de Printerregistratie-ID (Printer registration ID) af Plaats normaal papier van A4- of Letter-formaat en selecteer OK. De verificatie-URL en Printerregistratie-ID (Printer registration ID) worden afgedrukt. Opmerking • U gebruikt deze afgedrukte pagina in de volgende stap. Belangrijk • U moet de registratie binnen 60 minuten voltooien.
Naar de URL op de afgedrukte pagina gaan en het e-mailadres en andere benodigde gegevens invoeren Belangrijk • Gebruik de knop Terug van de webbrowser niet terwijl een bewerking wordt uitgevoerd. Het scherm wordt dan mogelijk niet correct bijgewerkt. 1. Gebruik de webbrowser op uw pc, smartphone, tablet of een ander apparaat om naar de verificatie-URL te gaan 2. Selecteer Nieuw account maken (Create new account) in het aanmeldingsscherm 3.
Belangrijk • De onderstaande beperkingen gelden voor het e-mailadres. • U kunt maximaal 255 alfanumerieke tekens gebruiken en alleen enkel-byte tekens en symbolen (!#$%&'*+/=?^_{}|~.-@). • Multi-byte tekens kunnen niet worden gebruikt. Er wordt een foutmelding weergegeven als het ingevoerde e-mailadres een teken bevat dat niet kan worden gebruikt.
3.
Tijdzone (Time zone) Selecteer uw regio in de lijst. Als uw regio niet in de lijst staat, selecteert u de regio die het dichtst bij uw regio ligt. Zomertijd toepassen (Apply daylight saving time) Dit wordt alleen weergegeven als de zomertijd wordt gebruikt in de geselecteerde tijdzone. Selecteer of u wel of geen zomertijd wilt toepassen. Wachtwoord (Password) Voer het aanmeldingswachtwoord voor Canon Inkjet Cloud Printing Center in.
Voer het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord in en meld u aan bij Canon Inkjet Cloud Printing Center. Klik hier voor een beschrijving van het aanmeldingsscherm Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Nadat de gebruikersregistratie is voltooid, kunt u zich aanmelden bij Canon Inkjet Cloud Printing Center en de service gebruiken. 1. Ga vanaf uw pc, smartphone of tablet naar de aanmeldings-URL van de service (http:// cs.c-ij.com/) 2.
E-mailadres (E-mail address) Voer het e-mailadres in dat u hebt opgegeven tijdens de gebruikersregistratie. Wachtwoord (Password) Voer het wachtwoord in dat u hebt opgegeven tijdens de gebruikersregistratie. Belangrijk • Als u zich niet binnen vijfmaal kunt aanmelden, kunt u zich gedurende een uur niet meer aanmelden. • Nadat u zich hebt aangemeld, blijft u een uur aangemeld. • Als u zich gedurende 400 dagen niet aanmeldt, wordt uw abonnement op Canon Inkjet Cloud Printing Center automatisch geannuleerd.
Opmerking • Met CANON iMAGE GATEWAY kunt u de bestandsindelingen jpg en jpeg afdrukken. 1. Selecteer in het hoofdscherm de app die u wilt gebruiken 2. Voer de gegevens in aan de hand van de instructies in het verificatiescherm en selecteer daarna Aanmelden (Log in) 3. Selecteer het album van uw keuze in de weergegeven lijst met albums 4.
5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Afdrukken (Print) 6.
Als u het afdrukken wilt beëindigen, selecteert u Afsluiten (Exit) en keert u terug naar het scherm met de lijst met apps. Als u het afdrukken wilt vervolgen, selecteert u Doorgaan (Continue) en herhaalt u de procedure vanaf stap 3. Belangrijk • Als een afdruktaak niet wordt afgedrukt binnen 24 uur nadat de afdruktaak is gemaakt, verloopt de afdruktaak en kan deze niet worden afgedrukt.
Selecteer Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> IJ Cloud Printing Center instellen (IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) in het startscherm van de printer om toegang door onbevoegden met dit adres te voorkomen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
Uw printerregistratie-ID afdrukken Belangrijk • Canon Inkjet Cloud Printing Center Modellen: MG7100 series, MG6400 series, MG5500 series Als u een printer wilt toevoegen met behulp van Canon Inkjet Cloud Printing Center, hebt u een Printerregistratie-ID (Printer registration ID) nodig. Druk de URL van de verificatiesite en uw Printerregistratie-ID (Printer registration ID) af via het bedieningspaneel van het apparaat. Deze procedure gaat als volgt: 1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
Belangrijk • U moet de registratie binnen 60 minuten voltooien.
Het venster Canon Inkjet Cloud Printing Center In dit gedeelte worden de schermen van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven die worden weergegeven op een smartphone, tablet of computer. Beschrijving van het aanmeldingsscherm Beschrijving van het hoofdscherm Beschrijving van het aanmeldingsscherm In dit gedeelte wordt het aanmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven. Belangrijk • U mag het wachtwoord 5 maal proberen in te voeren.
Nieuw account maken (Create new account) Er wordt een nieuwe registratie toegevoegd aan Canon Inkjet Cloud Printing Center. Voor een nieuwe registratie hebt u de printerregistratie-ID nodig. Systeemvereisten (System requirements) Hier worden de systeemvereisten voor Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven. Help/jurid. kennis. (Help/legal notices) (alleen smartphones en tablets) De beschrijving van het scherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center en verschillende herinneringen worden weergegeven.
(5) Menugebied (1) Knop Printer beh. (Mng. printer) Druk op de knop Printer beh. (Mng. printer) te geven. om het scherm Printer beh. (Mng. printer) weer In het scherm Printer beh. (Mng. printer) kunt u de printergegevens controleren die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center, de printernaam wijzigen, printers verwijderen, printers toevoegen en apps kopiëren. • De printergegevens controleren De geregistreerde printernaam wordt weergegeven. geeft de momenteel geselecteerde printer aan.
• Printers verwijderen Als u selecteert, wordt de printer verwijderd uit Canon Inkjet Cloud Printing Center. Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer). • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. U hebt een printerregistratie-ID nodig om een printer te kunnen toevoegen.
(3) Contextmenu Wanneer u selecteert, wordt het contextmenu weergegeven. De weergegeven informatie hangt af van het menu dat is geselecteerd in het menugedeelte. Het symbool • geeft aan dat er een nieuwe ongelezen melding is. Sorteren (Sort) Hiermee geeft u het scherm weer waarin u geregistreerde apps kunt sorteren. gebruiken om de volgorde van de apps te wijzigen. Wanneer u klaar U kunt de knoppen bent met sorteren, drukt u op de knop Gereed (Done) om de volgorde te bevestigen.
• Laatste meldingen (Latest notices) Hiermee geeft u de laatste meldingen weer. Het symbool ongelezen melding is. • geeft aan dat er een nieuwe Gebruikersgegevens (User information) Hiermee geeft u het scherm met gebruikersgegevens weer. U kunt het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord, de taal, de tijdzone en andere instellingen wijzigen. • Help/jurid. kennis.
• Configuratie (Config) Hiermee geeft u het scherm Geregistreerde apps weer in het weergavegebied. U kunt de weergave wisselen tussen Geregistreerd (Registered) en Apps zoeken (Search apps). In het scherm Geregistreerd (Registered) worden geregistreerde apps weergegeven. U kunt de informatie over deze apps controleren of de registratie ervan ongedaan maken. In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie.
◦ Wanneer u selecteert, worden de gegevens van de app weergegeven. Met / wilt maken. kunt u aangeven of u de app wilt registreren of de registratie ongedaan Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht of niet beschikbaar is in uw regio. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. • Eigenschapp. (Properties) In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven.
(1) Knop Printer beh. (2) Gebied met printernaam (3) Menugebied (4) Gebied met meldingen (5) Informatiegebied (6) Gebied met algemene navigatie (7) Weergavegebied (1) Knop Printer beh. (Mng. printer) Druk op de knop Printer beh. (Mng. printer) om het scherm Printer beh. (Mng. printer) weer te geven. In het scherm Printer beh. (Mng.
• De printergegevens controleren De geregistreerde printernaam wordt weergegeven. geeft de momenteel geselecteerde printer aan. geeft aan dat er een fout is opgetreden in de printer. • De datum/tijd weergeven waarop de printergegevens zijn bijgewerkt Hiermee wordt de datum/tijd weergegeven waarop de printergegevens voor het laatst zijn bijgewerkt. vernieuwt de gegevens. • De printernaam wijzigen Wanneer u selecteert, wordt een scherm weergegeven waarin u de naam van de printer kunt wijzigen.
• Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. U hebt een printerregistratie-ID nodig om een printer te kunnen toevoegen. Opmerking • Voor elk e-mailadres kunnen maximaal 16 printers worden gebruikt. • Apps kopiëren Selecteer deze knop om apps die aan de geselecteerde printer zijn toegevoegd, te kopiëren naar een andere printer. Wanneer u selecteert, wordt het onderstaande scherm weergegeven.
