NEDERLANDS Map Utility Versie 1.5 Instructiehandleiding ● Inhoud van deze instructiehandleiding ● De vensters die in deze handleiding ter illustratie worden gebruikt, zijn afkomstig uit Windows 7. ● GPS-ontvanger of camera wordt als een pictogram weergegeven. Bijvoorbeeld: GPS-ontvanger GP-E1 J GP-E1 EOS 6D J EOS 6D ● Door de handleiding bladeren ● Klik op de pijlen rechtsonder in het scherm.
Inleiding ● Opnamen van een geotag voorzien Map Utility versie 1.5 is een hulpprogramma voor het weergeven van de opnamelocaties van opnamen die zijn gemaakt met EOS-camera's die zijn voorzien van ingebouwde GPS*1-functionaliteit of die worden gebruikt met een Canon GPS-ontvanger. Als u foto's maakt met een EOS 6D*2 of een andere EOS-camera met GPS-ontvanger GP-E2, kunt u deze foto's samen met de afgelegde route (bewegingspaden) weergeven.
Systeemvereisten Ondersteunde bestanden Opnamebestanden Besturingssysteem Windows 8.1, Windows 8, Windows 7*1, Windows Vista*2, Windows XP*3 Computer Computer met een van de bovenstaande besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) en uitgerust met een USB-poort. Toegang tot internet is vereist. Processor 1,6 GHz Pentium of hoger RAM-geheugen Windows 8.1, 8 (64-bits): 2 GB of meer Windows 8.
Inhoud Inleiding...................................................................... 2 Map Utility versie 1.5 downloaden en installeren ....... 2 Belangrijkste functies van Map Utility versie 1.5 ........ 2 Systeemvereisten....................................................... 3 Ondersteunde bestanden........................................... 3 Map Utility starten ...................................................... 5 Locatie-informatie over opnamen weergeven ............
Map Utility starten Klik op de taakbalk op het menu [Start]` [All Programs/Programma's] ` [Canon Utilities/Canonhulpprogramma's] ` map [Map Utility] ` pictogram [Map Utility]. ➜ Map Utility wordt gestart. Open de map [Applications/Programma's] en vervolgens de map [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's]. Dubbelklik op het pictogram [Map Utility]. ➜ Map Utility wordt gestart. U kunt Map Utility ook starten vanuit Digital Photo Professional (versie 3.11 of hoger), dat met de EOS-camera is meegeleverd.
Locatie-informatie over opnamen weergeven Importeer opnamen in Map Utility en geef locatie-informatie weer. in het hoofdvenster het tabblad [Images/ 1 Selecteer Opnamen] en klik op de knop [ ]. Selecteer in het volgende weergegeven scherm de opnamebestanden. Geef hiervoor de opslaglocatie op of voer de bestandsnamen in. Klik vervolgens op de knop [Open/Openen]. ➜ De opnamebestanden worden geïmporteerd en toegevoegd aan de opnamenlijst op het tabblad [Images/Opnamen].
GPS-logbestanden vanaf de GPS-ontvanger importeren GP-E2 GPS-logbestanden die op de GPS-ontvanger GP-E2 zijn opgeslagen, kunnen in Map Utility worden geïmporteerd. Nadat ze zijn geïmporteerd, worden de loggegevens op de computer opgeslagen. in het hoofdvenster het tabblad [GPS log 3 Selecteer files/GPS-logbestanden]. Klik op de knop [ ] en klik vervolgens op de knop [Next/Volgende] in het volgende scherm. 1 Sluit de GP-E2 op de computer aan.
● Geïmporteerde GPS-logbestanden worden op de volgende locaties opgeslagen: [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's] in de documentenmap van de computer ` [GPS Log Files/GPS-logbestanden] [Documents/Documenten] ` [Canon Utilities/Canonhulpprogramma's] ` [GPS Log Files/GPS-logbestanden] ● Klik op een GPS-logbestand in de lijst met GPS-logbestanden om afgelegde routes (bewegingspaden) op een kaart weer te geven.
GPS-logbestanden vanaf de computer importeren GPS-logbestanden die op de computer zijn opgeslagen, importeert u als volgt in Map Utility. in het hoofdvenster het tabblad [GPS log 1 Selecteer files/GPS-logbestanden] en klik op de knop [ ]. Selecteer in het volgende scherm de opslaglocatie of de bestandsnamen en klik vervolgens op de knop [Open/Openen]. Informatie in GPS-logbestanden bewerken GP-E2 EOS 6D Bepaalde informatie in GPS-logbestanden die in Map Utility zijn geïmporteerd, kunnen worden bewerkt.
Overbodige GPS-logbestanden uit de lijst verwijderen de informatie van het GPS-logbestand en 2 Bewerk klik vervolgens op de knop [OK]. GPS-logbestanden die overbodig zijn, kunnen uit de lijst met GPS-logbestanden worden verwijderd. De bestanden zelf worden echter niet van de computer verwijderd. in het hoofdvenster het tabblad [GPS log 1 Selecteer files/GPS-logbestanden]. Selecteer een logbestand dat u uit de lijst wilt verwijderen en klik vervolgens op de knop [ ].
Opnamen van een geotag voorzien Opnamen zonder locatie-informatie kunnen als volgt van een geotag worden voorzien. Importeer opnamebestanden. (pag. 6) 1 in het hoofdvenster het tabblad [Images/ 2 Selecteer Opnamen]. Selecteer een opname en klik vervolgens op de knop [ op een gewenste locatie op de kaart en klik in 3 Klik het volgende weergegeven dialoogvenster op de knop [Save/Opslaan]. ].