Wanneer u klaar bent met sorteren, drukt u op de knop Sort.volg inst (Set sort order) en bevestigt u de volgorde. • Configuratie (Config) Hiermee geeft u het scherm Geregistreerde apps weer in het weergavegebied. U kunt de weergave wisselen tussen Geregistreerd (Registered) en Apps zoeken (Search apps). In het scherm Geregistreerd (Registered) worden geregistreerde apps weergegeven. U kunt de informatie over deze apps controleren of de registratie ervan ongedaan maken.
◦ Wanneer u selecteert, worden de gegevens van de app weergegeven. Met / wilt maken. kunt u aangeven of u de app wilt registreren of de registratie ongedaan Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht of niet beschikbaar is in uw regio. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. • Eigenschapp. (Properties) In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven.
(4) Gebied met meldingen Hier wordt laatste melding weergegeven. Hier wordt niets weergegeven als er geen melding is. Wanneer u Meldingenlijst (Notice list) selecteert, kunt u maximaal 40 items weergeven. (5) Informatiegebied Hier worden andere gegevens weergegeven, zoals de privacyverklaring en licentiegegevens van andere bedrijven. (6) Gebied met algemene navigatie De knoppen Gebruikersgegevens (User information), Instructies (Instructions) en Afmelden (Log out) worden weergegeven.
Vereisten voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center De systeemvereisten voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center worden hieronder beschreven. Houd hier rekening mee voordat u deze service gebruikt.
• Canon raadt aan geen proxyserver buiten uw land te gebruiken. Als u dat wel doet, kan de service mogelijk niet de juiste regio bepalen.
Externe UI gebruiken Met deze service kunt u printergegevens controleren en nuttige functies uitvoeren vanaf een computer of smartphone. U kunt ook de handige webservices van Canon gebruiken. Het IP-adres van de printer controleren Voor het gebruik van deze service moet u eerst het IP-adres van dit apparaat controleren via het bedieningspaneel van het apparaat.
Opmerking • Als u het IP-adres wilt afdrukken, plaatst u één vel normaal papier van A4- of Letter-formaat. Selecteer daarna achtereenvolgens Instellen (Setup) -> Apparaatinstellingen (Device settings) -> LAN-instellingen (LAN settings) -> LANinstellingen bevestigen (Confirm LAN settings) -> LAN-details afdrukken (Print LAN details) vanuit het startvenster. Als de printer geen LCD-monitor heeft 2. Plaats één veel normaal papier van A4- of Letter-formaat 3.
Prtrstatus (Printer status) Deze functie geeft printergegevens weer, zoals de resterende hoeveelheid inkt, de status en gedetailleerde foutgegevens. U kunt ook naar een site gaan waar u inkt kunt kopen of naar een ondersteuningspagina en webservices gebruiken. Hulpprogramma's (Utilities) Met deze functie kunt u de handige functies van het apparaat, zoals reiniging, instellen en uitvoeren. AirPrint-inst.
Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u direct vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, internetpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een besturingsbestand te hoeven installeren. Controleer uw omgeving Controleer eerst uw omgeving.
3. Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. 4. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk • Niet alle apps ondersteunen AirPrint. Daarom wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Als u vanuit een app de printeropties niet kunt gebruiken, kunt u niet afdrukken vanuit die app. Opmerking • De printeropties kunnen verschillen, afhankelijk van de app en het gebruikte model.
• Printer: selecteer een model dat op uw draadloze LAN kan worden gebruikt. • Exemplaren: geef het aantal af te drukken exemplaren op. • Dubbelzijdig afdrukken: als het model dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u Aan (On) of Uit (Off) selecteren. • Bereik: het paginabereik kan alleen worden gebruikt bij bepaalde apps en bestandsindelingen (zoals PDF-bestanden). 5. Klik voor 1 kopie (1 Copy) op + of - om het aantal vereiste kopieën in te stellen. 6.
Een afdruktaak verwijderen Afdruktaken kunnen met AirPrint op de volgende twee manieren worden verwijderd: • Vanaf het apparaat: als uw printer een LCD-monitor heeft, gebruikt u het bedieningspaneel om de afdruktaak te annuleren. Als uw printer geen LCD-monitor heeft, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om de afdruktaak te annuleren. • Vanaf een Apple-apparaat: druk twee keer op de HOME-knop op het Apple-apparaat. Raak het pictogram Afdrukken (Print) aan en geef de lijst met afdruktaken weer.
Opmerking • Wanneer u de printer aanzet kan het een aantal minuten duren voordat de printer via een draadloze LAN-verbinding kan communiceren. Zorg ervoor dat de printer met het draadloze LAN is verbonden en probeer vervolgens af te drukken. • Is Bonjour op de printer uitgeschakeld, dan kan AirPrint niet worden gebruikt. Controleer de LANinstellingen van de printer en schakel Bonjour in.
Afdrukken vanuit e-mail gebruiken Met Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) kunt u bijlagen gemakkelijk afdrukken. U hoeft enkel een foto of document op uw computer of smartphone bij te voegen en de e-mail met het bijgevoegde bestand te verzenden. U kunt gemakkelijk afdrukken vanaf een andere locatie, zoals uw vakantiebestemming. Ook uw familie en vrienden kunnen afdrukken wanneer ze zich van tevoren registreren.
1. Druk de URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode af 2. Ga naar de afgedrukte URL en geef het e-mailadres van de eigenaar en andere vereiste gegevens op 3. Controleer of een e-mail is verzonden naar het opgegeven e-mailadres 4. Ga naar de URL in de e-mail en voltooi de printerregistratie Opmerking • Het e-mailadres dat op het scherm wordt weergegeven wanneer u de registratie hebt voltooid, wordt alleen gebruikt voor de functie Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail).
Opmerking • De grootte van een e-mail wordt bepaald door de volledige grootte van het verzonden bestand, inclusief het e-mailbericht en de koptekst. Daarom kan een bijlage soms niet worden afgedrukt, ook al is de bijlage zelf kleiner dan 5 MB. • Als een bijgevoegd JPEG-bestand kleiner is dan 10 KB, kan het bestand niet worden afgedrukt. 2.
Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) Problemen oplossen Het document wordt niet afgedrukt Als u zich niet kunt registreren bij de service of de service niet kunt verwijderen Als u niet kunt afdrukken nadat de printer is gerepareerd Het document wordt niet afgedrukt Wordt het document niet afgedrukt, controleer dan het volgende: • Controleer of de printer is ingeschakeld. Als de printer is ingeschakeld, schakelt u deze uit en weer in en controleert u vervolgens of het probleem is opgelost.
Opmerking • Bij een draadloze LAN-verbinding kan het enkele minuten duren voordat communicatie mogelijk is nadat de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer is verbonden met het draadloze LAN en probeer vervolgens af te drukken. Als u zich niet kunt registreren bij de service of de service niet kunt verwijderen Als u zich niet kunt registreren bij de service • Als het bericht 'Kan niet registreren bij "Afdrukken vanuit e-mail".
• Als de printer wordt gerepareerd, worden alle geregistreerde gegevens verwijderd en kan Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) niet meer worden gebruikt. Als u deze service opnieuw wilt gebruiken, moet u de printer en de printereigenaar opnieuw registreren. Raadpleeg 'Voorbereidingen voor het gebruik van Afdrukken vanuit e-mail' voor meer informatie over deze procedure. Als andere gebruikers dan de eigenaar waren geregistreerd als lid, voert u de registratie opnieuw uit vanaf hier.
Voorbereidingen voor het gebruik van Afdrukken vanuit e-mail Als u deze service wilt gebruiken om een foto of document af te drukken, moet u de onderstaande stappen uitvoeren en het apparaat registreren. De URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken Eerst moet u de URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken. Controleer of het apparaat voldoende inkt bevat en druk daarna af via het bedieningspaneel van het apparaat. 1.
2. Selecteer Akkoord (Agree) in het venster met de gebruiksovereenkomst Belangrijk • Als u Akkoord (Agree) niet selecteert in het venster met de gebruiksovereenkomst, kunt u zich niet registreren als eigenaar van de printer. 3. Voer het e-mailadres van de printereigenaar in en klik op Volgende (Next) Belangrijk • Een e-mail met de vereiste informatie om de registratie te voltooien worden verzonden naar het opgegeven e-mailadres van de printereigenaar.
Als u AAN (ON) selecteert, wordt 1 uur opgeteld bij de instelling Tijdzone (Time Zone) wanneer de datum-/tijdinformatie wordt weergegeven. 5. Geef de Printernaam (Printer Name) op in het venster Printerregistratie (Printer Registration) en klik op Bevestigen (Confirm) Voer de gewenste naam in waarmee u de printer kunt identificeren. Belangrijk • U kunt maximaal 30 tekens invoeren. 6.