Opnamen automatisch van een geotag voorzien GP-E2 Opnamen zonder locatie-informatie kunnen automatisch van een geotag worden voorzien met behulp van GPS-loginformatie van de GP-E2. 4 Klik op de knop [Save/Opslaan]. 1 Importeer opnamebestanden. 2 Importeer GPS-logbestanden. in het hoofdvenster het tabblad 3 Selecteer [Images/Opnamen]. Klik op de knop [ ]. (pag. 6) (pag. 7 en pag.
De firmware van de GPS-ontvanger bijwerken GP-E2 De firmware van de GPS-ontvanger GP-E2 kan indien nodig worden bijgewerkt naar de nieuwste versie. Download eerst de firmware van de Canon-website voordat u deze stappen volgt. U hebt een internetverbinding nodig om de firmware te kunnen downloaden. 1 Sluit de GP-E2 op de computer aan. 2 Start Map Utility. 3 Klik in het hoofdvenster op de knop [ in het instellingenvenster het tabblad 4 Selecteer [General/Algemeen].
Het positiedetectie-interval instellen 5 Klik op de knop [OK] in het instellingenvenster. GP-E2 U kunt het interval opgeven waarmee de GPS-ontvanger GP-E2 nieuwe positie-informatie ophaalt. Een korter positiedetectie-interval resulteert in nauwkeurigere locatie-informatie voor uw opnamen. Dit kost echter wel meer stroom. 1 Sluit de GP-E2 op de computer aan. 2 Start Map Utility. 3 Klik in het hoofdvenster op de knop [ (pag. 7) (pag. 5) ]. ➜ Het instellingenvenster wordt gesloten.
in het instellingenvenster het tabblad 4 Selecteer [Settings/Instellingen]. Sleep de schuifregelaar naar het gewenste positiedetectie-interval. 5 Klik op de knop [OK]. ➜ De instelling wordt bijgewerkt en het instellingenvenster wordt gesloten. ● U kunt het interval op een schaal met acht niveaus instellen, van elke seconde tot elke vijf minuten.
GPS-logbestanden op de GPS-ontvanger verwijderen GP-E2 GPS-logbestanden die op de GPS-ontvanger GP-E2 zijn opgeslagen, kunnen als volgt worden verwijderd. 1 Sluit de GP-E2 op de computer aan. 2 Start Map Utility. 3 Klik in het hoofdvenster op de knop [ (pag. 7) in het instellingenvenster het tabblad 4 Selecteer [Settings/Instellingen]. Klik onder [Clear log data/ Loggegevens wissen] op de knop [Clear/Wissen]. Klik in het volgende weergegeven scherm op de knop [OK]. (pag. 5) ].
Voorkeuren 5 Klik op de knop [OK] in het instellingenvenster. ➜ Het instellingenvenster wordt gesloten. GP-E2 EOS 6D In de Map Utility-voorkeuren kunt u weergavevoorwaarden voor afgelegde routes (bewegingspaden) configureren. Door configuratie van deze voorwaarden worden de routes nauwkeuriger weergegeven op basis van gegevens die in GPS-logbestanden zijn vastgelegd. De volgende twee voorwaarden kunnen worden ingesteld.
de schuifregelaars onder [Number of satellites 3 Sleep in use/Aantal gebruikte satellieten] en [HDOP (Horizontal dilution of precision)] om de instellingen te configureren. 4 Klik op de knop [OK]. ➜ De instellingen worden bijgewerkt en het venster wordt gesloten. Als u op [Apply/Toepassen] klikt, worden de huidige instellingen toegepast zonder het venster te sluiten. Dit is handig om te controleren hoe de weergave verandert.
Overzicht van functies in het hoofdvenster Tabblad [GPS log files/GPS-logbestanden] Tabblad [Images/Opnamen] (pag. 6, pag. 11 en pag. 12) Punaise (pag. 6, pag. 11 en pag. 12) (pag. 7, pag. 9 en pag. 10) Knop Bestand exporteren voor Google Earth™*1 Opnamenlijst (pag. 6) Knop Zoeken op Knop Ander programma starten*2 Opnamebestand (pag. 6, kaart (pag. 11) pag. 11 en pag. 12) Macintosh-versie: GPS-markering Knop Instellingen GPS-systeem (pag. 13, pag. 14 en pag. 16) GPS-logbestand (pag. 9, pag.
*1 Bestand exporteren voor Google Earth™ Met deze knop kunt u opnamen en locatie-informatie in de opnamenlijst exporteren in een standaard bestandsindeling voor kaarten die geopend kunnen worden met Google Earth™. Wanneer het dialoogvenster [Save As/Opslaan als] wordt weergegeven, geeft u een opslaglocatie op voor het bestand. Klik vervolgens op de knop [OK]. Geëxporteerde bestanden krijgen de bestandextensie '.kmz'. Google Earth™ moet geïnstalleerd zijn om deze bestanden te kunnen gebruiken.
Referentie De installatie kan niet goed worden voltooid ● Selecteer een beheerdersinstelling ([Computer administrator/ Beheerder van deze computer], [Administrator/Beheerder], etc.) als gebruikersinstelling. U kunt de software niet installeren als er een andere gebruikersinstelling dan die van beheerder is geselecteerd. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw computer voor meer informatie over het selecteren van de gebruikersinstelling op beheerdersniveau.
Over deze instructiehandleiding 1 Open de map waarin de software is opgeslagen. ➜ Open de map [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's]. ● De inhoud van deze instructiehandleiding mag niet zonder toestemming geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd. ● Canon kan de softwarespecificaties en inhoud van deze instructiehandleiding zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen. ● De softwareschermen en afbeeldingen in deze instructiehandleiding kunnen enigszins afwijken van de feitelijke software.