Lijst met tijdzones (UTC-12:00) Internationale datumgrens west (UTC-11:00) Midway-eilanden (UTC-10:00) Hawaï (UTC-09:00) Alaska (UTC-08:00) Tijuana, Baja California, Pacific Time (VS & Canada) (UTC-07:00) Arizona, Chihuahua, La Paz, Mazatlán, Mountain Time (VS & Canada) (UTC-06:00) Guadalajara, Mexico-stad, Monterrey, Saskatchewan, Centraal-Amerika, Central Time (VS & Canada) (UTC-05:00) Indiana (oostelijk), Bogota, Lima, Quito, Eastern Time (VS & Canada), Caracas (UTC-04:00) Asunción, Santiago, Georgetown,
Overzicht van het apparaat Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen De apparaatinstellinge
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid 97
Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding. Plaats het apparaat niet op een dik tapijt of vloerkleed.
Informatie over regelgeving en veiligheid Internationaal ENERGY STAR®-programma Canon Inc., partner van ENERGY STAR, heeft bepaald dat dit product voldoet aan de efficiencyrichtlijnen van ENERGY STAR. Het afvoeren van batterijen (voor modellen met lithiumbatterij) Gebruikte batterijen afvoeren volgens de lokale regelgeving. Alleen Europese Unie (en EER).
If the product is not used for a time, the device switches to its Power Save Mode. The devices consume less power (Watt) in these modes. If you wish to set a longer Activation Time or would like to completely deactivate the Power Save Mode, please consider that this device may then only switch to a lower energy level after a longer period of time or not at all. Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default.
Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel 101
Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel 102
Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Open het bedieningspaneel als u een inkttank wilt vervangen, een inktlampje wilt controleren of vastgelopen papier uit het apparaat wilt verwijderen. Bedieningspaneel (2) documentklep Open deze klep als u een origineel op de glasplaat wilt plaatsen. (3) papiergeleiders Schuif de geleiders tegen beide zijden van de stapel papier aan.
(7) verlengstuk van uitvoerlade Open het verlengstuk ter ondersteuning van uitgeworpen papier. (8) papieruitvoersteun Trek deze steun uit ter ondersteuning van het uitgeworpen papier. (9) papieruitvoerlade Het bedrukte papier wordt uitgevoerd. Open deze lade volledig voordat u gaat afdrukken. (10) glasplaat Plaats hier het origineel dat u wilt kopiëren of scannen.
Achteraanzicht (1) transporteenheid Open de achterklep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. (2) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (3) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat op een computer aan te sluiten. Belangrijk Raak het metalen omhulsel niet aan. De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl het apparaat bezig is met afdrukken of het scannen van originelen met de computer.
Binnenaanzicht (1) inktlampjes Deze lampjes branden of knipperen rood om de status van de inkttank aan te geven. De inktstatus controleren met de inktlampjes (2) printkophouder De printkop is vooraf geïnstalleerd. Opmerking Zie Een inkttank vervangen voor informatie over het vervangen van een inkttank.
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) Knop AAN (ON)/AAN/UIT (POWER)-lampje Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. Dit lampje knippert en brandt vervolgens wit wanneer de printer wordt aangezet. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet. Het apparaat in- en uitschakelen (2) Knop HOME Wordt gebruikt om het scherm HOME weer te geven.
Wordt gebruikt om een menu of instelling te selecteren. LCD en bedieningspaneel (10) Knop OK Hiermee voltooit u de selectie van een menu- of instellingsitem. Hiermee verhelpt u fouten wanneer een afdruktaak wordt uitgevoerd of hervat u de normale werking van het apparaat nadat u vastgelopen papier hebt verwijderd. (11) Knop Terug (Back) Hiermee keert u terug naar het vorige scherm op het LCD-scherm.
Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer 109
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt wit wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het LCD uit is. Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld. Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld als het apparaat ongeveer 5 minuten niet wordt gebruikt.
Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft wit branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld. Als het Alarm-lampje oranje brandt of knippert en een foutbericht wordt weergegeven op het LCD-scherm, raadpleegt u Een bericht verschijnt op het scherm.
Belangrijk Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN/UIT (POWER)-lampje niet brandt. Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Opmerking Printer automatisch uitschakelen U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken naar het apparaat zijn gestuurd. Dit is de standaardinstelling.
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten. De stekker/het netsnoer is gespleten.
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden. 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat uit te zetten.
LCD en bedieningspaneel U kunt het apparaat gebruiken om kopieën te maken en om originelen zonder computer te scannen. U kunt de verschillende functies van het apparaat ook probleemloos gebruiken via het bedieningspaneel vanuit het scherm HOME op het LCD-scherm. Het scherm HOME bestaat uit drie schermen. U kunt de knop of (A) gebruiken om tussen de schermen te schakelen. Elk scherm bevat menu's voor het maken van kopieën, het scannen van originelen enzovoort.
overeenkomstige Functie (Function)-knop (G), (H) of (I) drukt, wordt de bijbehorende functie weergegeven, zoals een instellingenscherm. Het aantal functiemenu's en de inhoud ervan varieert per scherm. Bekijk de functiemenu's die onder aan het scherm worden weergegeven en selecteer vervolgens het gewenste menu. Voorbeeld: het scherm in Scannen (Scan) (G) Druk op de linker Functie (Function)-knop om Opsl/Doorst. (Save/Forward) te selecteren.
Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen 118
Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied 119
Normaal papier/fotopapier plaatsen U kunt normaal papier of fotopapier plaatsen. Belangrijk Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier. U kunt normaal kopieerpapier gebruiken.
(1) Open voorzichtig de voorste lade. (2) Houd de rechtertab van de voorste lade vast en trek de invoer eruit totdat deze stopt. (3) Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. (4) Plaats het papier in het midden van de invoer MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN. Duw de papierstapel helemaal tegen de achterzijde van de invoer. Belangrijk Plaats het papier altijd in de lengterichting (B).
(5) Verschuif de rechter papiergeleider (A) om de papiergeleiders tegen beide zijden van de papierstapel te schuiven. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd. Opmerking Plaats het papier niet hoger dan de markering maximumcapaciteit (D). Zorg dat de papierstapel lager is dan de tabs (E) van de papiergeleiders. Plaats papier van een klein formaat, zoals 10 x 15 cm (4 x 6 inch), door dit helemaal tegen de achterkant van de invoer te duwen.
(6) Houd de rechtertab van de voorste lade vast en duw de invoer terug totdat de pijl ( ) op de voorste lade samenvalt met de pijl ( ) op het apparaat. 3. Open de papieruitvoerlade. (1) Trek de papiersteun (F) uit en open vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade (G). (2) Open de papieruitvoerlade (H) voorzichtig en trek vervolgens de papieruitvoersteun (I) uit.
Belangrijk Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of van het printerstuurprogramma.
Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Deze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
2. Plaats enveloppen. (1) Open voorzichtig de voorste lade. (2) Houd de rechtertab van de voorste lade vast om de invoer eruit te trekken totdat deze stopt. (3) Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. (4) Plaats de enveloppen in het midden van de invoer MET DE ADRESZIJDE NAAR BENEDEN. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde.
Duw de enveloppen helemaal tegen de achterzijde van de invoer. Er kunnen maximaal 5 enveloppen tegelijk worden geplaatst. (5) Verschuif de rechter papiergeleider (A) om de papiergeleiders tegen beide zijden van de enveloppen te schuiven. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen de enveloppen. De enveloppen worden dan misschien niet goed ingevoerd. Opmerking Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering maximumcapaciteit (D).
(6) Houd de rechtertab van de voorste lade vast en duw de invoer terug totdat de pijl ( ) op de voorste lade samenvalt met de pijl ( ) op het apparaat. 3. Open de papieruitvoerlade. (1) Trek de papiersteun (F) uit en open vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade (G). (2) Open de papieruitvoerlade (H) voorzichtig en trek vervolgens de papieruitvoersteun (I) uit.
Belangrijk Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking Nadat u enveloppen hebt geplaatst Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
Fotostickers *1 100% gerecycled papier kan worden gebruikt. *2 Afdrukken op dit papier vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. Maximaal aantal vellen Instellingen voor mediatype op het bedieningspaneel Het mediumtype instellen met het printerstuurprogramma Paginaformaten U kunt de volgende paginaformaten gebruiken. Opmerking Afdrukken op de volgende papierformaten vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund.
Maximaal aantal vellen Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Voorste lade Papieruitvoerlade Normaal papier (inclusief gerecycled papier)*1 Ongeveer 100 vel Ongeveer 50 vel Enveloppen *2 5 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper ).
Papier voor het maken van uw eigen afdrukken: Mediumnaam Voorste lade T-Shirt Transfers 1 vel Fotostickers 1 vel *1 Het correct invoeren van papier verloopt wellicht niet goed bij de maximumcapaciteit, afhankelijk van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen of luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer vellen dan de helft van de maximumcapaciteit.
Instellingen voor mediatype op het bedieningspaneel Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Instellingen voor Type Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Normaal papier (Plain paper) Origineel Canon-papier Papier voor het afdrukken van foto's: Mediumnaam Professioneel Foto Platinum Instellingen voor Type Pro Platinum Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' Foto Glans Papier Foto Glans (Glossy) Glossy Foto Papier Extra II
Mediumtypen die u niet kunt gebruiken De onderstaande soorten papier mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van dergelijke papiersoorten levert niet alleen een onbevredigend resultaat op, maar kan er ook toe leiden dat het apparaat vastloopt of slecht functioneert.
Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen 136
Afdrukgebied Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
Zonder marges afdrukken op normaal papier kan de kwaliteit van afdrukken negatief beïnvloeden. Gebruik normaal papier alleen voor testafdrukken. Afdrukken zonder marges op normaal papier vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. Afdrukken zonder marges is niet mogelijk op enveloppen en papier van het formaat Legal, A5 of B5.
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) A5 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) A4 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) B5 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch) 20 x 25 cm (8 x 10 inch) 196,4 x 246,0 mm (7,73 x 9,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 43,3 mm (1,70 inch) (B) 37,4 mm (1,47 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 43,3 mm (1,70 inch) (B) 37,4 mm (1,47 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,0 mm (0,20 inch) (E) 6,4 mm (0,25 inch) (F) 6,3 mm (0,25 inch) 140
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) COM10-envelop 93,5 x 200,8 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 8,0 mm (0,31 inch) (B) 32,5 mm (1,28 inch) (C) 5,6 mm (0,22 inch) (D) 5,6 mm (0,22 inch) 141
Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen De documentklep loskoppelen/bevestigen 142
Originelen op de glasplaat plaatsen U kunt originelen die u wilt kopiëren of scannen op de glasplaat plaatsen. 1. Plaats een origineel op de glasplaat. (1) Open de documentklep. (2) Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat. Originelen die u kunt plaatsen Zorg dat u het origineel voor elke functie in de juiste positie plaatst. Originelen plaatsen voor elke functie Belangrijk Let op het volgende wanneer u het origineel op de glasplaat legt.
Belangrijk Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren of scannen.
Originelen plaatsen voor elke functie Mogelijk moet u het origineel in een andere positie plaatsen, afhankelijk van de functie die u hebt geselecteerd voor kopiëren, scannen en dergelijke. Plaats het origineel in de juiste positie op basis van de geselecteerde functie. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand.
Slechts één origineel in het midden van de glasplaat plaatsen Slechts één afgedrukte foto scannen met Foto kopiëren (Photo copy) Bij Scannen (Scan): - selecteer Automatische scan (Auto scan) voor Doc.type om een afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of disc te scannen - selecteer Foto (Photo) voor Doc.
Plaats twee of meer originelen MET DE TE SCANNEN ZIJDE OMLAAG en zorg dat ze ten minste 10 mm (0,4 inch) van de randen van de glasplaat en ten minste 10 mm (0,4 inch) van elkaar zijn geplaatst. (A) 10 mm (0,4 inch) Opmerking De functie voor het corrigeren van scheve originelen corrigeert automatisch originelen die onder een hoek van maximaal 10 graden zijn geplaatst. Scheve foto's met een lange zijde van 180 mm (7,1 inch) of meer kunnen niet worden gecorrigeerd.
Originelen die u kunt plaatsen U kunt de volgende originelen op de glasplaat plaatsen. Item Details - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten Typen originelen - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Opmerking Wanneer u een dik origineel zoals een boek op de glasplaat plaatst, kunt u de documentklep van het apparaat verwijderen.
De documentklep loskoppelen/bevestigen De documentklep loskoppelen: Houd de documentklep verticaal en duw deze naar achteren. De documentklep bevestigen: Plaats beide scharnieren (A) van de documentklep op de houder (B) en schuif de scharnieren verticaal in de documentklep, zoals hieronder wordt aangegeven.
Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren 150
Een inkttank vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het LCD weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking Meer informatie over de geschikte inkttank vindt u in de gedrukte handleiding: Veiligheidsinformatie en belangrijke informatie.
3. Open het bedieningspaneel (A) en open de papieruitvoerlade (B). Open het bedieningspaneel (A) totdat het stopt. De printkophouder schuift naar de vervangingspositie. Let op Houd de printkophouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk Raak bij het openen of sluiten van het bedieningspaneel de knoppen en het LCDscherm op het bedieningspaneel niet aan. Dat kan leiden tot een onverwachte werking.
Belangrijk Raak behalve de inkttanks geen andere delen aan. Wees voorzichtig met de inkttank om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. Houd bij het weggooien van lege inkttanks rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking. Opmerking Verwijder niet twee of meer inkttanks tegelijk. Vervang inkttanks één voor één als u twee of meer inkttanks vervangt. Raadpleeg De inktstatus controleren met de inktlampjes voor meer informatie over de knippersnelheid van de inktlampjes.
Belangrijk Ga voorzichtig met de inkttank om. Laat de inkttank niet vallen en oefen er geen overmatige druk op uit. Als er oranje tape achterblijft in het Y-vormige luchtgat (D), kan er inkt spatten of drukt het apparaat mogelijk niet correct af. (2) Houd de inkttank vast met het oranje beschermkapje (E) omhoog en zorg dat u het Y-vormige luchtgat (D) niet blokkeert. (3) Til het lipje op het oranje beschermkapje (E) langzaam omhoog om het VOORZICHTIG te verwijderen.
6. Plaats de nieuwe inkttank. (1) Plaats de voorkant van de inkttank schuin in de printkop. Controleer of de positie van de inkttank overeenkomt met die op het label. (2) Druk op de bovenkant van de inkttank totdat de inkttank stevig vast zit. Controleer of het inktlampje rood gaat branden. Belangrijk U kunt niet afdrukken als de inkttank onjuist is geplaatst. U moet de inkttank correct plaatsen, zoals is aangegeven op het label van de printkophouder.
Let op Let erop dat uw vingers niet beklemd raken wanneer u het bedieningspaneel sluit. Belangrijk Raak bij het openen of sluiten van het bedieningspaneel de knoppen en het LCDscherm op het bedieningspaneel niet aan. Dat kan leiden tot een onverwachte werking. Opmerking Als het foutbericht wordt weergegeven nadat het bedieningspaneel is gesloten, voert u de vereiste stappen uit.
De inktstatus controleren De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat De inktstatus controleren met de inktlampjes U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm.
De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en geef het scherm HOME weer. Als het scherm HOME niet wordt weergegeven, drukt u op de knop HOME om het scherm weer te geven. 2. Selecteer Instellen (Setup) op het scherm HOME. LCD en bedieningspaneel Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven. 3. Selecteer Geschatte inktniveaus (Estimated ink levels) en druk daarna op de knop OK.
De inktstatus controleren met de inktlampjes 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Open de voorklep en open vervolgens de papieruitvoerlade. 3. Til het bedieningspaneel omhoog en open dit totdat het stopt. Vervangingsprocedure 4. Controleer het inktlampje. Sluit het bedieningspaneel nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd. Vervangingsprocedure Het inktlampje brandt. De inkttank is correct geplaatst. Het inktlampje knippert. Langzaam knipperen (ongeveer om de 3 seconden) ......
Het inktlampje is uit. De inkttank is niet goed geplaatst of de functie voor het detecteren van de resterende hoeveelheid inkt is uitgeschakeld. Als de inkttank niet stevig op zijn plaats zit, controleert u of het oranje beschermkapje van de onderzijde van de inkttank is verwijderd en drukt u daarna op de bovenkant van de inkttank totdat de inkttank op zijn plaats klikt.
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen 161
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen 162
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn is de spuitopening van printkop waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
Onduidelijke of ongelijkmatige afdrukresultaten: Stap 1 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af. Vanaf het apparaat Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen. Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Als er lijnen ontbreken of er horizontale witte strepen voorkomen in dit raster: Stap 2 Reinig de printkop.
Opmerking Als u de procedure tot en met stap 3 hebt uitgevoerd en het probleem niet is opgelost, schakelt u de printer uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Indien de fout zich blijft voordoen, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Als de afdrukresultaten niet gelijkmatig zijn (de evenwijdige lijnen zijn bijvoorbeeld niet correct afgedrukt): Lijn de printkop uit.
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Bekijk de film Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg is. Een inkttank vervangen U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2.
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. (4) Selecteer Ja (Yes) en druk op de knop OK. Het controleraster voor de spuitopeningen wordt afgedrukt en er worden twee bevestigingsschermen op het LCD-scherm weergegeven. 5. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster op ontbrekende lijnen (C) en de aanwezigheid van horizontale witte strepen (D). (A) Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen (B) Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig (E) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt 2.
(1) De reiniging is niet vereist. Selecteer Alle A (All A) en druk daarna op de knop OK. (2) Bevestig het bericht en druk op de knop OK. Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven. Opmerking Druk op de knop HOME om het menu Instellen (Setup) te sluiten en het scherm HOME weer te geven. Voor (B) (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster (C) of raster (D), of in beide rasters: (1) De reiniging is vereist.
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt. Reinig de printkop daarom alleen als het echt nodig is. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1.
Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met het reinigen van de printkop. Dit duurt ongeveer 1 minuut. Het bevestigingsscherm voor het afdrukraster wordt weergegeven. (5) Selecteer Ja (Yes) en druk op de knop OK. Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt. 5. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen. Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Opmerking Druk op de knop HOME om het menu Instellen (Setup) te sluiten en het scherm HOME weer te geven.
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1.
Het apparaat start de diepte-reiniging van de printkop. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met de dieptereiniging van de printkop. Dit duurt 1 tot 2 minuten. Het bevestigingsscherm voor het afdrukraster wordt weergegeven. (5) Selecteer Ja (Yes) en druk op de knop OK. Het controleraster voor de spuitopening wordt afgedrukt. (6) Wanneer het voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op de knop OK. Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven. 5.
De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg is. Een inkttank vervangen U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat (inclusief gerecycled papier)* * Gebruik papier dat wit en schoon is aan beide kanten. 1.
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. (4) Bevestig het bericht: selecteer Ja (Yes) en druk vervolgens op de knop OK. Het uitlijningsblad wordt afgedrukt. Belangrijk Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand.
(1) Bevestig het bericht en leg het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop MET DE BEDRUKTE ZIJDE OMLAAG en zorg dat de markering in de rechteronderhoek van het blad is uitgelijnd met de positiemarkering . (2) Sluit de documentklep voorzichtig en druk vervolgens op de knop OK. Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast.
Als u de huidige aanpassingswaarden voor de printkoppositie wilt afdrukken en controleren, selecteert u Uitlijnwaarde printkop afdrukken (Print the head alignment value) in het scherm Onderhoud (Maintenance).
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De printkop uitlijnen De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van het apparaat reinigen 178
De printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt. De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Diepte-reiniging (Deep Cleaning) Diepte-reiniging (Deep Cleaning) is grondiger dan een normale reiniging. U gebruikt deze functie als een probleem met de printkop niet is opgelost nadat u de functie Reiniging (Cleaning) tweemaal hebt uitgevoerd. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
versleten. Raadpleeg 'Er wordt geen inkt toegevoerd' voor informatie over de te nemen maatregelen.
De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) 1. Bereid het apparaat voor Verwijder al het papier uit de voorste lade. 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3.
De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op dit apparaat kunt u de printkop automatisch of handmatig aanpassen.
De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning. De procedure voor het handmatig uitlijnen van de printkop is als volgt: Uitlijning printkop (Print Head Alignment) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Voer de nummers van de patronen met de minste streepvorming in de bijbehorende vakken in. Zelfs als u op de patronen met de minste streepvorming klikt in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst. Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt. De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt: Controle spuitopening (Nozzle Check) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
De binnenkant van het apparaat reinigen Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen op de achterzijde van het papier ontstaan. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens. De procedure voor het reinigen van de onderste plaat is als volgt: Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) 1.
Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen 189
De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken.
De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken. Poeder of dunne draadjes van tissues en papier kunnen bovendien in het apparaat achterblijven en problemen veroorzaken, bijvoorbeeld een verstopte printkop of slechte afdrukresultaten.
De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Selecteer Reiniging rollen (Roller cleaning). (1) Selecteer Instellen (Setup) op het scherm HOME.
Tijdens het reinigen draait de papierinvoerrol enkele malen rond. 4. Reinig de papierinvoerrol met papier. (1) Controleer of de papierinvoerrol gestopt is met draaien en volg de aanwijzingen in het bericht door drie of meer vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat in de voorste lade te plaatsen. (2) Open voorzichtig de papieruitvoerlade. (3) Druk op de knop OK. Het apparaat begint met de reiniging. Het reinigen is voltooid als het papier wordt uitgeworpen.
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen. U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat* * Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt. 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Reinig de binnenkant van het apparaat.
(6) Vouw een vel gewoon papier van het formaat A4 of Letter in de breedte dubbel en vouw het papier weer open. (7) Vouw één zijde van het geopende papier nogmaals doormidden, waarbij u de rand uitlijnt met de vouw in het midden. Vouw het papier daarna weer open en druk op de knop OK. (8) Plaats alleen dit vel papier met de rug van de vouwen naar boven gericht in de voorste lade, waarbij de rand van de helft zonder vouw van u af is gericht. (9) Open de papieruitvoerlade voorzichtig en druk op de knop OK.
Opmerking Druk op de knop HOME om het menu Instellen (Setup) te sluiten en het scherm HOME weer te geven. Gebruik een nieuw vel papier wanneer u de onderplaat opnieuw reinigt.
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. U moet het volgende voorbereiden: wattenstaafje Als er inktresten aanwezig zijn op de uitstekende delen binnen in het apparaat, reinigt u deze delen met bijvoorbeeld een wattenstaafje.
De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm 198
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen 199
Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen voor het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Afdrukopties... (Print Options...
3. Wijzig de individuele instellingen Wijzig desgewenst de instelling van elk item en klik op OK. Het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) wordt opnieuw weergegeven.
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
4. Sla de instellingen op Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup). De naam en het pictogram worden weergegeven in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). Belangrijk Klik op Opties... (Options...
Opmerking Afdrukprofielen die in de begininstellingen zijn geregistreerd, kunnen niet worden verwijderd.
De stroomvoorziening van het apparaat beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van het apparaat is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Opmerking Als het apparaat is uitgeschakeld of als communicatie tussen het apparaat en de computer is uitgeschakeld, kan een foutbericht verschijnen omdat de computer de apparaatstatus niet kan vaststellen. Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven. 3. Geef desgewenst de volgende instellingen op: Printer automatisch aan (Auto Power On) Als u Inschakelen (Enable) selecteert in de lijst, wordt het apparaat ingeschakeld als er afdrukgegevens worden ontvangen.
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Belangrijk U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Invoer van twee vellen voorkomen (Prevent paper double-feed) Schakel dit selectievakje alleen in als het apparaat meerdere vellen normaal papier tegelijk invoert. Belangrijk Wanneer u deze functie selecteert, neemt de afdruksnelheid af. 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u de draairichting van de optie Liggend (Landscape) bij Afdrukstand (Orientation) wijzigen.
Als het papier inktvlekken bevat, omdat de volgende pagina wordt uitgeworpen voordat de inkt op de afgedrukte pagina heeft kunnen drogen, verhoogt u de droogtijd voor de inkt. Wanneer u de droogtijd verlaagt, verloopt het afdrukken sneller. 4. Pas de instellingen toe Klik op OK en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht. Daarna worden de aangepaste instellingen in het apparaat gebruikt.
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Afdrukinstellingen LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over de Stille instellingen Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt 212
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount) als voorbeeld genomen. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellen (Setup) op het scherm HOME. LCD en bedieningspaneel 3.
U kunt de menu´s voor instellingen hieronder selecteren. Afdrukinstellingen LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Opmerking • U kunt bij het instellen van het apparaat rekening houden met het milieu, door bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig afdrukken in te stellen of door automatisch in-/uitschakelen op het apparaat in te schakelen.
Afdrukinstellingen • Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk • Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of kwaliteit kan leiden. • Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount) Met deze instelling selecteert u het gedeelte van de afbeelding dat buiten het papier valt als u afdrukt zonder marges.
LAN-instellingen • Draadloos LAN actief/inactief (WLAN active/inactive) Hiermee schakelt u het draadloze LAN in of uit. • Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup) Hiermee selecteert u de instelmethode voor de draadloze LAN-verbinding. Opmerking • U kunt dit menu ook weergeven door Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup) te selecteren in het scherm HOME. In dit geval activeert u het draadloze LAN.
Kanaal (Channel) XX Beveiliging draadloos LAN (Wireless LAN security) Inactief/WEP(64bit)/WEP(128bit)/WPA-PSK(TKIP)/ WPA-PSK(AES)/WPA2-PSK(TKIP)/WPA2-PSK(AES) IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-standaardgateway (IPv4 default gateway) XXX. XXX. XXX.
Hiermee voert u een IPv4- of IPv6-instelling uit. ◦ WSD-instelling (WSD setting) Wanneer u items instelt wanneer u WSD gebruikt (een van de netwerkprotocollen die worden ondersteund in Windows 8, Windows 7 en Windows Vista). WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD) Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld. Opmerking • Wanneer deze is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de netwerkverkenner in Windows 8, Windows 7 en Windows Vista.
Gebruikersinstellingen apparaat • Indeling datumweergave (Date display format) Hiermee wordt de weergavenotatie van datums gewijzigd op het LCD-scherm. Opmerking • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio waar u woont. • Deze functie is niet beschikbaar nadat de firmware van het apparaat is bijgewerkt.
Taal kiezen Hiermee wijzigt u de taal voor berichten en menu's op het LCD-scherm.
Firmware bijwerken U kunt de firmware van het apparaat bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een systeemvak, een DNS-server en een proxyserver. Opmerking • Huidige versie controleren (Check current version) is alleen beschikbaar wanneer LAN uitschakelen (Disable LAN) is geselecteerd voor Draadloos LAN actief/inactief (WLAN active/ inactive) in LAN-instellingen (LAN settings). • Update installeren (Install update) Voert de firmware-update voor het apparaat uit.
Instelling herstellen U kunt de instellingen terugzetten naar de standaardwaarden. • Alleen webservice instellen (Web service setup only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de instellingen voor de webservice. • Alleen LAN-instellingen (LAN settings only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de LAN-instellingen. • Alleen instellingen (Settings only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van instellingen als papierformaat of mediumtype. • Alleen instell. verz.
Informatie over ECO-instellingen Met deze instelling kunt u automatisch dubbelzijdig afdrukken als standaard gebruiken om papier te besparen en om het apparaat automatisch in/uit te schakelen om elektriciteit te besparen. Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Functie voor energie besparen gebruiken Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Volg de onderstaande procedure om dubbelzijdig afdrukken te gebruiken. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer ECO-instellingen (ECO settings) op het HOME-scherm.
1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer ECO-instellingen (ECO settings) op het HOME-scherm. LCD en bedieningspaneel 3. Selecteer Energiebesparingsinstellingen (Energy saving settings) en druk vervolgens op de knop OK. 4. Gebruik de knop om het instellingsitem te wijzigen, gebruik de knop om de instelling te wijzigen en bevestig de selectie vervolgens met de knop OK. 1.
Informatie over de Stille instellingen Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer Stille instellingen (Quiet setting) op het HOME-scherm. LCD en bedieningspaneel 3. Gebruik de knop om Stille modus gebruiken (Use quiet mode) te selecteren en druk op de knop OK.
Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt Als u het apparaat met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de naam van het toegangspunt van het apparaat en de beveiligingsinstelling opgeven. Instellingsprocedure als u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer Instellen (Setup) op het scherm HOME. LCD en bedieningspaneel 3. Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings) en druk vervolgens op de knop OK. 4.
WPA2-PSK (AES) Hiermee geeft u de beveiligingsinstelling op waarmee WPA2-PSK (AES) wordt toegepast. Ga door naar de volgende stap als het scherm voor het opgeven van de wachtwoordzin wordt weergegeven. 12. Druk op de knop OK. 13. Geef de wachtwoordzin op. 14. Druk op de linker Functie (Function)-knop om het invoeren van de wachtwoordzin te voltooien. 15. Druk op de linker Functie (Function)-knop om het opgeven van de wachtwoordzin te voltooien.
Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding 228
Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde waarden (netwerk) Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken 229
In de fabriek ingestelde waarden (netwerk) Item Beginwaarden Draadloos LAN actief/inactief (WLAN active/inactive) LAN uitschakelen (Disable LAN) SSID BJNPSETUP Communicatiemodus (Communication mode) Infrastructuur (Infrastructure) Beveiliging draadloos LAN (Wireless LAN security) Uitschakelen (Disable) IP-adres (IP address) (IPv4) Automatisch instellen (Auto setup) IP-adres (IP address) (IPv6) Automatisch instellen (Auto setup) Printernaam instellen (Set printer name)* XXXXXXXXXXXX IPv6 in-/
Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit het apparaat en de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Wanneer tijdens het instellen de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer waarbij u het ingestelde MAC-adres voor de printer vergelijkt met het MAC-adres in het venster met detectieresultaten. Als u het MAC-adres van de printer wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af met het bedieningspaneel van de printer.
Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen door via LAN verbinding met de printer te maken of als u de methode waarmee u de printer en de computer via USB met het LAN verbindt, wilt wijzigen, dient u de installatie uit te voeren met behulp van de installatie-cd-rom of volgens de instructies op onze website.
Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat, zoals het IP-adres en de SSID, afdrukken. Belangrijk • Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3. Selecteer Instellen (Setup) op het scherm HOME. LCD en bedieningspaneel Het menuscherm wordt weergegeven. 4.
Communicatiemodus (Communication Mode) Communicatiemodus (Communication Mode) Infrastructuur Kanaal Kanaal XX (1 t/m 13) Versleuteling (Encryption) Coderingsmethode geen (none)/WEP/TKIP/AES WEP-sleutellengte (WEP Key Length) WEP-sleutellengte (WEP Key Length) Inactief/128/64 Verificatie (Authentication) Verificatiemethode geen (none)/auto/open/gedeeld (shared)/ WPA-PSK/WPA2-PSK Signaalsterkte (Signal Strength) Signaalsterkte (Signal Strength) 0 tot 100 [%] TCP/IP-versie (TCP/IP Version) TC
Bonjour-servicenaam (Bonjour Service Name) Bonjour-servicenaam Bonjour-servicenaam (maximaal 52 tekens) DNS-server (DNS Server) DNS-server automatisch opvragen Auto/Handmatig (Manual) Primaire server (Primary Server) Adres van primaire server XXX.XXX.XXX.XXX Secundaire server (Secondary Server) Adres van secundaire server XXX.XXX.XXX.
Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Vensters voor netwerkverbinding van IJ Network Tool Andere vensters van IJ Network Tool Bijlage voor netwerkcommunicatie 237
Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Status draadloos netwerk controleren Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren Aangepaste instellingen weergeven 238
IJ Network Tool IJ Network Tool is een programma waarmee u de netwerkinstellingen van het apparaat kunt weergeven en wijzigen. Het wordt geïnstalleerd bij het instellen van het apparaat. Belangrijk • Als u het apparaat wilt gebruiken via een LAN, moet u de juiste apparatuur gebruiken voor het verbindingstype, zoals een toegangspunt of LAN-kabel. • Start IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken. • Druk niet af terwijl IJ Network Tool actief is.
Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USBkabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd. Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Venster Zoeken Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. Coderingsmethode: (Encryption Method:) Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN. U kunt WEP-instellingen wijzigen door WEP gebruiken (Use WEP) te selecteren en te klikken op Configuratie... (Configuration...).
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USBkabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd. 1.
Indeling sleutel (Key Format) ASCII 5 tekens Hexadecimaal (Hex) 10 tekens 13 tekens 26 tekens 2. Sleutellengte: (Key Length:) Selecteer 64-bits (64bit) of 128-bits (128bit). 3. Indeling sleutel: (Key Format:) Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-ID: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. 5. Verificatie: (Authentication:) Selecteer de verificatiemethode om de toegang van de printer tot het toegangspunt te verifiëren.
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USBkabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
8. Geef het wachtwoord op, controleer het type dynamische codering en klik op Volgende> (Next>). Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant als u het wachtwoord van het toegangspunt niet weet. 9. Klik op Voltooien (Finish).
Belangrijk • Als de printer niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van de printer. Opmerking • Als u de netwerkinstellingen wijzigt terwijl de USB-kabel tijdelijk is aangesloten, kan de standaardprinter worden gewijzigd. In dit geval selecteert u Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer).
De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bedrade LAN (Wired LAN) wilt wijzigen. 1. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3. Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). 4. Klik op de tab Bedrade LAN (Wired LAN).
Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder 1. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3. Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). 4. Klik op de tab Wachtwoord beheerder (Admin Password). Het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) wordt weergegeven. Zie Tabblad Wachtwoord beheerder voor meer informatie over het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password). 5. Wijzig of bevestig de instellingen.
Status draadloos netwerk controleren Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. 1. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3. Selecteer Status in het menu Beeld (View). Het venster Status wordt weergegeven en hier kunt u de status van de printer en de verbindingskwaliteit controleren.
6. Controleer de status. Wanneer de meting is voltooid, wordt de status weergegeven. Wanneer wordt weergegeven in Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:), kan de printer communiceren met het toegangspunt. Raadpleeg anders de weergegeven opmerkingen en het onderstaande om de status van de communicatieverbinding te verbeteren en klik op Opnieuw meten (Remeasurement).
• Controleer of zich geen bronnen van radiostoring in de buurt van de printer en het toegangspunt bevinden. De draadloze verbinding gebruikt mogelijk dezelfde frequentieband als magnetrons of andere bronnen van radiostoring. Probeer de printer en het toegangspunt uit de buurt te houden van dergelijke bronnen. • Controleer of het radiokanaal van het toegangspunt in de buurt ligt van het kanaal van andere toegangspunten in de buurt.
Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren Belangrijk • Houd er rekening mee dat bij initialisatie alle netwerkinstellingen op het apparaat worden gewist en dat afdrukken of scannen vanaf een computer via een netwerk wellicht niet meer mogelijk is. Als u het apparaat via een netwerk wilt uitvoeren, voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de instellingen uit volgens de instructies op onze website. 1. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3.
Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op Ja (Yes) klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
Vensters voor de netwerkverbinding van IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Venster Configuratie Tabblad Draadloos LAN Venster Zoeken Venster WEP-details Venster WPA-details Venster WPA2-details Venster Verificatietype bevestigen Venster Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Venster Bevestiging installatiegegevens Tabblad Bedrade LAN Tabblad Wachtwoord beheerder Venster Netwerkgegevens Tabblad Toegangsbeheer Venster Toegankelijk MAC-adres bewerken/Toegankelijk MAC-adres toevoegen Vens
Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Printers: De printernaam, de status, het printermodel en de poortnaam worden weergegeven.
gedetecteerd. Als de printer nog niet is gedetecteerd, sluit u het apparaat met een USB-kabel op de computer aan en klikt u op Bijwerken (Update). • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Refresh) in het menu Beeld (View). 3. Configuratie... (Configuration...) Klik hierop om de instellingen van de geselecteerde printer te configureren.
Bijwerken (Refresh) De inhoud van Printers: in het venster Canon IJ Network Tool wordt bijgewerkt en weergegeven. Belangrijk • Als u de netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen met IJ Network Tool, moet de printer zijn aangesloten via een LAN. • Als Geen stuurprogramma (No Driver) wordt weergegeven voor de naam, koppelt u de poort aan de printer.
Dit menu is beschikbaar als Geen stuurprogramma (No Driver) voor de geselecteerde printer wordt weergegeven. Als u een poort koppelt aan een printer kunt u deze gebruiken. Onderhoud... (Maintenance...) Hiermee geeft u het venster Onderhoud (Maintenance) weer waarin u de standaardwaarden van de netwerkinstellingen van de printer kunt herstellen en de kaartsleuf kunt instellen als netwerkstation. Venster Onderhoud 4. Menu Help Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer.
Venster Configuratie U kunt de configuratie van de geselecteerde printer in het venster Canon IJ Network Tool wijzigen. Klik op een tab om het tabblad te selecteren en instellingen te wijzigen. Het volgende venster toont een voorbeeld van de instellingen die u kunt wijzigen op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN). Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Lees de volgende onderwerpen voor meer informatie over elk tabblad.
Tabblad Draadloos LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een draadloze LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Draadloos LAN (Wireless LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN) in het venster Configuratie (Configuration). 1. Netwerktype: (Network Type:) Infrastructuur (Infrastructure) Hiermee kunt u de printer verbinden met een draadloos LAN met een toegangspunt. 2.
4. Coderingsmethode: (Encryption Method:) Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN. Niet gebruiken (Do not use) Selecteer deze optie als u codering wilt uitschakelen. WEP gebruiken (Use WEP) Verzending wordt gecodeerd met een WEP-sleutel die u hebt opgegeven. Als er geen WEP-sleutel is ingesteld, wordt het venster WEP-details (WEP Details) automatisch weergegeven. Als u de eerder ingestelde WEP-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Configuratie...
Venster Zoeken Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De gevonden toegangspunten worden weergegeven. 1. Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd.
Tabblad Draadloos LAN Opmerking • Tijdens de detectie van het toegangspunt moet het toegangspunt zijn ingeschakeld. 3. Instellen (Set) Klik hierop om het SSID van het toegangspunt in te stellen in SSID: op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN). Opmerking • Het venster WEP-details (WEP Details), WPA-details (WPA Details) of WPA2-details (WPA2 Details) wordt weergegeven als het geselecteerde toegangspunt is gecodeerd.
Venster WEP-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WEP-instellingen opgeven. Opmerking • Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) van de printer wijzigt, moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het wachtwoord (WEP-sleutel) van het toegangspunt. 1. WEP-sleutel: (WEP Key:) Voer dezelfde sleutel in als is ingesteld voor het toegangspunt.
Venster WPA-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WPAinstellingen opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. 1. Verificatietype: (Authentication Type:) Hiermee wordt het type verificatie weergegeven dat wordt gebruikt voor clientverificatie. Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK. 2.
Venster WPA2-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WPA2instellingen opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. 1. Verificatietype: (Authentication Type:) Hiermee wordt het type verificatie weergegeven dat wordt gebruikt voor clientverificatie. Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK. 2.
Venster Verificatietype bevestigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. 1. Verificatietype (Authentication Type) Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. PSK Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK. Het verificatietype PSK gebruikt een wachtwoordzin.
Venster Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Geef de wachtwoordzin op en selecteer de methode voor dynamische codering. 1. Wachtwoordzin: (Passphrase:) Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde.
Venster Bevestiging installatiegegevens Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de gebruikte instellingen voor clientverificatie weergegeven. Bevestig de instellingen en klik op Voltooien (Finish).
Tabblad Bedrade LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een bedrade LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Bedrade LAN (Wired LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Bedrade LAN (Wired LAN) in het venster Configuratie (Configuration). 1. Instelling TCP/IP: (TCP/IP Setup:) Hiermee stelt u het IP-adres van de printer in dat moet worden gebruikt in het LAN.
Tabblad Wachtwoord beheerder Stel een wachtwoord voor de printer in als u wilt dat alleen bepaalde personen de installatie en configuratie kunnen uitvoeren. Om het blad Wachtwoord beheerder (Admin Password) weer te geven klikt u op het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) in het venster Configuratie (Configuration). 1. Wachtwoord beheerder gebruiken (Use admin password) Stel een wachtwoord in voor de beheerder met rechten om de gedetailleerde opties in te stellen en te wijzigen.
Venster Netwerkgegevens Hier worden de netwerkgegevens weergegeven die zijn ingesteld voor de printers en de computers. Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
Tabblad Toegangsbeheer Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. U kunt de MAC-adressen of de IP-adressen van computers of netwerkapparaten registreren om toegang toe te staan. Om het blad Toegangsbeheer (Access Control) weer te geven, klikt u op het tabblad Toegangsbeheer (Access Control) in het venster Configuratie (Configuration). 1.
1. Toegangsbeheer printer inschakelen (MAC-adres) (Enable printer access control(MAC address)) Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het MAC-adres in te schakelen. Opmerking • De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld.
Belangrijk • Voeg het MAC-adres toe van alle computers of netwerkapparaten in het netwerk die u toegang wilt geven tot de printer. De printer is niet toegankelijk vanaf computers of netwerkapparaten die niet in de lijst staan. 5. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u het geselecteerde MAC-adres uit de lijst. Bij selectie van IP-adres (IP address) U geeft computers of netwerkapparaten die toegang hebben op via hun IP-adres.
Het venster Toegankelijk IP-adres bewerken (Edit Accessible IP Address) wordt weergegeven, zodat u de geselecteerde instellingen in Toegankelijke IP-adressen: (Accessible IP Addresses:) kunt bewerken. Venster Toegankelijk IP-adres bewerken/Toegankelijk IP-adres toevoegen 4. Toevoegen... (Add...
Venster Toegankelijk MAC-adres bewerken/Toegankelijk MACadres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk MAC-adres toevoegen (Add Accessible MAC Address). 1. MAC-adres: (MAC Address:) Voer het MAC-adres in van een computer of netwerkapparaat om toegang toe te staan. 2.
Venster Toegankelijk IP-adres bewerken/Toegankelijk IP-adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address). 1. Specificatiemethode: (Specification Method:) Selecteer Eén adres opgeven (Single Address Specification) of Bereik opgeven (Range Specification) om een of meer IP-adressen toe te voegen.
Desgewenst kunt u informatie toevoegen om het apparaat te identificeren, zoals de naam van een computer. Belangrijk • Opmerkingen worden alleen weergegeven op de computer die is gebruikt om ze in te voeren.
Andere vensters van IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Venster Status Venster Verbindingskwaliteit meten Venster Onderhoud Venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf Venster Poort associëren Venster Netwerkgegevens 280
Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Printers: De printernaam, de status, het printermodel en de poortnaam worden weergegeven.
gedetecteerd. Als de printer nog niet is gedetecteerd, sluit u het apparaat met een USB-kabel op de computer aan en klikt u op Bijwerken (Update). • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Refresh) in het menu Beeld (View). 3. Configuratie... (Configuration...) Klik hierop om de instellingen van de geselecteerde printer te configureren.
Bijwerken (Refresh) De inhoud van Printers: in het venster Canon IJ Network Tool wordt bijgewerkt en weergegeven. Belangrijk • Als u de netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen met IJ Network Tool, moet de printer zijn aangesloten via een LAN. • Als Geen stuurprogramma (No Driver) wordt weergegeven voor de naam, koppelt u de poort aan de printer.
Dit menu is beschikbaar als Geen stuurprogramma (No Driver) voor de geselecteerde printer wordt weergegeven. Als u een poort koppelt aan een printer kunt u deze gebruiken. Onderhoud... (Maintenance...) Hiermee geeft u het venster Onderhoud (Maintenance) weer waarin u de standaardwaarden van de netwerkinstellingen van de printer kunt herstellen en de kaartsleuf kunt instellen als netwerkstation. Venster Onderhoud 4. Menu Help Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer.
Venster Status Hier kunt u de status van de printer en de verbindingskwaliteit controleren. Selecteer Status in het menu Beeld (View) om het venster Status weer te geven. Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u bedraad LAN gebruikt, zijn Signaalsterkte: (Signal Strength:), Verbindingskwaliteit: (Link Quality:) en Geavanceerde meting... (Advanced Measurement...) niet beschikbaar. 1.
Venster Verbindingskwaliteit meten Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Via dit venster kunt u de verbindingskwaliteit meten. Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (voltooiingsvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Klik op Volgende> (Next>) om de meting te starten.
1. Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:) Een symbool geeft het resultaat van de meting van de verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt aan. : Goede verbindingskwaliteit : Onstabiele verbindingskwaliteit : Kan geen verbinding maken : Meting is geannuleerd of kan niet worden uitgevoerd 2. Opnieuw meten (Remeasurement) Hiermee meet u de verbindingskwaliteit opnieuw.
Venster Onderhoud In dit venster kunt u Initialisatie instellen (Setting Initialization) en Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) uitvoeren. Selecteer Onderhoud... (Maintenance...) in het menu Instellingen (Settings) om Onderhoud (Maintenance) weer te geven. 1. Initialisatie instellen (Setting Initialization) Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle netwerkinstellingen van de printer.
Venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de instellingen van de kaartsleuf weergegeven en kunt u een kaartsleuf in het netwerk toewijzen als netwerkstation van de computer. Dit venster wordt weergegeven wanneer u klikt op Instellingen (Setup) in het venster Onderhoud (Maintenance).
1. Overslaan (Skip) Hiermee voltooit u de instellingen zonder een netwerkstation toe te wijzen aan de kaartsleuf. 2. Opnieuw proberen (Retry) Hiermee keert u terug naar het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) en voert u de toewijzing van het netwerkstation opnieuw uit. 3. Annuleren (Cancel) Hiermee annuleert u de instelling van de kaartsleuf. Als IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, is de knop Annuleren (Cancel) lichtgrijs en kan er niet op worden geklikt.
Venster Poort associëren Hier kunt u een gemaakte poort koppelen aan een printerstuurprogramma. Selecteer de printer waarvoor u de koppeling wilt wijzigen en klik daarna op OK. Opmerking • U kunt alleen afdrukken met de printer als het printerstuurprogramma is gekoppeld aan de poort. 1. Model: Hier wordt de naam weergegeven van het apparaat dat is opgegeven als een doelpoort. Het veld is leeg als de naam van het apparaat niet is gedetecteerd. 2.
Venster Netwerkgegevens Hier worden de netwerkgegevens weergegeven die zijn ingesteld voor de printers en de computers. Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort Info over technische termen Beperkingen Informatie over de firewall 293
De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen. U wijst de kaartsleuf toe als netwerkstation door de onderstaande procedure uit te voeren. 1.
7. Controleer of de kaartsleuf is toegewezen. Als de kaartsleuf is toegewezen, wordt het volgende pictogram weergegeven bij Computer (of Deze computer (My Computer)). Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld. Er kunnen meerdere computers tegelijk bestanden lezen van een geheugenkaart in de kaartsleuf.
Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort Indien Geen stuurprogramma (No Driver) als naam voor de printer wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool, is het printerstuurprogramma niet aan een poort gekoppeld. U koppelt een poort aan een printerstuurprogramma door de onderstaande procedure uit te voeren. 1. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer waarvoor Geen stuurprogramma (No Driver) bij Naam (Name) wordt weergegeven. 3. Selecteer Poort koppelen... (Associate Port..
Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. A B C D F I K L M O P R S T U W A • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk.
• Verificatiemethode (Authentication Method) De methode die een toegangspunt gebruikt om een printer via een draadloos LAN te verifiëren. De methoden komen met elkaar overeen. Als u WEP als coderingsmethode gebruikt, kan de verificatiemethode zich aan Open systeem (Open System) of Gedeelte sleutel (Shared Key) hechten. Voor WPA/WPA2 is de verificatiemethode PSK. ◦ Automatisch (Auto) De printer wijzigt automatisch de verificatiemethode, zodat deze gelijk is aan die van het toegangspunt.
F • Firewall Dit is een systeem dat ongeautoriseerde toegang tot de computer in het netwerk voorkomt. Om dergelijke toegang te voorkomen, kunt u de firewallfunctie van een breedbandrouter, de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer gebruiken. I • IEEE 802.11b Internationale norm voor draadloos LAN waarbij de frequentie 2,4 GHz wordt gebruikt met een doorvoer van maximaal 11 Mbps. • IEEE 802.
Hiervoor kunt u een tekenreeks van vijf of dertien tekens opgeven die alfanumerieke en onderstrepingstekens '_' kan bevatten. Deze sleutel is hoofdlettergevoelig. ◦ Hex Hiervoor kunt u een tekenreeks van 10 of 26 tekens opgeven die hexadecimale tekens kan bevatten (0 tot 9, A tot F en a tot f). • Sleutellengte (Key Length) Lengte van de WEP-sleutel. Selecteer 64-bits of 128-bits. Met een langere sleutellengte kunt u een complexere WEP-sleutel maken.
S • Signaalsterkte (Signal Strength) De sterkte van het signaal dat wordt ontvangen door de printer vanaf het toegangspunt wordt aangegeven met een waarde tussen 0 en 100%. • SSID Uniek label door draadloos LAN. Wordt vaak voorgesteld als een netwerknaam of een toegangspuntnaam. De SSID onderscheidt het ene draadloze LAN van andere LAN's om storingen te voorkomen. De printer en alle clients in een draadloos LAN moeten dezelfde SSID gebruiken om met elkaar te communiceren.
W • WCN (Windows Connect Now) Gebruikers van Windows Vista of later kunnen de instellingen echter ook rechtstreeks ophalen via een draadloos netwerk (WCN-NET). • WEP/WEP-sleutel Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken.
• WPS (Wi-Fi Protected Setup) WPS is een norm voor het eenvoudig en veilig instellen van een draadloos netwerk. Voor Wi-Fi Protected Setup worden vooral de volgende twee methoden gebruikt: PIN-code: een verplichte instelmethode voor alle gecertificeerde WPS-apparaten. PBC (Push button configuration; drukknop): een drukknop op de hardware of een virtuele drukknop in de software.
Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP, WPA of WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fistandaard kan niet worden gegarandeerd. Als u verbinding maakt met te veel computers, kan dit van invloed zijn op de prestaties van de printer, zoals de afdruksnelheid.
Informatie over de firewall Een firewall is een functie van de beveiligingssoftware die op de computer is geïnstalleerd of van het besturingssysteem van de computer. Deze functie voorkomt toegang tot het netwerk door onbevoegden. Voorzorgsmaatregelen wanneer een firewallfunctie is ingeschakeld • Een firewallfunctie kan de communicatie tussen een printer en een computer beperken. Hierdoor kunnen de printerinstallatie en -communicatie worden uitgeschakeld.
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat 306
Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. Wanneer u de Canon-printer voor het eerst gebruikt nadat u de inkttanks hebt geïnstalleerd, wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt om de openingen van de printkop te vullen met inkt en zo het afdrukken mogelijk te maken. Daarom worden er met de eerste inkttanks minder vellen afgedrukt dan met de daarop volgende inkttanks.
Het inktlampje geeft aan wanneer de inkt opraakt. De inkttank bestaat uit het gedeelte waar de inkt is opgeslagen (A) en het gedeelte met de met inkt doordrenkte spons (B). Wanneer de inkt in (A) opraakt, knippert het inktlampje langzaam om aan te geven dat de inkt bijna op is. Wanneer vervolgens de inkt in (B) opraakt, knippert het inktlampje snel om u op de hoogte te brengen dat de inkttank moet worden vervangen.
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken.
Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren. Afdrukresultaten niet naar behoren Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten.
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken. Druk op de knop Stoppen (Stop) als u het afdrukken wilt annuleren.
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker pas uit het stopcontact wanneer het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk Wanneer u het apparaat voor reparatie verzendt Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen. Terwijl de printkop en de inkttank in het apparaat zitten, drukt u op de knop AAN (ON) om het apparaat uit te schakelen.
4. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade en de papiersteun uit en sluit vervolgens de voorste lade. 5. Koppel de printerkabel los van de computer en het apparaat en trek vervolgens de stekker van het apparaat uit het stopcontact. 6. Zet met plakband alle kleppen van het apparaat vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan. Verpak het apparaat vervolgens in de plastic zak. 7. Pak het apparaat in het beschermende materiaal in wanneer u het apparaat in de doos plaatst.
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied.
Specificaties Algemene specificaties 4800* (horizontaal) x 1200 (verticaal) Afdrukresolutie (dpi) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. USB-poort: Hi-Speed USB *1 LAN-poort: Draadloos LAN: IEEE802.11n/IEEE802.11g/IEEE802.11b *2 Interface *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
Printkop/inkt 4096 spuitopeningen in totaal (PgBK 1024 spuitopeningen, Y/ DyeBK elk 512 spuitopeningen, C/M elk 1024 spuitopeningen) Specificaties voor kopiëren Meerdere afdrukken max. 99 pagina's Intensiteit aanpassen 9 standen, automatische intensiteit (AE-kopie) Vergroten/verkleinen 25% - 400% (eenheden van 1%) Specificaties voor scannen Scannerstuurprogramma Maximumscanformaat Windows: TWAIN 1.
Communicatieafstand: binnenshuis 50 m / 164 feet * Het effectieve bereik hangt af van de installatie-omgeving en locatie. Beveiliging: WEP (64/128 bits) WPA-PSK (TKIP/AES) WPA2-PSK (TKIP/AES) Instellen: Standaardinstellingen WPS (configuratie met drukknop/PIN-codemethode) WCN (WCN-NET) Instellen zonder kabel Andere functies: beheerderswachtwoord Minimale systeemvereisten Conform de vereisten van het besturingssysteem indien hoger dan hier wordt vermeld.
Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met iOS, Android en Windows RT. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint Google Cloud Print Afdrukken vanuit e-mail Een internetverbinding is vereist om de Online handleiding weer te geven.